Houdt Kerstfeest in je hart!
Wanneer werd Jezus van Nazareih geboren?
Kerststollen
bakken
In het jaar 8 vóór onze jaartelling
Kerstboodschap van
30 September en niei
25 December
J^ECENTE opgravingen bij de Kerk
der Geboorte te Bethlehem, die de
plaats aangeeft, waar Christus geboren
werd, hebben nieuw en verrassend ma
teriaal opgeleverd voor de reconstruc
tie van de omstandigheden, waaronder
Jezus geboren werd. In belangrijke
mate heeft hiertoe ook bijgedragen het
moeizame werk van het Turkse Depar
tement voor Archaeologie door bij An
kara de tempel van Caesar Augustus
bloot te leggen. De feiten, welke men
thans verzameld heeft bevestigen alle
de juistheid van het Bijbelse verhaal,
doch de 25-ste December wordt geens
zins meer algemeen als de Dag der Ge
boorte aangehouden. Ook omtrent het
jaar is geen zekerheid meer; de meeste
onderzoekers stellen dat thans op het
jaar 8 vóór het jaar 0. Dit behoeft ook
geen verwondering te wekken, want de
Latijnse historicus, die in het jaar 354
de datum bepaalde, had weinig waarde
volle gegevens tot zijn beschikking. Ook
was er geen behoorlijke registratie van
geboorte en sterfte in die tijden. Men
kan stellig zeggen, dat de historicus
van deze jaren belangrijk meer exacte
gegevens heeft vergaard dan in de
eeuwen der Romeinse heerschappij.
KERSTFEEST 1950
Henry J. Tayhr
JSERSTms brengt licht en liefde
tederheid, sumnnthi* «ejcfe,
dachten en daden- het ia °e~
het welzijn van ons allen aa"
het bijzonder van onze ki-nj in
versterkt het fundament vanZT' Het
goed is in de mens. wat
dat wg te weinig bedenken hoe om
zaglgk veel meer goede daden er zijn
dan slechte en hoeveel meer goede
mensen er zijn dan slechte. Dit kal
in ieder van ons alle aangetoond wor
den - probeer het maar eens door
te denken aan die ogenblikken in je
leven, dat ie je hm „u„„ i
hebt gevoel* ^gelukkigst
DAAROM ga ik terug tot de Kerst-
avond van 1908, wat voor de mees-
l!Yw0nS 6en hele m geleden is,
al is het in de ademloze geschiedenis
nog maar de dag van gisteren. Ik was
een jongen, zes jaar en niet meer en
lk logeerde bq mijn grootouders in de
buurt van Columbus in Ohio. Er was
alom sneeuw die avond en het kleine
huis leek een wit heuveltje te zijn, als
er geen rook uit de schoorsteen was
m°eSt een pad graven
Baar het houtschuurtje en ik stelde mij
•1 voor, dat ik een groot ontdekkings
reiziger was, verdwaald bij de Noord
pool, toen ik hoefgetrappel hoorde en
•en geschreeuw „hóoolé!"
Twee grote zwarte paarden stonden
voor ons huis, met dampwolken om
hen heen en witte snorren aan hun
monden. Oom Ned bracht ons een
vracht hout en hij blies als rook zijn
adem op zjjn handen om ze warm te
krijgen. Toen wist ik nog niet, dat ik
op de drempel van avontuur en roman
tiek stond.
Ik was nog nooit verder dan tien
mijlen van huis geweest. Mijn leven
had niets van dat gemak en die luxe,
die de jongens van deze tijd hebben.
Zelfs mijn wanten, mijn halsdoek en
mijn broek waren nog thuis gemaakt.
Onze huisdeur kraakte open en Moe
der stond daar; zij vroeg oom Ned
binnen te komen en even te ont
dooien. Hij lachte als het Kerstman
netje en zei: „Vrolijk Kerstfeest". Toen
stapte hij op Moeder af en er was
plezier in zjjn ogen.
„Ik kom een jongen lenen voor
Kerstmis", zei hij. „Madie heeft me
gezegd er een mee te nemen, al moest
ik hem stelen. Morgen vroeg heb je
hem terug om te zien, wat voor moois
er vannacht voor hem gebracht is.
Ik was zo ondersteboven, dat ik geen
woord kon zeggen. Oom Ned en tante
Madie hadden hun boerderij heel wat
mijlen weg en kinderen waren er niet.
De gedachte aan de reis er heen was
•1 het beste, dat ik voor Kerstmis had
kunnen vragen.
