Hans Dekkers wegkampioen 1951
Appel had een uitstekend debuut
Emdhovenaar versloeg Van Est
en W agtmans in eindsprint
Koekoek
De driehoek op hoger plan Letierkund,^e verschijningen*}
Van Geen scoorde per wedstrijd
meer dan een doelpunt
De auto van de
ko r por aai
Schulte kreeg lekke band
Volg
nummers voor
Sinterklazen
Nederlandse voetballers in Frankrijk
Eervolle plaatsen
Misverstand in dagbladen
MAANDAG 18 JUNI 1951
evenals de vorige Pr°fS en onafhankelijken, dat
werd verreden, is op verrassende «i„ bekende Cauberg-circnit te Valkenburg
kers uit Eindhoven - W*,Ie door
een outsider gewonnen. Hans Dek
,an ihr v,„ 'ite' en werd na 216 moordende
irt d:" Ber.ch van Heemstede door de heer
kilometers bij ontitenten"!'!?' ik! "!Ü°^ale_titel en werd na 216 moordende
Viruly in het nationaal shirt „1 aen Berch v
Hans Dekkers in een onweerstaanbare'" Nauwelijka tien minuten tevoren had
op duidelijke wijze geklopt T Est W°utie Wagtmans
twee favorieten de Eindhovenaar on de h»L( W"e,d ver>nochten deze
7\\ moesten het hoofd buigen voor het hntr f niet bij te houden,
laatste meters met alle gewéld uTtne!s. K ^mp° dat Hans Dekke» die
en lVagtmans wel wat zeggen vZr an^^" kna»*n als Van Est
_J zegsen" Voor alle drte werd de tijd van 5 uur 34 minuten
42 seconden genoteerd.
J.JET waren deze drie renners ge
weest die zich na de laatste Cau-
berg beklimming, toen er een dikke
210 km op zaten en de Cauberg reeds
vele slachtoffers had gemaakt, van
Roks, Peters en De Hoog hadden los
gemaakt. Dit was het einde van een
gevecht geweest dat in de tiende ron
de met een demarrage van een uitste
kend rijdende Voorting was begonnen
en een paar ronden daarna alleen door
Woutje Wagtmans was voortgezet.
Maar Wagtmans, die in de dertiende
ronde een voorsprong van 1 min. 25
sec. op een groep renners had geno
men, liet zich in de achttiende ronde
door zijn achtervolgers inlopen. Het
was hem duidelijk geworden dat de
genen, die hem volgden, geen tekenen
van verslapping gaven maar eerder
het tempo hadden verhoogd. In die
ronde zag de kleine man uit Breda
zich ingelopen door Voorting, Peters,
Van Eest, Dekkers, Jansen, Vooren, De
Hoog en Roks. Wij vertelden reeds dat
de Cauberg zijn werk grondig had ge
daan. Onder degenen die in de eerste
tien ronden een rol van betekenis
hadden gespeeld behoorden Schulte,
Bakker, Lakeman, Evers, Van Elde-
ren. Vinken, Lambrichts, Seijen en
Vos. In de elfde ronde kwam Schulte
met een lekke band de Cauberg opzeu-
len en toen zijn achterstand in de
twaalfde ronde reeds meer dan 2 min.
bedroeg, verdween de Bossenaar van
het toneel. Lambrichts en Seijen wa
ren in een valpartij bij de afdaling in
het St. Jansbos betrokken geweest en
waren er niet zonder kleerscheuren
afgekomen. Ze waren uitgeschakeld en
ook zij verdwenen. Er was ten slotte
behalve de genoemde groep van negen
renners een groepje van zeven over
gebleven die echter meer dan zes min.
op de eerste groep achter lagen en
ansloos waren. Het waren Faanhof,
Smits Schoenmakers, Van der Zande,
an As, Schweizer en Sprenkeling. In
de laatste drie ronden bleef dus de
vraag bestaan wie van het negental de
beste kansen op de titel zou hebben.
Na de voorlaatste beklimming van de
Cauberg was niets beslissends gebeurd,
behalve dat Voorting' door een lekke
band achter was gekomen op Van Est.
