De „echte Hamlet was een Viking Kang..
De Slagboom
Denen woedend op Hollywood
Mensen langs
de straat
eroe in een
Geel, grijs en fin
De Schotten koesteren nog steeds
bezwaren tegen Elizabeths „eentje
Shakespeare s drama berust op een legende
Over Amled is zeer
weinig bekend
Amerikaanse film geeft caricatuur van Andersen
Britten trapten weer op hun patriottisch hart
Weinig eenheid in het
ands nationalisme
hoogl«
ZATERDAG 22 MAART 1952
KRONBORG. het nabU Elslnör. r.,ege„ kasteel Noord-Denemarken, trekt
telkenjare bezoeker, u,t .„e oorden der wereld om de opvoering te zien van
ghake^are, beroemde stuk Hamlet op het kas«ee,p,ei„. ,mmers de Engelse
dichter van Hamlet koos Kronborg als piaats van handeling: Toch wa, het slechts
ftbakespeares Hamlet die doolde langs de donkere spiraaltrap van het kasteel,
,tin hoofd vervuld met sombere gedachten. De oorspronkelijke Deense Hamlet was
feen prins uit de t«d der Renaissance. maar een viking, die eeuwen vóór
ghakespeare leefde. H.j woonde niet op Kronborg, maar in Jutland. En zijn naam
werd gespeld Amled.
geland gestuurd met twee volgelingen
Kosencrantz en Gyldenstjeme zyn
twee bekende Deense adelijke namen).
^IJ namen een staf mee, waarop in
runenschrift een boodschap aan de
Engelse koning was gegrift met het
verzoek, Amled te doden en zijn reis
gezellen terug te sturen naar Dene
marken. Volgens de kronieken zag
Amled kans om de inhoud van die
..brief te veranderen, zodat de Engel
se koning de volgelingen doodde en
Amled tot zijn schoonzoon maakte. Een
jaar later kwam Amled in Denemar
ken terug, juist toen de hovelingen
een groot feestgelag hielden ter ere
van Amleds dood. Toen koning Fenge
en zijn aanhangers laveloos dronken
onder de tafels lagen, trok Amled de
tapijten van de muren, stapelde die
op de feestgenoten en stak het kasteel
in brand. Allen kwamen in de vlam
men om, ook Amled zelf.
Deze oude historie deels legende,
deels fantasie verscheen in Shakes-
peares' tijd voor het eerst in druk.
Vermoedelijk kreeg hij een exemplaar
in handen. Waarom koos Shakespeare
ElsinöreKronborg als plaats van han
deling? Hoogstwaarschijnlijk omdat
dit Deense stadje bekend was bij alle
naties, die de Oostzee bevoeren. In die
tijd behoorden beide oevers van de
Oresund tot het Deense rijk en moest
ieder buitenlands schip onder de ka
nonnen van Kronborg artkeren om tol
te betalen alvorens de reis naar de
Oostzee te mogen vervolgen.
PEN grafheuvel op de heide van Am-
*-* mei, waarvan men dacht, dat hij de
plaats was, waar Amled begraven
werd (naamsovereenkomst!), werd
opengemaakt, doch leverde geen bij
zondere vondsten op. Daarom weten
de Denen heden ten dage niet méér
over hun Hamlet dan Shakespeare.
Dus niet méér dan wat de geleerde
monnik Saxo Grammaticus optekende
over het Deense koninkrijk in zijn
kronieken, die uit ongeveer 1200 da
teren.
