Communisten hebben in Indonesië géén kans Kritiek moment in de wereldsituatie Mohammed Hatta, geprikkeld optimistisch: Als de Eenheidsstaat er komt zal de Republiek-Djokja verdwijnen J Hei vraagstuk van internationale controle over atoomenergie blijft actueel Binnen drie jaar geen onderwijs meer in de Nederlandse taal A.s. Beneluxconferentie voor belangrijke vraagstukken Door: Bernard M. Baruch, Geen strijdmacht van Westelijke Unie naar Korea Amerika antwoordt op Nehroe's boodschap WOENSDAG 19 JULI 1950 DJAKARTA, Juli 1950. £)E MINISTER-PRESIDENT Mohammed Hatta \va« zo welwillend mjj voor een gesprek, dat drie kwartier mocht duren te ontvangen op zijn kamer in het ministerie van Buitenlandse Zaken, één der laatste mooie ge bouwen in de 19e eeuwse klassiek-koloniale stijl. Reeds enige dagen tevoren hadden wij, tijdens een ongedwongen samenzijn met enkele politieke figuren, herinneringen opgehaald. Mevrouw Hatta had mij daarbij verteld, dat haar man uiterst vermoeid en lichamelijk verzwakt van de Ronde Tafel Conferentie was weergekeerd en de premier had mij duidelijk gemaakt, dat vooral lijjzelf en minister Van Maarsseveen de laatste weken vrijwel niet meer dan drie of vier uur slaap per nacht hadden. Van die vermoeienis is intussen niets nadeligs achtergebleven en premier, Hatta ontving mij dan ook op zijn ministerie met de vitaliteit, die voor hem bjjna spreekwoordelijk is. De positie van deze merkwaardige man is in1 dit nieuwe Indonesië een unieke, door het vertrouwen en de achting, die hij zich zowel van Europese als van Indonesische zijde heeft verworven. Van Europese zijde prijst men zijn onvermoeibare werklust, zyn trouw aan het gegeven woord, zijn grote kennis en bekwaamheid. Voor de Indonesiërs is hij een levend symbool geworden van de bevrijding; tot in het kleinste kampong huisje hangt zijn portret naast dat van „boeng Karno". Wat betekenden dan al die berichten, dat verschillende partijen hem in de nieuwe regering van de Eenheidsstaat als premier onaanvaardbaar zouden achten en de geruch ten, dat men hem slechts tot vice-president wilde benoemen om hem eervol op stal te zetten? Ik heb liem dit op de man af gevraagd. onverenigbaar met dat van premier binnen een parlementaire regering. Ze vrezen, dat daardoor een soort per manent premierschap ontstaan zou, dat het parlementaire stelsel zelf zou aantasten. Andere groepen weer ach ten deze combinatie wel mogelijk, maar dan alleen, wanneer een parlemen tair kabinet niet gevormd zou kunnen worden, in een presidentieel kabinet tot aan de verkiezing der Constituan te, die wij thans voor het komende jaar voorbereiden." „En uw eigen mening?" vroeg ik. Hatta haalde de schouders op. „Als democraat heb ik me naar de parle mentaire beslissing te schikken," zei hij. „Alleen kan ik zeggen, dat ik lie ver een gewoon levend mens dan een symbool ben. En wat die permanentie betref meen ik, dat het steeds de aller eerste taak van een democratisch leiderschap moet zijn, zijn opvolger voor te bereiden." De extremisten. Ik vroeg voorzichtig: „Het is me bekend, excellentie, dat bepaalde groe pen in de republiek zich nooit bij de Ronde Tafel-Conferentie hebben kun- neer neerleggen. Ze hadden liever een volledige overwinning met de wape nen gezien dan een compromis. Nog onlangs las ik een persstem uit Djokja: „dat de verhouding met Ne derland pas werkelijk vriendschappe lijk kan worden, wanneer Nederland vrijwillig van de Unieband afziet. Kan het niet zijn, dat dergelijke stromingen u gaarne zouden zien verdwijnen, om daarmee ook de resultaten van uw werk te liquideren en dat dus de vor ming van de nieuwe Eenheidsregering nieuwe spanningen in de verhouding IndonesiëNederland zal brengen?" Hatta ontkende dit met nadruk. „Zeker zijn er nog zulke extremisti sche stromingen", zei hij, „die door de communisten gesteund worden, maar ze vormen een steeds kleinere minderheid, ook in Djokja. In plaats van de republiek op te laten gaan in de Eenheidsstaat, zouden zij de hele RIS willen doen opgaan in de repu bliek