Komt de verdere uitvoering Helders rioleringsplan van in gevaar? Schout bij nacht De Booy volgt -admiraal Van Holthe op vice- Interdepartementale investerings commissie heeft zaak in onderzoek Oefening „Factotum" reeds begonnen Een spoedige beslissing dringend gewenst De zagende pijnen Het gebeurde met TX 2 Afsluiting van een geslaagde carrière Belangrijke diensten in de wereldoorlog Kranslegging bij monument „Voor hen die vielen" Jan Evertsens Admiraalsvlag Marinccantine in Schi«toefoning«n Bazar voor de speeltuin „Vogelwijk" Faecaliën in Singelgrachibewoners klagen maar.... J^E HELDERSE Dienst voor Openbare Werken is na de oorlog voor een veel omvattende taak geplaatst. De goede, oude marinestad had gedurende de oorlogsjaren uit vele wonden gebloed. Met feiten en cijfers in de hand was het niet moeilijk aan te tonen, dat dit Noordelijkste hoekje van Noordholland-aan- de-wal mee behoorde tot do zwaarst-geteisterde gebieden van ons ontredderde land. Geheel Oud-Den Helder was zelfs onder slopershanden gevallen. Maar zie, temidden van die chaos traden er weer mensen naar voren, wier brein het ganse probleem van deze bloedende stad kon omvatten, en de weg wisten te wijzen om op de snelst mogelijke wijze de puinhoop van die eerste na-oorlogse tijd op te ruimen, en weer een stad te bouwen, waar het gezellig Is te werken en te leven. Toestand op verschillende plaatsen al onhoudbaar HET is geen gering werk geweest. Te minder omdat tussen dit alles door nog speelde het rampzalige voornemen, om de marine niet meer in Den Helder te laten terugkeren. We weten het al len, ook deze bange vrees werd afge wend. Den Helder leeft weer, Den Helder streeft weer. Het bruist en gonst weer om ons heen, en in het nieuwe Oud-Den Helder glinsteren de propere en gezellige huisjes met tuintjes vreemdeling en stadgenoot tegen. Ge zellige en propere huisjes aan brede straten, die de kwalijke naam, die dit stadsdeel wel eens gehad heeft, volko men teloor deden gaan. De Helderse Dienst voor Openbare Werken heeft in dit alles een stevige hand gehad. Maar deze dienst deed meer. Deze dienst concipieerde ook met vooruit ziende blik en met hulp van het Tech nisch Advies-Bureau voor Nederlandse Gemeenten een rioleringsplan voor de stad. Moderne opvattingen en principes waren er in verwerkt. Men ging met zijn tijd mee. Reeds lang wist men, dat het beerputten- en septictank-systeem verouderd was. Daarom werd hier van af gestapt. De riolen diep onder de grond dienden de afvalstoffen in huB holte op te slokken. En aan het einde van dat buizenstelsel moest een zuive ringsinstallatie komen, waarin die to tale stroom van drabbig vuil uit de stad langs biologische en chemische weg volkomen onschadelijk gemaakt zou worden. Een mooi plan. Een mach tig plan ook, tot nut van de Volksge zondheid in onze stad. Eindelijk dan een grondige afrekening met die scha delijke gewoonte de waterwegen in en om de stad te laten dienen als natuur lijke lozingplaatsen van al het vuil, dat de stadsbewoners gelieven te spuien door gootsteen en W. C. Volledige instemming. Was het wonder dat dit plan de vol ledige instemming kon krijgen van da gelijks bestuur en raad onzer gemeen te? De paar millioen gulden, die hier mee gemoeid zouden zijn, achtte men terecht een uiterst nuttige aanwending van hetgemeenschapsgeld. En zo kreeg Openbare Werken anno 1947 het fiat het plan in onderdelen uit te voeren. Er werd een meer jarenplan van gemaakt. Men rekende, dat het geheel