Staten
Joop Geesink maakt
televisie-films voor de
Verenigde
Een frisse
Kleinigheden en een
loorjaarsmantel
Allerlei over kinderen
mei een
modern badpak
NEDERLANDSE POPPENFILMS
L
In Dollywood aan de Duivendrechtse
kade te Amsterdam
Fantasie en goede smaak
vechten om voorrang
Een snoesje
ïïloqiich denken
LIET ZIJN meestal
welke de goede
de kleinigheden,
smaak van de
draagster verraden. Een aardige cor
sage of een sjerp kan wonderen ver
richten en het toilet dat cachet geven,
waardoor het niet in de massa van
middelmatigheid opgaat.
Het is nu eenmaal een tijd van duur
te en vooral op textielgebied zijn de
uitgaven hoog. Voordat men zich een
nieuwe japon of mantel aanschaft,
wordt Wel degelijk overwogen of
het werkelijk nodig is enof de fi
nanciën een dergelijke uitgave toela
ten
Zo niet, wat zijn er dan voor bezwa
ren om door een aardige garnering,
welke heus niet zoveel behoeft te kos
ten, het drie- of vierjarig jurkje een
vernieuwd aanzien te geven? Aan mo
gelijkheden geen gebrek! Zelfs de
Franse vrouw moet, evenals haar Hol
landse zuster, de dubbeltjes heus wel
een keer meer omdraaien dan vroe
ger.
Zij neemt dan ook haar toevlucht tot
het corsage of anderszins, teneinde
nieuwe fleur te geven aan een of ander
garderobe-onderdeel.
Wat zou U bijv. zeggen van een
sneeuwwitte luchtige chiffonhalskraag,
welke 'n ideetje blijkt te zijn van
Jeanne Lafaurie, die de streng vrouwe
lijke lijn prefereert.
De in ons land thans vrij bekende
Pierre Balmain weet evenzeer, dat wij
vrouwen wel van een verandering
houden. Hij ontwierp een vuurrode, zij
den shawl men zou het een halsband
kunnen noemen welke wordt ge
sloten met een haak en oog, gecamou
fleerd door een reusachtig corsage van
natuurgetrouw nagebootste bloemen.
Naar onze smaak wel iets te pompeus.
Carpentier daarentegen zocht het
weer in de shawl, welke, rond de hals
lopend, in twee slippen naar beneden
valt. Dan nog een fantasietje van Ro-
bert Piquet, die het ook al in de bloe
men zoekt.
(Van onze speciale verslaggever)
^CHT-EN-DERTIG JAAR, groot en dik, maar niettemin zwierig in zijn op
treden, een brede gulle lach altijd klaar, zo goed als een geestige opmerking,
vooral om de spot met zichzelf te drijven, ziedaar Joop Geesink ten voeten uit.
Joop Geesink, de grondlegger en leider van het jonge maar reeds internationaal
bekende Poppenfilmbedrijf Dollywood in de voormalige Cinetone-studio's aan de
Duivendrechtsekade te Amsterdam. Joop Geesink, artist en zakenman beide. Of:
zakenman en artist beide. Kiest U zelf maar. In ieder geval iemand, die het
reclamevak verstaat, en de kunst om de moderne techniek dienstbaar te maken
aan dat vak. Deze Joop Geesink heeft een receptie gearrangeerd ter gelegenheid
van het vijfjarig bestaan van zijn „Dollywood". En hij deed dat natuurlijk op
originele wijze.
Mad. Charpentier verraste ons dit
maal met een voorjaarsmantel van
zacht rose kleur. De rok valt bijzon
der ruim, evenals de halslijn. Het bij
zondere aan deze mantel zijn wel de
zeer wijde ballonmouwen, uitlopend in
een nauwsluitende manchette. De hals
laat voldoende ruimte voor de behaag
zieke vrouw, die prijs stelt op het
dragen van bijouterieën, in dit geval
•en vierdubbele rij gitkralen.
TEN DER GROTE zalen van het ge
bouwencomplex was tot ontvang-
ruimte gepromoveerd. Langs de wan
den waren blikken filmtrommels ge
prikt met kleurige opschriften, die een
romantische taal spraken. „Honig s
Ideaal", „The way to a man's hearr,
„Voltreffers", „De muzikale apotheek".
