EILAND TEXEL: vanouds genaamd Hei Gouden Bolt je Schapenteelt, landbouw en visserij. Maar boven alles gaat het vreemdelingenverkeer Het Texelse schaap: fijne wol Kleine, flinke groep koUervissers Teun Brouwer, waker van de Schorren De folklore bleef hier springlevend Tuunwoalijes Hoe oud worden vogels? 6EUEPD TEXEL QEEN PLEKJE GROND heeft, naar het ons voorkomt, meer benamingen gekregen dan Texel. Benamingen, die in een flits de schoonheid van dit Wad deneiland moeten karakteriseren. Op •chool werd het ons al voorgehouden als het Vogeleiland of het Schapenel- land. De klemtoon varieerde, rekenen we, naar gelang de belangstelling van de meester meer uitging naar de geve derde vrienden of naar de woldragers Daarna hebben we het horen prijzen als het Vogelparadijs en de Parel van de Waddenzee, het Gelukkige Eiland en Hollands Natuurreservaat-bij-uitne mendheid. In al die benoemingen zit naar onze smaak een tikkeltje teveel lippenstift en rouge, om deze badende juffer tussen Marsdiep en Eierlanose Gat het recht te laten wedervaren, dat haar toekomt. Dat recht vinden we maar in één aanduiding, die een aan duiding moet zijn van de Texelaars zelf uit de tijd, toen er nog geen re clamemakers naar dit paradijsje kwa men om een vreemdelingen-industrie te beginnen. Die aanduiding is „Het Gouden Boltje". J7R zijn zeven dorpen op Texel. Zeven dorpen, die tezamen één gemeente vormen. Het bestuur dezer gemeente zetelt in Den Burg, de hoofdplaats dus marktplaats van het eiland. Denk niet, dat Den Burg hierom één streepje vóór zouden hebben. Verre van dat. Wanneer de Burgers het zou den wagen één vinger meer uit de pappot te slikken, wis en drie zouden ze er op kunnen rekenen, dat de Oos- terenders, Cocksdorpers, Kogers, Waal ders, De Hoornders of Oude Schilders hen op de huid zouden springen. De Burgers proberen he, niet eens. En ge ven daarmee blijk van oprechte Bur gerzin. Burgerzin? Nee, het is meer. Het is eigenlijk een goed familiebesef, dat er tussen de verschillende dorpen bestaat. Gans Texel is eigenlijk één familie. Niet de mensen, maar de dorpen. Le den van één gezin, waarbij Den Burg als oudste en dus wijste zo'n beetje vaderen mag. Tussen de kinderen van dat gezin wordt er natuurlijk zo nu en dan gekibbeld. Dat is een goed teken. Een bewijs, dat er leven in zit, dat het geen dooie dienders zijn. Dat gebeurt bijvoorbeeld, wanneer de eén denkt dat de ander een groter brox van de koek krijgt. Zoals nu weer m t die scholen-kwestie. Op de begroting staat een post voor de bouw van een nieuwe school in De Koog. het oude vissersdorp, dat als de badplaats van het eiland nieuwe glorie beleeft. In Den Hoorn meent men, dat de Kogers nog maar even op die school moeten wachten. Eerst moet hun dorp een nieuwe onderwijsinrichting hebben.... En daar wordt zelfs een prctestverga- dering voor gehouden. J^EZE dingen vormen het zout des le vens voor de eilandbewoners. Niet natuurlijk wanneer de stormwind over het eiland giert en er meters duin aan de Noordkant worden weggeslagen door de beukende en opgezwiepte gol ven. Dan staat men zo nodig als één man gereed om elkaar de helpende hand te bieden. En evenmin In de drukke zomermaanden, wanneer tien duizenden badgasten van 's morgens vroeg tot 's avonds laat de aandacht vragen om op een voortreffelijke ma nier verwend te worden. Nee, de kwes ties komen zo omtrent deze tijd van het jaar, wanneer men weer onder el kaar is en als er een en ander gedaan moet worden om de lange winteravon den door te komen. gOMS zijn er problemen, die allen raken. Neem die bootverbinding met de vaste wal. Met kleine bedragen heeft de burgerij eertijds botje bij botje de TESO opgericht, die boten liet varen van Oude Schild naar Den Helder. Rijkswaterstaat, dat sterfcer dan de Texelaars het barnende en haas tige leven van deze tijd verstaat, denkt de bevolking te dienen met een pont verbinding. Niet van Oude Schild naar Den Helder, maar van 't