im. Pain, Pom als fotografen
iii
De 0
nbekende
Voogd
Radioprogramma voor dit week-end
Puzzle-rubriek
JIMMY BROWN ALS KANAALZWEMMER
Hf O
M
I 7SPWI3 I
xxx.
xxxx
xxxx
xxxx
De Boeken
spreken
f ,Die was ik al jaren zoek
ZATERDAG JUNI 1951
JOMnir m y.T»..
ZONDAG 10 JUNI
HILVERSUM I, 402 jn.; 8.00 KRO 9 30
NCRV, 10.00 IKOR, 12.00 NCRV, 12 ló' KRO
17.00 NCRV, 19.43-24.00 KRO. - 800
Nieuws en weerberichten. 8.15 Gram.muzick
8.25 Hoogmis. 9.30 Nieuws en Waterstanden
9.45 Kamermuziek. 10.00 „Op de bank", cau
serie. 10.30 Kerkdienst. 12.00 Gram.muziek.
12.15 Apologie. 12.35 Gram.muziek. 12.40
Lunchconcert. 12.55 Zonnewijzer. 13.00
Nieuws, weerberichten en katholiek nieuws.
13.20 Gevarieerde muziek. 13.45 „Uit het
Boek der Boeken". 14.00 Radio Philharmonisch-
orkest en solist. 15.00 Gram.muziek. 13.25
Zangrecital. 15.30 Amusementsmuziek. 16.10
„Katholiek Thuisfront overall". 16.15 Sport.
16.30 Lof. 17.00 Geref. Kerkdienst. 18.30
Gram.muziek. 18.35 Gewijde muziek. 19.15
„Van alle tijden en alle volken", causerie.
19.30 Nieuws, sportuitslagen en weerberichten.
19.45 Actualiteiten. 19.52 Bpekbespreking.
20.05 De gewone man zegt er 't zijne van.
20.12 Gevarieerd programma. 22.45 Avond
gebed en Liturgische kalender. 23.00 Nieuws.
23.15—24.00 Gram.muziek.
HILVERSUM II, 298 m.: 8.00 VARA, 12 00
AVRO, 17.00 VARA, 18.30 VPRO, 19.00 IKOR,
20.00—24,00 AVRO. 8.00 Nieuws en weer
berichten. 8.18 Gram.muziek. 8.30 Voor het
platteland. 8.40 Gram.muziek. 9.00 Vacantie-
tips. 9.12 Postduivenberichten. 9.15 Verzoek-
prcgramma. 9.45 „Geestelijk leven", causerie.
10.00 Voor de jeiigd. 10.25 „Met en zonder
omslag". 10.50 Semi-klassieke muziek. 11.20
Voordracht. 11.35 Amusementsmuziek. 12.00
Orkestconcert en postduivenberichten. 12.30
Voor de jeugd. 12.40 OrgelspeL 13.00 Nieuws
en weerberichten. 13.15 Veilig verkeersactie.
13.20 Amusementsmuziek. 13.50 „Even afreke
nen, hérenl". 14.00 Gram.muziek. 14.05 Boek
bespreking. 14.30 Viool en piano. 15.00 Con
certgebouw-orkest. 15.40 Filmpraatje. 15.55
Dansmuziek. 16.25 Mededelingen of gram.
muziek. 16.30 Sportrevue. 17.00 Accordeon-
rauziek. 17.20 „Martin's geheime raketvlucht
naar de maan", hoorspel. 17.40 Gram.muziek.
17.55 Sport. 18.15 Nieuws en sportuitslagen.
18.30 Kerkdienst. 19.00 Kinderdienst. 19.35
Bijbelvertelling. 20.00 Nieuws. 20.05 Toe
spraak voor de padvinders. 20.10 Opera-con
cert. 21.15 „De Forsyte Sage: Een man van
Fortuin", hoorspel. 21.55 Lichte muziek. 23.00
Nieuws. 23.15 Actualiteiten. 23.25—24.00
Gram.muziek.
