Hoboken's Hollandse bakker en
culinair ambassadeur
-
LofderTechniek
Wetenschappelijke vorsers
in de tuin der mystiek
Rallye-rijders zonder glorie
4
Zijn kletskoppen en Jan Hagel
verdringen de „doughnuts"
HAMEA
Getuige
AMSTERDAMS PODIUM
Gafé in de
tuw-bbtad
Persoonlijk
August Zeiler: Getuige met smaak
Suikerbeestjes waren het
begin van carrière
OP HET MATJE
GHEDENCKKLANCK
Interessant onderzoek van Amsierdamse stichting
Het wezen van aard
stralen
Kosmische invloeden
Bodemgesteldheid en
kanker
S'ii iïïïïe«r]<ikï beke"-
ZATERDAGAVOND
(Van onze correspondent te New York)
JJIT wordt een huiselijk praatje. Het is voortgevloeid uit de klacht van een
V-Jïïl r,ek" Nederland, dat er „in dit grote land niet één lekker
koekje or stukje chocolate krijgen is waarmee hij prompt onze Amerikaanse
n ??voe"f»e, _'anPe tenen trapte en het na-kantoorse leven van zijn
gastheren in eén van die pijnlijk, semi-diplomatieke impasses bracht. Wat zegt
nen in een dergelijk geval, wannéér het hart naar moorkoppen verlangt, doch
de beleefdheid verplicht de schalen van de etiquette in evenwicht te houden?
Wu voelden ons in een moeilijk parket gebracht, een culinair vossehol in het
niemandsland, waaromheen de Veldslag Om Het Koekje woedt. Er is tot dus
verre nog geen beslissing geforceerd. En een neutraal scheidsrechter, ijlings uit
Hoboken (een haven-voorstad van New York) ontboden, heeft de moeilijke
uitspraak gedaan, dat beide partijen gelijk hebben.
Mtt Crèmo HAMEA gezonde zuivere
huid. Met HAMEA Gelei goed verzorgde
handen. In dozen en tuben 47-93 ct.
Het is de Hamamelis die het 'm doet
(Advertentie. Ing. Med.)
De dikke man, die op de getuigen
bank zat, had 'n grinnekend plezier in
de zitting dat was in ieder geval
duidelijk. Het was goed, dat er ten
minste iets duidelijk was, want de
zaken Jparen vreemd en onbegrijpelijk
als de orakelspreuken van een Congo-
dokter. Er was herrie geweest en er
waren klappen gevallen op een feest
avond, waarbij de verdachte Karei W.
(geheten Karei de Kale), nadat er een
gestolen fiets en een weggehaalde
zaklantaarn ter sprake waren gekomen,
het woord en het initiatief had ge
nomen. Althans: dat zeiden drie ge
tuigen. Maar drie anderen verklaar
den met de beslistheid van secte-leiders
dat Karei het slachtoffer van aggressie
was geweest: Lange Bassie had 'm
tegen de benen geschopt, onder de
tafel door.
Nu, de rechter zat er mee, want de
aanvaller wordt gestraft, maar er
Iwerd van twee kanten zelfverdediging
gepleit en dat werkt zo verzachtend
als vaseline op een schaafwond.
Ware het bij Karei en Bassie ge
bleven: het zou half-om-half geworden
zijn. Doch eilaas: het duel was later
op het plein voor de tapperij uit
gedijd tot een veldslag met alle wa
penen, hetgeen vier additionele klagers
en beklaagden voor de balie bracht
die wederkerig tegengestelde verhalen
vertelden. Er werd gelogen maar
waar en hoe?
Toen kwam de dikke man-met-het-
plezier. Hij hief twee vingers als
worsten in de lucht en zei vrolijk: „La
'k het effe haarfijn uiteenlegge, want
ik sting op 't balcon en keek omlaag".
U zag niet wat er in 't café ge
beurde?
De man knikte heftig, als ware hij
bevreesd dat hem tekort zou worden
gedaan in zijn kwaliteit van getuige.