„Roodkapje", „Geheime Wapens „Wat
Columbus ontdekte", „Vrouw in de
Schaduw", „The big Four", enz., enz.
lazen we. Het zijn de titels van de re
clamefilms, die dit bedrijf sinds zijn
bestaan al te maken kreeg. Daarnevens
kleefde in tekening en woord een sche
ma van dit in zijn soort beslist enige
filmbedrijf in Nederland tegen die
wand. En dan verder was de ruimte,
behalve met een ongemeen groot aan
tal gasten, natuurlijk gevuld met stel
lages voor filmcamera's en onverschil
lig doende operateurs.
En toen onderbrak Joop Geesink
himself het gezellige geroezemoes. „Ex
cuseert U mij, maar ik heb een onpret
tige mededeling. Ik ga een toespraak
voorlezen".
Steun van Philips.
Die toespraak was er een van de
goede soort. Dus kort en krachtig. „De
groei van dit bedrijf is in belangrijke
mate te danken aan Philips", zei Joop
Geesink. „In 1942 maakten we experi
menteel een filmpje onder de titel Se-
renata Nocturna. Wij ermee naar Phi
lips. Met lood in de schoenen, want
het was nog verre van volmaakt. Maar
laat de heer Numan het nu kopen. En
hij gaf ons gelijk 3.000,— voorschot.
Dat was voor ons op dat moment het
voornaamste. Met dat geld konden we
verder experimenteren. En zo wister
we aan het einde van de oorlog
hoe het niet moest. Bijna hadden W'
de moed opgegeven, maar anderma?
was het de heer Numan van Philip
die zei: doorzetten. Zo kwam in Mei
1946 het eerste filmpje na de bevrijding
gereed. Het was voor Volksherstel. Er
daarmee was Dollywood geboren. We
waren gestart, maar vraag niet hoe
De houding van alle jongens hier. die
met me samenwerkten is prachtig ge
weest. Van mijn partner Jacques Car-
dozo kreeg ik enorme steun. Ik hoop
dat hij er nooit spijt van zal hebber
R.V.D. en Economische Zaken ben ik
veel dank verschuldigd. En zo ook d
heer Lieftinck, van wiens medewer
kers ik zeer veel geduld en bereidwil
ligheid heb ondervonden
„In 1947 waagden we een poging de
buitenlandse markt te veroveren. Bel
gië gaf gehoor. Het was voor 1948 onze
redding. In 1949 namen we naast de
poppen- de tekenfilm in ons repertoire
op. En nu hebben we alle reserves
aangesproken voor de thans gereed
gekomen uitbreiding. In „Dollywood'
zijn thans vier producties in werking
En op deze dag beginnen we met een
serie Televisie-filmpjes, waarvoor we
een prima contract met de Amerikaan,
se televisie hebben kunnen afsluiten".
Rondgang.
Na deze toelichting worden enkele
filmpjes vertoond. Filmpjes die mijl
palen waren in de jonge geschiedenis
van dit moderne en kunstzinnige be
drijf-met-commerciële-inslag. Het Phi-
lipsfilmpje van 1942. het Volksherstel-
filmpje van 1946, en tenslotte het jong
ste product, een poppenfilm in kleur
voor een Belgische Verzekeringsmaat
schappij.
Ten slotte heeft Joop Geesink zijn
gasten door de werkruimten geleid,
waar zijn artistieke en technische me
dewerkers lieten zien, waartoe zij in
staat zijn. Het was op die rondgang
dat wij vernamen, dat de opname en
montage van een tekenfilmpje van nau
welijks vijf minuten draaitijd ongeveei
een half jaar vergen, hoe de poppen
naar eigen ontwerp in de eigen werk
plaatsen van soepel plastic materiaal
yervaa'rdigd worden, de caricaturale
koppen van hout gesneden of van klei
geboetseerd worden, de aankleding
door Lia Snel geschiedt, wier fantasie
en smaak bij de bezoekers bewondering
afdwongen, hele steden of pleinen-met-
toebehoren hier in deze studio's bijwij
len vervaardigd worden naar een na
tuurgetrouw beeld, ja dat men hier
eenmaal een miniatuur-kermis bouw
de, zo fantastisch mooi en echt, dat het
een gevaar zou zijn geweest hier
kinderen mee naar toe te nemen.
