r
De blik, die doden kan...
Sr™
Hersengymnastiek
Puzzle-rubriek
Pim. Pani, Poni en do Paashaas
"N
Radioprogramma voor dit week-end
JiMMY BROWN ALS KANAALZWEMMER
DE SLEITEL
W
0
ASTHMALIJDERS!
Jong blijven
beesi - *«-<•• - *-
door Bob Wallagh
NAAR VASTE GROND
ZATERDAG 7 APRIL 1951
tafeltje zat. De aangesprokene öto T **en0VBr hem het
het bericht hari voorgelezen, dat£nVZ 1 h 10 Juis'
wolven was aangevallen. „Ja, wreed zijn ze zei ivh Tt id°°r, troep
niet alles op de rekening van hun bloedt!oratio- 'i ^e dat 'e
janoj! Als Ik ze 's nachts hoorde hullen tonriii a P *C ®ven' Seln"
de troep afmaakten, dacht ik weieens Z e broeders onder
schudde het hoofd. „De duivel heeft ra^n<jj'an honger." De gids
staat het ^schreven. Zag flj ooit een wolf vla™ Toer Je Fe^leïde 2
krant neer. „Ik heb ze dichter bii me trehad h«„ „f de
r^olf'rfSul^'oriiïr aar" had SeniMn«J lachte wfla „DaTheb
lom». Al. J. :E^' ÏÏT l"~'
Jl. sl..J.n.te Niet troepen m«r »U^T bMüJfKT™
krachten werkt, moet nog geboren worden."
jLJIERMEE was het gesprek afgelopen.
De gids mompelde nog wat in zijn
baard maar wijdde dan al zijn aan
dacht aan de vijn.
Langzamerhand werd het voor de
twee mannen tijd om huiswaarts te
gaan. De meeste gasten hadden hun
nachtverblijven al opgezocht. Eindelijk,
het liep al tegen twaalf uur, verdwe
nen ook Ferenc en Semjanoj.' Aan het
eind van het dorp namen ze afscheid
van elkaar. Ferenc ging alleen verder
naar de boerderij, die enkele kilome
ters verder lag, en waar hij logeer
de.
De nacht was koud en helder en er
was bijna geen wind. De maan lond
als een bleke vlek aan de hemel en
een eenzame wolk dreef gezapig voor
bij. Ferenc liep kalm langs de kronke
lende bosweg, die naar de boerderij
leidde. Diep ademde bij de frisse nacht
lucht in. Daar knapte een mens van op,
na die bedompte atmosfeer in het klei
ne café. Hij vertraagde zijn pas. Mooi
was de nacht eigenlijk. Je hoorde geen
gerucht dan een enkele maal het zach
te ruisen van de struiken en je eigen
voetstappen. Ferenc dacht na over het
gesprek, dat hij met Semjanoj had ge
voerd Hij had er beter niet over kun
nen beginnen. Semjanoj was zo bijge
lovig en onmiddellijk boos als men zijn
fantastische verhalen niet geloofde.
Als Je de gids moest geloven was een
wolf een dier, dat alle eigenschappen
van Satan zélf in zich verenigde. En
dat allemaal, omdat nu precies drie
maal in de laatste twintig jaar een
mens in de omtrek door een wolf was
aangevallen! Ferenc passeerde het wan
kele bruggetje, dat de dorpsbewoners
over het kleine beekje hadden ge
legd Plotseling struikelde hij en viel
languit over de grond. Hij vloekte,
terwijl hij trachtte zijn been te ver
lossen uit de spleet tusen twee plan
ken, waarin hij was blijven haken.
