Het licht van ife kribbe
STAA TSGE
U
Chefarine 4
Hooglied met Variaties
j gezonde slaap:j
~dit\ j
Alexander Clifford
l/
sUW WAARBORG
Boeketje notities uit Vlaanderen
9f
ff
Viervoudige bestrijding
van pijnen en griep.
ZATERDAG 23 DECEMBER 1950
Ü3
pE WEG die uit Alexandri» voert, is
n°g aWÜd precies dezelfde. Hij golft
nog altijd op en neer over de. opper
vlakte van de Woestijn, op een manier
die tienduizenden chauffeurs van het
Achtste Leger kenden en vervloekten
De vruchtbaarheid van de bodem wordt
geleidelijk minder. De palmbomen ver
dwijnen, dan de mismaakte vijgebomen
daarna de verspreide plukjes gerst.
Witgekalkte Arabische hutten verdwij-
nen uit het landschap en worden ver
vangen door opgelapte zwarte Bedoui-
nententen en ten slotte door niets meer,
ln het geheel niets. Je hebt de ultra-'
marijnblauwe zee aan je rechterkant,
co veel blauwer, dan je verbeelding
ooit voor mogelijk had gehouden, de
cee en de verblindend witte zanddui
nen. En overal, overal elders de zo be
kende stofmassa, gespikkeld door gras
polletjes en in tweeën gesneden door de
cwarte macadamweg. Het is allemaal
precies zo, als het placht te zijn. En
het heeft allemaal absoluut niets te
«eggen, het betekent niets, het is niets.
Misschien is het altijd wel gevaarlijk,
om plaatsen te bezoeken, waar je iets
heel belangrijks is overkomen. Het ziet
•r nooit zo uit, als het moest. Maar de
woestijn lijkt op helemaal niets....
VfOOR IEMAND, die de woestijn ken
de. toen zij gevuld was met gevaar
en onbehagen en opwinding en mense
lijke ervaringen, is haar leegte van van
daag stuitend en teleurstellend. Het is
naaktheid, het is de leegte van het to
neel als het stuk uit is en de acteurs
verdwenen zijn en de coulissen afge
broken. Er blijft niet eens een echo
over. Je staat op de heuvelrug van El
Alameinen staart naar beneden, dwars
over één van de grootste slagvelden uit
de geschiedenis en je kunt eenvoudig
niet bevatten, dat hier ooit enige veld
slag heeft gewoed.
De woestijn, kalm en onverschillig,
heeft gewonnen. Je krijgt de indruk van
een onzichtbare, zachte, maar onweer
staanbare kracht, die aan het werk is,
die de lidtekens doet genezen en die
voet voor voet veld wint. Al die ontel
bare loopgraven zijn door de woestijn
opgeslorpt. De diep-omwoelde spo
ren van tanks en auto's, die de stof-
vlakte omzoomden, zijn teruggegleden
ïn de alles-overheersende eentonigheid.
Kaalgeschrapte vliegvelden zijn weer
begroeid met harde grasbosjes. Je kunt
de plaats niet terugvinden, waar acht
jaar' geleden het kamp lag, of de ge-
schutsopstellingen of de seinstations,
waren. Zelfs is er geen enkele aanwij
sing. waar alles zijn plaats had.
Achtduizend witte kruisen, gegroe
peerd in keurige rijen links van de
weg zijn de enige dingen, die in staat
zijn. je herinnering en je emoties aan
El Alamein wakker te roepen. Hier
stierven mannen en hier liggen zij, om
te bewijzen, dat de grote strijd gestreden
werd. Maar zelfs de doden verliezen op
hun manier hun woestijnkarakter. Want
om hen heen wordt een muur gebouwd
en aan één kant is een zorgvuldig be
werkte ingang met onderkomens en
een gastenboek. Hun witte kruisen zul
len worden vervangen door permanente
grafstenen....
