r Pim, Pam, Pom als fotografen De 0 Voogd Vi viva wti ZIJDE JIMMY BROWN ALS KANAALZWEMMER NBEKENDE 01 izrie Muis Het jasje Radioprogramma voor dit week-end SPECIAAL ALKALIVRIJ VOOR &>J &J DE ARTIST EN HET MANNETJE MET DE HOGE HOED ZATERDAG 2 JUNI 1951 K HAD ME met moeite omhoog ge wrongen tot boven in de toren. Onder lage, zware balken door en via nau&e ruimten, die geschapen schenen voor het herbergen van dwergen, was ik op de trans aangeland. Met mij hadden vrienden en magen het oude bouwwerk bestegen. Aangestoken door hun verrukte jubelkreten trachtte ik te genieten van het wijde vergezicht dat voor me openlag. Ik moest echter met geweld vergeten, dat vlak voor mijn voeten een kloof van vijftig me. ter gaapte. Dus keek ik niet omlaag, hoe grappig het gezicht op het speel goedstadje met de krioelende mensen mieren op het plein recht onder me ook was. En dus hield ilc mezelf hard nekkig voor, dat de toren niet stond te zwiepen, hoezeer mijn knieën ook vast hielden aan de stelling, dat de vloer, waarop ik stond, even vast lag als een stuk hout in de kolkende branding. Maar goed dan, ik slaagde er in, te genieten. Ik mengde mij in het dis cours van mijn metgezellen, twistte met hen over de namen van dorpen in de wazige verten van ons polderland, jubelde met hen over een voortkrui pend treintje of 'n dobberend scheepje kortom, ik beleefde plezier aan het resultaat van mijn moeizame tocht. Echter: het noodlot dreigde in de ge daante van een neefje van slechts enkele jaren oud. Het meldde zich aan op het moment, dat ik met een lieftal lig nichtje in een bijzonder boeiend dispuut werd gewikkeld. De jongeman had al vaker een vraag op me afge vuurd, steeds op momenten, dat zijn fSeetgierigheid me minder gelegen kwam. Dus maakte ik me nu wat kort van hem af. Hij gaf het echter niet op. Weer klonk beft „Oom. Luister eens!" Stil nou, Jantje, repliceerde ik, wat verstoord over de herhaalde on derbreking van mijn gesprek. Ten slotte geeft een vrijgezel wat voor een prettige ontmoeting met een aantrek kelijke jongedame. Elke ingreep van buiten af is een trap op het hart. Blijkbaar had mijn korte repliek de jongeman ietwat afgeschrokken. Een poosje hield hij zich tenminste stil. Ik kreeg nu even de kans, een conversatie op te bouwen, waarin ik mij van mijn' brillantste kant kon laten zien. Aan het frisse gezichtje van mijn beminne lijke tegenspeelster meende ik te be merken, dat ik succes had. Haar ogen schitterden zeer geamuseerd. Ja, ik vatte reeds moed voor een beslissende vraag. Op dat moment stond het noodlot levensgroot voor me. Oom, luister nu toch eens! drong Jantje aan. Wat is er dan, jongetje? vroeg ik. Ik gaf me gewonnen, in de hoop, door een kleine tegemoetkomendheid verder gezeur te kunnen verhinderen Misschien zou de belofte van een ijsje of een andere snoeperij bij aankomst „beneden" iets kunnen uitwerken, ten goede. Helaas, Jantjes vraag dreef een diepe kloof tussen mij en mijn geluk. Zij verpletterde mijn zelfvertrouwen en gaf mij het gevoel, dat ik mij be schaamd in vergetelheid diende terug te trekken. Ik stond volslagen voor gek. Oom, vroeg Jantje, waarom hebt u een kapot jasje aan? Wgn. ZONDAG 3 JUNI „J!II'VERSUM I. <02 m.: 8.00 NCRV, 9.30 run 17 0° IKOR> 19 00 Nc®v, 19 45-24.C0 HU). - 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.15 Gram.muziek. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Vocaal kwartet. 9.30 Nieuws en waterstanden. 9.45 Gram .muziek. 9.55 Hoogmis. 11.30 Gram- muziek. 11.40 Klankbeeld over emigratie. 12.00 Cram.muziek. 12.15 Apologie. 12.35 Gram.- mnziek. 12.40 Lunchconcert. 