„Mag ik gaan?", stotterde ik en
Moeder glimlachte en zei me, binnen
te komen om mijn gezicht en mijn
handen te wassen. Tien minuten later
zat ik dik ingepakt op de grote slee
van oom Ned, dicht tegen hem aan
en de paarden liepen zo hard, dat ik
mij telkens goed moest vasthouden om
de Kersttaart voor tante Madie (als
een pompoen zo groot) niet te verlie
zen, die Moeder gebakken had.
Hoe zou ik oom Neds boerderij
de verwelkoming op Kerstavond moe
ten beschrijven: hij, groot en ver
weerd doordat hij altijd buiten was en
zij als de Vriendelijkheid zelf, hoog in
haar schommelstoel. Nu nog zie ik
elk hoekje van de kamer voor me: de
houtblokken in de haard, waarvan de
vlammen zich hoog uitrekten, de kana
rie, die sjirpte alsof hij alles heel ple
zierig vond en aan de muur een oude
spreuk, geweven in alle kleuren:
„Wees voor Anderen zoals ge wenst
dat zij voor U zullen zijn!"
Oom Ned schommelde langzaam
heen en weer en rookte zijn pijp en
vertelde me prachtige verhalen uit de
tijd, toen hij nog een jongen was.
Tante Madie zat stil met haar kapje
van witte kaait op het haar en een half
gebreide kous in haar handen. Zij
breide niet, maar speelde met de
naalden, terwijl ze luisterde. Er was
geen auto buiten in de schuur, geen
radio in de kamer, geen telefoon, geen
fornuis, noch gas of warm water en
er was ook geen electrisch licht. Maar
gastvrijheid, eerlijkheid, vertrouwen
en vooral: een gevoel voor principes;
dat was allemaal wel in het huis.
Het eten kwam. Oom Ned sprak het
gebed uit, met een speciale zegen voor
de knaap, die voor Kerstnacht geleend
was. Toen aten we: geen chef-kok van
het grootste hotel in de wereld heeft
ooit beter eten toebereid. Tante Madie
ving mijn blikken op, terwijl wij aan
tafel zaten en ze vroeg: „Waarom kijk
je me aan Henk?" En ik stotterde en
zei eindelijk: „Omdat U zo goed bent".
Maar wat had ik gezegd? Haar ogen
waren opeens vol tranen. Ze stond op
en kwam achter mijn stoel staan, zij
sloeg de armen om mij heen en kuste
mij en oom Ned zei: „Madie, je had er
zelf een dozijn moeten hebben".
Toen het donker was geworden en
de lampen waren aangestoken, nam
tante Madie een groot en heel oud
boek uit de kast en zij zong zachtjes:
„Stille Nacht, Heilige Nacht". Oom
Ned liet mij vlak bij zich zitten voor
het vuur en hij vertelde me nog veel
meer verhalen over de wolven en de
beren die er in de bossen van Ohio
waren, toen hij zo oud was als ik.
Daarna kraakten we noten en aten
er veel. Een zak met rode appels werd
naast mij neergezet; die moest ik mee
nemen naar huis en toen kreeg ik
mijn Kerstgeschenk: een porceleinen
kop met in gouden en blauwe letters
daarop: „Voor een Goede Jongen!"
Het werd laat en toen het vuur lager
branden ging, leek het alsof de wereld
weggleed. Ik werd in een groot en
zacht bed gelegd.
JJEERLIJK als mijn dromen moest
die Kerstnacht wel geweest zijn;
niemand die toen leefde kon hebben
gedroomd van al die fraaie en mira
culeuze dingen, die tegenwoordig alle
daagse zaken zijn. Onze vooruitgang
heeft voor altijd talloze dagelijkse zor
gen en beperkingen achter zich gela
ten. Zelfs indien wij het zouden kun
nen, wilden we stellig niet meer terug
keren tot die „goede oude tijd" van
weleer.
Voor al onze nieuwe zorgen kun
nen we alleen maar onszelf verwijten
maken. Veel van de werkelijke waar
de van ons streven ontgaat ons, omdat
wij zo vaak de ideeën en de daden, die
ons vooruit brengen niet onderschei
den van die, welke ons remmen en
terughouden. Wij kunnen en zuilen het
geluk dat voor ons bestemd is alleen
verkrijgen als wij verstandig genoeg
zijn om de draden uit de doek van oom
Neds muur vast te houden: „Wees
voor Anderen zoals ge wenst, dat zij
voor U zullen zijn".