Er is water aangelegd en ze zullen
proberen om iets groens tot groeiend
leven te brengen. Dan zal het er meer
uitzien zoals bij hen thuis, misschien
maar minder zoals in de woestijn.
HE Zuidafrikanen zijn de rest van het
Empire vooruitgegaan en hebben al
vast een monument voor hun eigen
makkers opgericht, aan de hoofdweg
van Alamein. Er is niets, dat eraan
herinnert, dat deze sector in werkelijk
heid gehouden werd door de Australiërs,
met de Nieuw-Zeelanders op hun lin
kervleugel. Er is nog helemaal niets,
dat aan Engeland zélf herinnert. Maar
hier staat hoe karakteristiek een
Italiaans gedenkteken, het grootste en
meest indrukwekkende van allemaal,
gebouwd door het initiatief van de
Italiaanse consul te Alexandrie.
Iemand heeft een bord geplaatst, om
aan te geven, hoever het Britse mijnen
veld kwam, en iemand anders een ander
bord, om de vijandelijke gevarenzone
aan te duiden. Hagedissen zitten er bo
venop zich in de zon te koesteren en
soms laat een onverschillige Bedouin zijn
kleine kudde geiten rond de borden
grazen. De woestijn probeert zelfs, om
deze tekens voorzichtig te absorberen.
groteske impressionistische vormen De
ze geroeste blikken zijn dus blijkbaar
permanent. Maar de karakteristieke
herinneringen aan het Achtste Leger
zijn verdwenen.
Het landschap is zo eentonig, dat het
je gedachten wordt geprojecteerd
als een onveranderlijk beeld en alleen
e snelheidsmeter van je wagen is er
om voortgang te signaleren. Je komt
Plek na plek voorbij die bekend zou
moeten zijn, maar die nu niet eens
schijnt te bestaan. En toch.soms
drukt een of andere, bijna onmerkba
re bocht in de weg op de knop van de
herinneringen in 'je hersens, en brengt
een gedachte aan dé oppervlakte, waar
van je niet eens wist, dat jé hem be
waard had. En je kijkt met iets van
vreesachtig ontzag naar een open plek
je en je zegt: „Hier heb ik eens gesla
pen", of „Hier was die aanval met duik
bommenwerpers", of alleen maar: „Hier
stond een voedselopslagplaats...."
JTN DAN die geur. Die roept het verle
den werkelijk op. Als je de wind
•opsnuift en de mengeling bespeurt van
stof en benzinedampen en het eigen-
lllllllllllllllllllllllillllllllllllllll
De Engelse oorlogscorrespondent I
heeft een bezoek gebracht aan m
de Noordafrikaanse woestijn, S
waar het Achtste Leger zege-
vierde over het pantserleger M
van Rommel. Hij kwam tot de g
weemoedige ontdekking dat j|
de mijlpalen van toen (namen,
'lie op ieders lippen waren) nog j|
slechts vervagende herinnerin- js
gen zün in de hoofden van hen, jj
die dit alles hebben meege- g
maakt.
PR ZIJN maar twee dingen, die de
woestijn geen kans heeft gezien van
lich af te schut. *1. In de eerste plaats
de mijnen, die nog altijd onder de op
pervlakte verborgen liggen en voorts de
benzineblikken van vier gallons, die
wij gebruikten. Die blikken zijn het
ontstaan gaan betekenen van een nieu
we school van bouwkunst onder de Be-
douinen, die er gammele hutten van
bouwen. En vier-gallon-tins blijken °°k
de beeldhouwkunst te stimuleren. Want
hier en daar langs de kant van de weg
staan stapels blikken, gegroepeerd in
7 I
iiiiiinii
aardige geurtje van kamelen, dan vloeit
een golf van verwarde herinneringen
terug in je geest.
Voor één enkele seconde kun je te
rug zijn in de woestijn van acht of
negen jaar geleden en haar emoties
weer voelen, vrees en onbehaaglijkheid
en het verlangen om ergens anders te
zijn, maar tezelfder tijd avontuur en
kameraadschap en een gezegend onge
compliceerde doelstelling.
