r
Pim, Pam, Pom als fotografen
De 0
Voogd
Vi
viva wti
ZIJDE
JIMMY BROWN ALS KANAALZWEMMER
NBEKENDE
01
izrie
Muis
Het jasje
Radioprogramma voor dit week-end
SPECIAAL
ALKALIVRIJ
VOOR
&>J &J
DE ARTIST EN HET
MANNETJE MET DE
HOGE HOED
ZATERDAG 2 JUNI 1951
K HAD ME met moeite omhoog ge
wrongen tot boven in de toren.
Onder lage, zware balken door en via
nau&e ruimten, die geschapen schenen
voor het herbergen van dwergen, was
ik op de trans aangeland. Met mij
hadden vrienden en magen het oude
bouwwerk bestegen. Aangestoken door
hun verrukte jubelkreten trachtte ik
te genieten van het wijde vergezicht
dat voor me openlag. Ik moest echter
met geweld vergeten, dat vlak voor
mijn voeten een kloof van vijftig me.
ter gaapte. Dus keek ik niet omlaag,
hoe grappig het gezicht op het speel
goedstadje met de krioelende mensen
mieren op het plein recht onder me
ook was. En dus hield ilc mezelf hard
nekkig voor, dat de toren niet stond te
zwiepen, hoezeer mijn knieën ook vast
hielden aan de stelling, dat de vloer,
waarop ik stond, even vast lag als een
stuk hout in de kolkende branding.
Maar goed dan, ik slaagde er in, te
genieten. Ik mengde mij in het dis
cours van mijn metgezellen, twistte
met hen over de namen van dorpen in
de wazige verten van ons polderland,
jubelde met hen over een voortkrui
pend treintje of 'n dobberend scheepje
kortom, ik beleefde plezier aan het
resultaat van mijn moeizame tocht.
Echter: het noodlot dreigde in de ge
daante van een neefje van slechts
enkele jaren oud. Het meldde zich aan
op het moment, dat ik met een lieftal
lig nichtje in een bijzonder boeiend
dispuut werd gewikkeld. De jongeman
had al vaker een vraag op me afge
vuurd, steeds op momenten, dat zijn
fSeetgierigheid me minder gelegen
kwam. Dus maakte ik me nu wat kort
van hem af.
Hij gaf het echter niet op. Weer
klonk beft „Oom. Luister eens!"
Stil nou, Jantje, repliceerde ik,
wat verstoord over de herhaalde on
derbreking van mijn gesprek. Ten
slotte geeft een vrijgezel wat voor een
prettige ontmoeting met een aantrek
kelijke jongedame. Elke ingreep van
buiten af is een trap op het hart.
Blijkbaar had mijn korte repliek de
jongeman ietwat afgeschrokken. Een
poosje hield hij zich tenminste stil. Ik
kreeg nu even de kans, een conversatie
op te bouwen, waarin ik mij van mijn'
brillantste kant kon laten zien. Aan
het frisse gezichtje van mijn beminne
lijke tegenspeelster meende ik te be
merken, dat ik succes had. Haar ogen
schitterden zeer geamuseerd. Ja, ik
vatte reeds moed voor een beslissende
vraag.
Op dat moment stond het noodlot
levensgroot voor me.
Oom, luister nu toch eens! drong
Jantje aan.
Wat is er dan, jongetje? vroeg ik.
Ik gaf me gewonnen, in de hoop,
door een kleine tegemoetkomendheid
verder gezeur te kunnen verhinderen
Misschien zou de belofte van een ijsje
of een andere snoeperij bij aankomst
„beneden" iets kunnen uitwerken, ten
goede.
Helaas, Jantjes vraag dreef een diepe
kloof tussen mij en mijn geluk. Zij
verpletterde mijn zelfvertrouwen en
gaf mij het gevoel, dat ik mij be
schaamd in vergetelheid diende terug
te trekken. Ik stond volslagen voor
gek.
Oom, vroeg Jantje, waarom hebt
u een kapot jasje aan? Wgn.
