Balans van een kunstenaarsleven
Hatsjie
Noordhollandse landelijke ruiters met hun
paarden in de piste
Goede vrienden bewaarden circus
Renz voor de ondergang
Zijn grootheid werd tenslotte erkend
Zes vragen
Het
nieuwe
boek
Eretenioonsielling Maiihieu Wiegman
Ta'ent met vele facetten
Minister Staf en generaal
Hasselman bij Eisenhower
Het is niet alles roman
tiek rond de stallen
Wat is mooi?
Wat is lelijk?
Niet makkelijk
ZATERDAG 5 APRIL 1982
„SALOMé", EEN VAN WIEGMANS LAATSTE WERKEN.
(Van een onzer redacteuren)
UET JONGSTE WERK van de Bergense kunstschilder Matthieu Wiegman is
een groot doek, „Salome" genaamd, dat de onthoofding van Johannes de
Doper voorstelt. Het geeft het gehele bijbelse drama in slechts enkele figuren:
de kuise argeloosheid van het jonge meisje, dat onwetend van wat ze door
haar vraag heeft teweeggebracht, terzijde staat; de koning Herodes, met zijn
hovelingen zittende aan de dis alsof hun eigenlijk niet aangaat wat er gebeurt;
hun houding verraadt een koele hooghartigheid. Herodias, de haatdragende, is
een wat vage figuur gebleven. Zij, met haar wrok over de belediging welke
haar is aangedaan, is in zekere zin de centrale figuur, tezamen met het stralende
hoofd van Johannes, dat door d-s beul uit de kelder wordt opgedragen. Herodias
heeft weliswaar de boetgezant doen terechtstellen, maar zij heeft geen eind
kunnen maken aan zijn stem. Want hij vertegenwoordigt de toekomst, zij slechts
een corrupt en ondergaand verleden, waarvan ook Salome de argeloze vrucht ls.
UET is een machtig aangrijpend werk.
n Het kleurengamma legt een extra
accent op de tragische sfeer van het
drama. De tinten zijn over het algemeen
vrij donker, maar hier en daar schiet
plotseling een lichtere partij naar vo
ren: het gloeiende oker om het hoofd
van Johannes, het felle groen van het
kleed van een der hovelingen een
„giftige" tint, die nog te meer aan ver
wording en haat doet denken.
Salome, ontstaan na ettelijke jaren
van schetsen en proberen, is als het
ware de kroon op het werk en het
kunstenaarsleven van Wiegman. Het is
in zijn bewogenheid niet alleen een van
de fraaiste werken van zijn oeuvre
in zekere zin is het toch ook een sym
bool voor de volkomen erkenning van
Zijn groot kunstenaarschap. Het neemt
niet voor niets een zeer belangrijke
plaats in op de aan hem gewijde ere-
tentoonstelling in het Stedelijk Museum
te Amsterdam.
TN feite is het een religieus onder
werp, dat hier is gegeven. In feite
trouwens is Wiegman een religieus
schilder. Zijn werk op dit gebied
geldt zelfs als baanbrekend en vernieu
wend. Het heeft Wiegman dan ook zeer
veel moeite gekost zijn opvattingen
aanvaard te krijgen. Zijn eerste grote
compositie, de in 1916 voor de kapel te
Heiloo geschilderde „Prediking van St.
Willrbrord',' werd geweigerd....
Dat is nadien nog wel eens gebeurd.
Men begreep Wiegmans opvattingen
niet. Ze weken te zeer af van de ge
ijkte. Dat ze in feite diep-religieus wa
ren, maar een volkomen nieuwe en op
zichzelf zuivere uitwerking hadden ge
kregen, voelde men niet aan. Wiegman
heeft zich door dit gebrek aan begrip
voor wat hem dreef niet laten verlei
den tot concessies aan de publieke
smaak. Hij kan nu met enige trots vast
stellen, dat er thans op dit gebied veel
meer mogelijk is geworden dan een
halve eeuw geleden.
Wiegman verbrandde in 1911 alles,
wat hij tot toen geschilderd had is
zijn ontwikkeling harmonieus verlopen.
