Enkhuizens „oude Stadsherberg" trotseerde de stormen van vele eeuwen H. V. d. Hoef: Neêrlands grootste pijperiverzamelaar Grondonderzoek volgens een methode van de Amerikanen „Onbewoonbaar verklaarde woning" Karakteristiek gebouw in de schaduw van de beroemde Drommedaris Gebenedijde plek voor Cultuurcentrum D*f kastelein is sinds zestig jaren de heer C. Balk, wien de last van zijn 79 jaren niet is aan te zien. Zijn 78- jarige vrouw staat hem nog trouw ter Amerika zoekt naar een draaibaar landingsgestel Scheepvaartberichten Alles mei één uittrekvloeisiof D® BEZITTER van zoveel merkwaar digs gaat tewerk met de bedacht zaamheid, die bij zijn leeftijd hoort en met onmiskenbare liefde voor de schoonheid der dingen in zijn huis toont ÏÏlenlen met wie w-ij, öpAaken Muizen knabbelen aan mensenrechten VRIJDAG 15 DECEMBER 1980 (Van onze speciale verslaggever) JTNKHDIZEÏf is een stadje, waarover men kan gaan mijmeren. Een stadje, waar historici, dichters en schilders hun leven lang zouden kunnen werken. En dan zouden ze nóg tjjd tekort komen om alles te vertellen, wat hun vaardige geest er aan schoonheid zou hebben gevonden. Denk niet, dat die schoonheid alleen te vinden is in de machtige Drommedaris bij de Haven, of de prachtige kerken met haar fijn gestyleerde torens. Er zijn nog tientallen andere monumenten in dit, naar de schoolboekjes leren, dode stadje, waarin men de historie proeft van een gouden tijdvak in ons vaderlands bestel. CR is niet veel verbeeldingskracht voor nodig om zich in dit milieu van fraaie geveltjes en verstilde kronkel straatjes met karakteristieke brugge tjes, de deftige kooplieden uit de Gou den Eeuw, of het rumoerige scheeps volk der Oostinjevaarders terug te denken. Wil men zich dit beeld nog helderder voor de geest halen men wende zijn schreden naar het Eiland. Daar, waar men zijn blik kan laten wei den over het grauwgrijze watervlak, dat eens Neerlands belangrijkste bin nenzee was, staat men al gauw voor „De Oude Stadsherberg". Het is zo op het eerste gezicht een vervallen ge bouw. De muren hangen scheef als de treurende struiken in het tuintje, dat het bouwsel omzoomt. Het critisch oog van de zakelijk ingestelde twintigste eeuwer ontdekt zelfs boven de half- glazen buitendeur-met-het-klingelbelle- tje een hypermodern bordje met de woorden „Onbewoonbaar verklaarde woning". En het stoort hem aanvanke lijk niet. Maar hem ontging dan ook het in de gevelmuur verankerde jaar tal 1598. Eerst wanneer zijn oog ge troffen wordt door dit in ruw smeed ijzer uitgevoerde detail, voelt hij, dat hier andere maatstaven moeten gelden dan die van onze critisch zakelijke tijd. En dan ontdekt hij, dat de overhel lende muren nu eens geen teken van verval zijn. Ze zijn typisch eigen aan het bouwsel dat naar men voor de bouw al wist, vele uit de open zee aanwaaiende zware Zuidwester stor men zou moeten trotseren. „De Oude Stadsherberg" hééft ze getrotseerd. Weer noch wind kregen er vat op. Als een de zeelieden vertrouwd baken bleef ze hier door de eeuwen staan. En men wist er altijd een goed oor lam en een zacht bed te kunnen vin den. £)E MUREN staan dus uit het lood. En merkwaardigerwijs zo, dat het bo venvlak bij de brede daklijsten groter is dan de basis, waarop het gehele ge bouw rust, daar beneden aan de dijk. De halfglazen deur met het kringel- belletje geeft toegang tot een portaal, waarop vele deuren uitkomen, die naai" verschillende vertrekken leiden. Langs een trapje van vier brede treden ko men we in de herbergzaal met zijn vele hoge ramen met rakken, die het grijze licht van deze Decemberdag