Djokja, waardoor opnieuw de grootst mogelijke wanorde ontstaan zou, wat dan ook hun doel is. Daar komt niets van. Als de eenheidsstaat er komt, verdwijnt de republiek Djokja als zodanig en haar gebied wordt verdeeld in een aantal pro vincies, die net als de andere provin cies van de Eenheidsstaat worden. Het effect, dat wij daarvan verwachten zal voornamelijk psychologisch zijn, door dat het onderscheid dan verdwijnt tussen de republiek, die zich roemt de. eigenlijke bron te zijn van de nationale revolutie, en de andere gebieden, die zich daardoor minderwaardig of ver ongelijkt gevoelen. Maar aan de ver houding tot Nederland zal dat abso luut niets wijzigen. Want vergeet u niet, dat ook de republiek de RTC- overeenkomst heeft ondertekend! De verhouding tot Nederland wordt be paald door geheel andere factoren. Ik verwacht, dat veel sentiment snel zal uitslijten wanneer maar eenmaal de zichtbare tekenen van de oude over heersing geheel zijn verdwenen ik bedoel wanneer het KNIL gedemobi liseerd -en de laatste resten van de KL teruggekeerd zijn. Daarbij zal natuur lijk zeer veel afhangen van de vraag hoe de quaestie-Irian wordt be handeld en van de houding der Ne derlanders in Indonesië zelf, die even eens vaak hun begrijpelijke ressenti menten hebben." „U stelt dus nog altijd wel degelijk prijs op het culturele contact en meent dat er gelegenheid zal blijven voor Nederlanders om aan de opbouw van dit land mee te werken?!" De premier haalde een beetje onge duldig de schouders op: „Wanneer we dat niet deden zouden wc toch heus niet minister Hariifah naar Nederland gezonden hebben om daar werkkrach ten te verwerven!" Het onderwijs. „Toch zijn er," zei ik, „behalve de quaestie van bezoldiging en levens standaard, die wel geregeld zal wor den, nog allerlei andere moeilijkheden. Zo heb ik verschillende leerkrachten van het hoger en middelbaar onderwijs gesproken. Ze beweren, dat de eis om het onderwijs binnen drie jaar te fn- donesianiseren onmogelijk zonder gro te schade voor dat onderwijs zelf ver wezenlijkt kan worden. Ze zeggen, dat ze het reeds thans te druk hebben om „|J BEGRIJPT," zei Hatta, „dat deze vraag voor mij een beetje moeilijk is te beantwoorden, voor zo ver ik daarbij persoonlijk in het ge ding ben. Laten we haar daarom prin cipieel b< kijken. Het is nu eenmaal een feit, dat de president en ik voor de volksve.rbeelding tot een soort mys tieke, symbolische tweeling vergroeid zijn. Verschillende groepen hechten Waaraan grote betekenis voor de in vloed, die wij op de eenheid, de rust en vrede en de samenwerking van verschillende bevolkingsgroepen in dit grote rijk kunnen hebben. Zij menen, dat die invloed des te groter zal blij den, naarmate we minder in de dage lijkse politieke partij verschillen wor- Aen betrokken. Zij menen ook, dat ik als vice-president meer tijd zou heb ben om te reizen, rustig met verschil lende persoonlijkheden in het land te spreken en de stemming in bepaalde gebiedsdelen te beïnvloeden, dan wan neer ik al te zeer door de dagelijkse ministeriële bezigheden wordt gebon den. Ze zouden dat tot uitdrukking willen brengen in het vice-president- schap en mijn werk zou daardoor ze ker niet minder worden. Anderzijds achten zij, juist vanwege die bijzon dere positie, het vice-presidentschap Volgens het socialistisch.» blad „Lc Peuplc" zal België op de Beneluxcon ferentie, welke aan het einde dezer maand te Oostende zal worden gehou den, o.m. aandringen op een concrete beslissing inzake de waterwegen en de rechtstreekse verbinding van Antwer pen met de Rijn. De coördinatiecommissie voor econo mische zaken uit het Belgische kabi net zou voorts hebben besloten de kwestie der terugbetaling van de in 1940 door Belgen bij de Nederlandse Bank gedeponeerde guldensbiljetten te berde te brengen. In dezelfde bijeenkomst is, volgens het blad, ook weer de kwestie der im porten van landbouwproducten be handeld. De minister van Landbouw is zich blijven verzetten tegen een liberalisatie van de invoer van landbouwproducten voor 60 procent, zoals