Hoboken's Hollandse bakker en culinair ambassadeur - LofderTechniek Wetenschappelijke vorsers in de tuin der mystiek Rallye-rijders zonder glorie 4 Zijn kletskoppen en Jan Hagel verdringen de „doughnuts" HAMEA Getuige AMSTERDAMS PODIUM Gafé in de tuw-bbtad Persoonlijk August Zeiler: Getuige met smaak Suikerbeestjes waren het begin van carrière OP HET MATJE GHEDENCKKLANCK Interessant onderzoek van Amsierdamse stichting Het wezen van aard stralen Kosmische invloeden Bodemgesteldheid en kanker S'ii iïïïïe«r]<ikï beke"- ZATERDAGAVOND (Van onze correspondent te New York) JJIT wordt een huiselijk praatje. Het is voortgevloeid uit de klacht van een V-Jïïl r,ek" Nederland, dat er „in dit grote land niet één lekker koekje or stukje chocolate krijgen is waarmee hij prompt onze Amerikaanse n ??voe"f»e, _'anPe tenen trapte en het na-kantoorse leven van zijn gastheren in eén van die pijnlijk, semi-diplomatieke impasses bracht. Wat zegt nen in een dergelijk geval, wannéér het hart naar moorkoppen verlangt, doch de beleefdheid verplicht de schalen van de etiquette in evenwicht te houden? Wu voelden ons in een moeilijk parket gebracht, een culinair vossehol in het niemandsland, waaromheen de Veldslag Om Het Koekje woedt. Er is tot dus verre nog geen beslissing geforceerd. En een neutraal scheidsrechter, ijlings uit Hoboken (een haven-voorstad van New York) ontboden, heeft de moeilijke uitspraak gedaan, dat beide partijen gelijk hebben. Mtt Crèmo HAMEA gezonde zuivere huid. Met HAMEA Gelei goed verzorgde handen. In dozen en tuben 47-93 ct. Het is de Hamamelis die het 'm doet (Advertentie. Ing. Med.) De dikke man, die op de getuigen bank zat, had 'n grinnekend plezier in de zitting dat was in ieder geval duidelijk. Het was goed, dat er ten minste iets duidelijk was, want de zaken Jparen vreemd en onbegrijpelijk als de orakelspreuken van een Congo- dokter. Er was herrie geweest en er waren klappen gevallen op een feest avond, waarbij de verdachte Karei W. (geheten Karei de Kale), nadat er een gestolen fiets en een weggehaalde zaklantaarn ter sprake waren gekomen, het woord en het initiatief had ge nomen. Althans: dat zeiden drie ge tuigen. Maar drie anderen verklaar den met de beslistheid van secte-leiders dat Karei het slachtoffer van aggressie was geweest: Lange Bassie had 'm tegen de benen geschopt, onder de tafel door. Nu, de rechter zat er mee, want de aanvaller wordt gestraft, maar er Iwerd van twee kanten zelfverdediging gepleit en dat werkt zo verzachtend als vaseline op een schaafwond. Ware het bij Karei en Bassie ge bleven: het zou half-om-half geworden zijn. Doch eilaas: het duel was later op het plein voor de tapperij uit gedijd tot een veldslag met alle wa penen, hetgeen vier additionele klagers en beklaagden voor de balie bracht die wederkerig tegengestelde verhalen vertelden. Er werd gelogen maar waar en hoe? Toen kwam de dikke man-met-het- plezier. Hij hief twee vingers als worsten in de lucht en zei vrolijk: „La 'k het effe haarfijn uiteenlegge, want ik sting op 't balcon en keek omlaag". U zag niet wat er in 't café ge beurde? De man knikte heftig, als ware hij bevreesd dat hem tekort zou worden gedaan in zijn kwaliteit van getuige. „Éérst was ik omlaag in 't café, maar toen zij naar buite ginge, ging ik om hoog. Ik zee: zoek het hoger-op Janus, want hier beneje is het niet!" En de dikke man vond dat zo verwonderlijk geestig van zichzelf, dat hij zich klet send op de knieën sloeg. De rechter negeerde dat en vroeg: Wat gebeurde er in het café? As Karei nou hier sting en Bassie stong daar waar Uwedelachtbaarheid zit terechte, dan stonge daar die an dere persone en daar het klussie van Róoie Koossie. Nou