MAANDAG 11 JUNI
IiI„yERSUM If 402 m" 7.00-24.00 NCRV
- L00 Nieuws. 7.18 Gram.muziek. 7.45 Een
woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weer
berichten. 8.10 Sportuitslagen. 8.20 Gram.-
muziek. 9.15 Voor de zieken. 9.30 Waterstan
den. 9.35 Gram.muziek. 10.00 Predikanten-
jOmm. 10.15 Gram.muziek. 10.30 Morgen
dienst. 11.00 Tenor en piano. 11.20 Gram.-
mnziek. 12.00 Harp-ensemble. 12.30 Land- en
™Tned"letegeTI- 12 34 Orgelconcert.
p Nieuws. 13.15 Marinienkapel. 14.00
Schoolradio. 14.35 Gram.muziek. 14.45 Voor
de vrouw. 15.15 Gram.mnziek. 15.30 Viool en
cello. 16.00 Bijbellezing. 16.45 Vocaal-ensem-
,le' 1J Voor de kleuters. 17.15 OrgelspeL
17.4o Voor de jeugd. 18.00 Gram.muziek. 18.15
Sportberichten. 18.25 Gram.muziek. 18.30
Boekbespreking. 18.45 Engelse les. 19.00
Nieuws en weerberichten. 19.15 „Volk en
Staat", causerie. 19.30 Gram.muziek. 19.40
Radiokrant. 20.00 Nieuws. 20.05 Gram -
muziek. 20.55 „De Delftse Wonderdokter",
hoorspel. 21.45 PianorecitaL 22.15 Internatio
naal Evangelisch commentaar. 22.25 Orgelcon
cert. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws.
23.15—24.00 Gram.muziek.
HILVERSUM II, 298 m.-. 7.00 VARA, 10.00
VPRO, 10.20-24.00 VARA. - 7.00 Nieuw,.
7.15 Ochtendgymnastiek. 7.33 Gram.muziek.
8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 Gram.
muziek. 10.00 „Voor de oude dag", causerie.
10.05 Morgenwijding. 10.20 Voor de kinderen.
10.35 Voor de vrouw. 10.50 Voor de zieken.
11.40 Sopraan en piano. 12.00 OrgelspeL 12.30
Land- en Tumbouwmededelingen. 12.33 Voor
het platteland. 12.38 Gram.muziek. 13.00
Nieuws. 13.15 Voor de middenstand. 13.20
Dansmuziek. 13.50 Gram.muziek. 14.00
„Lichaam, en gezondheid", causerie. 14.15
ianorecital. 14.45 Gram.muziek. 15.20 „De
Conferentie der dieren", hoorspel. 16.20
Gram.muziek. 17.00 Voor de kinderen. 17.30
Pianoduo. 17.45 Regeringsuitzending: D. Saat-
hof: „Aan de rand van het Surinaamse oer
woud". 18.00 Nieuws. 18.15 Militair commen
taar. 18.30 Vara-varia. 18.35 Lichte muziek.
19.00 Parlementair overzicht. 19.15 Piano-kwar
tet. 19.45 Regeringsuitzending: Ir. J. G. Tuk
ker: „Het voederprobleem bij de pluimveehou
der". 20.00 Nieuws. 20.05 Actualiteiten. 20.15
Gevarieerde muziek. 21.00 Cabaret. 21.45
„Waarheen gaat Duitsland?", causerie. 22.00
Radio Philharmonisch Orkest. 23.00 Nieuws.
23.15 Socialistisch nieuws in Esperanto. 23.20
-24.00 Gram.muziek.
25. Moeder Woeffie moet zich nog
■haasten, wil zij op tijd voor. het stem
men komen. Zo snel mogelijk dringt zij
door de dierenmenigte heen, die opge
wonden op het plein voor het raadhuis
staat. Moeder Woeffie houdt wel van
zo'n gezellige drukte en knikt links en
rechts naar kennissen toe. „Ha, die
Moeder Woeffie" klinkt er dan plotse
ling een stemU stemt natuurlijk
óók op uw zoon Pim, hè?" Moeder
neemt het als een grapje op en stapt
naar binnen. Maar daar wacht haar
een nieuwe verrassing. „Nóg een stem
voor Pim", roept de bediende, die bij
de stembus zit. „U stemt natuurlijk
voor uw eigen zoonzoals wij trouwens
allemaal hebben gedaan", voegt hij er
vertrouwelijk aan toe. Moeder Woeffie
staart de bediende niet begrijpend aan.
„H-h-hoe bedoelt u?" stamelt ze ten
slotte. „Tja, ik begrijp, dat u er wat ze
nuwachtig van is", antwoordt de be
diende lachend. „Hier.... vult u dit
biljet maar in met Pim. Zo.. U bentl
de laatste. Dank u zeer!"
PUZZLE 191. DE JUISTE WOORDEN
EN HET SPREEKWOORD (OJPL.)
