Een krachtcentrale breidt zich uit Anna Chapelle: chansons en dieren^ kreoflavon AMSTERDAMS PODIUM Een mysterie op celluloid Moordenaar slaat celdeur toe VAN PASTORIE NAAR LANDHUIS Provinciaal Centrum der Ned. Herv. Kerk betrekt een nieuwe behuizing Uitbreiding van het werk mogelijk geworden OP HET MATJE Loodzwaar betoog Tége n verkoudheid ORSON WELLES ïïlenAen met wie w-ij, bpAoJfan Op bezoek bij man, die Leo Trotsky doodde C^AUBEii 1950 Het Provinciale Centrum van de Nederlands Hervormde Kerk te Bergen zou waarschijnlijk nog in de oude pastorie aan de Hofiaan worstelen met te weinig ruimte en een al te primitieve inrichting, ware het niet, dat een ge- gelukkig toevalOf was 't eigenlijk wel toeval, dat een lid van het dage lijks bestuur, op zoek naar een woning voor een familielid, tegen het land goed De Haaf aan de Nattevveg opliep? Hoe het ook zij men is op het ogenblik hard bezig de nieuwe behuizing in te richten. Reeds draait hier een een belangrijk deel van het werk, maar in December hoopt men de „kracht centrale voor het kerkewerk" op volle capaciteit in werking te stellen. het met de minst mogelijke kosten zo goed mogelijk geschikt te maken voor zijn nieuwe taak. Het gebrek aan ruimte noodzaakte tot een in richting, die in haar primitiviteit her innerde aan de eerste dagen van het jeugdherberg-werk. Ouderen moesten zich hier meer behelpen, dan eigenlijk wel goed en prettig was. Voor vele jongeren lagen echter de kosten van het verblijf hier weer te hoog. De behuizing van de leider en zijn vrouw liet veel te wensen over. Het kleine opkamertje naast de deur bood voor een behoorlijke behartiging van het administratieve werk, dat aan de arbeid voor het Centrum toch al tijd vast zit, veel te weinig ruimte. De directeur, de heer K. Otsen, heeft intussen een betere woning gekre gen, maar de pastorie bleef te klein werd zelfs steeds minder geschikt naarmate het werk zich uitbreidde. Inderdaad was het Centrum drin gend aan een nieuw gebouw toe. Toen het na de bevrijding de oude pastorie betrok, nam het met dit ouderwetse huis genoegen, omdat er voorlopig niets anders was. Allerlei omstandigheden dwongen het bestuur, £JE roodharige man had zich, blijkbaar ter bereiking van een Picasso-effect. een helblauw overhemd en een stro gele das voorgebonden. En aangezien hij een bruin jasje en een grijze broek met zwarte schoenen droeg, had hij wel iets weg van zo'n ouderwetse toverbal. Vooris had hij lood gestolen en daar ging 'ie nu omheendraaien als een kat om een schotel warme melk. U werkte op die fabriek als tim nierman, wist de rechter. En toen u om vijf uur gecontroleerd werd, zat het lood in uw aktentas. Ik neem aan, dat u het niet als studiemateriaal gebruikte9 Da's te zeggen. Kijk eens, dat lood was afkomstig uit de Krieg. Zeg maar gewoon oorlog De Krieg van de Duitsers. Die had den dat gebruikt voor de weerstand en wij mosten daar een schaftlokaal ma ken, maar de meesterknecht zei: „die rotzooi mot 'r uit". Nou waren dat on bruikbare stukken en de moffen heb ben indertijd me halve linnenkast leeg gehaald en geen cent van de oorlogs- schaai, want Lieftinck kan beter halen els brengen, dat weet u ook. De rechter ging er niet op in, maar er kwam een verbeten trek om zijn mondhoeken. In ieder geval was dat lood niet uw eigendom. Dat linnengoed was ook geen eigendom van de moffen, maar de Staat neemt de collaborateurs in bescher ming en Jan-met-de-Pet is weer de sigaar. Kwartje en dubbeltje de grote dieven rije in slejen en de boeze roen krijgt de klappe op ze hersens. As de beron een millioen verspeculeert van de gemeenschap gaan ze sjampanje met 'm zuipen en as een fatsoenlijk mens in z'n armoei een greep ie doet voor ze huishouwe zette ze de gevan genis open. Het ging er op lijken, want de offi cier sprak zware woorden van aller- hand sociaal motief en bescherming der fabrieken tegen de alsmaar