„De gijzelaars van Hitier" worden voort gesleept van het ene kamp naar het andere Dr Vic de Bruyn („Jungle Pimpernel") na twaalf jaren uit Nieuw Guinea teruggekeerd Man van groot formaat De avonturen van captain Payne Best Trok de oermens door het nabije Oosten Slager hield zich niet aan saneringsaccoord Sissie von Schussnig huilt omdat ze Sachsenhausen moet verlaten VRIEND EN HELPER DER PAPOEA'S De toestand wordt steeds kritieker Avonturier met grote idealen komt wat uitrusten in het oude vaderland ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1950 Dr. Henry Field, anthropoloog van de Harvard-universiteit te New York, die is teruggekeerd van zijn vijfen twintigste expeditie in het Nabije Oosten, heeft verklaard, nieuwe bewij zen gekregen te hebben, dat de prae- l.istorische mens dat gedeelte van de wereld doortrok. Dank zij de resul taten van deze expeditie zijn wij een stap dichter gekomen bij het in kaart brengen van de route, die de mens uit het stenen tijdperk aflegde in dit ge bied van elkaar kruisende wegen tus sen Azie, Afrika en Europa, aldus dr. Field. In Syrië vond hij „een gehele keten plaatsen uit het stenen tijdperk, die in het noorden tot aan de Turkse grens liep. In- de bergen van Loe- ristan (Perzie) vond men drie holen in de rotsen met 25.000 jaar oude vuurstenen. Dit zijn de eerste sporen uit het stenen tijdperk, die men in dit gebied heeft ontdekt, aldus dr. Field. In Almelo zijn de slagers eenige maanden geleden overgegaan tot sane ring van hun bedrijf door vaststelling van minimumprijzen voor vlees. Een der ondertekenaars van de overeen komst heeft zich echter niet aan de overeenkomst gehouden en berekende lagere dan de voorgeschreven prij zen. De saneringscommissie heeft hem in kort geding doen dagvaarden en geëist, dat hij verplicht zou worden zich aan de afspraak te houden. De president van de Almelose recht bank heeft bepaald, dat de slager zijn vlees niet meer beneden de vastge stelde prijzen mocht verkopen; voor iedere overtreding zou hij een dwang som van f 100 verbeuren. Ze verbouwen hun vaste tuinen, ze fok ken hun varkens en ze zijn betrouw baar tot het uiterste. Mannen als Soalekigi en Weakebo, de twee meest vertrouwde gidsen die dr. de Bruyn op zijn ontdekkingstochten gehad heeft, zijn tot de beste vrienden gaan behoren, die een man in zijn leven hebben kan. Vrienden in de nood en kameraden door dik en dun. Alleen achtergebleven. Toen de Japanners in Mei 1943 de Nederlandse post aan de Wisselmeren kwamen bezetten, vonden ze slechts een hoop as. Dr. de Bruyn had alles verbrand behalve zijn wapens en de ge neesmiddelen voor de papoea's. Die gingen mee op de ongewisse reis door de groene hel. Twee dagen tevoren wa ren de mensen van de missie en de meerderheid van de Ambonnese veld politie per vliegtuig naar Australië ge bracht. Dr. de Bruyn bleef alleèn ach ter. Zo was het trouwens reeds een jaar tevoren in Australië afgesproken. Hij zou in het oerwoud blijven leven, om voor de gealliëerde intelligence service als waarnemer en berichtgever op te treden. Met zeven getrouwen, 'n paar Ambonnezen en Timorezen, stond hij daar, als van alles verlaten. Die troep was te klein om stand te kunnen hou den in het verstikkend geweld van het oerwoud. Welnu: hij riep vrijwilligers BOTMA OP TOURNEE. op uit het pygmoïde volk, waaronder hij geleefd had. Dertig sterke jonge papoea s koos hij uit en gedurende de gehele oorlog is die troep bij hem ge bleven, trouw en aanhankelijk en on versaagd temidden van de grootste ge varen. En het werk, dat daar in het oerwoud, met allerlei contacten naar