halfhoog zeven. De zware (verstolen eiken) zol derbalken worden gestut door zielige paaltjes. Een drooglijn is dwars over de zaal gespannen. "5r hangen een paar mansgrote zware wollen borstrokken aan, kersvers uit de was. Midden in de zaal staat, scheefhan gend en afgedekt met een groot houten dekblad, een onschatbaar oud biljart. In een der wanden is een rek met door de worm aangevreten queues. En daar naast, boven een leitje, hangt een ver geeld Algemeen Biljart-Reglement, waarin we lezen: „Die de biljart beschadigt door het gooyen met de ballen, kadetten en queuen of slaan met dezelve, verbeurt drie gulden. Die het eerste gat in het laken stoot, verbeurt f5.25. De boeten zijn ten voordeele van den kasteleyn" De kastelein zijde. Men onderschatte dit niet. Want nog steeds is deze „Oude Stadsherberg" enig volledige vergunning-houdend établissement in dit oude Enkhuizen de plek, waar de sjouwerlui van de haven bij stormachtig weer schutplaats zoeken. Door de hoge ramen met kleine ruitjes turen zij over het wijde water naar schepen, die 't Zand bij ongeluk onder hun kiel kregen en vastliepen op deze bank voor Enkhuizens haven. Balk en zijn zoons één is een bekend dui ker hebben de vlet dag en nacht klaar liggen in het stille grachtwater aan de achterzijde van de Oude Her berg. Geen sterveling hoeft het hun te vertellen, wanneer het hun tijd is om uit te varen. Men kent hier de grillen en luimen van weer en tij, en verzuimt z'n kansen niet. Visserij veranderde gINDS de Afsluitdijk de Zuiderzee tot een binnenwater maakte, is de vis serij heel wat veranderd. Vóór 1932 werden duizenden kilo's ansjovis en duizenden lasten haringen aangevoerd aan de afslag van Enkhuizen. De paling en snoekbaars hebben dit zeebanket verdrongen. Deze verandering bleef ook in de Oude Stadsherberg niet on opgemerkt. Nimmer gebeurt het meer, zc ls voorheen, dat de haven zo dicht bezet is met schepen, dat men over de dekken van oever tot oever kan lopen. Wat wél toenam, dat is het vreem delingenverkeer. Uit alle delen van het land weet men deze plek te vinden, en tot in Belgie kent men de bereidwillig heid van de oude herbergier om des noods om half vier in de morgen het bed uit te komen en zijn hengelaars naar de strekdam te varen. Maar ook voor gans anders geaarden is dit historische plekske een oase in een onrustige wereld. Gerard den Bra bander, begenadigd dichter-vertaler van Shakespeare's „Measure for Mea- sure" Leer om leer zoekt hier dik wijls inspiratie. Dikwijls vergezelt de schilder John van Deventer hem. De oude heer Balk zou zich zo lang zamerhand wel eens willen terugtrek ken uit dit bedrijf. „Had ik maar het nodige kapitaal", hebben we iemand met fantasie in Enkhuizen horen ver zuchten. „Ik zou van die Oude Stads herberg een genoeglijk cultuurcentrum willen maken. Een rendez-vous voor schilders en schrijvers, zangers en an dere kunstenaars. Een gesprekscentrum voor ieder, die met zijn geest wel eens buiten het alledaagse wil treden." Een illuster planmaar.... Luchthavens moeten veel goedkoper worden De toekomstige luchthaven zal wor den gebouwd met aanmerkelijk min der banen dan men nog vóór slechts enkele jaren voor mogelijk hield. Het tweebanen-s.vsteem zal in do meeste gevallen blijken te voldoen. In Ameri ka streeft de overheid naar de ontwik keling van het draaibare landingsge stel met het doel om tot de enkclba- nige luchthaven te komen. De vlieg tuigen zullen dan ook bij dwarswind kunnen landen. Zij kunnen dan im mers toch de neus naar de wind draai en, aldus ir. G. C. van Wageningen in een voordracht, die hij