Amerikaanse communisten duiken onder
Indonesië gaat een zware weg
Kruiswoordpuzzelaars aan de slag!
Het nieuwe boek
Er werden twee matrozen ziek
J
NAAR VASTE GROND
Feest om onszelf
Veiligheidsdienst houdt niettemin hun
gangen scherp in het oog
Het gevaar van een vijfde
colonne is bekend
Pauselijke garde plechtig beëedigd
MIJNHARDTJES: sterke
bestrijders van pijnen Tl
KoAt u&iAocd
Tekort aan goede bestuursambtenaren wreekt zich
Groeiende waardering
voor Nederl. prestaties
EXAMENOPLEIDING
£EN LANGE RIJ van feestdagen ligt
achter ons. Kerstmis en Pasen zijn
reeds lang voorbij. Maar ook de He
melvaartsdag en de beide Pinkster
dagen zijn weer om. We herdachten de
verjaardag van onze Koningin. We
herdachten de gevallenen van de twee
de wereldoorlog en vierden opnieuw
de bevrijding. Een imposant aantal
feestdagen binnen een luttel tijdsbe
stek. Je zou zo zeggen, dat de men
sen na het vieren van al deze belang
rijke data toch wel in hun diepste in
nerlijk zullen zijn veranderd. We zul
len niet trachten dit vermoeden op z'n
juistheid te toetsen. Beter lijkt het om
met enkele woorden duidelijk te ma
ken, waarom juist het Pinksterfeest
een goede afsluiting mag heten van
deze vele vieringen.
Wat alle feesten, behalve juist i het
Pinksterfeest, karakteriseert is, dat ze
betrekking hebben op een gebeuren
buiten ons. Met Kerstmis, wanneer we
in gedachten 't nieuw geboren Kind groe
ten, zijn we dankbaar voor deze manifes
tatie van Gods liefde onzerzijds. God
schenkt ons in 't Kind z'n liefde. In geheel
andere vorm. namelijk in de vorm van
het Kruis, ontmoeten we in de Lijdens-
tijd hetzelfde. Weer zijn we dankbaar
voor Gods liefde, ons in Christus' dood
openbaar. Wanneer dan met Pasen de
opgestane Heer terug keert naar de
aarde, die hem uitstootte, buigen wij
ons voor de derde maal voor een han
deling Gods ten opzichte van ons. En
de Hemelvaartsdag past in hetzelfde
kader.
Wanneer wij, buiten het strikt gods
dienstige terrein tredend, de gevallenen
en de bevrijding herdenken, staan wij
opnieuw stil bij een gebeuren, dat aan
ons voltrokken is. Zij die vielen in de
laatste oorlog, hebben daarmee het
beste wat zij hadden, voor ons geofferd.
De bevrijding was overwegend een
daad van dapperheid van anderen,
waarvan wij de vruchten dankbaar
hebben geplukt. En zelfs de verjaar
dag van onze Vorstin past in ditzelfde
schema.
Bij al deze feesten en herdenkingen
hebben wij liefde ontvangen. Anderen
gaven iets aan ons. Dat iets hebben wij
dankbaar aanvaard. We zijn er ver
heugd bm geweest en vierden feest.
Maar het voorbije Pinksterfeest valt
definitief uit dit kader. Want hierbij
wordt niet aan ons iets geschonken.
Of althans: dit aspect heeft niet de
meeste nadruk. Hoofdzaak is, dat wij
iets terug geven. Zij werden allen ver
vuld met de Heilige Geest. Dat is het
Pinksterthema. Laten we er allereerst
om denken, dat hier gesproken wordt
van Heilige Geest. Zonder in specula
ties te vervallen mogen we veilig zeg
gen, dat Heilige Geest wel zeer ver
schilt van onze geest. Pinksteren
spreekt dus van een nieuwe, van een
goddelijke of hemelse Geest.