aan het einde van 1951 gereed zou zijn. Thans weten we, dat deze tijdreke ning niet geheel zal kloppen. We zul len erg blij mogen zijn, wanneer de hoofdzaak van het plan eind 1953 uit gevoerd zal zijn. Laat ons onmiddellijk vast stellen, dat deze verlate uitvoe ring niet alles nadeel is. De practijk heeft immers inmiddels kunnen leren, dat er nog vele verbeteringen aan te brengen waren, die geen verhoging van de totale kostprijs zouden geven. Daar staat tegenover, dat de ramingen van 1947 voor de benodigde materialen, en machines inmiddels wel aanzienlijk bij de werkelijkheid ten achter ble ven. Maar goed, het plan moet doorgaan. Het begin van uitvoering is er. Overal waar nieuwbouw kwam, werden de nieuwe opvattingen in practijk ge bracht. In de eerste plaats in het nieu we woongebied van Oud-Den Helder. Daar werden geen septictanks meer in de bodem gestopt. De woningen kregen een directe lozing op het rioleringsstel sel. Maar.... dat rioleringsstelsel van deze wijk kan nog niet uitmonden in het hoofdkanaal waarlangs de afval stoffen straks de zuiveringsinstallatie zullen moeten bereiken. Dat hoofdkanaal Is bet geprojecteer de „Moer-riool". Van dat Moer-riool is het begin ge legd. Het loop van de Singel af langs de Loodsgracht naar de Postbrug. Vol gende fase waarop de goedkeuring van de gemeenteraad inmiddels al verworven werd is het aansluitende gedeelte langs de Loodsgracht tot de Werfbrug en daarna tot de Steengracht. Ten slotte zal deze hoofdriolering te recht moeten komen tot bij de Rijks weg beneden Fort Westoever waar dan waarschijnlijk de zuiveringsinstallatie gebouwd zal worden. Noodvoorziening. Zover is bet echter nog niet, zelden we reeds. En inmiddels heeft men dus een noodvoorziening moeten treffen voor de lozing van de afvalstoffen uit de woningen van Oud-Den Helder. Men heeft het rlolenstelsel van deze woon wijk een uitmonding gegeven in de Singelgracht. Een onfrisse beweging, zeggen de bewoners van deze Singel. Inderdaad, zeggen Openbare Werken en het Gemeentebestuur. Maar daar ls voorlopig nog weinig aan te verande ren. Eerst moet het moer-riool in zjjn ge heel gelegd zijn, en de zuiveringsinstal latie gebouwd, vooraleer er wjjk-aan- sluiting kan plaats vinden. En zo kon het gemeentebestuur tot voor kort zeg gen het einde van de narigheid is toch in zicht. Hoogstens een paar jaar nog en dan is de narigheid afdoende ver holpen. Inderdaad zo leek het voor kort. Maar nu dreigt er een kink in de ka bel te komen. Den Haag heeft namelijk een waarschuwend geluid laten horen. De fipanciële positie van ons land is zo in-en-in-droevig, dat de grootst mo gelijke zuinigheid geboden is. Het is natuurlijk geen waarschuwing, die spe ciaal tot Den Helder gericht is. Nee. het was een in het algemeen gespro ken woord. Maar het vervelende is, lat Den Helder nu mee een van de eerste gemeenten is, waar de ernst van dit woord getoetst wordt.... De Raad heeft zijn toestemming ge geven voor de uitvoering van de twee de fase van het moer-riool. Het raads besluit werd als gebruikelijk doorge stuurd naar Ged. Staten. Maar alvo rens hun fiat eraan te geven, vroegen Ger. Staten advies aan de interdepar tementale investeringscommissie, die dan, sinds dat waarschuwende geluid, van Rijkswege in het leven geroepen werd. Nog steeds geen beslissing. En deze interdepartementale commis sie heeft nog steeds geen beslissing ge nomen. Wat wil men? Een groot ge deelte van de stad is al aangepast aan het nieuwe