Horntje, aan het uiterste Zuiden, naar onze marine- stad. Er zijn Texelaars vóór cfez'e mo gelijke verbetering, maar er zijn er ook die er tegen zijn. Het vasteland interes seert de Texelaars zelf niet zo bar veel. En de huidige drie-kwartiersvet- eiland bezijden Noord-Holland, dat binding per „Dr Wagemaker", „Mars- Wieringen bU. M«rKw„,d,g_4,. ZSe ten. Daar tegenover kennen ze de economische belangen van landbouw KOÖER.STR.. 1 OUDE. DEUR... Daarin vinden we letterlijk alles te rug, wat dit wondermooie plekje grond zijn charme geeft. Het edele en onver vangbare van zijn zee en blonde dui nen. De ziel van het volk, dat hier leeft en werkt. En het land, dat in zijn gol vend uiterlijk zo veel overeenkomst vertoont met dat voormalige wadden deze benaming, die van de Texelaar* zelf is, de minste bekendheid verkre gen heeft op het vasteland. "pEXEL telt momenteel zo'n 14 15.000 fokschapen. Het beroemde Texelse stamboek! Waarom is nu juist dit Texelse schaap zo beroemd? hebben we gevraagd aan de heer F. R. Keyzer, dfe bestuurslid is van het Noordhol landse Stamboek, dat zijn zetel heeft in Alkmaar. „Dat zit 'm in de wol- en vleeskwa liteit", was het korte, maar duidelijke antwoord. „Er is hier, door vermen ging van de oorspronkelijke Pielstrater mei, diverse rassen, een schaap gefokt, waarvan de wol- en vleeskwalltelt ide aal is. Momenteel is het schaap weer het belangrnkst als woldrager. En te gelijkertijd ook als melkgever. Vijftig jaar terug waren de Texelse gronden schraal en dus niet geschik om koeien te houden. Door de kunstmest is dat veranderd. Er zijn nog maar enke le bedrijven op Texel die alleen van de schapenteelt bestaan. Het scnapen- houden is na de oorlog sterk ingekrom pen door de ongemeen slechte uitkoms ten van de dertiger jaren. In 1933 wa ren er op Texel wel 38.000 schapen. Toen was de Groenenlaats in Den Burg te klein als marktplein. Vismarkt, Bin- nenburg en Hollebol werden er bij getrokken. Tegenwoordig is dat niet nodig meer. De Groeneplaats ls weer groot genoeg, zelfs op de drukste marktdagen. En dat is veel beter oox. Met minder schapen en meer koelew kinnen de Texelse bedrijven gunsw- ger uitkomsten boeken, terwijl Texel tóch de bakermat zal blijven voor ue goede woldragers. Waar de schapen ook naar toe gaan. bijna altijd komen zi terecht op betere grond. Hoe beter de grond, hoe grover de wol. En ae vol moet fijn zijn. Die goede kwaliteit levert het Texelse schaap van eigen bodem. De f'rma H. J. Keyzer van Texel heeft op het openblik schapen gezonden naar Peru in Zuid-Amerika. Het is een proef. Misschien dat er nieuwe mogelijkheden uit voortkomen. 7IJN ROEM heeft Texel goeddeels te danken aan zijn vogels. De bekende vogelkenner J. Drijver heeft vastge steld, dat hier niet minder dan twee- en-negentig vogelsoorten broeden. Wie er meer van weten wil, hij wende zien eens tot de populaire Texelse vogel wachter Teyn Brouwer, wiens domem te vinden is in de Noord-Oosthoek, even benoorden Oosterend. Dat domein heet De Schorren; het is eigendom van de Vereniging tot behoud van Natuur- T. 6K6UWE.ll VO&E.I_WAC-WTBR VAM DE scHoeae. monumenten, in welks dienst Teun Brouwer nog altijd staat. Nog altijd! Teun Brouwer is name lijk al 75 jaar. En reeds 38 jaar waakt hij over het hier nestelende vogelheir, dat hem als een betrouwbaar mens heeft leren kennen. Sinds voorjaar 1950 heeft Teun Brouwer een vreemde gast in zijn kolonie. Een flamingo, die hier zelfs kans ziet te overwinteren. Ver moedelijk is het dier ontsnapt uit een of ander dierenpark. Het is een Zuid- Amerikaan van geboorte. Ware het een Europeaan, hij zou in deze tijd van het en veeteelt. Met het oog hierop wordt een vlottere verbinding wel op prijs gesteld. Maar welk belang weegt nu het zwaarst? Slechts zelden gaan de geboren en getogen Texelaars van hun eiland. Het zou al moeten zijn, dat ze gesnapt wa ren bij het jutten of stropen, welk be drijf hier nog altijd een goede sport is. In dat