Dat niet alleen. Met nadruk lezen
we, dat er mensen met deze Geest
vervuld werden. Dat betekent dus zo
ongeveer, dat 4e betrokkenen tot in
de diepste kern van hun wezen wer
den omgezet. Of beter gezegd: deze
mensen zelf zijn nieuw geworden. Hier
staat God niet meer buiten hen, zoals
met Kerstmis of Pasen. Hier is God
in hen. Gods stellen van de liefdedaad
met Kerstmis, met de Goede Vrijdag,
met Pasen en Hemelvaart, heeft nu
een antwoord gekregen. Gods liefde is
beantwoord door wederliefde. Hoezeer
daarom ook overtuigd van de gave
Gods die van buiten komend met
Pinksteren ons vervult, centraal staat
desondanks, dat wij nu nieuw zijn,
vervuld van een andere Geest, van een
Heilige Geest. Daarom vieren we met
Pinksteren feest om ons zelf
Dit feest om ons zelf en om de nieu
we mens die in de extase van Pinkste
ren centraal staat, heeft directe conse
quenties. Voordien was het thema
steeds: God komt met liefde tot de
mensen. Na Pinksteren wordt het
thema: Ik ga, vervuld met Gods liefde,
tot de mensen. Ik ontvang niet langer,
maar ik mag geven. Ik vraag niet lan
ger, maar ik mag uitdelen. Ik behoef
niet langer bij de kribbe of het Kruis
te staan. Want wat God met kribbe
en Kruis bedoeld heeft, is het weer
woord van u, van mij. En dat weer
woord geven we met Pinksteren, wan
neer we blij zijn met en om ons zelf.
vernieuwd als we zijn tot in de diep
ste kern.
Nog zijn er iqpnsen die hongeren
naar liefde. Die in hun eenzaamheid
uitzien naar het warme woord, de hel
pende hand. Pinksterfeest betekent: Ik
ga met liefde tot die hongerende, die
eenzame. Daafom is Pinksteren de
waardigste afsluiting van de rij van
feesten. Want als het waarlijk Pink
steren is, dan is het vrede, overal.
(Van onze correspondent te New York)
„AMERIKAS Communistische Partij is ondergedoken". Met deze woorden heeft
J. Edgar Hoover, het hoofd van Amerika's Federal Bureau of Investigation
een persbeschouwing geopend, waarop het voor en tegen van de huidige over
heidscampagne tegen alle communisten van alle kanten werd bekeken. Het pro
bleem is voor Nederland niet nieuw. Het komt vrijwel overeen met de laat-der-
tiger jaren toen de NSB met slechts een handjevol aanhangers 'n effectieve vijfde
colonne voor de toekomst kon vormen. Er was voordien wel sprake geweest
van een overheidsactie tegen de N.S.B., maar daarmee was het doeltreffend op
treden van de saboteurs In de Mei-dagen van 1940 nauwelijks de kop Ingedrukt.
£)E AMERIKANEN zijn terdege door
drongen van het gevaar van een ge
organiseerde vijfde colonne of sabotage
groep. Men deed daarmee ervaringen
op zowel aan het eind van wereldoor
log I (toen Duitse saboteurs arsenalen
in de VS in de lucht lieten vliegen) als
gedurende de afgelopen oorlog. Volgens
J. Edgar Hoover (niet te verwarren met
Amerika's oud-president Herbert Hoo
ver) is dit o.a. één der redenen, waar
om men thans zo straf optreedt tegen
communisten.
„Indien de communistische partij een
politiek lichaam was. dat er louter naar
streefde nationale oogmerken te berei
ken, dan zou 't moeilijk zijn tegen deze
partij op te treden", aldus Hoover. „Zij
zou dan op soortgelijke rechten kunnen
staan als democraten en republikeinen.
De communistische partij is echter een
wapen in de hand van een buitenlandse
mogendheid. Gedurende de afgelopen
twintig jaren heeft zich niet één geval
voorgedaan, waarbij de politieke „lijn"
van Amerika's communistische partij
afweek van het formeel door Moskou
gepropageerde beleid. Iedere nuance
werd overgenomen. Getuigenissen in
het proces tegen de elf leiders der par
tij, dat verleden jaar in New York is
gevoerd, hebben deze inzichten ten vol
le bevestigd. Er is dus geen sprake van
dat de communistische partij kan wor
den beschouwd als een binnenlandse
politieke partij. Men wil immers de
huidige regering omverwerpen en de
Amerikaanse tradities vervangen door
de voorschriften van het Kremlin. De
z.g. Smith Act van 1940 stelt het voor
staan van het omverwerpen van de
constitutionele regering van de VS tot
een strafbaar feit. Vandaar, dat wij
mettertijd krachtige actie voeren tegen
alle vormen van communisme".