toenemende diefstallen. Als verdachte 't de Duitsers berecht kwalijk neemt dat ze stalen dan moet hij dat voorbeeld niet vol gen. Want dan neemt een ander het hém weer kwalijk. Enfin, het was allemaal logisch, gelijk het een offi cier betaamt. De rechter snuffelde in paperassen en zei: uw strafblad is nog geheel blan co. En daar komen nou die vuile vin Qers van dat lood op. Omdat het de eerste keer is: veertig gulden boete. Ken 'k het hogerop gooien? vroeg de kleurige man. Als u bedoeld of. hoger beroep epen staat, dan luidt mijn antwoord ja zei de rechter. Hij is nog opgegroeii met Van Deijssel en Kloos, moet 11 rekenen. 'k Zei wel wijzer zijn. siste de man. Van het Rijk mot je het hebben Leve de Staat der Nederlanden. Ga de ministers en de Tweede Kamer maar vervolgen De rechter ging er niet op in. We bieb ben hier al zorgen genoeg. Stel je voor, dat we hier óók nog aan politiek Singen doen. KAREL. Bouwen of Het was duidelijk, dat er op de duur voor het Centrum een nieuw gebouw zou moeten komen. Gedacht werd aan nieuwbouw maar deze zóu naar schatting twee ton moeten kosten, 't Is begrijpelijk, dat het bestuur van het Centrum daarvoor nog wel even terugschrok. Want dat hoge bedrag zou een zware last aan rente en af lossing op de exploitatie leggen. Toch moest er worden uitgebreid, want het werk leed onder de te kleine behui zing. Zo was het een gelukkige omstan digheid, dat daar plotseling de moge lijkheid zich voordeed, om de Haaf te kopen. Voor bewoning door een ge zin was het goed eigenlijk te groot: voor het onderhoud van het huis en de drie hectare grote tuin was een bijna vorstelijke staf van personeel nodig. Maar een instelling als het Centrum zou er met enig overleg een uitstekend onderkomen in kunnen vinden. Het bestuurslid, dat een wo ning zocht, was plots deze opdracht bijna vergeten in zijn enthousiasme over deze ontdekking. Hij slaagde er in, dit enthousiasme te doen over slaan op zijn medebestuursleden de directeur werd er ook al door aan gestoken, toen hij eenmaal aan zijn rapport over de bruikbaarheid van het huis bezig was, en toen werd be sloten tot de koop. Vijftig mille moes' er ongeveer zijn. Dat geld wa-'er wel niet, maar het zou er stellig komen. Dit moest worden gewaagd. En zo werd, na veel strubbeling, op 16 September het koopcontract getekend. De inrichting. Nu is men begonnen met de inrich ting van het huis voor zijn nieuwe taak. De kosten hiervan kan men thans zo ongeveer bekijken. Dank zij de zeer welwillende medewerking van tal van leveranciers zullen deze be perkt blijven tot nog eens een halve ton. Daarvoor wordt dan het landhuis geschikt voor de huisvesting van on geveer vijf en dertig conferentiegan gers. Op de verdieping zijn n.1. een achttal slaapkamers, die een geriefe lijk onderdak zullen kunnen bieden aan twee tot vijf bezoekers elk. Bo venin, op de vliering, worden nog een paar kamers gemaakt voor zes en acht bezoekers. BUISJE 20 TABLETTEN 75 CENT Beneden vindt men, behalve de kamer, waarin thans reeds het kantoor is ge vestigd, een ruim vertrek, dat als conversatie- en huifltamer zal dienen een zeer ruime hall, waarin een zitje wordt gemaakt en een grote kamer, die eens als muziekzaal heeft dienst gedaan en thans uitstekend geschikt is voor lezingen en conferenties. Er zijn twee keukens, een grote en een kleine, er zijn twee ingangen, naast de hoofddeur vindt men een garde robe. Ten slotte is er boven nog een badkamer met al wat daartoe behoort. Uitbreiding. Overigens is het reeds genoemde bedrag van een halve ton gelukkig niet alleen voor de inrichting van het huis nodig. Van dat geld wordt voorts in de vroegere moestuin een houten bijgebouw opgetrokken, dat als jeugd centrum zal dienen. De inventaris van de pastorie zal hier nuttige diensten bewijzen bij het streven om veertig jongelui goed en goedkoop onder te brengen. De ouderen, die de gemakken van