Inval in speelzalen te Den Amsterdam, Rotterdam en Driehonderd leden van Aristoclub met autobussen opgebracht Vier Poolse jongeren vluchtten met een vliegtuig naar Zweden GROEN VAN PRINSTERER - een vergeten .nationale figuur KoJii fë&ttek VERENIGDE NOORD-HOLLANDSE DAGBLADEN Jongen dronk uit fles met nicotine Ook in Indo-China zouden nationalisten gereed staan voor de aanval In de cel vermoord Zaterdag 4 Aug. 1951 76e Jaargang No. 11172 Dagblad voor Den HelderKoegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna DE POLITIE KWAM. HET SPEL WAS UIT Clandestiene club in de hoofdstad ontdekt Prinses Irene wordt morgen twaalf jaar Wachten overrompeld Twee officieren van de luchtmacht in arrest Drie divisies langs de grens van Kwangsi? 1200 Amerikaanse vliegers naar W.Duitsland MEN MOET reeds een uian van voor naam karakter zijn, als men al de jaren door de strijd volhoudt, gedreven door de liefde tot het beleden beginsel en tot het Nederlandse volk. BUREAU: Koningstraat 78—80 Den Helder Telefoon 2345 Postgironummer 449041 Hoofdredacteur: A. KAPTEIN Directie: J. BIJLSMA en C. KRAK COURANT TARIEVEN: Advertenties: 16 ct p. m.m. Kleine advertenties („Juttertjes") tot 15 woor den 1.elk woord meer 5 cent Abonnementen per kwar taal f 5.15, per maand f 1.72 bij vooruitbetaling plus incassokosten NA herhaalde waarschuwingen is de politie gisteravond in actie gekomen tegen de roulette-speelzalen te 's-Gravenhage, Amsterdam, Rotterdam en Laren. Te kwart over elf deed de politie een inval in de „Aristo-club" aan het Gevers Deynootplein te Scheveningen en in de „Mondialclub" aan de Kneuterdijk in Den Haag. In de Aristo-club" werden driehonderd personen met autobussen van de H. T. M. naar de voor die gelegenheid ingerichte politieschool aan het Alexanderplein overgebracht om aldaar verhoord te worden. Aan de hand van deze verhoren zal over eventuele vrijlating worden beslist. In de „Mondial-club" werden vijftien personen gearresteerd. Tegelijkertijd werden in het Casino Ham- dorff te Laren zes croupiers en drie bestuursleden in arrest gesteld. Vijf spelers, tegen wie proces-verbaal werd opgemaakt, konden later huiswaarts keren. De deur van Hamdorff werd verzegeld. In alle drie gevallen werden de fiches, de kas en de roulette in beslag genomen. Te Rotterdam werd een inval gedaan in de speelclub .Amusementsvereniging" aan de Mathenesserlaan. Daar op het mo ment van de inval geen roulette werd gespeeld, gingen de veertien aanwezige leden vrijuit. Twee andere speelgelegenheden in de Maasstad werden gister avond gesloten. Wanneer de clubs de deuren weer openen, zullen maatregelen worden genomen. In de hoofdstad verschafte de politie zich toegang tot ver schillende speelclubs, doch slechts bij de „Eureka-club" en „Alcazar" op het Thorbeckeplein draaide de roulette. Een tiental spelers werd aan een nauwkeurig verhoor en onderzoek onderworpen. De politie bleef tot vroeg in de ochtend in dit pand bezig en legde ook hier beslag op het geld, de fiches, de roulette en andere benodigdheden voor het spel. Zowel In Den Haag, Scheveningen, Rotter dam, als in Amstrdam trok het optreden van de politie grote belangstelling. teerden waren er velen, die plotseling ziekteverschijnselen vertoonden en der halve om hun vrijlating verzochten. Het aantal hartkwalen was opvallend groot. (Zie vervolg pag. 5, laatste kolom.) QOMMISSARIS Abbenbroek, die de leiding had bij de inval in de Sche- veningse „Aristo"-club, vertelde, dat hij zich reeds enige tijd vóór het begin van de actie in de speelzaal bevond. „Toen ik om elf uur de rechercheurs de zaal zag binnenkomen", aldus de commissaris, „klom ik op het podium en deelde mee, dat de politie een inval deed. Ik raadde iedereen aan om kalm te blijven zitten". Daar leek het even wel niet op, want vele van de ruim 300 aanwezigen trachtten via de achterzijde te ontsnappen. Verschillenden slaagden er inderdaad in door de w. c.