„Éérst was ik omlaag in 't café, maar
toen zij naar buite ginge, ging ik om
hoog. Ik zee: zoek het hoger-op Janus,
want hier beneje is het niet!" En de
dikke man vond dat zo verwonderlijk
geestig van zichzelf, dat hij zich klet
send op de knieën sloeg.
De rechter negeerde dat en vroeg:
Wat gebeurde er in het café?
As Karei nou hier sting en Bassie
stong daar waar Uwedelachtbaarheid
zit terechte, dan stonge daar die an
dere persone en daar het klussie van
Róoie Koossie. Nou zee d'r een: de
vent die me fiets gestole heef' is hier
en toen zee d'r een andere: Mot je mijn
hebbe, vuile stinkerd, waar is me zak
lamp gebleve? Dat zee die.
Wie zeiden dat?
Al sloeg u me nou hartstikke
dood, ik weet het niet. Ik verslikte me
net in me bier en dan krijg je trane in
je oge, dat overkomp de beste.
En wie begon er toen te slaan
Al Het u me nog vóór twaalve op-
knope, ik weet het niet. Ik zee net
tege me maat: het bier is Weer best en
hij zee: je zus op een houtvlot en zo
doende kon 'k niks zien van 't lachen.
Ik stong er met me rug naar toe.
En op 't balcon?
Dat wou 'k net uitlegge: die
straatlantaarn was al twee weke ka
pot, daar wordt maar niks an gedaan
voor je dure belastingcente, bij de
burgemeester brande d'r twee. Nou,
affijn, dat wier bakkelije. daar wtere
knoerte van klappe uitgedeeld, dat kon
'k hore.
En zien?
Da's nou juist het belatafelde met
permissie, maar ik zag een heleboel
deining in de donker, maar wie d r nou
sloege, nee, al moest 'k er voor ge
wurgd worde, dat k.on 'k niet 2len-
U staat onder ede, zei de rechter
strena
Daarom juist, repliceerde de dikke
met een serafijnse glimlach.
Het duurde nog een dikke drie
kwartier, want de rechter beet zich
vast in de zaak. En met veel trekken
en schudden kwam er orde m de chaos
de waarheid verrees, schoon gedeukt
en gehavend. Karei en Bassie kregen
veertien dagen retraite en vyf aderen
zullen bijdragen in de baten va
's Rijks schatkist.
Achter elkaar ging het stel de aeur
uit, het was een complete uittocht
uit Egypteland. Maar de dikke man
kwam het laatst, hü straalde van pie
tier. KAREL.
J"\EZE scheidsrechter weet althans
waarover hij het heeft. Het is
August Zeiler, Enkhuizenaar van ge
boorte, die sedert 1935 naam en faam
heeft gemaakt onder de Nederlandse
kolonie in en om deze metropolis als
„de enige Hollandse bakker".
De Nederlandse bakker van Hoboken
(„Holland Pastry Shop" heet de win
kel) is inderdaad een unieke instel
ling. Wanneer ge het consulaat In New
York om 3000 namen van Nederlanders,
die over het gehele land verspreid zijn,
zou vragen, dan zou het voorhoofd van
Baron De Vos van Steenwijk zich wel
licht wat fronsen. Maar August Zeiler
heeft een tot in de détails bijgehouden
lijst van Nederlanders, aan wie hij re
gelmatig de heerlijkste versnaperingen
van zijn bedrijf per post stuurt. „Mijn
vrouw weet precies hoe zij een bote--
letter of een paar pond koekjes zó moet
verpakken, dat ze niet breken", vertelt
hij. „Wij hadden laatst een mooie op
dracht om Hollands gebak naar
Johannesburg te sturen; een andere
zending ging, ook per boot, naar
Curagao".