zee d'r een: de vent die me fiets gestole heef' is hier en toen zee d'r een andere: Mot je mijn hebbe, vuile stinkerd, waar is me zak lamp gebleve? Dat zee die. Wie zeiden dat? Al sloeg u me nou hartstikke dood, ik weet het niet. Ik verslikte me net in me bier en dan krijg je trane in je oge, dat overkomp de beste. En wie begon er toen te slaan Al Het u me nog vóór twaalve op- knope, ik weet het niet. Ik zee net tege me maat: het bier is Weer best en hij zee: je zus op een houtvlot en zo doende kon 'k niks zien van 't lachen. Ik stong er met me rug naar toe. En op 't balcon? Dat wou 'k net uitlegge: die straatlantaarn was al twee weke ka pot, daar wordt maar niks an gedaan voor je dure belastingcente, bij de burgemeester brande d'r twee. Nou, affijn, dat wier bakkelije. daar wtere knoerte van klappe uitgedeeld, dat kon 'k hore. En zien? Da's nou juist het belatafelde met permissie, maar ik zag een heleboel deining in de donker, maar wie d r nou sloege, nee, al moest 'k er voor ge wurgd worde, dat k.on 'k niet 2len- U staat onder ede, zei de rechter strena Daarom juist, repliceerde de dikke met een serafijnse glimlach. Het duurde nog een dikke drie kwartier, want de rechter beet zich vast in de zaak. En met veel trekken en schudden kwam er orde m de chaos de waarheid verrees, schoon gedeukt en gehavend. Karei en Bassie kregen veertien dagen retraite en vyf aderen zullen bijdragen in de baten va 's Rijks schatkist. Achter elkaar ging het stel de aeur uit, het was een complete uittocht uit Egypteland. Maar de dikke man kwam het laatst, hü straalde van pie tier. KAREL. J"\EZE scheidsrechter weet althans waarover hij het heeft. Het is August Zeiler, Enkhuizenaar van ge boorte, die sedert 1935 naam en faam heeft gemaakt onder de Nederlandse kolonie in en om deze metropolis als „de enige Hollandse bakker". De Nederlandse bakker van Hoboken („Holland Pastry Shop" heet de win kel) is inderdaad een unieke instel ling. Wanneer ge het consulaat In New York om 3000 namen van Nederlanders, die over het gehele land verspreid zijn, zou vragen, dan zou het voorhoofd van Baron De Vos van Steenwijk zich wel licht wat fronsen. Maar August Zeiler heeft een tot in de détails bijgehouden lijst van Nederlanders, aan wie hij re gelmatig de heerlijkste versnaperingen van zijn bedrijf per post stuurt. „Mijn vrouw weet precies hoe zij een bote-- letter of een paar pond koekjes zó moet verpakken, dat ze niet breken", vertelt hij. „Wij hadden laatst een mooie op dracht om Hollands gebak naar Johannesburg te sturen; een andere zending ging, ook per boot, naar Curagao". Per ongeluk AUGUST en mevrouw Zeiler zijn, vol gens hun eigen zeggen, min of meer per ongeluk in de bakkerij verzeild geraakt. „Ik was voorbestemd om in het hotelvak mijn levenspad te bewan delen", vertelt de 59-jarige eigenaar van de Holland Pastry Shop. „Ik weet niet meer, hoe het kwam. maar ik be sloot te veranderen. Bij Van Tiel 'He rengracht, op de hoek van de Keizers gracht in Amsterdam) kreeg ik een goede baan. Daar leerde ik mijn vrouw kennen. In het begin van de twintiger jaren schreef een Nederlandse kennis in New York mij, dat het geld hier op straat lag. Zoiets wil je dan natuurlijk zien. Eerlijk gezegd: het lag er niet. De eerste jaren hebben wij het bar moeilijk gehad. Ik begon als bediende bij een bakkerij te werken. Dat was wel nodig, want het is een geheel an der bedrijf dan bij ons. Ik heb in me nige banketbakkerij gewerkt, waar de knechts nooit een ei of een ons boter hebben gezien. Gekleurd vet en plan tenboter werden gebruikt. En dan wordt er nu nog heel veel ge bruik gemaakt van een bakmiddel, dat sterk doet rijzen, waardoor de Ameri kaanse koper