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nieuws, weerberichten en katho liek nieuws. 13.20 Amusementsmuziek. 13.45 Kamerorkest en solist. 13.40 „Uit het Boek der Boeken". 14.45 Piano-trio. 15.20 Gram.muziek 15.35 Reportage. 15.45 Utrechts Stedelijk Or kest. 18.10 „Katholiek Thuisfront overal 16.15 Sport. 16.30 Lof. 17.00 Friese Ned. Herv. kerkdienst. 18.15 Korte kerkdienst. Na afloop: Gram.muziek. 19.00 Kamerkoor. 19.15 „Mensen op de achtergrond", causerie. 19.30 Nieuws, sportuislagen en weerberichten. 19.45 De Zaligverklaring van Z.H. Paus Pius X. 19.52 Boekbespreking. 20.05 De gewone man zegt er t zijne van. 20.12 Gevarieerd pro gramma. 22.45 Reportage. 23.00 Nieuws. 23.15 —24.00 Gram.muziek. HILVERSUM II, 298 m.: 8.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.30 IKOR, 12.00 AVRO, 17.00 VPRO, 17.30 VARA, 20.00-24.00 AVRO. - - 8.00 Nieuws, weerberichten en postduiven- berichten. 8.15 Gram.muziek. 8.30 Gesprek over het zilveren jubileum van de Nederl. Culturele Sportbond. 8.40 Gram.muziek. 9.00 Vacantie-tips. 9.12 Postduivenberichten. 9.15 Verzoekprogramma. 9.45 „Geestelijk leven", causerie. 10.00 „Geef het door". 10.05 Voor de jeugd. 10.30 Ev. Luth. Kerkdienst. 12.00 „Muziek-étalage". 12.40 Voor de jeugd. 12.50 Orgelspel. 13.00 Nieuws en weerberichten. 13.15 Mededelingen of gram.muziek. 13.20 Amusementsmuziek. 13.50 „Even afrekenen", heren!". 14.00 Gram.muziek. 14.05 Boek bespreking. 14.30 Brabants Orkest. 15.45 Film praatje. 16.00 Dansmuziek. 16.30 Sportrevue. 17.00 „Een eigen geluid", toespraak. 17.20 „Een Kerklied". 17.30 „Martin's geheime raket- vlucht naar de maan", hoorspel. 17.50 Piano spel. 18.00 Sport. 18.15 Nieuws en sportuit slagen. 18.30 Gram.muziek. 19.00 „Radiolym- pus". 19.30 Internationale volksliedjes. 20.00 Nieuws. 20.05 Actualiteiten. 20.15 Strijkorkest. 20.45 „De Forsyte Sage: Een man van For tuin", hoorspel. 21.25 Operaconcert. 22.00 Cabaret. 22.30 Dansmuziek. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Grafti .muziek. MAANDAG 4 JUNI HILVERSUM I, 402 m.: 7.00-24.00 NCRV. 7.00 Nieuws. 7.15 Gewijd© muziek. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weer berichten. 8.10 Sportuitslagen. 8.20 Gram.- muziek. 9.15 Voor de zieken. 9.30 Waterstan den. 9.35 Gram.muziek. 10.00 Predikanten- forum. 10.15 Gram.muziek. 10.30 Morgen dienst. 11.00 Piano-recital. 11.30 Gram.muziek. 12.30 Land- en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Orgelconcert. 13.00 Nieuws. 13.15 Mandoline- Ensemble. 13.45 Gram.muziek. 14.00 School radio. 14.35 Gram.muziek. 14.45 Voor d© vrouw. 15.15 Gram.muziek. 15.35 Strijkkwar tet. 16.00 Bijbellezing. 16.45 Vocaal Ensemble en orgel. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Orgel spel. 17.45 Voor de kinderen. 18.00 Zigeuner kwintet. 18.15 Sportpraatje- 18.25 Gram.muziek 18.30 Boekbespreking. 18.45 Engelse les. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.15 „Volk en Siaat", causerie. 19.30 Gram.muziek. 19.40 1 adiokrant. 20.00 Nieuws. 20.05 Omroep-orkest en solist. 20.40 „De Delftse Wonderdokter", hoorspel. 21.30 Pianoconcert. 22.00 Gram. muziek. 22.10 Strijkorkest en solisten. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram.muziek. HILVERSUM II, 298 m.: 7.00-24.00 AVRO 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30 Gram.muziek. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek. 9.00 Morgenwijding. 9.15 Gram.muziek. 10.30 Voor de vrouw 10.35 Gram.muziek. 11.00 „De betekenis van de moderne fotografie", causerie. 11.15 Omroeporkest. 12.00 Orgel en accordeon. 12.30 Land- en Tuinbouwmede delingen. 12.33 In 't spionnetje. 12.38 Dubbel Mannenkwartet. 