Hij heeft zich steeds weer weten te
vernieuwen. Het zou niet onmogelijk
zijn, dat zijn reislust hiertoe in belang
rijke mate heeft bijgedragen. Eens heeft
Arthur van Schendel tegen hem gezegd:
„Je moet er uit, stap op de trein". De
bekende kunstverzamelaar Piet Boen
dermaker heeft het opvolgen van deze
raad mogelijk gemaakt. Nieuwe gezich
ten, nieuwe verschieten deden zich aan
hem voor, verruimden zijn blik.
Wat er ook veranderde, het essentiële
in de schilderkunst is Wiegman steeds
getrouw gebleven. Zo loopt er bij alle
verschillen een lijn door dit werk, die
nooit uit het oog wordt verloren. Wieg
man is verleden jaar vijf en zestig jaar
geworden. Ter gelegenheid hiervan
wordt thans deze tentoonstelling ge
houden. Het ziet er nog allerminst naar
uit, dat de schilder zijn gereedschap zal
neerleggen. Lichamelijk en geestelijk is
hij nog ongebroken; hij zal aan het
vele, dat hij heeft gemaakt, nog menig
goed werk kunnen toevoegen.
Niettemin is het goed, dat deze
tentoonstelling er is. Zij is ontegenzeg
gelijk een blik terug, een soort balans
van een kunstenaarsleven, die duidelijk
maakt, hoezeer Wiegman de waardering
verdient, die hem thans allerwege ten
deel valt. Hij is een der zeer groten
onder ons, op alle gebieden, waarop hij
zich heeft bewogen.
VAN W.
Generaal Eisenhower heeft gister
middag irjj. zijn hoofdkwartier te Parijs
de Nederlandse minister van Oorlog en
van Marine, ir. C. Staf'en de chef van
de generale staf, luitenant-generaal B.
P. F. M. Hasselman ontvangen.
(Van onze speciale verslaggever)
QP een zomerse dag van het jaar 1897 werd bij de Rotterdamse politie alarm
geslagen. Een veertienjarige jongen was spoorloos verdwenen. Men vreesde
het ergste. Er werd gezocht en gezocht en de politie dregde in de buurt van het
ouderlijk huis de verschillende wateren af. Zonder succes. Maar niemand dacht
aan het kleine Belgische circus, dat in de stad zijn tenten had opgeslagen en
juist daar zou men de verdwenen knaap hebben kunnen vinden. Zoals ook nu
telkens weer gebeurt als een circus de stad bezoekt, had deze wondere wereld
op de kleine Van der Vegt een bijzondere aantrekkingskracht uitgeoefend. Voor
vele jongens blijft het daarbij. Maar deze Jeugdige Rotterdammer trok m-?t
het circus mee en.bleef er. Later trouwde hij zelfs met Lilian Renz. een
dochter van de wereldvermaarde circusfamilie. Toen het wereldberoemde circus
Renz in de twintiger jaren werd opgeheven, stichtte de reeds in het veelzijdige
vak geknede Rotterdammer een eigen circus onder de naam „Het Nederlands-?
circus Renz". Dat circus werd geen reusachtig showgeval, maar bleef in een
eenvoudige tent de aloude tradities van de geliefde paardendressuur hoog
houden. Tijdens de afgelopen winter had het echter maar weinig gescheeld
of de thans negen en zestigjarige circusdirecteur had zijn geliefde spul moeten
opdoeken. Als de nood het hoogst is, is meestal ook de redding nabij. In dit
geval was het de Nederlandse club van Circusvrienden en waren het enkele
„landelijke ruiters" uit Noord-Holland, die hielpen en dit klassieke Nederlandse
paardenspel voor ondergang hebben bewaard.
vervulling gaan. Deze paardenvrienden
onder leiding van de heer P. Epstein
wilden zo graag zelf eens een circus
programma brengen. Hier was hun
kans.
QP het Minerva-terrein, een plek tus-
sen de woningen van deftig Amster
dam, kan men dit bijna verdwenen cir
cus weer terugvinden, gereed om een
nieuwe glorierijke periode tegemoet te
gaan. In een der woonwagens vonden
we de oude heer Van der Vegt. Een nog
levenskrachtig man in een wollen geel
geruit jack en naast hem op een stoel
zijn lievelingshond „Tommy". Tot vijf
tien April heeft hij nog rust. Anderen
doen het werk. Dat zijn de mensen van
het Amsterdamse amateur-circus „Ca-
priole", enkele maanden geleden opge
richt in de kring van de Noordhollandse
Ruitervereniging, die is gevestigd in
de manége van de Amsterdamse Rijtuig
Maatschappij. Men hoorde van de te
genslagen, die circus Renz had onder
vonden, o.a. doordat men na een succes
vol optreden in Denemarken op door
reis naar Noorwegen was gestrand ten
gevolge van de manipulaties van een
naar later bleek ondeugdelijke impres-
sario.... Het spul bleef in Odense op
geslagen en de zoon trok met de paar
den bij een Deens circus in, dat een
tournée door Finland ging maken. Met
het op die wijze verdiende geld, kon
het gehele circus Renz, dat tijdens de
opslag door diefstal nog al onttakeld
was, naar Nederland terugkeren.