Het kosten hem enige moeite eer hij
zijn been had losgewrongen. Zittend
bekeek hij de schram op zijn enkel, die
hij tengevolge van de val had beko
men. Het leek nogal ernstig. Met zijn
zakdoek verbond hij de wond. Straks
direct uitwassen, dacht hij, voor je
infectie hebt. Dat is zo gebeurd op
deze smerige wegen! Dan wilde hij
zich oprichten, maar viel onmiddellijk
weer terug. Vlak "oor hem, nog geen
meter bij hem vandaan glansden twee
vurige ogen. „Een wolf"!, .'.acht Ferenc
onmiddellijk en tastte zenuwachtig
naar zijn riem, waar een mes moest
zitten. „Vergeten!" ging het door hem
heen. Onmiddellijk schoot hem het ver
haal in gedachten, dat Semjanoj zo
juist had verteld. Ondanks alles wees
hij de veronderstelling, dat hij nu zelf
het slachtoffer van het bloeddorstige
steppedier was geworden, van de hand.
„Kolder!", zei hij halfluid. „Ik ben niet
in de room gewassen!".
Maar daar vlak voor hem gloeiden
de oogballen van een wolf, en hypno
se of geen hypnose, hij zat in een be
nauwd parket. Wat moest hij beginnen?
Blijkbaar maakte het dier geen aan
stalten om hem aan te vallen. Misschien
was het zelf angstig. Daar hoorde je
meer van. Elk dier erkent zijn meester:
de mens. Maar waarom vluchtte het dan
niet? Waarom vluchtte hij zelf niet? Zou
een wolf je dan aanvallen?
De ogen van het roofdier bleven on
afgebroken op hem gericht. Koud zweet
begon hem uit te breken. Het leek als
of er een vuur laaide achter die ogen.
De muil kon hij niet zien, maar hij
kon het zich voorstellen: de wrede ka
ken wijd opengesperd. God, wat moest
hjj doen? In de verte jammerden wol
ven tegen de bleke maan. De ogen
gloeiden heviger. Ferenc voelde hoe
een stroom, koud als ijs zijn leden
begon te verstijven. Was een wolf dan
toch een duivel? Feller en feller
straalden de ogen. Ferenc wist, dat
hij niet zou kunnen opstaan, zelfs als
de wolf zou vluchten. Het dier zou
niet vluchten, wist Ferenc. Het zou
hem kalm en berekend doden met die
vreselijke blik. In de verte, aan de
bosrand huilden de andere wolven
weer. Het was dichterbij gekomen. Ze
hadden hem misschien geroken. Nee,
dat kon niet, de wind was in zijn rich
ting. Maar wolven zijn duivels.
Toen doofde de gloed in de branden
de ogen vóór hem. Voor Ferenc was
het einde van dit avontuur aangebro
ken. De wolf had hem in zijn ver
schrikkelijke ban.
Jo werd hij de volgende ochtend ge
vonden door Semjanoj, die al vroeg
op pad was gegaan om zijn vriend voor
een nieuwe tocht op te halen. Ferenc
lag half verstijfd en half bevroren op
de brug; de zakdoek onhandig om het
gekwetste been gewonden. Zijn hoed
was op het ijs in de beek gevallen en
zijn bril lag twee meter voor hem op
het pad. De glazen glansden als wol
venogen.
Tom K.
Een fraai staaltje van hersen
gymnastiek werd geleverd door de
conducteur van de z.g. „Blauwe
tram". Het gebeurde op de lijn van
Haarlem naar Leiden. Een reiziger
vroeg de conducteur: „Hoe laat ko
men we eigenlijk in Oegstgeest
aan?" Waarop de man tot grote
verwondering van de reiziger ant
woordde: „Niet allemaal tegelijk,
meneer!" Aangezien ze maar samen
in de coupé waren, keek de passa
gier stomverbaasd naar het olijke
gezicht van de conducteur en....
bij had het grapje metéén door
Het was heel geestig bedacht: de
tram arriveerde namelijk om 12.59
of wel één voor één (dus: „niet
allemaal tegelijk").
En nu maar weer enkele vragen
waarop U het antwoord zelf moet
vinden:
1 Een t>an de voornaamste uit-
voerproducten van Suriname is
ba-uxiet. Wat is dat?
2 In welk dorp van ons land zijn
alle mannen zwagers, maar niet
alle vrouwelijke Inwoners,
schoonzusters?
3 Veel mannelijke beroepsnamen
eindigen op e r, zoals slager,
behanger enz. Noemt V nu eens
twee vrouwelijke beroepsnamen
die op e r eindigen?