Het kleinste kwaad?
IAE VRAAG kwam daarbij op, of men
de positie van i eze partij in feite
niet versterkte door haar ondergronds
te jagen. Ook vroeg men zich af, of het
totaal aantal Amerikaanse communisten
in feite zó klein is, dat het nagaan van
de bewegingen van celleden verloren
moeite is in verhouding tot het betrek
kelijk weinig kwaad, dat deze commu
nisten misschien zouden kannen stich
ten.
Met dit laatste punt was J. Edgar
Hoover het stellig oneens. „Er is in
derdaad", zei hij, „een betrekkelijk
klein aantal werkelijke communisten.
Wij schatten het aantal hunner op pre
cies 43.217. Doch hoezeer zij ook over
vele delen van het land mogen zijn
verspreid, zij vormen in oorlogstijd
wel degelijk een gevaar. Er zijn niet
veel mensen nodig om paniek te zaaien,
water-reservoirs te vergiftigen, valse
geruchten in omloop te brengen. En dat
zijn nog betrekkelijk onschuldige vor
men van sabotage".
„Wij zijn goed op de hoogte van wat
er thans in de communistische partij
leeft", vervolgde Hoover. „In de eerste
plaats heeft men iedereen uit de partij
(Advertentie, Ing. Med.)
Een pittoresque opname tijdens de plechtige eedsaflegging van een aantal
recruten voor de beroemde Pauselijke Zwitserse garde.
weggezuiverd over wiens loyaliteit ook
maar de minste aarzeling bestaat. Dit
betekent uiteraard, dat het zaad van
het wantrouwen onder hen is uitge
zaaid. Dat alleen reeds maant tot voor
zichtig optreden. Een andere groep le
den heeft opdracht gekregen zich op
non-actief te stellen, teneinde onge
stoord t.z.t. weer te kunnen opduiken
en instructies uit te voeren".
Uiterlijk vertoon.
„pE communisten, die zich op het
ogenblik officieel nog als zodanig
uitgeven, doen dat slechts bij wijze van
uiterlijk vertoon, omdat men de partij
formeel niet wil laten doodbloeden
Lidmaatschapskaarten zijn de laatste
drie jaar niet meer uitgegeven en het
aantal openbare bijeenkomsten is zien
derogen verminderd. Partijgroeperin
gen, die nog niet zo lang geleden een
man of honderd omvatten, zijn thans
teruggebracht tot 5 6 partijleden. En
het is daarbij onze indruk, dat men niets
meer zwart-op-wit durft stellen en met
elkaar in contact treedt door middel
van koeriers".
Er waren nog twijfelaars, die het on
waarschijnlijk achtten dat 43.000 com
munisten veel kwaad zouden kunnen
stichten.
..Dit cijfer", aldus Hoover, „geeft niet
het uiteindelijke getal aan. Men kan
hiermee slechts aangeven het aantal
communisten, dat tot vóór een jaar of
drie een lidmaatschapskaart in de zak
droeg. Daarnaast zijn er nog de „sym-
pathiserenden", de verkapte communis
ten, de naiëve idealisten, die het com
munistische aas hebben ingeslokt en de
opportunisten, die in staat zijn zich op
het laatste ogenblik bij een dergelijke
beweging aan te sluiten. Gaat men deze
cijfers schatten, dan komt men uiter
aard op aanzienlijk hogere getallen.
Het is onze indruk, dat er tegenover
elk partijlid tien mannen of vrouwen
uit deze andere categoriën zijn, die be
reid zijn om het vuile werk op instruc
tie van Moskou te verrichten. Een half
milioen saboteurs is wel een macht om
in het oog te houden".
Zorgvuldige controle.