ZONDAG 3 JUNI
„J!II'VERSUM I. <02 m.: 8.00 NCRV, 9.30
run 17 0° IKOR> 19 00 Nc®v, 19 45-24.C0
HU). - 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.15
Gram.muziek. 8.30 Morgenwijding. 9.15 Vocaal
kwartet. 9.30 Nieuws en waterstanden. 9.45
Gram .muziek. 9.55 Hoogmis. 11.30 Gram-
muziek. 11.40 Klankbeeld over emigratie. 12.00
Cram.muziek. 12.15 Apologie. 12.35 Gram.-
mnziek. 12.40 Lunchconcert. 12.55 Zonne
wijzer. 13.00 Nieuws, weerberichten en katho
liek nieuws. 13.20 Amusementsmuziek. 13.45
Kamerorkest en solist. 13.40 „Uit het Boek der
Boeken". 14.45 Piano-trio. 15.20 Gram.muziek
15.35 Reportage. 15.45 Utrechts Stedelijk Or
kest. 18.10 „Katholiek Thuisfront overal
16.15 Sport. 16.30 Lof. 17.00 Friese Ned.
Herv. kerkdienst. 18.15 Korte kerkdienst. Na
afloop: Gram.muziek. 19.00 Kamerkoor. 19.15
„Mensen op de achtergrond", causerie. 19.30
Nieuws, sportuislagen en weerberichten. 19.45
De Zaligverklaring van Z.H. Paus Pius X.
19.52 Boekbespreking. 20.05 De gewone man
zegt er t zijne van. 20.12 Gevarieerd pro
gramma. 22.45 Reportage. 23.00 Nieuws. 23.15
—24.00 Gram.muziek.
HILVERSUM II, 298 m.: 8.00 VARA, 10.00
VPRO, 10.30 IKOR, 12.00 AVRO, 17.00
VPRO, 17.30 VARA, 20.00-24.00 AVRO. -
- 8.00 Nieuws, weerberichten en postduiven-
berichten. 8.15 Gram.muziek. 8.30 Gesprek
over het zilveren jubileum van de Nederl.
Culturele Sportbond. 8.40 Gram.muziek. 9.00
Vacantie-tips. 9.12 Postduivenberichten. 9.15
Verzoekprogramma. 9.45 „Geestelijk leven",
causerie. 10.00 „Geef het door". 10.05 Voor
de jeugd. 10.30 Ev. Luth. Kerkdienst. 12.00
„Muziek-étalage". 12.40 Voor de jeugd. 12.50
Orgelspel. 13.00 Nieuws en weerberichten.
13.15 Mededelingen of gram.muziek. 13.20
Amusementsmuziek. 13.50 „Even afrekenen",
heren!". 14.00 Gram.muziek. 14.05 Boek
bespreking. 14.30 Brabants Orkest. 15.45 Film
praatje. 16.00 Dansmuziek. 16.30 Sportrevue.
17.00 „Een eigen geluid", toespraak. 17.20
„Een Kerklied". 17.30 „Martin's geheime raket-
vlucht naar de maan", hoorspel. 17.50 Piano
spel. 18.00 Sport. 18.15 Nieuws en sportuit
slagen. 18.30 Gram.muziek. 19.00 „Radiolym-
pus". 19.30 Internationale volksliedjes. 20.00
Nieuws. 20.05 Actualiteiten. 20.15 Strijkorkest.
20.45 „De Forsyte Sage: Een man van For
tuin", hoorspel. 21.25 Operaconcert. 22.00
Cabaret. 22.30 Dansmuziek. 23.00 Nieuws.
23.15—24.00 Grafti .muziek.
MAANDAG 4 JUNI
HILVERSUM I, 402 m.: 7.00-24.00 NCRV.
7.00 Nieuws. 7.15 Gewijd© muziek. 7.45
Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weer
berichten. 8.10 Sportuitslagen. 8.20 Gram.-
muziek. 9.15 Voor de zieken. 9.30 Waterstan
den. 9.35 Gram.muziek. 10.00 Predikanten-
forum. 10.15 Gram.muziek. 10.30 Morgen
dienst. 11.00 Piano-recital. 11.30 Gram.muziek.