gistermid dag hield voor het Koninklijk Insti tuut van Ingenieurs. Dit zal naar hij zei, met zich {nee- brengen een grote bezuiniging bij de exploitatie van luchthavens, daar de landingsterreinen de gedeelten van de luchthavens zijn waarop de verliezen worden geleden. POOLS PROTEST BIJ ENGELAND Polen heeft bij Engeland geprotes teerd tegen „daden van geweld en wet teloosheid tegen leden der Poolse con sulaten in de Britse zone van Duits land. Alle Poolse consulaire ambte naren zijn uit de Britse zone terugge roepen. Het protest is aan de Britse ambassadeur te Warschau overhan digd. De Algemene Vergadering der Verenigde Naties zal in 1951 in Euro pa, waarschijnlijk in Parijs, bijeenko- Aag'tedijk, 13-12 van R'dam te New York Aardijk, 13-12 te Mobile Alhena, Buenos Aires—R'dam, 13-12 van Rio de Janeiro Alwaki, 13-12 van Buenos Aires naar New York Appingedam, 13-12 van A'dam naar Lissabon Alblasserdijk, 13-12 van Londen naar Antwerpen Algorab, R'dam—Basrah, 13-12 te Koweit Alkaid. R'dam—Porto Ale- gre. pass. 13-12 St Pauls Rocks Alnati, R' dam—Buenos Aires, pass. 13-12 Fernando No- ronha Amstelkerk, A'dam—W.-Afirka, 13-12 van Takoradi naar Accra Amstelvaart, 13-12 van Port Said naar Suez Annenkerk, Mel- bourne—R'dam, pass. 13-12 Kaap Leeuwin Arundo, Buenos Aires—A'dam, pass. 13-12 Re- cife Alamak, R'dam—Basrah, 14-12 te Bun- aershabur ten anker Almkerk, Melbourne— R'dam, pass. 14-12 Gibraltar Blitar, R'dam Djakarta, 14-12 van Suez naar Aden Bin- tang, A'dam—Indonesië, 13-12 van R'dam naar Marseille Bloemfontein, Z.-Afrika—A'dam, 13-12 van Southampton naar Antwerpen Blommersdijk, R'dam—New York, 13-12 te Antwerpen Blijdendijk, New York—Antwer pen, pass. 13-12 Dover Caltex Leiden, 14-12 van R'dam te Ras Tanura Caltex Pernis (t), R'dam—Ras Tanura, 14-12 te Port Said Delfland, A'dam—Buenos Aires, pass. 13-12 Fernando Noronha Diemerdijk, R'dam—Van- couver, pass. 13-12 Beachyhead Duiven- drecht, Montevideo—Holehaven, 13-12 van Dakar Elmina, 13-12 van Lagos te Pointe Noire Gordias, 14-12 van Izmid te R'dam Hecuba, 13-12 van Punt Cardon naar Cu- ragao Heelsum, 13-12 van Savanna te Le Havre Java, Colombo—New York, 13-12 te Gibraltar Kieldrecht, 14-12 van R'dam naar Marseille Laagkerk, Calcutta—R'dam, 13-12 van Bombay naar Karachi Langkoeas, 17-12 te Hoek van Holland verwacht Lissekerk, R'dam—Calcutta, 13-12 van Colombo Lieve- vrouwekerk, Abadan—R'dam, 14-12 in Golf Biscaye Madoera, A'dam—Indonesië, pass. 13-12 Socotra Malvina (t), Mena al Ahmadi —Londen, pass. 13-12 Malta Mitra (t), Aba dan— Mombassa, pass. 12-12 Socotra Modjo- kerto, R'dam—Djakarta, 13-12 van Belawan naar Tjipandan Molenkerk, 13-12 van Ma- tadi te Monrovia Murena (t), Mena al Ah madi—R'dam, pass. 13-12 Ouessant Nieuw- Amsterdam, R'dam—New York, pass. 13-12 Bishoprock Omala (t), 14-12 v.m. van Sin gapore te Madras Ondina (t), Koweit—Le Havre, pass. 13-12 Gibraltar Oranjefontein, A'dam—Z.-Afrika, pass. 13-12 Ouessant Ros- sum, 13-12 van Setubal te R'dam Ruys, 13-12 van Mauritius te Singapore Sliedrecht (t), Gothenburg—Abadan, 13-12 van Port Said naar Bandarmashur Sommelsdijk, New Or- leans—Le Havre, pass. 13-12 Fayal Stad Schiedam, 14-12 van R'dam te Savona Sten tor, A'dam—Oran, pass. 13-12 Kaap Roca Sthaat Soenda, Japan—Rio de Janeiro, 10-12 te Montevideo Schiedijk, Galveston—Antwerpen, pass. 13-12 Keywest Somersetshire, Djakarta —A'dam, pass. 14-12 Aden Stad Dordrecht, 13-12 van Segunto naar Gibraltar In het laboratorium voor bodemonderzoek te Grouw. - Het bepalen van de zuurgraad van de bodem met behulp van een modern electrisch apparaat met de