het hoofdgebouw zul len genieten, zullen uiteraard dieper in hun beurs moeten tasten. Dat alles moet worden betaald. Nu is van de koopsom reeds het grootste deel in giften bij elkaar gekomen. Men hoopt zo ook de rest te krijgen. Voor de kosten van inrichting en uit breiding zal een hypothecaire obliga tielening worden uitgeschreven, die men op voor het Centrum zo gunstig mogelijke voorwaarden wil onderbren gen bij diaconieën, kerkvoogdijen e.d. Op deze wijze kan men de op de ex ploitatie rustende lasten zo laag mo gelijk houden. Een goede plaats. Wij stellen ons voor, dat het ver blijf op het nieuwe Centrum een blijde belevenis zal worden voor hen, die aan een conferentie of een weekend deelnemen. Het huis, eens door De Bazel gebouwd, heeft sfeer in al zijn ruimten. De tuin heeft menig hoekje, dat tot stille overpeinzingen of tot rustig gesprek noodt. Het gehele bui ten zou geschapen kunnen zijn voor het doel, waarvoor het thans gebruikt gaat worden. Hier kan in waarheid kracht worden opgedaan voor een ar beid, die een enorme hoeveelheid geestelijke energie vraagt. Men hoopt eerlijk gezegd inDecem ber alles gereed te hebben. Uiteraard zal de officiële opening met enige plechtigheid worden omgeven. En dan begint het werk volop: een soort vacantiekamp voor ouderen, onder leiding van een predikant 'en zijn vrouw, omstreeks de jaarwisseling de jaarlijkse organistendag in Januari 1 en vervolgens conferenties, week ends en wat mén verder voor werk te doen vindt. Dat zal stellig niet wei nig worden. Er is nu de ruimte voor, LEZERS, STELT U ZICH DE FAMILIE SMIT VOOR, ergens in de Huidekoperstraat in Amsterdam. En de familie Bruin, ergens in de Goudsbloemdwarsstraat. En de familie Jansen in de Biesbosstraat. En be halve deze drie dan nóg enkele tienduizenden families. Zo omstreeks een uur of 9 's avonds. En allemaal luisterend naar hun aan staande radio. En stelt u zich dan vervolgens voor, dat midden in de één of andere bonte avondtrein het programma wordt onderbroken en bijvoorbeeld Jan van Herpen, of Jan Boots of Frans Nienhuls u komt vertellen, dat over een half uur de Mars bewoners op aarde komen en een strgd op leven en dood zullen aangaan met de bewoners onzer planeet. Kunt u zich voorstellen, dat in dat geval driekwart Amsterdam en de helft van Nederland z'n bed opneemt, op pad gaat en een goed heenkomen poogt te zoeken in de bossen, op het strand en in de duinen? Nee, zoiets idioots kunt ge u waarschijnlijk niet voorstel len. We zouden het namelijk beslist niet doen. Zelfs de alleir-naïefsten onder ons zouden denken aan een goede grap, een aardige radio-stunt of een ge slaagde hoorspel-inleiding. J7N toch is zoiets gebeurd! Niet hier, maar in Amerika. In 1933 of 1931, als ik me niet vergis. Daar diste een omroeper dit sterke verhaal op en New-York liep leeg. Alle families Smith, families Brown, en sommige families Johnson. Ze geloofden in die stem, in de komst der Marsbewoners, in het levensgevaar dat met kosmi sche snelheid naderde. Het was een hoorspel-stunt van in drukwekkend kaliber, maar de radio- maatschappij heeft er weinig pleizier aan beleefd. Het grapje eindigde in de Senaat en men vond het nogal ongepast en onbehoorlijk. Eén man is met dat grapje echter wereldver maard geworden; de man ,dde de stunt uitdacht. Een wrange grap, nogal bitter en zuur. Nogalja. nogal duivels. Een kleine, vreemde man. Niet lang daarna zou z'n naam vlammend Over 'n zeer bewonderd acteur (mei excuses aan Long Shot) verschijnen op nóg feller vlammende affiches in vijf werelddelen. Dit is die naam: Orson Welles. DEZE WEEK zag ik in Tuschinsky Orson Welles in één van z'n laatste films. Hij maakt er zoveel, dat men de tel kwijt raakt. Dit was een film over het leven van Césare Borgia. Niet zo'n erg beste film. Nogal goedkoop en heel erg aangepast aan de smaak van Jan Publiek. Hetgeen overigens waar voor z'n geld