12.50 Gram.muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen of gram.muziek. 13.20 Dansmuziek. 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?", causerie. 14.20 Gram.muziek. 14.30 Voordracht en harpspel. 14.45 Kamer orkest. 15.15 Voor de vrouw. 16.15 Strijk orkest. 16.45 Musicalender. 17.30 Voor de padvinders. 17.45 Regeringsuitzending: J. A. van Beug'e: „Economische aspecten vanNieuw- Guinea". 18.00 Nieuws. 18.15 Militair com mentaar. 18.30 Amerikaans orkest. 18.40 „De wereld herbouwen", causerie. 19.00 Piano recital. 19.30 Muzikale causerie. 19.45 Rege ringsuitzending: 'Landbouwrubriek. 20.00 Nieuws. 20.05 Radioscoop. 22.40 Orkestcon cert. 23.00 Nieuws. 23.15 Reportage. 23.20— 24.00 Gram.muziek. 19. Ja, Pom en Pam hebben nog heel wat werk voor de boeg. Ook het biljet van meneer D. Hond wordt overgc- plakt. „Kiest D. Hond, dan wordt het dorp gezond", staat er onder het por tret van meneer Hond te lezen. „Oh, dit is een gemakkelijke", zegt Pam. „Het onderschrift kan zo blijven staan. Van die voorletter D. maken we ge woon De. Kijk maar, nu staat er: Kiest Pim, De Hond, dan blijft het dorp ge zond". De twee hondjes zijn zeer tevre den over hun werk. Een onnoemelijk aantal biljetten wordt nog overgeplakt maar eindelijk zijn Pom en Pam da* toch klaar. Moe en kleverig slaan ze de weg naar huis in. Ze hebben alle foto's kunnen opplakken en de plaksel- pot is bijna helemaal leeg. „Ik hoop maar dat we niet al te erg op ons kop krijgen", roept Pam, terwijl zij midden in de nacht naar huis wandelen. „Ach kom, het zal wel meevallen". Pom is optimistisch gestemd. „Wij hebben in ieder geval al de voorpret gehad. En we moeten morgenochtend zorgen op tijd in het dorp te zijn, want ik wil niets missen". 60. Jimmy waadde met grote stap pen door de branding om zich daarna met een koene sprong voorov er te wer- pen. Hij sloeg de armen breed uit, zijn voeten sloegen onmiddellijk een razende crawl en daar kliefde hij reeds de gol ven, naar voren schietend als een dol fijn. „Ik zal ze léren mij niet te willen geloven", gromde hij. „Ik zal dat stel letje eens een lesje geven, dat ze zal heugen". Intussen was ook Piet Pot lood op het strand verschenen. De bra ve kerel was totaal buiten adem, want van de haven van Dover naar de plek op het strand waar de Kanaalzwem mers waren aangekomen, wan bijna een uur lopen. „Waar is Jimmy Brown?" schreeuwde hij. „Hij heeft het gewonnen. Ik heb gezien dat hij »lf eerste de kust naderde!" Op hetzelfde ogenblik werd de Nederlandse verslag gever door al zijn buitenlandse colle ga's bestormd. „Hier is een getuige", schreeuwde de redacteur van de Daily Tattler. „Deze man beweert, dat hij Jimmy Brown als eerste heeft zien aan komen!" DOOR MARY BURCHELL 17) Waarschijnlijk waren ze elkaar ech ter lop hun morgenrit tegengekomen en had het voor de hand gelegen de buurman mee te brengen voor de lunch. Hij nam haar hand in een ste vige greep en bekeek haar zo openlijk goedkeurend, dat ze er haast verlegen onder werd. „Je laat dit meisje toch zeker niet naar school sturen, Yorke?" was zijn eerste opmerking. „Neen, sturen zal ik haar niet. Ze kan naar believen teruggaan of de school met Kerstmis verlaten, als ze dat liever wil", zei Justin Yorke be daard. „Haar eigen wil volgen? Wel, ze ziet er Uit alsof ze weet wat ze wil", merkte de bezoeker goedkeurend op. Norma glimlachte wat verlegen en sprak: „Het hangt van mijn examen af". „Norma is op het ogenblik door haar opvoeding zeer consciëntieus", ver klaarde haar voogd lachend. „O, neem haar mee naar Londen en laat ze daar wat pret maken, dan zal ze die opvoeding wel