Eisenhower
voor moeilijke keuze
„Mensen in hei wit"
AMSTERDAMS PODIUM
Het Spaanse model
Hef Wille Huis lokt
Eisenhowérs
dilemma
De blinddoek
Kort Verhaal op 't Leidseplein
PUROL in huis!
Zal de integere generaal een rol spelen in
het modderballef der verkiezingscampagne?
Het probleem x
Uit presidentieel hout
|iinni!iaiiiiiiiii!!!iiiii!iiiii
1
iiiiiiiiiiinifiiiiiiiiiiuiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
OP HET MATJE
Pseudo-architect lichtte 3
weduwen voor f 12.000 op
DE ZATERDAGAVOND
(Van onze correspondent te New York)
£UROPA OF AMERIKA. Dat is het dilemma waarin generaal Dwight D. Eisen
hower zich bevindt en waarover hij zich in de komende weken zal hebben
te „verklaren Wanneer die uitspraak zal komen, zal dit belangrijk nieuws"
fi,n, niet alleen voor 150 mJliloen Amerikanen, maar
lioen democratische Europeanen. De beslissing, hoe z<j ook moge uitvallen, is
veel meer dan een verklaring van persoonlijke ambities en begeerten. Wie zo
denkt zou de generaal, zijn integriteit en z«n verziende blik schromelijk te
kort doen. Allerlei overwegingen, waarbij het behalen van een nieuw succes in
Europa een van de voornaamste is, zullen zich bij het nemen van deze beslissing
doen gelden. Eisenhower heeft tot dusver nog geen fout gemaakt. De reputatie,
die hij zich heeft verworven, is er een van globale aard. Het Kremlin heeft niet
minder respect voor zijn talenten als soldaat en diplomaat dan Nederlanders,
Belgen en Amerikanen. De laatste jaren versterkte hij die reputatie voorts met
wat men mag noemen „de zwijgzaamheid der wijzen". In deze tijd, waarin poli
tieke problemen worden uitgevochten op de voorpagina's der bladen, is een
uitspraak van Eisenhower een betrekkelijke zeldzaamheid. Er is echter een
punt in „Ike s onmiddellijke horizon opgedoemd, dat verdere zwijgzaamheid
omtrent zijn onmiddellijke toekomstplannen moeilijk maakt. Het koor van hen,
die zich afvragen „waar deze man nu staat", neemt dagelijks toe.
Eisenhower kan men schetsen als de
man die a priori nauwelijks geïnteres
seerd is in wie er de juiste koers aan
wijst, maar wat de juiste koers is. Bui
tenlandse waarnemers hebben jaar en
dag al verzucht, dat het optreden van
een „middenpartij" in Amerika een zo
heilzame uitwerking zou kunnen heb
ben op het weinig stabiele Amerikaanse
leven. Welnu, Eisenhower verpersoon
lijkt een een-mans-middenpartij. Wie.
temidden van 150 millioen Amerikanen
een dergelijke positie bekleedt, is in
derdaad, zoals men hier zegt, „uit pre
sidentieel hout" gesneden.
Doch de belangrijkste overweging
voor Eisenhower om zich in de politieke
strijd te storten, is zijn ernstige be
zorgdheid voor het verval van Ameri-
ka's politieke leven en de funeste in-
....EISENHOWER....
Dit is een poging, gebaseerd op feiten
en indrukken van Washingtons best ge-
informeerde kringen, een duidelijker
licht te werpen op hetgeen men terecht
kan noemen het probleem-Eisenhower.
Kringen, die het nauwst bij de generaal
betrokken zijn, twijfelen er niet aan,
dat Eisenhower het presidentschap be
geert. Niet uit verlangen naar „macht"
Geen mens heeft discreter gebruik ge
maakt van ruime bevoegdheden hem
tot dusver verleend dan Eisenhower.
Hij is zich daarbij bewust, dat de aan
vaarding van een candidatuur voor net
presidentschap ogenblikkelijk een ein
de zou maken aan de bevoorrechte po
sitie, waarin hij zich tot dusver heeft
bevonden. In het modderballet van een
verkiezingscampagne zou men hem
niet sparen. Tegenstanders (zij zijn jr,
uiteraard) zouden hem persoonlijk ver
antwoordelijk kunnen stellen voor de
Russische opmars in 1945 naar Berlijn.
