DE EGMONDEN: in het land der blonde duinen Waar diamant geslepen wordt J '1 Natuurschoon en een strand dat duizenden bezoekers trekt vele De Abdij van de Benedictijnen ST,;;' Klaasje Schol, de Prins Hendrik-stichting DE ORDE der Benedictijner monniken dateert uit het jaar 580. Het is 'n zg. beschouwende orde, in tegenstelling tot de werkende orden, die zich bezig houden met de zielszorg in de wereld. Het leven der Benedictijner monniken speelt zich af binnen de kloostermuren. Veel J7EN VREEMDELING weet er niet goed weg mee met dat Egmond Binnen, Egmond aan de Hoef en Eg mond aan Zee. Is het één gemeente, of zijn het er drie? Hoe liggen deze drie dorpen ten opzichte van elkaar? Is Rin- nighem alleen maar een buurtschap, of een apart dorpje? Vragen te over Het zit zo: Egmond aan Zee is een zelfstandige gemeente, en Egmond-Bin- nen en Egmond aan de Hoef vormen samen óók een gemeente. Maar samen kennen de drie Egmonden één burge meester. Dat is de heer Niele. Het ene ogenblik vergadert hij in Egmond aan Zee met een gemeenteraad, het andere ogenblik in Egmond aan de Hoef met een ander college van dorpsbestuurders En al met al weet hij er met een kwink slag en een grote dosis gemoedelijkheid een goede stemming in te houden De Egmonden zijn nog de enige ge meenten met een eigen waterleidingbe drijf; een eiland in het wingebied van het Provinciaal Waterleidingbedrijf. De Egmonder tarieven liggen zelfs iets beneden die van het zoveel grotere PWW, dat overigens al meermalen ge tracht heeft ook dit Egmonder bedrijf onder zijn vleugels te krijgen. Egmond geeft er echter de voorkeur aan zelf standig te blijven. Minder exceptioneel is, dat deze ge meenten ook nog een eigen gasbedrijf hebben. Daarin staan de Egmonden weliswaar nog niet alleen. Maar nu allerwege gestreefd wordt naar concen tratie van gasbedrijven, begint ook deze positie wat eenzamer te worden. Precies als Hilversum, Den Helder, Naarden, Alkmaar en Bergen hebben de Egmonden een tienjarige strijd ge voerd met het PEN om de distributie van electrische stroom in eigen hand te houden. Die strijd is voor het gerecht verloren, maar de practijk is nog steeds, dat op de oude voet wordt voortgeleefd. Nog steeds kopen deze gemeenten de stroom van het PEN en distribueren zelf. De gemeenten zijn namelijk niet bereid haar netten te verkopen. Zover strekte de gerechtelijke uitspraak niet. Vooral Egmond aan Zee is de laatste jaren sterk gegroeid. Het telt 36ÜU in woners, tegenover Egmond-Binnen plus het genabuurde De Hoef 3100. Er zijn heel wat woningen gesloopt in Egmond aan Zee gedurende de oorlog. Het is de trots van het gemeentebestuur, dat deze plaats zo langzamerhand zijn oude woningvoorraad weer terug heeft. Eén ding is er nog, waarover men zich zorg maakt. Dat is de hotelruimte. Er zijn vier hotels gesloopt. Daar is er niet één voor terug gekomen. En dat terwijl de Vreemdelingentrek naar deze badplaats de laatste jaren een opmerkelijke vlucht te zien geeft. Deze zomer zijn er 12.380 gasten ge weest in de bestaande hotels en pen sions, maar 8000 gasten moesten wegens plaatsgebrek geweigerd worden. Is het een wonder, dat burgemeester Niele als een terrier vasthoudt om de situatie te veranderen? Deze zomer kwamen er een dikke honderdduizend dagjesmensen per fiets naar het strand, zo'n kleine 35000 per motor en maar liefst 144.000 met een eigen of gehuurde auto. Daarnaast ver voerde de Naco nog 151.017 mensen op het traject Alkmaar-Egmond aan Zee. „In Egmond aan Zee zijn zo weinig mogelijk verboden", zegt ons de burge meester. „Men vindt het strandleven hier vrijer dan in menig andere bad plaats. En er is geen wanklank te ho ren. Men moet de mensen in die paar vrije weken per jaar echt „uit" laten zijn. Weet u, dat er hier al verschillen de mensen, die regelmatig gast waren in Noordwijk, een huis laten zetten? En dan hebben we een sportleraar In onze gemeente, die zomers strandfees ten organiseert. Dat kweekt een fa milieband tussen de gasten en geeft de mensen een ontspanning, zoals