Mersa Matruh heeft de oorlog bijna
zo gemakkelijk van, :sich afgeschud als
de woestijn1. Opnieuw is het een orde
loos neergesmeten wir-war van zandige
straatjes, omzoomd door op instorten
staande hutjes, waar Arabieren elkaar
sardines verkopen en ondermaatse eie
ren en Turkse koffie. Sidi Barrani is
oppervlakkig gerepareerd met benzine
blikken en zijn dozijn luchtige onder
komens zijn weer bewoond. Boekboek
bestaat wéér niet, zoals het nooit be
stond
HET rotsige spoor van het Achtste
Leger kronkelt nog naar beneden langs
de Halfaya Pas, maar niemand ge
bruikt het. Hele volken hebben eens
ademloos gewacht op nieuws van deze
weg, maar nu is hij nutteloos gewor
den. Beneden is weer een Brits kerk
hof met zijn muren en zijn onder
komens en zijn gastenboek. In Sollum
stempelen ze je paspoort en inspecte
ren je bagage. Tegenover het douane
kantoor kladt een hoopvolle Arabier
„Hotel van het geluk" op zijn bouwsel
Behalve het kerkhof is Sollums an
dere aantrekkelijkheid voor de toerist
Rommels Grot, een gat in de rotsen,
waar de generaal, naar men zegt, zijn
hoofdkwartier had. Het geval is in
hoge mate onveilig door de vele
„booby-traps". Op de borstwering
naast de ruïnes van Fort Capuzzo
wappert de gloednieuwe vlag van de
staat Cyrenaica. Nauwgezette ambte
naren snuffelden opnieuw angstvallig
in je paspoort en in je bagage. Ze krij
gen weinig reizigers, maar als ze het
doen, willen ze het werk ook góéd
doen.
Een paar mijl verderop ligt Bardia,
een wit spookbeeld, een stomme, ver
laten geestenstad, half in puin. Dan is
er niets. Niets, tot Tobroek.
En in Tobroek krijg je voor het
eerst een zwakke, hijgende echo van
het verleden. Want er zijn nog altijd
Britse uniformen in de straten, er
werkt een Naafi, er is een benzine-
laadstation van het leger, er is Britse
activiteit in de haven. Maar het is het
langzame, sombere rhythme van een
garnizoen in-vredestijd.
En buiten de stad is de woestijn
teruggekeerd. De chronologische lagen
van verwoest oorlogsmateriaal, die als
geologische vlakken over het land la
gen, zijn vervlakt tot een zwak waas
van oud-ijzer.
Sidi Rezegh is alleen nog maar een
naam op de kaart. De plek, die wij
Knightsbridge noemden is een vorme
loos stuk woestijn, ingesloten door
verward prikkeldraad en omgeven
door een mijnenveld. De woestijn is
teruggekeerd tot de eenvoud van een
boksring of een lege operatietafel.
^LS JE zo naar al die leegte kijkt,
schijnt het zo ongelooflijk gemak
kelijk, om na alles wat er gebeurd is,
verstandig te zijn. Hoe konden we
ooit benzineblikken hebben gebruikt?
Hoe konden we ooit een onderneming
begonnen zijn met tanks, die minder
van kwaliteit waren, dan die van de
tegenstander? Hoe is het mogelijk dat
Hitier niet heeft ingezien, dat hij Rom
mel een tweede pantserdivisie had
moeten sturen om zo Egypte te ver
overen?
Maar de woestijn biedt niet veel
houvast, om vroegere veldslagen op
nieuw uit te vechten. Er is hier te wei
nig om enige her-oriëntatie van de ge
schiedenis mogelijk te maken. De af
metingen alleen al, doen. iemand zich
afvragen, of. Wavell niet te veel eer
heeft gekregen voor die eerste brillante
veldtocht tegen de Italianen. Zijn leger
galoppeerde buiten zijn bereik na de
beginfase en het heeft zijn eigen plannen
gemaakt naar mate het vorderde. En
de leegte van Alamein doet vermoeden,
dat Montgomery een directe veldslag
alleen gewonnen heeft doordat hij een
groter en beter leger had, dan enige
Britse generaal vóór hem.