De 16 bedoelde woorden, die mfjn door
samenvoeging en omzetting van de
twee naast elkaar staande lettergroe
pen kon vormen waren:
1. Advertentie; 2. Leugenaar; 5.
Dorpsmuziek; 4. Ontmoeting; S. Ezels
oor; 6. Negerdans; 7. Donderbui; 8.
Eksteroog; 9. Locomotief; Hl. Eigen
liefde; 11. Elevator; 12. Rofo) vershol;
13. Terugk >mst; 14. Muziektent; 15.
Elleboog; IS. Neutraliteit. (No. 5 uit
zoel-roes).
Zoals men ziet vormen de eerste let
ters: AL DOENDE LEEKT MEN.
Een puzzle, die wel belangstelling
had. Vele goede oplossingen kwamen
binnen. Na loting onder de inzenders
daarvan is de wekelijkse prijs van f 5
ditmaal ten deel gevallen aan: Mevr. P.
P. Loesberg—Spruit, Xoodsgraeht 12,
Den Heider. Gefeliciteerd! Deze prijs
zal worden toegezonden.
En nu onze nieuwe opgave:
PUZZLE 192. EEN SCHIJNBAAR
EENVOUDIC8E DELING
In het volgende diagram van een
OPGAANDE deling zijn alle cijfers 1,
die in de gehele bewerking voorkomen,
aangegeven. De acht cijfers van deler
en quotiënt zijn alle verschillend en
bevatten geen 0 of 3.
XXX/XXX1XXX/ 1XXXX
XXXI
XlXX
XlXX
XIX
XIX
Gevraag/Ö wordt deze som geheel
volledig In cijfers in te zenden.
Oplossingen (per briefkaart) tot en
met Donderdag 14 Juni aan de redactie
van dit blad. (Er wordt weer een prijs
van f 5 "verloot onder de inzenders van
een goede oplossing.
66. Geen vijf minuten later was de
remorqueur in staat Jimmy te praaien.
De schipper stuurde zo, dat hij „langs
zij" kwam en toen was het Piet Potlood
die door de scheepsroeper Jimmy een
hartelijke begroeting toeschreeuwde.
„Haaaa die Jimmy!" riep hij. „Einde
lijk hebben wij je ontdekt. Gaat alles
goed? Zijn er geen moeilijkheden?"
Jimmy Brown was toch een beetje ver
baasd dat er plotseling een schip naast
hem was komen opduiken. Hij hoorde
ook de stem van Piet Potlood, maar in
de stemming om op dit ogenblik een
vriendelijk babbeltje te gaan maken,
was hij toch niet. Hij keek even op en
riep: „Varen jullie maar vast door naar
Calais en begin niet met aan m'n kop
te zanikken met allerlei raadgevingen".
„Goed, goed, Jimmy!" riep Piet Pot
lood terug „Maar heb je geen trek in
een slok lekkere hete koffie?" „Drink
die zelf maar op", schreeuwde Jimmy
terug, „ik heb geen minuut te verlie
zen".
DOOR
MARY BURCHELL
22)
Het zou echter belachelijk zijn om
nu weer nieuwe moeilijkheden te be
ginnen. Het v/as heerlijk om weer op
goede voet met haar voogd te staan en
te weten dat hij haar aardig vond en
misschien zelfs een beetje van haar
hield. In ieder geval had hij gezegd,
dat hij „haar misschien wel een schat
vond" en voor Justin Yorke was dit
heel wat, dacht Norma.
Op dat ogenblik stond hij stil en
wees haar de weg over de velden voor
haar uit.
„Volg het pad langs de heg en ga
linksaf de laan in als je het hek door
bent. Je zult dan recht voor Fairlee
uitkomen, als tenminste Paul Cantlin
je voor dien niet tegemoet is gekomen,
wat hij zeker doen zal", merkte haar
voogd droog, maar zonder ergernis, op.
„Dank u wel", zei Norma en haar
hartelijke toon bewees, dat ze hem voor
heel veel meer bedankte dan voor het
v/ijzen van de weg naar Fairlee.
Blijkbaar raadde hij dat, want hij gaf
haar een stevig tikje op haar wang en
sprak: „Dat is in orde hoor", voordat
hij afscheid nam en op zijn schreden
terugkeerde.
Norma voelde zich geweldig vrolijk
en gelukkig, ze liep het grootste ge
deelte van de weg op een draf en be
reikte het hek op hetzelfde ogenblik
als Paul lantlin, die van de andere
kant kwam.
„Hallo!" De glimlach, die zijn ge
bruinde gezicht deed stralen, was zq
open en aardig, dat Norma zelfs op dat
ogenblik nog een gedachte wijdde aan
het onzinnige vooroordeel van haar
voogd jegens hem.
