Komt de verdere uitvoering
Helders rioleringsplan
van
in gevaar?
Schout bij nacht De Booy volgt
-admiraal Van Holthe op
vice-
Interdepartementale investerings
commissie heeft zaak in onderzoek
Oefening „Factotum" reeds begonnen
Een spoedige beslissing
dringend gewenst
De zagende pijnen
Het gebeurde met TX 2
Afsluiting
van
een geslaagde carrière
Belangrijke diensten in
de wereldoorlog
Kranslegging bij monument
„Voor hen die vielen"
Jan Evertsens Admiraalsvlag
Marinccantine
in
Schi«toefoning«n
Bazar voor de speeltuin
„Vogelwijk"
Faecaliën in Singelgrachibewoners klagen maar....
J^E HELDERSE Dienst voor Openbare Werken is na de oorlog voor een veel
omvattende taak geplaatst. De goede, oude marinestad had gedurende de
oorlogsjaren uit vele wonden gebloed. Met feiten en cijfers in de hand was het
niet moeilijk aan te tonen, dat dit Noordelijkste hoekje van Noordholland-aan-
de-wal mee behoorde tot do zwaarst-geteisterde gebieden van ons ontredderde
land. Geheel Oud-Den Helder was zelfs onder slopershanden gevallen. Maar zie,
temidden van die chaos traden er weer mensen naar voren, wier brein het
ganse probleem van deze bloedende stad kon omvatten, en de weg wisten te
wijzen om op de snelst mogelijke wijze de puinhoop van die eerste na-oorlogse
tijd op te ruimen, en weer een stad te bouwen, waar het gezellig Is te werken
en te leven.
Toestand op verschillende
plaatsen al onhoudbaar
HET is geen gering werk geweest. Te
minder omdat tussen dit alles door
nog speelde het rampzalige voornemen,
om de marine niet meer in Den Helder
te laten terugkeren. We weten het al
len, ook deze bange vrees werd afge
wend. Den Helder leeft weer, Den
Helder streeft weer. Het bruist en
gonst weer om ons heen, en in het
nieuwe Oud-Den Helder glinsteren de
propere en gezellige huisjes met tuintjes
vreemdeling en stadgenoot tegen. Ge
zellige en propere huisjes aan brede
straten, die de kwalijke naam, die dit
stadsdeel wel eens gehad heeft, volko
men teloor deden gaan.
De Helderse Dienst voor Openbare
Werken heeft in dit alles een stevige
hand gehad.
Maar deze dienst deed meer. Deze
dienst concipieerde ook met vooruit
ziende blik en met hulp van het Tech
nisch Advies-Bureau voor Nederlandse
Gemeenten een rioleringsplan voor de
stad. Moderne opvattingen en principes
waren er in verwerkt. Men ging met
zijn tijd mee. Reeds lang wist men, dat
het beerputten- en septictank-systeem
verouderd was. Daarom werd hier van
af gestapt. De riolen diep onder de
grond dienden de afvalstoffen in huB
holte op te slokken. En aan het einde
van dat buizenstelsel moest een zuive
ringsinstallatie komen, waarin die to
tale stroom van drabbig vuil uit de
stad langs biologische en chemische
weg volkomen onschadelijk gemaakt
zou worden. Een mooi plan. Een mach
tig plan ook, tot nut van de Volksge
zondheid in onze stad. Eindelijk dan
een grondige afrekening met die scha
delijke gewoonte de waterwegen in en
om de stad te laten dienen als natuur
lijke lozingplaatsen van al het vuil, dat
de stadsbewoners gelieven te spuien
door gootsteen en W. C.
Volledige instemming.
Was het wonder dat dit plan de vol
ledige instemming kon krijgen van da
gelijks bestuur en raad onzer gemeen
te? De paar millioen gulden, die hier
mee gemoeid zouden zijn, achtte men
terecht een uiterst nuttige aanwending
van hetgemeenschapsgeld.
En zo kreeg Openbare Werken anno
1947 het fiat het plan in onderdelen uit
te voeren. Er werd een meer jarenplan
van gemaakt. Men rekende, dat het
geheel aan het einde van 1951 gereed
zou zijn.