De nood steeg
TN de stallen van de Amsterdamse
veemarkt werd overwinterd. Er was
geen geld meer. De oude heer Van der
Vegt deed alles om in elk geval zijn paar
den, die hem boven al lief waren, te
behouden. Ten slotte haalde hij zelfs
het zink van de daken der woon- en
pakwagens om van de opbrengst voer en
stro voor zijn volbloeds en ponnics te
kunnen kopen. Het ging niet meer....,
„Capriole" hoorde ervan en begon te
helpen. Men zorgde voor voer, ging de
gehavende tent herstellen en zag bo
vendien een lang gekoesterde wens in
Drie maanden lang stelde de direc
teur van „Renz" hen zijn paarden en
instructeur ter beschikking om te oefe
nen. Zij zorgden ervoor, dat het circus
weer in orde werd gebracht, dat de
boel niet onder de hamer kwam. Als
kroon op dit prachtige werk, smaakt 't
amateurcircus „Capriole" nu het ge
noegen het „hooggeachte publiek" rond
de piste een zelfverzorgde avond te
kunnen bieden.
-- zou echter eenzijdig zijn, wan
neer men Wiegman uitsluitend be
oordeelde naar zijn bijbelse en traditio-
neel-kerkelijke voorstellingen. Men ziet
dan slechts een deel van zijn werk
Want zijn waarlijk fenomenale produc
tie omvat veel meer. Hij is een knap
portrettist. Tal van bekende figuren
hebben in de loop der jaren voor hem
geposeerd. Hij heeft ze geschilderd met
dezelfde liefdevolle aandacht, waarmee
hij zijn andere onderwerpen benaderde
Het kind was hem daarbij het liefst.
Er is nog veel meer. Naakten heef
hij een aantal fraaie voortgebracht.
Landschappen zijn er in overvloed ge
schilderd. Er is nog een enkel doekje
uit zijn luministische periode „wel
aardig, maar het moesten er geen tien
nmer zijn zegt hij er zelf van er
ziin die prachtige doeken met de zee)
g"snanncn kleuren uit óe periode van
de Bergense school, zoals de vijver van
het Oude Hof. Zijn reizen naar Frank
rijk hebben hem herhaaldelijk impul
sen tot vernieuwing gegeven. Zo zijn
laatste reis. die een volkomen herzie
ning van zijn coloriet heeft opgelever
waarin het felle Zuidelijke licht zien
terdege heeft doen gelden.
Wiegman voelt zich daar trouwens as
in zijn tweede vaderland. Wet landschap
niet zijn sprekende kleuren boeit nem
so sterk, dat hii meer dan eene net-
zelfde motief schildert en er toch steeds
weer een nieuwe, verrassende visie op
heeft.
AFGEZltW van het ietwat drastische
afscheid van de luministische periode
We leven in een tempo-
tijd. Een tijd, waarin alles
even snel moet gaan en
waarin de ene grote uitvin
ding na de andere de men
sen in staat stelt veel door
machines te laten doen en
zich snel te verplaatsen. Er
zijn er maar weinigen die
zich aan dit tempo kunnen
onttrekken. Alleen oudere
mensen kunnen zich daar
vaak niet bij aanpassen en
praten dan nog zo graag
over de goede oude tijd. De
tijd van het handwerk, de
tijd van het geduld.
Een meubelmaker was
een kunstenaar. Met ge
duld en vakmanschap han
teerde hij zijn gereedschap
pen. Houtsoorten koos hij
zorgvuldig uit. Voordat hij
aan het werk ging, maakte
hij zijn tekeningen en zocht
dan alleen naar mooie, sier
lijke vormen zonder er bij
te denken of de uitvoering
een paar uur meer of min
der in beslag nam. Tegen
woordig wordt er over de
ontwerpen óók lang gedaan.