Per ongeluk
AUGUST en mevrouw Zeiler zijn, vol
gens hun eigen zeggen, min of meer
per ongeluk in de bakkerij verzeild
geraakt. „Ik was voorbestemd om in
het hotelvak mijn levenspad te bewan
delen", vertelt de 59-jarige eigenaar
van de Holland Pastry Shop. „Ik weet
niet meer, hoe het kwam. maar ik be
sloot te veranderen. Bij Van Tiel 'He
rengracht, op de hoek van de Keizers
gracht in Amsterdam) kreeg ik een
goede baan. Daar leerde ik mijn vrouw
kennen. In het begin van de twintiger
jaren schreef een Nederlandse kennis
in New York mij, dat het geld hier op
straat lag. Zoiets wil je dan natuurlijk
zien. Eerlijk gezegd: het lag er niet.
De eerste jaren hebben wij het bar
moeilijk gehad. Ik begon als bediende
bij een bakkerij te werken. Dat was
wel nodig, want het is een geheel an
der bedrijf dan bij ons. Ik heb in me
nige banketbakkerij gewerkt, waar de
knechts nooit een ei of een ons boter
hebben gezien. Gekleurd vet en plan
tenboter werden gebruikt. En dan
wordt er nu nog heel veel ge
bruik gemaakt van een bakmiddel, dat
sterk doet rijzen, waardoor de Ameri
kaanse koper het gevoel krijgt „veel"
voor zijn geld te krijgen. De Ameri
kaanse smaak eist ook een veel zoeter
product. Men stopt zelfs sterk suiker
houdende stoffen in wittebrood.
Ik spaarde naarstig en zo begon ik
tegen het eind van de twintiger jaren
een eigen banketbakkerij, die uitslui
tend aan de winkels leverde. Maar in
de „beurskrach" van 1929 gingen heel
veel van deze zaken mee ten onder en
ik bleef met de uitstaande vorderingen
zitten. Wij moesten weer van voren af
aan beginnen wéér als knecht.
Export-pioniers
MU was er in Hoboken een „Holland
Store". In mijn vrije tijd bakte ik
voor de eigenaar banketletters en ik
maakte suikerbeestjes. Dat is eigenlijk
het begin geweest van de „Holland
Pastry Shop", die wij in 1935 openden".
Hoboken was een goed punt voor de
Zeilers. Hun zaak ligt vlak bij de pier,
waar de schepen van de Holland-
Amerika Lijn liggen. Het zit er vol
met eerste en tweede generatie Ne
derlanders en voorts wonen er tal van
Belgen en Italianen, die de Europese
bakwijze waarderen. De Zeilers hadden
daardoor een aardig afzetgebied op
deze internationale markt. Bovendien
namen zij het initiatief om tal van Ne
derlandse producten in te voeren
lang voor er van een export-campagne
sprake was.
Nergens in héél New York kan men
capucijners krijgen behalve bjj Zei
ler, die gedurende het afgelopen jaar
in zijn winkel 21 ton verkocht. Hij ver
koopt per week 300 pond kaas, een
behoorlijke hoeveelheid zoute drop,
ontbijtkoeken, blikgroenten uit Neder
land en allerlei andere producten, die
men zich uit zijn kinderjaren herinnert,
thuis-gebakken speculaas en taai-taal.
Langzamerhand begin ik tevens een
vgste Amerikaanse cliëntele te krijgen",
zegt de heer Zeiler. „Je kunt ze dus
klaarblijkelijk wel opvoeden in onze
smaak.
Lekkernijen-centrum
kei voor deze het nest uitvliegende Ne
derlanders een centrum blijft".
De Zeilers zijn er erg trots op, dat
de Nederlandse Ambassade elke 5 De
cember en vaak ook op andere Neder
landse feestdagen, grote bestellingen
plaatst. De Historical Society, een ge
nootschap van Amerikanen, wier voor
ouders uit Nederland stammen, bestelt
één keer per jaar Nederlandse snuiste
rijen voor een jaarfeest. En menig Ne
derlands functionaris in New York
stapt regelmatig de winkel van de Zei
lers binnen.