7ULKS doet de F.B.I. dan ook met man
en macht. Er zijn in de VS ruim 5000
F.B.I.-agenten in de weer. Sommigen,
als de New Yorkse fotografe Angela
Calomiris, die niet lang geleden haar
„partijgenoten" voor een New Yorks
gerechtshof aan de kaak stelde, zijn
vrijwilligers. Hoewel het uiteraard on
mogelijk is om de gangen van elke com
munist na te gaan, staat het wel vast,
dat F.B.I.-mensen zich op strategische
punten in de communistische cellen
hebben verschanst. Veel kwaads kun
nen de volgelingen van* Moskou niet in
de zin hebben of de contra-spionnage
krijgt er de lucht van.
De contra-spionnage heeft, volgens
Hoover. een dubbele uitwerking. Nu de
communisten niet langer aan de weg
kunnen timmeren, wordt een aantal
„vertrouwde" leden aangewezen om
spionnage-diensten te verrichten voor
tal van Russische instanties.
„Over het algemeen heeft het Ame
rikaanse volk een levendig begrip ge
kregen van de communistische techniek
Het frappantste treedt dit naar voren,
wanneer men de positie der communis
ten in de vakverenigingen beziet", al
dus Hoover. „De communisten waren
uitmuntend getraind, zij wisten terdege
welke lijn zij bij elke vergadering moes
ten volgen en menige communist werd
in een leidende positie verkozen. Dit
behoort thans nagerfoeg tot het verle
den. Er moge hier en daar nog een
communist in een vakvereniging door
slippen, de arbeidersbevolking, als
groep, is niet njinder doordrongen van
het communistische gevaar dan enige
andere Amerikaanse bevolkingsgroep.
Hier doet zich een treffend geval voor
van effectieve voorlichting".
De Amerikaanse arbeider heeft het
beeld voor ogen, dat !n de Sowjetunie
de industrieën weliswaar het „eigen
dom" van de arbeiders zijn, doch dat
slechts de directeuren zich kunnen ver
oorloven er een auto op na te houden;
in de V.S. zijn de arbeiders niet in het
„bezit" van de industrie, maar wel van
de drommen auto's die men op de par
keerplaatsen van de fabrieken vindt!
Horizontaal: 1. zuig- of perstoestel: 5.
slag; 9. stuk grond, huis; 11. Vogel;
12. eetgerei; 13. getij; 15. vrijbuiter; 17.
lidwoord; 18. soort bij; 20. bitter vocht;
21. schrijfgerei; 22. insectenetend zoog-
diertje; 24. nevel; 25. recht van voor
keur; 26. lat; 28. leidsel; 31. onder
richt; 32. smerig hok; 34. afgemat; 35.
reeds; 36. Mohammedaanse bijbel; 38.
bekende motorraces; 39. zoogdier; 40.
halsbont; 42. stralenkrans; 43. medicus;
44. delfstof.
Verticaal: 2. bloedverwant; 3. teken-
4. stad in Tsjechoslowakije; 5. woes
tijnschip; 6. bewerkte dierenhuid; 7,
indien; 8. gard; 10. gedroogd druifje
14. kleinigheid; 16. geestelijke; 17,
dwingeland; 19. zangnoot; 21. onmeet
baar getal; 23. haarkrul; 24. voorzet
sel; 26. lijfeigene; 27. ruid; 29. voor
zetsel; 30. lengtemaat; 32. richting; 33,
verboden; 36. gezellige praat; 37. Eur
opeaan; 39. voertuig; 41. zangstem.
Voor de oplossing zie men ons num
mer van Dinsdag.
„Welen en Kunnen
In deze bekende serie zijn onder de
nummers 238 en 242 bij de N.V Uilgevers-
Maatschappij "„Kosmos" twee boekjes ver-
achenen. die de liefhebbers van planten en
bloemen gaarne zullen lezen. Van mevr
Muller—Idzerda is er „De plant in huis
een werkje dat in zeer OCTcnopte vorm de
bekendste en enige minder bekende plan-
ten voor de woning beschrijft. De schrijf-
ster geeft vele nuttig wenken en adviezen
en de talrijke afbeeldingen naar foto's
maken het boekje --er aantrekkelijk. He'
zal voor velen een practische gids zijn.