Saxo vertelt, hoe een Deense vorst,
koning Hardevendel, gedood werd
door zijn broeder Fenge (Shakespea-
re's Claudius), die nadien trouwde
met Geruthe. de weduwe van zijn
slachtoffer. Hardevendels zoon, Amled,
kwam te weten, wie de moordenaar
zijns vaders was en deed toen of hij
krankzinnig was om zijn vader te kun
nen wreken. Honend, maar ook met
enige achterdocht, sloegen de hove
lingen Amleds gewoonte gade om
merkwaardigé haken van hout te ma
ken. Zij probeerden om uit te vinden
of Amleds waanzin „echt" was, eerst
door een schone vrouw (Ophelia!) in
te schakelen, en nadien door te pogen
hem door zijn moeder uit zijn tent te
laten lokken. Die; pogingen liepen op
niets uit, maar Amled werd niettemin
als gevaarlijk beschouwd en naar En-
1V/JIJN OUDE schoolvriendin is er ge-
wecst. Na lange tijd hebben we
elkaar plotseling ontmoet. We hebben
ons jaren jonger gevoeld. Na de eerste
vijf minuten was de vertrouwelijkheid
met haar stukken groter dan ze ooit
met de kennissen van tegenwoordig is.
De herinneringen, die worden opgeroe
pen bij zulk een ontmoeting, maken
het nauwste contact met je eigen in-
nerliik. Wat is het goed, zulk een ont
moeting na zoveel jaren. Ze geeft je de
veilige vertrouwdheid van oude vriend
schap. Dolle en droevige ogenblikken
uit de schooljaren herleven: er is de
blijde verwondering om gelijke liefheb
berijen, die in latere jaren gegroeid
lijn.
's Middags doen wij een wandeling
samen en de weg is geplaveid met vra
gen als ,.En weet je nog van...." en
„Hoe zou het toch met Annemieke ge
gaan zijn?" Duizenden vragen met kor
te en iange antwoorden, die ons doen
afwijken van de gebaande wegen en
ons voeren langs allerlei slingerpaadjes
en donker beboomde laantjes naar de
vrolijke en moeilijke perioden in ons
leven en uiteindelijk weer naar ons
ie ven van nu.
In werkelijkheid hebben zij ons ver
van huis gebracht tot midden in de
duinen.
„Wat is het hier mooi", zegt mijn
vriendin. „En dan die stilte. Wat °en
rust. Weet je nog, hoe wij vroeger op
onze vacantiemiddagen wandelden?"
Door haar huwelijk is zij uit het Ve-
luwedorp naar de grote stad overge
plant. Zij heeft afstand moeten doen
van die eindeloze zwerftochten, terwijl
ik het geluk had, mijn nestje aan de
duinrand te kunnen bouwen. Maar zij
heeft de herinnering aan onze jeugd-
tochten als een onuitputtelijke bron
van troost naar haar bovenhuis mee
genomen en zij put er uit als het leven
droef en eentonig is.
„l/IJK EENS hier, wat een pracht",
zegt ze.
We staan voor grote struiken duin
doorn. waar rijen gele bessen zich tus
sen fluweelzachte blaadjes verdringen
De duinen zijn er mee overdekt. Het
liikt wel. of overal gouden vlammen
langs de takken omhoog kruipen.
„Soms zie ik ze on de bloemkarren
in de stad. Weet, je waf ze er daarvoor
durven vragen?"
Een tak, een bes zelfs vertegenwoor
digt daar een zekere geldswaarde. En
hier zijn millioenen bessen We zou
den ons hier kunnen voelen als een
valse-munter in de kelders van de
Nederlandse Bank.
Mijn vriendin vervolgt: „En deze
zijn veel mooier, groter, frisser. Ik
neem een paar takken mee. Het duurt
maanden, voordat de bessen verschrom
peld zijn".
Wat moet ik doen? Ik vind de moed
niet. om haar te zeggen, dat het on
mogelijk kan. Dat deze duinen slechts
behouden kunnen blijven door deze be
planting. Dat wij slechts op dit land
goed mogen komen, wanneer wu ons
houden aan het verbod, te snijden naar
hartelust, zoals de bloemenmannen van
de steden al veel te veel hebben ge
daan.
Als vissen in een aquarium schieten
beelden en gedachten aan mijn oog
voorbij. Eén ervan bereikt de opper
vlakte.