Het is bijna twintig eeuwen geleden,
dat deze waarheid in de wereld werd
gebracht door de geboorte van Chris
tus: In alle boeken en door aUe
eeuwen heen is er geen betere gids
geweest voor de oplossing van onze
moeilijkheden. Onkreukbaarheid, be
trouwbaarheid, samenwerking plus een
gevoel voor de principiële waarheden,
zijn nu evenzeer noodzakelijk als al
tijd. Zonder dit zouden wij geen vier
en twintig uur kunnen samenleven,
De auto in de garage, de radio in de
huiskamer, de telefoon, het gasfor
nuis, het electrische licht, de bank
rekening hebben niets te maken met
die oude moraal-code, welke ons in
staat stelt met elkander te leven. Deze
waarheden zijn de veiligheidssloten
van ons bestaan en van ons geluk.
Minder onzekerheid bestaat omtrent
de plaats van Jezus' geboorte: „De
kleine gemeente van Bethlehem". Zo
wel Mattheus als Lucas vermelden Zijn
PLUMPUDDING KEUREN! - Een ongewone drukte in de keuken heeft
Anneke's belangstelling gewekt en in een onbewaakt ogenblik is zij met
speelkameraad „Bullie" naar binnen geglipt.
geboorte, maar geven geen tijdsaandui
ding. Mattheus zegt: .Jezus werd ge
boren in Bethlehem in de dagen van
Herodes". Lucas is uitvoeriger; hij ver
telt, dat de geboorte plaats had in die
dagen, dat er een bevel van Caecar
Augustus bekend werd gemaakt, dat de
wereld zou worden beschreven, dus ge
registreerd. Daarvoor ging Josef uit
uit Galilea, uit Nazareth, naar Bethle
hem. Lucas weet te vertellen en dat
vormt een waardevolle inlichting!
dat in die dagen Cyrenius gouverneur
van Syrië was.
Men heeft dan kunnen nagaan, dat
Caesar Augustus' decreet in drie jaren
moet zijn uitgevoerd en wel in de jaren
28 en 8 vóór Christus geboorte en in
het jaar 14 sedert het begin onzer jaar
telling. Het staat vast, dat de geboorte
van Christus niet in die jaren 28 v.
Chr. of 14 n. Chr. geschiedde, zodat het
jaar 8 v. Chr. als het meest waarschijn
lijke overblijft. Tot voor zeer kort kon
evenwel niet met zekerheid worden
aangetoond, dat Cyrenius inderdaad in
dat 8 jaar gouverneur van Syrië was
Doch het zijn vooral de onderzoekingen
in Augustus' tempel in Ankara, die een
nieuw licht op dit probleem hebben
geworpen. In de eerste plaats kon door
ontcijfering van oude kronieken
worden bepaald, dat Herodes inderdaad
ten tijde van Christus' geboorte te Je
ruzalem was, doch ook kon men Cyre
nius' gouvernementschap van Syrië
aantonen.
Ankara, waar zovele verrassende fei
ten aan het licht zijn gekomen, is een
van de oudste plaatsen op de wereld,
Vroeger heette het Angora en het was
eeuwen voor onze jaartelling de zetel
van de Hetieten (een machtig volk, dat
o.m. Egypte veroverd heeft en daar
voor het eerst het paard bracht!) In en
nabij Ankara zijn uitgestrekte Romein
se, Griekse en Perzische nederzettingen
geweest, welke een onuitputtelijke
schat aan historische gegevens bevat
ten, welke systematisch „opgegraven'
en geregistreerd worden.
De tempel van Augustus, welke wij
noemden, bleek een belangrijke inscrip
tie in de muren van de marmeren poor
ten te bevatten, welke een officiële
autobiografie van Augustus weergeeft,
welke hij enkele maanden vóór zijn
dood moet hebben opgesteld. In dit re
laas van zijn leven en zijn regerings
daden wordt ook de vermaarde „Cen
sus T" (volkstelling) genoemd, welke
in Lucas' evangelie bedoeld is.
Welke dag?