rioleringssysteem. Overal waar nieuwe woningen verrezen. Waar geen nieuwe riolen in de straat gelegd behoefde te worden, sloot men de wa terafvoer en lozing van de w.c. recht streeks aan op het oude rioleringsnet. Als het nieuwe rioleringsplan niet spoedig verder uitgevoerd kan worden, zal de thans reeds optredende vervui ling totaal ondraaglijk worden en ook voelbaar op plaatsen in de stad, waar ze thans nog niet merkbaar is. En dan is de ellende niet meer te overzien. Het zal een nog veel groter ellende geven dan wat de omwonen den van de Singel thans al te verduren krijgen. Trouwens voor die Singelbewo ners wordt het er dan ook niet beter op. De lozing van het vuil uit de nieu we wijk van Oud-Den Helder, waar over die Singelbewoners nu al steen en been klagen, kan tot een vervuiling van de Singelgracht leiden, die ongekend is in de historie van Den Helder. Wie be taalt- de waardevermindering der wo ningen, welke van deze vervuilng het gevolg is? Wil de interdepartementale commis sie nog klemmender argumenten om te kunnen bepalen, dat verdere uitvoering van het Helderse rioleringsplan een dwingende noodzaak en in hoge mate urgent is? Wij kunnen het niet geloven. Moge spoedig het bewijs afkomen, dat dit geloof van ons gerechtvaardigd is. Ons respect voor deze commissie, en ons begrip voor de wenselijkheid en nuttigheid van haar bestaan, kunnen bij zodanige spoedige beslissing nog In hoge mate winnen. Intussen is het Openbare Werken van Den Helder wellicht mogelijk ten ge rieve van omwonenden o.a. van de Singel de bestaande overstorten zoda nig af te schermen, dat de drabbige vuilstroom tenminste aan het gezicht onttrokken wordt. HET LOT VAN DE „TJERK HIDDES". De reparatiewerkzaamheden aan de „Gadjah Mada" (de voormalige „Tjerk Hiddes"), zullen, naar men verwacht, in September gereed zijn. De torpedo- bootjager, die het vlaggeschip is van de Indonesische marine, is enige maan den geleden bij Madoera aan de grond geraakt, waardoor o.a. de schroefas is gebroken. van rheumatiek, spit, ischias, hoofd en zenuwpijnen worden snel en af doende verdreven door Togal. Er is geen beter middel tegen dan Togal. Togal baat waar andere middelen falen. Togal zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bij apoth. en drog. f 0.83, f 2.08 en f 7.94 (Advertentie. Ing. M*r.y Zienswijze van de minister Op vragen van het Tweede Kamer lid de heer Schoonenberg (CPN) naar aanleiding van bet ongeval, overko men aan het vissersvaartuig TX 2 tij dens een oefening der Koninklijke Marine bjj Texel op 4 Juni 1951, heeft de minister van Marine schriftelijk het volgende geantwoord: Onmiddellijk na het ongeval, over komen aan het vissersvaartuig TX 2 op 4 Juni 1951, werd een onderzoek naar de toedracht van zaken ingesteld Wanneer de torpedo's op de zich ter rede van Texel bevindende „inschiet- baan" wordt gevuurd, worden bij het havenkantoor bij het Nieuwediep en bij de haven van Oudesehild seinen getoond, als waarschuwing aan de scheepvaart om zich niet binnen het gevaarlijke gebied te begeven. Deze seinen en hun betekenis zijn, evenals de ligging van de lanceerbaan, op de gebruikelijke wijze aan de scheep vaart bekendgemaakt. Het onderzoek heeft uitgewezen, dat de vissersboot TX 2 zich. ondanks het feit, dat de vereiste seinen werden ge toond en de vissers nog tweemaal per soonlijk zijn gewaarschuwd, in het gevaarlijke gebied heeft begeven. De Staat is dan ook rechtens niet aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval, hetwelk