12.30 Land- en Tuinbouwmededelingen. 12.33
Orgelconcert. 13.00 Nieuws. 13.15 Mandoline-
Ensemble. 13.45 Gram.muziek. 14.00 School
radio. 14.35 Gram.muziek. 14.45 Voor d©
vrouw. 15.15 Gram.muziek. 15.35 Strijkkwar
tet. 16.00 Bijbellezing. 16.45 Vocaal Ensemble
en orgel. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Orgel
spel. 17.45 Voor de kinderen. 18.00 Zigeuner
kwintet. 18.15 Sportpraatje- 18.25 Gram.muziek
18.30 Boekbespreking. 18.45 Engelse les. 19.00
Nieuws en weerberichten. 19.15 „Volk en
Siaat", causerie. 19.30 Gram.muziek. 19.40
1 adiokrant. 20.00 Nieuws. 20.05 Omroep-orkest
en solist. 20.40 „De Delftse Wonderdokter",
hoorspel. 21.30 Pianoconcert. 22.00 Gram.
muziek. 22.10 Strijkorkest en solisten. 22.45
Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00
Gram.muziek.
HILVERSUM II, 298 m.: 7.00-24.00 AVRO
7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30
Gram.muziek. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek.
9.00 Morgenwijding. 9.15 Gram.muziek. 10.30
Voor de vrouw 10.35 Gram.muziek. 11.00
„De betekenis van de moderne fotografie",
causerie. 11.15 Omroeporkest. 12.00 Orgel en
accordeon. 12.30 Land- en Tuinbouwmede
delingen. 12.33 In 't spionnetje. 12.38 Dubbel
Mannenkwartet. 12.50 Gram.muziek. 13.00
Nieuws. 13.15 Mededelingen of gram.muziek.
13.20 Dansmuziek. 14.00 „Wat gaat er om
in de wereld?", causerie. 14.20 Gram.muziek.
14.30 Voordracht en harpspel. 14.45 Kamer
orkest. 15.15 Voor de vrouw. 16.15 Strijk
orkest. 16.45 Musicalender. 17.30 Voor de
padvinders. 17.45 Regeringsuitzending: J. A.
van Beug'e: „Economische aspecten vanNieuw-
Guinea". 18.00 Nieuws. 18.15 Militair com
mentaar. 18.30 Amerikaans orkest. 18.40 „De
wereld herbouwen", causerie. 19.00 Piano
recital. 19.30 Muzikale causerie. 19.45 Rege
ringsuitzending: 'Landbouwrubriek. 20.00
Nieuws. 20.05 Radioscoop. 22.40 Orkestcon
cert. 23.00 Nieuws. 23.15 Reportage. 23.20—
24.00 Gram.muziek.
19. Ja, Pom en Pam hebben nog heel
wat werk voor de boeg. Ook het biljet
van meneer D. Hond wordt overgc-
plakt. „Kiest D. Hond, dan wordt het
dorp gezond", staat er onder het por
tret van meneer Hond te lezen. „Oh,
dit is een gemakkelijke", zegt Pam.
„Het onderschrift kan zo blijven staan.
Van die voorletter D. maken we ge
woon De. Kijk maar, nu staat er: Kiest
Pim, De Hond, dan blijft het dorp ge
zond". De twee hondjes zijn zeer tevre
den over hun werk. Een onnoemelijk
aantal biljetten wordt nog overgeplakt
maar eindelijk zijn Pom en Pam da*
toch klaar. Moe en kleverig slaan ze
de weg naar huis in. Ze hebben alle
foto's kunnen opplakken en de plaksel-
pot is bijna helemaal leeg. „Ik hoop
maar dat we niet al te erg op ons kop
krijgen", roept Pam, terwijl zij midden
in de nacht naar huis wandelen. „Ach
kom, het zal wel meevallen". Pom is
optimistisch gestemd. „Wij hebben in
ieder geval al de voorpret gehad. En
we moeten morgenochtend zorgen op
tijd in het dorp te zijn, want ik wil
niets missen".