Over het jaar der geboorte heeft men
derhalve thans een betrekkelijke zeker
heid verkregen. De dag wordt nog
steeds een punt van ernstig onderzoek
Men noemt hiervoor steeds vaker de
30-ste September. Het is ons natuurlijk
ondoenlijk om de bewijsvoeringen daar
voor in kort bestek te vermelden, doch
een der punten is de moeite van een
toelichting waard:
Er wordt in de evangeliën verteld
det tijden» dt geboorte de «ohaapher
ders in het veld waren, hun kudden
bewakend. Dat kan niet in December
geweest zijn. Alleen in de zomer blijven
de kudden 's nachts in het veld. Boven
dien waren de Romeinen practische en
verstandige heersers en zij zouden een
volkstelling nimmer in de winter be
paald hebben, wanneer het verkeer
uitermate moeilijk, was en sommige
plaatsen slecht bereikbaar. Natuurlijk
zal ook een census in de gunstige maan
den gehouden moeten zijn. Een nadere
tijdsbepaling heeft men dan voorts nog,
omdat de Romeinen de volkstelling
stellig niet in de oogsttijd hebben laten
vallen, noch tijdens de Joodse vasten
of andere religieuze feesten. Op al deze
grondtal is het vrijwel zeker, dat de
werkelijke tijd van het jaareinde Sep
tember, begin October moet zijn ge
weest.
JAAR, maand en dag, de plaats zelf
vormt ook een punt van onderzoek.
Het algemeen beeld daarvan is de stal
met het vee om de kribbe heen. Dat
schijnt niet juist te zijn. Toen er nieu
we tegels moesten worden gelegd voor
de Kerk der Geboorte in Bethlehem
heeft het Palestijnse ministerie van
Oudheden enkele smalle schachten la
ten graven om te zien wat er onder de
plaats te vinden was. Men is daarbij
terecht gekomen op de fundamenten
van een oud huis. Een gangbare recon
structie is thans, dat de grot onder de
Kerk welke wordt aangegeven als
de plaats der Geboorte dat gedeelte
van een gewoon huis was, waar het
vee geborgen werd, doch geen stal. Ter
verduidelijking diende, dat het Pales
tijnse boerenhuis in twee delen werd
gebouwd: 't bovenste, de „mustabeh'
als woonvertrek voor het gezin, het on
derste, de „rowyeh" de plaats voor het
vee.
Als er gasten kwamen en er geen
plaats voor hen was in het woonhuis,
werd een slaapgelegenheid ingericht in
de stal. Daartoe werd eerst het vee
als het niet in het veld was verwij
derd en daarna matten en tapijten op
de grond gelegd, zodat er een uitsteken
de logeergelegenheid ontstond naar
Oosterse begrippen. Trouwens, Mat
theus spreekt bij zijn beschrijving van
het bezoek der Wijzen niet over een
stal, doch over het huis, waarin zij het
Kind en Maria aantroffen. Merkwaar
digerwijze heeft de voorstelling van de
mensen zich juist vastgezet op Lucas'
beschrijving van de stal, doch ongetwij
feld heeft Lucas de „rowyeh" bedoeld.
Bethlehem was in de bewuste dagen vol
met vreemdelingen, die voor de volks
telling onderweg waren. Het is dus aan
nemelijk, dat er voor Josef en Maria
geen plaats meer was in de woonv r-
trekken van de gastvrije bevolking en
dat er daarna een plaats voor hen is
ingeruimd in de „rowyeh". Uiteraard
is het wetenschappelijk en historisch
onderzoek naar de gegevens omtrent
Jezus' geboorte volstrekt nog niet be
ëindigd.
Telkens weer verkrijgt men nieuwe
en waardevolle gegevens, doch reeds
thans is het wel zeker, dat de 25-ste De
cember van het jaar 0 niet de dag kan
zijn geweest.
Het is merkwaardig, dat reeds Hero
des zei: „Reist henen en onderzoekt
naarstiglijk naar dat Kindeken" (Matt.
2:8).
Karwei voor Mannen:
VOOR KERSTMIS is er heel wat te
bakken. Sla er maar eens de klap
per van een kookboek op na we vin
den dan: Kerstbrood, Kerstcake, Kerst
gebakjes (Engelse, staat daar dan ach
ter), Kerstkrans, Kerstkransjes en zo
gaan we verder. En omdat het Kerst
eten toch al de tengere schouders van
de huisvrouw bezwaart komt er meest
al niet veel meer van dat zelf-even- nen we het volgende jaar eens het
iets-gauw-in-de-keuken klaarmaken als bijzondere vakwerk afleveren,
een extraatje bij-alles-wat-er-toch-al- Een heel kilo bloem dus, zelfrijzend,
te-doen is. Maar ditmaal daarom eens met drie deciliter melk, vier eieren,
een recept voor de heer des huizes, een half pond boter, 150 gram basterd-
Brood bakken is toch een typisch man- suiker en natuurlijk die vijftien gram-
nelijke bezigheid. Vraag het de hon- men zout niet te vergeten, met dat al-
derdduizenden bakkers maar. die over- les maken we het deeg: zwaar werk,
al op de wereld voor u en ons het da- mannenwerk, want er zit nu al een
gelijkse broodje klaarmaken. kilo of twee van dat kleverige materiaal
Het ouderwetse Kerstbrood wordt onder en aan onze handen en daarvan
hier nog weinig bereid, al kennen wij moeten wy nu een uitstekend deeg ma
al vele gezinnen, waar de heer des hui- ken, gezond deeg, dat elastisch is, niet
zes daags vóór Kerstmis de mouwen te droog, niet te nat. Wanneer het
opstroopt, een schort voordoet en op- „pakt" en de kleverigheid afneemt, zo-
geruimd, met energieke tred naar de dat we denken, dat we er al zijn, dan
keuken gaat om daar dat zware kar- gaan we „smijten" met het deeg.