Ambon en de kusten, verricht kon wor den, is van het grootste belang geweest voor geallieerde oorlogvoering. Is het een wonder, dat Vic de Bruyn, toen de Jappen verslagen waren, als een vorst naar Australië is gehaald? Ze wilden eerst zijn dertig papoea's achterlaten in de bossen, maar dr. de Bruyn zei: dan ga ik óók niet. En toen laadden de Amerikanen de hele troep maar in hun vliegtuigen en dat was voor de kleine, zwarte mannetjes van de Wisselmeren natuurlijk een veel groter sensatie, dan alles wat ze in de wildernis hadden meegemaakt! Twaalf jaren zegenrijke arbeid heeft doctor Jean Victor de Bruyn er op zit ten. Hü rust thans uit en zijn jonge vrouw komt wat op verhaal van de malaria en de amoebe-dysenterie, die haar erg hebben aangepakt. Vic de Bruyn zelf moet wel ijzersterk zijn, want hij zit daar in het landelijke Op perdoes met een bruine, gezonde ge laatskleur en met een onbezorgd ge zicht wuift hij malaria en dysenterie naar de achtergrond. „Dat zijn bij ons ■n Nieuw Guinea geen ziekten, dat zijn 'aar ongemakjes". Een groot avonturier? Een groot man. Juist in zijn eenvoud. En een groot Ne derlander; 'n voorbeeld voor ons allen. QNZE WAGEN REED van de ene gevangenis naar de andere om gevangenen op te halen. De meesten van hen waren vooraanstaande figuren. Hitier arresteerde a en, die hy als gyzeiaars zou kunnen houden voor zijn eigen leven en dat van de voornaamste partijleden. Bij onze groep waren Kurt von Schusch nigg, de ex-kanselier van Oostenrijk, samen met zijn vrouw, Hjalmar Schacht, voor malig president van de Reichsbank en dr. Josef Muller, die uit zijn martelkelder gehaald was. Muller had gedurende twee en half jaar gevangen gezeten in een kleine donkere ondergrondse cel, dag en nacht geketend, zijn handen geboeid en met een grote ijzeren staaf overdwars aan zijn enkels bevestigd, zodat hij niet kon liggen. Eens in de twee weken hadden de bewakers zijn hoofd en gezicht met gummiknuppels bewerkt. Toch was deze flinke kleine man nog zelfbewust, normaal en vol levenslust. Verder waren daar nog commandant Frans Luidi r, escadrille-leider Hugh Falconer, generaal Freiherr von Falkenhausen, die gou verneur-generaal en opperbevelhebber in Belgie en Noord-Frankrijk geweest was en de hoogste Duitse onderscheiding gekregen had. (Hij zit nu in de ge vangenis St. Giles in Brussel, waar de verpleegster miss Cavell haar laatste dagen doorbracht, om zijn veroordeling als oorlogsmisdadiger af te wachten). De generaal was bij de Fiihrer in ongenade gevallen en door de Gestapo ge arresteerd wegens zijn „slappe toegeeflijke houding tegenover de Belgen". De Oostenrijkse kanselier, Dr. Kurt van Schuschnigg met zijn vrouw en Sissie op de boot naar de Verenigde Staten, waar zij een nieuw tehuis hopen te vinden. rjE GEVANGENISWAGEN reed voort, van Sachsenhausen naar Buchen- wald, naar Dachau, Flossenburg en Schönberg. Behalve de echtgenote van Von Schuschnigg kwamen er nog andere vrouwen bij onze groep. Sommigen van hen, zoals b.v. Frau Margot Heberlein, de vrouw van de.vroegere Duitse am bassadeur in Madrid, droegen er door hun opgewektheid veel toe bij het leven voor ons dragelijker te maken. Frau Heberlein was gevangen genomen door Gestapo-mannen, die haar slaapkamer binnendrongen, haar in het beddegoed wikkelden om haar kreten te smoren en haar vervolgens door het raam via een ladder naar beneden zeulden, waar na zij in een vliegtuig gezet werd sa men met haar man, die bewusteloos was geslagen. Ook was Frau Halder een poos bij ons, de vrouw van Franz Halder, de nationaal-socialistische chef van de generale staf. En