Enkhuizens „oude Stadsherberg" trotseerde
de stormen van vele eeuwen
H. V. d. Hoef: Neêrlands grootste pijperiverzamelaar
Grondonderzoek volgens een
methode van de Amerikanen
„Onbewoonbaar verklaarde woning"
Karakteristiek gebouw in de schaduw
van de beroemde Drommedaris
Gebenedijde plek voor
Cultuurcentrum
D*f kastelein is sinds zestig jaren de
heer C. Balk, wien de last van zijn
79 jaren niet is aan te zien. Zijn 78-
jarige vrouw staat hem nog trouw ter
Amerika zoekt naar een
draaibaar landingsgestel
Scheepvaartberichten
Alles mei één
uittrekvloeisiof
D® BEZITTER van zoveel merkwaar
digs gaat tewerk met de bedacht
zaamheid, die bij zijn leeftijd hoort en
met onmiskenbare liefde voor de
schoonheid der dingen in zijn huis toont
ÏÏlenlen met wie
w-ij, öpAaken
Muizen knabbelen aan
mensenrechten
VRIJDAG 15 DECEMBER 1980
(Van onze speciale verslaggever)
JTNKHDIZEÏf is een stadje, waarover men kan gaan mijmeren. Een stadje, waar
historici, dichters en schilders hun leven lang zouden kunnen werken. En dan
zouden ze nóg tjjd tekort komen om alles te vertellen, wat hun vaardige geest
er aan schoonheid zou hebben gevonden. Denk niet, dat die schoonheid alleen
te vinden is in de machtige Drommedaris bij de Haven, of de prachtige kerken
met haar fijn gestyleerde torens. Er zijn nog tientallen andere monumenten in
dit, naar de schoolboekjes leren, dode stadje, waarin men de historie proeft van
een gouden tijdvak in ons vaderlands bestel.
CR is niet veel verbeeldingskracht
voor nodig om zich in dit milieu van
fraaie geveltjes en verstilde kronkel
straatjes met karakteristieke brugge
tjes, de deftige kooplieden uit de Gou
den Eeuw, of het rumoerige scheeps
volk der Oostinjevaarders terug te
denken. Wil men zich dit beeld nog
helderder voor de geest halen men
wende zijn schreden naar het Eiland.
Daar, waar men zijn blik kan laten wei
den over het grauwgrijze watervlak,
dat eens Neerlands belangrijkste bin
nenzee was, staat men al gauw voor
„De Oude Stadsherberg". Het is zo op
het eerste gezicht een vervallen ge
bouw. De muren hangen scheef als de
treurende struiken in het tuintje, dat
het bouwsel omzoomt. Het critisch oog
van de zakelijk ingestelde twintigste
eeuwer ontdekt zelfs boven de half-
glazen buitendeur-met-het-klingelbelle-
tje een hypermodern bordje met de
woorden „Onbewoonbaar verklaarde
woning". En het stoort hem aanvanke
lijk niet. Maar hem ontging dan ook
het in de gevelmuur verankerde jaar
tal 1598. Eerst wanneer zijn oog ge
troffen wordt door dit in ruw smeed
ijzer uitgevoerde detail, voelt hij, dat
hier andere maatstaven moeten gelden
dan die van onze critisch zakelijke tijd.
En dan ontdekt hij, dat de overhel
lende muren nu eens geen teken van
verval zijn. Ze zijn typisch eigen aan
het bouwsel dat naar men voor de
bouw al wist, vele uit de open zee
aanwaaiende zware Zuidwester stor
men zou moeten trotseren. „De Oude
Stadsherberg" hééft ze getrotseerd.
Weer noch wind kregen er vat op. Als
een de zeelieden vertrouwd baken
bleef ze hier door de eeuwen staan.
En men wist er altijd een goed oor
lam en een zacht bed te kunnen vin
den.
£)E MUREN staan dus uit het lood. En
merkwaardigerwijs zo, dat het bo
venvlak bij de brede daklijsten groter
is dan de basis, waarop het gehele ge
bouw rust, daar beneden aan de dijk.
De halfglazen deur met het kringel-
belletje geeft toegang tot een portaal,
waarop vele deuren uitkomen, die naai"
verschillende vertrekken leiden. Langs
een trapje van vier brede treden ko
men we in de herbergzaal met zijn vele
hoge ramen met rakken, die het grijze
licht van deze Decemberdag halfhoog
zeven. De zware (verstolen eiken) zol
derbalken worden gestut door zielige
paaltjes. Een drooglijn is dwars over
de zaal gespannen. "5r hangen een paar
mansgrote zware wollen borstrokken
aan, kersvers uit de was.
