„De gijzelaars van Hitier" worden voort
gesleept van het ene kamp naar het andere
Dr Vic de Bruyn („Jungle Pimpernel") na
twaalf jaren uit Nieuw Guinea teruggekeerd
Man van groot
formaat
De avonturen van captain Payne Best
Trok de oermens
door het nabije
Oosten
Slager hield zich niet aan
saneringsaccoord
Sissie von Schussnig huilt omdat ze
Sachsenhausen moet verlaten
VRIEND EN HELPER DER PAPOEA'S
De toestand wordt
steeds kritieker
Avonturier met grote idealen komt
wat uitrusten in het oude vaderland
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1950
Dr. Henry Field, anthropoloog van
de Harvard-universiteit te New York,
die is teruggekeerd van zijn vijfen
twintigste expeditie in het Nabije
Oosten, heeft verklaard, nieuwe bewij
zen gekregen te hebben, dat de prae-
l.istorische mens dat gedeelte van de
wereld doortrok. Dank zij de resul
taten van deze expeditie zijn wij een
stap dichter gekomen bij het in kaart
brengen van de route, die de mens uit
het stenen tijdperk aflegde in dit ge
bied van elkaar kruisende wegen tus
sen Azie, Afrika en Europa, aldus dr.
Field. In Syrië vond hij „een gehele
keten plaatsen uit het stenen tijdperk,
die in het noorden tot aan de Turkse
grens liep. In- de bergen van Loe-
ristan (Perzie) vond men drie holen
in de rotsen met 25.000 jaar oude
vuurstenen. Dit zijn de eerste sporen
uit het stenen tijdperk, die men in dit
gebied heeft ontdekt, aldus dr. Field.
In Almelo zijn de slagers eenige
maanden geleden overgegaan tot sane
ring van hun bedrijf door vaststelling
van minimumprijzen voor vlees. Een
der ondertekenaars van de overeen
komst heeft zich echter niet aan de
overeenkomst gehouden en berekende
lagere dan de voorgeschreven prij
zen. De saneringscommissie heeft hem
in kort geding doen dagvaarden en
geëist, dat hij verplicht zou worden
zich aan de afspraak te houden.
De president van de Almelose recht
bank heeft bepaald, dat de slager zijn
vlees niet meer beneden de vastge
stelde prijzen mocht verkopen; voor
iedere overtreding zou hij een dwang
som van f 100 verbeuren.
Ze verbouwen hun vaste tuinen, ze fok
ken hun varkens en ze zijn betrouw
baar tot het uiterste. Mannen als
Soalekigi en Weakebo, de twee meest
vertrouwde gidsen die dr. de Bruyn op
zijn ontdekkingstochten gehad heeft,
zijn tot de beste vrienden gaan behoren,
die een man in zijn leven hebben kan.
Vrienden in de nood en kameraden
door dik en dun.
Alleen achtergebleven.
Toen de Japanners in Mei 1943 de
Nederlandse post aan de Wisselmeren
kwamen bezetten, vonden ze slechts
een hoop as. Dr. de Bruyn had alles
verbrand behalve zijn wapens en de ge
neesmiddelen voor de papoea's. Die
gingen mee op de ongewisse reis door
de groene hel. Twee dagen tevoren wa
ren de mensen van de missie en de
meerderheid van de Ambonnese veld
politie per vliegtuig naar Australië ge
bracht. Dr. de Bruyn bleef alleèn ach
ter.
Zo was het trouwens reeds een jaar
tevoren in Australië afgesproken. Hij
zou in het oerwoud blijven leven, om
voor de gealliëerde intelligence service
als waarnemer en berichtgever op te
treden. Met zeven getrouwen, 'n paar
Ambonnezen en Timorezen, stond hij
daar, als van alles verlaten. Die troep
was te klein om stand te kunnen hou
den in het verstikkend geweld van het
oerwoud. Welnu: hij riep vrijwilligers
BOTMA OP TOURNEE.
op uit het pygmoïde volk, waaronder
hij geleefd had. Dertig sterke jonge
papoea s koos hij uit en gedurende de
gehele oorlog is die troep bij hem ge
bleven, trouw en aanhankelijk en on
versaagd temidden van de grootste ge
varen. En het werk, dat daar in het
oerwoud, met allerlei contacten naar
Ambon en de kusten, verricht kon wor
den, is van het grootste belang geweest
voor geallieerde oorlogvoering. Is het
een wonder, dat Vic de Bruyn, toen de
Jappen verslagen waren, als een vorst
naar Australië is gehaald? Ze wilden
eerst zijn dertig papoea's achterlaten in
de bossen, maar dr. de Bruyn zei: dan
ga ik óók niet. En toen laadden de
Amerikanen de hele troep maar in hun
vliegtuigen en dat was voor de kleine,
zwarte mannetjes van de Wisselmeren
natuurlijk een veel groter sensatie, dan
alles wat ze in de wildernis hadden
meegemaakt!