geval heeft de Alkmaarse recn- ter een appeltje met hen te schillen. En dan laten ze maar zelden verstek gaan. Kantonrechter en politierechter waarderen deze ridderlijkheid. En daarom moet het al erg bont geweest zijn, wanneer ze de zichzelf verdedi gende Texelaar niet minstens c.e reis kosten laten verdienen. DE Texelse stolpen en schapen- boeten zijn karakteristiek voor dit eiland, maar ook de 400 k.m. z.g. tuunwoaltjes, de tuinwallen. Dat zijn de aarden walletjes rond de weiden, waarachter de lammeren luwte zoeken als er een gure wind over het eiland waait. Het maken van dit soort wallen is vakwerk. Het aantal mensen, dat hiervoor als het ware in de wieg gelegd schijnt te zijn, neemt af. Moderne afscheidingen tussen de weiden zijn namelijk goedkoper. En de lammeren groeien ook zonder die luwtegevende walletjes wel De luwte zoeken ze dan voortaan nog alleen achter de boeten, die daarom alle met de steile voor kant naar het Oosten gericht zijn. jaar wel met zijn soortgenoten vertoe ven aan de oevers van de Nijl. Maar nee, hij blijft en schijnt er tegen te kunnen. Hij voelt zich thuis onder de honderden rotganzen, die op dit ogen blik uit de Skandinavische landen zijn afgezakt naar de voedselrijke Scnorren. We hebben Teun Brouwer gevraagd, of hij nog een bepaalde regelmaat heeft kunnen ontdekken in de terug keer van de trekvogels. „Nou en of", was zijn enthousiaste bescheid. „Of het nu een strenge en lange winter ls geweest, of een zachte winter, prompt op 4 April van ieder jaar komt de grote stern bij me terug." En omstreeks Maart komen de kluten, tureluurs en grutto's. Er is wel eens getwijfeld aan deze regelmaat. Brouwer heeft er het overtuigend bewijs van, dat die regel maat er is! Bij nacht en ontij heeft Teun Brou wer de eierenstropers uit zijn 1176 tia groot domein gejaagd. In het riet en in tochtige varkenskotten heeft hij soms op hen liggen wachten. En hij heeft ze gekregen ook! Het gevolg is, dat er practisch niet meer gestroopt wordt in Texel's reservaten. Nog dagelijks maakt Teun zijn toen- ten over het slibrijke wad met de hon derden kreken. Dwars door het water gaat hij dikwijls. En met bezoekers van allerlei landaard. Nimmer schijnt hij last te hebberw van vermoeidheid, noch van rheumatiek, zoals men toen stellig zou verwachten van iemand, die zoveel uren van zijn leven in het water gestaan heeft. Teun Brouwer,cteze krasse baas, moet een belangwekkend raadsel zijn voor de doktoren. Even be langwekkend als hij, met zijn fabel achtige vogelkennis, voor de ornitho logen is. Van Teun Brouwer, de vogeiwacntei van de Schorren, hebben we geleerd, dat er sterntjes zijn van 22 jaar, kie viten van 13 jaar en meeuwen van 10 a 12 jaar. En verder vernamen we van hém, dat dit jaar voor het eerst ir nat Texelse natuurreservaat Uijkmanshui- zen, tussen Oosterend en Oudeschild, de bruine kiekendief en de roerdomp hebben gebroed en in de Moleukoik vermoedelijk de krooneend. Met deze gevederde vrienden zou het aantal op Texel broedende vogels op 95 gekomen zijn. Sedert de oorlog behoort ook de eidereend hierbij met de lepelaars een van de zeldzaamste vogelsoorten van ons land. Tot de oorlog bezat Vlieland het eidereenden-monopolie. De Duitse bat terijen hebben deze zeldzame vogels van Vlieland verjaagd en naar het na tuurreservaat „De Krim" op Texel ge dreven. Dat reservaat ligt ten Noorden van De Slufter, die oude zeearm tussen oud-Texel en Eierland, die wel de woestijn van Texel genoemd wordt, maar van een weergaloze schoonheid is in de bloeitijd van de lamsoor, een van flora's kinderen. De inham wordt dan één paarse vlakte, waarop het bij vloed instromende zoute water slechts een gunstige invloed heeft. -U\ 11 ''mim-iiiWnr-mii'tmMUfc 1 „Y:.A *W.