Wagtmans, Peters, Dekkers, De Hoog
en Roks, terwijl Jansen en Vooren
meer door vermoeidheid contact had
den verloren. Na de laatste Cauberg-
bestijging moesten Roks, Peters en De
Hoog het scherp aanzettend drietal
Dekkers, Van Est en Wagtmans laten
gaan, die nog over voldoende reserve
krachten beschikten om in een vlucht
op de finish af te stuiven. Maar Dek
kers sprintcapaciteiten wonnen het
duidelijk van die van Van Est en
Wagtmans.
rjE Schwarzwalder koekoeksklok, die
Jacob Vet en zijn echtgenote Hil-
letje, ter gelegenheid van hun 25-jarige
echtvereniging ontvingen, zal wellicht
reeds zijn waldhoorn-blazende maker
hoofdpijn hebben bezorgd. Wie weet
of die klokkenmaker het ding niet voor
de bijverdienste uit oude onderdelen
thuis heeft gemaakt? Of misschien was
er wel ruzie in de fabriek geweest,
zodat de onderdelen van wekkers en
de koekoeksklokken door elkaar ge
raakt waren. Niemand zal het zeggen,
het minst de klok zelf.
Main klok heb 'n spraakgebied',
zegt Hilletje met naargeestige blik.
„Ik ben d'r verlegen mee an! 't Is 'n
koekoek met 'n hazelip weest, denk,
die ze d'rin 'zet hewwe! Skuw! zo 'n
rotgeluid as 't kreng geeft". Ogenblik
kelijk sloeg de klok acht, om het pes
terig te onderstrepen. Er kwam een
zonderling gekakel uit het fraai be
sneden kastje. Iets van „uh uh", als
het hoestje van iemand, die slechte
tabak rookt.
„Hoor nou toch d'rs zei Hilletje
getergd, ,,'t Laikent Wel 'n kip, die z'n
ai niet kwait ken. Jacob zait, dat zuks
nou de Zwarswalderse tongval is.
Afain, ik weet 't ok niet. Meskien
heb-ie angina".
Er was al van alles met de klok ge
probeerd. Men had een half flesje
naaimachine-olie in het mechanisme
laten leeglopen, waardoor het kastje
een donkerder tint had gekregen. De
koekoek riep evenwel met dezelfde
stem. „Nou weet ik tenminste wat 't
is", had Jacob gezegd, „want noü is-ie
vanzellef in de olie". Maar men kan er
mee tobben.
Het ergste Was het om twaalf uur
als de klok in een amechtige hoest
bui losbarstte. De buren hadden reeds
injecties met abdijsiroop geadviseerd.
Zo sleepte zich het leven van dit
echtpaar voort, onder begeleiding van
het duivelse gekraai uit de zwarte
doos aan de wand. Tot Maarten kwam.
Dat wil zeggen: Maarten van Simon
zijn vriend, maar niet die van De
Eendracht. Maarten kan zeer veel, om
niet te zeggen: bijna alles. Op zijn
fiets heeft hij bijvoorbeeld een stop
licht gemonteerd, dat aangloeit, als de
bestuurder remt. En Maarten ver
klaarde zich bereid de klok onderhan
den te nemen. Op een avond ver
scheen hij, een houten kist met werk
tuigen medebrengend. „We moste de
pesjent mar efkes op tafel legge zei
hij, „den ken de operasie beginnen
Dan ging hij in trance, de meester,
en peinsde over de radertjes, balgfes
schroefjes en andere ingewanden van
de verkouden koekoek.
Na twee uur was het klaar.
Enkele weken later moesten We de
klok horen slaan. Om de spanning
wat te verminderen werd ze een kwar
tier voorgezet. .Nou komt t zei
letjt, „toen er een geraas uit het kastje
kwam Toen sloeg het deurtje open en
wipte de vogel naar buiten- ",orren^e
lorre.... lorre....", klonk het. „Drie
uur", zei Hilletje gedragen, en dan
over verbijstering bemerkend a
Maarten heb d'r mar 'n papegaai van
'maakt. Nou laikt 't teminste wat en
wai vinde 't puur pittig zo?