Midden in de zaal staat, scheefhan
gend en afgedekt met een groot houten
dekblad, een onschatbaar oud biljart.
In een der wanden is een rek met door
de worm aangevreten queues. En daar
naast, boven een leitje, hangt een ver
geeld Algemeen Biljart-Reglement,
waarin we lezen:
„Die de biljart beschadigt door het
gooyen met de ballen, kadetten en
queuen of slaan met dezelve, verbeurt
drie gulden. Die het eerste gat in het
laken stoot, verbeurt f5.25. De boeten
zijn ten voordeele van den kasteleyn"
De kastelein
zijde. Men onderschatte dit niet. Want
nog steeds is deze „Oude Stadsherberg"
enig volledige vergunning-houdend
établissement in dit oude Enkhuizen
de plek, waar de sjouwerlui van de
haven bij stormachtig weer schutplaats
zoeken. Door de hoge ramen met kleine
ruitjes turen zij over het wijde water
naar schepen, die 't Zand bij ongeluk
onder hun kiel kregen en vastliepen op
deze bank voor Enkhuizens haven. Balk
en zijn zoons één is een bekend dui
ker hebben de vlet dag en nacht
klaar liggen in het stille grachtwater
aan de achterzijde van de Oude Her
berg. Geen sterveling hoeft het hun te
vertellen, wanneer het hun tijd is om
uit te varen. Men kent hier de grillen
en luimen van weer en tij, en verzuimt
z'n kansen niet.
Visserij veranderde
gINDS de Afsluitdijk de Zuiderzee tot
een binnenwater maakte, is de vis
serij heel wat veranderd. Vóór 1932
werden duizenden kilo's ansjovis en
duizenden lasten haringen aangevoerd
aan de afslag van Enkhuizen. De paling
en snoekbaars hebben dit zeebanket
verdrongen. Deze verandering bleef
ook in de Oude Stadsherberg niet on
opgemerkt. Nimmer gebeurt het meer,
zc ls voorheen, dat de haven zo dicht
bezet is met schepen, dat men over de
dekken van oever tot oever kan lopen.
Wat wél toenam, dat is het vreem
delingenverkeer. Uit alle delen van het
land weet men deze plek te vinden, en
tot in Belgie kent men de bereidwillig
heid van de oude herbergier om des
noods om half vier in de morgen het
bed uit te komen en zijn hengelaars
naar de strekdam te varen.
Maar ook voor gans anders geaarden
is dit historische plekske een oase in
een onrustige wereld. Gerard den Bra
bander, begenadigd dichter-vertaler
van Shakespeare's „Measure for Mea-
sure" Leer om leer zoekt hier dik
wijls inspiratie. Dikwijls vergezelt de
schilder John van Deventer hem.
De oude heer Balk zou zich zo lang
zamerhand wel eens willen terugtrek
ken uit dit bedrijf. „Had ik maar het
nodige kapitaal", hebben we iemand
met fantasie in Enkhuizen horen ver
zuchten. „Ik zou van die Oude Stads
herberg een genoeglijk cultuurcentrum
willen maken. Een rendez-vous voor
schilders en schrijvers, zangers en an
dere kunstenaars. Een gesprekscentrum
voor ieder, die met zijn geest wel eens
buiten het alledaagse wil treden."
Een illuster planmaar....
Luchthavens moeten veel
goedkoper worden
De toekomstige luchthaven zal wor
den gebouwd met aanmerkelijk min
der banen dan men nog vóór slechts
enkele jaren voor mogelijk hield. Het
tweebanen-s.vsteem zal in do meeste
gevallen blijken te voldoen. In Ameri
ka streeft de overheid naar de ontwik
keling van het draaibare landingsge
stel met het doel om tot de enkclba-
nige luchthaven te komen. De vlieg
tuigen zullen dan ook bij dwarswind
kunnen landen. Zij kunnen dan im
mers toch de neus naar de wind draai
en, aldus ir. G. C. van Wageningen
in een voordracht, die hij gistermid
dag hield voor het Koninklijk Insti
tuut van Ingenieurs.
Dit zal naar hij zei, met zich {nee-
brengen een grote bezuiniging bij de
exploitatie van luchthavens, daar de
landingsterreinen de gedeelten van de
luchthavens zijn waarop de verliezen
worden geleden.