krijgt. Men kan sidderen en huiveren, bewonderen en ijzen. Het is alles heel spannend, ro mantisch en knap gefilmd. Of dit nu echter precies het leven van wijlen de heer Césare Borgia is, meen ik te mo gen betwijfelen, maar zó nauwgezet is Don Iddon, de reizende verslaggever van de Daily Mail, heeft in de gevan genis te Mexico-City een bezoek gebracht aan de man, die Trotsky vermoordde. Ik was, zo vertelt hg in zgn verslag, in gezelschap van de kapitein van de wacht, die zijn rechterhand aan zijn revolver in zijn borstzak hield. De moor denaar voert de namen Jacques Mornard, Frank Jackson en Mr. X. maar niemand weet, hoe hg werkelijk heet of welke zgn nationaliteit is. Mornard was tot aan zijn middel ontkleed en zijn brede borst was door het vele zonnebaden gebruind. De kapitein zei rustig, toen de heldergroen geverfde stalen deur openzwaaide en wij de cel binnentraden: Mornard, hier is een journalist uit Londen. Hij heeft een lange reis gemaakt en zou graag met je spreken. ZIJ is wat een echte vedette behoort te zijn, Anna Chapelle, de vrouw die tegenover ons zit en die op door reis naar Griekenland „even" in Hil versum is komen aanwaaien om opna men te laten maken. De A.V.R.O. heeft haar stem vastgelegd op platen, die de komende weken in het Aubadepro gramma zullen worden gedraaid en de technici wachten reeds, evenals „Les Gars de Paris", het musette en- vedette gaan we naar de studio, waar gerepeteerd moet worden. Een lange, trillende toon danst door de ruimte. Madame Chapelle maakt haar stembanden los en meteen begint zij al te werken. „Le bistro d'Auber- villiers" is een der nummers van haar repertoire en als deze vrouw, die er op haar 45ste nog uitziet als een meisje van even twintig, zingt, valt haar wezen voor ons weg. Haar stem schii- scmble van Frans van Capelle. Er is dert het kroegje van de fabriekswijk dus niet veel tijd tot praten en dat is bij de Porte de la Vilette wij zien maar goed ook, want een vedette is meestal even rusteloos en speels als haar chansons. Het „brengen" van deze uit Holland Pargs binnenkwamen. We het kanaal bij de gasfabriek, waar wij langs zijn gereden, toen we per auto specifieke Franse kunst is Anna Cha pelle wel toevertrouwd; niet voor niets is zij in haar geboortestad, Parijs, nu al tien jaar populair'.'." Als kind van herkennen duidelijk de zorgelijke ge zichten van die voorstad Aubervil- liers, waar de mensen even grauw zijn als het steen hunner lelijke huizen. twee jaar zong ik al de Marsellaise en Maar hier, in het licht van Anna Cha- op m'n tiende stond ik in een koor pelle's voortreffelijke voordracht, wor ANNA CHAPELLE ...coeur de Paris.... voor soli.... Nooit les gehad en zelt den ze mooi en romantisch. Geen won- In der, want zij begrijpt haar stad en haar mensen! „Nergens ter wereld is schrijf ik niet. Ieder zijn vak! pilllllllllllllllllllllllllllB llllllilllllllllHlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinilllllliHlllllllllllllilllllllllllNIIH^ Parijs woont mijn vaste componist, die de meeste van mijn chansons maakt, maar hij heeft geen gemakkelijke aan mijOh, la, la!" \V7E geloven het graag, want de kleine uJr)o7o TTrnnraiRP 7.i<=n 0f dieren en.... m'n chansons. Daar kan ik ook niet buiten!" Mensen maken deze vedette soms nerveus; zij treedt het liefst op voor £1° 3 S ?p de kaden langs de de microfoon. „Dan ben je geheel al- 33 ^en met jezelf en je fantasie komt ge makkelijker los. toch: in het dierenpark lééf ik ook! Deze kleine bekentenis tekent dui delijker dan een psycho-analyse de chansonnière, die daar tussen de mu ziekstandaards heen en weer loopt en zingt met dat wonderlijk donkere timbre, dat alleen de vedette in haar Als er geen mensen achter het voet licht zijn, zie ik de dingen uit mijn liederen tot leven komen en dan is het pas goed." Een korte tik op een lessenaar maakt een einde aan de kor te rustpauze. Een nieuw chanson stem kan leggen Die licht gebarende wordt er staan er tien v00t anden, die ze driftig op de tafel kun- df: opname op de iyst en er js weinig nen kloppen, zgn soms heel zacht. Dat tjjd is het geval als zij een dier strelen. 