Burgemeester en Wethouders van
Alkmaar hebben met groeiende
ongerustheid het steeds groter
wordende leger van Sinterklazen
en Zwarte Pieten gade geslagen en
zijn in een tijd., dat iedereen slechts
denkt aan zon en vacantie, zich
ernstig met dit vraagstuk gaan be
zig houden. Want vooruitzien is re
geren en per slot van rekening is
het zo weer vijf December. In de
toelichting op het voorstel tot wij
ziging van 'de politieverordening
schrijven B. en W., dat de nering
doenden speciaal Sinterklazen en
Zwarte Pieten engageren omdat
hun concurrenten zulks ook doen.
Hieruit vloeit een ware strijd
voort, wie het eerst „zijn" Sinter
klaas in het bedrijf heeft. Deze
strijd heeft elders reeds tot moei
lijkheden aanleiding gegeven door
dat Sinterklazen en Zwarte Pieten
elkander lastig gingen vallen. Om
dergelijke wanordelijkheden in het
vredelievende Alkmaar te voor
komen worden uitgebreidere straf
bepalingen nodig geoordeeld.
Zo wordt het behoudens vergun
ning van B. en W. verboden zich
in het openbaar of in winkels ge
heel of gedeeltelijk als Sinterklas
of Zwarte Piet verkleed op te hou
den. En de vergunning zal eerst
worden verleend als de officiële
Sinterklaas per boot zal zijn gearri
veerd. Dit alles om te voorkomen,
dat bij de Alkmaarse jeugd verwar
ring en onrust ontstaat. Want, zo
zeggen B. en W., dit kan grote
moeilijkheden geven bij het onder
wijs en in het gezin. Zij menen
voorts, dat de wijze, waarop som
mige Sinterklazen optreden, niet
beantwoordt aan de eerbied, die
jonge kinderen veelal koesteren
voor hun heilige vriend met zijn
goede gaven.
De uitslag luidt:
1 H. Dekkers, Eindhoven 5 uui 34
min. 42 sec., 2 W. van Est (St. Wille-
brord) 4 uur 34 min. 42 sec., 3 W
Wagtmans (Breda) zt, 4 T. Roks
(Sprundel) op 25 sec., 4 G. Peters
(Haarlem) zt, 6 H. de Hoog (Borger-
hout) (B.) op 56 sec., 7 G Voorting
(Haarlem) op 2 min. 56 sec.. 8 Sj. Jan
sen (Elsloo) op 4 min. 52 sec., 9 A.
Vooren (Beverwijk) zt.
NOORDHOLLANDSE KORFBALBOND
In de klasse adspiranten B werd
Roda b kampioen door met 10 de be
slissingswedstrijd van KZ b te winnen.
De beslissingswedstrijd tussen Roda 3
en SKV, in Purmerend gespeeld, ein
digde in een 74 overwinning voor
Roda 3, waarmee deze ploeg het kam
pioenschap van de eerste afdeling van
de Noordhollandse korfbalbond wist te
behalen.
Voorzichtig worden de in Korea gewonde Nederlanders, Belgen en Luxem
burgers, die Vrijdagmorgen per General MacRae in Rotterdam arriveerden,
van boord gedragen.
Valeer van Kerkhove: De Weer
lozen. Uitgave A. W. Sijtthoff's
Uitgeversmij. N.V., Leiden. Roman,
bekroond in de Prijsvraag ter ge
legenheid van het honderdjarig
bestaan van A. W. Sijthoffs Uit
geversmij.
„JTr zijn", heeft Georg Hermann eens
naar aanleiding van de Ierse
auteur Moore gezegd, „schrijvers die
eigenlijk meer .schrijvers voor de
schrüver' zijn". Auteurs dus, wier werk
voornamelijk door de vakman genoten
zal worden. Toen nu Sijthoff's Uit
geversmij. ter gelegenheid van haar
honderdjarig bestaan een roman-prijs
vraag uitschreef en in de jury Anton
Coolen, Ben van Eysselsteijn en dr. P.
H. Ritter Jr. benoemde, heeft zij ken
nelijk getracht, het gevaar te ontlopen
dat de ingezonden werken te zeer een
zijdig uit het oogpunt van de vakman
beoordeeld zouden worden. Van al
thans een der drie kan gezegd worden,
dat hij midden in de practijk van het
„lezend publiek" staat door zijn weke
lijkse literatuur-praatjes voor de
AVRO.