niet te ver geten de bekende schrijfster Isa Ver- mehren, die in haar verstandig en gees tig boek „Een reis door de laatste acte", mij als volgt beschreef: „Mr. Best, die in 1939 uit Nederland „geroofd" werd, is voor de internationale caricatuur- tekenaar wel het beste model van de Engelsman. Hij is zeer lang en mager, een weinig gebogen door zwakte en on dervoeding, met ingevallen leerachtige wangen, vooruitstekende tanden, 'n mo nocle, een flanellen broek, een geruit jasjeen een sigaret. Een innemende glimlach laat altijd zijn grote tanden zien en hij gedraagt zich kalm e ver standig, hetgeen het grootste vertrou wen wekt". De mail van de gaskamer TN Schönberg moesten wij een lange slaapzaal met elkaar delen. Wij wa ren toen met tien mannen en twee vrouwen. De kleine dr. Rascher, die de gaskamer en dodenwagen had uitge vonden en stafofficier van Himmler geweest was maar die later in ongena de gevallen >n gevangen genomen was, tekende voor ons allen een grappige „wandtekst" om boven de kribben te hangen. Op Zondag 8 April 1950 hield dominé Bonnhöfer, een van de vroomste man nen, die ik ooit in mijn leven ontmoet heb, een korte godsdienstoefening. Hij beëindigde juist het laatste gebed, toen twee sinister uitziende mannen het vertrek binnentraden. „Gevangene Bonnhöfer, maak je klaar om met ons mee te gaan", -ei een van hen. Wij wisten Wat dit betekende: het schavot! Wij zeiden hem vaarwel en hij nam mij terzijde met de woorden: „Dit is het einde, maar voor mij is het het begin van het Leven". De volgende dag werd die ware „man Gods" Bonnhöfer oP8e" hangen. Ik leerde al mijn medegevangenen al spoedig kennen. Eerst hokten de ver schillende natie aliteiten in groepjes by elkaar, maar ik zag in, dat dit een zwak punt was voor het geval dat wy tot een ontsnapping, een klacht, een ge meenschappelijke actie of wat dan ook besloten. Daarom begon ik de nationaliteits- versperringen te doorbreken. Met de Russen kon ik weldra uitstekend op schieten. Alle officieren hadden een hekel aan Stalin. Zij zeiden dat hij al leen maar een dictator was en dat zijn politiek niets met communisme te ma ken had. Zij noemden zichzelf echte communisten en lachten om de gedach te, dat er na de oorlog enige werkelijke samenwerking tussen de U.S.S.R. en het Westen zou kunnen zijn. „Dit is een dodenwagen" In April 1945 werden wü wederom in een vrachtwagen gepropt, een lange met een laag dak en zonder vensters Toen wjj er met ons zestienen in waren werd de deur op slot gedaan. De motor sloeg aan. Wü hadden ongeveer hon derd meter langzaam gereden toen de wagen weer stopte, maar de motor bleef draaien. Naast ziij zat dr. Rascher, de man die de gaskamer had uitgevonden. We begoni en te snuiven en daarna te hoesten. Rascher lichtte zijn hoofd op, ademde diep en riep toen uit: „Mijn G°d, dit is een dodenwagen! Wij wor den vergast!" Het was wel het toppunt van ironie, dat de man die zojuist had uitgeroepen: Mijn God, dit is een dodenwagen! We Worden vergast!" zelf de uitvinder was van de dodenwagen en van de gaska- B>er. Toen hy zo angstig begon te roe- pen, keek ik goed in de wagen rond en ontdekte een lichtflits, die door een ^entiiator bleek te komen. „KUk", sei tegen Rascher, „een ventilator. Heb- Dominee Niemöller, over wie de ge hele wereld zoveel hoorde, wierp mij een blik van verstandhouding toe, het afscheid zonder woorden, dat gevange nen op zulke momenten nemen. Hij had nu tien jaar in gevangenschap doorge bracht. Zijn eens zo rijzige gestalte was ineengeschrompeld, zijn krachten waren volkomen ondermijnd en hij was beverig en