Misschien was, goed beschouwd, het
jaar van Auchinleck, het jaar van strijd
en snelle ontwikkelingen, wel de moei
lijkste en belangrijkste fase. En waar
schijnlijk zal men zichzelf moeten be
kennen, dat in werkelijkheid Rommel
de ware held was van het hele woes
tijndrama
Maar dat is een zaak voor geschied
schrijvers en voor schoolboeken en
persoonlijke herinneringen en herden
kingen van Alamein. Niets
blijkt hier te bespeuren. De
heeft het allemaal vergeten.
Ze hebben 673 Directeuren
van Naamloze Vennootschap
pen gevraagd waar ze het
meest van houden.
86 hebben geantwoord: van
belasting betalen
507 hebben geantwoordvan
mijn vrouw
62 hebben geantwoord: van
golf
17 hadden geen tijd om te
antwoorden
1 heeft geantwoord: in een
hangmat in de zon liggen met
mijn Bond Street sigaretten
Th alle ernstDe sigaret
mét, de record omzet
HE KLEINE SENATOR, met het zilverige haar aan alle kanten als metaal-
krullen wegspringend van onder de baskenmu s, geeft in de laatste bocht vóór
Brussel nóg wat meer gas, en de Ford stuift over de fijne, korrelige jachtsneeuw
als een renpaard vooruit. Tien minuten later maakt zich iets uit de sneeuw en|
nevel vóór ons los. Iets hoogs en lichts: Brussel. Brussel in feestverlichting. Het
is haast middernacht. De Grote Markt is betoverd. De oude paleizen der gilde-
huizen, de koopmansgebouwen, het Stadhuisdat alles staat en zweeft ver-
droomd in de holle nacht.
LIET SCHOONST is de kerk. Nooit
zag ik een kerk zo wonderlijk, zo
vreemd, zo mystiek in de nacht staan
als deze. Zo rijk ook, zo vorstelijk, zo
aristocratisch. Men herinnert zich ver
lichte kerktorens in Amsterdam. Als
déze toren waren ze nooit. Déze ver
lichting is dan ook niet alleen door
gemeente-arbeiders aangebracht- Ze
werd het mede door kunstenaars. Kun
stenaars hadden de hand in heel de
grandioze illuminatie van Brussel.
Het middel?: Duizenden en duizen
den lampen, golven, zeeën floodlight,
een ingenieus mengsel van licht en
schaduw. Het doel?: Honderdduizend
vreemdelingen trekken, die de feest
dagen in Brussel zullen doorbrengen
(mét hun frankskes). Dat doel wordt
bereikt. Iedere Belg, vele Fransen, Ne
derlanders en Britten laten zich lok
ken naar die fonteinen licht, die
bandjirs van klaterend, schuimend,
spoelend en spattend licht op de grote
pleinen en beroemde boulevards. Het
zal daar, met de Kerstdagen, met Oud
en Nieuw, met Reveillons, licht van
licht en zwart van volk zijn.
JEDERE avond rijden we met de kleine
senator door Vlaanderen. Vlaande
ren is niét verlicht. Om tien uur
's avonds slaapt Vlaanderen. In de
dorpen, gehuchten en steden is géén
feestverlichting. Op 'n enkel stads- of
dorpsplein staan Kerstbomen tegen el
kaar gedrukt. Ze zijn bestoven met het
ragfijnste tullen van poedersneeuw.
daarvan
woestijn
En Josef zocht, de lange donk're avond,
Waarop het Kind ter wereld komen zou.
Hi) éiné lanÊs huizen en langs vele straten,
En naast hem ging Maria, als een moede vrouw.