Het boek dat deze jury ten slotte be
kroonde was het werk van een jong
Vlaams auteur. Valeer van Kerkhove
en de jury getuigt ervan, dat naar haar
eenstemmig oordeel diens roman „De
Weerlozen" ver boven andere uitzen
dingen uitstak. De lezing van het boek
heeft bij ons echter de vraag doen rij
zen of de jury toch misschien ook de
hierboven aangehaalde maatstaf van de
Duitse schrijver wat te zeer heeft aan
gelegd. Het boek lijkt ons, door zijn
wel héél sterk uitgesproken „hoger"
literair karakter met name in de
dialogen die vaak iets onwerkelijks
hebben toch wel in de eerste plaats
een werk voor de geoefende proever,
die er dan ook ongetwijfeld van genie
ten zal. Indien we het mis hebben en
het ook in breder kring waarderingen
bewondering wekt, dan kan ons dat
intussen slechts verheugen, want ver
dienen doet deze roman die zeker.
„£)e Weerlozen" is 'n driehoeksroman.
De jury zegt het in haar rapport
anders: „De verhouding tussen de drie
hoofdfiguren staat op een hoog niveau
en heeft nergens het karakter van een
gewone driehoeksverhouding". Dat is
maar zoals men het neemt de drie
hoeksverhouding is er ontegenzeglijk,
al is er dan een moraal aan verbonden
die haar uitdrukkelijk verwerpt en al
is ze vrij van alle bedenkelijke pikan
terie gesteld. De jonge dokter Jean
Delannoy, de dichter Peter Dehaes en
Diana Dockx vormden een driehoek
van vriendschappen. Door het huwe
lijk van Peter met Diana „werd geen
knoop doorgehakt", d.w.z., de verhou
ding van Jean met Peter en Diana
bleef hartelijk vriendschappelijk. Maar
al spoedig wijzigt zich dan iets. Peter
blijkt aan een ongeneeslijke hartkwaal
te lijden, welke hij op zijn huwelijks
reis constateerde en Jean raakt be
trokken in het drama dat zodoende in
het leven van het echtpaar ontstaat.
Zonder hetzelf te willen, „weerloos"
gedreven, schenkt hij aan Diana wat
Peter haar niet meer kon geven. Niet
uit zuivere liefde, niet geheel uit pas
sie, eigenlijk in hoofdzaak uit mede
lijden, uit een door hemzelf verkeerd
Koningin Juliana en Prins Bernard brengen een officieel bezoek aan
Luxemburg. Het Koninklijke Gezin van Luxemburg v.l.n.r. zittend Prins
Jan. H.K.H. Groothertogin Charlotte, haar gemaal Prins Felix, en Prinses
Elisabeth staande v.l.n.r. Prinses Marie Gabrielle en Prinses Adelaide.
AAN HET EINDE van elk boekjaar gaat de zakenman zijn balans opmaken,
A waarom zouden wü dat ook niet eens doen aan het einde van het Franse be-
roeDsvoetbalseizoen om eens na te gaan hoe de zeventien Nederlanders uit dit
seizoen 1950—'51 genoteerd staan op de Franse voetbalmarkt? Deze zeventien
znn minder fortuinlijk geweest dan de vier „pioniers" van vorig seizoen (de
Harder Appel, Timmermans en Van Lent) benevens de al jarenlang in het
Franse profvoetbal uitkomende ex-rechtsbuiten van A.D.O., Vreken, die eigen
lijk nooit een geldige overschrijving heeft gekregen. Vorig seizoen werd name-
liik Bordeaux met de Harder landskampioen, Reims met Appel bekerwinnaar
en Nimes met Timmermans kampioen der tweede klasse, zodat 60 pet van onze
landgenoten uitkwam in bijzonder succesvolle clubs en het onopvallende werk
van Vreken en Van Lent, deed daarbij minder terzake.
met zijn 20 goals uit slechts 18 wed-
TOEVALLIGERWIJZE hebben de Ne-
derlanders dit seizoen de pech ge
had dat zij geen deel uitmaakten van
elftallen die aan de top eindigden,
maar al hun clubs hebben zich op eer
volle posities bij de achttien eerste klas-
sers geplaatst, namelijk op de tweede
derde, vierde, vijfde, zesde, zevende,
elfde en dertiende plaats.