Thans weten we, dat deze tijdreke
ning niet geheel zal kloppen. We zul
len erg blij mogen zijn, wanneer de
hoofdzaak van het plan eind 1953 uit
gevoerd zal zijn. Laat ons onmiddellijk
vast stellen, dat deze verlate uitvoe
ring niet alles nadeel is. De practijk
heeft immers inmiddels kunnen leren,
dat er nog vele verbeteringen aan te
brengen waren, die geen verhoging
van de totale kostprijs zouden geven.
Daar staat tegenover, dat de ramingen
van 1947 voor de benodigde materialen,
en machines inmiddels wel aanzienlijk
bij de werkelijkheid ten achter ble
ven.
Maar goed, het plan moet doorgaan.
Het begin van uitvoering is er. Overal
waar nieuwbouw kwam, werden de
nieuwe opvattingen in practijk ge
bracht. In de eerste plaats in het nieu
we woongebied van Oud-Den Helder.
Daar werden geen septictanks meer in
de bodem gestopt. De woningen kregen
een directe lozing op het rioleringsstel
sel. Maar.... dat rioleringsstelsel van
deze wijk kan nog niet uitmonden in
het hoofdkanaal waarlangs de afval
stoffen straks de zuiveringsinstallatie
zullen moeten bereiken.
Dat hoofdkanaal Is bet geprojecteer
de „Moer-riool".
Van dat Moer-riool is het begin ge
legd. Het loop van de Singel af langs
de Loodsgracht naar de Postbrug. Vol
gende fase waarop de goedkeuring
van de gemeenteraad inmiddels al
verworven werd is het aansluitende
gedeelte langs de Loodsgracht tot de
Werfbrug en daarna tot de Steengracht.
Ten slotte zal deze hoofdriolering te
recht moeten komen tot bij de Rijks
weg beneden Fort Westoever waar dan
waarschijnlijk de zuiveringsinstallatie
gebouwd zal worden.
Noodvoorziening.
Zover is bet echter nog niet, zelden
we reeds. En inmiddels heeft men dus
een noodvoorziening moeten treffen
voor de lozing van de afvalstoffen uit
de woningen van Oud-Den Helder. Men
heeft het rlolenstelsel van deze woon
wijk een uitmonding gegeven in de
Singelgracht. Een onfrisse beweging,
zeggen de bewoners van deze Singel.
Inderdaad, zeggen Openbare Werken en
het Gemeentebestuur. Maar daar ls
voorlopig nog weinig aan te verande
ren.
Eerst moet het moer-riool in zjjn ge
heel gelegd zijn, en de zuiveringsinstal
latie gebouwd, vooraleer er wjjk-aan-
sluiting kan plaats vinden. En zo kon
het gemeentebestuur tot voor kort zeg
gen het einde van de narigheid is toch
in zicht. Hoogstens een paar jaar nog
en dan is de narigheid afdoende ver
holpen.
Inderdaad zo leek het voor kort.
Maar nu dreigt er een kink in de ka
bel te komen. Den Haag heeft namelijk
een waarschuwend geluid laten horen.
De fipanciële positie van ons land is
zo in-en-in-droevig, dat de grootst mo
gelijke zuinigheid geboden is. Het is
natuurlijk geen waarschuwing, die spe
ciaal tot Den Helder gericht is. Nee.
het was een in het algemeen gespro
ken woord. Maar het vervelende is, lat
Den Helder nu mee een van de eerste
gemeenten is, waar de ernst van dit
woord getoetst wordt....
De Raad heeft zijn toestemming ge
geven voor de uitvoering van de twee
de fase van het moer-riool. Het raads
besluit werd als gebruikelijk doorge
stuurd naar Ged. Staten. Maar alvo
rens hun fiat eraan te geven, vroegen
Ger. Staten advies aan de interdepar
tementale investeringscommissie, die
dan, sinds dat waarschuwende geluid,
van Rijkswege in het leven geroepen
werd.
Nog steeds geen beslissing.
En deze interdepartementale commis
sie heeft nog steeds geen beslissing ge
nomen. Wat wil men? Een groot ge
deelte van de stad is al aangepast aan
het nieuwe rioleringssysteem. Overal
waar nieuwe woningen verrezen. Waar
geen nieuwe riolen in de straat gelegd
behoefde te worden, sloot men de wa
terafvoer en lozing van de w.c. recht
streeks aan op het oude rioleringsnet.