-raampjes of over het dak te ontkomen, hoewel vijftig rechercheurs een dicht cordon rondom het gebouw hadden gevormd. Deze rechercheurs werden later geas sisteerd door politie-agenten, die met getrokken revolver de club binnen stormden. Daar voor de inval in de „Mondial"-club slechts weinig mensen nodig waren spoedde een aantal van de aan deze actie deelnemende recher cheurs zich eveneens ter assistentie naar de „Aristo-club". Vele van de in hun spel gestoorde leden trachtten nog achter de rug der rechercheurs om hun fiches in te wis selen en geld en fiches in hun kleren of in meubelen te verstoppen; De speel- kassen werden onmiddellijk in beslag genomen. Op de tafels lag voor vele duizenden guldens aan fiches. De bajes is zo groot. nE spelers werden al spoedig geschei- den van de „werkende leden" van de club. Zingend trok men door de enorme zalen. Luid klonken „En we gaan nog niet naar huis". „Wie heeft zoveel pingpingping" en „Waarom zou den we treuren, want de bajes is zo groot!" De spelers zongen ook in de Vier speciaal gecharterde bussen van de H. T. M., waarmee zij naar de poli tieschool aan het Alexanderplein wer den overgebracht. Onder de gearres- Het negenjarige zoontje van de fa milie De N. te Bergen op Zoom heeft gistermiddag uit een fles nicotine ge dronken, tengevolge waarvan hjj zeer kort daarop is verleden. Hij had tezamen met een vriendje een fles in het struikgewas van een tuinderij gevonden en om zijn dorst te lessen een flinke teug genomen van de vloeistof, die de fles bevatte en die be stemd was voor het bespuiten van bloemkool, een preparaat, dat hoofd zakelijk platine bevat. De jongen zak te direct in elkaar en overleed na en kele minuten. Morgen is het dan twaalf jaar geleden, dat in Nederland de klokken het heuglijke nieuws van de geboorte van ons tweede Prinsesje verspreidden. Irene heette zij; Vrede, waar een ieder vurig op hoopte. Gistermorgen zijn drie jonge Polen en een Pools meisje met een vliegtuig op een Zweeds vliegveld bij Malmö geland en hebben om politiek asyl ge vraagd. Hiermede is het aantal Oost- Malversaties op Ypenburg Op grond van het vermoeden, dat 'ij onregelmatigheden hebben gepleegd, heeft de chef van de luchtmachtstaf zich genoodzaakt gezien twee officieren, de 52-jarige res. luit. kolonel W. B. en de luitenant B., in voorlopig arrest te doen stellen. Overste B„ die hoofd is van de luchtmachtaanschaffingsdienst, werd, naar aangenomen mag worden, aangehouden op vermoeden van mal versaties op het gebied der lucht machtaanschaffingsdienst, die voor een deel teruggaan tot de jaren 1945 en 1946 toen de staf van de luchtmacht gevestigd was op Vpenburg en de toen malige kapitein B. onder meer belast was met de inkoop van de uniformen. HU zou toen de inkoopprijzen hoger opgegeven hebben dan ze in werkelijk heid waren en het overschot te eigen bate hebben aangewend. Weerbericht Verwachting tot Zaterdagavond: Veranderlijke bewolking met plaatselijk enkele regen- of on weersbuien. Zwakke tot matige wind in hoofdzaak tussen Oost en Zuid. Warm weer. Zondag: Zon op 5.06, onder 