POOLS PROTEST BIJ ENGELAND
Polen heeft bij Engeland geprotes
teerd tegen „daden van geweld en wet
teloosheid tegen leden der Poolse con
sulaten in de Britse zone van Duits
land. Alle Poolse consulaire ambte
naren zijn uit de Britse zone terugge
roepen. Het protest is aan de Britse
ambassadeur te Warschau overhan
digd.
De Algemene Vergadering der
Verenigde Naties zal in 1951 in Euro
pa, waarschijnlijk in Parijs, bijeenko-
Aag'tedijk, 13-12 van R'dam te New York
Aardijk, 13-12 te Mobile Alhena, Buenos
Aires—R'dam, 13-12 van Rio de Janeiro
Alwaki, 13-12 van Buenos Aires naar New
York Appingedam, 13-12 van A'dam naar
Lissabon Alblasserdijk, 13-12 van Londen
naar Antwerpen Algorab, R'dam—Basrah,
13-12 te Koweit Alkaid. R'dam—Porto Ale-
gre. pass. 13-12 St Pauls Rocks Alnati, R'
dam—Buenos Aires, pass. 13-12 Fernando No-
ronha Amstelkerk, A'dam—W.-Afirka, 13-12
van Takoradi naar Accra Amstelvaart, 13-12
van Port Said naar Suez Annenkerk, Mel-
bourne—R'dam, pass. 13-12 Kaap Leeuwin
Arundo, Buenos Aires—A'dam, pass. 13-12 Re-
cife Alamak, R'dam—Basrah, 14-12 te Bun-
aershabur ten anker Almkerk, Melbourne—
R'dam, pass. 14-12 Gibraltar Blitar, R'dam
Djakarta, 14-12 van Suez naar Aden Bin-
tang, A'dam—Indonesië, 13-12 van R'dam naar
Marseille Bloemfontein, Z.-Afrika—A'dam,
13-12 van Southampton naar Antwerpen
Blommersdijk, R'dam—New York, 13-12 te
Antwerpen Blijdendijk, New York—Antwer
pen, pass. 13-12 Dover Caltex Leiden, 14-12
van R'dam te Ras Tanura Caltex Pernis (t),
R'dam—Ras Tanura, 14-12 te Port Said
Delfland, A'dam—Buenos Aires, pass. 13-12
Fernando Noronha Diemerdijk, R'dam—Van-
couver, pass. 13-12 Beachyhead Duiven-
drecht, Montevideo—Holehaven, 13-12 van
Dakar Elmina, 13-12 van Lagos te Pointe
Noire Gordias, 14-12 van Izmid te R'dam
Hecuba, 13-12 van Punt Cardon naar Cu-
ragao Heelsum, 13-12 van Savanna te Le
Havre Java, Colombo—New York, 13-12 te
Gibraltar Kieldrecht, 14-12 van R'dam naar
Marseille Laagkerk, Calcutta—R'dam, 13-12
van Bombay naar Karachi Langkoeas, 17-12
te Hoek van Holland verwacht Lissekerk,
R'dam—Calcutta, 13-12 van Colombo Lieve-
vrouwekerk, Abadan—R'dam, 14-12 in Golf
Biscaye Madoera, A'dam—Indonesië, pass.
13-12 Socotra Malvina (t), Mena al Ahmadi
—Londen, pass. 13-12 Malta Mitra (t), Aba
dan— Mombassa, pass. 12-12 Socotra Modjo-
kerto, R'dam—Djakarta, 13-12 van Belawan
naar Tjipandan Molenkerk, 13-12 van Ma-
tadi te Monrovia Murena (t), Mena al Ah
madi—R'dam, pass. 13-12 Ouessant Nieuw-
Amsterdam, R'dam—New York, pass. 13-12
Bishoprock Omala (t), 14-12 v.m. van Sin
gapore te Madras Ondina (t), Koweit—Le
Havre, pass. 13-12 Gibraltar Oranjefontein,
A'dam—Z.-Afrika, pass. 13-12 Ouessant Ros-
sum, 13-12 van Setubal te R'dam Ruys,
13-12 van Mauritius te Singapore Sliedrecht
(t), Gothenburg—Abadan, 13-12 van Port Said
naar Bandarmashur Sommelsdijk, New Or-
leans—Le Havre, pass. 13-12 Fayal Stad
Schiedam, 14-12 van R'dam te Savona Sten
tor, A'dam—Oran, pass. 13-12 Kaap Roca
Sthaat Soenda, Japan—Rio de Janeiro, 10-12 te
Montevideo Schiedijk, Galveston—Antwerpen,
pass. 13-12 Keywest Somersetshire, Djakarta
—A'dam, pass. 14-12 Aden Stad Dordrecht,
13-12 van Segunto naar Gibraltar
In het laboratorium voor bodemonderzoek te Grouw. - Het bepalen van de
zuurgraad van de bodem met behulp van een modern electrisch apparaat
met de glas-electrode.