door de Europese Betnl'ngsunie wordl gevorderd, cn tegen een ver zachting van het Bcnelux-landbouw- protocol. Bij navraag is bevestigd dat de mi nisters alle Benclux-problemen nog eens de revue hebben laten passeren. „NIET DE JUISTE PROCEDURE" Een woordvoerder van de regering van India heeft verklaard, dat de regering van plan is de gehele brief wisseling tussen Nehroe en Mos kou, Washington en Londen te publi seren, wanneer alle antwoorden zijn ontvangen, in overleg met de betrok ken mogendheden. De woordvoerdei achtte de publicatie van de brieven van Stalin en Nehroe door Tass „niet de juiste procedure". in die tijd de taal (bahasa Indonesia) voldoende te leren om er onderwijs in te geven; dat zulks voor nieuwe krachten uit Holland helemaal onmo gelijk zal zijn, dat er onvoldoende we tenschappelijke handboeken in de ba hasa Indonesia bestaan en dat de meeste vaktermen zelfs nog niet ver taald zijn Er was een onmiskenbare scherpte in Hatta's stem, toen hij uitviel: „Ze hebben wél steeds van ons geëist, dat we Nederlands zouden leren en ons laten zakken voor wiskunde op een kleine fout in de Hollandse gramma tica. Of het kan of niet kan, het zal moeten. We willen een volksonderwijs en niet alleen een onderwijs voor die kleine groep van beter-gesitueerden, wier kinderen thuis Nederlands heb- QNZE redacteur, die een reis van enige maanden door Indonesië maakt, had een gesprek met minister-president Hatta, waar bij een aantal actuele vraagstuk ken a»n de orde werd gesteld. Zijn verslag van het, gesprek plaatsen wjj hiernevens. Ook president Soekarno heeft zich bereid verklaard dezer da gen de vertegenwoordiger van ons blad te zijnen paleize te ont vangen voor een gesprek over enige belangrijke politieke pro blemen. ben leren spreken. De heren die zeg gen, dat ze het in drie jaar niet kun nen leren, hebben in de laatste zes maanden voor een groot deel nog geen poging gedaan om er mee te begin nen. Wat die handboeken aangaat: er zijn er veel meer vertaald dan men voorgeeft en voor de rest ds dat juist een deel van hun taak. Aan de ver taling van de vaktermen wordt met grote ijver gewerkt. Vergeet u.boven dien niet, dat de hele generatie, die pas in '47 op school kwam, nooit Ne derlands geleerd heeft! En dan eisen we van de heren ook geen perfecte taalbeheersing, we eisen dat ze zich verstaanbaar kunnen maken „Nonsens," zegt Hatta. „Er wordt," waagde ik ondanks de ministeriële uitval -nog eens te vra gen, „van Nederlandse kant beweerd, dat het Nederlands als voertaal daar om zo belangrijk was, omdat het met de Westerse taal ook Westerse me thodes aankweekte en een basis was, waarop andere Westerse talen ge makkelijker aangeleerd konden wor den. Men vreest een inzinking van 't intellectuele peil, wanneer de grote boekenwereld gesloten wordt, die thans voor degenen die Nederlands kennen, openstaat „Nonsens," zei Hatta scherp. „Den ken is denken, of -ik nu een meetkun deprobleem oplos in de bahasa-Indone- sia of in het Nederlands. Bovendien zal er natuurlijk op de middelbare scholen grote aandacht aan het En gels besteed moeten worden. Overigens geef ik toe, dat een zekere verlaging van het wetenschappelijke peil niet is te voorkomen. Wij hebben zóveel dok toren, zóveel ingenieurs, zóveel onder wijzers nodig, dat wij wel naar een korter opleiding dan die in Nederland moeten streven. Wanneer de universi teit, zegt: „Wij zijn een onafhankelijke stichting en ons wetenschappelijk ge weten verbiedt ons de standaarden lager te stellen," dan zullen wij des noods die stichting moeten opheffen en een eigen universiteit opbouwen, die zich wel stoort aan de volksbehoeften. Maar gelukkig zijn er oók verschil lende Nederlandse hoogleraren, die dit wél inzien; daarom vertrouw ik, dat het niet zo ver zal komen." Het Nederlandse boek. „U zult mij niet kwalijk nemen, dat ik bijzonder belang stel in de toekomst van het Nederlandse boek hier. Er be staat nu eenmaal, ook onder de Indo nesische intellectuelen een zeer grote kring, die gemakkelijker Nederlands dan enige