20.25; maan op 7.46, onder 21.18. Maandag: Zon op 5.08, onder 20.23: maan op 9.02, onder 21.38. Naar te Hongkong verluidt, wachten 35.000 man Chinese nationalistische troepen in Indo-China op bevelen om China binnen te vallen. Deze manschap pen zouden staan onder opperbevel van Zondag zal de hoofdmacht van de Amerikaanse 433ste troepentransportaf deling, bestaande uit 75 officieren en onder-officieren en 1108 vliegeniers, met het troepentransportschip „General Sturgess" te Bremerhaven aankomen. Als de afdeling op het vliegveld Rhein-Main zal zijn gestationneerd, zal zij over meer dan 48 transportvliegtui gen van het type C-119 (de z.g. Flying Boxcars) beschikken. generaal Hoeang Tsjieh, die enige tijd geleden Formosa heeft bezocht en or ders heeft ontvangen voor toekomstige operaties. De nationalisten zijn twee jaar geleden naar Indo-China gevlucht en zijn toen georganiseerd in drie di visies. De communisten versterken thans de garnizoenen in de provincie Kwangsi, om de dreigende nationalis tische aanval te weerstaan. In gezaghebbende kringen te Hong kong legt men grote terughoudendheid aan de dag zowel ten aanzien van de berichten over 't nationalistische offen sief in Joennan, als de bovengemelde troepenconcentraties in Indo-China. Vooral de genoemde sterkte van de troepen zou volgens deze kringen over dreven zijn. PRINSES ELIZABETH AANVAARDT UITNODIGING VAN TRUMAN. Prinses Elizabeth en de Hertog van Edinburgh hebben de uitnodiging van president Truman om van 24 tot 76 October een bezoek te brengen aan Washington aangenomen. europese vluchtelingen, dat in de afge lopen drie weken in Zweden is aange komen, tot 22 gestegen. De vluchtelingen vertelden, dat zij 's nachts naar een boerderij bij de Pool se kust gelopen waren, waar, naar zij wisten, een oefenvliegtuig stond, dat door twee mannen met geweren werd bewaakt. De met revolvers gewapende jongelui wisten de wachten te overrom pelen en in het vliegtuig plaats te ne men. Bij het opstijgen werden zij door andere wachten beschoten. Een na de landing in Zweden ingesteld onderzoeit heeft aan het licht gebracht, dat net landingsgestel kogelgaten vertoont. De namen van de vluchtelingen zijn ge heim gehouden. Zij zijn geinterneerd, hangende een onderzoek van hun ver zoek om politiek asyl. Gevangenen kregen ruzie In de psychiatrische inrichting, die aan het Huis van Bewaring te Utrecht is verbonden, heeft het personeel in de vroege morgenuren van 19 Juli een lugubere ontdekking gedaan. Bij het openen van een cel, waarin de 63-jarige A. W. en de 40-jarige Pool J. D. uit Den Haag waren opgesloten vonden zij het ontzielde lichaam van de oudere man, die 's nachts door de ander was ver moord. Volgens een verklaring van de Pool, die verdacht van moord, in de inrichting was opgenomen, werd hij door W. lastig gevallen, waarna een gevecht was gevolgd met de genoemde noodlottige afloop. De justitie stelt een nader onderzoek in. UTHEL BLIECK, een negenjarig bur- geresje van de goede stad Hamburg, is een merkwaardig kind. Ze herkent na enkele minuten de schilderijen van veertig verschillende grote meesters en zegt erbij of de doeken uit de Barok, Renaissance of moderne tijd stammen. Toen men haar een schilderij van Pi- casso voorhield sprak ze: „Dat heeft mijn driejarig broertje Heinz gemaakt' n Een ander negenjarig meisje, Ellen Damkier in Tunkhannock (USA), heeft daarentegen de grootste moeite met het herkennen. Ellen heeft namelijk twee ouderparen. Ze vertoeft in een wees huis