overigens a's een grote toevalligheid moet worden aan gemerkt. Van vele voorkomende on gevallen bij oefeningen is niets be kend. De beveiligingsvoorschriften, welke uiteraard aangepast moeten blijven bij de zich steeds wijzigende oefenings methoden van vloot, leger en lucht macht, hebben voortdurende aandacht. Fdxard Jacob van Holthe. die binnenkort de zeedienst mt Vice-admiraal Jhr. Eozaru 8.'Gravenhafe geboren, en kwam in Sep. verlaten, werd op 29 Januari KoninkUjk instituut voor de Marine te Willetrs- tember 1913 als adelborst op a,s offtcier geplaatst aan boord van ver oord. Hij werd in de loop oe j verscheidene takken van de marine, scheidene oorlogsbodems^ zowel in Nederland als in Nederlanus Op 1 juli 1936 werd jhr. Van Holthe tot adjudant in gewone Drie benoemd dienst van H.M. de Koningin jaar later werd hij. onder handhaving van zijn detachering bij het militaire huis van H.M. de Koningin, onder de bevelen gesteld van het hoofd van afdeling IV a van het Departement van Defensie en belast met het nau- tisch-mllitair toezicht op de bouw van Hr Ms. flottieljeleider „Jacob van Heemskerck". Op 14 Mei 1940 werd hij benoemd tot commandant van deze bo dem, welke functie hij waarnam tot 30 April 1943, om dan te worden ge plaatst als souschef van de Marinestaf, tévens liaisonofficier bij de Britse ad miraliteit. Hij was inmiddels in Fe- bruar 1941 benoemd tot adjudant buitengewone dienst van Hare Majes- teit. Op 28 Augustus 1945 werd jhr. Van Holthe commandant der Marine in het Verenigd Koninkrijk. Bijna een jaar later, 15 Augustus 1946, werd hij van deze functie ontheven en geplaatst bij Gisternacht is in feite de internatio nale oefening voor mijnenvegers, die de naam „Factotum" draagt, begonnen, al zijn nog lang niet alle zestig oorlogs bodems Nederlandse, Britse, Franse, Belgische en Noorse verzameld. IJmuiden en Scheveningen zijn tij delijk oorlogshavens geworden en zul len tot 7 Juli als zodanig blijven func- tionneren, overigens zonder dat de „burger" scheepvaart er veel van zal merken. In d" loop van de komende dagen zullen de oorlogsschepen de grotere in IJmuiden, de kleinere in Scheveningen zich verzamelen om dan op 2 Juli met de oefeningen te be ginnen. Maar reeds gisternacht hebben vliegtuigen, mijnenleggers en snelle pa. trouilleboten van de Britse marine in het oefenterrein de zgn oefenmijnen ge legd. Dit was een onderdeel van de oefeningen, al heeft het dan weinig met mijnenvegen te maken, integen deel. Wat er gisternacht precies is ge beurd is geheim en zal het verrassend element van de oefening vormen. Hele maal geheim is het niet, want aan boord van het Nederlandse radar- instructieschip Hr. Ms. „Soemba", dat tijdelijk als hoofdkwartier van de commandant der oefeningen, schout bij nacht C. W. Slot, fungeert, heeft men op de radarschermen uiteraard met zorg bespied wat „de vijand" deed. De commandanten der mijnenvegers zul len echter niets vernemen van hetgeen men op de „Soemba" ervoer. Spel en praktijk. Een bijzonderheid van de oefeningen is, dat het terrein, waar geveegd zal worden, een gebied groot tien bü der tien zeemijlen naast de betonde zee straat langs da kust tussen IJmuiden en Scheveningen, nog niet mijnenvrij is verklaard. Behalve de oefenmijnen is het dus best mogelijk dat een of meer van de 600.000 „echte" mijnen, die in de laatste oorlog tussen de Golf van Biscaje en de Witte Zee werden ge legd, gevonden zal worden. Niet alleen om het spel dus zullen