Toen klopte Josef aan de vele deuren,
Maar immer werd hetzelfde woord gehoord:
,,Hier is geen plaats, zoek verder verder
Ze trokken moeizaam langs de straten voort.
Er was alleen een stal, waarin een kribbe,
Tot rustplaats van het Kindje, onze Heer,
Maria nam wat stro en oude doeken,
En legde 't Kind in 't houten kribje neer.
't Onrustig mensenhart gaat ook langs vele wegen,
En klopt aan deuren die niet opengaan.
Wij zoeken vaak naar rust, die wij niet vinden,
En blijven immer eenzaam, eenzaam staan.
En als ons moede hart geen rust kan vinden,
Dan treffen wij de stal met 't Christuskind.
Waar 't mensenhart in d'onrust van de tijden,
De rust, de steun en 't nieuwe leven vindt.
Het Licht, ons eens in Bethlehem geschonken,
Het Licht, dat nu nog van de kribbe straalt,
Wijst ons de weg door 't donker van dit leven,
Als al het kunnen van de mensen faalt,
JAN VAN ALM.
Een knappe thriller in satyrische sfeer - Film,
waarvoor een nieuwe taal werd gemaakt
I/ORT voor de oorlog, in 1939, publi-
ceerde een Deense krant het be
richt, dat Hitier gestorven zou zijn
het
en
ge
be
de,
en
maar dat de leidende figuren van
Duitse rijk zijn dood verzwegen
een op Hitier lijkende stroman
bruikten om het volk te blijven
heersen. Dit bericht inspireerde
Engelse filmers Frank Launder
Sidney Gilliat die al sinds jaar en
dag samenwerken en bij hun films
beurtelings als eikaars producer en
regisseur optreden tot een scenario
voor een satyre op de dictatuur en de
politiestaat. De oorlog schortte echter
hun plannen op en eerst dit jaar maak
ten zij de film „Staatsgeheim". Ze
werd geschreven en geregisseerd door,
Gilliat, aan de camera stond Robert
Krasker, de fenomenale fotograaf, die
ook de opnamen voor „Brief encoun-
ter" en „The third man" verzorgde. En
dank zij hen werd „Staatsgeheim''
(„State Secret") in het lichte satyrische
genre een unieke film. Uniek ook in dit
opzicht, dat het de enige film is, waan
voor zelfs een geheel nieuwe taal onU
worpen werd.
.CTAATSGEHEIM" speelt in een denk-
beeldige politiestaat, Vosnië. En in
deze staat laat Gilliat een thriller spe-
len- een man wordt achtervolgd door
het regiem en dit regiem weer door het
gerechtigde noodlot. Thriller en satyr*
zjin zo dooreengemengd. Een beroemd
Amerikaanse chirurg, Marlowe, word»
door de regering van Vosme uitgeno
digd er een demonstratie te komen ge
ven van een bijzondere operatie, waan.
van hij de geestelijke vader is en
waarmee een tot nog toe ongeneeslijk,
ziekte te cureren zou zijn. Twee dagen
zal zijn verblijf in Vosnie duren.
wordt met veel luister ontvangen
gehuldigd ua de meeet prominent, art
sen van Vosnië zijn bij zijn demonstra
tie aanwezig. Wanneer hij met de ope
ratie bijna gereed is, wenst de chirurg
de gelaatskleur van zijn patiënt nog
even te controleren. De hem assisteren
de artsen willen het niet toestaan,
maar wanneer hij blijft aandringen,
wordt de patiënt ten slotte de kap van
het gelaat genomen. En dan ontdekt de
Amerikaanse chirurg, dat het leven van
de beruchte dictator van Vosnië hem
was toevertrouwd.
Deze wetenschap is voor hem cata
strofaal. Hij wordt gedwongen in Vos
nië te blijven tot de patiënt hersteld
is en mocht deze sterven dan zal de
chirurg zo wordt hem rustig mee
gedeeld geliquideerd worden, opdat
nooit zal uitlekken, dat Vosnië's leider
gestorven is. De patiënt sterft inder
daad en de chirurg tracht zijn hachje
te redden. Hij ontsnapt, tracht in con
tact te komen met zijn legatie, ziet zich
de pas afgesneden door de Vosniaanse
politie en vlucht dan in het wilde weg.