men zich moeilijk beter kan indenken. Niet alleen de kleintjes nemen er aan deel, ook de vaders en moeders". Nog staat Egmond aan de Hoef/Eg- mond-Binnen aangeschreven als een agrarische gemeente. Maar over tien jaar zal deze gemeente zich eveneens omgeschakeld hebben tot een seizoen plaats voor zomergasten. Er is name lijk plaats gereserveerd voor z.g. zo merhuisjes. Die zullen dan staan op historische grond, waarop, naar oud gebruik, heel wat strijd gestreden is. De sporen der historie zijn nog te vinden in deze con treien. In Egmond aan de Hoef de door grachtwater omringde fundamenten van het Slot op de Hoéf en daarnevens het nog intact gebleven oude (thans Protes tantse) kerkje. In Egmond-Binnen enige kilometers ten Zuiden van De Hoef de moderne Abdij der Benedic tijnen op ongeveer dezelfde plek, waar de in 1567 verwoeste Abdij gestaan heeft, die uit de 10e eeuw dateerde. Rest ons té vermelden, dat zich in de Egmonden enige industrie genesteld heeft. Een metaalwarenfabriek en een diamantslijperij. Beide in Egmond aan Zee, waar de visserij een kwijnend be staan voert en jongeren gevonden kun nen worden voor wie een degelijke vak opleiding van belang is. Het is geen industrie met rokende schoorstenen. Dat past niet in dit aan natuurschoon zo rijke gebied. Maar het zijn wel ves tigingen, waarmee Egmond een nieuwe bestaansbron heeft aangeboord. j^ENT u dat fraaie witte gebouw aan de Voorstraat in Egmond aan Zee? Dat is de Prins Hendrik- Stichting, het tehuis waarin oude zeelieden en hun echtgenoten, alsmede ouden van dagen uit Eg mond aan Zee, kunnen worden opgenomen. Die Stichting be staat al 76 jaar. De broer van Koning Willem III, die zelf alle rangen bij de marine heeft door lopen, heeft er zijn naam aan gegeven in 1874. Er wonen op het ogenblik 120 mannen en vrou wen, onder wie dertien echt paren. De Stichting heeft het huishouden van dit tehuis waar over de heer S. C. van der Gaag (een oud-marine-officier) de directie voert, nog altijd uit eigen middelen kunnen drijven. Het prachtige gebouw staat er sinds 1937. Het eerste gebouw der Stichting was het tehuis, dat op het ogenblik St. Agnes heet. In 1874 werd tot de bouw daarvan besloten. Maar toen het klaar was, was geen Egmonder geneigd er een plaatsje in te vragen, hoe wel het was opgezet als oudelie- denhuis voor de Egmonders. Wel kwamen er aanvragen van tal van zeelieden van elders. Dat is de reden geweest, waarom de Stichting haar huidige grondslag heeft gekregen. Het is een gebedsleven. Dirk II, zoon van de eerste Graaf van Holland, heeft om streeks het jaar 950 de Benedictijner monni ken uit Gent naar Eg mond gehaald. In dat zelfde jaar vond de stichting plaats van de Egmonder Abdij. De invallen der Noor mannen, die in het begin van de 9e eeuw begonnen, hebben een enorme ravage teweeg gebracht in de bescha ving van die dagen. Ook de monniken van Heiloo, die in die eer ste eeuwen onzer jaar telling deze streken ge kerstend hebben onder aanvoering van Willi- brordus, waren door hen verdreven. Dirk I, de eerste graaf van het Hollandse Huis, die door de Duitse Keizer was aangesteld om in dit gebied de invallen tegen te gaan, had zich tot taak gesteld hier het Christendom te herstellen. Hij heeft de Benedictijner mon niken behalve hun ab dij ook bepaalde bezit tingen en rechten ge schonken, die erfelijk verklaard werden. La tere Heren van Eg mond, die rentmeester waren over de bezittingen der Orde, hebben zich aan die rechten en plichten niet zo precies gehouden. Daar is heel veel geharre war over geweest. Het jaar 1572 heeft aan dat alles radicaal een eind gemaakt. Sonoy, die commandant was van het bezettingsle ger der stad Alkmaar en luitenant-gou verneur van Hollands Noorderkwar tier, heeft zowel slot als Abdij in dat jaar laten verwoesten. De Benedictijner monniken werden uit de Egmonden verdreven. Het zou tot 1935 duren, voor ze hier terug bd t>b- wvrjror&y vam e<s>i*)ond Egmonder /ongens leerden nieuw vak J7GMOND heeft 't aan het ijveren van burgemeester