4 Aan welk openbaar vervoer
middel ontbreekt het ons in
Nederland tot nu toe verge
leken met Frankrijk of Enge
land?
5 Vanwaar komt het woord limo
nade?
6 Waarom gaan de deuren van
ieder klas-lokaal op scnool naar
buiten open?
7 Wat is de meest voorkomende
familienaam in Nederland?
i Wie gaat er met de uitoefening
•van zijn beroep achteruit?
9 Noemt U eens drie eilanden die
belangrijk waren in het leven
van Napoleon.
10 Hoe luidt de spreuk boven de
ingang van het gebouw van de
Rijksmunt te Utrecht?
(Voor de antwoorden zie men ons
nummer van Dinsdag a.s.)
PUZZLE 182
EEN MOEILIJKE DELING (OPL.)
Een van de vele goede oplossingen
U ten wij hieronder volgen:
333 100007892 300324
999
1078
999
799
666
1332
1332
Talrijk waren de inzendingen. Na lo
ting, onder de inzenders is de wekelijkse
prijs van f 5.ditmaal ten deel geval
len aan: Mej. Ineke Arts, Parklaan 13,
Enkhuizen.
Gefeliciteerd! Deze prijs zal worden
toegezonden.
En nu onze nieuwe opgave.
PUZZLE 183
SA? INVOEGING IN OMWISSELING
Hieronder vindt men 6 maal twee let
tergrepen of woorden naast elkaar.
Door samenvoeging en omzetting der
letters van elk tweetal kan men ZES
zelfstandige naamwoorden maken.
1. RENGRINT—VISOSDUZE
2. MIJMEREN— BADESFUST
3. STUBIKEL—BETHION
4. PRAAM—GREFTOEN
5. STUIVER—VITIENSLOK
6. GLUMVOSIN—GERDIVEM
Welke 6 worden zijn bedoeld?
Oplossingen (per briefkaart) tot en
met Donderdag 12 April aan de Redac
tie van dit blad. (Er wordt onder de
inzender van een goede oplossing weer
een prijs van 5.verloot).
15. Wanneer Pim, Pam en Pom een
bom hadden laten ontploffen, dan had
den ze de herbergier en de andere gas
ten niet erger aan het schrikken kun
nen brengen. Eindelijk gelukt het de
waard om zich te herstellen. „Heren
heren, spot U er niet mee", smeekt h\j.
„U maakt natuurlijk maar een grapje.
Wat zal ik U brengen? een lekker been
tje om mee te beginnen en een schotel
hondenbrood erbij?" De drie heren kij
ken stomverbaasd. „Nee, ik maak geen
grapje", zegt Pom of te wel de markies
Pompelmoes. „Ik wou een ei! Wat is
daar voor geks aan?" „Jaja" valt Pim
hem bij. „Ik begrijp U niet. Waarom
kunnen wij geen eitjes krijgen?" De
drie hondjes spelen hun rol heel goed.
Ze doen net of ze nog niets weten van
het ongeluk, dat de Paashaas is over
komen. En op deze manier hopen zij de
dief te ontmaskeren. De herbergier
wringt zich de handen. „Heren, ik zal
het U uitleggen!"
ZONDAG 8 APRIL
HILVERSUM I, 402 m.: 8.00 NCRV, 9.30
KRO, 17.00 IKOR, 19.00 NCRV, 19.45-24.00
KRO. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.15
Gram.muziek. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Gram.-
rauziek. 9.30 Nieuws en waterstanden. 9.45
Gram.muziek. 10.25 Hoogmis. 12.00 Gram.
muziek. 12.15 Apologie 12.35 Gram.muziek.
12.40 Lunchconcert. 12.55 Zonnewijzer. 13.00
Nieuws, weerberichten «n katholiek nieuws.
13.20 Lunchconcert. 18.45 „Uit het Boek der
Boeken". 14.00 Radio Philharmonisch Orkest
en solist. (Ca. 14.45 „Grote tekenaars: Honoré
Daumier", causerie.) 15.25 Klein koor. 15.45
Strijkkwartet. 16.10 „Katholiek Thuisfront over
al!". 16.15 Sport. 16.30 Vespers. 17.00 Nederl.