„Heb je nog de moed om een uur te
lopen?" vraag ik. „Hier kan en mag ik
niet plukken. Maar eens in een jaar
haal ik een heel grote tak bij de bos
wachter. Hii staat altijd in een kruiK
in de hal. waar nu de judaspenningen
Ftaan met de gele stroblocmen. Van
dat bouquet wil ik toch nog geen af
stand doen. Neem jij dan mijn jaarnjK-
se tak. Hii is groter en mooier dan je
hier ooit zult vinden", zeg ik bijna
smekend.
TAANKBAAR en moe zitten wij later
U thuis bij een kon thee We weten
beiden, dat er een lange tijd voorb
zal gaan voor wij elkaar weer «en.
Maar nog maanden zullen duindoor
een gesprek over deze dag voeren. O
met mij. Want op een boekje van mijn
bureautje staat één takje duindoorn i
een oud tinnen vaasje.
■Geel. griis en tin. hoe mooi!
En elke kleine gouden bes
LJAMLET werd de eerste maal op
Kronborg opgevoerd in 1816, ter eie
van de 200ste verjaardag van Shakes-
peare's dood. De acteurs waren ama
teurs, en wel officieren van het kasteel
garnizoen. Hun dames waren toe
schouwsters. Het gold toen nog als on
behoorlijk voor fatsoenlijke vrouwen
om toneel te spelen. Daarom werden
de actrices gehuurd van de Koninklij
ke Schouwburg in Kopenhagen. Kron-
borg's „eerste Hamlet" was de 21-ja-
rige luitenant Nicolai Peter Nielsen, die
zó verzot werd op toneelspelen, dat hij
zijn militaire loopbaan er aan gaf en
nog menigmaal als „minnaar" in de Ko-
penhaagse schouwburg ten tonele ver
scheen. Een eeuw later, in 1916, werd
Hamlet opnieuw op Kronborg opge
voerd en in 1937 werd begonnen met
de jaarlijkse opvoeringen. Sir Lau-
rence Olivier speelde in dat jaar voor
Hamlet. En na de tweede wereldoorlog
weerkaatsten de muren van het oude
kasteel Kronborg de stemmen van
Duitse, Britse. Amerikaanse, Finse en
Zweedse Hamiets! Het volgende jaar
hoopt men ook Spaanse en Franse
Hamletvertolkers op Kronborg te zien.
Iedere nationaliteit vertolkt Hamlet
namelijk op haar eigen wijze, die be
paald wordt door de aard van het
volk en door de interpretatie, die van
Shakespeare's meesterwerk wordt ge
geven. door de zin, die ieder volk er
in ontdekt.
In Denemarken is een storm van
protest opgegaan tegen de Amerikaan
se film over het leven van de beroem
de Deense sprookjesschrijver H. C.
Andersen. Samuel Goldwyn zal deze
film, waarin Danny Kaye de hoofdrol
speelt, binnenkort in roulatie brengen.
De Denen zijn, aldus schrijft Foliti-
ken, verontwaardigd over het feit, dat
Hollywoods producers van Denemar-
kens grootste literaire figuur een der
de rangs revueartist hebben gemaakt.
Andersen wordt in de film uitge
beeld als een soort schoenmaker, die
in zijn geboortestad Odense (uitgebeeld
als een soort Bagdad waar muilezels
door de straten lopen) door de politie
wordt gearresteerd omdat hij het volk
sprookjes vertelt. De bevolking is ge
stoken in Hongaarse kledij.
Het Deense ministerie vY.an buiten
landse zaken heeft met een officieel
protest gedreigd, wanneer het manus
cript van de film niet wordt herzien.
Samuel Goldwyn heeft in een inter
view met „Politiken" verklaard, dat het
niet zijn bedoeling is geweest het leven
van Andersen nauwkeurig uit te beel
den. Het is reeds lang mijn ideaal om
de geest van Andersen en zijn sprook
jes weer te geven. Ik denk er niet aan
de film, die reeds bijna klaar is en vier
millioen dollar heeft gekost, te her
zien, zeide Goldwyn. Hij heeft aange
boden de première van de film in Ko
penhagen te houden, wanneer de rege
ring de overkomst van hem en zijn
technische staf wil bekostigen.