dat haar negen jaar geleden op nam toen het kind daar voor de deur werd gevonden. Twee echtparen bewe ren nu op de bewuste dag het kind voor de deur te vondeling te hebben gelegd. O De uitgestoten Duitsers, over wier lot men zich niet om strijd be kommert, hebben besloten een nieuwe organisatie te vormen, die de naam krijgt van „Bond van Uitgestoten Duit sers" Ray Robinson, de bekende hokser zal wellicht binnenkort ophou den met stoten en stompen. Hij heeft in principe het aanbod aanvaard om de hoofdrol te spelen in een Franse film naar het toneelstuk „De eerbiedige lichtekooi". „Wij willen weg uit on ze (donkere) kooi", hebben dezer dagen weer 105 leden van de Oostduitse volks- politie gedacht. Ze zijn zonder zich De politie (met roemtroefde in netjes te hebben afgemeld naar West- Berlijn getogen, waar er nu reeds 777 van deze lieden zijn. Men kan uit het driemaal heilige getal misschien een nieuw politiecorps formeren. Men heeft zulks nu wel nodig; want de Westberlijnse politie heeft de handen vol aan het arresteren van jongelieden, die illegaal naar het Wereld-jeugdfesti- val in Oost-Berlijn willen gaan. Gister nacht zijn aan de grens tussen Oost en West-Duitsland weer driehonderd aangehouden. Uit Oost-Berlijn roe pen de blauwhemdigen opgetogen, dat er toch maar lekker 1200 Westduitse jongelui in de Russische sector zijn aangekomen. Dertien Westduitsers, die naar het festival wilden, hadden 'n originele manier. Ze hadden zich inge scheept op een plezierboot, die tussen Lübeck en Travemünde (aan de zone- grens) voer. Plots riepen ze „Man over boord!", waarop het schip stopte. De dertien festivalvierders sprongen van het schip en zwommen zo naar de Oostduitse oever van de rivier. De stuurman moet nuchter gezegd hebben: „Aan zulke heethoofden is geen man over boord!" nE TWEE GROTE Nederlanders uit de vorige eeuw, die dikwijls in één verband genoemd worden, zijn Groen van Prinsterer en Thorbecke. Mannen van formaat, elkanders te genstander en niettemin persoonlijke vrienden. Thorbecke is geweest de practische staatsman; een man, die grote invloed heeft gehad op het regeerbeleid, in het bijzonder na 1848. Groen is nimmer geroepen om rege ringsverantwoordelijkheid te dragen. Hij voerde in en buiten de Kamer op positie. Hij heeft de materialen mogen aandragen voor zijn staatkundige con ceptie, doch het was aan anderen om de tempel te bouwen. Thorbecke was de regent, de constructieve wetgeleerde met als achtergrond de staatkundige realiteit, waarvoor zijn scherp juridisch vernuft de systematiek ontwierp; Groen van Prinsterer de hervormer, die op basis van zijn historische analyse het Nederlandse grondtype in nieuwe vormen wilde doen herleven. Er bestaan vrij veel misverstanden over beide mannen. Die ook nu bij de herdenking van Groens geboortedag, honderd en vijftig jaar geleden en van zijn sterven, vijf en zeventig jaar later, weer voor de dag treden. Men gaat altijd fout als men deze figuren van de negentiende eeuw wil projecteren op het spandoek van de twintigste. Men moet hen zien in het licht van hun tijd, men moet trachten hen te verstaan in de verhoudingen zoals die toen bestonden, en hen waarderen op hun eigen betekenis. „pARLEMENTAIRE redevoeringen zijn een uitmuntende proefsteen om den spreker te leeren kennen. Zij schenken den staatsman de gelegenheid om da gelijks rekenschap te geven van zijn willen, kunnen en doen", zegt de schrij ver van het voorwoord van „De onuit- gegèven Parlementaire redevoeringen van