Ten slotte zagen we de eerste opna
me van een stukje televisiefilm. Pia
Beek. de bekende pianiste en leidster
van een eigen zangtrio, speelde een
simpel oefeningetje op de piano. Op
haar vingers, die spelend langs de toet
sen gleden, zaten een paar kleurige
poppen, die (noodgedwongen, maar o
zo koddig) elke beweging van de vin
gers meemaakten, dus als het ware
over de toetsen dansten. Op de achter
grond, doch dank zij een spiegelreflex
en felle lampen duidelijk zichtbaar
voor de camera, vormden buitelende
Uierfiguren en andere grimas-poppen
de enthousiaste en dolgeworden luister-
schare
Joop Geesing is een ideeënrijk man.
De kans bestaat, dat wij nog veel van
hem zullen horen. Zijn kunst is waard
hem in de gaten te houden. Hij kan de
naam van Nederland in het buitenland
mee hoog houden. En dat is in deze
(deviezen)tijd veel waard.
Is dit geen
allerliefst zo
merjurkje voor
uw kleine
meid? Zowel
van bedrukte
als van effen
stof voldoet
het zeer en
veel moeite
om het te ma
ken zult u er
niet mee heb
ben. Het heeft
geen mouw
tjes, maar in
plaats daarvan
brede gerimp-
pelde stroken,
die met een
2 c.M. breed
oandje op het
lijfje gestikt
zijn. Dit kan een reepje van dezelfde
stof zijn, maar U kunt er ook band-
fluweel, lint of van dat aardige gebor
duurde band voor gebruiken. U heeft
nodig voor de leeftijd van 4 jaar ca.
1.70 M. stof van 90 breed.
De rok is één rechte baan van 130
bij 37 c.M. (Dit laatste is de roklengte).
U kunt er vanzelfsprekend zoveel na
den in maken, als u wilt. U vouwt het
ji*»
JAAR
beleg langs de sluitkanten van het rug
pand naar binnen en stikt de zij- en
schoudernaden dicht, waarbij u de
rugschouders iets inhoudt. De hals-
rand en de armsgaten werkt u met
schuine repen stof af. De stroken voor
ziet u aan beide zijden van een heel
smal zoompje, dan rimpelt u ze in,
rijgt de garneerbies erop en stikt ze
op het lijfje (zie de stippellijn). De
rok wordt van boven ingerimpeld er
met het lijfje verbonden. Neemt u af
stekende biesjes op de stroken, dan
staat het wel leuk als u er ook op het
rokje één stikt.
i%
LJet duurt niet zo lang meer, dat wij
op de, door de zon overgoten, stran
den weer duizenden landgenoten kun
nen vinden, die de hitte van de stad
ontvlucht of met vacantie zijn. Kun
nen zwemmen doet er niet toe; hoofd
zaak is zonnebaden en heerlijk bruin
bakken. En daarom willen wij hier
eens een praatje wijden aan het zwem
pak. Och, zult u zeggen, wat zal daar
nu over te vertellen zijn! Dat is voor
barig, want heus, ook deze kleding is,
evenals andere sportkleding, wel de
gelijk onderhevig aan de mode. Mis
schien, om u een klein voorbeeld te
geven, herinnert u zich nog wel die
heerlijk zebra aandoende heren-bad-
costuums of die dames-badpakken,
welke vanwege de zedelijk, of de
gelijkheid voorzien waren van korte
mouwtjes naar de mode al dan niet
gepoft hoge halzen en. „new-
look"-pijpjes.
Vroeger vormden het effen lijfje en
het gestreepte broekje een modern
geheel en was zelfs de gedachte aan
het plastron en broekje een combinatie
uit den boze.
Maar niet alleen de felgekleurde
streeppatronen waren schering en in
slag, oh neen, ook de grote zwart-witte
20ALS ieder jaar hebben de
kinderen weer een eigen tuin
tje, waarin ze hebben gezaaid.