Inmiddels heeft de Deense filmpro
ducer Johan Jacobsen verklaard, dat
protesten niet zullen helpen. „Het enige
protest dat wij kunnen uiten, is, een
film te produceren, die beter is en een
biografische schildering van Andersen
geeft, de figuur van deze grote schrij
ver waardig", zeide hij. Jacobsen gaf
te kennen, dat de Deense filmindustrie
in staat is een dergelijke film in vier
maanden te vervaardigen.
Ontroerende film spiegelt aan kin
deren een internationaal conflict
mag gaan lopen: die kinderen, levend
aan weerszijden van de grens, willen
LIERINNERT u zich dat jongetje uit de film „Fietsendieven"? Dat ventje met
die blik van kleine verwachtingen, weinig vreugde en veel leed, schijnbaar
al op voorhand beseft. Een gezichtje, waaruit onzegbaar sterk de wrangheid van samen kunnen zijn en samen kunnen
het leven te lezen valt, de triestheid van het bestaan der paupers, der door het
lot geslagenen en in de wereld verdoemden.Dat jongetje Enzo Staiola heet
het kunt u thans zien in de film „De slagboom"', die uw aandacht vraagt voor
ten maar al te actuele zaak: het lot der mensen door wier leven fel en scherp
de in onze tijd zo rampzalige scheidslijn tussen Oosten en Westen is komen te
liggen.
„Queri senza frontiere" „Harten
zonder grenslijn" heet deze film enkele uren de kans hun eigen natiO'
oorspronkelijk. Ze speelt in het grens- --«ju"- u
gebied tussen Italië en Joegoslavië.
Dat gebied is een der problemen ge
weest, waarom de Verenigde Naties het oosten, omdat ze in dat" deel van
zich te bekommeren hadden: men het dorp hun broodwinning hebben,
spelen zoals vroeger en ze slopen
een grenspaal, het gehate symbool van
hun scheiding. Die verdwenen grens
paal wordt dan aanleiding tot een
gewapend grensconflict, waarop na
tuurlijk weer bezinning volgt. Ander
maal echter is dan aan de kinderen
loze dorpelingen verstoren. Ze krijgen misdaan: een hunner is van alle zin-
naliteit te kiezen: van hen wier wo
ningen ten westen van de grenslijn
liggen, „emigreren" er talrijken naar
waarde.
heeft
Petra.
kruisen van mensen, die erdoor in hun de vrijheid welke de democratie waar-
bestaan worden opgeschrikt, van hun borgt. Achter de ruggen van al deze
neloosheid de dupe geworden.
£)IT verhaal, waardoor nog een paar
andere themaatjes spelen ('n poli
tiek vluchteling vindt in het westen
HU HMBB van het dorpje asyl ten huize van een
heeft er een nieuwe grens moeten en ook in tegengestelde richting trekt meisje wier verloofde uit overtuiging
vaststellen. Hoe men zo'n grens nu een lange stoet mensen om soortgelij- „het oosten" koos en brengt dit
ook legt, altijd zal ze ergens het leven ke redenen en ook uit behoefte aan meisje opnieuw tot een keuze) is ver
filmd door Luigi Zampa, één van de
grote filmers van het na-oorlogse Ita
liaanse realisme. Heel zijn film ademt
een atmosfeer van werkelijkheid en
dat hg hier het tragische gebeuren
steeds spiegelt aan de kinderen, die
bij het conflict betrokken zijn tegen
wil en dank, geeft des te sterker re-
tussen beide landen afbakenen. Dwars van enkele honderden ontheemde ge- ligf aan de problemen die hij hier be-
i i!~ zinnen
Die grens leidt ook tot een, door
agitatoren handig opgezweepte, poli
tieke geprikkeldheid onder die dorps
bewoners, die elkaar nu in „kapita
listen" en „communisten" verdeeld
wereld vervreemd en van hun grond
verjaagd.