tijdens de oefe ningen alle noodzakelijke veiligheids maatregelen worden genomen. Werken weer ®n wind mee, dan zal na afloop van „Factotum" weer een stuk van de Noordzee veilig kunnen worden verklaard. het Ministerie van Marine te 's Gra- venhage, om op 15 Januari 1947 belast te worden met de functie van chef van de marinestaf. Op 1 September van dat jaar werd hij bevorderd tot vice-admiraal. Toen luitenant-admiraal Helfrich op 1 qC- tober 1948 de dienst met pensioen ver liet, werd vice-admiraal jhr Van Hol- the tevens belast met de waarneming van de functie bevelhebber der zee- strijdkrachten. Op 1 October 1949 werd hij definitief met deze functie belast. Na het aftreden van generaal Kruis trad vice-admiraal jhr. Van Holthe te vens op als voorzitter van het Comité van de Chefs van Staven. Vice-admiraal Van Holthe is ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, officier in de Orde van Oranje Nas^ sau met de zwaarden, drager van het Bronzen Kruis, „commander of the military division of the order of the British empire", „kntght commander of the royal victorian order", com mandeur der orde van Leopold 2 van Belgie en drager van het Belgische mi litaire kruis der tweede klasse. Zijn opvolger De opvolger van vice-admiraal jhr. Van Holthe, schout-bij-nacht Alfred de Booy, werd 29 Mei 1901 te Buitenzorg geboren. Hij kwam in September 1918 op het Koninklijk Instituut te Wil- lemsoord, dat hij drie jaar later ver liet als luitenant ter zee der derde klasse. Schout bij nacht De Booy dien de zowel in de West als in de Oost. In 1936 werd hij marine-attaché te Londen. Deze functie vervulde hij tot 1943, waarbij hij zich gedurende de oorlog bijzonder verdienstelijk maak- te. In 1943 werd de heer De Booy commandant van Hr. Ms fregat „Jc- han Maurits van Nassau". Hij verricht te tot 1945 als zodanig met zijn schip konvooi-escortediensten op de Atlan tische Oceaan en de Middellandse Zee. Eind 1945 werd hij weer geplaatst bij het marine hoofdkwartier te Londen. Op 20 Maart 1946 volgde zijn benoe ming tot commandant van Hr. Mi. hulpvliegkampschip „Karei Doorman", waarmee hij de reis naar Indonesië maakte. In 1947 werd kapitein ter zee De Booy bij het ministerie van marine te 's Gravenhage geplaatst en in het zelfde jaar nog vertrok hij wederom naar Indonesië om daar de functie van chef van de staf van de Commandant der Zeemacht in 't Oosten te vervullen. Kolonel De Booy keerde in 1949 naar ons land terug en werd hier be last met de functie van plaatavervan- gend chef van de marinestaf. Op 1 Juli 1949 werd hij benoemd tot comman deur, op 1 Maart 1951 tot schout bij nacht. Schout bij nacht De Booy is ridder in de Orde van Oranje Nassau cn offi cier in de „order of the British Em pire" en „Legionnaire of the legion of merit U.S.A.". NOODZAAK Het Gradus-zijn betekent nog lang niet, dat het maandelijkse salaris toerei kend is voor een vrijwillige verzekering tegen ziekte. De meeste lieden zijn don ook met hem in de colon ne der verplicht-verzeker den. Nu moet men eerst weten, dat deze Gradus van elders komt en dddr nog bij het Ziekenfonds staat inge schreven. Nu was dat zo erg niet, wijl het onderwerp van deze geschiedenis nog regelmatig in zijn vorige woonplaats komt en daar dus eventueel ter dokter kan gaan. Dat was in ongeveer twee jaar niet nodig geweest. Op zekere gedenkwaardige dag evenwel kreeg deze Gradus een stekende pijn in één van zijn kiezen. De spiegel werd er bij gehaald, en, ja hoor, de kies was