Maar toen ze over het hek klom en
hij er haar aan de andere kant af hielp,
voelde ze, dat zijn vreugde en bewon
dering voor haar van dien aard waren,
dat er voor haar voogd toch wel enige
aanleiding bestond zich zorgen te ma
ken. Want Paul Cantlin was een heel
aantrekkelijke jongeman, van wie men
veel zou kunne gaan houden, voogd
of geen voogd.
Voor 't ogenblik was er echter geen
reden zich zorgen te maken, want hun
vriendschap was nog niet ernstig. Ze
waren gewoon twee jonge mensen die
elkaar aardig vonden en hielden van
dezelfde luchtige conversatie.
.„Ik heb gehoord dat Xenia met
zwaar geschut heeft moeten werk?n
Woensdag", merkte hij op, terwijl ze de
laan inwandelden. „Natuurlijk behoor
lijk geassisteerd door het garnizoen
binnen de wallen".
„Bedoel je mij?"
„Ik bedoel jou", beaamde Paul la
chend. „Xenia zei dat je prachtig bent
geweest. Dat je kalm hebt verklaard,
dat er niet de minste reden was waarom
je niet een dag met je vrienden zou
doorbrengen".
„Ja, dat weet ik". Norma lachte wel,
maar ze beet op haar lip, „Het speet
me geweldig dat ik mijnheer Yor«e
moest weerstreven, want hij doet het
werkelijk alleen voor mijn bestwil en
in alle andere opzichten is hij een
schat voor me. Maar ik vond, dat ik
het recht had, mijn standpunt te ver
dedigen en zonder lastig te willen
zijn
„O, dat is in orde", onderbrak Paul
haar vrolijk. „Je hoeft je tegenover mij
niet te verdedigen, ik ben het volkomen
met je eens. Ik ben je maar al te dank
baar dat je je schrap hebt gezet en
ik hoop, dat je het zult blijven doen
„O Paul! Je moet niet net doen alsof
mijn voogd en ik dikwijls zo tegenover
elkaar zullen staan
„Maar dat zal je toch moeten als je
jezelf wilt blijven".
„Neen, dat zal ik niet! Je begrijot
er niets van. Hij is lief en edelmoedig
en reusachtig aardig, werkelijk!"
„Hij is ook verduiveld listig", ant
woordde Paul, „vooral als hij er in
geslaagd jou zo over hem te laten den
ken".
„Dat is niet waar! Tenminste ia.
natuurlijk is hij knap. Maar waarom
zeg je dat op zo'n onaardige manier?"
„Natuurlijk om de wijze waarop hij
zijn verstand gebruikt".
„Paul, wat bedoel je?"
Haar metgezel keek haar aan en er
blonk oprechte bezorgdheid in zijn hei-
der grijze ogen.
„Is het nog niet bij je opgekom-n,
Norma", sprak hij eenvoudig, „dat ie
voogd in sommige opzichten een het-1
gevaarlijk mens is?"
HOOFDSTUK IV
Gedurende enkele ogenblikken wan
delde Norma zwijgend naast Paul Cant
lin voort. Haar instinct van trouw
dreef haar om te zeggen dat „gevaar
lijk" een belachelijke en kwetsende be
naming was voor haar voogd. En toch
moest ze op het- moment-zelf dat Paul
het had gezegd, toegeven dat dit eigen
lijk het essentiële was in Justin Yorke'g
charme.
„Hoe wanhopig .veel je ook van hem
zou houden, je zou je nooit helemaal
veilig bij hem voelen", dacht Norma.
Maar vervolgens trachtte ze zich door
Paul te laten geruststellen, want ze
was geschrokken van de beelden die
ongewild bij haar waren opgekomen. ;n
ze vroeg in de war gebracht:
„Waarom zeg je gevaarlijk, Paul?
Dat is een merkwaardige benaming".
„Het is niet de benaming, die te
voor de meeste mensen zou gebruiken",
gaf Paul toe. „En misschien is het wat
te kras. Maar meedogenloze mensen
hebben altijd iets gevaarlijks, Norma.
En ik heb de indruk dat hij meedogen
loos is als hij zijn zinnen ergens op
heeft gezet. Ik bedoel niet dat hij zal
rondlopen met een dolk in de ene
hand en blauwzuur in de andere. Maar
als hij iets bepaald wil hebben zal hij
niet aarzelen daar de belangen van
een ander aan op te offeren"
„Ook niet als hij van die ander
veel hield?" (Wordt vervolgd)
HET NIEUWE BOEK.