De bakker en zijn vrouw zijn door-
e.i-door Nederlands gebleven. Dat is de
taal, die zij thuis blijven spreken. Sedert
1935 zijn zij niet meer in het oude land
terug geweest. Maar onmiddellijk na
de bevrijding zonden zij grote pakken
met cake en brood en kleren naar
familieleden in Nederland.
Hun winkel is inderdaad een uniek
centrum. „Ik geloof", zegt August Zei
ler, „dat deze zaak best had kunnen
worden uitgebreid. Maar in dit land is
het vaak gevaarlijk om groot te gor
den. Dat vergt te veel geld. Wij hebben
ten slotte, na de moeilijke aanvangs
jaren, ons brood weten te verdienen.
De heer en mevrouw Zeiler, de
Nederlandse bakker in Hoboken,
die in Amerika in de eerste plaats
voor de Nederlandse kolonie, maar
ook voor rasechte Amerikanen
Hollandse lekkernijen bakt.
(Een klinckert met inghebouwde luydspreecker en voorzien van vitamienen)
UOE diekwerf streckt' de weetenschap het Menschdom togh tot Heyl!
Hoe snel steegh 't menselyck vernuft togh immer myl na myl!
Dra had men 't vuur of 't kruyt was daer en toen het Vliegmachien,
en na de Boerenbooter quam hoera! de Margarien.
En noyt of nimmer was men 't moe' steets voort gingh de technieck.
Het stuck pampier quam in de plaets van d' oude, zilveren Pieck.
Daer vonden ze weer kousen uyt, die ghansch onsichtbaer syn:
Een bloote kuyt en tdch niet bloot; onkuyschheyt naer den schyn.
En polshorloges vondt men uyt: formaet een speldenknop
Daer kyekt men deur een mikroskoop of een Vergrootglas op!
En damesmantels sagh ick oock: de nieuwste stof en snit.
En heerlyck warmAlleen wat geck, dat er gheen kraegh op sit.
Doch mantels draeght men veur de leut en niet veur Kou' en Wint.
Weshalve ick d' afweezigheyt van knoopen lógisch vind.
De heerensocken syn soo kleyn, dat 'ck lappen windsels draeg.
Want mooye socken en toch koutwel, dat heeft nyemant graeg.
Cortom we techniseeren dóór. Tot -Hes is geweest.
Dan plooit sigh weer het dierenvel om onzen naeckten Leest.
D' Atoombom heet dan knusjes „Knods" en „steun" is dan weer:
Wellicht vindt men In sulck een tyd oock wel de Vreede uyt.
,buyt"
THOMASSIUS.
(Van onze speciale verslaggever)
IK HEB mijn bed verzet! De aardstralen kwispelden des nachts wellustig om
mijn armen, mijn schouders en mijn hals, zodat ik steeds met spierpijn in
mijn rug en mijn ledematen opstond. Nu had ik eerst wel wat kunnen gaan
mieren met een geheimzinnig kastje, dat de stralen neutraliseert, maar het
verplaatsen van het ledikant was goedkoper. Op een bepaalde strook door m(jn
huis gaan de plantjes dood; zij willen er althans niet zo goed groeien als op
andere plaatsen. Het bed en de plantjesvolgens mijn huisgenoten onweer
legbare bewijzen, dat stiekeme aardstralen hun boze spelletje spelen. Die
dingen schieten tegenwoordig overal als paddestoelen uit de grond. En „men"
schrijft er een heilloze invloed aan toe. Ze werken ziekte in de hand; de kat
en de hond vertikken het om zich op sommige plekjes behaaglijk neer te
vlijen; planten in de tuin kwijnen; koeien en paarden kunnen op bepaalde
plaatsen in hun stal niet slapen en verliezen alle levenslust.
(Advertentie, Ing. Med.)