Hervormde Kerkdienst 18.15 Nederl. Herv.
Zangdienst. Na afloop: Gram.muziek. 19.00
15. Toen Jimmy bemerkte, dat hij
in elk geval bleef drijven, voelde hij
zich niet meer zó onwennig in 't wa
ter. Hij begon zich langzaam de bewe
gingen te herinneren, welke Dirk de
Duiker hem kort tevoren had voorge
daan en het volgende ogenblik reali
seerde hij zich, dat hijzwóm. Hij
maakte zwemslagen en hij kwam voor
uit, hetgeen Dirk de Duiker met zicht
bare tevredenheid waarnam. „Brede ernstig gezicht bij trok, begon hij er
slagen maken", riep hij goedgemutst,
„en lekker lang uitdrijven. Goed zo, 't
gaat al prachtig". En werkelijk, ook
Jimmy zelf zag, dat het prachtig ging.
Krachtig en regelmatig sloeg hij armen
en benen uit en hij voelde, dat hij als
een bruinvis door het water begon te
schieten. En hoewel hij er een heel
nu zelf ook plezier in te krijgen. „Kom
d'r maar uit", riep Dirk de Duiker, ,ie
kunt zwemmen en het komt er nu al
leen nog maar op aan een beetje rou
tine op te doen". Hij stak Jimmy een
hand toe, toen deze uit het water
klom. „Ik moet zeggen", zei hij, „dat 't
mij hard is meegevallen".
PatrleU
Wenthwortli
(71
H fTïirmiM PRODUCT
Lamb hees zich met enige moeite
uit zijn stoel.
.Voorlopig zeg ik daar geen ja en
geen neen op", verklaarde hij, „maar
die meneer Bush moet zeker eens na
der aan de tand worden gevoeld. We
zullen hem tekst en uitleg vragen".
Halverwege de deur keerde hij op
zijn schreden terug.
„A propos, u heeft toch zeker een
motief bij de hand? Als regel vermoor
den achtenswaardige kosters geen orga
nisten. U weet wel, dat een motief
broodnodig is. De jury's zijn daar erg
op gesteld".
Juffrouw Silver richtte zich op.
t Was maar een licht, keurig gebaar,
maar brigadier Abbott concludeerde
eruit, dat in haar ogen de hoofdinspec
teur. overigens misschien terecht wat
uit het veld geslagen, minder hoffelijk
jegens een dame was opgetreden. Met
een lichte heesheid in haar stem, zeide
zij:
„Er bestaat mogelijk zulk een mo
tief en ik acht het mijn plicht, het u
mede te delen. Bush, ofschoon als Brits
onderdaan geboren, is van Duitse af
komst. Zijn ouders hebben zich hier te
lande gevestigd. De naam was oorspron
kelijk Busch, naar Duitse spelling, maar
in de vorige oorlog is de c eruit ver
wijderd. Juffrouw FeU heeft me ver
teld, dat kort te voren deze Frederick
Busch, toen zeventien jaar, door de
agenten van de vijand was aangezocht,
hun inlichtingen te geven. Hij was
toendertijd bediende in een huis, waar
de tafelgesprekken misschien van poli
tiek belang konden zijn. Ik moet mij
haasten, er bij te voegen dat hij on
middellijk weigerde en de stiefvader
van juffrouw Feil, toendertijd dommee
te Bourne, van de bijzonderheden op
de hoogte stelde.
Lamb liet een zacht gefluit horen,
zich met een korte beweging weer naar
de deur. „O, kom mee. Frank, kom
mee, voor ze ons nog meer vertelt! IK
heb al veel meer gehoord dan ik van
daag kan verwerken".
HOOFDSTUK XXX.