Op de lijst der topsenes treft
voorts twee Nederlandse namen
Appel staat met zijn 20 goals uit
competitiewedstrijden genoteerd als
zesde bij de eerste tfacsers en Van
Geen, die van'de Nederlandse tweede
klasser ScheVeningen overging naar ue
Franse tweede klasser Nantes, neemt
men
aan:
34
strijden de zesde plaats bij de tweede
klassers in. Ongetwijfeld zou Van Geen
hoger geëindigd zijn, als een hersen
schudding hem niet enige tijd op non
actief had gesteld.
We hebben eens nagegaan hoeveel
van de 34 competitiewedstrijden onze
lar.denoten hebben meegespeeld. Men
moet voor een zuivere beoordeling ech
ter rekening houden met het feit, dat
Rijvers, de Boer en Stoffelen pas hal
verwege het seizoen naar Frankrijk ver
trokken. We kwamen tot dit lijstje:
Appel, (Reims, ex-Sittard) 34 wedstrij
den; Timmermans (Nimes, ex ADO) 33;
de Vroet, (Le Havre, ex Feijenoord) 32;
Vreken (tweede klasser Nantes, ex
ADO en ex-Monaco) 26; de Harder )Bor-
deau, ex VUC) 23; van der Hart (Lil-
le, ex-Ajax), 19, de Kubber (Bordeaux
ex-VUC) 18, van Geen (tweede klasser
Nantes, ex Scheveningen) 18, Rijvers
(St. Etine, ex-NAC) 17, van Lent
(tweede klasser Tryes, ex-Lille, ex-
HDVS en ex VUC) 16, Bauman (Nan
tes, ex-ADO) 15, Brandes (Nimes, ex-
Feijenoord, ex-'t Gooi en ex-VUC) 13,
Stoffelen (RCP, ex-Ajax) 10, Steenber
en (le Havre, ex-Feijenoord) 10, den
Boer (Nancy ex-Sparta) 7, ten Berge
(CAP, ex-HBS en ex-Achilles) 5, ter
wijl Collombon (Reims, ex-Sittardse
Boys' een enkele keer werd opgesteld.
Van deze zeventien spelers maakten
alleen de zes laatstgenoemde, dus Bran
des, Stoffelen, Steeenbregen, den Boer,
ten Berge en Collombon geen deel uit
van het eerste elftal als dat op zijn
sterkst uitkwam, doch in het potige
Franse profvoetbal, zijn veel -meer in
vallers nodig dan te onzent, zodat men
daar aanneemt dat een speler, die de
helft van de wedstrijden meespeelt, een
vaste eerste elftalier is.
Bij ons wordt het elftal, als dat een
maal vast is, zo weinig mogelijk ver
anderd, tenminste zolang het goed gaat.
Alleen als het elftal faalt, gaat men
andere spelers proberen, waarbij dit
seizoen het Amsterdamse Ajax een
soort hoogterecord vestigde door 27
spelers in het eerste elftal te „verslij
ten" zonder dat de ploeg, die ten slotte
op het nippertje aan degradatie ont
snapte, voldoening kon geven.
begrepen goedheid. Alle drie de per
sonen zijn weerloos, Jean in zijn rug-
gegraatloze goedheid, Peter door niet
op te kunnen tegen zijn toestand. Dia
na door haar erotische gedrevenheid.
Zij missen een vaste grondslag in hun
leven, zijn de koers kwijt geraakt in
de quasi-mondaniteit ener „boheme"
waarmee ze in aanraking kwamen. Op
Jean is de uitwerking daarvan het
noodlottigst, omdat hij voortkwam uit
een plattelandsmilieu. Zijn vader was
een welgesteld timmerman, die hem
kon laten studeren, zijn moeder een
eenvoudige, broodnuchtere maar zeer
scherp ziende vrouw Het volkomen
tegengestelde milieu waarin hij ge
raakt benevelt Jean en maakt hem ge
makkelijker bereid, zich op zijn gevoe
lens te laten drijven en zo schrijdt het
boek naar zijn tragische ontknoping
Peter die in een paroxysme van woede
voor een tram springt. Diana en Jean
door deze zelfmoord voorgoed uit el
kaar gejaagd. Doch dan leert Jean de
waarde der kinderlijke vroomheid van
zijn moeder kennen en vindt daar heul.