glas-electrode. F\AT PLANTEN bepaalde stoffen no dig hebben om gezond te kunnen groeien, is een feit, dat thans allerwege erkend wordt. Maar het is eigenlijk nog niet eens zo heel veel jaren geleden, dat het niet zo'n grote kunst werd ge acht om een prima vrucht op het land te laten groeien. Grote problemen wa ren er toen nog niet. Zij, die er voor zorgden, dat hun land regelmatig een goede stalmestbemes- ting kreeg en die een gelukkige hand hadden bij het bepalen van de wissel bouw, mochten er redelijker wijze op rekenen, dat er geen rare dingen te voorschijn zouden komen. Maar de eisen welke men toen stelde, waren ook redelijk en van de bodem werd niet meer gevraagd, dan hij kon geven. In de loop der jaren veranderde er echter iets. Er kwamen meer mensen; er moest dus'meer voedsel komen. Ook toen was Leiden nog niet in last, want een beetje kunstmest op het land deed soms wonderen. Maar nu we ten be hoeve van onze bevolking alles, maar dan ook alles van de bodem vergen, nu ligt de zaak anders en moeten we pre cies weten wat wel en wat niet kan. Want anders gebeuren er ongelukken en komen de teleurstellingen. Het moest geleerd worden. Die ongelukken behoeven niet te ge beuren en teleurstellingen kan men voorkomen, want het is niet meer als vroeger, toen iedere boer zijn land en zijn vruchten bekeek en dan bij zich zelf dacht: „Daar gooi ik een beetje kali op en daar zou een handje fosfor niet gek zijn" en, omdat het goedje niet eens zo duur was, werd er dan soms met zeer ruime hand gestrooid. Heel vaak meer dan nodig was! Maar in Wageningen, aan de Land- bouwho eschool, begreep men, dat dit iets was, dat geleerd moest worden en daarom verwonderde het ons ook hele maal niet, dat ir. Alle Kerkhof, die we „J7EN hobbelebob- bel is mooi als werkstuk, maar moeilijk te bedie nen". Toen onze gastheer ons dit zei, dachten wij verkeerd te ver staan, maar wij vergisten ons. Want een hobbelebobbe' is een pijp, beter gezegd een reus achtig rookinstru ment, dat in ge bruik was bij de herders van Tibet, die daarbij werk ten met water, met houtskool en. met een buitenge woon moeilijk te leren rooktechniek. Zo gaat het trou wens met tal van pijpen uit de tijd, toen „toeback suy- gen" nog een bijna ceremonieel genot was en niet, zoals tegenwoordig veel voorkomt, voor de meeste rokers een gewoonte. Over de kunst van het pijproken weet de heer H van der Hoef te Zeist zeer veel te vertellen en hij illustreert zijn woorden met een schier oneindig aantal prach tige voorbeelden: meer dan 600 pijpen uit vele tijdperken en van zeer vet scheiden makelij, die drie wanden en een vitrine in zijn huiskamer vullen. Uren achtereen kan de eigenaar van deze curiosa praten over de schatten, die hij in twintig jaar tijd bijeen heeft gebracht en als zijn geheugen hem even in de steek dreigt te laten, vult zijn hartelijke vrouw hem op deskun dige wijze aan. Want ook zij blijkt ge grepen door deze uitzonderlijke hobby het verzamelen van pijpen, tabakspot Die goede, oude tijd toch „Tja", zegt de heer Van der Hoef peinzend, „vroeger kwam het handwerk nog tot zijn recht. Kijk maar: hier heeft u pijpen, die niet alleen kunstig zijn be sneden, maar bovendien ingelegd met edele stenen, amathyst robijn, brillant en ruwe diamant. En dit hier de verzamelaar, die gaarne belangstellen den rondleidt in zijn woning aan de Utrechtseweg, toont ons alweer iets an ders zijn de eerste pijpjes, die hier werden gemaakt: kleipijpjes uit 1600. en daar ziet u een Kozakkenpijp, waar van de kop werd opgehangen aan een uniformtres. terwijl men een slang als steel gebruikte. Zo