andere vreemde taal leest. Bent u tegen boekenimport?" vroeg ik Hatta. „Natuurlijk niet," zegt de premier. „Hoe meer boeken, hoe beter." „Toch zijn die boeken hier, door de f Arnhem van de zijde van de Rijnbrug af trekt de restau- Bij aankomst e aandacht. Na de bevrijding stonden 'cUm. h« r de kap. certificatenregeling, bijna onbetaalbaai geworden". „We zijn reeds begonnen, zegt Hatta, „voor enkele boeken van wetenschap pelijk belang uitzonderingen te maken. Maar de grote moeilijkheid, net als bu het aanstellen van Nederlandse ar beidskrachten, ligt in onze deviezen- positie. Vergeet niet, dat wij ons bij het RTC-contract verplicht hebben tot het afbetalen van schulden en pensioenen, waardoor onze handelsbalans met Ne derland veel ongunstiger is dan die met andere landen. Onze gehele export naar Nederland is nog niet voldoende om die schulden te betalen." „En de Nederlandse lening dan?" vroeg ik Hatta. „Die lening is juist bestemd om het verschil te overbruggen. Ze bedoelt niet, ons in staat te stellen in Neder land te kopen." Werkloosheid „Ik zie, Excellentie," zei ik, „dat de drie kwartier die u mij toegestaan heeft reeds bijna om zijn. Veroorloof mij daarom alleen nog twee, onderling verband houdende vragen. Het is mij, bij gesprekken in de kampongs, opge vallen, dat er hier een zeer ernstige werkloosheid bestaat, die door de men- QVER DE BEHOEFTE aan controle over de atoom-energie is al veel ge sproken. Op een van haar laatste bij eenkomsten in New York drong de Assemblee van de Verenigde Naties er bij de Commissie voor de Atoom-Ener gie op aan, dat deze nieuwe wegen zou zoeken ten einde te komen tot nieuwe mogelijkheden voor een over eenkomst. Het feit, dat men er tot dusver in faalde, tot een controle te komen, opent geen prettig vooruitzicht, En wanneer wij een andere „benadering" van het probleem onder de ogen zien, dan zijn er bepaalde principes, die wy niet over het hoofd durven zien, tenzij wij be reid zyn onszelf en de wereld aan de vernietiging bloot te stellen. YfAN HET BEGIN af is het essentiële punt van de atoomkracht-controle altijd geweest een werkelijke en doel treffende internationale controle. Een gedeeltelijke en ondoelmatige controle zou gevaarlijker zijn dan in het geheel geen controle. Toen de Commissie voor Atoom- Energie door de Verenigde Naties in het leven werd geroepen, ontving zij van de Assemblee de opdracht, voor stellen uit te werken niet alleen „voor de controle van de atoomenergie, nood zakelijk om het gebruik daarvan voor vreedzame doeleinden te waarborgen" maar tevens „voor doeltreffende vei ligheidsmaatregelen door middel van inspectie e.d. teneinde de staten, die zich bereid verklaren zich aan deze maatregelen te onderwerpen, te be schermen tegen de mogelijkheid van schending of ontwijking". Deze instruc ties, waarmee de Sowjetunie in prin cipe accoord ging. vormden de basis van het Amerikaanse plan voor de in ternationale controle van de atoom energie. Dat hierbij de nadruk werd gelegd op toereikende veiligheidsmaatregelen was een wijs besluit, In de eerste plaats was men er zich altijd wel van bewust, dat het mono polie der Verenigde Staten op het ge bied van de atoom-energie slechts van tijdelijke aard kon zijn. Maar inplaats van te wachten totdat een andere natie de kunst van het fabriceren van atoom wapens machtig geworden was, ging het Amerikaanse volk bij monde van zijn regering vooraan in het streven naar een doeltreffende internationale controle. In de tweede plaats was het duide lijk dat atoomwapens, die bijzonder se schikt zijn voor een verrassende aan val, meer in de lijn van een totalitair dan van een democratisch land liggen Ton derde brengt de merkwaardige aard van de atoomenergie met zich mee, dat deze zowel voor vreedzame als voor oorlogsdoeleinden te gebrui ken is. Wisjinski's uitlating in de As semblee. dat de Sowjetunie atoom kracht gebruikt om in de letterlijke zin bergen te verzetten, bleek een vondst van de Russische propaganda Toch omschreef hij daarmee op veel belovende wijze het wezen van de atoomkracht; het hangt alleen af van Amerikaans gedelegeerde bij de Verenigde Naties degene, die haar geheimen kent, of er bergen of steden met de grond gelijk worden gemaakt. Wat Amerika precies voorstelde. 