0nder het zingen dwaalt Anna cha ang' pelle door de studio. Soepel zijn haai Anna Chapelle kent geen vrees voor bewegingen als van de dieren, die zi.i welk dier ook. Uit haar tas komen zo liefheeft. Achteloos houdt ze een handen van deze Frangaise zien er foto's. Hele reeksen snapshots van vele sigaret „natuurlijk een Gaulloise" naar uit, dat zij zeer driftig op tafel jaren: Anna Chapelle met een aapje, in de rechterhand, terwijl de linkei kunnen tikken en de trekken op het met honden, geiten, vogels en zelfs met soms even over het glad naar achter slechts vluchtig opgemaakt gelaat verraden eèn ijzeren wilskracht. Dat gaat zo in „het vak"! „Weet u altijo reizen, altijd repeteren en bijna nooit t.iid voor jezelf". Ook nu niet. Daar is monsieur De Braunecker de manager reeds: „Madame....?" Samen met de slangen en roofdieren, bang voor ben, is dat voor mensen monsieur. Die kun je nooit met zeker heid in hun bedoelingen peilen, maa> een dier veinst nooit. Als die van zich af Willen bijten of zijn nagels uitslaan, zie je het direct. Geef mij maar de Als ik ergens gekapte, lichtgrijzende haar strijkt. Om haar is dat ondefinieerbaar par fum van Parijs, die niet te omschrijven atmosfeer, waarvan zij in een haa' chansons vertelt. Het trilt in ons na als de dubbele studiodeur achter ons dicht- zoeft: „Dans le coeur de Paris...." Mornards ogen schitterden onrustig achter zijn donkergroene brilleglazen, terwijl hij nerveus achteruit liep. Hij barstte in een stortvloed van Spaanse woorden uit, keek me toen aan en zei daarna in het Engels: „Ik voel er niet voor". Ik stad mijn hand in een zak van mijn jas, om een vel papier te voor schijn te halen. Mornard sprong weer in het achterste gedeelte van zijn cel, smeet de zware stalen deur dicht en schreeuwde door de tralies: Neen! Neen. De kapitein glimlachte, en zei: Hij is bang voor u. Toen u uw hand in uw zak stak, dacht hij dat u een revolver zocht. Hij leeft in een vreselijke angst, We bleven nog enkele minuten in de cel. maar niets argumenten, smeek, beden noch dreigementen kon Mor nard bewegen, naar buiten te komen. Angst. Deze man leeft in een vreselijke angst. Steeds, wanneer iemand zijn cel nadert, zit hij te zweten van vrees. Dat ge beurt zelfs bij de komst van een bewa ker of een mede-gevangene. Hij ziet in iedereen een gewapende man, die door de groep van wijlen Trotsky is gehuurd, teneinde de moord op de leider te wreken. Tien jaar geleden is hij tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld, om dat hij Leo Trotsky in zijn villa in Mexico van achteren met een houweel had neergeslagen. Hij komt nu in aan merking voor een door de president te verlenen gratie. Maar de eigenaardige, grote blonde man met zijn gezonde uiterlijk wil om zijn leven te redden de gevangenis niet verlaten. Slechts één bezoekster is welkom. Dat is een knappe donkere vrouw van vijf en dertig jaar, die hem elke Zon dag enige uren gezelschap komt hou den. Zij is Mornards vriendin. De Mexi caanse wet staat zulke bezoeken toe. OUD-MINISTER SCHOKKING ONDERSCHEIDEN Bij K.B. is benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw de oud-minister van Oorlog en Marine, mr. W. F. Schokking. men niet in de film-industrie. En zo, zittend in zo'n fulpen Tu- schinsky-fauteuiltje, dat zachter is dan het zachtste trijp van uw eigen meu bilair thuis, denkt men aan deze vreemde wereldburger, die via het witte doek weer eens in het hart van Amsterdam, in de Reguliersbreestraat, neerstreek, om enkele tienduizenden Amsterdammers een paar uur bezig te houden. Hetgeen de heer Welles won derwel gelukt, want het publiek is stiller in Tuschinsky dan bij welks film