Als het nieuwe rioleringsplan niet
spoedig verder uitgevoerd kan worden,
zal de thans reeds optredende vervui
ling totaal ondraaglijk worden en ook
voelbaar op plaatsen in de stad, waar
ze thans nog niet merkbaar is.
En dan is de ellende niet meer te
overzien. Het zal een nog veel groter
ellende geven dan wat de omwonen
den van de Singel thans al te verduren
krijgen. Trouwens voor die Singelbewo
ners wordt het er dan ook niet beter
op. De lozing van het vuil uit de nieu
we wijk van Oud-Den Helder, waar
over die Singelbewoners nu al steen en
been klagen, kan tot een vervuiling van
de Singelgracht leiden, die ongekend is
in de historie van Den Helder. Wie be
taalt- de waardevermindering der wo
ningen, welke van deze vervuilng het
gevolg is?
Wil de interdepartementale commis
sie nog klemmender argumenten om te
kunnen bepalen, dat verdere uitvoering
van het Helderse rioleringsplan een
dwingende noodzaak en in hoge mate
urgent is? Wij kunnen het niet geloven.
Moge spoedig het bewijs afkomen, dat
dit geloof van ons gerechtvaardigd is.
Ons respect voor deze commissie, en
ons begrip voor de wenselijkheid en
nuttigheid van haar bestaan, kunnen
bij zodanige spoedige beslissing nog In
hoge mate winnen.
Intussen is het Openbare Werken van
Den Helder wellicht mogelijk ten ge
rieve van omwonenden o.a. van de
Singel de bestaande overstorten zoda
nig af te schermen, dat de drabbige
vuilstroom tenminste aan het gezicht
onttrokken wordt.
HET LOT VAN DE „TJERK HIDDES".
De reparatiewerkzaamheden aan de
„Gadjah Mada" (de voormalige „Tjerk
Hiddes"), zullen, naar men verwacht,
in September gereed zijn. De torpedo-
bootjager, die het vlaggeschip is van
de Indonesische marine, is enige maan
den geleden bij Madoera aan de grond
geraakt, waardoor o.a. de schroefas is
gebroken.
van rheumatiek, spit, ischias, hoofd
en zenuwpijnen worden snel en af
doende verdreven door Togal. Er is
geen beter middel tegen dan Togal.
Togal baat waar andere middelen
falen. Togal zuivert de nieren en is
onschadelijk voor hart en maag. Bij
apoth. en drog. f 0.83, f 2.08 en f 7.94
(Advertentie. Ing. M*r.y
Zienswijze van de minister
Op vragen van het Tweede Kamer
lid de heer Schoonenberg (CPN) naar
aanleiding van bet ongeval, overko
men aan het vissersvaartuig TX 2 tij
dens een oefening der Koninklijke
Marine bjj Texel op 4 Juni 1951, heeft
de minister van Marine schriftelijk
het volgende geantwoord:
Onmiddellijk na het ongeval, over
komen aan het vissersvaartuig TX 2
op 4 Juni 1951, werd een onderzoek
naar de toedracht van zaken ingesteld
Wanneer de torpedo's op de zich ter
rede van Texel bevindende „inschiet-
baan" wordt gevuurd, worden bij het
havenkantoor bij het Nieuwediep en
bij de haven van Oudesehild seinen
getoond, als waarschuwing aan de
scheepvaart om zich niet binnen het
gevaarlijke gebied te begeven. Deze
seinen en hun betekenis zijn, evenals
de ligging van de lanceerbaan, op de
gebruikelijke wijze aan de scheep
vaart bekendgemaakt.
Het onderzoek heeft uitgewezen, dat
de vissersboot TX 2 zich. ondanks het
feit, dat de vereiste seinen werden ge
toond en de vissers nog tweemaal per
soonlijk zijn gewaarschuwd, in het
gevaarlijke gebied heeft begeven.
De Staat is dan ook rechtens niet
aansprakelijk voor de gevolgen van
het ongeval, hetwelk overigens a's een
grote toevalligheid moet worden aan
gemerkt. Van vele voorkomende on
gevallen bij oefeningen is niets be
kend.