In een dorpje, waar de oorlog door
en overheen is gegaan, komen enkele
landverhuizers, die hun bezittingen
moesten achterlaten, wordt de grens
onbarmhartig gesloten. En zo heeft
een beslissing, ergens ver weg aan
officieren van de grenscommissie der conferentietafels genomen, een nieuw
Verenigde Naties een nieuwe grens probleem teweeggebracht: de nood
door dat dorp komt die grens te lig
gen: een witte lijn, prikkeldraad,
slagbomen en militaire posten. Het
kerkhof wordt er door in tweeën ge
deeld; pastorie van kerk gescheiden;
vruchtbare akkers afgesneden van de
sinds mensenheugenis er bij horende weten. Die opwinding deelt zich zelfs
boerderij; het geliefde speelterrein van mee aan de kinderen, wier spel er
de dorpsjeugd een helling waar- evenzo door beïnvloed raakt. Maar
langs de kinderen met allerlei zelfge- juist die kinderen vinden ook het eerst
maakte wagentjes plegen te rijden een antwoord. Zij beseffen onbewust,
onbruikbaar gemaakt. De nieuwe
grens, komt zo het bestaan van tal
dat een kunstmatige grenslijn
ook door de harten van de mensen
Enkele kinderen uit de film „De slagboommet rechts Enzo Staiola, het
jongentje uit fietsendieven
handelt. Hij doet dat overigens mot
grote schroom en even grote gevoelig
heid en zonder ook maar ergens een
spoor van opgelegde sentimentaliteit.
Tegenover alle tragiek, waarop deze
film het licht laat schijnen, plaatst hij
telkenmale kleine accenten van hu
mor voornamelijk ook weer door
de kinderen die aan de film niet
alleen een grote mate van levendig
heid, maar vooral ook een treffend
niet en overtuigend karakter van aan-het-
leven-gespiegeld-zijn verlenen.
„De slagboom" is zo bepaald een
film die u moet gaan zien. U zult er
door ontroerd worden en tot naden
ken gestemd, maar pok bij tijd en wij
le er door vermaakt en vertederd.
Slechts enkele beroepsacteurs (zoals
Gina Lollobrigida en Raf Vallone)
werkten eraan mee; voor de rest be
volkte Zampa zijn voortdurend boeien
de rolprent met de boeren en arbei
ders uit de streek waar hij zijn ver
haal liet spelen. Hij verhoogde daar
mee de werkelijkheidsillusie die hij
poogde te scheppen. „De slagboom"
is daarenboven heel sober gemaakt,
maar niettemin vaak prachtig door
een trefzekere, gevoelige en sfeerrij-
ke fotografie. En door al deze kwali
teiten bij haar onopgesmuktheid past
deze rolprent uitmuntend in het hele
oeuvre van de in sociale problemen
zeer vitaal geïnteresseerde filmkun
stenaar Luigi Zampa. die al met het
meesterlijke werk „Vivere in pace"
(„In vrede leven") zich rangschikte
onder de werkelijk grote filmers van
onze t\jd.
LONG SHOT.
(Van onze Londense correspondent)
r»E SCHOTTEN zijn weer eens op 't hart getrapt. Op "t hart getrapt door hun
vroegere vijanden: de Engelsen, die Schotland en dit is de voedingsbodem
der Schotse nationalistische beweging als een provincie van Engeland behan
delen". Deze keer gaat het de hooglanders om het tweetje achter de naam van
koningin Elizabeth. Voor de Engelsen, zo redeneren ze, mag de opvolgster van
koning George VI de tweede Elizabeth zijn; voor ons is zij dit zeker niet.