het gevoel krijgt „veel" voor zijn geld te krijgen. De Ameri kaanse smaak eist ook een veel zoeter product. Men stopt zelfs sterk suiker houdende stoffen in wittebrood. Ik spaarde naarstig en zo begon ik tegen het eind van de twintiger jaren een eigen banketbakkerij, die uitslui tend aan de winkels leverde. Maar in de „beurskrach" van 1929 gingen heel veel van deze zaken mee ten onder en ik bleef met de uitstaande vorderingen zitten. Wij moesten weer van voren af aan beginnen wéér als knecht. Export-pioniers MU was er in Hoboken een „Holland Store". In mijn vrije tijd bakte ik voor de eigenaar banketletters en ik maakte suikerbeestjes. Dat is eigenlijk het begin geweest van de „Holland Pastry Shop", die wij in 1935 openden". Hoboken was een goed punt voor de Zeilers. Hun zaak ligt vlak bij de pier, waar de schepen van de Holland- Amerika Lijn liggen. Het zit er vol met eerste en tweede generatie Ne derlanders en voorts wonen er tal van Belgen en Italianen, die de Europese bakwijze waarderen. De Zeilers hadden daardoor een aardig afzetgebied op deze internationale markt. Bovendien namen zij het initiatief om tal van Ne derlandse producten in te voeren lang voor er van een export-campagne sprake was. Nergens in héél New York kan men capucijners krijgen behalve bjj Zei ler, die gedurende het afgelopen jaar in zijn winkel 21 ton verkocht. Hij ver koopt per week 300 pond kaas, een behoorlijke hoeveelheid zoute drop, ontbijtkoeken, blikgroenten uit Neder land en allerlei andere producten, die men zich uit zijn kinderjaren herinnert, thuis-gebakken speculaas en taai-taal. Langzamerhand begin ik tevens een vgste Amerikaanse cliëntele te krijgen", zegt de heer Zeiler. „Je kunt ze dus klaarblijkelijk wel opvoeden in onze smaak. Lekkernijen-centrum kei voor deze het nest uitvliegende Ne derlanders een centrum blijft". De Zeilers zijn er erg trots op, dat de Nederlandse Ambassade elke 5 De cember en vaak ook op andere Neder landse feestdagen, grote bestellingen plaatst. De Historical Society, een ge nootschap van Amerikanen, wier voor ouders uit Nederland stammen, bestelt één keer per jaar Nederlandse snuiste rijen voor een jaarfeest. En menig Ne derlands functionaris in New York stapt regelmatig de winkel van de Zei lers binnen. De bakker en zijn vrouw zijn door- e.i-door Nederlands gebleven. Dat is de taal, die zij thuis blijven spreken. Sedert 1935 zijn zij niet meer in het oude land terug geweest. Maar onmiddellijk na de bevrijding zonden zij grote pakken met cake en brood en kleren naar familieleden in Nederland. Hun winkel is inderdaad een uniek centrum. „Ik geloof", zegt August Zei ler, „dat deze zaak best had kunnen worden uitgebreid. Maar in dit land is het vaak gevaarlijk om groot te gor den. Dat vergt te veel geld. Wij hebben ten slotte, na de moeilijke aanvangs jaren, ons brood weten te verdienen. De heer en mevrouw Zeiler, de Nederlandse bakker in Hoboken, die in Amerika in de eerste plaats voor de Nederlandse kolonie, maar ook voor rasechte Amerikanen Hollandse lekkernijen bakt. (Een klinckert met inghebouwde luydspreecker en voorzien van vitamienen) UOE diekwerf streckt' de weetenschap het Menschdom togh tot Heyl! Hoe snel steegh 't menselyck vernuft togh immer myl na myl! Dra had men 't vuur of 't kruyt was daer en toen het Vliegmachien, en na de Boerenbooter quam hoera! de Margarien. En noyt of nimmer was men 't moe' steets voort gingh de technieck. Het stuck pampier quam in de plaets van d' oude, zilveren Pieck. Daer vonden ze weer kousen uyt, die ghansch onsichtbaer syn: Een bloote kuyt en tdch niet bloot; onkuyschheyt naer den schyn. En polshorloges vondt men uyt: formaet een speldenknop Daer