TN AMSTERDAM is gevestigd de
„Stichting ter bevordering van de
psychische physica", een instituut, dat
de talrijke levensverschijnselen bestu
deert, die niet terug te voeren zijn tot
chemische processen. Vooral de zoge
naamde para-normale verschijnselen
hebben daarbij de aandacht dat zijn
bijvoorbeeld de telepathie, de helder
ziendheid, de typische eigenschappen
van de wichelroedeloper en de su
per-sensorische gevoeligheid, weer zo'n
vreemde uitdrukking, die in eenvoudi
ge taal overgezet betekent: de regis
tratie van prikkels, die niet door zin-
tuigelijke waarneming overkomen.
Wat de super-sensorische gevoelig
heid betreft, gaat men uit van de we
tenschap, dat het menselijk lichaam is
opgebouwd uit cellen, bestaande uit
protoplasma, dat electrische eigen
schappen bezit. Om elk mens bevindt
zich daardoor een electrisch veld, dat
in staat is uitwendige prikkels te ont
vangen. De electrische lading der cel
len is te meten. Er is een voortdurende
werking tussen de electrische velden
boven en onder ons en dientengevolge
ook tussen deze velden en het electri
sche veld, dat zich om de mens bevindt.
MEN MEENT door proeven gevonden
te hebben, dat kosmische factoren
invloed hebben op gebeurtenissen op
aarde. De geleerden laten deze ontdek
king vooralsnog voor wat zij is. Wel
is uit onderzoekingen gebleken, dat
zonnevlekken de electrische velden op
aarde beïnvloeden, wat dan weer zijn
weerslag heeft op andere dingen. In
Amerika vond men, dat bepaalde pla
netaire standen invloed uitoefenen op
de korte golf-ontvangst.
Het wichelroedeverschijnsel is door
de stichting in Amsterdam serieus be
studeerd. De draaiingen in de wichel
roede ontstaan, zo stelde men vast,
door spierspanningen in de armen, die
uiteraard opzettelijk veroorzaakt kun
nen worden, doch ook het gevolg kun
nen zijn van invloeden van buitenaf.
In de practijk sloeg op dezelfde plaats
de wichelroede van acht van de dertig
lopers uit. Men heeft een proef geno-
W- KWAMEN van Utrecht en ons doel was Amsterdam. We waren er bijna.
De lichten van Amsterdam stonden flauw en wazig bij elkaar; dat kwam
omdat het al bijna ochtend was. Achter de wolken en vanonder de damp ver
rees Amsterdam. Nog een half uur en de zon zou doorkomen. Ergens langs de
auto-heirbaan gloorde in een huisje wat licht. Dat huisje was een van die
spaarzame nachtelijke karavanserais, speciaal in stand gehouden voor diegenen,
die 's nachts langs de weg zijn. Chauffeurs-café's. Omdat we ons realiseerden,
dat het moeilijk zou zijn zo vroeg in de morgen koffie in Amsterdam te krijgen,
stopten we de wagen en gingen daar naar binnen. Ik was er nog nooit geweest.
Van buiten gezien leek het niet veel zaaks, maar het zwart van de nacht en
het grijs van de nauwelijks aanrijpende morgen zijn barmhartig. En tenslotte
was daar dat bordje: „De koffie staat klaar". Er is geen uur, tussen al die vier
en twintig uren, waarop het menselijk lichaam zó smeekt en kermt om koffie,
als in dit uur.
IJET stonk er van binnen naar ver- verkeer is, denk ik. Omdat je 's nachts
n schaald bier, oude rook en as. Er sneller opschiet. Ze waren misschien
hingen wolken tabakswalm. Langs de allemaal, zoals ze hier zaten, de avond
wanden de opgewekte gezichten van de te voren, of in het begin van de nacht,
glamourgirls, die elk een bepaalde ergens vandaan vertrokken. En na al
drank propageerden. De liefste, mooiste die uren zaten ze hier aan hun eerste
en verleidelijkste gezichtjes ter werelif, kop koffie.