Twaalf jaren zegenrijke arbeid heeft
doctor Jean Victor de Bruyn er op zit
ten. Hü rust thans uit en zijn jonge
vrouw komt wat op verhaal van de
malaria en de amoebe-dysenterie, die
haar erg hebben aangepakt. Vic de
Bruyn zelf moet wel ijzersterk zijn,
want hij zit daar in het landelijke Op
perdoes met een bruine, gezonde ge
laatskleur en met een onbezorgd ge
zicht wuift hij malaria en dysenterie
naar de achtergrond. „Dat zijn bij ons
■n Nieuw Guinea geen ziekten, dat zijn
'aar ongemakjes".
Een groot avonturier? Een groot man.
Juist in zijn eenvoud. En een groot Ne
derlander; 'n voorbeeld voor ons allen.
QNZE WAGEN REED van de ene gevangenis naar de andere om gevangenen
op te halen. De meesten van hen waren vooraanstaande figuren. Hitier
arresteerde a en, die hy als gyzeiaars zou kunnen houden voor zijn eigen leven
en dat van de voornaamste partijleden. Bij onze groep waren Kurt von Schusch
nigg, de ex-kanselier van Oostenrijk, samen met zijn vrouw, Hjalmar Schacht, voor
malig president van de Reichsbank en dr. Josef Muller, die uit zijn martelkelder
gehaald was. Muller had gedurende twee en half jaar gevangen gezeten in een
kleine donkere ondergrondse cel, dag en nacht geketend, zijn handen geboeid en
met een grote ijzeren staaf overdwars aan zijn enkels bevestigd, zodat hij niet
kon liggen. Eens in de twee weken hadden de bewakers zijn hoofd en gezicht
met gummiknuppels bewerkt. Toch was deze flinke kleine man nog zelfbewust,
normaal en vol levenslust. Verder waren daar nog commandant Frans Luidi r,
escadrille-leider Hugh Falconer, generaal Freiherr von Falkenhausen, die gou
verneur-generaal en opperbevelhebber in Belgie en Noord-Frankrijk geweest
was en de hoogste Duitse onderscheiding gekregen had. (Hij zit nu in de ge
vangenis St. Giles in Brussel, waar de verpleegster miss Cavell haar laatste
dagen doorbracht, om zijn veroordeling als oorlogsmisdadiger af te wachten).
De generaal was bij de Fiihrer in ongenade gevallen en door de Gestapo ge
arresteerd wegens zijn „slappe toegeeflijke houding tegenover de Belgen".
De Oostenrijkse kanselier, Dr. Kurt van Schuschnigg met zijn vrouw en
Sissie op de boot naar de Verenigde Staten, waar zij een nieuw tehuis hopen
te vinden.
rjE GEVANGENISWAGEN reed voort,
van Sachsenhausen naar Buchen-
wald, naar Dachau, Flossenburg en
Schönberg. Behalve de echtgenote van
Von Schuschnigg kwamen er nog andere
vrouwen bij onze groep. Sommigen van
hen, zoals b.v. Frau Margot Heberlein,
de vrouw van de.vroegere Duitse am
bassadeur in Madrid, droegen er door
hun opgewektheid veel toe bij het leven
voor ons dragelijker te maken. Frau
Heberlein was gevangen genomen door
Gestapo-mannen, die haar slaapkamer
binnendrongen, haar in het beddegoed
wikkelden om haar kreten te smoren
en haar vervolgens door het raam via
een ladder naar beneden zeulden, waar
na zij in een vliegtuig gezet werd sa
men met haar man, die bewusteloos
was geslagen. Ook was Frau Halder
een poos bij ons, de vrouw van Franz
Halder, de nationaal-socialistische chef
van de generale staf. En niet te ver
geten de bekende schrijfster Isa Ver-
mehren, die in haar verstandig en gees
tig boek „Een reis door de laatste acte",
mij als volgt beschreef: „Mr. Best, die
in 1939 uit Nederland „geroofd" werd,
is voor de internationale caricatuur-
tekenaar wel het beste model van de
Engelsman. Hij is zeer lang en mager,
een weinig gebogen door zwakte en on
dervoeding, met ingevallen leerachtige
wangen, vooruitstekende tanden, 'n mo
nocle, een flanellen broek, een geruit
jasjeen een sigaret. Een innemende
glimlach laat altijd zijn grote tanden
zien en hij gedraagt zich kalm e ver
standig, hetgeen het grootste vertrou
wen wekt".