F\AT PLANTEN bepaalde stoffen no
dig hebben om gezond te kunnen
groeien, is een feit, dat thans allerwege
erkend wordt. Maar het is eigenlijk nog
niet eens zo heel veel jaren geleden,
dat het niet zo'n grote kunst werd ge
acht om een prima vrucht op het land
te laten groeien. Grote problemen wa
ren er toen nog niet.
Zij, die er voor zorgden, dat hun land
regelmatig een goede stalmestbemes-
ting kreeg en die een gelukkige hand
hadden bij het bepalen van de wissel
bouw, mochten er redelijker wijze op
rekenen, dat er geen rare dingen te
voorschijn zouden komen. Maar de
eisen welke men toen stelde, waren
ook redelijk en van de bodem werd
niet meer gevraagd, dan hij kon geven.
In de loop der jaren veranderde er
echter iets. Er kwamen meer mensen;
er moest dus'meer voedsel komen. Ook
toen was Leiden nog niet in last, want
een beetje kunstmest op het land deed
soms wonderen. Maar nu we ten be
hoeve van onze bevolking alles, maar
dan ook alles van de bodem vergen, nu
ligt de zaak anders en moeten we pre
cies weten wat wel en wat niet kan.
Want anders gebeuren er ongelukken
en komen de teleurstellingen.
Het moest geleerd worden.
Die ongelukken behoeven niet te ge
beuren en teleurstellingen kan men
voorkomen, want het is niet meer als
vroeger, toen iedere boer zijn land en
zijn vruchten bekeek en dan bij zich
zelf dacht: „Daar gooi ik een beetje
kali op en daar zou een handje fosfor
niet gek zijn" en, omdat het goedje
niet eens zo duur was, werd er dan
soms met zeer ruime hand gestrooid.
Heel vaak meer dan nodig was!
Maar in Wageningen, aan de Land-
bouwho eschool, begreep men, dat dit
iets was, dat geleerd moest worden en
daarom verwonderde het ons ook hele
maal niet, dat ir. Alle Kerkhof, die we
„J7EN hobbelebob-
bel is mooi als
werkstuk, maar
moeilijk te bedie
nen". Toen onze
gastheer ons dit
zei, dachten wij
verkeerd te ver
staan, maar wij
vergisten ons. Want
een hobbelebobbe'
is een pijp, beter
gezegd een reus
achtig rookinstru
ment, dat in ge
bruik was bij de
herders van Tibet,
die daarbij werk
ten met water,
met houtskool en.
met een buitenge
woon moeilijk te
leren rooktechniek.
Zo gaat het trou
wens met tal van
pijpen uit de tijd,
toen „toeback suy-
gen" nog een bijna
ceremonieel genot
was en niet, zoals
tegenwoordig veel
voorkomt, voor de
meeste rokers een
gewoonte.
Over de kunst
van het pijproken
weet de heer H
van der Hoef te
Zeist zeer veel te
vertellen en hij illustreert zijn woorden
met een schier oneindig aantal prach
tige voorbeelden: meer dan 600 pijpen
uit vele tijdperken en van zeer vet
scheiden makelij, die drie wanden en
een vitrine in zijn huiskamer vullen.
Uren achtereen kan de eigenaar van
deze curiosa praten over de schatten,
die hij in twintig jaar tijd bijeen heeft
gebracht en als zijn geheugen hem
even in de steek dreigt te laten, vult
zijn hartelijke vrouw hem op deskun
dige wijze aan. Want ook zij blijkt ge
grepen door deze uitzonderlijke hobby
het verzamelen van pijpen, tabakspot
Die goede, oude tijd toch
„Tja", zegt de heer Van der Hoef
peinzend, „vroeger kwam het handwerk
nog tot zijn recht. Kijk maar: hier heeft
u pijpen, die niet alleen kunstig zijn be
sneden, maar bovendien ingelegd met
edele stenen, amathyst robijn, brillant
en ruwe diamant. En dit hier de
verzamelaar, die gaarne belangstellen
den rondleidt in zijn woning aan de
Utrechtseweg, toont ons alweer iets an
ders zijn de eerste pijpjes, die hier
werden gemaakt: kleipijpjes uit 1600.
en daar ziet u een Kozakkenpijp, waar
van de kop werd opgehangen aan een
uniformtres. terwijl men een slang als
steel gebruikte. Zo konden de Kozak
ken te paard roken".