0AAROM zou ieder controle-systeem moeten verbieden, dat volkeren over zulk een uitvinding beschikken, want ik betwijfel of zij onder de druk van een of andere „noodzakelijkheid", die wetten noch verdrag kent, sterk ge noeg zouden zijn om de verleiding te weerstaan. Om rivaliteit of verdenkin- gen tusserf de naties onderling te voor komen op dit zeer gevaarlijke gebied leek het voor de hand liggend, dat geen enkel volk het onbeperkte gebruik van de atoomwapens zou motfen hebben, noch de middelen om deze te produ ceren. Daarom stelden wij voor, een internationaal gezag in het leven te roepen, dat beschikking over alle ge vaarlijke grondstoffen zou hebben, als mede over de verwerking en de toe passing daarvan Behalve de controle over alle atomische ertsen zou dit in ternationaal gezag bovendien toezicht houden op de productie van alle „splitsbare" grondstoffen. Bovendien zou het met voldoende volmachten be kleed zijn, om door een inspectie op grote schaal iedere ongeoorloofde of illegale poging tot het produceren van atoomkracht of atoomwapens onmid dellijk te kunnen ontdekken. Het cri terium voor een eventuele schending was zeer eenvoudig; het feit alleen, dat in een of onder land een niet-geoor- loofde activiteit op atoomkracht-gebied fcou bestaan, zou voldoende zijn als bewijs, dat schending had plaatsgevon den. Bovendien stelden de Verenigde Sta ten voor, dat een atoom-verdrag, wan neer het door alle betrokken partijen zou zijn goedgekeurd en bekrachtigd, voor de ondertekenaars de bindende kracht van een internationale wet zou hebben. Een verdrag, dat aan iedere natie het recht gaf naar eigen goeddun ken haar veto uit te spreken, zou ech ter niet geaccepteerd worden. Wanneer aan al deze voorwaarden zou zijn voldaan, waren de Verenigde Staten bereid alles, wat op het gebied van de atoomkracht in hun bezit was, aan het internationaal gezag over te geven. Ik wil er de nadruk op leggen, dat dit Amerikaanse voorstel niet van de rest van de wereld verlangde, dat men aan de Amerikaanse beloften geloof zou schenken, noch verlangde Ameri ka, dat een ander land beloften zou doen. De Verenigde Staten bedoelden met hun voorstel slechts, een proce dure aan te geven om tot een overeen komst te komen, die zij zelf wilden ac cepteren, terwijl zij tegelijkertijd het zelfde van andere volkeren eisten. Dit is een kritiek moment!.... J)E GEBEURTENISSEN in Korea heb ben er toe geleid, dat de vrede in deze wereld door velen terecht of ten onrechte op dit moment bedreigd wordt geacht. Thans meer dan ooit zou een definitieve regeling van het ge bruik der atoomenergie overal een grote opluchting teweeg brengen. Het is van dit oogpunt uit betreurenswaar dig, dat de Sowjetunie en haar satel lieten het Amerikaanse plan verwier pen, hoewel practisch ieder volk het voorstel fair en uitvoerbaar achtte. De oorspronkelijke Amerikaanse voor stellen, die ik zelf de Verenigde Naties overhandigde, werden uitgebreid en uitgewerkt door de vele landen, die de de Commissie voor de Atoom-Encreie der Verenigde Naties gedurende de laatste drie jaar zitting hadden; de voorstellen werden door een overwel digende meerderheid van UNO-lcden goedgekeurd. Rusland cn de satelliet staten alleen stemden tegen. Niemand kan zeggen, hoe lang deze strud nog zal duren, maar totdat een volledige duurzame vrede is be reikt moeten wy al onze middelen bundelen, met besef van de verplichtin gen, welke op ons rusten. Het is heel goed mogelijk, dat een overeenkomst aangaande de atoom kracht niet mogelijk is zolang niet de vrede haar beslag heeft kunnen kr;j- gen Misschien moeten wij het voor d" rest van ons leven aanzien, dat wii et te J? ïï1' dPAf°°m'fracht onder toezicht het d t iu?1 °ns ,ot is' laat ons het dan koelbloedig onder de ogen zien met vertrouwen in de beschaving die wy