De beveiligingsvoorschriften, welke
uiteraard aangepast moeten blijven bij
de zich steeds wijzigende oefenings
methoden van vloot, leger en lucht
macht, hebben voortdurende aandacht.
Fdxard Jacob van Holthe. die binnenkort de zeedienst mt
Vice-admiraal Jhr. Eozaru 8.'Gravenhafe geboren, en kwam in Sep.
verlaten, werd op 29 Januari KoninkUjk instituut voor de Marine te Willetrs-
tember 1913 als adelborst op a,s offtcier geplaatst aan boord van ver
oord. Hij werd in de loop oe j verscheidene takken van de marine,
scheidene oorlogsbodems^
zowel in Nederland als in Nederlanus
Op 1 juli 1936 werd jhr. Van Holthe
tot adjudant in gewone
Drie
benoemd
dienst van H.M. de Koningin
jaar later werd hij. onder handhaving
van zijn detachering bij het militaire
huis van H.M. de Koningin, onder de
bevelen gesteld van het hoofd van
afdeling IV a van het Departement
van Defensie en belast met het nau-
tisch-mllitair toezicht op de bouw van
Hr Ms. flottieljeleider „Jacob van
Heemskerck". Op 14 Mei 1940 werd hij
benoemd tot commandant van deze bo
dem, welke functie hij waarnam tot 30
April 1943, om dan te worden ge
plaatst als souschef van de Marinestaf,
tévens liaisonofficier bij de Britse ad
miraliteit. Hij was inmiddels in Fe-
bruar 1941 benoemd tot adjudant
buitengewone dienst van Hare Majes-
teit.
Op 28 Augustus 1945 werd jhr. Van
Holthe commandant der Marine in het
Verenigd Koninkrijk. Bijna een jaar
later, 15 Augustus 1946, werd hij van
deze functie ontheven en geplaatst bij
Gisternacht is in feite de internatio
nale oefening voor mijnenvegers, die de
naam „Factotum" draagt, begonnen, al
zijn nog lang niet alle zestig oorlogs
bodems Nederlandse, Britse, Franse,
Belgische en Noorse verzameld.
IJmuiden en Scheveningen zijn tij
delijk oorlogshavens geworden en zul
len tot 7 Juli als zodanig blijven func-
tionneren, overigens zonder dat de
„burger" scheepvaart er veel van zal
merken. In d" loop van de komende
dagen zullen de oorlogsschepen de
grotere in IJmuiden, de kleinere in
Scheveningen zich verzamelen om
dan op 2 Juli met de oefeningen te be
ginnen. Maar reeds gisternacht hebben
vliegtuigen, mijnenleggers en snelle pa.
trouilleboten van de Britse marine in
het oefenterrein de zgn oefenmijnen ge
legd. Dit was een onderdeel van de
oefeningen, al heeft het dan weinig
met mijnenvegen te maken, integen
deel.
Wat er gisternacht precies is ge
beurd is geheim en zal het verrassend
element van de oefening vormen. Hele
maal geheim is het niet, want aan
boord van het Nederlandse radar-
instructieschip Hr. Ms. „Soemba", dat
tijdelijk als hoofdkwartier van de
commandant der oefeningen, schout bij
nacht C. W. Slot, fungeert, heeft men
op de radarschermen uiteraard met
zorg bespied wat „de vijand" deed. De
commandanten der mijnenvegers zul
len echter niets vernemen van hetgeen
men op de „Soemba" ervoer.
Spel en praktijk.
Een bijzonderheid van de oefeningen
is, dat het terrein, waar geveegd zal
worden, een gebied groot tien bü der
tien zeemijlen naast de betonde zee
straat langs da kust tussen IJmuiden
en Scheveningen, nog niet mijnenvrij
is verklaard. Behalve de oefenmijnen
is het dus best mogelijk dat een of
meer van de 600.000 „echte" mijnen, die
in de laatste oorlog tussen de Golf van
Biscaje en de Witte Zee werden ge
legd, gevonden zal worden. Niet alleen
om het spel dus zullen tijdens de oefe
ningen alle noodzakelijke veiligheids
maatregelen worden genomen.