vergeten", be weerde de heer Inworth, die blijkbaar vond dat dat een verbetering zou zijn. „We zullen wel eens zien", sprak Justin Yorke diplomatiek. En daarop gingen ze aan tafel. Voor Norma was zelfs een eenvoudi ge lunch met twee heren een hele ge beurtenis en ze gevoelde zich wat ver legen en niet geneigd druk aan de gesprekken deel te nemen. Maar zowel de heer Inworth als haar voogd deden hun best haar te betrekken in ge sprekken die haar zouden interesseren. En de bezoeker was verrukt over de naïve eerbied waarmee ze haar menin gen uitte. Terwijl haar voogd slechts even glimlachte om sommige dingen die Norma zei, lachte de heer Inworth hardop vol bewondering, keek haar met een wat brutale goedkeurende blik aan en merkte twee keer op dat ze een „knap meisje" was. „Rijdt u paard?" wilde hij weten. „Neen", bekende Norma, „ik heb nooit op een paard gezeten". zei van om „O, daar moet verandering in ko men", verklaarde mijnheer Inworth, „laat mij haar rijlessen geven, Yorke". „Neen", antwoordde Norma's voogd opgewekt zonder enige nadruk. Norma wierp hem een snelle onder zoekende blik toe. „Als Norma wil leren paardrijden, zal ik haar zelf les geven", legde Jus tin Yorke hem uit, als was Norma er niet bij. „Uw oom Justin wil al het plezier voor zich zelf houden", merkte Inworth tegen Norma op. „Ik ben haar oom Justin niet' Norma's voogd op ijskoude toon. „We zijn helemaal geen familie elkaar. Norma's oom was zo gek met Janet te trouwen. Dat is de enige relatie". „Nou, dan ben je toch een soort oom van juffrouw Norma", hield Inworth vol, maar of dat tactloze koppigheid of plagerij was wist Norma niet zeker, „Het is erg aardig van u allebei dat u me wilt leren paardrijden", suste Norma vredelievend, „het kost me heus moeite om alle genoegens van deze va- cantie tegelijk in me op te nemen". „Dat is werkelijk een aardige troost, Norma", merkte haar voogd met on vriendelijk plezier op. Maar toen ze bloosde en er werkelijk ongelukkig uit zag, voegde hij er wat zachter aan toe: „Ik hoop dat de vacantie aan je verwachtingen zal beantwoorden". „O, vast wel"! Norma sprak enthou siast. „Ik zal het niets prettig vinden om naar school terug te gaan". „Ga dan niet", raadde Inworth aan. „Uw voogd zegt zelf dat u niet hoeft te gaan als u niet wilt". „O, maar ik moet et toch in ieder ge- vol nog een kwartaal heen, zelfs al zou ik besluiten er met Kerstmis af te gaan". „Waarom?" wilde Inworth weten. „Wel, je moet een kwartaal van te voren opzeggen of zoiets. Bovendien", Norma aarzelde. Het viel haar moei lijk onder woorden te brengen hoe on verwacht en haast beangstigend zo'n plotselinge verandering zou zijn. „Bovendien Norma", vroeg haar voogd rustig. „Wel ziet u, de school heeft eigenlijk mijn hele bestaan gevuld tot nu toe en „En de vacantie dan?" vroeg Inworth verbaasd. Blijkbaar had hij de school in zijn jonge jaren slechts beschouwd als een onwelkome onderbreking van de vacanties. Norma's vacanties waren niet veel bijzonders", legde haar voogd uit. „Ga verder, Norma". „Ja, hoe moet ik het zeggen", sprak Norma ernstig. „Om van school te gaan zonder de geringste voorberei ding en een heel ander leven te begin nen zou me „In de war brengen", veronderstel de haar voogd. „Goeie hemel!" zei Inworth, die dit een wonderlijk gezichtspunt vond. Ik dacht dat iedereen er naar snakte de school zo gauw mogelijk de rug toe te keren!" „O neen". Norma keek hem geamu seerd aan. „Vooral niet als het alles vertegenwoordigt wat je kent en be grijpt". „Maak je maar niet ongerust, kind lief', sprak haar voogd. „Je mag zelf beslissen". „Dank u wel!" Norma lachte hem toe