60. Jimmy waadde met grote stap
pen door de branding om zich daarna
met een koene sprong voorov er te wer-
pen. Hij sloeg de armen breed uit, zijn
voeten sloegen onmiddellijk een razende
crawl en daar kliefde hij reeds de gol
ven, naar voren schietend als een dol
fijn. „Ik zal ze léren mij niet te willen
geloven", gromde hij. „Ik zal dat stel
letje eens een lesje geven, dat ze zal
heugen". Intussen was ook Piet Pot
lood op het strand verschenen. De bra
ve kerel was totaal buiten adem, want
van de haven van Dover naar de plek
op het strand waar de Kanaalzwem
mers waren aangekomen, wan bijna
een uur lopen. „Waar is Jimmy
Brown?" schreeuwde hij. „Hij heeft het
gewonnen. Ik heb gezien dat hij »lf
eerste de kust naderde!" Op hetzelfde
ogenblik werd de Nederlandse verslag
gever door al zijn buitenlandse colle
ga's bestormd. „Hier is een getuige",
schreeuwde de redacteur van de Daily
Tattler. „Deze man beweert, dat hij
Jimmy Brown als eerste heeft zien aan
komen!"
DOOR
MARY BURCHELL
17)
Waarschijnlijk waren ze elkaar ech
ter lop hun morgenrit tegengekomen
en had het voor de hand gelegen de
buurman mee te brengen voor de
lunch. Hij nam haar hand in een ste
vige greep en bekeek haar zo openlijk
goedkeurend, dat ze er haast verlegen
onder werd.
„Je laat dit meisje toch zeker niet
naar school sturen, Yorke?" was zijn
eerste opmerking.
„Neen, sturen zal ik haar niet. Ze
kan naar believen teruggaan of de
school met Kerstmis verlaten, als ze
dat liever wil", zei Justin Yorke be
daard.
„Haar eigen wil volgen? Wel, ze
ziet er Uit alsof ze weet wat ze wil",
merkte de bezoeker goedkeurend op.
Norma glimlachte wat verlegen en
sprak: „Het hangt van mijn examen
af".
„Norma is op het ogenblik door haar
opvoeding zeer consciëntieus", ver
klaarde haar voogd lachend.
„O, neem haar mee naar Londen en
laat ze daar wat pret maken, dan zal
ze die opvoeding wel vergeten", be
weerde de heer Inworth, die blijkbaar
vond dat dat een verbetering zou zijn.
„We zullen wel eens zien", sprak
Justin Yorke diplomatiek. En daarop
gingen ze aan tafel.
Voor Norma was zelfs een eenvoudi
ge lunch met twee heren een hele ge
beurtenis en ze gevoelde zich wat ver
legen en niet geneigd druk aan de
gesprekken deel te nemen. Maar zowel
de heer Inworth als haar voogd deden
hun best haar te betrekken in ge
sprekken die haar zouden interesseren.
En de bezoeker was verrukt over de
naïve eerbied waarmee ze haar menin
gen uitte. Terwijl haar voogd slechts
even glimlachte om sommige dingen
die Norma zei, lachte de heer Inworth
hardop vol bewondering, keek haar
met een wat brutale goedkeurende
blik aan en merkte twee keer op dat
ze een „knap meisje" was.
„Rijdt u paard?" wilde hij weten.
„Neen", bekende Norma, „ik heb
nooit op een paard gezeten".
zei
van
om
„O, daar moet verandering in ko
men", verklaarde mijnheer Inworth,
„laat mij haar rijlessen geven, Yorke".
„Neen", antwoordde Norma's voogd
opgewekt zonder enige nadruk.
Norma wierp hem een snelle onder
zoekende blik toe.
„Als Norma wil leren paardrijden,
zal ik haar zelf les geven", legde Jus
tin Yorke hem uit, als was Norma er
niet bij.