De mail van de gaskamer
TN Schönberg moesten wij een lange
slaapzaal met elkaar delen. Wij wa
ren toen met tien mannen en twee
vrouwen. De kleine dr. Rascher, die de
gaskamer en dodenwagen had uitge
vonden en stafofficier van Himmler
geweest was maar die later in ongena
de gevallen >n gevangen genomen was,
tekende voor ons allen een grappige
„wandtekst" om boven de kribben te
hangen.
Op Zondag 8 April 1950 hield dominé
Bonnhöfer, een van de vroomste man
nen, die ik ooit in mijn leven ontmoet
heb, een korte godsdienstoefening. Hij
beëindigde juist het laatste gebed, toen
twee sinister uitziende mannen het
vertrek binnentraden. „Gevangene
Bonnhöfer, maak je klaar om met ons
mee te gaan", -ei een van hen. Wij
wisten Wat dit betekende: het schavot!
Wij zeiden hem vaarwel en hij nam
mij terzijde met de woorden: „Dit is het
einde, maar voor mij is het het begin
van het Leven". De volgende dag werd
die ware „man Gods" Bonnhöfer oP8e"
hangen.
Ik leerde al mijn medegevangenen al
spoedig kennen. Eerst hokten de ver
schillende natie aliteiten in groepjes by
elkaar, maar ik zag in, dat dit een zwak
punt was voor het geval dat wy tot
een ontsnapping, een klacht, een ge
meenschappelijke actie of wat dan ook
besloten.
Daarom begon ik de nationaliteits-
versperringen te doorbreken. Met de
Russen kon ik weldra uitstekend op
schieten. Alle officieren hadden een
hekel aan Stalin. Zij zeiden dat hij al
leen maar een dictator was en dat zijn
politiek niets met communisme te ma
ken had. Zij noemden zichzelf echte
communisten en lachten om de gedach
te, dat er na de oorlog enige werkelijke
samenwerking tussen de U.S.S.R. en het
Westen zou kunnen zijn.
„Dit is een dodenwagen"
In April 1945 werden wü wederom
in een vrachtwagen gepropt, een lange
met een laag dak en zonder vensters
Toen wjj er met ons zestienen in waren
werd de deur op slot gedaan. De motor
sloeg aan. Wü hadden ongeveer hon
derd meter langzaam gereden toen de
wagen weer stopte, maar de motor bleef
draaien. Naast ziij zat dr. Rascher, de
man die de gaskamer had uitgevonden.
We begoni en te snuiven en daarna te
hoesten. Rascher lichtte zijn hoofd op,
ademde diep en riep toen uit: „Mijn
G°d, dit is een dodenwagen! Wij wor
den vergast!"
Het was wel het toppunt van ironie,
dat de man die zojuist had uitgeroepen:
Mijn God, dit is een dodenwagen! We
Worden vergast!" zelf de uitvinder was
van de dodenwagen en van de gaska-
B>er. Toen hy zo angstig begon te roe-
pen, keek ik goed in de wagen rond en
ontdekte een lichtflits, die door een
^entiiator bleek te komen. „KUk", sei
tegen Rascher, „een ventilator. Heb-
Dominee Niemöller, over wie de ge
hele wereld zoveel hoorde, wierp mij
een blik van verstandhouding toe, het
afscheid zonder woorden, dat gevange
nen op zulke momenten nemen. Hij had
nu tien jaar in gevangenschap doorge
bracht. Zijn eens zo rijzige gestalte was
ineengeschrompeld, zijn krachten
waren volkomen ondermijnd en hij was
beverig en verstrooid. Hij had echter
veel vrienden onder de bewakers en
toen hij met een van hen gesproken had
kwam hij terug en zei tegen mij: „Het
is in orde, Best, ik heb voor je geïnfor
meerd. Je komt alleen maar by de
andere buitenlanders terecht".