Deze onvermijdelijke verdrietelijkhe
den meent „Ike" echter te kunnen in
casseren. Indien hij de politieke arena
betreedt wil hij dat kunnen doen als de
man, die in tijden van depressie en
steeds toenemende bezorgdheid, voor
Amerikaan en Europeaan de overwin
ning en het succes symbqliseer*. Onder
die omstandigheden meent hij dat de
bijval van het overweldigend aantal
Amerikanen en buitenlanders, die zich
achter zijn banier zullen scharen, het
gescheld van de oppositie nauwelijks
de gelegenheid zal geven duidelijk
hoorbaar te worden. Tot zover zijn per
soonlijke motieven.
Gezond verstand.
Eisenhower» plaats in het Ameri
kaanse openbare leven is een factor ten
gunste van zijn candidatuur. Men treft
hem pal in het politieke midden. HU
staat wellicht de Republikeinen wat
nader als partU, maar de linkervleugel
der Republikeinse partU. waartoe hij
zich voelt aangetrokken, is heel wat
„progressiever" dan de rechtervleugel
van de Democraten. Eisenhower steunt
de grote lUn van Trumans buitenlandse
Politiek. Hjj is daarbij de stem van ma-
Mging en gezond verstand, die men
wwert ae dood van de onvergelijkelijke
grote Senator Arthur H. Vandenberg
node had gemist.
(Advertentie, Ing. Mcd.)
^1ET alleen Amerika, doch de
gehele wereld is geïnteres
seerd in de vraag of Generaal
Eisenhower zich candidaat zal
stellen voor de komende presi
dentsverkiezingen. Als hij dat
doet, zal hij dan als politicus
méér kunnen doen voor Amerika
en de wereld dan thans, als mi
litair? Zal hij in staat zijn krach
ten en stromingen in Amerika te
bundelen? Welke zijn de overwe
gingen waarvan Eisenhower zijn
besluit laat afhangen?
Onze New Yorkse correspondent
Robert Kiek heeft in zeer goed
ingelichte kringen naar de ant
woorden op deze vragen geïnfor
meerd en bespreekt in twee arti
kelen wat wen terecht zou kun
nen noemen: het probleem Eisen
hower.
meer bezadigde geesten zich zullen
willen scharen in plaats van (zoals
herhaaldelijk het geval is) zich van 't
politieke leven te distanciëren.
Hij meent in staat te zijn tot beslis
singen te komen, die niet zijn ontspro
ten aan virulente debatten en impul
sieve daden, doch aan gezond verstand
en weloverwogen redenering. In oorlogs-
en vredestijd wist Eisenhower vaak fel-
tegenstrijdige belangen van buitenland
se mogendheden met elkaar te verzoe
nen. Hij acht het zijn taak om thans ln
het binnenland harmonie te smeden,
samenwerking te inspireren, vertrou
wen te scheppen waar wantrouwen
heerst.
Dat zijn de voornaamste overwe
gingen vóór Eisenhower's candidatuur.
Er is een keerzijde aan deze medaille.
Wij komen daarop in een volgend ar
tikel terug.
j i
vloed, daardoor op de buitenwereld
uitgeoefend. Het is gemakkelijk de cor
ruptieverschijnselen, die de laatste we
ken zulk een ongunstig licht op
Washington hebben geworpen, te ver
klaren. De ene partij is te lang aan de
macht geweest; de ander partij is zo
zeer bevreesd, dat zij haar oude machts
positie nooit meer zal heroveren, dat
haar functionarissen geneigd zijn „te
halen wat er te halen valt". Maar niet
minder ernstig is het pijnlijke ver
schijnsel van het nakaarten over poli
tieke besluiten van tien jaar geleden
en het in twijfel trekken van persoon
lijke motieven van eigen leiders bij oe-
sluiten, die genomen waren toen de
bondgenootschappen geheel anders la
gen dan thans.
Eisenhower meent, dat het zijn plicht
is om, als man van het politieke mid
den, een spil te vormen, waarom de
ARTHUR W. VANDENBERG
groot senator
YROUWE JUSTITIA draagt een
blinddoek en het moet me van het
hart, dat ze soms dan ook verbazend
weinig van de juiste proporties ziet.