zwart en had afgedaan. Die moest er uit, tcvjl de pijnen niet te harden waren. Zo trok Gradus met zijn kies in Den Helder naar een tandarts, die onmiddellijk bereid was tweamaal het tandvlees in te spuiten en vervolgens met enkele listige bewegin gen de kies te trekken. Daar de gepijnigde niet in Nieutuediep in het Zieken fonds stond ingeschreven, moest hij de operatie ter stond met drie gulden be lonen. In ruil daarvoor schreef de asisstente van de tandarts een Doge kwitantie kwitantie moest aan het Ziekenfonds in de vorige woonplaats worden aange boden. Daar zou deze Gra dus zijn drie gulden dus treug ontvangen. Wel, hij heeft de kwitan tie aangeboden, maar.... men gaf hem zijn drie gul den niet. Waarom niet?, zult u vragen. Wel, beste lezers, deze Gradus had bij de kwitantie een „noodzake lijkheidsverklaring" moeten overleggen. Een verklaring dus van de tandarts, dat het trekken van de kies nood zakelijk was. Alsof deze Gradus zich enkel voor de leut gapende gaten in de mond doet trekken. Alsof hij zijn kostbare kiezen voor zijn plezier er één voor één zou trillen laten uit scheuren. Alsaf hij goede, gezonde tanden zou trillen missen. Begrijpt ge, waarde lezer, dat deze Gradus tegenwoor dig s' morgens op zijn werk komt, en dan zijn collega voorstelt „vandaag maar eens te beginnen er een paar kiesjes te laten uit peuteren?" En als zijn col lega tegenstribbelt, dan weet Gradus hem nóg niet te overreden met de mede deling: „Wat geeft het, we hebben er immers genoeg?" BEURS JTn thans het verhaal van twee portemonnaies. Het zal Maandag geweest zijn, toen Gradus bezoek kreeg van stadgenoot, die waar lijk niet zo jong meer was. In de buurt van de Witte- bioscoop had deze stadge noot een portemonnaie ge vonden. waarin zich een be drag van f30 bevond. Na tuurlijk zou de beurs naar het politiebureau worden gebracht. Edoch, ter hoogte van de Koningdwarsstraat zag de vinder, hoe een dame nerveus in een kinderwa gen zocht, en ijverig de stoepstenen beblikte. De man, die de portemonnaie had gevonden, veoeg de dame, of zij iets kwijt was. En ziet, het was de zoeven gevonden portemonnaie. Zij kreeg haar eigendom terug, zei: „Ik schrok me dood, dank u", en verdween zon der de eerlijke vinder te belonen. Deze vertelde Gra dus, dat hem dat toch wel was tegengevallen. Hij wist, dat de dame niet verplicht was hem iets te geven, maar zo zei hij: „Al was het maar een kwartje geweest, me neer. Met de tweede portemon naie zat het anders. Die was het eigendom van een jon getje, totdat hij hem ver loor. Het was een beursje, ter waarde van f 3.dat hij van zijn moeder had ge kregen. Ook die portemon naie werd gevonden. Een vriendje had het gezien. Het jongetje sprak de dame aan, die het beursje had opge raapt. En deze dame ant woordde: „Dan moet je het maar niet verliezen", waar op zij heen-dribbelde. Mis schien wil deze vindster het portemonnaietje alsnog aan het eigenaartje doen toe komen. Hij heeft er het meeste recht op. VESTJE J^u ongeveer veertien dagen geleden ging 'n zesjarige jongen bij de Linie spelen. Hij deed het, omdat hij het prettiger vond dan het nor male bezoek aan de kleu terschool. Voor het gemak trok de Jongen zijn gebrei de vestje uit, dat hfl aan een paal hing. Daarna wierp hij zich enthousiast op zijn spel, om vervolgens te ondervinden dat zijn vestje was verdwenen. En nu kreeg Gradus een briefje van de moeder van deze knaap. Zij zit er niet al te breed bij, en zou dan ook erg blij zijn, als zij het