Zo is het ook met het boekje van G
Kromdijk. die speciaal adviezen geeft
voor „Het kweken van kruiden in eigen
tuin". Voor de amateur-kwekers me' e
door de mooie foto's en afbeeldingen ten
prettig bezit.
gOMBER waren de gedachten, die Jan
Harmsen door 't hoofd gingen, toen
hij met de loodsafhaler de pieren in
voer en uitdrukkingloos was de blik,
waarmee hij over het schuimende wa
ter keek. Twee uur geleden was hij
zich nog vrolijk aan het klaar maken
voor de vliegtuigreis naar Brussel,
naar zijn Lisette. Plotselinge ziekte vat;
twee matrozen had echter al zijn mooie
plannen voor het driedaags verlof ir.
een doen storten. Hij moest varen!
Mokkend keek hij naar het water, dat
door de harde wind over de pier werd
geslagen en zag daarin een visioen
van zijn Lisette, wachtend op het
vliegveld van Brussel, de haren wap
perend in de wind, de blauwe ogen
stralend van een diep verlangen.
Dat hij het nu juist moest zijn die
deze pech had! Enfin, wat hielp het,
hij had er maar in te berusten.
Enkele uren nadat Jan aan boord van
de loodskotter was gestapt, wakkerde
de wind tot stormkracht aan. In plaats
van binnen te vallen bleven de sche
pen, ver van de gevaarlijke kust, be
ter weer afwachten.
Kapitein Zwart keek bedenkelijk
naar de vervaarlijke rollers, die de
loodsboot venijnig deden slingeren.
„Den Helder en Hoek van Holland
hebben de dienst gestaakt, 't Is eigen
lijk onzin, dat we hier nog buitengaat-
blijven".
Jan, die stil voor zich uitstarend net
roer ield, ontwaakte uit zijn apathi
sche -estand en keek de schipper
vragend aan. Deze trok aan zijn pijp
en keek in gedachten naar de regen
die zwiepend tegen de ruiten sloeg
,,'t Is windkracht acht tot negen. Jlh
moeten op een Spaanse boot wachten,
die zonder kolen zit en de haven niet
kent".
Jan fronste zijn voorhoofd. Hij wist
wat het betekende om met dit weer
een loods af te zetten. Na alle pech
ook dat nog
TEGEN middernacht, toen de storm, de
loodsboot met huizenhoge golven te
lijf ging en gierend door 't want floot,
kwamen de slingerende lichten van de
Spanjool in 't zicht.
Even weifelde kapitein Zwart nog.
Moest hij zijn mensen in dit weer wa
gen? Er was geen andere keus, daar,
een halve mijl verder, waren ook men
senlevens op 't spel. Zonder loods zou
die boot groot gevaar lopen tegen de
pieren te pletter te slaan.
Nadat met de sirene signalen gewis
seld waren kwam het bevel. „De jol
strijken!"
Jan had geen angst, maar hij wist
wat er ging gebeuren, toen hij de jol
inklom. Het was zijn torn. Samen met
Douwe Gijssen moest hij de loods
overbrengen. In een halve orkaan. Dat
was iets anders dan naar Lisette te
vliegen.
Toen de jol los was en de motor ging
draaien nam meteen een hoge golf het
notedopje op en trok het weg van het
moederschip, in een diep zwart dal van
water.
Vastberaden hield Jan de helmstok
vast en tuurde door de duisternis naai
de dansende lichtjes, die steeds even
zichtbaar werden als een hoge roller
hen ophief. Het koude water sloeg over
het bootje en deed zijn ogen branden.
Als een schim zat Douwe bij de mo
tor en op de voordoft zat Visser, de
loods. Ogenschijnlijk rustig maar in
nerlijk gespannen. Er hing zoveel van
af. Als ze eerst maar langszij van de
Spanjool waren.
Ze kwamen er, ze werden er naar toe
gegooid. Toen ze achterlangs naar de
leikant gleden begon een ander moei
lijk karwei. De loods moest aan
boord.