verstrooid. Hij had echter veel vrienden onder de bewakers en toen hij met een van hen gesproken had kwam hij terug en zei tegen mij: „Het is in orde, Best, ik heb voor je geïnfor meerd. Je komt alleen maar by de andere buitenlanders terecht". Ik ging naar buiten en liep met mijn bewakers door het kamp. Overal sche nen mensen aan typhus ten offer geval len te zijn; uitgemergelde lichamen la gen tegen de omheining van prikkel draad. Nieuwe ontmoetingen. JN de afdeling waar ze mij heenbrach ten was nog maar één bed vrij in de cel van de rooms-katholieke bis schop van Clermont-Ferrand, wiens cel genoot de vorige avond was doodge schoten. Wij waren weldra met vijftien verschillende nationaliteiten bij elkaar. Wij .wogen onze kansen af: de Ameri kanen hadden de Donau bereikt. Ze zouden nu spoedig Dachau veroveren en de Gestapo zou ons wel zo snel mo gelijk naar een andere plaats brengen. Langs de nieuwe „Autobahn" zouden wij Berchtesgaden nog kunnen berei ken; óók zouden wij via Landsberg naar het kamp bij het Boden-meer gebracht kunnen worden. Ofze zouden ons kunnen doodschieten!! Dit laatste scheen ons de meest aanvaardbare oplossing. ben ze die in dodenwagens?" „Nee", antwoordde hy, „TT heeft gelijk. Het is geen dodenwagen". Niettemin voelden wü ons niets op ons gemak. De wagen reed op houtgas en de vloer zat vol ga ten en spleten. Sachsenhausen Sissie Het meest tragische was wel de aan wezigheid van Sissie von Schuschnigg. het vier-jarige dochtertje van dr. Kurt von Schussnig, de ex-kanselier van Oos tenrijk. Zij was moe en huilde steeds. „Is het een mooie gevangenis, waar wij heen gaan, mammie?" vroeg zij. „Waar om kunnen wij niet naar Sachsenhausen terug?" Zij was in de gevangenis ge boren. Het eerste wat zij als baby ge zien had waren de muren en het prik keldraad van het concentratiekamp ge weest. En omdat Sachsenhausen, een van de ergste kampen in Duitsland, haar zo intiem bekend was, wilde zij naar het enige „thuis" dat zij ooit ge kend had. Kolonel von Bonin, die Rom- mels stafchef geweest was in de Noord- afrikaanse veldtocht, nam haar op zijn knie en knuffelde haar tot zij sliep, ter wijl de auto kilometer na kilometer af legde. JN Dachau keken onze cellen uit op een kleine tuin, die vroeger executie terrein geweest was. Gevangenen had den er een paar bloembedden aange legd. Na onze aankomst liep kleine Sissie met grote ogen nieuwsgierig in het rond; ze was kennelijk tevreden met haar nieuwe huis omdat het meer ruimte en vrijheid bood. Steeds andere gezichten verschenen en verdwenen weer. vele nieuwelingen waren belangrijke persoonlijkheden. Leon Blum was er ook, de ex-premier van Frankrijk, samen met zijn vrouw. Blum zag er altijd keurig uit. Zijn ge drag en dat van zijn echtgenote was een voorbeeld voor alle andere gevan genen. Madame Blum was bijzonder vriendelijk voor mij toen ze mij een groot pak tabak van haar man zond, een veel betere soort dan ik in lange tijd gerookt had. Executie-methoden. MULLER en Liedig kwamen nu ook aan uit Flossenberg. Ze hadden Muller weer geslagen en toen hij in Dachau kwam was zijn gezicht gezwol len, geschaafd door klappen met de gummiknuppel. Ze vertelden mij, dat anderen doodgeschoten waren, o.a. ge neraal Von Rabenau, aan wie ik een broek geleend had toen die van hem zelf zo ruim werd dat hij steeds afzak te. Ook de chef van de geheime dienst admiraal Canaris was geëxecuteerd; generaal Oster van de Inlichtingen dienst was met een pianosnaar geworgd. In de cellen die op mijn gang uitkwa men zaten Kalley, de ex-president van Hongarije, de zoon van veldmaarschalk Badoglio en Nikölaus, de zoon van ad miraal Horthy. Nu de Duitsers overal terugtrokken werden de executiebeve len met een afgrijselijke regelmaat uit gevoerd. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat konden wij pistoolschoten horen. Op een avond kwam de kleine Dr. Rascher met zyn gezicht voor de ope ning in de celdeur om zijn rantsoen soep in ontvangst te nemen. In plaats van de soep kreeg hij een pistoolschot door zijn hersens. Op een dag kreeg ik het bevel: „Herr Best, pak uw boeltje maar in, u krijgt een ander onderkomen". Dr. J. V. de Bruyn (met fototoe stel) en Anthony van Kampen met een paar Ekari-vrouwen aan de Wisselmeren voor dat kinderlijke, primitieve, door- en-door goedhartige volkje, dat veel dankbaarheid teruggeeft voor alles, wat in zijn belang gedaan wordt. Daar is b.v. de adviesraad, die dr. de Bruyn nu in Biak heeft ingesteld. Vier maal per jaar trekt het echtpaar er op uit, me vrouw met de injectiespuit tegen de framboesia en de assistent-resident met een hoofd vol plannen en problemen. En drie dagen wordt er dan van plaats tot plaats gepraat over allerlei, dat de bevolking ter harte gaat. De mensen worden bij de vraagstukken betrokken, ze worden er in gekend, ze „doen mee". En ze tellen mee. Ze tellen in de éérste plaats mee want om hun welzijn ge beurt dit alles, jaar na jaar. Aan de Wisselmeren. En zo komen we, al pratend, weer terug op die wonderlijke tijd aan de Wisselmeren, in het hartje van Nieuw Guinea. Kersvers, direct na het schrij ven van zijn proefschrift, ging de toen- MEVROUW DE BRUYN— malige assistent-controleur Vic de Bruyn op eigen verzoek naar dat vrij wel onbekende land. Dat was Januari 1938. Zijn opdracht was: leg het land open. Hij begon de talen te bestuderen er zijn er zeven tig op Nieuw Guinea en daarvan heeft hij er thans drie onder de knie. Over de talen rond het Wisselmeer gaf hy zelfs een grammatica uit. Hy be studeerde de zeden en de gebruiken, de sociale verhoudingen, de ganse leef- wy'ze van het dwergvolk, dat daar zijn vitale, vroiyke leven leidt. Een gezond volk! Vrij als de vogels in de lucht; vrij ook van pest en malaria, van venerische ziekten en van tuberculose. Onbe schaafd? Het mocht wat. Overspel wordt met de dood gestraft en daar moet ge in Europa eens om komen. Ekari'e op x'n Zondags ,,f)E RATTEN VINGEN WE, doordat we een veldje alang-alang In brand staken. Dan kwamen ze er uit en we sloegen ze dood. Je moet er de ingewanden uithalen en je schroeit er de haren af boven een vuurtje. En dan het beest roosteren. We vingen er genoeg, maar zy zyn niet lekker. Het vlees van ratten heeft een rare bijsmaak. Kikkers zijn lekkerder, maar di.4 zijn mager in Nieuw Guinea. We liepen "s avonds met flambouwen langs de rivieren in de jungle; daar komen die beesten op af. De kikkers werden óók geroosterd en dat ging best. Ze hebben geen bijsmaak, maar je moet er héél wat van eten voor je verzadigd bent." De slanke, eenvoudige man van omstreeks 35 jaar, die tegenover ons zit, zegt deze ietwat dégoutante dingen op de gewoonste toon van de wereld. Hy vindt het kenneiyk niets bijzonders, dat een blanke, die doctor is in de letteren en de wijsbegeerte, temidden van dertig bergpapoea's en een stuk of wat Ambonnezen maanden lang volkomen afgesloten van de wereld in het diepste binnenland van Nieuw Guinea heeft geleefd op een menu, dat in hoofdzaak uit ratten en kikkers bestond \yiJ SPREKEN met dr. Jean Victor de Bruyn, de man, die, vooral door het boek van Anthony van Kampen, beroemd geworden is, als „Jungle Pimpernel" door in de jaren van Ja panse bezetting als enige