Werken weer ®n wind mee, dan zal
na afloop van „Factotum" weer een
stuk van de Noordzee veilig kunnen
worden verklaard.
het Ministerie van Marine te 's Gra-
venhage, om op 15 Januari 1947 belast
te worden met de functie van chef
van de marinestaf.
Op 1 September van dat jaar werd
hij bevorderd tot vice-admiraal. Toen
luitenant-admiraal Helfrich op 1 qC-
tober 1948 de dienst met pensioen ver
liet, werd vice-admiraal jhr Van Hol-
the tevens belast met de waarneming
van de functie bevelhebber der zee-
strijdkrachten. Op 1 October 1949 werd
hij definitief met deze functie belast.
Na het aftreden van generaal Kruis
trad vice-admiraal jhr. Van Holthe te
vens op als voorzitter van het Comité
van de Chefs van Staven.
Vice-admiraal Van Holthe is ridder
in de Orde van de Nederlandse Leeuw,
officier in de Orde van Oranje Nas^
sau met de zwaarden, drager van het
Bronzen Kruis, „commander of the
military division of the order of the
British empire", „kntght commander
of the royal victorian order", com
mandeur der orde van Leopold 2 van
Belgie en drager van het Belgische mi
litaire kruis der tweede klasse.
Zijn opvolger
De opvolger van vice-admiraal jhr.
Van Holthe, schout-bij-nacht Alfred
de Booy, werd 29 Mei 1901 te Buitenzorg
geboren. Hij kwam in September 1918
op het Koninklijk Instituut te Wil-
lemsoord, dat hij drie jaar later ver
liet als luitenant ter zee der derde
klasse. Schout bij nacht De Booy dien
de zowel in de West als in de Oost.
In 1936 werd hij marine-attaché te
Londen. Deze functie vervulde hij tot
1943, waarbij hij zich gedurende de
oorlog bijzonder verdienstelijk maak-
te. In 1943 werd de heer De Booy
commandant van Hr. Ms fregat „Jc-
han Maurits van Nassau". Hij verricht
te tot 1945 als zodanig met zijn schip
konvooi-escortediensten op de Atlan
tische Oceaan en de Middellandse Zee.
Eind 1945 werd hij weer geplaatst bij
het marine hoofdkwartier te Londen.
Op 20 Maart 1946 volgde zijn benoe
ming tot commandant van Hr. Mi.
hulpvliegkampschip „Karei Doorman",
waarmee hij de reis naar Indonesië
maakte. In 1947 werd kapitein ter zee
De Booy bij het ministerie van marine
te 's Gravenhage geplaatst en in het
zelfde jaar nog vertrok hij wederom
naar Indonesië om daar de functie van
chef van de staf van de Commandant
der Zeemacht in 't Oosten te vervullen.
Kolonel De Booy keerde in 1949
naar ons land terug en werd hier be
last met de functie van plaatavervan-
gend chef van de marinestaf. Op 1 Juli
1949 werd hij benoemd tot comman
deur, op 1 Maart 1951 tot schout bij
nacht.
Schout bij nacht De Booy is ridder
in de Orde van Oranje Nassau cn offi
cier in de „order of the British Em
pire" en „Legionnaire of the legion of
merit U.S.A.".
NOODZAAK
Het Gradus-zijn betekent
nog lang niet, dat het
maandelijkse salaris toerei
kend is voor een vrijwillige
verzekering tegen ziekte.
De meeste lieden zijn don
ook met hem in de colon
ne der verplicht-verzeker
den. Nu moet men eerst
weten, dat deze Gradus van
elders komt en dddr nog bij
het Ziekenfonds staat inge
schreven. Nu was dat zo
erg niet, wijl het onderwerp
van deze geschiedenis nog
regelmatig in zijn vorige
woonplaats komt en daar
dus eventueel ter dokter
kan gaan.
Dat was in ongeveer twee
jaar niet nodig geweest. Op
zekere gedenkwaardige dag
evenwel kreeg deze Gradus
een stekende pijn in één
van zijn kiezen. De spiegel
werd er bij gehaald, en, ja
hoor, de kies was zwart en
had afgedaan. Die moest
er uit, tcvjl de pijnen niet
te harden waren. Zo trok
Gradus met zijn kies in Den
Helder naar een tandarts,
die onmiddellijk bereid was
tweamaal het tandvlees in
te spuiten en vervolgens
met enkele listige bewegin
gen de kies te trekken.