De rechter is een achtenswaardig man,
integer, onafhankelijk en al zulks.
Maar hij is niet alwetend en de ene
rechter heeft betere hersens dan de
ander. Dat is in ieder beroep zo, waar
om zou het bij de heren in toga an
ders zijn?
Op één-en-dezelfde dag werden er
twee zaken behandeld, die de aandacht
trokken. Een gestudeerd man stond
terecht wegens het plegen van een
zedenmisdrijf; hij had zeer jeugdige
personen meegelokt op het glibberig
pad zijner onfrisse afwijkingen. Hij
kreeg de twee maanden voorarrest en
drie maanden voorwaardelijk. En hij
ging meteen naar buiten, keurig ge
kleed en opgewekt, gereed en in staat
de practijk voort te zetten.
Na hem kwam de arme sloeber, een
nog jonge arbeider, die een paar
handdoeken en wat lakens had gegapt
van de wasserij, die hem z'n brood liet
verdienen. Hij had al vier maan
den in voorlopige hechtenis gezeten
en daar werd ter zitting geen woord
over vuil gemaakt. Dat vonden de he
ren blijkbaar volstrekt in orde. Vier
maanden.De rechter citeerde het
rapport van de reclassering die een
gunstig oordeel velde en hij zei er
bij, dat de vrouw van de linnendief
gedurende die vier maanden met haar
beide kindertjes geleefd had van zegge
en schrijve tien gulden steun, welwil
lend verstrekt door Maatschappelijk
Hulpbetoon. Ik zou wel eens een rap
port willen lezen over de voedingstoe
stand van die twee onschuldige peuters.
En dan praat ik over die moeder nog
maar helemddl niet.
De rechter lei bovenop die vier
maanden voorlopige hechtenis nóg
vier maanden voorwaardelijk met drie
jaar proeftijd en aangezien de man
als werkloze naar huis ging, zal er
heel wat. moeten gebeuren wil hij die
tweede vier maanden blijvend mislo
pen. Trouwens: wat kan iemand eigen
lijk nog overkomen die voor een paar
lakens en handdoeken vier maanden
voorlopig in de cel is gestopt? Voor
één ding zal hij slechts hebben te zor
gen: dat de buit de volgende keer groot
gepoeg is, om vrouw en kinderen tij
dens zijn absentie niet te laten crepe
ren van de honger. Voor het overige
kan hem ols hij niet een soort
stoïcijnse halfgod is de hele maat
schappelijke nettigheid wel gestolen
worden, rechters en reclassering inbe
grepen.
We moesten een wet maken, bepa
lend, dat Iedere candidaat-rechter, al
vorens benoemd te worden, eerst een
half jaar preventief moet zitten, om
te weten hoe het smaakt. En dan zou
ik nog niet eens zijn vrouw en kinde
ren willen veroordelen tot honger-
kram.pen met een tientje in de week....
Want ik kweek liever geen commu
nisten, er zijn er al veel te veel.
KAREL.
UET WAS OMTRENT HET LUNCHUUR, dat we ons te zonnen zaten op het
Americain-terras, nog steeds 't grootste, riantste en meest cosinopolitische
van Amsterdam en misschien wel van heel Nederland. Uit de zon was het
herfst, in de zon nog zomer. Op het terras zat het bekende Leidseplein-legioen:
toneelspelers, dichters, schrijvers, knappe jonge vrouwen en lelijke oude heren.
Wat van de komende en wat van de al bijna weer voorbije generatie Allemaal
hoogst belangrijke mensen, 't zU in schijn, 't zij in wezen. In de Marnixstraat
ging een woonwagen voorbij. Een smerig en zeer schunnig ding. Een ding dat
vloekte met de zon, met al die zich plezierig zonnende mensen en met dat
artistieke plein. Niemand die er trouwens op lette, op twee dames van onbe
paalde leeftijd na. We zaten vlak naast hen, de schilder en ik, en hoorden een
van beide zeggen: „Wat een gajes toch, dat woonwagenvolk. Dat ze 't niet
buiten de stad houden". De ander tipte aan haar thee en knikte. Ze waren het
volkomen eens over dat gajes. En over de overbodigheid van het bestaan van
zulk volk op zoiets prettigs als het Leidseplein, om 1 uur 's middags in de zon.