kyekt men deur een mikroskoop of een Vergrootglas op! En damesmantels sagh ick oock: de nieuwste stof en snit. En heerlyck warmAlleen wat geck, dat er gheen kraegh op sit. Doch mantels draeght men veur de leut en niet veur Kou' en Wint. Weshalve ick d' afweezigheyt van knoopen lógisch vind. De heerensocken syn soo kleyn, dat 'ck lappen windsels draeg. Want mooye socken en toch koutwel, dat heeft nyemant graeg. Cortom we techniseeren dóór. Tot -Hes is geweest. Dan plooit sigh weer het dierenvel om onzen naeckten Leest. D' Atoombom heet dan knusjes „Knods" en „steun" is dan weer: Wellicht vindt men In sulck een tyd oock wel de Vreede uyt. ,buyt" THOMASSIUS. (Van onze speciale verslaggever) IK HEB mijn bed verzet! De aardstralen kwispelden des nachts wellustig om mijn armen, mijn schouders en mijn hals, zodat ik steeds met spierpijn in mijn rug en mijn ledematen opstond. Nu had ik eerst wel wat kunnen gaan mieren met een geheimzinnig kastje, dat de stralen neutraliseert, maar het verplaatsen van het ledikant was goedkoper. Op een bepaalde strook door m(jn huis gaan de plantjes dood; zij willen er althans niet zo goed groeien als op andere plaatsen. Het bed en de plantjesvolgens mijn huisgenoten onweer legbare bewijzen, dat stiekeme aardstralen hun boze spelletje spelen. Die dingen schieten tegenwoordig overal als paddestoelen uit de grond. En „men" schrijft er een heilloze invloed aan toe. Ze werken ziekte in de hand; de kat en de hond vertikken het om zich op sommige plekjes behaaglijk neer te vlijen; planten in de tuin kwijnen; koeien en paarden kunnen op bepaalde plaatsen in hun stal niet slapen en verliezen alle levenslust. (Advertentie, Ing. Med.) TN AMSTERDAM is gevestigd de „Stichting ter bevordering van de psychische physica", een instituut, dat de talrijke levensverschijnselen bestu deert, die niet terug te voeren zijn tot chemische processen. Vooral de zoge naamde para-normale verschijnselen hebben daarbij de aandacht dat zijn bijvoorbeeld de telepathie, de helder ziendheid, de typische eigenschappen van de wichelroedeloper en de su per-sensorische gevoeligheid, weer zo'n vreemde uitdrukking, die in eenvoudi ge taal overgezet betekent: de regis tratie van prikkels, die niet door zin- tuigelijke waarneming overkomen. Wat de super-sensorische gevoelig heid betreft, gaat men uit van de we tenschap, dat het menselijk lichaam is opgebouwd uit cellen, bestaande uit protoplasma, dat electrische eigen schappen bezit. Om elk mens bevindt zich daardoor een electrisch veld, dat in staat is uitwendige prikkels te ont vangen. De electrische lading der cel len is te meten. Er is een voortdurende werking tussen de electrische velden boven en onder ons en dientengevolge ook tussen deze velden en het electri sche veld, dat zich om de mens bevindt. MEN MEENT door proeven gevonden te hebben, dat kosmische factoren invloed hebben op gebeurtenissen op aarde. De geleerden laten deze ontdek king vooralsnog voor wat zij is. Wel is uit onderzoekingen gebleken, dat zonnevlekken de electrische velden op aarde beïnvloeden, wat dan weer zijn weerslag heeft op andere dingen. In Amerika vond men, dat bepaalde pla netaire standen invloed uitoefenen op de korte golf-ontvangst. Het wichelroedeverschijnsel is door de stichting in Amsterdam serieus be studeerd. De draaiingen in de wichel roede ontstaan, zo stelde men vast, door spierspanningen in de armen, die uiteraard opzettelijk veroorzaakt kun nen worden, doch ook het gevolg kun nen zijn van invloeden van buitenaf. In de practijk sloeg op dezelfde plaats de wichelroede van acht van de dertig lopers uit. Men heeft een proef geno- W- KWAMEN van Utrecht en ons doel was Amsterdam. We