Ik ging naar buiten en liep met mijn
bewakers door het kamp. Overal sche
nen mensen aan typhus ten offer geval
len te zijn; uitgemergelde lichamen la
gen tegen de omheining van prikkel
draad.
Nieuwe ontmoetingen.
JN de afdeling waar ze mij heenbrach
ten was nog maar één bed vrij in
de cel van de rooms-katholieke bis
schop van Clermont-Ferrand, wiens cel
genoot de vorige avond was doodge
schoten. Wij waren weldra met vijftien
verschillende nationaliteiten bij elkaar.
Wij .wogen onze kansen af: de Ameri
kanen hadden de Donau bereikt. Ze
zouden nu spoedig Dachau veroveren
en de Gestapo zou ons wel zo snel mo
gelijk naar een andere plaats brengen.
Langs de nieuwe „Autobahn" zouden
wij Berchtesgaden nog kunnen berei
ken; óók zouden wij via Landsberg naar
het kamp bij het Boden-meer gebracht
kunnen worden. Ofze zouden ons
kunnen doodschieten!! Dit laatste scheen
ons de meest aanvaardbare oplossing.
ben ze die in dodenwagens?" „Nee",
antwoordde hy, „TT heeft gelijk. Het is
geen dodenwagen". Niettemin voelden
wü ons niets op ons gemak. De wagen
reed op houtgas en de vloer zat vol ga
ten en spleten.
Sachsenhausen Sissie
Het meest tragische was wel de aan
wezigheid van Sissie von Schuschnigg.
het vier-jarige dochtertje van dr. Kurt
von Schussnig, de ex-kanselier van Oos
tenrijk. Zij was moe en huilde steeds.
„Is het een mooie gevangenis, waar wij
heen gaan, mammie?" vroeg zij. „Waar
om kunnen wij niet naar Sachsenhausen
terug?" Zij was in de gevangenis ge
boren. Het eerste wat zij als baby ge
zien had waren de muren en het prik
keldraad van het concentratiekamp ge
weest. En omdat Sachsenhausen, een
van de ergste kampen in Duitsland,
haar zo intiem bekend was, wilde zij
naar het enige „thuis" dat zij ooit ge
kend had. Kolonel von Bonin, die Rom-
mels stafchef geweest was in de Noord-
afrikaanse veldtocht, nam haar op zijn
knie en knuffelde haar tot zij sliep, ter
wijl de auto kilometer na kilometer af
legde.
JN Dachau keken onze cellen uit op
een kleine tuin, die vroeger executie
terrein geweest was. Gevangenen had
den er een paar bloembedden aange
legd. Na onze aankomst liep kleine
Sissie met grote ogen nieuwsgierig in
het rond; ze was kennelijk tevreden
met haar nieuwe huis omdat het meer
ruimte en vrijheid bood.
Steeds andere gezichten verschenen
en verdwenen weer. vele nieuwelingen
waren belangrijke persoonlijkheden.
Leon Blum was er ook, de ex-premier
van Frankrijk, samen met zijn vrouw.
Blum zag er altijd keurig uit. Zijn ge
drag en dat van zijn echtgenote was
een voorbeeld voor alle andere gevan
genen. Madame Blum was bijzonder
vriendelijk voor mij toen ze mij een
groot pak tabak van haar man zond,
een veel betere soort dan ik in lange
tijd gerookt had.
Executie-methoden.
MULLER en Liedig kwamen nu ook
aan uit Flossenberg. Ze hadden
Muller weer geslagen en toen hij in
Dachau kwam was zijn gezicht gezwol
len, geschaafd door klappen met de
gummiknuppel. Ze vertelden mij, dat
anderen doodgeschoten waren, o.a. ge
neraal Von Rabenau, aan wie ik een
broek geleend had toen die van hem
zelf zo ruim werd dat hij steeds afzak
te. Ook de chef van de geheime dienst
admiraal Canaris was geëxecuteerd;
generaal Oster van de Inlichtingen
dienst was met een pianosnaar geworgd.