Hoe dit ging kon Jan naderhand niet
meer precies navertellen, hij had al zijn
aandacht nodig om te voorkomen, dat
hun bootje tegen de ijzeren scheeps
romp te pletter werd geslagen. Pas
toen Visser „All right!" schreeuwde,
wisten ze dat het gelukt was. Nu te
rug
^LS nu de wind naar 't noord
westen uitschiet zijn we voor de haai
en, dacht Jan. Met wrange ironie keek
hij naar hun zwemvesten. Als ze met
die notedop kapseisden kraaide er in
dit aardedonker geen haan meer naai
Arme moeder en Lisette....
Maar de jol hield het. Met de buik
helling vol water werden ze tien mi
nuten later opgepikt en stapten, met
drijfnat glimmend oliegoed, aan dek.
Schipper Zwart gaf hen een harae klap
op de schouder?, die meer zei, dan
duizend woorden en de kok liei hete
bouillon aanrukken.
(Van onze correspondent te Djakarta).
pjETT NIEUWE Indonesische kabinet, dat nu reeds enkele weken geleden
werd samengesteld, heeft nog maar weinig van zich laten horen. Een der
redenen hiervan Is wellicht, dat de regering voor een aanzienlijk deel uit ge
heel nieuwe figuren bestaat, die zich ten aanzien van hun ministeriële taak
eerst enige t(jd dienen te oriënteren. En die taak is voor elk hunner van ont
zaglijke omvang. Ieder land heeft in deze tijd zijn problemen en moeilijkheden.
In het bijzonder voor Indonesië zijn die enorm groot en ze stapelen zich voort
durend op. De grondoorzaak ligt in het gebrek aan voldoende bekwame, er
varen en energieke krachten, in staat om deze problemen te overzien en op
de juiste wjjze aan te pakken.
tenaren en deskundigen op allerlei ge
bied ,in de laatste jaren gedwongen of
vrijwillig naar Nederland zijn terugge
keerd, zonder dat daar een aanvoer van
nieuwe krachten tegenover stond. Men
hoort dit tegenwoordig dikwijls open
lijk beweren. Velen geven toe, dat het
tempo van de vooruitgang niet alleen
hierdoor is geremd, maar dat men zelfs
hier en daar de helling dreigt af te
glijden. Dat men iets dergelijks uit de
mond van vooraanstaande Indonesiërs
kan vernemen, vormt overigens op
zichzelf reeds een bewijs voor het feit,
dat de sentimenten hier beginnen af te
slijten voornamelijk in de grote cen
tra.
Het werken moet worden ge
leerd.
F)E AFWEER, welke men eerst tegen
de Nederlandse adviezen en hulp be
toonde begint plaats te maken voor
waardering. Uiteraard betekent dit
geenszins, dat men de neiging zou ver
liezen zelf te doen wat men kan en
zelf de zware verantwoordelijkheid van
's lands bestuur te dragen; doch men
komt geleidelijk aan tot inzicht, dat
dit een taak is, die geleerd moet wor
den en waarbij eerlijk-bedoelde advie
zen dikwijls zeer welkom zijn. En wat
de loyaliteit der hier levende en wer
kende Nederlanders betreft, d.w.z. hun
welgemeende bedoeling om het nieuwe»
Indonesië in zyn opbouw te helpen en
te steunen ook daarvan geraakt men
hoe langer hoe meer overtuigd. Een
band, die weliswaar nooit helemaal
verbroken was, maar die toch op zeke
re ogenblikken wel eens uiterst breek
baar en delicaat is geweest, begm
weer hechter te worden. Men bemerkt
het aan allerlei kleinigheden en bij
loze persoonlijke contacten. Dit is zon
der twijfel een verheugend en bemoe
digend teken, al lost het de problemen
en moeilijkheden, waar dit land elke
dag mee geconfronteerd wordt, niet op-
Want het manco aan voldoende, insP'
rerende figuren biyft bestaan. Voor n
deel valt dit manco ook te wijten aan
het gepolitiseer, dat hier sinds de vei
krijging der nationale vrijheid, voo
talrijke intellectuele Indonesiërs ee
geheel nieuw en aantrekkelijk spel m
grote mogelijkheden vormt, maar &e
welk intussen van de weinig besc'1
bare krachten vele aan de werkelij
beid van het dagelijks maatschappeilJ
leven onttrekt. In dit verband ia
langdurige kabinetscrisis voor 'and
volk van Indinesië ook van zeer w
nig voordeel geweest temeer nu als r
sultaat daarvan een regering is
vormd, waarvan men ook in Indon
sische kringen een minder krachtig
rechtlijnig beeld verwacht, dan door.