mr. J. R. Thorbecke". Het is een zwaar werk om deze door te vossen, en hetzelfde geldt ook van Groens Parlementaire Studiën en Schot sen, maar het loont de moeite. Wie dit doet leert staatslieden ken nen, wier politiek beleid niet was af gestemd op een beginselloze opportu niteit. Groen en Thorbecke, tegenstanders op zo menig gebied, zouden hand in hand zich keren tegen de toenemende staatsvoogdij, die vandaag het Neder landse volk in haar knellende banden gevangen houdt. Als Thorbecke het wezen van het gouvernement omschrijft, doet hij het in de volgende woorden: „De meest vrije krachtsontwikkeling van het volk in het politieke, in het zedelijke, op het gebied van godsdienst en onderwijs, van de nijverheid, de meest vrije krachtsontwikkeling van het volk in al die opzichten, vereenigd met een krachtig, eenvoudig, zuinig bestuur. Zietdaar, waar het op aan komt". En als de liberale hoogleraar Buys over Groen schrijft, zegt hij: „Geen onpartijdige zal loochenen dat de heer Groen herhaaldelijk voor de belangen van waarachtige constitutio nele vrijheid in de bres is gesprongen, en zeer velen zullen misschien met mij willen erkennen, dat er in zijn tegen- woordigen onvermoeiden strijd voor volkomen vrijheid van onderwijs een kern van waarheid ligt, welke, althans tot op zekere hoogte, door zamenwer- king van alle liberale elementen be hoorde te worden erkend". Men zou onrecht doen als men poog de Thorbecke en Groen op een stoel te brengen. Integendeel, zij waren felle tegenstanders, principieel! Thorbecke zegt het bij de behandeling van de Ge meentewet aan het adres van Groen scherp ironisch: „Mijne Heeren, ik heb meermalen het ongeluk gehad met den geachten spre ker te verschillen ten aanzien van de gevolgtrekkingen uit dezelfde bewoor dingen, en, zoo ik dacht, uit hetzelfde begrip, en ook hier weder is dit het geval". Deze twee groeien niet naar elkaar toe. Hun strijd tegen de conservatieven brengt hen niet te zamen. Zij denken principieel verschillend. Het struikel blok is de betekenis van de godsdienst voor het politieke leven. Thorbecke is liberaal, die het zo zegt: „De godsdienst moet bij de beschou wing van publieke aangelegenheden terzijde worden gesteld". Groen is anti-revolutionair, die op roept: „Maakt dan van uwe staatsburger lijke rechten, ter beantwoording aan uwe christelijke roeping, met het oog op uwe voorvaderen en op uwe nakome lingschap, met het oog naar Boven, gebruik". Soms stond Groen daarin practisch alleen. Hij klaagt in 1865: „Mijne vrienden, met overdreven ver trouwen of zelfmistrouwen, laten mij veelal in politieke discussie alleen aan het woord en zwijgen voegt mij, die anderen opwek, minder dan ooit". Het zal dan nog enige jaren duren, alvorens hij volle steun van enkelen zal ontvangen, alvorens Kuyper de strijdbijl overneemt en Groens werk vruchten gaat dragen. Dit werk is, anders maar niet min der dan dac van Thorbecke, van natio nale betekenis geweest. Wjj hebben die twee mannen naast elkaar geplaatst om iets te doen aanvoelen van de politieke sfeer van die tijd, ook om de hoofdfi guren te verstaan. Men moet het zich eens indenken: Groen van Prinsterer was een vermogend man, van aanleg een geleerde en historicus, die op jonge leeftijd al archivaris werd bij Neder lands eerste koning. Voor hem zou heb ben kunnen gelden, meer dan voor ieder ander, de afkeer voor opoffering, in onze tijd op cynische wijze uitgedrukt in het: „Waar zal ik me druk voor maken?" Hij won er niets bij, hij maakte zich