Pim had juist zijn zaadjes toe
gedekt, toen hij een klein puntje
groen meende te zien en zei: „Bij
mij komt het al op!" 'sMiddags
vroeg een ander: „Zijn de bloe
metjes er al?" En dan moest ik
vertellen, dat het zo vlug niet
gaat, en wat er allemaal gebeu
ren moet, vóór er boven de grond
iets te zien is. Dat begrijpen ze
wel. En tochze zouden niet
verbaasd zijn geweest, als er op
de plek, waar ze 's morgens ge
zaaid hadden, des middags bloe
men hadden gestaan. Want ze geloven nog in
het wonder, en de wereld is voor hen vol won
deren. Eigenlijk is dat zaaien voor hen nog een
magische handeling. Wie magisch denkt, zoals
ook de primitieve volkeren doen, gelooft, dat
bepaalde woorden en handelingen invloed kun
nen uitoefenen op de omstandigheden. Die
woorden en handelingen bezitten dus een soort
toverkracht. Zo kennen de primitieve volkeren
hun tovenaar, die b.v. bij ziekte geroepen wordt,
en die de ziekte dan door vreemde woorden en
gebaren tracht te verdrijven. Even primitief
denkt de kleuter. Zo kwam er eens een gooche
laar op school, die o.a. taaipoppen bakte in een
hoge hoed. Natuurlijk kwamen daar de nodige
vreemde woorden bij te pas. Verder leek het
voor de kleuters heel eenvoudig: „Je neemt een
hoed, doet er meel in, en een ei, enz., houdt er
een kaars onder, en klaar is Kees." Dat het een
truc was, die veel handigheid vereiste, vermoed
den ze geen van allen. Na afloop zei Dickie dan
ook: „Wat moet je ook al weer zeggen? Ik ga
het thuis doen in mijn vader zijn hoed!"
De kleuter denkt nog niet ver door, maar
blijft staan bij de eenvoudige waarneming. Hij
zoekt nog niet naar oorzaak en gevolg, althans
niet langs logische weg. Als je b.v. de schake
laar omdraait, gaat het licht aan. Over het ver
band tussen lamp en schakelaar wordt niet ge
dacht; het licht gaat aan, doordat je aan het
knopje draait. Het is een magische handeling,
die meestal door de grote mensen wordt uitge
voerd. Jammer, want het is zo heerlijk, om zo
iets zelf te mogen doen, en dan liefst een paai
keer achter elkaar. Zal de geheimzinnige kracht
van die handeling het altjjd doen, of niet? Dat
zou je wel steeds weer willen proberen.
Uit het bovenstaande wordt ook begrijpelijk,
hoe kinderen vaak denken, dat ze alles kunnen.
Chaufferen b.v. Je mag het niet natuurlijk, maar
als je eens even achter dat stuur mocht krui
pen, reed je zó met de auto weg! Er is immers
niets aan? Als je dat stuur maar in je handen
houdt, en je voet op het pedaal, gaat de rest
vanzelf. Er zit weer een stuk magie in.
Maar ook voorwerpen kunnen
toverkracht bezitten. Dit kennen
we eveneens van de primitieven,
die aan allerlei voorwerpen een
magische waarde toekennen. Die
beschermen hen tegen rampen,
die beveiligen de oogst, die houden
boze geesten 'op een afstand. En
zelf zijn we er nog niet eens
vreemd aan. Hoeveel mensen heb
ben een mascotte op hun auto,
of dragen één of ander amulet bij
zich: een geluksbeentje, klavertje
van vier, of wat dan ook. En
hebt U wel eens iets afgeklopt?
Ik weet van een meisje van een
jaar of drie, dat het heerlijk
vond, om in het bad te gaan. Zo, dat ze er
haast niet meer uit te krijgen was. Maar
moeder wist een middel, dat altijd werkte, en
dat wasde stop uit het bad trekken. Dan
vloog het kind er uit, in grote angst, om ook
door dat gaatje te verdwijnen. Dat gaatje bezat
n.1. een geheimzinnige aantrekkingskracht.
Vindt U dat erg dom? Maar al dat water, dat
meer was dan z\j, ging er toch ook door! Voor
llilllilllillg
■lllllllllllilllllll
lli!l!l!llill!ll!ll!!lllll!!lllll!l!lllllllll!lllll!llllll!llllllil!ll!!!!l!l!!!!l!lll!!!!ll|||l!l||||l!l|||!l||ll|||||||||!l||||||||||)||||||l||)||
een kind van die leeftijd is zo'n gedachtengang
normaal.