Terwijl het gesprek, hierboven vér-
meld, aan de gang was, genoot juf
frouw Sophy in de salon van een ver
frissend dutje. Ofschoon ze nooit een
middagslaapje wilde houden en zeker
nimmer op dat uur haar benen ten
volle had uitgestrekt, maakte zij geen
bezwaar, ze op een voetenbankje te
laten rusten of achterover te leunen
tegen een aantal gemakkelijke kussens
en dan haar ogen te sluiten. Garth Al-
bany en Janice, die ter weerszijden van
haar zaten, kwamen eensklaps tot de
ontdekking, dat ze niet meer naar hen
luisterde. Haar witte, wollige krullen
kwamen prachtig uit tegen een blauw
zijden kussen, haar adem ging klam en
geruisloos over de even van elkaar ge-
schelden lippen, haar mollige handen
lagen gevouwen in de schoot. Feitelijk
waren de beide jongelieden alleen.
Wat Janice betreft, ze had wel ge
wild, dat ze ergens anders was. Of leek
het maar zo? Na die wandeling op Zon
dag had ze eigenlijk aldoor niet gewe
ten wat ze wilde. Heel diep in een ver
borgen hoekje schreide iets, dat niet ge
troost wenste te worden. Nu Garth haar
zijn liefde had willen verklaren, maar
zij hem dit had belet, zou zij niets als
herinnering hebben. Hij zou vertrekken
en misschien eerst jaren later terug
keren. Hij zou wellicht naar het bui
tenland gaan, er sneuvelen en zij zou
niets als aandenken bezitten. Hij zou
die Zondag misschien hebben gezegd:
„ik heb je lief': hij zou haar zeker weer
hebben gekust. Zelfs als 't voor hem
niets zou hebben betekend, zou 't voor
haar een schat geweest zijn, waarvan
ze na zijn vertrek had kunnen genie
te Maar ze had haar trots de over
hand gelaten en vond dat nu 'n schrale
troost.
Over de ronde, rijk met pruimkleu-
rige cachemir beklede schouder van
juffrouw Sophy keek ze naar hem en
vond hem toch zo innig-lief. De groei
van zijn haar, de lijnen van wangen en
kaak, de rimpeltjes aan zijn ooghoeken
als hij glimlachte
Juist op dit ogenblik zag ze die rim
peltjes. Lachend zei hij: ,,'t Hoogtepunt
van een klucht! De chaperonne is inge
slapen. Wat zullen we nu doen?" Met
een lichte hartklopping en verlegen
glimlachend, bracht ze 't niet verder
dan: „Sst!"
Wéér lachte Garth.
„O, needat geloof ik niet. De
regie zegt: „Nu oversteken!" Meteen
stond hy op, liep om de sofa heen en
ging op de leuning van haar stoel zitten.
,Je behoeft niet bang te zijn, dat ze
wakker wordt, 't Is een familietrek, dat
weet ik. Als ik eenmaal in slaap ben,
dan slaóp ik ook en is er een bom nodig
om me wakker te maken".
„Maar je bent geen familie van
haar.... ze is een stiefkind. Je kunt
niets geërfd hebben van de stiefdochter
van je grootvader".
Hij legde zachtjes zijn arm over de
stoelleuning.
„Ik heb niet gezegd, dat ik het geërfd
had. Maar je kunt ook iets karakteris
tieks overnemen. Hoe het zij, hoofdzaak
is, dat ze op zijn minst een half uur
onder zeil is en dat het zonde zou zijn,
die tijd te verknoeien. Je wilt zeker
geen kus hebben?"
Hij zag, hoe een vurige blos haar naar
de wangen steeg en weer plotseling ver
dween. Toen zij langzaam haar hoofd
omwendde en hem aankeek, deed haar
lippen plooiden zich om „ja" te zeggen,
maar hij legde de hand op haar schou
der.
„Wat scheelt eraan?"
„Niets".
Hij schudde haar zacht door elkaar.
„Kindlief, dit was een klucht. Jij
maakt er een drama van, zoiets als:
„Laat los mij, knecht; ik heb vergif ge
dronken" Wat scheelt eraan?"
„Ik deug niet erg voor een klucht".
Hij keek haar lachend aan.