In de cellen die op mijn gang uitkwa
men zaten Kalley, de ex-president van
Hongarije, de zoon van veldmaarschalk
Badoglio en Nikölaus, de zoon van ad
miraal Horthy. Nu de Duitsers overal
terugtrokken werden de executiebeve
len met een afgrijselijke regelmaat uit
gevoerd. Van 's morgens vroeg tot 's
avonds laat konden wij pistoolschoten
horen.
Op een avond kwam de kleine Dr.
Rascher met zyn gezicht voor de ope
ning in de celdeur om zijn rantsoen
soep in ontvangst te nemen. In plaats
van de soep kreeg hij een pistoolschot
door zijn hersens.
Op een dag kreeg ik het bevel: „Herr
Best, pak uw boeltje maar in, u krijgt
een ander onderkomen".
Dr. J. V. de Bruyn (met fototoe
stel) en Anthony van Kampen
met een paar Ekari-vrouwen aan
de Wisselmeren
voor dat kinderlijke, primitieve, door-
en-door goedhartige volkje, dat veel
dankbaarheid teruggeeft voor alles, wat
in zijn belang gedaan wordt. Daar is
b.v. de adviesraad, die dr. de Bruyn nu
in Biak heeft ingesteld. Vier maal per
jaar trekt het echtpaar er op uit, me
vrouw met de injectiespuit tegen de
framboesia en de assistent-resident met
een hoofd vol plannen en problemen.
En drie dagen wordt er dan van plaats
tot plaats gepraat over allerlei, dat de
bevolking ter harte gaat. De mensen
worden bij de vraagstukken betrokken,
ze worden er in gekend, ze „doen mee".
En ze tellen mee. Ze tellen in de éérste
plaats mee want om hun welzijn ge
beurt dit alles, jaar na jaar.
Aan de Wisselmeren.
En zo komen we, al pratend, weer
terug op die wonderlijke tijd aan de
Wisselmeren, in het hartje van Nieuw
Guinea. Kersvers, direct na het schrij
ven van zijn proefschrift, ging de toen-
MEVROUW DE BRUYN—
malige assistent-controleur Vic de
Bruyn op eigen verzoek naar dat vrij
wel onbekende land.
Dat was Januari 1938. Zijn opdracht
was: leg het land open. Hij begon de
talen te bestuderen er zijn er zeven
tig op Nieuw Guinea en daarvan
heeft hij er thans drie onder de knie.
Over de talen rond het Wisselmeer gaf
hy zelfs een grammatica uit. Hy be
studeerde de zeden en de gebruiken, de
sociale verhoudingen, de ganse leef-
wy'ze van het dwergvolk, dat daar zijn
vitale, vroiyke leven leidt. Een gezond
volk! Vrij als de vogels in de lucht; vrij
ook van pest en malaria, van venerische
ziekten en van tuberculose. Onbe
schaafd? Het mocht wat. Overspel
wordt met de dood gestraft en daar
moet ge in Europa eens om komen.
Ekari'e op x'n Zondags
,,f)E RATTEN VINGEN WE, doordat we een veldje alang-alang In brand
staken. Dan kwamen ze er uit en we sloegen ze dood. Je moet er de
ingewanden uithalen en je schroeit er de haren af boven een vuurtje. En dan
het beest roosteren. We vingen er genoeg, maar zy zyn niet lekker. Het
vlees van ratten heeft een rare bijsmaak. Kikkers zijn lekkerder, maar di.4
zijn mager in Nieuw Guinea. We liepen "s avonds met flambouwen langs de
rivieren in de jungle; daar komen die beesten op af. De kikkers werden óók
geroosterd en dat ging best. Ze hebben geen bijsmaak, maar je moet er héél
wat van eten voor je verzadigd bent." De slanke, eenvoudige man van
omstreeks 35 jaar, die tegenover ons zit, zegt deze ietwat dégoutante dingen
op de gewoonste toon van de wereld. Hy vindt het kenneiyk niets bijzonders,
dat een blanke, die doctor is in de letteren en de wijsbegeerte, temidden van
dertig bergpapoea's en een stuk of wat Ambonnezen maanden lang volkomen
afgesloten van de wereld in het diepste binnenland van Nieuw Guinea heeft
geleefd op een menu, dat in hoofdzaak uit ratten en kikkers bestond
\yiJ SPREKEN met dr. Jean Victor
de Bruyn, de man, die, vooral door
het boek van Anthony van Kampen,
beroemd geworden is, als „Jungle
Pimpernel" door in de jaren van Ja
panse bezetting als enige Europeaan
achter te blijven in het hart van
Nieuw Guinea. Dr. Vic de Bruyn, die
door de papoea's van de Wisselmeren
„aligamè" (de vriend) wordt ge
noemd, heeft enorm veel wetenschap
pelijk werk verzet en hij heeft, toen de
oorlog kwam, onder bijna ongelooflijke
omstandigheden spionnagewerk ver
richt voor de geallieerden. Iedere dag
stond hy met zijn draagbaar radio
toestel in contact met het hoofdkwar
tier in Australië; het vliegtuig, dat
na vijf maanden van absoluut isole
ment van tijd tot tyd boven zy'n hoofd
verscheen om wapens en voedsel en
batterijen te droppen, vormde voor
hem het enige levensteken uit de we
reld der blanke beschaving. Rijst kwam
in zakken uit de lucht vallen, geiten
en konijnen werden aan parachutes
neergelaten, een buitenboordmotor en
opvouwbare kano's waren welkome
geschenken uit hoger sferenDr.