weitje eens op te knappen. De grote bol deeg nemen we telkens
Kerstbrood bakken is inderdaad niet op en ketsen hem op de aanrecht of op
voor de poes, wanneer het op kracht de speciale plank, waarop we het deeg
aankomt. Een van de plezierigste re- maken. Smijten en beuken, totdat het
cepten daarvoor vinden wij nog altijd een heel plezierige massa wordt, waar
de Boheemse Kerststol. Gaat u met mee we het idee hebben alles te kun-
ons mee de keuken in om die knaap nen doen. Niet te lang deze massage,
van vijf degelijke Hollandse ponden anders verliest het deeg zijn veer-
bruin en wel uit de oven te trekken, k- acht. Maar is alles prima, dan komt
M .ar zover zijn we nog niet. Het bak- nog een interessant karwei: het toe
ken van een vijfponder is nu eenmaal voegen van de 250 gram rozijnen, de
geen alled-ags werk en bovendien ko- 100 gram sucade, 150 gram amandelen,
men wij niet alledag in de keuken. plus die geraspte citroenschil. Deze
Wij beginnen met het meel. Wilt u vier voortreffelijke artikelen moeten
het doen zoals het behoort, dan geen wij, al knedend in onze deegrol opne-
zelfrijzend bakmeel, maar gewoon bak- men. In het begin lijkt dat een hope-
kersmeel. een heel kilo wel te verstaan loze geschiedenis, doch met moed en
en dan met gist werken. Zo hoort het. verstandig beleid lukt het warempel
zo deden onze grootvaders het. Laten toch. De deegmassa is uiteindelijk wat
wij voor de eerste keer maar bij het minder aantrekkelijk geworden, door
zelfrüaende materiaal blijven, dan kun- dia rozijnen, die overal hun hoppan
door de huid heensteken, doch dat is
nu eenmaal niet anders. Het deeg slaan
wij nu tot een dikke rol, maken een
overslag bij het toeklappen van de
plak, waardoor de typische Kerststol
zijn vorm heeft gekregen: ovaal, niet
zo hoog en met een overlangse naad,
waarin aanstonds, als het brood gebak
ken is trots het takje hulst wordt ge
stoken.
Doch eerst nog enkele vakkundige
termen, ook als herhalingsoefeningen:
het deeg moet stevig zijn, omdat het
op de plaat gebakken wordt. De „ge
vorderden" uit onze klas, die het direct
met meel en gist willen doen en dus
niet met zelfrijzende bloem dienen
het deeg dan eerst zowat vijf kwartier
in een kom met een doekje er over
heen op een warme plaats bijvoor
beeld op de schoorsteenmantel t*
laten rijzen. En dan bij het overbren
gen naar de keuken: oppassen, dat het
gerezen deeg geen kou vat en weer
neerslaat, wat een afschuwelijke ramp
is. Maar goed, als de stol eenmaal op
de met meel bestoven plaat ligt, dan
snel in een hete oven het brood licht
bruin en gaar bakken. Dat duurt bij
zo'n vijfponder toch zeker vijf kwar
tier naar onze ervaring, maar, ovens
verschillen ook. Wie een temperatuur
regelen kan; 'dient deze op 250 graden
te stellen.
Komt het pronkstuk goed en wel uit
de oven, dan met boter besmeren,
gloeiend en wel, of met het wit van een
ei, waardoor de korst glanzend wordt
en daarna dik met poedersuiker be
strooien. U zult eens zien. hoe men
van deze pracht opkijkt. Wat bak-kunst
aangaat is de goede Boheemse stol een
meesterwerk. En wanneer het de eer
ste keer al gelukt: nu, dan is er een
bakkertje aan u verloren gegaan. Maar
maakt u er dan gerust een traditie van:
per Jaar k ao verschrikkelijk niet
haar