INDONESIË is een natie, welke een
geheel nieuwe aera van ontwikkeling
ingaat, met een bevolking van minstens
tachtig millioen zielen, maar beschik
kende over slechts een „handvol" in
tellectuelen, die in staat zouden zijn
in deze ontwikkeling de weg te wijzen
en een stimulans te vormen. Achter
hen staat een vrijwel inerte, goeddeels
anaiphabetische massa, wellicht in
staat, bepaalde gemakkelijke leuzen te
bevatten, maar niet of althans nog
niet om te beseffen, dat de toekomst
zal inhouden, wat zij er zelf van
maakt. Tienduizenden leven kennelijk
nog steeds in de veronderstelling, dat na
de revolutie en de bereiking van het
„merdeka" het manna vandaag of mor
gen wel vanzelf uit de hemel over de
kampongs en dessa's zal neerdalen. Het
is dit gemis aan werkende en stimule
rende krachten, welke denkende In
donesiërs steeds meer doen betreuren,
dat zoveel bekwame Nederlandse amb-
Boekhouden M.O. en M B A.
RESA - HILVERSUM
Bekende Schriftelijke Cursus
(Advertentie, Ing. Med.)
Niet veel later rolde Jan in zijn
kooi en, gewiegd door het slingerende
schip, sliep hij zijn acht uur rusttijd
uit.
Toen hij gewekt werd en het dag
licht door de patrijspoorten zag schij
nen waren zijn eerste gedachten bij
Lisette. Zouden ze haar nog bijtijds het
telegram gestuurd hebben?
Alg, die twee matrozen niet ziek wa
ren geworden zou hij nu in het gezel
lige huisje van moeder Franske heb
ben geslapen. En Lizet zou hem thee
hebben gebracht met lekkere eigei v-
bakken koek.
Hij rekte zich uit en sprong uit zijn
kooi. Toen hij boven in het logies
kwam dwaalde wazig zijn blik in 't
rond tot hij het ochtendblad zag lig
gen. Zo, de loodsafhaler was er dus al
geweest.
Hij liep naar de krant en pakte hem
op.
Jneens sperde h(j ztjn ogen wjjd open.
Goeie genade, hoe was dat moge
lijk Trillend las hij de vette koppen
op de voorpagina. En dan het verplet
terende bericht;
„Het lijntoestel, dat gisteravond om
zes uur van Schiphol naar Brussel ver
trok, is even voorbij de Belgische
grens in moeilijkheden geraakt. Bij de
noodlanding, die daarop volgde, is het
toestel m aanraking gekomen met een
hoogspanningskabel en brandend neer
gestort. Er zijn helaas geen over
levenden geborgen".
Meer las hij niet, hij legde wezen
loos de krant naast zich neer. Moei
zaam realiseerde hij zich, dat dit het
toestel was, dat hem naar Lisette har.
moeten brengen1
be-
reeds enigszins ervaren en uit zeer
kwame namen bestaande regeri s
Natsir de laatste t(jd gedemonstreerd
werd. Men moet niettemin hopen,
ook onder de nieuwe ministers ta
ten schuilen, die niet alleen voor
technisch-ministeriële taak berek
zijn, maar die bovendien door woor
voorbeeld de massa zullen opwekk*
tot de enige weg, die Indonesië
kan gaan, wanneer het niet door P
perisme en desorganisatie in het c
munistisch moeras terecht wil 0
namelijk: de weg van harde.
beid, sobsre levenseisen en in ï11', M
gemeen zin voor nuchtere zake (p"