de Bruyn de Jungle Pimpernel dier
heroïeke dagen glimlacht er nog
stilletjes om, terwyl ny ons op vol
strekt onopgesmukte manier de din
gen vertelt, die hem tot één der groot
ste avonturiers van de moderne tyd
hebben gemaakt. Avonturier in de
beste en de hoogste zin van het woord;
avonturier om der wille van de zwarte
mensen, die de liefde van zyn hart heb
ben, avonturier op de moeilijke wegen
der ethnologie; avonturier in dienst
van het Koninkrijk.
Twaalf jaren aan één stuk heeft dr.
De Bruyn die nu assistent-resident in
Biak is, op Nieuw Guinea doorge
bracht. Negen jaren als vrygezel in
een wereld van de hardste ontberingen,
de laatste drie jaren in een prachtige
werkgemeenschap met zyn jonge
vrouw, een blonde Friezin, die onder
wijzeres en verpleegster is en die hem
op al zijn tochten door het oerwoud
vergezelt.
Twaalf jaren van gezagshandhaving,
talenstudie, medisch werk, kartering,
spionnage tegen de Jappen, opvoeding,
ontwikkeling, en wat al hiet meer, heb
ben Vic de Bruyn niet klein gekregen.
Hij ziet er jongensachtig uit, eerder
verlegen dan „heldhaftig", maar hij is
zeer beslist in zijn uitspraken als het
gaat om de belangen van Jijn zwarte
oerwoudkinderen, die een speelbal
dreigen te worden in de politieke ont
moetingen tussen Australië, Neder
land en Djakarta.
Nederlandse leiding!
Als hjj daarover spreekt loopt hjj
warm. Dan dwalen zyn donkere ogen
ver weg door het raam van het school
meestershuis te Opperdoes in Noord-
Holland, waar hy, by zyn schoon
ouders, de eerste weken van zyn twaalf
maanden verlof in alle rust doorbrengt.
„Zeker negentig procent van de be
volking wenst onder Nederlandse lei
ding te biyven," zegt hy.
„De mensen weten, omdat ze goede
opmerkers zyn, dat ze by de Neder
landers een open oog en oor vinden
voor hun problemen. De Japanners lie
ten in hun tyd het bestuur over aan
Indonesiërs en de dingen, -die toen
zyn voorgekomen, waren zo erg, dat
de papoea's niet erg gesteld zyn op
een herhaling. De papoea's zien in,
dat zy by de Nederlanders de meeste I
kans hebben by het bestuur te wor
den ingeschakeld. Een voorbeeld: van
de tien onderdistricten van Biak staan
er thans reeds acht onder papoea-
bestuur. In Djokja is een strijdorgani
satie voor de verovering van Irian: men
probeert de papoea's te overdonderen
met allerlei propaganda. Daartegenover
staat natuurlyk onze voorlichting, maar
er zyn veel te weinig krachten. Intus
sen: het eigen voorbeeld blyft de beste
propaganda en de mensen voelèn dat
terdege goed", zegt dr. de Bruyn. En
als wy zeggen, dat zyn vrouw en hy
wel zeer grote idealisten moeten zyn,
lachen zy beiden verwonderd. Idealis
ten?, welnee. Het geeft alleen maar
grote voldoening, iets te kunnen doen