Het leven van de kleuter is vol magie. Bij de
wonderen van de natuur komen voor hen de
wonderen van de techniek, die ze nog niet an
ders kunnen zien, dan ais een gevolg van een
eenvoudige handeling. Het aandraaien van het
licht, het aanzetten van de radio, typen, fotogra
feren, het zijn alle magische handelingen. Na
tuurlijk blijft dat niet zo. Met een jaar of vijf
beginnen velen al te vragen en te zoeken naar
een ander verband. Dat is de tjjd van de
„waarom"-vragen, die eigenlijk „waardoor-vra
gen zijn. En als het kind daar geen bevredigend
antwoord op krijgt, blijft het doorvragen: „waar
om, waarom?" De overgang van het magische
naar het logische denken is niet gemakkelijk.
Daar heeft het kind onze hulp bq nodig. Hulp,
welke bestaan moet in het geven van een zó
duidelijk mogelijk antwoord, in een voor het kind
bevattelijke taal.
H. A. POSTMA—VAN ALBADA.
dambordpatronen waren toen zeer m
trek. Mochten er nu nog van dergelij.
ke badpakken in de kast liggen, dan
worden deze angstvallig in de motten-
balletjes gehouden. Want men wil
niet ouderwets zijn.
Dat de ontwerpers van sportkleding
wel degelijk hun aandacht schenken
aan het badpak, blijkt wel uit het feit,
dat reeds richtlijnen voor 1951 in zee
zijn gegaan.
Een hoofdrol spelen de geheel effen
costuums, welke men naar eigen smaak
kan doen opvallen door appliqué of bor
duurwerk. Zo ziet men veel de nop»
vorm, al naar de gewenste grootte.
Was vroeger niets bekend over plastron
en broekje, thans neemt deze combina
tie een wel zeer voorname plaats bij
de badkleding in. Vooral het plastron
is onderwerp van overpeinzing ge
weest. Om het figuur een ietwat ste
viger aanzien te verlenen, is men er
toe overgegaan, kleine, korte baleintje»
aan tp brengen.
Veelal worden deze plastrons aan de
voorzijde aan de hals gesloten, doch
men ziet ook wel (Franse) modellen,
die aan de achterzijde een sluiting
hebben.
Ook de z.g. drie-delige badcostuum*
gaan meetellen. Het derde deel is dan
nameiijk het rokje, dat over het broek
je wordt gedragen. Men moet echter
niet denken, dat het rokje rondom
het figuur zal lopen; mogelijk wegens
gebrek aan textiel, wordt het alleen
aan de voorzijde vastgehecht.
Is groen als kleur voor de overige
garderobe, zowel bij dames als heren
veelal favoriet, bij de badkleding is 't
van hetzelfde laken een pak. Geel doet
echter niet onder.
Het aantal motiefjes is nogal gevari
eerd: nopjes, ruitjes en streepmotieven.
Wollen badpakken zijn natuurlijk 't
prettigst om te dragen, maar ook ka
toen, vooral voor wedstrijdzwem
sters, omdat het niet te veel water aan
neemt treedt op de voorgrond.
Het tweedelig costuumpje is meestal
van de laatste stof gemaakt. Grote
bloem- en dierenfiguren zijn geen
zeldzaamheid.
Een erg „duur"-aandoend badpakje
leverde Schotland. Dat was namelijk
gemaakt van satijn, verwerkt met ny
lonweefsel.
Voor de heren zijn de badpakken
vrijwel afgeschaft; de korte broekjes
vinden allerwegen ingang. Ook de zeer
korte slips werden vóór 1951 afge
keurd, wat niet bepaald jammer te
noemen is. Amerika zou Amerika niet
zijn, als het niet met de .laatste" vin
ding kwam Voor de heren werden
lastex-zwembroekjes uitgedacht, wel
ke de plaats van de zuiver wollen
zwembroeken moeten innemen. Een
van de grootste voordelen is wel. da4
dit materiaal zeer snel droogt. Zij gaan
de wereld in onder de titel „play-
shirt", geschikt voor het spel aan het
strand, zwemmen en zeilen. Rayon»
het nieuwste weefsel, gabardine, P°"
plin en andere lichte stoffen, worden
als materialen voor de rherenzweitt-
broék aangewezen.
Bij de kinderbadcostuumpjes zal men
overwegend het streepmotief zien, SA'
comple eerd door een kort jasje tege*
de gure wind.