en haar donkere ogen drukten zoveel genegenheid en dankbaarheid uit, dat Inworth een zuur gezicht zette, als was hier iets waaraan hij zijn goedkeuring niet kon hechten. Maar hardop zei hij alleen maar: „Kiest u maar nu direct van school te mogen, juffrouw Norma en in October met uw vpogd naar Lon den te gaan. Ik ben daar dan zelf ook en zal er het mijne toe bijdragen, u een gezellige tijd te bezorgen". Norma lachte en dankte hem ook. maar niet met die warmte die ze tegen over haar voogd had getoond. Heel spoedig daarna was het maal geëin digd, nam Inworth afscheid en ging zijns weegs. (Wordt vervolgd.) (Advertentie, Ing. Med.) (11 B Ergens op een zolder kamer, midden in een grote stad, woonde een artist. De man' zat ineengedoken door zijn dakraampje naar de strr-U-r beneden te kijken, die '■■ffinen van de regen Hr s kil en koud. is leeg", zuchtte hr dondom hem lagen de totaal leeggeknepen verf- tuben op de grond, de broodtrommel was leeg, de kolenbak en zijn portemon- naie ook, ja, zelfs zjjn maar knorde luid om een paai boterhammen. De artist stond op en be gon gebogen zijn kleine ate lier in de rondte te lopen. „Ik heb", mompelde hij, „alleen nog een héél klein beetje inkt. Dit is mijn laat ste kans. Wét zal ik daar van tekenen? Ik moet dat tekeningetje wel verkopen, andersandersJa, anders wist de man het ooi: niet meer. Plotseling nam hij een besluit, pakte voor zichtig het inktpotje uit de kast, hield het schuin, stak zijn tekenpen er in en ging aan tafel zitten. „Het kan me niet schelen, wat het wordt! mopperde hij onverschillig en hij te kende een heel leuk manne tje on de rand van een oude krant. Het mannetje had 'n hele hoge hoed op en begon meteen voor de verbaasde ogen van de artist een ron dedans op de krant te ma ken. „Hallo!" riep hij, „wat ben ik blij, dat je juist mij ;etekend hebt, want ik kan je helpen!" "„Waaraan?" stotterde de onthutste artist. „Aan alles", lachte het kereltje weer „Zeg maar, wat je nodig hebt". „Ik heb honger. Geef me alsjeblieft een boter ham", sprak de artist. On middellijk zette het kleine kereltje zijn hoge hoed af en haalde er zes broodjes met spek uit. „Wat nog meer?" riep hij lachend. „Ik heb ook wat geld nodig", sprak de artist aarzelend, terwijl hij ongelovig de broodjes be lastte. Direct draaide het man netje zijn hele hoed om en de goudstukken rolden links en rechts over de tafel. De arme tekenaar was nu in eens rijk en de mensen dachten: een artist, die rijk is, zal wel prachtige schil derijen maken en ze koch ten al de werken van hem op. Nu was de artist nog rijker. Daarom liet hij voor zichzelf een mooi huls bou wen. En het kleine manne tje met de hoge hoed? De artist tekende een leuk meisje en daar is het man netje mee getrouwd. Weet je waar ze wonen? In een klein houten huisje, dat de artist zelf timmerde en dat staat op het balcon van zijn eigen nieuw hul*. mL De achakel tussen Oost en West Jongens en meisjes, nu wil ik jullie eens meenemen naar het Suez-kanaal, hei grote kunstwerk van de F ransman Ferdinand de Lesseps, die dit kanaal dwars door de woestijn heeft gegraven. Dat dit niet zo gemakkelijk is geweest, zullen jullie wel begrijpen, want toen waren er nog geen bulldozers, graaf- en baggermachines. liet rulle woestijnzand werd schep Mies zag in het Muizenkrantje Eens een advertentie staan. „Prima tandpasta", zo las ze, „Laat die kans V niet ontgaan Miesje stapte naar de spiegel En ze keurde haar gebit, „Ja!", riep ze. „Mijn muizentanden Zijn, verdraaid, zo zwart als git!" Snel ging Miesje naar de winkel, Kocht de tube tandpasta. „Zo!", riep ze. „Nu ga ik poetsen Voor ik naar