„Uw oom Justin wil al het plezier
voor zich zelf houden", merkte Inworth
tegen Norma op.
„Ik ben haar oom Justin niet'
Norma's voogd op ijskoude toon.
„We zijn helemaal geen familie
elkaar. Norma's oom was zo gek
met Janet te trouwen. Dat is de enige
relatie".
„Nou, dan ben je toch een soort oom
van juffrouw Norma", hield Inworth
vol, maar of dat tactloze koppigheid
of plagerij was wist Norma niet zeker,
„Het is erg aardig van u allebei dat
u me wilt leren paardrijden", suste
Norma vredelievend, „het kost me heus
moeite om alle genoegens van deze va-
cantie tegelijk in me op te nemen".
„Dat is werkelijk een aardige troost,
Norma", merkte haar voogd met on
vriendelijk plezier op. Maar toen ze
bloosde en er werkelijk ongelukkig uit
zag, voegde hij er wat zachter aan
toe: „Ik hoop dat de vacantie aan je
verwachtingen zal beantwoorden".
„O, vast wel"! Norma sprak enthou
siast. „Ik zal het niets prettig vinden
om naar school terug te gaan".
„Ga dan niet", raadde Inworth aan.
„Uw voogd zegt zelf dat u niet hoeft te
gaan als u niet wilt".
„O, maar ik moet et toch in ieder ge-
vol nog een kwartaal heen, zelfs al zou
ik besluiten er met Kerstmis af te
gaan".
„Waarom?" wilde Inworth weten.
„Wel, je moet een kwartaal van te
voren opzeggen of zoiets. Bovendien",
Norma aarzelde. Het viel haar moei
lijk onder woorden te brengen hoe on
verwacht en haast beangstigend zo'n
plotselinge verandering zou zijn.
„Bovendien Norma", vroeg haar
voogd rustig.
„Wel ziet u, de school heeft eigenlijk
mijn hele bestaan gevuld tot nu toe
en
„En de vacantie dan?" vroeg Inworth
verbaasd. Blijkbaar had hij de school
in zijn jonge jaren slechts beschouwd
als een onwelkome onderbreking van
de vacanties.
Norma's vacanties waren niet veel
bijzonders", legde haar voogd uit.
„Ga verder, Norma".
„Ja, hoe moet ik het zeggen", sprak
Norma ernstig. „Om van school te
gaan zonder de geringste voorberei
ding en een heel ander leven te begin
nen zou me
„In de war brengen", veronderstel
de haar voogd.
„Goeie hemel!" zei Inworth, die dit
een wonderlijk gezichtspunt vond. Ik
dacht dat iedereen er naar snakte de
school zo gauw mogelijk de rug toe te
keren!"
„O neen". Norma keek hem geamu
seerd aan. „Vooral niet als het alles
vertegenwoordigt wat je kent en be
grijpt".
„Maak je maar niet ongerust, kind
lief', sprak haar voogd. „Je mag zelf
beslissen".
„Dank u wel!" Norma lachte hem toe
en haar donkere ogen drukten zoveel
genegenheid en dankbaarheid uit, dat
Inworth een zuur gezicht zette, als was
hier iets waaraan hij zijn goedkeuring
niet kon hechten. Maar hardop zei hij
alleen maar: „Kiest u maar nu direct
van school te mogen, juffrouw Norma
en in October met uw vpogd naar Lon
den te gaan. Ik ben daar dan zelf ook
en zal er het mijne toe bijdragen, u een
gezellige tijd te bezorgen".
Norma lachte en dankte hem ook.
maar niet met die warmte die ze tegen
over haar voogd had getoond. Heel
spoedig daarna was het maal geëin
digd, nam Inworth afscheid en ging
zijns weegs.
(Wordt vervolgd.)
(Advertentie, Ing. Med.)