Daar de gepijnigde niet in
Nieutuediep in het Zieken
fonds stond ingeschreven,
moest hij de operatie ter
stond met drie gulden be
lonen. In ruil daarvoor
schreef de asisstente van de
tandarts een
Doge kwitantie
kwitantie
moest aan
het Ziekenfonds in de vorige
woonplaats worden aange
boden. Daar zou deze Gra
dus zijn drie gulden dus
treug ontvangen.
Wel, hij heeft de kwitan
tie aangeboden, maar....
men gaf hem zijn drie gul
den niet. Waarom niet?,
zult u vragen. Wel, beste
lezers, deze Gradus had bij
de kwitantie een „noodzake
lijkheidsverklaring" moeten
overleggen. Een verklaring
dus van de tandarts, dat het
trekken van de kies nood
zakelijk was. Alsof deze
Gradus zich enkel voor de
leut gapende gaten in de
mond doet trekken. Alsof
hij zijn kostbare kiezen
voor zijn plezier er één voor
één zou trillen laten uit
scheuren. Alsaf hij goede,
gezonde tanden zou trillen
missen.
Begrijpt ge, waarde lezer,
dat deze Gradus tegenwoor
dig s' morgens op zijn werk
komt, en dan zijn collega
voorstelt „vandaag maar
eens te beginnen er een
paar kiesjes te laten uit
peuteren?" En als zijn col
lega tegenstribbelt, dan
weet Gradus hem nóg niet
te overreden met de mede
deling: „Wat geeft het, we
hebben er immers genoeg?"
BEURS
JTn thans het verhaal van
twee portemonnaies. Het
zal Maandag geweest zijn,
toen Gradus bezoek kreeg
van stadgenoot, die waar
lijk niet zo jong meer was.
In de buurt van de Witte-
bioscoop had deze stadge
noot een portemonnaie ge
vonden. waarin zich een be
drag van f30 bevond. Na
tuurlijk zou de beurs naar
het politiebureau worden
gebracht. Edoch, ter hoogte
van de Koningdwarsstraat
zag de vinder, hoe een dame
nerveus in een kinderwa
gen zocht, en ijverig de
stoepstenen beblikte. De
man, die de portemonnaie
had gevonden, veoeg de
dame, of zij iets kwijt was.
En ziet, het was de zoeven
gevonden portemonnaie. Zij
kreeg haar eigendom terug,
zei: „Ik schrok me dood,
dank u", en verdween zon
der de eerlijke vinder te
belonen. Deze vertelde Gra
dus, dat hem dat toch wel
was tegengevallen. Hij wist,
dat de dame niet verplicht
was hem iets te geven, maar
zo zei hij: „Al was het maar
een kwartje geweest, me
neer.
Met de tweede portemon
naie zat het anders. Die was
het eigendom van een jon
getje, totdat hij hem ver
loor. Het was een beursje,
ter waarde van f 3.dat
hij van zijn moeder had ge
kregen. Ook die portemon
naie werd gevonden. Een
vriendje had het gezien. Het
jongetje sprak de dame aan,
die het beursje had opge
raapt. En deze dame ant
woordde: „Dan moet je het
maar niet verliezen", waar
op zij heen-dribbelde. Mis
schien wil deze vindster het
portemonnaietje alsnog aan
het eigenaartje doen toe
komen. Hij heeft er het
meeste recht op.
VESTJE
J^u ongeveer veertien dagen
geleden ging 'n zesjarige
jongen bij de Linie spelen.
Hij deed het, omdat hij het
prettiger vond dan het nor
male bezoek aan de kleu
terschool. Voor het gemak
trok de Jongen zijn gebrei
de vestje uit, dat hfl aan
een paal hing. Daarna
wierp hij zich enthousiast
op zijn spel, om vervolgens
te ondervinden dat zijn
vestje was verdwenen.