Waarom? Een goed ont
werp moet aan veel eisen
voldoen. Er mogen geen las
tige versieringen aan zitten,
het ontwerp moet goed zijn
van lijn maar moet tevens
makkelijk uitvoerbaar zijn.
In grote fabrieken wordt
geen ontwerp gemaakt voor
bijvoorbeeld één stoel, nee
voor honderd, misschien wei
duizend dezelfde stoelen.
Ieder onderdeel wordt vaak
afzonderlijk gemaakt voor
alle stoelen tegelijk. We
noemen dit massa-fabricatie
en in de tijd dat de vroegere
meubelmaker één of twee
stoelen maakte fabriceert
een moderne fabriek er
honderden. Zo worden ook
veel tafels, kasten, kap
stokken, bedden enz. ge
maakt. De etalages staan er
vol van en dat de vorm en
afwerking van deze meu
belen niet altijd even mooi
zijn, spreekt vanzelf. Toch
zijn er ook nog veel goed ge
maakte en ontworpen meu
belen. Daarom is het ver
standig dat je aan deze din
gen eens wat meer aan
dacht besteedt. Je moet niet
alles mooi vinden wat een
ander prachtig vindt. Nee,
probeer je eigen smaak te
ontwikkelen. Kijk ook veel
naar het handwerk van c.e
vroegere en tegenwoordige
vakman. Je zult er later
veel plezier van hebben.
Deze puzzle is niet zo
makkelijk op te lossen en
dus meer bestemd voor de
ouderen onder jullie. De
jongeren mogen het natuur
lijk ook proberen maar als
zij alle vakjes kunnen in
vullen hebben ze zeker een
tien verdiend.
Van links naar rechts:
1. Smal watertje; 4. kleine
jongen; 6. Eerst komende
(afk.)7. Indonesische radio
(afk.); 8. lidwoord; 9. ver
gaderruimten; 11. staan in
een muziekboek.
Van boven naar onder:
1. .waterregeling; 2. herkou-
wer; 3. uitbeelden met pa
pier en potlood; 5. kortere
naam voor kraai; 6. plaats
op de Veluwe; 10. bon voor
verloting.
De mooie gouden
torenhaan
die zag het mannetje
van de maan,
een beetje erg
beteuterd staan,
en bleef hem lang
zo gade slaan.
De mooie gouden
torenhaan
riep van zijn hoge
plaats vandaan:
„Vertel eens mannetje
van de maan,
wat trek je je
zo heel erg aan?"
„Poeh", zei het mannetje
van de maan,
„De maan heeft op
de tocht gestaan!
Ze kan direct aan 't
niezen gaan
en dan blaast ze me
hier vandaan!"
„Dat's niet zo mooi!"
zei torenhaan.
„Ja, wat moet daar nu
aan gedaan?
Ik zou zeggen
mannetje maan,
Ga heel ver van
haar neus af staan!"
„Ga naar het puntje
van de maan,
en houd je stevig
vast daaraan.
Als dan de maan
wil niezen gaan,
raakt vast de luchtstroom
jou niet aan!"
En zo gezegd dus,
zo gedaan.
„Hatsjie!" zei plotseling
de maan.
Ze schudde, trilde
als een vaan.
De luchtstroom leek
wel een orkaan!
Maar 't kleine mannetje
van de maan,
kwam heelhuids uit
de strijd vandaan.
Hij zei: „Bedankt hoor,
Torenhaan,
die zorg is nu weer
van de laan!!"
Beantwoord de volgende
zes vragen. Schrijf van ieder
antwoord de eerste letter
op. Deze zes letters vormen
achter elkaar de naam van
een groot Nederlander.
1. Welke plaats ligt tussen
Schiedam en Maassluis?
2. Van welk land is Wenen
de hoofdstad?
3. Welke grote waterval ligt
op de grens van de Ver
enigde Staten en Canada?
4. Hoe heet onze Minister-
President?
5. Welke taal wordt op de
wereld het meest gespro
ken?
6. Wie was de Zonnekoning?
„Ik heb trek!", zegt
Mies de Muts,
Maar heb aueen maar
jam in huis"
„Ik ga een ons kaas
maar halen,
Als ik 't tenminste kan
betalen!"