konden de Kozak ken te paard roken". Fraaie exemplaren. J ten en -dozen, van lucifervaasjes en potjes, van tondeldozen en sigarenko kers. waaronder er een is, die nog drie sigaren bevat uit de jonge jaren van grootvader Van der Hoef. De kleinzoon, die nu zelf al 79 jaar is, sluit vol piëteit de koker en demonstreert daarna hoe men oudtijds de tijd nam voor het rook genot. Hij maakt ons attent op een zo genaamde pijpenstoel. die onder de zit ting van goudleer een laadje bevat voor het rookgereedschap en in de brede, met fraaie pijpmotieven besneden rug leuning een uittrektafeltje draagt om de diverse benodigdheden op te plaatsen. hij een pijp met een sprookjesachtig oe werkte meerschuimen kop: „Napoleon trekt over de Alpen; u vindt dezelfde voorstelling op een schilderij in net Louvre te Parijs". Het blijft niet bij deze grote historische figuur, want bij het venster ontwaren we een hele reeks pijpen met op de porceleinen kop de beeltenis van menig groot staatsman of veldheer: Paul Kruger, Franz Josef, Blücher, Joubert.... Voorzichtig opent de heer Van der Hoef een glazen vitrine om er een pi.ip van bijna een meter lengte uit te ne men, geheel ingelegd met stukjes glan zend hout van nauwelijks een millime ter groot; „Deze pijp was van een der kardinalen uit het Vaticaan. Zag u ooit zulk mooi mozaïekwerk?" Mevrouw Van der Hoef, die al ruim 46 jaar lief en leed met haar verzame lende echtgenoot deelt, zit intussen niet stil. Nauwelijks heeft zij zich als gast vrouw van het theeschenken gekweten, of zij begint zich als haar man te beij veren in het tonen van de collectie: van de dicht met pijpen overdekte wand neemt zij een bijzonder exemplaar, dat geheel is besneden met een tot in détails volledig jachttafereel: „Hier rookte de Duitse Keizer uit als hij op jacht was; u weet wel, Wilhelm, die in Doorn heeft gezeten". Zo gaat het door, vele uren lang, maar daarom niet minder boeiend. Want er gaat daar in Zeist een aparte wereld voor de bezoeker open, rijker zelfs nog dan in het vermaarde pijpen- museum van Gouda, waar onder lei ding van dr. Helbers, de stichter van het Pijpenhuis, een unieke verzameling ontstond, die (natuurlijk) ook stukken bevat uit de collectie van de heer Van der Hoef. Onze gastheer kent dr. Hel bers, van wie hij veel mocht leren. Want het valt niet mee om als leek te beginnen en het tot de grootste verza meling van je land te brengen. Rijbroek-specialist. „JJ begrijpt", verduidelijkt de hobby-ist, „dat het uitsluitend vrije-tijds werk was; liefhebberij, die mijn werk niet mocht schaden". Dat werk mocht er zijn! Als specialist in het vervaardigen van rijbroeken genoot de heer Van der Hoef een bijzondere reputatie, die hem bestellingen verschafte uit alle delen van het land en zelfs wel daarbuiten Op de vele zakenreizen deed zich nogal eens de k..ns voor een merkwaardig pijpje te vinden, want: „Kopen voor veel geld is geen kunst; je moet aparte pijpen ontdekken en voor een prikje weten te krijgen!" Wij kunnen het hierin met de verza melaar eens zijn en wij beseffen, dat juist mede hierdoor de liefde voor net verzamelen is gegroeid. En zonder die liefde zou een verzameling als die van de heer Van der Hoef nooit zo vol maakt zijn geworden in luttele vrije uren, want tot zijn 78ste jaar heeft hij zijn gerenommeerd kleermakerswerk verricht. „Nu ben ik er maar mee op gehouden", bekent hij ons met bijna iets van spijt in zijn stem. En dan, met onmiskenbare trots: „Ik heb nog maar één klant, die ik op zijn verzoek zal blijven bedienen: Prins BernhardT in zijn laboratorium voor grondonder