En nu kreeg Gradus een
briefje van de moeder van
deze knaap. Zij zit er niet
al te breed bij, en zou dan
ook erg blij zijn, als zij het
kledingstukje weer om de
tengere schouders van haar
zoontje zou kunnen slui
ten. Wie het vestje heeft
gavondea, ton hei Gradus
UITJE
Alweer een week geleden
het ben de bewoners van
het Badhotel Huisduinen
van de Dienst voor Maat
schappelijke Zorg een uit
stapje gemaakt naar Vo-
lendam en omstreken. Van
één van de oudjes mocht
Gradus een verslagje van
deze dag ontvangen. Daar
uit bleek, dat men volop
heeft genoten. De reis
werd per bus gemaakt, en
onderweg werd het gezel
schap naar genoegen ge
proviandeerd. De oudjes
waren de directeur en me
vrouw v. d. Berg daarvoor
recht dankbaar. „Het was
een dag", zo vernam Gra
dus, „om nooit te ver
geten". Laat ons daarom
hopen, dat in de toekomst
nog vele van dergelijke
uitstapjes zullen volgen.
STAMTAFEL
Qok in Den Helder zijn vele
duivenliefhebbers. Voor
hen het volgende mopje,
dat historisch zou kunnen
zijn.
Op zekere dag wilde de
vrouw van een echte dui-
venenthouslast enkele van
zijn geliefde vogels bra
den. Natuurlijk kwam hij
daartegen op. Enkele we
ken later kwam er gebraad
op tafel, en de vrouw ver
telde, dat zij van een buur
vrouw een eend cadeau had
gekregen. Maar pa had de
affaire door.
Na de maaltijd ging va
der met zijn zoontje uit
wandelen. Na een uurtje
keerde de echtgenoot al
leen terug.
„Waar is Keesje?'*, wil-
de zijn vrouw weten.
En vader antwoordde
triomfantelijk: „Waar ahn
mijn duiven?"
GRADUS
Maandagavond speelden welpen van de padvinderij w
terrein aan de Kanaalweg een groot spel.
ren in de krant kunnen lezen. Op deze foto -w m
Jongens belangstelling genoer hadden
«weiaiy „p T
ook dit plaatje, dat de Jubilerende "-Mr
toekomt.
Helderse padvinderij
Donderdagmorgen om 10 uur zal het
33ste Reg. Artillerie van het Belgische
leger, dat voor schietoefeningen in
Den Helder is en dat Zaterdag weer
zal vertrekken, op het Havenplein bij
de Buitenhaven een krans leggen bij
het Monument voor Hen, die vielen.
De kranslegging zal geschieden door
de lt. kol. Dussaussois, regiments-com-
mandant, in bijzijn van de Comman
dant Maritieme Middelen, te Den Hel
der, de Kapitein ter Zee D. J. Kom
mer en verdere in Den Helder aanwe
zige commandanten. Ook burgemees
ter Rehorst zal de plechtigheid bijwo
nen. Voorts worden verwacht deputa
ties van Kon. Marine, Land- en Lucht
macht.
De Admiraalsvlag van de Lt. Admi
raal Jan Evertsen (1600—1666) welke
vorige week door nakomelingen van
deze zeeheld werd aangeboden aan
Hr. Ms. Torpedobootjager „Evertsen"
vanwege de prestaties, die dit schip
leverde in de Koreaanse wateren, zal
enige weken van 28 Juni-12 Juli
tentoongesteld worden in de Marine-
cantine aan de Buitenhaven. Dit is mo-
gelijk, omdat Hr. Ms. „Evertsen" voor
enige tijd in de revisie genomen is.
Van 27 Juli zal het strand en de
daarachter gelegen duinen tussen
strandpalen 33 en 5 onveilig gebied
zijn. Gedurende die dagen zal er ge"
schoten worden met luchtdoelgeschut
opgesteld plm. 1 km. bezuiden Falga
in het duinterrein. De oefeningen be
ginnen dagelijks om 9 uur en eindigen
's middags 5 uur. Er zal op de schiet-
plaats ter hoogte van het onveilig®
strand een rode vlag waaien.
De speeltuin „Vogelwijk" organiseer'
Zaterdag een fancy-fair, die voor bet
publiek toegankelijk is van drie tot zes
uur en van half acht tot elf uur. D®
opbrengst is bestemd voor de tuin, d|®
ook een aantrekkelijke fancy-"^
met mooie prijzen en diverse attractie
garandeert. Na afloop zal men D°®
enige tijd gezellig kunnen dansen.