„Och, ik ben er ook niet zo geschikt
voor. Laat ons er een salonstuk van ma
ken: De grote scène van het aanzoek. Ik
ben een zoon van rijke maar eerlijke
ouders. Ik ken je door en door en jij
weet meer van mij dan enig ander
meisje .Voor ons beiden is de toekomst
hoogst onzeker, 't Is zoals iemand eens
heeft geschreven: „Pluk de rozen als je
het kunt". Welnu?"
21e dwong haar stijve lippen tot een
glimlach.
(Wordt vervolgd.)
Kamerkoor. 19.15 „Mensen op de schtergrond",
causerie. 19.30 Nieuwi, sportuitslagen en weer
berichten. 19.45 Actualiteiten. 19.52 Boek
bespreking. 20.05 De gewone man zegt er "t
zijne van. 20.12 Gevarieerd programma. 22.45
Avondgebed en Liturgische kalender. 23.00
Nieuwa. 23.15—24.00 Gram.muziek.
HILVERSUM H, 208 m.: 8.00 VARA, 10.00
VPRO, 10.30 IKOR, 12.00 AVRO, 17.00
VPRO, 17.30 VARA, 20.00-24.00 AVRO. -
8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 Gram.
muziek. 8.30 Vacantietipi. 8.40 Voor de gere
patrieerde militairen. 9.12 Postdmvenberich-
ten. 9.15 Verzoekprogramme. 9.45 „Geestelijk
leven", causerie. 10.00 „Geef het door". 10.05
Zondagshalfuur. 10.30 Doopsgezinde Kerk
dienst. 12.00 „Muziek-étalage". 12.40 Voor
de jeugd. 12.50 Gram.muziek. 13.00 Nieuws
en weerberichten. 13.15 Mededelingen of gram.
muziek. 13.20 Theater-orkest. 13.59 „Even
afrekenen, beren!**. 14.00 Gram.muziek. 14.05
Boekbespreking. 14.25 Gitaarspel. 14.40 „Ca-
valleria Rustieana", opera (gr.pl.). 16.00 Film
praatje. 16.15 Zuidelijke muziek. 16.30 Sport-
revue. 17.00 „Gesprekken met luisteraars".
17.20 „Een Kerklied". 17.30 „Het Lauriston
Gardens Mysterie", hoorspel. 17.50 Piano-spel.
18.00 Sport. 18.15 Nieuws en sportuitslagen.
18.30 Cabaret. 19.00 Radiolympns. 19.30 Amu
sementsmuziek. 20.00 Nieuws. 20.05 Roman
tische voor>aarsmuziek. 20.45 Avro-allerlei.
20.50 „De Forsyte Sage: Een man van For
tuin", hoorspel. 21.30 Metropole-orkest. 22.00
Cabaret. 22.30 Zang en orgel. 22.50 Actuali
teiten. 23.00 Nieuws. 23.15 Gram.muziek.
23.30—24.00 Dansmuziek.
4
MAANDAG APRIL
HILVERSRUM L 402 m.: 7.00-24.00 NCRV
7.00 Nieuws. 7.18 Gewijde muziek. 7.45
Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weer
berichten. 8.10 Sportuitslagen. 8.20 Gram.
muziek. 9.15 Voor de zieken. 9.30 Water
standen. 9.35 Familie-competitie. 10.30 Mor
gendienst. 11.00 Gram.muziek. 11.15 Geva
rieerde muziek. 12.30 Land- en Tuinbouw-
mededelingen. 12.33 Orgeiooncert. 13.00
Nieuws. 13.15 Spaanse muziek. 13.45 Gram.
muziek. 14.00 Schoolradio. 14.35 Gram.muziek
14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram.muziek.
15.25 Strijkkwartet en piano. 16.00 Bijbellezing
16.45 Vocaal Ensemble. 17.00 Voor de kleu
ters. 17.15 Orgelconcert. 17.45 Voor de kin
deren. 18.00 Zigeunerkwintet. 18.15 Sport-
rubriek. 18.25 Engelse les. 18.45 Boekbespre
king. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.15
„Volk en Staat", causerie. 19.30 Gram.muziek.