Zo belandt hij in een cabaret, leert er
een Engels-sprekend meisje kennen,
dat hem tegen wil en dank helpt. Ze
betrekken een zwart handelaar in hun
geheim en kunnen dan chantage op
hem plegen, zodat hij gedwongen is zijn
diensten ter beschikking te stellen om
Glynis Johns en Douglaa Fairbanks Jr. als de twee vluchtelingen in de Britse
sotyM ^Staatsgeheim".
niet zelf gevaar te lopen. Het wordt
een hachelijke vlucht, die een ramp
zalig verloop schijnt te krijgen
Maar wanneer de spanning zijn uiter
ste climax bereikt heeft, zorgt Gilliat
voor een heel verrassend en vederlicht
slot.
£)E regisseur heeft in zijn film met
veel bekwaamheid en vernuft ele
menten van werkelijkheid en fantasie
dooreengemengd. Zo tekent hij de po
litiestaat Vosnië heel werkelijk in een
grimmig-realistische sfeer. Die sfeer
wordt knap versterkt door de bizarre,
kunstmatige taal, welke Gilliat de be
woners van Vosnië laat spreken en
waarvan de film nergens ook maar de
minste vertaling geeft: de toeschouwer
waant zich mét de Amerikanen in een
volkomen vreemd land, waar hij op
geen enkele wijze contact kan krijgen
met de bevolking. Dit weer schept een
beklemmend klimaat voor het thriller-
verhaal. dat door Gilliat heel behendig
uitgebuit wordt. Daarin vooral ont
laadt hij een bijzonder prikkelende hu
mor, door de onzinnigheid van de wer
kelijkheid te demonstreren.
„Staatsgeheim" is zo een wonderlijk
fascinerende film geworden: comedie
thriller en politieke satyre dooreen
Douglas Fairbanks Jr. speelt met knap
evenwicht tussen de serieuze en de
blijspel-toon de figuur van de Ameri
kaanse arts. Naast hem verrast voorai
Glynis Johns met haar geestige flegma
in de rol van het cabaret-zangmeisie.
dat in het avontuur gemengd raakt.
Men zou kunnen wensen, dat de ia-
tyre in dit werk wat minder gemoede
lijk was. maar niettemin werd „Staats
geheim" een film. die ver boven 't ge
middelde amusementsproduct uitsteekt,
een verrukkelijke geestige ontspan
ningsfilm. die onder a] haar humor ook
karakter demonstreert. En zulke films
aijn ïeldzaam. LONG-SHOT
Met diezelfde poedersneeuw is Gent
bedekt en Brugge en Damme en Lier,
heel het Vlaamse land. Waar de oude
wijfjes, leunend op stokjes en met
zwarte omslagdoeken over de gerim
pelde hoofdjes gebonden, voortkruipen.
Op alle wegen hoog-opgeladen karren
met vlas. Ervoor dampende paarden
lijven.
Op het stadsplein van Brugge, mis
schien het schoonste plein ter wereld,
spelen tegen het middaguur de klok
ken en nooit hoorde men zulk een
edel zingend brons. En. dit zingende
brons zingt over en langs dat Hooglied
in steen, van vier, vijf, zes en zeven
eeuwen oud. Dat plein is een gebed in
steen. Een gebed, dat vertelt van men
sen die de toppen en transen der al
lerhoogste, puurste, innigste schoon
heid bereikten en voor een rij van
eeuwen die schoonheid vastlegden in
ruwe steen. Er ruisen oude namen
over dat plein: Pieter Breidel, de Ko-
ninck, Artois, Artevelde, Gulden Spo
renslag.