waren er bijna. De lichten van Amsterdam stonden flauw en wazig bij elkaar; dat kwam omdat het al bijna ochtend was. Achter de wolken en vanonder de damp ver rees Amsterdam. Nog een half uur en de zon zou doorkomen. Ergens langs de auto-heirbaan gloorde in een huisje wat licht. Dat huisje was een van die spaarzame nachtelijke karavanserais, speciaal in stand gehouden voor diegenen, die 's nachts langs de weg zijn. Chauffeurs-café's. Omdat we ons realiseerden, dat het moeilijk zou zijn zo vroeg in de morgen koffie in Amsterdam te krijgen, stopten we de wagen en gingen daar naar binnen. Ik was er nog nooit geweest. Van buiten gezien leek het niet veel zaaks, maar het zwart van de nacht en het grijs van de nauwelijks aanrijpende morgen zijn barmhartig. En tenslotte was daar dat bordje: „De koffie staat klaar". Er is geen uur, tussen al die vier en twintig uren, waarop het menselijk lichaam zó smeekt en kermt om koffie, als in dit uur. IJET stonk er van binnen naar ver- verkeer is, denk ik. Omdat je 's nachts n schaald bier, oude rook en as. Er sneller opschiet. Ze waren misschien hingen wolken tabakswalm. Langs de allemaal, zoals ze hier zaten, de avond wanden de opgewekte gezichten van de te voren, of in het begin van de nacht, glamourgirls, die elk een bepaalde ergens vandaan vertrokken. En na al drank propageerden. De liefste, mooiste die uren zaten ze hier aan hun eerste en verleidelijkste gezichtjes ter werelif, kop koffie. maar niet daar, in dat uur- LIET BEELD van dit kleine koffiehuis Langs de vier muren van dat koffie- H met die Elaperige, vermoeide, zor- huis zaten de mensen. t - ggjyjjg mensen deed me aan iets den- lemaal chauffeurs zijn, want buiten g J eerder had gezien D^^r^hnn1 W°uurdeIrsVr t3U of meegemaakt. Hetzy in hef buit™ Een ptar waren bezig met kaarten, land langs een der grote autostrada's, wnnrrt kil hetzij misschien alleen maar in een fe s^ekem Haasf automatisch vfelen Franse film. zich afspelend in een der de kaarten neer, om direct daarna weer ritselend te worden opgenomen. Het deed me een moment denken aan een kaartspel, gespeeld door twee mario netten. De anderen hingen op hun stoelen. Eén sliep, een ander zat met grote, wijd- opengesperde ogen zo maar ins Blaue hinein te staren. Hij keek naar alles en zag niets. Er was een jongen, nauwe lijks twintig, die diep in gedachten (of misschien volmaakt gedachtenloos, dat kun je nooit bekijken), in z'n koffie zat te roeren. En de twee laatsten zaten te voorsteden van Parijs. Maar dat beeld fluisteren. Ze deden dat nogal geheim- had op de een of andere manier alles zinnig en als je niet beter wist, zou je te maken met menselijke zorg en men- kunnen geloven, dat ze even tevoren selijke teleurstelling, een schat gevonden hadden, of een Mijn vriend en ik dronken onze rijke goudader afgeclaimd. koffie, en twintig minuten lang'bekeek Bij dat alles was één ding, dat me ik die gezichten. Wat waren ze grauw opviel: hoe vermoeid al die mensen er en oud, hoe hard en genadeloos stond uitzagen. En niet alleen vermoeid, daar het leven in gebeiteld! Er was maar lusteloos, ongeïnteresseerd, pas- er niet één, die blij en glorieus in de sief. Ik denk, dat de meesten er een wereld stond. Het waren allemaal ver- zware ruk op hadden zitten en dat hun, moeide, norse, onuitgeslapen mensen, vrouw, die voor een hele gemeenscnap dit uur, de moed ontbrak Amster- En tóch waren het stuk voor stuk van 15 Nederlandse gezinnen voor ffe - „ULKE week komt er uit een klein t-1 dorpje, 60 k.m. hier vandaan, een van 15 Nederlandse gezinnen voor ue binnen te rijden zonder de troost mensen, dat wil zeggen: elk van hen hele week aan lekkernijen komt kopen, ®fï|i kop hete koffie. was het grootste wonder van de schep- Het verbaast telkens opnieuw, dat *le q de komende morgen, ston- nme Nederlanders, die zich in Amerika va. Bu -H-s - -■ ti«en zich zo snel over het land verjon spreiden. Duitsers en Italianen blijven ?a"g veel meer in grote groeper klitt sch;'t -ens. De trucks met aan- Het is niet zo plezierig als men daar in zware transporteurs. 