Koningin Elizabeth I heeft nooit over Schotland geregeerd. Wij hebben haar ook
nooit als Schots koningin erkend; heus niet alleen omdat het bloed van Mary
Stuart aan haar handen kleeft. Daarom moet onze nieuwe vorstin Elizabeth I
heten. Of, als de Engelsen beslist op dat tweetje staan: Elizabeth I èn II.
Over het algemeen kan gezegd wor
den, dat de nationalistische gevoelens
der twintigste-eeuwse Schotten niet
door haat worden geïnspireerd. Bij de
gematigde ontbreekt de separistische
gedachte volkomen, terwijl men ook
niet anti-Engels is. Het modern Schots
patriottisme draagt dan ook een uniek
karakter. Het wil de Engelse Kroon
onder geen omstandigheden in de
steek laten en zijn belijders wensen te
allen tijde loyale onderdanen van het
Verenigd Koninkrijk te blijven.
lijkende
rvEZE nieuwe, kinderachtig
u Schotse stunt heeft duizenden
Engelsen in de pen doen klimmen. In
de Britse pers kan men kolommen in
gezonden stukken vinden, waarin de
Schotten van „sterk overdreven ge
voeligheid", „onhebbelijk lange tenen',
„ridicule verwaandheid" en nog een
heleboel andere dingen worden be
ticht. En nogal kwaje Engelsman
schreef met een in slangengif gedoop
te pen: „Die hooglanders, mijnheer de
redacteur, kunnen mij gestolen wor
den. Ze zijn niet alleen arrogant en
stijfhoofdig, maar bovendien uitermate
onverdraagzaam...." En een ander
drukte zich al even weinig compli
menteus tegenover de „Jock's" uit,
toen hij in pathetische extase uitbarst
te: „We hebben de Amerikaanse ko
loniën en Ierland verloren. Oh, kon
den we die Schotten maar kwijtra
ken!"
Felle reacties, hoe paradoxaal dit
ook moge klinken, zijn koren op de
Schotse molen. De hooglanders, die
nauwelijks in het succes van hun pa
triottische eisen geloven, gebruiken ze
om de aandacht op zichzelf te vesti
gen. Een duidelijk bewijs hiervan
vindt men in de avontuurlijke lotge
vallen van de „Stone of Scone", die
ruim een jaar geleden uit de West
minster Abbey werd ontvreemd en die
nu weer, met zware kettingen veran
kerd, op z'n oude plaatsje ligt. Deze,
haast wereldschokkende „diefstal" had
niet direct ten doel de verweerde kro
ningssteen in handen van de Schotten
te spelen. De meeste hooglanders had
den nog nooit van zijn bestaan ge
hoord en slechts een handjevol men
sen had er belang bij. Maar, zoals de
daders in een brief aan wijlen koning
George VI uiteenzetten, wilde men de
Engelse regering dwingen zich met
het Schotse zelfstandigheidsvraagstuk
bezig te houden, dat schandelijk ver
waarloosd werd. Zo moet ook deze
nieuwe Schotse actie worden gezien.
De hooglanders heben de troonsbestij
ging van koningin Elizabeth dankbaar
aangegrepen om de Engelsen opnieuw
op hun grieven te wijzen. En onte
genzeggelijk zijn de Schotten er in ge
slaagd, wéér eens een keer de aan
dacht te trekken.
Nu kan men zich natuurlijk afvra
gen. wat hier met „de Schotten" be
doeld wordt. Kunnen de nationalisti
sche elementen als representatief voor
de vijf millioen bewoners der Schotse
hooglanden worden beschouwd, of
hebben we hier met een op zichzelf
staande groep jonge heethoofden te
doen? De beantwoording van deze
vraag kan alleen tot haar recht ko
men als ze tegen het licht der historie
wordt geplaatst. De vereniging van
het Schotse en Engelse parlement
kwam pas in 1707 tot stand, na lange
eeuwen van bittere strijd en twist. De
Schotten zouden dezelfde rechten krij
gen als de Engelsen, zowel op politiek,
economisch als kerkelijk gebied. Niet
alle Schotten wilden echter de strijd
bijl voor „een serie privileges" begra
ven en het zijn vooral deze mensen
geweest, die de nationale gevoelens
als een kostbaar pand hebben gekoes
terd. Ze vormden de kern van het na
tionale zelfbewustheid, dat, in sluime
rende toestand, van geslacht op ge
slacht werd overgedragen.