(11
B
Ergens op een zolder
kamer, midden in een grote
stad, woonde een artist. De
man' zat ineengedoken door
zijn dakraampje naar de
strr-U-r beneden te kijken,
die '■■ffinen van de regen
Hr s kil en koud.
is leeg", zuchtte
hr dondom hem lagen de
totaal leeggeknepen verf-
tuben op de grond, de
broodtrommel was leeg, de
kolenbak en zijn portemon-
naie ook, ja, zelfs zjjn maar
knorde luid om een paai
boterhammen.
De artist stond op en be
gon gebogen zijn kleine ate
lier in de rondte te lopen.
„Ik heb", mompelde hij,
„alleen nog een héél klein
beetje inkt. Dit is mijn laat
ste kans. Wét zal ik daar
van tekenen? Ik moet dat
tekeningetje wel verkopen,
andersandersJa,
anders wist de man het ooi:
niet meer. Plotseling nam
hij een besluit, pakte voor
zichtig het inktpotje uit de
kast, hield het schuin, stak
zijn tekenpen er in en ging
aan tafel zitten.
„Het kan me niet schelen,
wat het wordt! mopperde
hij onverschillig en hij te
kende een heel leuk manne
tje on de rand van een oude
krant. Het mannetje had 'n
hele hoge hoed op en begon
meteen voor de verbaasde
ogen van de artist een ron
dedans op de krant te ma
ken. „Hallo!" riep hij, „wat
ben ik blij, dat je juist mij
;etekend hebt, want ik kan
je helpen!"
"„Waaraan?" stotterde de
onthutste artist. „Aan alles",
lachte het kereltje weer
„Zeg maar, wat je nodig
hebt". „Ik heb honger. Geef
me alsjeblieft een boter
ham", sprak de artist. On
middellijk zette het kleine
kereltje zijn hoge hoed af en
haalde er zes broodjes met
spek uit. „Wat nog meer?"
riep hij lachend. „Ik heb ook
wat geld nodig", sprak de
artist aarzelend, terwijl hij
ongelovig de broodjes be
lastte.
Direct draaide het man
netje zijn hele hoed om en
de goudstukken rolden links
en rechts over de tafel. De
arme tekenaar was nu in
eens rijk en de mensen
dachten: een artist, die rijk
is, zal wel prachtige schil
derijen maken en ze koch
ten al de werken van hem
op. Nu was de artist nog
rijker. Daarom liet hij voor
zichzelf een mooi huls bou
wen. En het kleine manne
tje met de hoge hoed? De
artist tekende een leuk
meisje en daar is het man
netje mee getrouwd. Weet
je waar ze wonen? In een
klein houten huisje, dat de
artist zelf timmerde en dat
staat op het balcon van zijn
eigen nieuw hul*.
mL
De achakel tussen
Oost en West
Jongens en meisjes, nu
wil ik jullie eens meenemen
naar het Suez-kanaal, hei
grote kunstwerk van de
F ransman Ferdinand de
Lesseps, die dit kanaal
dwars door de woestijn
heeft gegraven. Dat dit niet
zo gemakkelijk is geweest,
zullen jullie wel begrijpen,
want toen waren er nog
geen bulldozers, graaf- en
baggermachines. liet rulle
woestijnzand werd schep
Mies zag in het
Muizenkrantje
Eens een advertentie
staan.
„Prima tandpasta",
zo las ze,
„Laat die kans V niet
ontgaan
Miesje stapte naar de
spiegel
En ze keurde haar gebit,
„Ja!", riep ze. „Mijn
muizentanden
Zijn, verdraaid, zo zwart
als git!"
Snel ging Miesje naar
de winkel,
Kocht de tube tandpasta.
„Zo!", riep ze. „Nu ga
ik poetsen
Voor ik naar mijn bed
toe ga!"
Miesje schroefde snel de
dop los.
Hield haar borsteltje
al klaar.
„Wacht," dacht ze. „Nu
zachtjes knijpen.
Ik gebruik een beetje
maar!"
Er kwam echter niets
te voorschijn,
Harder drukte Miesje
toen.
Eindelijk kneep ze met
twee handen.
„Bah!", riep ze. „Dat t»
geen doen!"