pondom de drie hoofdfiguren beval
het boek er een menigte andere,
die er hun rol spelen. De belangrijkste
zijn wel de schilder Decker, voor wiens
surrealistische schilderijen Peter sym
bolische verzen schrijft, de schilder en
wereldreiziger Mandeling, een soort
christen-stoïcijn, een door Jean behan
deld abortus-slachtoffer, dat vooral
een symbolische rol speelt, de oude
aalmoezenier van het ziekenhuis die
Jean in zijn wanhoop tot zijn biecht
vader maakt en dan vooral de begrij
pende moeder, die waarschuwt, maar
als het onheil geschiedt is, niet ver
oordeelt.
In wezen is „De Weerlozen" een
christelijke Vlaamse roman. Christe
lijk niet naar Nederlandse, maar naar
Vlaamse, dus rooms-katholieke trant.
Nochtans niet tendentieus rooms, maar
eenvoudig de religie van het land als
basis aanvaardend. Zeker allerminst
femelachtig, prekerig, preuts, of iets
in die geest. Het is de loop van het
verhaal die moet betogen, hoe het
gaan kan met mensen die niet meer
het richtsnoer der religie hebben om
hun handelingen te leiden.
De schrijver heeft zich alle moeite
gegeven om de werkelijkheid haar
rechten te schenken. Hij laat het ver
haal spelen in de streek waar hij mee
vergroeid is, Gent en zijn omgeving.
(Sedert 1944 is Valeer van Kerkhove,
die in 1919 te Sleidinge benoorden
Gent geboren werd, leraar in het Ne
derlands en Engels te Maldegem). Hij
doet een eerlijke en veelszins geslaag
de, poging tot diepgaand psychologi
sche verantwoording zijner personen
en het is hem gelukt, het verhaal ge
leidelijk tot een beklemmende climax
te doen stijgen. Zijn Nederlands is
mooi en juist voldoende van Vlaamse
uitdrukkingswijzen voorzien om het
zich te doen onderscheiden van de
taal in onze Noordelijke gewesten.
gij dit alles heeft Valeer van Kerk
hove het zijn lezers echter niet ge
makkelijk gemaakt. „De Weerlozen" is
zeker geen boek dat men zo vluchtig
in een achtermiddag kan uitlezen en
er dan nog het essentiële kan uithalen.
Vooreerst al niet, omdat de waarde
van zijn proza evenzeer bepaald wordt
door wat het ongezegd laat, als door
wat het met woorden zegt. En dan, om
dat het soms een enigszins stroeve
gang heeft en de dialogen soms zó ge
laden zijn dat men ieder woord moet
wegen.
Het wil ons voorkomen, dat deze
eigenschap door de jeugd van de schrij
ver verklaard kan worden. Hij wil, in
woord en in verzwijgen, nog te veel
zeggen en het vaak ook wel te mooi
zeggen. Hij vraagt zich geen ogenblik
af, of zijn lezers wel mee kunnen ko
men, of ze zijn gedachtensprongen en
-associaties wel kunnen volgen. Ook
zijn symboliek een integrerend deel
van zijn kunst is niet eenvoudig en
soms toch ook niet volkomen geslaagd.
Maar alles bij elkaar dit zijn de
fouten der kwaliteiten van het boek,
dat een belangrijk getuigenis van over
onze Zuidelijke grenzen vormt en an
dermaal een bewijs van het krachtige,
gezonde letterkundige leven waarom
wij onze Zuiderburen benijden kunnen
Er is een probleem van de verhou
ding tussen stad en platteland, tussen
natuur en asfalt-cultuur, in Belgie zo
goed als hier. Feitelijk beheerst dit
probleem het ganse boek, maar hoe
veel zuiverder en dieper heeft Valeer
van Kerkhove het gepeild en met hoe
veel meer literaire verantwoording
heeft hij het verwerkt, dan ten onzent
gemeenlijk geschiedt.
W. E.
(Van een bijzondere medewerker)
De Algemene Rekenkamer is onge
twijfeld een zeer nu.tige instelling.
Haar verslagen behoren tot de aardig
ste lectuur, die men zich denken kan,
want de leden plegen geen blad voor
de mond te nemen en ontzien niets of
niemand. In het jongste verslag, dat
vorige week werd gepubliceerd, wor
den de generaals op de hak genomen.