0ver gaat denken, onder de rook van iY WaaY l,ts van het ene ein- Amsterdam, in zo'n groezelig, verloren "aar r. rr het andere rijden, nachtcafé op de grens van het land en X? overdag te veel de stad. Want deze mannen, die chauf feurs, zouden nog jaren op hun wa gens door de nacht rijden. En ze zouden altijd weer terugkeren in dit soort te huizen, deze armzalige karavanserais langs de heirbanen van het moderne verkeer. Er was niets romantisch aan, niets betoverends, niets opwindends. Het wa ren de slaven van de eindeloze wegen, die dwars door dit land gelegd zijn, opdat een snel transport mogelijk is. En niemand kent ze. Niemand weet iets van hun bestaan. Het is het ver geten peloton. Het zijn de rallye-rij ders, die niemand toejuicht. Ook al leggen ze honderdduizend kilometers af. Het zijn de vrachtrijders zonder glorie MEN BEWEERT tegenwoordig dat de arbeiders het zo langzamerhand pa radijselijk voor elkaar gekregen heb ben. Maar dat dit geldt voor deze on bekende gezellen van de nacht wil er bij mij niet in. Daarvoor zagen deze mannen er te vermoeid en te verloren uit. Bij niet één was een enkele flits van vreugde te bespeuren. Ze zaten niet, ze hingen. Ze sliepen niet en ze waren niet wakker. Ze waren geen toonbeelden van ongeluk en ze waren niet gelukkig. Ze bezaten geen grein spectaculairs en ze zouden nooit in het nieuws van de grote auto-wedstrijden en rallyes komen. Als ze een enkele maal wél in 't nieuws komen is dat omdat er sprake van een vernielde wa gen is en een ziekenauto. En daar blijft het bij. We stonden op en vertrokken weer. Buiten stond de morgen als donker parelmoer boven Amsterdam. De lich ten waren bezig te doven. Een zee van ochtendnevel schoof over de hoofdstad. Kil, nat en grauw stonden de grote wa gens buiten. Een kudde levend-dode beesten, die kort daarna weer voortge jaagd zouden worden door de wachten de rallye-rijders die nog binnen zaten. Geen van hen zou zich waarschijn lijk verheugen aan het wonder van de opnieuw uit parelmoeren licht geboren jonde morgen. Geen van hen zou waar schijnlijk het rijpend leven in 't groen der bermen zien. Ze zouden er geen deel aan hebben, omdat ze te vermoeid waren. En tóch was elk van hen het schoonste, wonderlijkste wezen van de schepping. We spreken zo veel tegenwoordig over het geluk der mensen. Er zijn zo veel congressen, meetings en demon straties. Er wordt, hier in Amsterdam en daar in alle wereldsteden, gespro ken over de rechten van de mens en het geluk der massa. Op een nauwelijks geboren morgen, aan de grens van 't wijde land en Am sterdam, schijnt het soms alsof aan al die dingen nog nauwelijks begonnen is. ANTHONY VAN KAMPEN. men, waarbij kunstmatig een magne tisch veld werd opgewekt. De wichel roedeloper, die niet wist, waar dat veld lag. moest dit veld kunnen aan wijzen. Met een aantal personen ge lukte dat inderdaad. CR WORDT veel beweerd, dat er een nauw verband bestaat tussen het optreden van kanker en de gesteldheid van de bodem. Reeds lang zijn daar over onderzoekingen gaande, waarbij bleek, dat er inderdaad een zeer speci fieke frequentieverdeling bestaat. Ook in Nederland gaat men thans na of er verband tussen (Je bodem en de kan kerfrequentie aanwezig is, waarbij met alle andere factoren rekening wordt gehouden. In Zwitserland heeft men geëxperi