Pas in het laatst der negentiende
eeuw kreeg het Schots nationalisme
weer enige politieke betekenis. „Poë
ten, romanschrijvers en andere heet
hoofden" zoals destijds wel smalend
werd opgemerkt stichtten toen de
eerste nationalistische vereniging met
het doel Schotland, evenals vroeger,
van Engeland te scheiden. Een groot
succes is deze vereniging niet gewor
den. Slechts weinig Schotten wilden
er mee te doen hebben en een spreek
buis in het parlement bezat ze niet.
Vlak na de eerste wereldoorlog werd
deze organisatie in de toen gestichte
Nationale. Partij van Schotland opge
slokt, die eigenlijk ook nooit uit de
grondverf is gekomen.
Na de tweede wereldoorlog heeft de
Schotse nationalistische beweging een
geweldige stimulans gekregen. Deze is
niet alleen veroorzaakt door de oorlog
zelf waarin het verschil tussen
Schotse en Engelse militaire eenhe
den als het ware gecultiveerd werd
maar tevens door de weigering der
Engelse regering om het Schotse na
tionalisme als een reële en levende
zaak te erkennen. Dit laatste heeft
zelfs de opstelling van een petitie, de
zogenaamde Covenanit, uitgelokt, waar
in één millioen Schotten uit alle par
tijen, klassen en standen voor een
eigen parlement „met voldoende wet
gevende macht in Schotse zaken" plei
ten.
Naar schatting telt de Schotse na
tionalistische beweging één millioen
aanhangers. Het zou evenwel verkeerd
zijn te veronderstellen, dat deze mas
sa eensgezind is in haar ideeën en
doelstellingen. De beweging telt een
aantal extremistische groepen, die
Schotland, zoals Ierland, willen los
breken uit de Engelse Kroon. Onder
de gematigden, die in de overgrote
meerderheid zijn, bestaat nog al wat
verschil van mening over de toege
dachte mate van zelfbestuur.
In feite zijn de verschillen zó groot,
dat men er tot nu toe nooit in ge
slaagd is, een vastomlijnd programma
op te stellen, dat door iedereen onder
schreven kan worden. Dit verklaart
ook waarom de Schotse nationalisti
sche beweging niet tot een politieke
partij is kunnen uitgroeien met be
voegde uitlopers in het parlement van
Westminster.
TEGEN DE BRUGGEN van de ouwe
gracht, waar het water sliertiggrijs
de kaden beklotst, duwt Jops. de wat
gebogen. maar krachtige orgelbaas het
schommelende vehikel naar de andere
kant. Dan tal het kreng wel beter
glije.... De sneeuwstompjes, die over-
al kledderig liggen te bakken in on
appetijtelijke kleurtjes: zwart, modde
rig bruin en soms wit, maken dat de
rug van Jops nóg wat meer voor
over kromt. Het gaat.... held, het
gaatDe wielen van het muzikale
ornament maken de laatste klodders
stuk, vóórt.
Majo, zijn dochter, de centenbak In
de hand, sloft °P hoge laarzen achter
hem aan, het korte wilde krulhaar als
een helle pluim boven het smalle ge
zicht, 'waarin de brutale kijkers met
achterdochtige blikkerlichtjes fonkelen.
Om haar mond is een trek van paraat
zijn en weten. Het blauwe jak spant
om het bovenlichaam en wordt opge
fleurd door een wapperende bloed
warme shawl, de lange broek bolt wijd
in de wind en over de hoge bruggetjes
schalt haar stem: ..Dans, ach dans een
keer met mij, het zal je nooit be
rouw e"....