Europeaan achter te blijven in het hart van Nieuw Guinea. Dr. Vic de Bruyn, die door de papoea's van de Wisselmeren „aligamè" (de vriend) wordt ge noemd, heeft enorm veel wetenschap pelijk werk verzet en hij heeft, toen de oorlog kwam, onder bijna ongelooflijke omstandigheden spionnagewerk ver richt voor de geallieerden. Iedere dag stond hy met zijn draagbaar radio toestel in contact met het hoofdkwar tier in Australië; het vliegtuig, dat na vijf maanden van absoluut isole ment van tijd tot tyd boven zy'n hoofd verscheen om wapens en voedsel en batterijen te droppen, vormde voor hem het enige levensteken uit de we reld der blanke beschaving. Rijst kwam in zakken uit de lucht vallen, geiten en konijnen werden aan parachutes neergelaten, een buitenboordmotor en opvouwbare kano's waren welkome geschenken uit hoger sferenDr. de Bruyn de Jungle Pimpernel dier heroïeke dagen glimlacht er nog stilletjes om, terwyl ny ons op vol strekt onopgesmukte manier de din gen vertelt, die hem tot één der groot ste avonturiers van de moderne tyd hebben gemaakt. Avonturier in de beste en de hoogste zin van het woord; avonturier om der wille van de zwarte mensen, die de liefde van zyn hart heb ben, avonturier op de moeilijke wegen der ethnologie; avonturier in dienst van het Koninkrijk. Twaalf jaren aan één stuk heeft dr. De Bruyn die nu assistent-resident in Biak is, op Nieuw Guinea doorge bracht. Negen jaren als vrygezel in een wereld van de hardste ontberingen, de laatste drie jaren in een prachtige werkgemeenschap met zyn jonge vrouw, een blonde Friezin, die onder wijzeres en verpleegster is en die hem op al zijn tochten door het oerwoud vergezelt. Twaalf jaren van gezagshandhaving, talenstudie, medisch werk, kartering, spionnage tegen de Jappen, opvoeding, ontwikkeling, en wat al hiet meer, heb ben Vic de Bruyn niet klein gekregen. Hij ziet er jongensachtig uit, eerder verlegen dan „heldhaftig", maar hij is zeer beslist in zijn uitspraken als het gaat om de belangen van Jijn zwarte oerwoudkinderen, die een speelbal dreigen te worden in de politieke ont moetingen tussen Australië, Neder land en Djakarta. Nederlandse leiding! Als hjj daarover spreekt loopt hjj warm. Dan dwalen zyn donkere ogen ver weg door het raam van het school meestershuis te Opperdoes in Noord- Holland, waar hy, by zyn schoon ouders, de eerste weken van zyn twaalf maanden verlof in alle rust doorbrengt. „Zeker negentig procent van de be volking wenst onder Nederlandse lei ding te biyven," zegt hy. „De mensen weten, omdat ze goede opmerkers zyn, dat ze by de Neder landers een open oog en oor vinden voor hun problemen. De Japanners lie ten in hun tyd het bestuur over aan Indonesiërs en de dingen, -die toen zyn voorgekomen, waren zo erg, dat de papoea's niet erg gesteld zyn op een herhaling. De papoea's zien in, dat zy by de Nederlanders de meeste I kans hebben by het bestuur te wor den ingeschakeld. Een voorbeeld: van de tien onderdistricten van Biak staan er thans reeds acht onder papoea- bestuur. In Djokja is een strijdorgani satie voor de verovering van Irian: men probeert de papoea's te overdonderen met allerlei propaganda. Daartegenover staat natuurlyk onze voorlichting, maar er zyn veel te weinig krachten. Intus sen: het eigen voorbeeld blyft de beste propaganda en de mensen voelèn dat terdege goed", zegt dr. de Bruyn. En als wy zeggen, dat zyn vrouw en hy wel zeer grote idealisten moeten zyn, lachen zy beiden verwonderd. Idealis ten?, welnee. Het geeft alleen maar grote voldoening, iets te kunnen doen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 7