menteerd met muizen in een kooi, die gedeeltelijk op een wichelroedebaan geplaatst was. Het grootste deel van de muizen prefereerde buiten deze baan te slapen. Ook kwam in de wi chelroedebaan een hogere frequentie voor kanker voor. Het plaatsen van „kastjes" om de aardstralen te neutraliseren achten de heren van de Amsterdamse stichting onzin. Het is namelijk gebleken, dat als er genezing van een bepaalde ziekte of aandoening, die men aan de scha delijke werking van aardstralen toe schreef, voorkwam, dit het gevolg was van auto-suggestie. In Amerika gaat men op het ogen blik al zo ver, dat men een onderzoek instelt naar de pre-natale invloeden op het embryo. Shakespeare al liet Hamlet zeggen, dat er tussen hemel en aarde veel is, dat de menselijke geest niet bevroeden kan. Er is op dit ogenblik nóg heel wat, dat zich aan het menselijke be vattingsvermogen onttrekt. Doch stuk je voor stukje wordt het terrein der mystiek veroverd, met eindeloos ge duld, met veel inspanning en.., met veel teleurstellingen. NAAR VASTE GROND Geestelijke waarden, kwesties van geloof en levensopvatting, dingen die de diepste kern van ons wezen en on ze relatie tot de eeuwigheid aangaan, zijn altijd in de eerste plaats van per soonlijke aard. Toen de profeet Na- than naar het paleis van David kwam om de koning onverbloemd en met heilige toorn de les te lezen over zijn schaamteloze zonde met Bathseba, donderde hij zijn soeverein in het ge zicht: Gij zijt die man! En hij kon en hij mocht dat zeggen, omdat boven de aardse koning de wet stond van Hem, die een Koning der koningen en een Heer der Heren is. Niemand dei mensenkinderen, of hij koning is oi loswerkman, hoogleraar of eenvoudig, van geest, ontkomt aan de persoonlijk, verantwoordelijkheid, die hij draag voor iedere uiting van zijn leven. Er bestaat een schilderij van Jezus, zijn beroemde Bergrede uitsprekend. Wie dat schilderij voor het eerst ziet zegt onwillekeurig: dat is fout. Want toen Jezus zijn Bergrede hield was hij omringd van zijn discipelen en van een ganse schare belangstellende toe hoorders. En op dat schilderij zit Je zus alléén, en kijkt naar ieder, die het schilderij beziet. De kunstenaar heeft dit bedoeld te zeggen: Wat Jezus zegt, zegt hij tot u. tot ieder die stil houdt voor dit doek en die even de tijd neemt om het kunstwerk in zich op te nemen. Een wonderlijke predi king! Een preek met één thema, een preek met één „toepassing": Jezus komt tot de mens persóónlijk. Het evangelie is niet een kwestie van de massa, van de een of andere bescha- ving, van de een of andere natie. Het is een zaak van de individuele man, van de individuele vrouw. Gij zijt die man! Gij zijt die vrouw! Dat is de telkens en overal weder kerende oproep, de overal hoorbare waarschuwing. Onze verhouding tot de vragen van God en eeuwigheid, tot de vragen van levensinhoud en le vensrichting, is een bij uitstek per soonlijke. Overal eerder dan hier kan er spra ke zijn van het afschuifsysteem Over al eerder dan hier mag er sprake zijn van struisvogelpolitiek. Want: Godi zal alle dingen aan het licht brengen, e1*z/L,®°?d' ,hetzii hwaad. Ieder mens schrijft de balans van zijn eigen le ven - en de finale eindconclusie wordt niet getrokken door roddelende mede mensen, door de beste stuurlui, die al tijd aan de wal staan, niet door de officiële hogepriesters van onze da gen, maar door Hem, die het eeuwig licht bewoont en die niet aanziet he geen „voor ogen is". mP°d Z1fet hart aan. Hij kent de mens beter dan de mens zichzelf kent. En dit is het beste van het evangeli- tn, En klnderen kent in Chris- fie strikt erpeVrsoonVlljk -'het01"hoofd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 9