Marinus Schroevers: „Het Jon-
gensautoboek; ui tg. De Bezige
Bij, Amsterdam.
De Alkmaarder Marinus Schroevers
heeft een zeer vlot boek over de auto
geschreven, waarin vrijwel alles staat
wat jongens van 8 tot 80 jaar over
auto's weten willen. „De Bezige Bij" gaf
het uit. En uitgeefster én schrijver heb
ben de Nederlandse jeugd zeer aan zich
verplicht, want in een enthousiaste stijl
vertelt Schroevers over de ontwikke
ling van ons moderne vervoermiddeL
Wat men wil: Cylinders, aandrijving,
vering, stuurinrichting, remsystemen,
versnellingsbak, enz. enz. wordt behan
deld, en alles wat ook maar iets met
de auto te maken heeft, als wedstrij
den, verkeer, bruggen, olie-industrie,
automerken met gegevens en verkla
ringen, komt aan de orde. Zeven foto
pagina's en 90 zeer goede tekeningen
van Jaap Tol, die de tekst uitmuntend
aanvullen, vervolmaken het eerste
autoboek voor de jeugd van een Ne
derlands auteur.
s
M)4=
n
■mmm ■- mmw—
mMBSMmjm
n - n
a
w.
Op een mooie Zomerse
dag stapte Karei op zijn
klepperende klompen het.
dorpsstraatje uit. Over zijn
schouder had hij een lange
hengel. Het snoer bengelde
er aan. In zijn hand droeg
Karei een visnet en in zijn
zak zat een dikke bal deeg.
Ja, het was duidelijk, Karei
ging vissen. Hjj liep langs
een korenveld, langs een
molen en toen stond hij
plots voor een vrolijk kab
belend beekje. „Hier gooi ik
mijn hengel uit", dacht Ka-
rel. Hij rolde een balletje
deeg, prikte het san zijn
haak en tjoepdaar dob
berde zijn dobber reeds mid
den in het water.
Maar de visjes wilden met
bijten. Karei zat warempel
al twee uur te hengelen en
zijn dobbertje lag nog steeds
onbeweeglijk in de beek.
Het ergste van alles was
echter, dat h« de mooiste
visjes zomaar rustig heen en
weer zag zwemmen. Zp
schoten door het heldere
water en speelden verstop
pertje tussen de waterplan
ten. „Daar snap ik niks
van", bromde Karei gehu
meurd. Hij tilde de henge
uit het water en liet zijn
snoer weer zakken vlak bij
de stoeiende visjes, maar de
beestjes roken zelfs niet.
eens aan het heerlijke balle
tje deeg aan Karel's haakje
Plotseling schoot een enor
me v>s uit de waterplanten
naar voren HU knipoogde
eens tegen de kleine.'visjes
en stak toen zijn kop boven
water uit. „We bijtan niet",
sprak hij rustig, ,avü vlie-»
gen er niet in, je kunt ga-
rust naar huis gaan."_
Karei had zekeo vijf mi
nuten nodig om zjjn verba
zing meester te wordtin.
„WaWat?" hakkëlde
hij- „Een sprekende v'Js?
Niet te geloven1" „Ja, juift",
antwoordde de vis, „rftijn
naam is Van Schjubben, pne-
neer van Schubben. Ik ben
de oudste vis ia deze beek
en ik zeg je nojgmaalA, we
vliegen er niet ftn. we bijten
niet!" „Oh", sprak Karei,
„mag ik ook vijagen,, waar
om niet? „Ja", was Tiet ant
woord, „ik zal je zeMs laten
zien waarom!" en Tflots gaf
hij een ruk aan. Karel's
snoer, zodat detjote^en voor
over in de beelc Tuimelde
„Ga maar mee jiaar bene
den", vervolgde lèi).
Karei voelde dfc sterke vin
van meneer vajn. Schubben
om zich heen en snel werd
hjj naar het vissenrijk ge
voerd. De jongen kon zijn
ogen niet geloven. De
prachtigste planten stonden
als sierlijke bomen op een
rotsachtige vloer met v°el
lichtgroen mos en donker
bruin gesteente. Samen met
meneer van Schubben zwom
Karei er door heen. Alles
was gehuld in een vreemd
soort groen licht en soms
scheen de zon in het water
en toverde daar een onge
looflijke schoonheid. „Kijk",
zei meneer van Schubben,
„hier is het beekhuis". „Wal
is dat, een beekhuis?" wilde
Karei weten. „Och, Jullie
hebben een stadhuis, maar
wfl een beekhuls", verklaar
de de vis. „In het beekhuis
woont de vissenmeester!"