De Rekenkamer vond het overdaad,
dat opperofficieren (generaals) en le
den van de Legerraad met dienstauto's
van hun woonhuis naar hun bureau
worden gebracht. Hiertegen is de
staatssecretaris van Oorlog, de vice-
admiraal Moorman, in het geweer ge
komen. Hij was van mening, dat het
niet met het minimale decorum in
overeenstemming zou zijn, indien op
perofficieren in uniform zich tijdens
de spitsuren in het gedrang bij de
openbare vervoermiddelen zouden be
geven. of vier keer per dag per fiets
door de stad zouden gaan De Reken
kamer was echter van een ander ge
voelen en meende, dat vóór de oorlog
dat decorum allerminst werd geschaad
toen bedoelde functionarissen zich
onthielden van het gebruik van dienst
auto's voor genoemd doel.
Men kan hierover twisten maar wij
zouden op deze zaak niet verder zijn
ingegaan, ware het niet, dat in de
Volkskrant waarschijnlijk door een
telefonische overbrenging van het be
richt in plaats van opperofficieren
te lezen stond: onoerofficieren. Zo
meldde dus deze krant, dat de Reken
kamer het niet juist vond. dat onder
officieren met dienstauto's van huis
naar hun bureau werden gebracht. En.
zij legde de Staatssecre aris de woor
den in de mond. dat het beneden hun
stand zou zijn (wij zeggen het nu
maar huiselijk), indien onderofficieren
zich in het gedrang bij bus of tram
mengden, of naar huis fietsten.
Hier ligt het misverstand duimen
dik boven op. Onderofficieren, dat zijn
dus korporaals, sergeants, sergeants
majoor en adjudanten, zijn mensen,
waar wij veel respect voor hebben. Zij
vormen de ruggegraat van het leger.
Maar elke dag staan zij mèt honderden
subalterne en hoofd-officieren in de
rij voor tram, bus of kaartjesloket in
de stations. Indien zij per dienstauto
naar hun bureaux moesten worden ge
bracht, zouden er honderden en nog
eens honderden auto's nodig zijn. Een
misverstand! Maar verscheidene bla
den zijn er serieus op ingegaan. Het
dagblad „De Stem" te Breda bijvoor
beeld schrijft, dat het Kamerlid Tila-
nus fietst en dat prof. Romme met de
tram naar huis gaat. Maar ja filo
sofeert bitter de redactie de heren
zijn ook geen onderofficier!"
Nog erger maakt de Maasbode het.
In een hoofdartikel op de voorpagina
citeert de hoofdredactie het (onjuiste)
verslag van de Volkskrant en conclu
deert dan:
„Let wel, Zijne Excellentie spreekt
van het minimaal vereiste decorum!
Decorum is een schoon iets, maar de
wijze, waarop in het hier gesignaleer
de geval het decorum in acht genomen
wordt, getuigt toch wel van een op
dit punt bepaald overspannen menta
liteit, kwalijk te verenigen met de
noodzaak van drastische bezuiniging,
ook in de publieke sector"
Hoe is het mogelijk, in ernst te
denken dat de legerleiding van oor
deel zou zijn, dat het beneden de stand
van een onderofficier is om te gaan
fietsen of de tram te nemen!
Een generaal op de fiets..,, wij
kunnen ons indenken dat men in be
paalde kringen daartegen bedenkingen
oppert.
Maar wie zal ooit bezwaar kunnen
hebben tegen een sergeant op het
ach'terbalcon van lijn 1
Zou de lust om critiek te oefenen
sommige schrijvers niet wat al te
haastig naar de pen doen grijpen? De
Maasbode had verstandiger gedaan,
zelf eerst eens het verslag van de Re
kenkamer te lezen. Dan had men on
derofficieren niet met opperofficieren
verward
kunt U nog gireren, na 1 Juli gaan
onze kwitanties, verhoogd met
0.15 incassokosten de deur uit.
Wilt U dus Uw abonnement voor
iet 3e kwartaal 1951 betalen stort
tan 5.15 op postrekening 449041
en name van Helderse Courant te
Den Helder.
Wij danken U bij voorbaat voor
Uw medewerking, die onze taak
verlicht.