Niele te danken, dat het een diamantslijperij op zijn erf heeft gekregen. De Egmonder jongens, die hier een goede boterham kunnen verdienen en tevens een gewaardeerd vak kunnen leren, blijken voor dit werk geschikt te zijn. Ze krijgen een bepaald aantal steentjes te slijpen, waarvan het gewicht en de kwaliteit nauwkeurig zijn bepaald. Eerst de ne gen vlakjes, die de grondvorm zijn van iedere brillant, en dan de 49 vlakjes, die de schittering aan de steen moe ten ge.ven. Ieder brillantje heeft dus 58 facetten. Ook de kleinste. Wanneer er minder zijn, spreekt men niet meer van brillanten, maar van senalen, squa res, emeraulds, pendeloques, markie zen, enz. Wie het een paar jaar geleden ge zegd zou hebben, dat deze begrippen nog eens verstaanbare werkelijkheid zouden worden voor de Egmonders, zou waarschijnlijk voor gek verklaard zijn. LBO VA.NJ OuiN/ Drie jaar geleden heeft dit bedrijf zich in Egmond gevestigd. Gestart werd met zeven leerjongens. Op het ógsn- blik werken er al vijftig. Niet de grootste stenen worden in dit bedrijf verwerkt. Grote stenen zijn zeldzaam, en daar kan dus ook geen bedrijf mee gaande gehouden worden. Het zijn mi nuscule schittersteentjes, waarmee de jongens bezig zijn. Minuscule schitter steentjes, waarvan de slijpvlakjes voort durend door een sterke loupe bekeken moeten worden. Het is „maatwerk", wat hier verricht wordt. Met de eer ste negen vlakjes worden de verhou dingen van de steen vastgelegd. Die bepalen de coupe. Het is een uiterst precies werk. Er wordt hier gerekend met „puntjes". Eén puntje is het honderdste deel van een karaat. Eén karaat is 1/5 gram. Wanneer er een puntje nodeloos verloren gaat, is heb veel. Niettemin wordt 50 pet. van de diamant, die in bewerking gegeven wordt, door het slijpen verloren gewe ten. Ni De. «a.P6L. VAN oe. TE. 66MOND nE EGMONDEN bezoeken, en dan niet heeft wel eens 'n enkel keertje een LI konijntje gevat in het duingebied, dat hij als zijn broekzak kent. En daarne vens is het ook wel eens gebeurd, dat Klaasje in stormachtige nachten wat langs het strand ging kuieren. Dat zijn eens even binnenstappen bij de 69- jarige Klaasje Schol aan de Zuider straat, dat zou een onvergeeflijke fout zijn. Klaasje Schol leeft van Drees, zoals hij zelf zegt. Hij en zijn vrouw en een dochter. Het is geen vetpot in dat kleine, propere huisje aan de Zuider straat. Maar daar woont, ondanks alle misère, een geluk zoals ge maar al te zelden op uw levenspad ontmoet. Klaasje Schol heeft altijd gevaren. Vier jaar geleden nog onder Poolse vlag. Maar het ging niet langerDe rimmetiek, weet u. Enfin, behalve va ren heeft Klaasje nog wel wat anders gedaan in zijn leven. Hij voelt zich een goede nazaat der Kaninefaten, en Niet nog een abdij, maar een priorij. Vorig jaar eerst, bij de herdenking van het feit, dat duizend jaar geleden een Abdij gesticht werd, heeft Eg mond z'n Abdij teruggekregen. Het is een stoer gebouw, dat tot in verre om trek het landschap beheerst met zijn roodstenen muren en gekanteelde ge vels. Een strenge discipline beheerst het ingetogen leven van wie hier wonen en werken. Het is een gemeenschap op konden keren, hoewel de katholieke z;ch zejf_ Zy heeft een eigen moestuin hiërachie al in 1853 weer hersteld was. gn boerderij, maakt meubelen, in ons land. In 1947 verwierven de monniken zich kleren en schoenen zelf, en wijdt zich in Egmond weer een zelfstandig huis. voorts aan de studie b6^oNC>^/ zo van die plichtplegingen, waaraan geen rasechte kustbewoner zich kan onttrekken. En zeker niet, wanneer daar met karige inkomsten zo'n twaalf monden opengehouden moeten worden. Klaasje, wie van moeders kant Frans bloed door de aderen stroomt, is klein van stuk. Opmerkelijk klein zelfs. Maar zijn geest vaardig. Honderduit vertelt hij, en het een nog leutiger dan het andere. „Ik ben eens vreselijk ziek ge weest. 