\ H 1wsS5****' -;sirvx AV ÖrO«44«/S~ \tkx.bz_ MARKT OP TEXEL.... CINDS Januari of Februari van dit jaar telt Texel 10.000 inwoners. Dat is niet zo erg veel voor een gemeente, die een groter oppervlak heeft dan ae stad Amsterdam. Burgemeester C. cte Koning, oud-resident van Banka en Billiton, die hier sinds October van het vorig jaar de scepter zwaait en door zijn levendige belangstelling voor alle innitiatief van de Texelaren ai aardig ingeburgerd is, frappeert het daarom, dat er zoveel emigratie plaats vmai. Juist omdat Texel een redelijk welva rend gebied is. „Zeker", zo zegt hij, „el ke landbouwstreek stoot op het ogen blik mensen af. die elders ter wereld hun geluk en de ruimte gaan zoeken. Maar het getal Texelaars, dat er uit trekt, is verhoudingsgewijs wat groot." Vijftig a zestig procent van de eflano- inkomsten trekt Texel uit de land bouw. De mechanisatie daarvan heeft een duidelijk stempel op Texel ge drukt. Naast de boeren en middenstanders, heeft Texel een zeer selecte groep van kottervissers. Het is een feheel op zich zelf staand slag mensen, die bur gemeester De Koning kenschetst als zeer flink. Hoewel de havenplaats van het eiland Oudeschild is, wonen de meeste vissers in het verstilde Ooster end, dat een stervend dorpje ls. In dat Oosterend is een school geweest, die uit gebrek aan leerlingen is opgeheven. Het is één van de weinige plaatsen in ons land, waarvan getuigd kan wor den, dat het van de oorlog zeer weinig of niets bespeurd heeft. Nog .in een ander opzicht is het een merk waardig dorpje, omdat er hoe klein het dan ook is wel een vijftal gods dienstige groeperingen te vinden zijn. welker aanhangers elkaar wel eens le lijk kunnen aankijken. Van de Oudeschilders kan gezegd worden, dat.... practisch iedereen al leen gekend wordt bij zijn bijnaam. De Texelaar is sterk individualis tisch en over het algemeen prettig ln de omgang. Met de Noordhollanders hebben zij hun zakelijke inslag ge meen. Aan sociale zorg behoeft op Texel minder ten koste gelegd te wor den dan elders. De Texelaars weten zichzelf te redden. Ten behoeve van de elf kottervissers heeft Texel een eigen visafslag, al is tot hier de invloed van het machtige IJmuiden merkbaar. Die visafslag heeft een minder goed jaar gehad, maar er blijft toekomst in zitten. Dit schijnt niet gez/gd te kunnen worden van de puffabriek, die kortelings op Texel is opgericht. Daar zijn interne moeilijk heden, die waarschijnlijk wel tot op heffing zullen leiden. .W') BEZOCHTE.!^ U Z.O MAAR. -Z.O «OMEN WE TE.Q.U&// J V W6T FJZAAie «.AVP, VAN/AF PE H/P®6 fieftcS Het feit, dat Texel eiland is, ver klaart, dat hier sterker dan elders oude gebruiken levend blijven. Het is de adempauze in een jachtig leven, waar aan men elders nauwelijks meer toe komt. Zeker, ér zijn gebruiken, dieniet typisch Texels zijn. Zoals het luilak- feest op de Zaterdag vóór Pinksteren. Maar daartegenover zijn er ook volks feesten, die men nergens anders vindt. Vooral deze donkere Decembermaand is er vol van. Het Sunderklaasfeest is hier een feest, dat minder huiselijk is dan el ders. Het is een maskeradefeest, dat zich in de smalle straatjes afspeelt. Op 5 December voornamelijk in Den Burg, op 12 December ook in de andere dor. pen. In Carnavalscostuum trekt men van huis naar huis, geniet er de trac- taties, maar zegt elkaar van achter het masker op vrolijke manier de waar heid. Vindingrijke geesten weten op dikwijls geestige wijze zaken in beeld te brengen, die de ganse bevolking be roerd hebben in de loop van het jaar. Op 31 December is het voorts op Texel schoon schip houden. Dan trekt men in groepjes langs de erven en al wat er dan nog aan „rommel" wordt aangetroffen, wordt opgeruimd. Onder dat „opruimen" verstaat men dan, dat men met een gerust hart een krui wagen de sloot inrijdt of naar de dui nen. Het knapste staaltje „schoon schip maken" is waarschijnlijk wel geweest dat geval met die vierwielige kar. Dat wagentje was zwaar beladen met mest. De schoonschip-makers slaagden er met vereende krachten in het vrachtje boven op een boerenstolp te hijsen....

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1951 | | pagina 9