„Wat ts dat, een vissen
meester", vroeg Karei weer
„Och", sprak van Schubben
geduldig. „Jullie hebben
een burgemeester, maar wij
hebben een vissenmeester!"
„Oh", lachte Karei en keek
vol bewondering naar het
van achelpen, steen en wier
gebouwde huisje van de
vissenmeester, waar Zijne
Edelachtbare juist heel def
tig uit het raam hing.
Het tweetal zwom weer
verder. „Hier is de school",
sprak de vis. Karei zag een
open ruimte tussen de wa
terplanten, waar wel twln-,
tig kleine visjes in kleine
bankjes zaten. „We bijten
niet meer!" stond er op het
bord geschreven. Weer ver
der zwommen Karei en me
neer van Schubben. „En
hier", hernam de vis, terwijl
hij op een béél hoog gebouw
wees, „hier is het vissen-
ziekenhuis. Hier liggen alle
vissen, die tóch gebeten
hebben. Het zijn in het alge
meen hele kleine beestjes,
die nog niet weten, wat er
in de vissenwereld te koop
Is. Ze werden gevangen aan
zo'n scherpe haak, maar
toen de visser het visje te
klein vond, gooide hij het
gelukkig weer in het water.
Ja Karei, daarom bijten we
niet meer. want een vis is
ook een dier." Karei begon
er Iets van te begrijpen.
„Ik zal Je nu weer naar bo-
ven brengen", sprak me
neer van Schubben. Karei
zei niet veel meer. Hij be
dankte de grote vis voor de
wijze les en Kroop toen weer
op de wal. „Ja", mijmerde
hij, „een vis is ook 'n dier!"
Twee studenten woonden
op een klein kamertje. Ze
waren dikke vrienden en ze
deden alles samen.
Op een goede dag kwam
een van de twee thuis om te
eten, maar hü kon zijn
vriend nergens ontdekken
•Wel hing er een vreemd
stukje papier aan de wand
en daarop stond: nul i.
één k, twee o, drie
m, vier r, vijf g, zes
e, zeven - n, acht - t én
negen a.
„Wat betekent dat nu?"
dacht de student bij zichzelf
en aandachtig doorzocht hij
het kamertje. Plots zag hij
op de rand van de boeken
kast met krijt genummerde
streepjes staan. Nu ziin stu
denten niet dom en daarom
wist hij direct, wat hem te
doen stond.
„Kijk", riep hij, „het eer
ste boek komt aan het
streepje nul en nul 1. Het
tweede boek komt aan
streepje één en één k
Daar staat dus: Ik."
Vlijtig loste de student de
hele puzzle op. Daarmee
klaar, trok hij zijn jas aan
en zei: „Ik ga eten b\j Ger-
rit." Wat staat er in de boe
ken geschreven?
„aoi n-uao -wbui
uioji 'Ud;a ram uaSjotu
iuoj( 3fi" 8 u is o i d o
Evertje zag er een beetje
slordig uit, toen hij op een
morgen de klas binnen
kwam. „Maar Evertje, hoe
kom je er bi), om zo onge
kamd op school te komen?"
riep de juffrouw uit.
„Ik heb geen kam. Juf."
„Maar dan kun Je toch de
kam van je vader gebrui
ken." „Nee Juf. want die
heeft geen haar
Mfi esje vond eens in
haar kast,
Hen ouderwets gebreide
broek.
v,Hoe bestaat het",
i dacht ons muisje,
„Weet je wat ik daarmee
doe?
Ik haal die broek fijn
uit elkaar.
Ga er dan een trui van
breien,
'k Krijg het in een week
wel klaar."
Na een dagje had Mies
zeven
Bollen wol, heel groot
en dik.
Dadelijk ging ze aan
het breien
Sn dé naalden deden Uk.
Mies je breide, breide,
breide,
Breide vlug drie dagen
door,
Toen bekeek ze trots
haar werkstuk.
Ja, het was een
proeiu-irui haar!
Gauw ging het muisje
aan het passen
Of de trui was tiaar
haar zin.
Maar.oh domme
kleine Miesje,
Er zat heel geen halsgat
Mietje wist er heel geen
raad mee.
„Wa! verdraaid, wat is
dat dom!"
Trok de trui maar om
haar beentjes
Toenhad ze een
broek wtorom!
e