19.40 Radiokrant. 20.00 Nieuws. 20.05 Salon
orkest. 20.40 „Georg Friedrich Handel", hoor
spel. 21.30 Strijkorkest. 22.15 Reportage. 22.30
Fluit en clavecirobel. 22.45 Avondoverden
king. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram.
muziek.
HILVERSUM H, 298 m.: 7.00-24.00 AVRO
7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30
Gram.muziek. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek.
9.00 Morgenwijding. 9.15 Gram.muziek. 10.30
Van vrouw tot vrou\\. 10.35 Gram.muziek.
11.00 „Op de uitkijk". 11.15 Orgelconcert.
12.00 Orkestconcert. 12.30 Land- en Tuin
bouw mededelingen. 12.33 In 't spionnetje. 12.38
Gram.muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Avro-
allerlei. 13.20 Politie-kapel. 14.00 „Wat gaat
er om in de wereld?", causerie. 14.20 Gram.
muziek. 14.30 Voordracht met harpspel. 14.45
Semi-klassieke muziek. 15.15 Voor de vrouw.
16.15 Piano-recital. 16.45 „Musicalender",
17.30 Voor de padvinders. 17.45 Regerings
uitzending: E. W. Ostreig: „De Europese ge
meenschap in Indonesië". 18.00 Nieuws. 18.15
Militair commentaar. 18.30 Dansmuziek. 19.00
„Discograni". 19.30 Muzikale causerie. 19.45
Regerir.gsuitzending. Ir. H. Verschuyl: „De
schapenfokkerij in Nederland". 20.00 Nieuws.
20.05 Avro-allerieL 20.10 Radioscoop. 22.30
Radio Philharmonisch Orkest. 23.00 Nieuws.
23.15—24.00 Cram.n.jziek.
HIER IS WAT U MOET WETEN!
De hevigste asthma-aanval kan bin
nen één minuut gekalmeerd worden.
Dat is de ondervinding van de tiendui
zenden asthmalijders, die de wonder
baarlijke Adozo tabletten hebben ge
bruikt. De medicijnen, die de Adozo
tabletten bevatten zijn zo samenge
steld, dat één enkel tablet de felste
aanval in 30 seconden verlicht en de
normale ademhaling in 5 a 15 minuten
herstelt. Adozo is doeltreffend in alle
gevallen van asthma, bronchitis, nacht
en ochtendhoest, beklemming op de
borst, moeilijke ademhaling, enz. Neem
eens de proef met Adozo. U vindt de
Adozo tabletten bij Uw apotheker of
drogist.
(Advertentie, Ing. Med
IS MET de woorden die wij horen
of lezen een vreemde geschiedenis.
Ieder zal mij direct willen toegeven, dat
je woorden hoort met je oor, of, zo ze
geschreven staan, ziet met je oog. Wan
neer wij in het algemeen iets horen of
zien, kortweg iets waarnemen, dan ko
men wij In deze waarneming onmid
dellijk met het ding zelf in aanraking.
Wanneer ik een vogel hoor zingen, en
ik zie hem tegelijk in een boom zitten,
dan geeft de waarneming zelf mij de
onmiddellijke indruk van juist deze
vogel in juist deze boom. Maar, nu
hoort u op dit moment geen vogel zin
gen; en u ziet hem ook niet in een
boom zitten. U leest slechts over die
zingende vogel in z'n boom. Tenminste,
wanneer u de Nederlandse taal verstaat!
Want het woord, waarmee wij mensen
en dieren en dingen aanduiden, is niet
het ding zelf. Het moet vertaald wor
den! U moet aan dat woord z'n zin ge
ven en door uw begrijpen van de taal
zin kunnen geven! Het horen of het
lezen van woorden 16 dus geen waar
nemen van de zaken, die daarin wor
den genoemd. Het is het besluiten tot
het springen naar de daarin bedoelde
zaken.