De schilder zweeg en keek geïnteresseerd het schunnige geval na. Vervolgens
bezag hij aandachtig die twee dames. Daarna keek hij mij aan en zei: „In zulke
dingen kun je je anders soms lelijk vergissen. Alles is geen gajes wat op gajes
lijkt". „Hoezo?" vroeg ik. Toen vertelde hij me de volgende geschiedenis.
Bij brand- en snijwonden, Pijnlijke
kloven, Ruwe handen en Schrale huid.
(Advertentie, Ing. Msrt.
CEN PAAR JAAR geleden had ik m'n
atelier aan de rand van de stad dicht
bij de Potjeskade en daar zag ik op
een morgen een woonwagen staan. Ik
kwam er langs en ineens zag ik dat
kind. Of kindneen, een jonge
vrouw al. Een jaar of zestien, maar met
een klassiek figuur. Het was verrukke
lijk er naar te kijken en ik begreep,
dat het Spanjaarden moesten zijn. Ik
keek en blééf maar kijken, en ik had
yan het eerste ogenblik af nog maar
één wens: dat kind te mogen schilde
ren. Het moest voor een schilder een
ideaal model zijn en ik wist direct, dat
ik alles zou proberen om haar naar
m'n atelier te krijgen.
Toen keek ze me aan, merkte dat ik
haar zo nadrukkelijk stond aan te ga
pen, en draaide zich om. Zo snel ze kon
verdween ze in de woonwagen.
Even later was ik daar ook. 't Was
er smoorheet en 't stonk er. Wat man
nen, vrouwen en een hele verzameling
kleine kinderen met pikzwarte ogen,
die van schrik ergens achter of onder
kropen. De moeder van het meisje was
er ook, en ik vroeg of ik haar dochter
mocht schilderen. Ik vroeg het erg
vriendelijk en zei, dat ik er voor zou
betalen. En goed betalen ook. Veel meer
dan 't normale tarief. Ten slotte was
het een model dat het waard was.
Ze vonden het helemaal niet leuk.
Het eerst antwoordde een stokoude
toverkol, die waarschijnlijk haar groot
moeder was. Ze beet me haar „nee" toe
en ik wist precies wat ze dacht: een
aanslag op de eerbaarheid van haar
kleinkind. Toen zei de moeder: „Liever
niet meneer, wij houden niet van die
dingen". En ten slotte kwam er zoiet-
als een broer, die zei: „Pik maar een
ander, in Amsterdam zijn er genoeg
voor je".
Maar ik moest juist haar hebben en
ik hield vast. En de prijs was best, dia
ik bood. En ik zei tegen die moeder
dat ze er wel bij mocht zijn, voor mijn
part. En ik zei dat m ij n vrouw er ook
bij zou blijven. Want, zie je, ik móest
dat meisje hebben. Het was een kans,
die je maar eenmaal in de tien jaar
voor het oprapen krijgt.
£ATEN we van een lang verhaal een
kort maken. Ze kwam de volgende
dag. Haar broer was er ook bij; fel,
vals en vol nauwelijks verholen vijand
schap. Mijn eigen vrouw zat. als ga
rantie voor de goede zeden, op het ate
lier. De broer grauwde me toe, in ge
broken Nederlands, wat voor kleren
Dolorez moest aantrekken om geschil
derd te worden. Ik zei hem dat ik haar
natuurlijk juist zónder kleren moest
hebben en dat m'n vrouw er heus bij
zou blijven. Hijzelf kon dat ook doen,
hoewel ik het liever niet had, omdat
de ogen van die knaap me niet aan
stonden. Hij zou me 't rustig werken
waarschijnlijk bederven.
Hij weigerde eerst; bleef mokken,
maar dacht natuurlijk aan het geld.
Waar verdiende je dat ten slotte zo
gemakkelijk als hier? Alleen maar een
uur staan en je hèd het.
Enfin, we kwamen tot een compro
mis. Dolorez legde niet alles af, maar
ze hield ook niet alles aan. En zo ging
ik aan de slag.