Fraaie exemplaren.
J
ten en -dozen, van lucifervaasjes en
potjes, van tondeldozen en sigarenko
kers. waaronder er een is, die nog drie
sigaren bevat uit de jonge jaren van
grootvader Van der Hoef. De kleinzoon,
die nu zelf al 79 jaar is, sluit vol piëteit
de koker en demonstreert daarna hoe
men oudtijds de tijd nam voor het rook
genot. Hij maakt ons attent op een zo
genaamde pijpenstoel. die onder de zit
ting van goudleer een laadje bevat voor
het rookgereedschap en in de brede,
met fraaie pijpmotieven besneden rug
leuning een uittrektafeltje draagt om
de diverse benodigdheden op te plaatsen.
hij een pijp met een sprookjesachtig oe
werkte meerschuimen kop: „Napoleon
trekt over de Alpen; u vindt dezelfde
voorstelling op een schilderij in net
Louvre te Parijs". Het blijft niet bij
deze grote historische figuur, want bij
het venster ontwaren we een hele reeks
pijpen met op de porceleinen kop de
beeltenis van menig groot staatsman of
veldheer: Paul Kruger, Franz Josef,
Blücher, Joubert....
Voorzichtig opent de heer Van der
Hoef een glazen vitrine om er een pi.ip
van bijna een meter lengte uit te ne
men, geheel ingelegd met stukjes glan
zend hout van nauwelijks een millime
ter groot; „Deze pijp was van een der
kardinalen uit het Vaticaan. Zag u ooit
zulk mooi mozaïekwerk?"
Mevrouw Van der Hoef, die al ruim
46 jaar lief en leed met haar verzame
lende echtgenoot deelt, zit intussen niet
stil. Nauwelijks heeft zij zich als gast
vrouw van het theeschenken gekweten,
of zij begint zich als haar man te beij
veren in het tonen van de collectie: van
de dicht met pijpen overdekte wand
neemt zij een bijzonder exemplaar, dat
geheel is besneden met een tot in
détails volledig jachttafereel: „Hier
rookte de Duitse Keizer uit als hij op
jacht was; u weet wel, Wilhelm, die in
Doorn heeft gezeten".
Zo gaat het door, vele uren lang,
maar daarom niet minder boeiend.
Want er gaat daar in Zeist een aparte
wereld voor de bezoeker open, rijker
zelfs nog dan in het vermaarde pijpen-
museum van Gouda, waar onder lei
ding van dr. Helbers, de stichter van
het Pijpenhuis, een unieke verzameling
ontstond, die (natuurlijk) ook stukken
bevat uit de collectie van de heer Van
der Hoef. Onze gastheer kent dr. Hel
bers, van wie hij veel mocht leren.
Want het valt niet mee om als leek te
beginnen en het tot de grootste verza
meling van je land te brengen.
Rijbroek-specialist.
„JJ begrijpt", verduidelijkt de hobby-ist,
„dat het uitsluitend vrije-tijds werk
was; liefhebberij, die mijn werk niet
mocht schaden". Dat werk mocht er
zijn! Als specialist in het vervaardigen
van rijbroeken genoot de heer Van der
Hoef een bijzondere reputatie, die hem
bestellingen verschafte uit alle delen
van het land en zelfs wel daarbuiten
Op de vele zakenreizen deed zich nogal
eens de k..ns voor een merkwaardig
pijpje te vinden, want: „Kopen voor
veel geld is geen kunst; je moet aparte
pijpen ontdekken en voor een prikje
weten te krijgen!"