Wij merken dit vreemde karakter van
het woord, namelijk dat het niet-adae-
quaat kan en moet worden opgevat,
nauwelijks meer op. Maar zodra we
over God gaan spreken, bemerken we
ineens weer het indirecte dat elk woord
eigen is. Woorden als vogel en boom,
hoewel we de klank of het letterbeeld
daarvan moeten vertalen om er zin aan
te geven, zijn zo gewoon, dat het ons
niet meer opvalt. Maar het woord God,
ofschoon zeer algemeen en zelfs te al
gemeen gebruikt, plaatst ons ineens
weer voor het raadsel der vertaling.
Dit is in zo'n hevige mate het geval, dat
wij er steeds weer behoefte aan heb
ben om alles wat met God verband
houdt, uit te spreken in de meest' alle
daagse termen.
QM AAN dit verlangen naar een ao
gewoon mogelijke weergave tege
moet te komen inzake het contact met
God, dat een mens steeds jong en be
reid' houdt, vertel ik u dit korte, Oos
terse verhaal. Een rijk man, een vriend
der mensen, had een prachtige vijver
aangelegd, vissen daarin doen zwem
men en er bomen en vele planten rond
om geplaatst. Deze vijver kreeg z'n
water uit een verre bergrivier. Zo werd
dit plekje een lust voor de ogen. Kin
deren speelden er bij voorkeur. Oude
ren kwamen er graag om uit te rusten.
Maar, deze vriend der mensen stierf.
Zijn huis met de daarbij behorende vij
ver kwam in handen van een ander. En
deze laatste was geen vriend van de
natuur en van de mensen. Dus damde
hij de rivierarm, die de vijver van wa
ter voorzag, af. Het gevolg was, dat de
vijver droog kwam te liggen. De vissen
stierven, de planten verdorden, de bo
men verkwijnden. Kinderen en volwas
senen kwamen er niet meer. Deze voor
malige vijver werd weer een even troos
teloos stukje grond als voordien, toen
de mensenvriend het levenbrengende
water nog niet naar die plaats geleid
had.
TEDER begrijpt, dat dit als beeld be
doeld is. Evenals de gelijkenissen uit
het Nieuwe Testament, of de mythen
die Plato in zijn geschriften gebruikt.
Dergelijke beelden of gelijkenissen ma
ken het ons gemakkelijker de woorden
van en omtrent God te vertalen.
Wanneer er dus gesproken wordt
over een levend contact met God, dan
bedoelen we zoiets als het zojuist ver
telde. Deze vijver gaf de indruk van
een voortdurende verjonging, van een
eeuwige jeugd, van een voortdurende
lente, alleen omdat van verre bergen
water toegevoerd werd. En zo nu is het
met de mens. God is een krachtbron.
God is dunamis, zoals de Grieken zei
den: dynamiet. God is het leven en hij
schenkt het leven. Zonder hem gaat
alles dood. Zonder hem verkilt de
mensheid en versterft de aarde.
Sommigen zullen tegenwerpen, dat
ondanks Gods er-zijn, de dood er toch
ook is, als die macht die de directe te
genstelling is met het leven Gods. Dat
zal geen mens mogen ontkennen. De
dood is er. Hij schijnt almachtig. Nie*s,
geen plant, dier of mens schijnt buiten
zijn greep te staan. Zelfs de aarde als
geheel en ons zonnestelsel zijn sterfe
lijk. Jong blijven is dus een wensdroom,
een illusie, een gedachtespel. Je kunt
je met zo'n spel vermaken. In wezen
echter is het zinloos.
Tegen deze schijn gaat het geloof
over de hele linie in. Geloof is een le
vende relatie met de levende God. Deze
relatie kan nooit verbroken worden,
niet in dit leven en niet' buiten dit le
ven, niet in de ziekte en niet in de
dood. Dit is een band. die sterker is dan
alle dood, een band die zelfs de dood
van ons universum overleeft.
Dit alles is het met woorden uitbeel
den van een realiteit. Niet eerder ech
ter zult ge van deze realiteit overtuigd
zijn, dan dat ge zelf hebt gezien. Dit
zelf-zien echter is niet anders dan uw
eigen geloofsbeslissing.