De straat aan de voet van e brug is
als een opgerolde slang, gladnaakt en
glibberig. Het orgel rolt. gewillig naar
beneden, het paard strekt de benen
voorzichtig en loodst het wiegende
houten muzikale wonder veilig langs
de steile oevers. Mensen langs de
straat.... Onder een hemel, die zwaar
is van sneeuw, nattigheid en ongemak.
Onder een wijde koepel van dichtheid
en krijsende, wiekendp meeuwen. Majo
slingert de shawl uit het gezicht,
schopt tegen een vuilnisemmer, die dof
neerklapt in de sneeuw en duwt luste
loos tegen de zijwand van het piere
ment. Jops draait zich om. „Laaf los",
zegt hij hijgend.
Ze laat los, denkt spottend aan het
liedje dat ze weer zal zingen, en stopt
de handen in de broekzak. Dan schelt
over de markthalletjes, over de hoof
den van de bedrijvige kooplui, de wat
verkleumde kinders het nieuwe liedje
„Eén dag in Parijs maakt me wijs,
maakt me wijs".
Ergens zweeft een papiertje naar be
neden. Ze weet het nét te vangen, met
die kwiek slangachtige beweging, met
die brede, brutale glimlach, waaruit
een beetje dankbaarheid moet spreken.
Weer een vodje met enkele centen, een
kind dat bedremmeld op haar af komt,
een moe, die lieflijk knikkend het
handje van het. kind grijpt en een man,
die knipogend een dubbeltje op haar
hand legt.
Een sneeuwbal vliegt tegen haar
heup. Ze kijkt even snel opzij, met da
blik van een jong, wereldwijs mens.
Een rij kinderen komt aangehuppeld,
dwars door de opgestapelde sneeuw-
bergjes. uitgelaten van pret en over-
i moedigheid. En dan is daar opeens dat
kleine gebeuren, dat het leven ver
andert. Dat het gezicht van de orgel
meid doet opvlammen tot een masker,
grauw van onmacht en verbittering.
Want niet. één, maar twee, drie, tien
sneeuwballen, viezig harde klonten sui
zen door de lucht, raken haar gezicht,
haar schouders, haar benen. Ze had ze
kunnen vermoorden, de loeders, de
venijnige smeerlapjes, met de capes,
de schooltassen en de vertrouwelijke
vriendinnetjes. Iemand trekt haar aan
de mouw. En dan breekt los, wat dag
voor dag, week voor week, onmerk
baar gegroeid is, de h&at tegen alles
wat beter is, en anders is dan zij, tegen
de kinderen, die. met elkaar één ge
heel zijn waar ze buiten staat, en niet
tegen op kan. Geen mens kan dat be
grijpen. ook zijzelf niet. Ze ziet in een
waas het paard voorwaarts stappen,
het zangerig pingelende orgel achter
zich, ze ziet de ronddraaiende arm van
haar vader aan het wiel, ze hoort de
juichende stemmen van de schooljeugd.
En dan is daar het enige middel om je
te verdedigen tegen de kleuren van
angst, moeheid en ontgoocheling. Ze
grijpt het eern het beste dat voor de
greep staat. Een emmer, met schillen.
Eén zwaai en Ze zullen weten wie
Majo is. een meid die niet met zich
laat sollenZe zdl ze
Haar mouW wordt gegrepen, ze
kijkt in het gezicht van een agent. Ze
voelt een wilde triomf door haar
lichaam gloeien, en dan een trilling om
haar lippen. „Vooruit, maak dat je
wegkomt".
Ze staat even roerloos, slaat dan de
sneeuw van hgar broek. Brusk draait
ze zich om. Jops is al een stuk verder.
Het paard schrokt stukken brood en
schraapt met de benen op de grond.
..Waar bleef je", zegt hij, „der is hier
wat te verdiene"
Over het plein schelt haar stem
nasaal „Meisje, meisje dans met
mij"
En de tocht gaat voort....