Heerlijk ziet die kaas
er uit!
Steekt een plakje in
haar snuit.
Verdraaid, wat smaakt
dat zalig zeg!
Mies snoept en snoept:
alle kaas is weg!
„Oh", roept ze als een
tomaat zo rood,
Nu heb ik nog slechts
jam op brood!"
DIRECTEUR v. d. VEGT
....alles voor zijn paarden.
UET zijn niet alleen hoofdstedelingen,
die hun niet onverdienstelijk kun
nen twee weken lang in deze piste ver
tonen. In de keurige tent, versierd met
slierten vlaggetjes en zelfs aan de p' lea
hangende korven met planten en bloe
men, genoten wij gisteravond ook van
het bijzondere optreden van de in 't
Zand wonende Jan de Wit, lid van de
landelijke rijvereniging „West-F s-
land". In zijn vrije tijd heeft hij zijn
beide bedrijfspaarden de schimmel Sil-
verking" en de hengst van het GeL'erse
type „Irene" weten te dresseren. Met
deze dieren bracht hij twee zeer suc-
Jan de Wit uit 't Zand op zijn
hengst „Silverking" voor de
circustent.
cesvolle nummers. Hij deed „Irene"
voorzichtig gaan over een smalle zeven
meter lange plank, een halve meter bo
ven de grond. Hij liet „Irene" knielen
en op de voorbenen kruipen, een bol
hoed oprapen en hem op het hoofd
zetten. En de grappige manier, waarop
„Irene" een aan het achterbeen ge
knoopte zakdoek losmaakte en aan zijn
baas gaf, oogstte een daverend applaus.
De fiere „Silverking" deed voor dat al
les niet onder. Zowel in de hogeschool
als met de gewone dressuur bereikte
dit landbouwpaard opmerkelijke pres
taties.
Het Purmerender trio
MISSCHIEN wel het grootste succes
van de avond hadden de „Trois Pi-
gelly's", achter welke naam zich ver
borgen Lia en Piet Wezel en Gerr't de
Wolf, jeugdige leden van de landelijke
rijvereniging „Beemster". Onder leiding
van de instructeur van deze vereniging,
de heer D. C. v. d. Weerd gaven zij ook
al met een bedrijfspaard een buitenge
woon voltige-nummer. De staaPjes van
lenigheid en behendigheid alsmede de
fantasie, die in hun toeren tot uiting
kwam evenaarden welhaast het werk
van ervaren beroepsartisten.
Tot 15 April blijft „Capriole" hier
werken. Dan kan een herrezen circus
Renz onder leiding van zijn bijna ze
ventigjarige directeur weer op tournée
gaan. Eerst naar Purmerend, dan naar
Uithoorn en misschien straks ook el
ders in Noord-Holland. Goede paarden
vrienden brachten uitkomst. En daar
door zullen vele liefhebbers van het
oude, maar altijd boeiende en bekoor
lijk blijvende „paardenspul" hun hart
kunnen blijven ophalen. Hel was bijna
te laat geweest
„Onze vaderlandse geschiede
nis" Joh. van Hulzen; Uitg.
J. H. Kok, Kampen.
In het voorwoord van dit boek deelt
de schrijver mede. dat naar beva te-
lijke objectiviteit is gestreefd en d'*
het een reden tot voldoening zou zijn,
indien bij het schrijven de objectivi
teit niet te zeer onder de „bevattelijk
heid" geleden heeft. Uit deze woorden
zou kunnen worden afgeleid, dat de
objectiviteit in deze populaire ge-
schiedbeschrijving een behoorlijke
veer heeft moeten la'en. Wij achten
althans onze critiek op dit boek door
de schrijver voldoende weergegeven.
Bovendien zijn bij deze uitgever ook
nog min of meer populaire geschiede
nisboekjes verschenen, bij het 'chrij-
ven waarvan er kennelijk naar is ge
streefd de bevattelijkheid niet te zeer
te doen lijden onder de objectiviteit.
„Geplukte Aren" Ds J. J.
Knap; Uitg. 9. H. Kok, Kampen.
Een bijbels dagboek, dat in vele ge
zinnen een leiddraad was bij het lezen
van de bijbel en als zodanig grote
diensten heeft bewezen. Voor ouderen
zal ook deze zevende druk welkom
zijn. Voor jongeren is de taal inmid
dels te gesteven geworden.