kledingstukje weer om de tengere schouders van haar zoontje zou kunnen slui ten. Wie het vestje heeft gavondea, ton hei Gradus UITJE Alweer een week geleden het ben de bewoners van het Badhotel Huisduinen van de Dienst voor Maat schappelijke Zorg een uit stapje gemaakt naar Vo- lendam en omstreken. Van één van de oudjes mocht Gradus een verslagje van deze dag ontvangen. Daar uit bleek, dat men volop heeft genoten. De reis werd per bus gemaakt, en onderweg werd het gezel schap naar genoegen ge proviandeerd. De oudjes waren de directeur en me vrouw v. d. Berg daarvoor recht dankbaar. „Het was een dag", zo vernam Gra dus, „om nooit te ver geten". Laat ons daarom hopen, dat in de toekomst nog vele van dergelijke uitstapjes zullen volgen. STAMTAFEL Qok in Den Helder zijn vele duivenliefhebbers. Voor hen het volgende mopje, dat historisch zou kunnen zijn. Op zekere dag wilde de vrouw van een echte dui- venenthouslast enkele van zijn geliefde vogels bra den. Natuurlijk kwam hij daartegen op. Enkele we ken later kwam er gebraad op tafel, en de vrouw ver telde, dat zij van een buur vrouw een eend cadeau had gekregen. Maar pa had de affaire door. Na de maaltijd ging va der met zijn zoontje uit wandelen. Na een uurtje keerde de echtgenoot al leen terug. „Waar is Keesje?'*, wil- de zijn vrouw weten. En vader antwoordde triomfantelijk: „Waar ahn mijn duiven?" GRADUS Maandagavond speelden welpen van de padvinderij w terrein aan de Kanaalweg een groot spel. ren in de krant kunnen lezen. Op deze foto -w m Jongens belangstelling genoer hadden «weiaiy „p T ook dit plaatje, dat de Jubilerende "-Mr toekomt. Helderse padvinderij Donderdagmorgen om 10 uur zal het 33ste Reg. Artillerie van het Belgische leger, dat voor schietoefeningen in Den Helder is en dat Zaterdag weer zal vertrekken, op het Havenplein bij de Buitenhaven een krans leggen bij het Monument voor Hen, die vielen. De kranslegging zal geschieden door de lt. kol. Dussaussois, regiments-com- mandant, in bijzijn van de Comman dant Maritieme Middelen, te Den Hel der, de Kapitein ter Zee D. J. Kom mer en verdere in Den Helder aanwe zige commandanten. Ook burgemees ter Rehorst zal de plechtigheid bijwo nen. Voorts worden verwacht deputa ties van Kon. Marine, Land- en Lucht macht. De Admiraalsvlag van de Lt. Admi raal Jan Evertsen (1600—1666) welke vorige week door nakomelingen van deze zeeheld werd aangeboden aan Hr. Ms. Torpedobootjager „Evertsen" vanwege de prestaties, die dit schip leverde in de Koreaanse wateren, zal enige weken van 28 Juni-12 Juli tentoongesteld worden in de Marine- cantine aan de Buitenhaven. Dit is mo- gelijk, omdat Hr. Ms. „Evertsen" voor enige tijd in de revisie genomen is. Van 27 Juli zal het strand en de daarachter gelegen duinen tussen strandpalen 33 en 5 onveilig gebied zijn. Gedurende die dagen zal er ge" schoten worden met luchtdoelgeschut opgesteld plm. 1 km. bezuiden Falga in het duinterrein. De oefeningen be ginnen dagelijks om 9 uur en eindigen 's middags 5 uur. Er zal op de schiet- plaats ter hoogte van het onveilig® strand een rode vlag waaien. De speeltuin „Vogelwijk" organiseer' Zaterdag een fancy-fair, die voor bet publiek toegankelijk is van drie tot zes uur en van half acht tot elf uur. D® opbrengst is bestemd voor de tuin, d|® ook een aantrekkelijke fancy-"^ met mooie prijzen en diverse attractie garandeert. Na afloop zal men D°® enige tijd gezellig kunnen dansen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 2