Plotseling schoot het
witte goedje
Met een plof de tube uit.
„Help!", riep Mies.
Maar dikke slingers
Hingen toen al aan haar
snuit.
voor schep weggewerkt en
toen het dan ook in 1869
eindelijk klaar was, waren
er tien lange jaren verstre
ken. Nederland vooral was
met dit kanaal erg blij,
want de schepen, die op In-
dië voeren, moesten eerst
helemaal lang3 de Kaap van
Zuid-Afrika varen en deze
verkorte reis scheelde ette
lijke dagen. Wel worden er
erg hoge tolrechten gehe
ven, maar dat heeft men er
graag voor over. Als je !iu
"an de Middellandse Zee het
Suezkanaal binnenvaart,
casseer je eerst een groot
beeld van De Lesseps, dat
als het ware een uitnodi
gend gebaar maakt om het
kanaal binnen te varen. Di
rect daarna kom je bij de
stad Port-Saïd, een der be
langrijkste bunkerhavens
van de wereld. Hier nemen
de schepen kolen en water
in en bij deze stad begint
ook het echte Oosten. Aan
de kade zie je de Arabieren
niet de rode fez op het hoofd
en rbnd de schepen krioelt
het van de kleine bootjes,
die gevuld zijn met Marok
kaanse kleedjes, tasjes, si
naasappels, pinda's en da
dels. Boven het lawaai van
alles uit bieden de handela
ren al schreeuwend van be
neden naar boven, de passa
giers hun koopwaar aan. Is
er een koop gesloten, dan
werpen ze met grote be
hendigheid een lang touw
omhoog, dat de passagier
moet vangen.
Via dat touw gaat een
mandje met de koopwaar
naar boven, waarna de ko
per het geld er ln doet.
Maar nu gaan we Port-
Saïd verlaten en komen dan
ln het eigenlijke kanaal, dat
maar 36 meter breed is. Ge
lukkig zijn er verschillende
wisselplaatsen, waar het 15
meter breder is en ook
grote meren, waar de sche
pen elkaar kunnen passeren.
De scheepvaart is er heel
goed georganiseerd. Een
grote centrale contröle-pest
geeft met telefoon en tele
graaf de seinposten langs de
oever aanwijzingen. Door
middel van een uitgebreide
kaart kan daar de positie
van elk schip in het kanaal
worden aangegeven. Daar
bij nog mogen de schepen
niet harder varen dan 10
11 km., zodat er oractisch
geen kans op aanvaringen
bestaat.
Aan stuurboord (rechts)
ligt Afrika en aan bakboord
Azië, we varen dus tussen
twee werelddelen in, waar
echter niet veel natuur
schoon te zien is. Er ziin
slechts dorre woestijnen. Af
en toe zie je enkele Arab e-
ren, die naast hun kamelen
geknield en met hun gezicht
naar Mekka gericht hun ge
beden opzeggen. Alleen de
schilderachtige oasen bren
gen wat kleurig leven in
deze woestenij van zand en
steen.
Eindelijk is Suez, het ein
de van onze 168 km. lange
reis in zicht. Een keurig
i nette stad, waai reeds in de
oudheid een drukke handel
heerste en dat de overlaad-
plaats was voor de kara
vanen.
DE KLEINE DIPLOMAAT
Petertje is niet zo erg dol
op de levertraan, welke h;i
's avonds voor het naar bed
gaan moet innemen. Maar
als hij met zijn moeder een
paar dagen bij Oma logeert,
komt de kleine man zowaar
zelf met de fle3 en een lepel
aandragen. „Oma, wilt U me
mijn levertraan geven?"
vraagt hij can. Zijn moeder,
die blU is, dat de kleine Pe
ter zo verstandig schijnt te
worden, om zelf aan het in
nemen van het drankje te
denken, wil de fles en de
lepel aanpakken. Maar dan
trekt Petertje een ongeluk
kig gezicht en zegt: „Hè
nee, mam, laat Oma het
doen, die beeft zo, dat de
helft er altijd naast valt.