Treilend voorbeeld
van
Brits lilmrealisme
lijke verwachtingen en ambities en
vooral dan van ambities, die zoals
in het geval van de directrice in een
enkel voorbeeld even prachtig en dui
delijk getekend wordt met opoffe
ring van heel de persoonlijkheid ter
zijde gesteld werden om het leven van
UET DOCUMENTAIRE REALISME een kanspel met de dood, dat boven- zaak van bepaalde werkmethoden maar anderen te dienen. En zo is deze film
ife na 1945 een der belangrijkste dien het einde van haar carrière zou niet kan inzien en er dan maar geen ondanks haar simpele, bijna anecdoti-
elementen van de herboren Britse kunnen betekenen. Maar ze wint! geld voor beschikbaar stelt. Er is het sche verhaaltjes een epos geworden,
filmkunst geworden, hetgeen opnieuw Naast en door deze geschiedenis lopen jonge leerling-verpleegstertje, dat moei- Een epos van opoffering, toewijding,
blijkt uit „White corridors" een En- dan nog andere kleine intriguetjes, ver- te heeft haar ontsteltenis te overwin- bezetenheid va-- een ideaal (desnoods
gelse film die thans in Nederland onder haaltjes en korte kenschetsen. Zo is er nen, wanneer ze geconfronteerd wordt enkel dat der wetenschap) en van al-
de titel „Mensen in het wit" opvallend een jonge carrière-zuchtige chirurg, die met het lijden van patiënten.... truïsme, dat door de enkele trekken,
succes oogst. Ze werd gemaakt door zijn promotie en privé-leven iets be- Zo vertelt deze film van het leven waarin even ook de behoefte aan eigen
Pat Jackson, een jonge hier nog amper langrijker acht dan zijn taak en daar- en de moeilijkheden van al diegenen, persoonlijk leven bij de verpleegsters
bekende regisseur, die in de oorlog ver- door zijn carrière verknoeit. Er is een die in het ziekenhuis werken, tot en en artsen getekend wordt, des te scher-
raste met het indrukwekkende „Western kleingeestig bekrompen raad van be- met de meisjes in de keuken en de por- per reliëf krijgt.
approaches". In „Mensen in het wit" heer van het ziekenhuis, die de nood- tier. Het is een bont relaas van mense- Dat alles toont regisseur Pat Jackson
geeft Jackson een beeld uit het leven
in een ziekenhuis; het scenario er voor
naar Helen Ashton's roman „Yeo-
man's Lospital" schreef hij zelf in
samenwerking met Jan Read, die ook
het scenario van de voortreffelijke
politiefilm „The blue lamp" op zijn
naam heeft staan.
QM de dagelijkse bedrijvigheid van
een ziekenhuis in een provincie
plaats gaat het in „Mensen in het wit".
En die bedrijvigheid krijgt tekening
door het aantal kleine geschiedenisjes
die hier door elkaar heen geweven zijn.
Het hoofdpatroon daarvan is het ver
haal van de jonge, in laboratorium-
arbeid opgaande arts, die tracht een
medicament samen te stellen, dat een
patiënt, voor wie geen hulp meer schijnt
te zullen baten, nog zou kunnen redden.
De patiënt bezwijkt in het zicht van
de overwinning; de arts zelf wordt
slachtoffer van zijn arbeid en raakt
door uitputting, door invloed van de
gevaarlijke stralen, waarmee hij werkt
en ten slotte door infectie met ziekte
kiemen van zijn patiënt, in levensge
vaar. Wanneer alle andere hulp ver
geefs gebleken is, dient zijn verloofde
zelf chirurg in dat ziekenhuis
hem een door hem zelf bereid maar nog
niet klinisch beproefd praeparaat toe:
Een dramatische scène uit „Mensen in het wit": de vrouwelijke chirurg
(Googie Withers) tracht samen met een collega Barry Jones) het leven
te redden van haar verloofde (James Donald) die als arts slachtoffer van
zijn beroep geworden is.
dan door een veelheid van met zorg
gekozen, uiterst sober maar scherp be
lichte détails. Daarbij worden dan de
dikwijls zeer intense en beklemmende
spanningen op een prachtige manier
soms even ontladen in een beeld van
een humorrijk incident. En vooral ook
boeit deze film door het spel: van
Googie Withers als de vrouwelijke chi
rurg en van James Donald als haar ve--
loofde, de in zijn research-werk op
gaande arts; van het jongetje Brand
Inglis als een jeugdig patiëntje; van de
knappe acteur Barry Jones als een
oudere medicus; van Moira Lister als
de snibbige, ambitieuze verpleegster en
van de zeer gevoelig acterende Petula
Clark als de leerling-verpleegster, voor
wie de indrukken van al het lijden op
de zalen haast te machtig worden.