verdedigen. De moeilijkste is de teH6! V-ar 'Cdcl'e maatschappii de zelf-discipline van haar burgers, sen zelf op vijftig procent van de man nen geschat wordt. Hoe staat het daar mee? Kan dit niet de oorzaak worden van een sterke toename van de com munistische agitatie?" „Die werkloosheid is niet zo groot als het u schijnt, omdat ze met „zonder werk" bedoelen „zonder vast werk", en dus degenen niet meetellen, die toch nog met een klein handeltje, of als bèthja (fietstaxi)-jongen aan een scha mel kostje komen. Bovendien is het een plaatselijk probleem, ontstaan door de grote volksverschuivingen uit ver woeste of bedreigde gebieden in de tijd van de oorlog en de politionele ac ties. Wat eenmaal naar de stad geko men is, vloeit maar moeilijk naar het land terug. En toch bestaan er hele streken, waar dringend gebrek heerst aan arbeidskrachten. Daarom is ons eerste probleem dat van de transmigra tie. De regering heeft op dit gebied reeds een begin gemaakt met de uit voering van grote plannen, maar voor lopig beperken deze zich nog tot de vele soldaten die af moeten vloeien. Natuurlijk hangt er ook heel veel af van de vraag, in hoeverre we inder daad kapitaal zullen kunen lenen voor de hpog nodige industrialisatie, waar aan echter eerst nog een yrü grote in voer van gebruiksgoederen als voedsel, textiel, fietsen en medicamenten zal moeten voorafgaan, om de achteruit gang van de oorlogsjaren weer goed te maken en een klimaat te scheppen, waarin de communistische agitatie geen kans krijgt. Overigens ben ik hiervoor niet al te bang, hoewel de he ren zeer actief zijn, en het op het ogen blik natuurlijk weer met allerlei „vre- descomité's" proberen. Maar in de eer ste plaats bestaat hun leiding groten deels uit mensen, die slechts op een zeer klein deel van de industrie-arbei ders vat hebben. In de tweede plaatl is het ongunstig voor hen, dat er hier niet, zoals in alle andere Aziatische landen het probleem van het groot grondbezit bestaat, dat verdeeld moet worden. De enige groot-grondgebrui kers zijn de ondernemers. De commu nisten hebben dan ook nationalisatie van de buitenlandse ondernemingen op hun programma, maar het percentage ondernemersgrond is zeer gering. Natio nalisatie van de op zich zelf conjunc tuurgevoelige ondernemingen betekent het aanvaarden van onnodig risico. Daar komt nog bij dat de daarvoor be stede kapitalen, merendeels door le ning verkregen, beter besteed kunnen zijn aan het oprichten van nieuwe be drijven. Dan zijn er nog de gronden die ge- meenschapsbezit zijn van de dessa, de ambtsvelden, waarvan de opbrengst ten goede komt aan de Lcerah (dorpshoofd) Tegen die gebieden van vier tot zes hektaar in de dorpen richtte zich nu in 1948 voor Madioei.se coup de com munistische propaganda! Maar de dorpsbewoners zelf weten veel te goed, dat de belasting verhoogd zal moeten worden om het bestuur te betalen, wanneer dat niet meer kan leven van de opbrengst van die landen. Nee, de communisten hebben hier geen toekomst, (vooral niet na de af schrikwekkende les van Madioen) wanneer wij er in slagen een enigszins redelijk welvaartspeil te scheppen." De klok wees kwart voor tien, en daarmee was dit belangrijke onderhoud met de premier van Indonesië ten ein de. In officiële kringen te Londen is gisteren met nadruk tegengesproken, dat er een plan wordt overwogen voor een internationale strijdmacht van <jc mogendheden van de Westelijke Unie voor operaties in Korea. Dc Verenigde .Staten nebben een nota voor Pandit Nehroe opgesteld* waarin zij zeggen, vrede in Korea te wensen, doch niet bereid te zijn com munistisch China in de V.N. toe te la ten, om deze kwestie te Lake Success te bespreken afschaffing van ONDERHOUDSPLICHT BEPLEIT Het hoofdbestuur van dc Nederlan se Bond van Ouden van Dagen heen aan de Tweede Kamer een adres toe^ gezonden, waarin er op wordt aange drongen de onderhoudsplicht af schaffen. Het bestuur betoogt, dat onderhoudsplicht meermalen vcrwij ring brengt tussen ouders cn kinder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 4