zoek te Grouw een bezoek brachten om hem te vragen hoe het nu eigen lijk zit met dat grondonderzoek, on» kon vertellen: „Het gebruik van kunst mest moest geleerd worden en daarmee ben ik reeds in 1924 begonnen. De boe ren stonden er toen nog heel anders tegenover en er moest 'n zekere weer stand worden overwonnen, zoals dat trouwens altijd het geval is, wanneer er iets nieuws aan de markt verschijnt Maar toen men eenmaal de resultaten had gezien en men begreep waarom het ging, toen zat de vaart er gauw in. Die periode ligt al weer ver achter ons en wat veel interessanter is, is dit, dat ik in L'36 kennis nam van een nieuwe Amerikaanse methode van grondonderzoek. Ik heb er heel wat voor moeten doorlezen en ten slotte is het een complete literatuurstudie ge worden, maar hoe verder ik kwam, zoveel te meer drong het tot me door, dat we op deze manier tientallen stap pen vooruit kwamen". Modern „kabouterwerk". „Toch heeft het nog jaren geduurd, voor ik er toe ben overgegaan de nieuwe methode in practijk te bren gen. Nu ongeveer twee jaar geleden, ben ik er hier in Grouw mee begon nen. Eerst deed ik alles alleen, net monster nemen van de grond, die on derzocht moest worden, het onderzoek in het laboratorium en ten slotte hat schrijven van het verslag en het aan geven van het daaruit volgende advies, maar wanneer u nu eens om u heen kijkt, dan ziet u wel, hoe dit werk is gegroeid. Het is vertienvoudigd en ik durf nu wel zeggen: wie z'n grond nog niet heeft laten onderzoeken is beslist niet „voorlijk". Sterker zal ik het maar niet uitdrukken. Wanneer de grondmonsters door het laboratorium zijn gegaan, dan kan ik 'n advies geven, dat verantwoord is; ik weet dan precies het gehalte der ele menten of planten-voedende stoffen, die in deze bodemmonsters voorkomen en die in het eerstvolgende groeisei zoen voor de planten opneembaar zul len zijn. Het is dan precies bekend, wat er in zit en wat er bij moet. Bovendien kan ik aan het ijzergehalte in de bodem zien of de grond goed doorwaterd r.t doorlucht is. Alles wat de boer meer aan het land geeft dan werkelijk nodig is, is letterlijk en figuurlijk weggegooid geld! Hoewel mijn adviezen natuurlijk betaald moeten worden, is het aardigs van het hele geval eigenlijk dit, dat ik gerust kar, zeggen, van een bescheiden gedeelte van de meer-opbrengst die de boer kan oogsten, tengevolge van onze bemestingsadviezen". Een uittreikvloeistof. „Het grote voordeel van dit nieuwe snelle en moderne uit Amerika naar Nederland overgewaaide onderzoek ls o.a. behalve oe grote volledigheid, dat voor al die te onderzoeken elementen dezelfde uittrekvloeistof wordt ge bruikt. Het voordeel daarvan schuilt hierin, dat de verkregen cijfers onder ling zonder meer {vergelijkbaar zijn, waardoor, wanneer men zoekt naar de meest ideale harmonische verhouding tussen de verschillende plantenvoe- dings-ionen, men aan deze cijfers zon der meer reeds een prachtige aanwij zing heeft De Verenigde Naties zien zich tegenover een nieuw probleem gesteld: in de 39 verdiepingen hoge wolkenkrabber te New Yorkwaarin het secretariaat van de U.N.O is onderge bracht hebben zich namelijk tot op de dertigste étage ook muizen gevestigd. De ongenode inwoners hebben het vooral voor zien op de localen, die bestemd zijn voor de afdeling voor de mensenrechten. Naar het gerucht wil, zijn de beestjes reeds begon nen aan het handvest van de mensenrechten te knabbelen. Men vermoedt, dat de muizen bij de verhuizing uit Lake Success reeds met de eerste verhuiswa gens meegekomen zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 9