Wij kunnen het hierin met de verza
melaar eens zijn en wij beseffen, dat
juist mede hierdoor de liefde voor net
verzamelen is gegroeid. En zonder die
liefde zou een verzameling als die van
de heer Van der Hoef nooit zo vol
maakt zijn geworden in luttele vrije
uren, want tot zijn 78ste jaar heeft hij
zijn gerenommeerd kleermakerswerk
verricht. „Nu ben ik er maar mee op
gehouden", bekent hij ons met bijna
iets van spijt in zijn stem. En dan, met
onmiskenbare trots: „Ik heb nog maar
één klant, die ik op zijn verzoek zal
blijven bedienen: Prins BernhardT
in zijn laboratorium voor grondonder
zoek te Grouw een bezoek brachten
om hem te vragen hoe het nu eigen
lijk zit met dat grondonderzoek, on»
kon vertellen: „Het gebruik van kunst
mest moest geleerd worden en daarmee
ben ik reeds in 1924 begonnen. De boe
ren stonden er toen nog heel anders
tegenover en er moest 'n zekere weer
stand worden overwonnen, zoals dat
trouwens altijd het geval is, wanneer
er iets nieuws aan de markt verschijnt
Maar toen men eenmaal de resultaten
had gezien en men begreep waarom
het ging, toen zat de vaart er gauw in.
Die periode ligt al weer ver achter
ons en wat veel interessanter is, is dit,
dat ik in L'36 kennis nam van een
nieuwe Amerikaanse methode van
grondonderzoek. Ik heb er heel wat
voor moeten doorlezen en ten slotte is
het een complete literatuurstudie ge
worden, maar hoe verder ik kwam,
zoveel te meer drong het tot me door,
dat we op deze manier tientallen stap
pen vooruit kwamen".
Modern „kabouterwerk".
„Toch heeft het nog jaren geduurd,
voor ik er toe ben overgegaan de
nieuwe methode in practijk te bren
gen. Nu ongeveer twee jaar geleden,
ben ik er hier in Grouw mee begon
nen. Eerst deed ik alles alleen, net
monster nemen van de grond, die on
derzocht moest worden, het onderzoek
in het laboratorium en ten slotte hat
schrijven van het verslag en het aan
geven van het daaruit volgende advies,
maar wanneer u nu eens om u heen
kijkt, dan ziet u wel, hoe dit werk is
gegroeid. Het is vertienvoudigd en ik
durf nu wel zeggen: wie z'n grond nog
niet heeft laten onderzoeken is beslist
niet „voorlijk". Sterker zal ik het maar
niet uitdrukken.
Wanneer de grondmonsters door het
laboratorium zijn gegaan, dan kan ik 'n
advies geven, dat verantwoord is; ik
weet dan precies het gehalte der ele
menten of planten-voedende stoffen,
die in deze bodemmonsters voorkomen
en die in het eerstvolgende groeisei
zoen voor de planten opneembaar zul
len zijn. Het is dan precies bekend, wat
er in zit en wat er bij moet. Bovendien
kan ik aan het ijzergehalte in de bodem
zien of de grond goed doorwaterd r.t
doorlucht is. Alles wat de boer meer
aan het land geeft dan werkelijk nodig
is, is letterlijk en figuurlijk weggegooid
geld! Hoewel mijn adviezen natuurlijk
betaald moeten worden, is het aardigs
van het hele geval eigenlijk dit, dat ik
gerust kar, zeggen, van een bescheiden
gedeelte van de meer-opbrengst die de
boer kan oogsten, tengevolge van onze
bemestingsadviezen".
Een uittreikvloeistof.
„Het grote voordeel van dit nieuwe
snelle en moderne uit Amerika naar
Nederland overgewaaide onderzoek ls
o.a. behalve oe grote volledigheid, dat
voor al die te onderzoeken elementen
dezelfde uittrekvloeistof wordt ge
bruikt. Het voordeel daarvan schuilt
hierin, dat de verkregen cijfers onder
ling zonder meer {vergelijkbaar zijn,
waardoor, wanneer men zoekt naar de
meest ideale harmonische verhouding
tussen de verschillende plantenvoe-
dings-ionen, men aan deze cijfers zon
der meer reeds een prachtige aanwij
zing heeft
De Verenigde Naties zien zich
tegenover een nieuw probleem
gesteld: in de 39 verdiepingen
hoge wolkenkrabber te New
Yorkwaarin het secretariaat
van de U.N.O is onderge
bracht hebben zich namelijk tot
op de dertigste étage ook
muizen gevestigd. De ongenode
inwoners hebben het vooral voor
zien op de localen, die bestemd
zijn voor de afdeling voor de
mensenrechten. Naar het gerucht
wil, zijn de beestjes reeds begon
nen aan het handvest van de
mensenrechten te knabbelen.
Men vermoedt, dat de muizen bij
de verhuizing uit Lake Success
reeds met de eerste verhuiswa
gens meegekomen zijn.