Alles wat eens de wereld van het
Westen aan kunstenaars kon opleve
ren, aan verbeeldingskracht, aan artis
tieke bezetenheid, aan geïnspireerd
Christendom, aan de allernobelste drift
tot getuigen, te getuigen in stéén, in
hout, in verf, dat is hier tezamen.
De sneeuw stuift over de stokoude
stad en het brons zingt voort, over
torens en kantelen, langs de Christus-
en Apostelkoppen, langs iedere steen
en elk door Tijd en Ruimte gesubli
meerd onderdeel van dat plein der
pleinen.
IN BRUGGE staat men een uur later
in een klein vertrek van het St.
Janshospitaal voor een verzameling
Memlings en als men de Madonna's,
de Christuskinderen, de aanbiddende
Wijzen, de Ursula-schrijn, gezien heeft,
dan vraagt men zich af waarom eigen
lijk hierna nog ooit naar exposities
van moderne kunst te gaan. Alles i«
reeds eenmaal gezegd.
Na het licht om de torens van Brus
sel, na Hans Memling en de Gilde-
huizen van Gent, is daar het andere
leven. De dagelijkse strijd om met Uwe
franken uit te komen, een strijd die
men prompt verliest. In één snelle
stroom regenen de frankskes Uw zak
ken uit. Wat men hier koopt, het is
tweemaal (of driemaal!) de prijs van
die in Holland. Alleen de kranten zijn
goedkoop. En veel dikker dan bij ons.
Maar ook veel vervelender. Men eet
hier goed en het ontbijt in ons hotel,
dat als devies de Vier Heemskinderen
draagt, is met z'n knappende, nog
warme luxebroodjes en z'n overvloed
van boter daarbij, een glorieus begin
van de dag. Maar als ge het bonnetje
van de gargon tekent wordt men wit
onder de neus vanwege de prijs
En men begrijpt er zo langzamerhand
iets van, dat er nog niet zo bar vlot
wordt gebeneluxt
In Brugge koopt men een stukje kant
voor thuis, maar het is een financiële
aderlating. In Gent slaat men een paar
pond koffie in: 125 frank per pond.
Reken de frank op een cent of acht en
ge weet wat dat kost.
De winkels puilen uit van de waren.
Alles is verkrijgbaar; Brussel lijkt op
een paradijs voor mensen die nog
kunnen kopen. Dat zijn dan beslist
géén Nederlanders! Er wordt veel ge
kocht en men vraagt zich af welke
lonen en salarissen hier verdiend moe
ten worden. De kleine senator glim
lacht, als we hem daar naar vragen.
Dan zegt hij zacht: „Och meneerke,
gij daar in Holland zijt arm en wij
1 ij k e n rijk, vat ge?"
We zien die week, dwars door Vlaan
deren reizend, meer nieuwe apto's bij
elkaar dan ooit tevoren. Méér zilver
vossen, persianers en hermelijn jassen
dan ooit in een Nederlandse bontzaak
in de Leidsestraat. In de restaurants
spoelt een zee van licht en men kan
zich de allerfijnste gerechten laten
voorzetten.
Men gaat hier goed gekleed. In de
Vier Heemskinderen krijgt men bij
z'n café-filtre dubbel de portie suiker
als in Holland. En dubbel zoveel boter.
De kleine senator brengt ons in z'n
glanzende wagen, dwars door een
sneeuwstorm, naar Antwerpen, naar
de trein voor Amsterdam. We danken
hem voor alle hulp en bijstand, in die
week betoond en prevelen iets van de
welstand in zijn land.
Hij lacht cynisch. En het laatste dat
we horen als de trein wegdavert. is:
„Jazeker, we hebben van alles méér
dan jullie. Zelfs alweer twee honderd
duizend werklozen. Het gaat ons zeer
goed. Adieu
ANTHONY VAN KAMPEN.
De vier geneesmiddelen in één
tablet Chefarine „4" verenigd,
brengen dikwijls baat, wanneer
een ander middel (aalt. Tezamen
werken zij dan ook bijzonder
krachtig en weldadig. a