mijn bed toe ga!" Miesje schroefde snel de dop los. Hield haar borsteltje al klaar. „Wacht," dacht ze. „Nu zachtjes knijpen. Ik gebruik een beetje maar!" Er kwam echter niets te voorschijn, Harder drukte Miesje toen. Eindelijk kneep ze met twee handen. „Bah!", riep ze. „Dat t» geen doen!" Plotseling schoot het witte goedje Met een plof de tube uit. „Help!", riep Mies. Maar dikke slingers Hingen toen al aan haar snuit. voor schep weggewerkt en toen het dan ook in 1869 eindelijk klaar was, waren er tien lange jaren verstre ken. Nederland vooral was met dit kanaal erg blij, want de schepen, die op In- dië voeren, moesten eerst helemaal lang3 de Kaap van Zuid-Afrika varen en deze verkorte reis scheelde ette lijke dagen. Wel worden er erg hoge tolrechten gehe ven, maar dat heeft men er graag voor over. Als je !iu "an de Middellandse Zee het Suezkanaal binnenvaart, casseer je eerst een groot beeld van De Lesseps, dat als het ware een uitnodi gend gebaar maakt om het kanaal binnen te varen. Di rect daarna kom je bij de stad Port-Saïd, een der be langrijkste bunkerhavens van de wereld. Hier nemen de schepen kolen en water in en bij deze stad begint ook het echte Oosten. Aan de kade zie je de Arabieren niet de rode fez op het hoofd en rbnd de schepen krioelt het van de kleine bootjes, die gevuld zijn met Marok kaanse kleedjes, tasjes, si naasappels, pinda's en da dels. Boven het lawaai van alles uit bieden de handela ren al schreeuwend van be neden naar boven, de passa giers hun koopwaar aan. Is er een koop gesloten, dan werpen ze met grote be hendigheid een lang touw omhoog, dat de passagier moet vangen. Via dat touw gaat een mandje met de koopwaar naar boven, waarna de ko per het geld er ln doet. Maar nu gaan we Port- Saïd verlaten en komen dan ln het eigenlijke kanaal, dat maar 36 meter breed is. Ge lukkig zijn er verschillende wisselplaatsen, waar het 15 meter breder is en ook grote meren, waar de sche pen elkaar kunnen passeren. De scheepvaart is er heel goed georganiseerd. Een grote centrale contröle-pest geeft met telefoon en tele graaf de seinposten langs de oever aanwijzingen. Door middel van een uitgebreide kaart kan daar de positie van elk schip in het kanaal worden aangegeven. Daar bij nog mogen de schepen niet harder varen dan 10 11 km., zodat er oractisch geen kans op aanvaringen bestaat. Aan stuurboord (rechts) ligt Afrika en aan bakboord Azië, we varen dus tussen twee werelddelen in, waar echter niet veel natuur schoon te zien is. Er ziin slechts dorre woestijnen. Af en toe zie je enkele Arab e- ren, die naast hun kamelen geknield en met hun gezicht naar Mekka gericht hun ge beden opzeggen. Alleen de schilderachtige oasen bren gen wat kleurig leven in deze woestenij van zand en steen. Eindelijk is Suez, het ein de van onze 168 km. lange reis in zicht. Een keurig i nette stad, waai reeds in de oudheid een drukke handel heerste en dat de overlaad- plaats was voor de kara vanen. DE KLEINE DIPLOMAAT Petertje is niet zo erg dol op de levertraan, welke h;i 's avonds voor het naar bed gaan moet innemen. Maar als hij met zijn moeder een paar dagen bij Oma logeert, komt de kleine man zowaar zelf met de fle3 en een lepel aandragen. „Oma, wilt U me mijn levertraan geven?" vraagt hij can. Zijn moeder, die blU is, dat de kleine Pe ter zo verstandig schijnt te worden, om zelf aan het in nemen van het drankje te denken, wil de fles en de lepel aanpakken. Maar dan trekt Petertje een ongeluk kig gezicht en zegt: „Hè nee, mam, laat Oma het doen, die beeft zo, dat de helft er altijd naast valt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 11