het leven alleen maar moeilijk. De politiek van vandaag is erg zacht zinnig, vergeleken bij die in de tijd van onze grootvaders en overgrootvaders. Men was deftig, maar men kon schel den als een kaaiwerker. Groen werd in de pers ve geleken met Robespierre en Danton, hoewel niemand meer dan h(J de Franse revolutie bestreed. Zijn op treden werd gekenschetst als demago- gie, zijn politiek beginsel als sectarische dweperij. Enkelen, als Pierson, Buys en de „oude" Heemskerk, trachtten hem recht te doen, doch overigens werd hij ver guisd, miskend en opzettelijk misver staan. Aan dit laatste was zelfs een Thorbecke niet vreemd. Bewonderens waardig is de geestkracht, die uit Groens volharding spreekt. |£ENT ons volk vandaag nog Groen? Weet het iets van zijn geestelijke worsteling? in liet algemeen gesproken: neen! Zelfs zijn geestverwanten niet. De anti-revolutionairen en christelijk- historischen beroepen zich op hem, als hun geestelijke vader. Wij vrezen, dat Groen, als hij uit zijn graf kon op staan, niet erg vriendelijk tegen Tilanus zou zijn als het de Indonesische kwes tie betrof en of hij met de steeds zwak ker wordende strijd der anti-revolu tionairen tegen de staatsvoogdij ge noegen zou nemen, valt zeer te betwij felen. Men kent nog een paar uitdrukkin gen van Groen als: „In ons isolement ligt onze kracht" en „Er staat geschre ven en er is geschied" en deze woorden worden dan nog uit hun verband ge rukt. Maar men kent niet zijn werken. „Ongeloof en Revolutie" is misschien nog het meest bekend. Doch ook het Handboek, Nederl. Gedachten, de Par lementaire Studiën en Schetsen, en eveneens zijn kleinere geschriften, bie den een rijkdom van gedachten en ervaringen. Zij worden niet meer ge kend. Men heeft gezegd, dat Groen niet populair kon schrijven, te aristocratisch was. Wie dit zegt, heeft nog nooit één van die puntige, treffende driestarren gelezen, die Kuyper hem niet verbe terde. Men mag zeggen, dat een bepaalde tijd grote mannen voortbrengt. Men kan met evenveel recht zeggen, dat grote mannen hun tijd voortbrengen. Het resultaat van Groens werk als staatsman is vandaag nog merkbaar in het Nederlandse volksleven. De vrijheid van onderwijs, de erkenning van de godsdienst als zedelijke factor in de politieke en maatschappelijke samen hang, de wisselwerking van het staats rechtelijk beginsel en de staatkundige realiteit, ze zijn mede vrucht van Groens worsteling. Wie politiek niet enkel ziet als slim migheid en baatzucht, wie nog hoe moeilijk ook in deze tijd gelooft in de betekenis van het beginsel voor het leven van volk en natie, moet nog eens grijpen naar een werk van Groen en hij legt het niet zonder winst weer neer. Wie daarbij zijn inzicht wil verdiepen in de ontwikkelingsgang der historie, leze zijn Handboek. Men behoeft het niet met de inhoud daarvan in alles eens te zijn. Men kan zelfs gerechtvaardigde kritiek op me thode en toepassing uitoefenen. Maar men kan het niet lezen zonder eerbied voor de kennis, het inzicht en de logi sche denkkracht van de schrijver. Men moet zich soms inspannen; lich te kost is het niet. Maar als men. wel licht vermoeid het weer uit handen legt. voelt men zich gelukkig als na het volbrengen van een geslaagde taak. Een volk dat niet meer le«st. dat zijn grote mannen vergeet, is bezig geeste lijk te verpauperen. Een herinnering aan de staatsman en histor^us Groen van Prinsterer kan er mede toe dienen om ons daarvoor te behoeden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 1