ook, die wij er eerder zagen. En die stilte is de stilte die alleen Orson (Third Man) Welles verwekt. Alleen met z'n vreemde, sinistere aanwezig heid. Alleen met die vreemde, stille, be klemmende glimlach. Alleen met dat onzichtbare aureool van macht, dui velse sluwheid en een haast onmen selijk scherp intellect. Orson Welles heeft tientallen films gemaakt. Sommige schreef, regis seerde en acteerde hij. In andere was hij alleen maar acteur. De meeste lij ken me niet van die bijzonder goede films. EEN PAAR JAAR geleden draaide in Amsterdam (niét in ons vorstelijk Tuschinsky, maar in het miniatuur- cinema-tje „Kriterion": de film „Ci tizen Kane". Ik geloof, dat hij er één week draaide. In de provincie zal hy waarschijnlijk in het geheel niet zijn geweest. Als ik die film niet had ge zien zou ik de eigenaar van welke dorps- of stadsbioscopen vragen hem alsnog te huren. Want daarin ziet men Orson Welles de rol van zgn leven spelen en deze film treft de bezoeker (trof mij althans) als een mokerslag. Er wordt gezegd, dat dit verhaal het leven van de Amerikaanse kranten koning Hearst weergeeft. Het is mo gelijk, maar belangrijk is dat niet. Maar men ziet een leven van een mens voorbij-ijlen en ik geloof, dat daarin een indrukwekkend stuk leven van Welles zelf verscholen zit. En als men dat ziet en overweegt, dan wordt het een mens koud en heet om het hart. Dan gaat zo'n film een eenzaam toe schouwer op een hard Amsterdams bioscoopbankje door merg en been en dan leert men uit zo'n vrij onbekende, maar keiharde, brutaal-openhartige Amerikaanse film, dat in deze wereld (zélfs in deze wereldniet klles te koop is. Met alle schatten der aar de nog niet. Wél kronen en steden, wel landen en industrieën. Allesal lesallesOp dat éne na: een klein beetje menselijk geluk. Dat is niet te koop, dat was nooit te koop en zal 't ook nooit zijn. En dat leert ons Orson Welles in die onbekende film, die een paar dagen in Amster dam draaide. „Citizen Kane". Burger Kane. Ik HEB in de laatste kwart eeuw menig filmspeler bewonderd, geado reerd en (soms) zeer lief gehad. Het begon met Pola Negri en Henny Por ten. Daarna: Garbo en Dietrich en vele anderen. Ze hingen naast elkaar aan het behang van m'n slaapkamertje, gechaperonneerd door Wallace Beeiy, Charlie Chaplin en Douglas Fair- banks. Dat bleef zo tot die treurige dag, toen een emeritus-predikant, die een spreekbuurt in de plaats mijner inwoning moest vervullen, door mijn vader dat slaapkamertje kreeg toege wezen, waarbij het noodzakelijk bleek, dat Dietrich, Garbo c.s. het veld ruimden, teneinde het behangsel we der in maagdelijke, in elk geval min der profane en aanstootgevende staat, te brengen. Uit innerlijk ver zet tegen een m.i. zo wrede en over bodige verstoring van illusies blééf het behang maagdelijk. Ik had er ge noeg van. Ook van die dominee. Tot voor twee jaar. Toen bedekte opnieuw een acteur het behang. Maar het was een andere kamer, ander behang en 't was een andere acteur. Het was, het is: Orson Welles. Hij blijft er hangen, al komt de voorzitter der Synode overnachten. IK GELOOF, dat deze man, die h» deze dagen als „prins der vossen" in het Amsterdamse Tuschinsky-theater optreedt, de grootste acteur is die wy thans bezitten. Hij bezit het vermogen ons door hem heen te laten kgken, links van hem, en rechts, en achter hem. En als we dan alles gezien heb ben is alles nog even duister, vreemd en zonderling als voorheen. Hg bleef een raadsel. Een sinister, eenzaam, verloren raadsel. Een zonderlinge, waarschijnlijk dé zonderlingste, film eend in de bgten onzer hedendaagse droomindustrieën. Maar probeert u eens die fihn „Citi zen Kane" te zien te krijgen! Vraagt het de theater-exploitant van uw plaats. En mocht hy bezwaar maken, en geen publiek verwachten, zeg hem dan dat er tóch geld bg moet. ANTHONY VAN KAMPEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 5