't Hart wilde niet meer, zeiden de dokters. En toen ik dominee aan mijn bed zag verschijnen, vroeg ik hem maar direct, of ik de nieuwe boon tjes niet meer zou halen. Maar je ziet het, Klaasje kwam er weer boven op Ja ik ben varensgezel, maar daarnaast, wat iedere Kennemer is, jutter en stroper. Van de zomer ben ik nog op- gestroopt. Dat was niet helemaal zui ver. Zes mooie planken had ik achter de tent op het strand gelegd, en niet direct aangegeven. D'r is er een ge weest. die dacht, dat ik ze wou jutten. Maar m'n doel was niet om ze thuis te brengen. Ze lagen openbaar voor God en ieder mens op gemeentegrond Maar men hield vol, dat ik ze had moeten aangeven. Daar was ik te laav mee. De vorige oorlog heb ik m'n schip verloren. Met zes man van vijf Hol landse trawlers kwamen we eronder uit. M'n gezin was te groot om van m'n rente te leven. En ik was er het type niet naar om bij tafel te gaan zitten met een pruimpje tabak en een kwispeldoord. En kringetjes kwatten op het hoekje daar hield ik ook niet van Wel. toen heb ik op een goede dag in de eerste wereldoorlog wat boter ge vonden. Vijf kisten van vijftig kilo elk Maar het werd gezien door andere Eg monders. Die ben ik te gauw af ge weest. Ik voelde wel, dat de burge meester op de hoogte gebracht zou worden. Prompt heb ik een kist als strandvondst gedeponeerd. Nou kon den ze kletsen, wat ze wilden, maar ik was gedekt. Een andere keer, dat was vóór de eerste wereldoorlog) vond ik rubber Mooie velletjes. Ik bond ze om m'n middel, verkoop ze tegen goed geld aan een vast mannetje uit Alkmaar, g» na gedane zaken de deur uit om even een halfelfje te pakken een bran- dewijntje met elixer staan er drla man marechaussee voor de deur. En fin. ik moest mee nee d'n ouwe toe. En daar zit me die koopman ook al bij de burgemeester. Ik denk. da's ml» Maar zo stap ik de kamer in. of daar zee me die koopman, daar eje nou de man, waar ik gister 'n zak heb neer gezet. Meer had ik niet nodig. De bur gemeester kan vragen, wat-ie wilde maar die zak met handel was zo maar even in m'n schuurtje neergezet. Maar je zult toch zeker wel gezien hebben, wat er in die zakken zat? informeerde de burgemeester. Goejendag. zeg ik denk je. dat ik met m'n handen in die luizenrommel zit. De koopman was na ter moest ons natuurlijk weer laten gaan Wel, wel. jutten is toch zo'n mooi werk. En stropen is 't allermooiste. Twee jaar geleden ben ik nog voor ge weest in Alkmaar. Door twee man po litie was ik 's nachts in het duin ge* grepen. Voor het gerecht kreeg ik voorrang. „Weet je de weg?" vroeg de surveillant daar. „Maar als te zeker", gaf ik hem te verstaan. In de zaal nam de kantonrechter me onderhanden. melijk een voddenboer. De burgemees- lenbesp-sjng, weet u. Ki-ASie. StCHOU „Moet ik je hier nu weer zien, Schol", zee-die. „Wees dankbaar. Edelachtba re", antwoordde ik, „da's het bewijs dat we leven". Toen me gevraagd werd, wat voor excuus ik had, heb ik gezegd, dat die twee marechaussee, die me aan hielden teveel op hun plicht gekekèn hadden en te weinig naar de mens. Zes-en-twintig gulden boete werd me gevraagd. Ik dacht dat het 't maximum was, en da heb ik de kantonrechter ook verteld: „Als ik in Perth in Austra lië dezelfde grap had uitgehaald, zou ik een beloning gekregen hebben, Edel achtbare" verdedigde ik me, en ik ver loochende daarbij m'n afstamming van de Kaninefaten niet. Wat zee-me-de kantonrechter: „Man", zee-die, „als je gesnapt was bij de Kaninefaten, dan hadden ze je de oren afgesneden en d» ogen uitgestoken". Nou toen heb ik m'n mond maar gehouden. Vijftien gulden werd het, en daar heb ik de heren hartstochtelijk voor bedankt". Schilders en schrijvers uit alle wind streken hebben het nederige stulpje van Klaasje Schol aan de Zuiderstraat van Egmond al bezocht. G. U. Dorhout schreef een boek „De drie Egmonder Juttertjes" aan Klaasje Schors huis kamertafel. Ondanks alle narigheid is Schol een rijk man, wiens humor zijn sterkste wapen is in zijn strijd om van 19.75 „Drees" rond te komen. Zo'n sterk wapen, dat het verslaggever en tekenaar bijna deed vergeten, dat de kachel niet brandde. Vanwege de ko-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 7