Daarnaast zijn er nog tientallen
prachtige typeringen (o.a. van die
schitterende komiek Basil Radford als
een hardnekkig adspirant-patiënt) die
zo uit het dagelijks leven gegrepen
konden zijn. Kortom: „Mensen in het
wit" is een voortreffelijk verzorgde
film, die niet alleen boeit en ontroert
maar ook van betekenis is als getuige
nis van menselijke waarden. Een bro'
onvervalste en oprechte filmkunst,
waard gezien te worden!
LONG—SHOT.
Ik schilderde zoals ik nog nooit had
geschilderd. Vóór me stond het leven
en ik moest het zien te pakken met
m'n penselen en m'n verf, om het zo
op het linnen to krijgen. En ik was
bang dat het haar zou gaan vervelen,
of dat ze tóch ineens bang zou worden.
Ze keek me aldoor schuw, bevreesd en
hopeloos achterdochtig aan. Ze ver
trouwde het allemaal voor geen cent!
Op de een of andere manier moest er
wel iets ergs en slechts in de bedoeling
van die schilderende kerel liggen.
Ik probeerde d'r te paaien. Ik zei:
„Een sigaret, Dolorez?"
Nee, zei ,ze stug, ik rook nooit.
Een pruim?
Hou niet van pruimen.
Een stuk chocolade?
Lust geen chocolade.
Soms moest ik met de ezel gaan ver
zitten. Ik liep dan op haar toe en ze
verschroeide me zowat met die ogen
van d'r. Ze verwachtte duidelijk een
crime passionel.
Wel, alles ging goed. Ik was doodop,
maar tegelijk ongelooflijk blij. Het was
tóch gelukt.
Ze kleedde zich weer aan en ineens
zei ze: „Mag ik die sigaret nou heb
ben?"
Ze kreeg hem.
Daarna: „Zeg, ik lust wel pruimen
hoor". Ze kreeg pruimen. En ook de
chocolade. Toen vertrok ze, zonder een
woord van afscheid. Bij de deur ston
den de broer, de vader, de moeder en
die schrikgodin van een grootmoeder.
Ik betaalde de vader en zonder te
bedanken gingen ze er vandoor. Het
leek een ontsnapping aan een groot
gevaar. Nu, dat is die geschiedenis.
£jE SCHILDER zweeg, terwijl het
Americain-terras doorkeuvelde, door-
kletste en doormummelde. De woon
wagen met het gajes was allang voor
bij. De zon stond hard en droog en wit
boven het Plein. We dronken onze
koffie en de schilder zei nog: „Je moet
met dat soort volk oppassen, 't Is niet
alles gajes wat op gajes lijkt. Neem
nou dat model uit die woonwagen. La
ten we hopen dat het met de eerbaar
heid van jouw en mijn dochter net zo
zal uitpakken als met die van Dolorez
uit de woon. .gen. En.... laten we
ook maar hopen dat wij onze doch
ters net zo zullen behoeden, bewaren
en beschermen als dat gajes hün doch
ter. ANTHONY VAN KAMPEN.
De een en dertig-jarige, zich archi
tect noemende A. A. M. B. uit Amster
dam, die het vertrouwen had weten
te winnen van drie Haagse weduwen
van resp. 70, 60 en 50 jaar, slaagde er
in in totaal twaalf duizend gulden van
hen los te krijgen, die hij volgens zijn
zeggen zou beleggen in de wederop
bouw. Daar een kennis van de dames
evenwel argwaan begon te koesteren
omtrent de ware bedoelingen van B.,
verdween deze met de Noorderzon.
Toen zijn echtgenote, bi] wie hij zat
ondergedoken in Amsterdam, enive
tijd later tijdens een hevige ruzie, waar
de politie bij gehaald moest worden,
zich liet on'vallen, dat „haar vent"
door de Haagse recherche werd ge
zocht. werd de pseudo-architect gear
resteerd.