maar niet daar, in dat uur- LIET BEELD van dit kleine koffiehuis
Langs de vier muren van dat koffie- H met die Elaperige, vermoeide, zor-
huis zaten de mensen. t - ggjyjjg mensen deed me aan iets den-
lemaal chauffeurs zijn, want buiten g J eerder had gezien
D^^r^hnn1 W°uurdeIrsVr t3U of meegemaakt. Hetzy in hef buit™
Een ptar waren bezig met kaarten, land langs een der grote autostrada's,
wnnrrt kil hetzij misschien alleen maar in een
fe s^ekem Haasf automatisch vfelen Franse film. zich afspelend in een der
de kaarten neer, om direct daarna weer
ritselend te worden opgenomen. Het
deed me een moment denken aan een
kaartspel, gespeeld door twee mario
netten.
De anderen hingen op hun stoelen.
Eén sliep, een ander zat met grote, wijd-
opengesperde ogen zo maar ins Blaue
hinein te staren. Hij keek naar alles en
zag niets. Er was een jongen, nauwe
lijks twintig, die diep in gedachten (of
misschien volmaakt gedachtenloos, dat
kun je nooit bekijken), in z'n koffie zat
te roeren. En de twee laatsten zaten te voorsteden van Parijs. Maar dat beeld
fluisteren. Ze deden dat nogal geheim- had op de een of andere manier alles
zinnig en als je niet beter wist, zou je te maken met menselijke zorg en men-
kunnen geloven, dat ze even tevoren selijke teleurstelling,
een schat gevonden hadden, of een Mijn vriend en ik dronken onze
rijke goudader afgeclaimd. koffie, en twintig minuten lang'bekeek
Bij dat alles was één ding, dat me ik die gezichten. Wat waren ze grauw
opviel: hoe vermoeid al die mensen er en oud, hoe hard en genadeloos stond
uitzagen. En niet alleen vermoeid, daar het leven in gebeiteld! Er was
maar lusteloos, ongeïnteresseerd, pas- er niet één, die blij en glorieus in de
sief. Ik denk, dat de meesten er een wereld stond. Het waren allemaal ver-
zware ruk op hadden zitten en dat hun, moeide, norse, onuitgeslapen mensen,
vrouw, die voor een hele gemeenscnap dit uur, de moed ontbrak Amster- En tóch waren het stuk voor stuk
van 15 Nederlandse gezinnen voor ffe -
„ULKE week komt er uit een klein
t-1 dorpje, 60 k.m. hier vandaan, een
van 15 Nederlandse gezinnen voor ue binnen te rijden zonder de troost mensen, dat wil zeggen: elk van hen
hele week aan lekkernijen komt kopen, ®fï|i kop hete koffie. was het grootste wonder van de schep-
Het verbaast telkens opnieuw, dat *le q de komende morgen, ston- nme
Nederlanders, die zich in Amerika va. Bu -H-s - -■
ti«en zich zo snel over het land verjon
spreiden. Duitsers en Italianen blijven ?a"g
veel meer in grote groeper
klitt sch;'t
-ens. De trucks met aan- Het is niet zo plezierig als men daar
in zware transporteurs. 0ver gaat denken, onder de rook van
iY WaaY l,ts van het ene ein- Amsterdam, in zo'n groezelig, verloren
"aar r. rr het andere rijden, nachtcafé op de grens van het land en
X? overdag te veel de stad. Want deze mannen, die chauf
feurs, zouden nog jaren op hun wa
gens door de nacht rijden. En ze zouden
altijd weer terugkeren in dit soort te
huizen, deze armzalige karavanserais
langs de heirbanen van het moderne
verkeer.
Er was niets romantisch aan, niets
betoverends, niets opwindends. Het wa
ren de slaven van de eindeloze wegen,
die dwars door dit land gelegd zijn,
opdat een snel transport mogelijk is.
En niemand kent ze. Niemand weet
iets van hun bestaan. Het is het ver
geten peloton. Het zijn de rallye-rij
ders, die niemand toejuicht. Ook al
leggen ze honderdduizend kilometers
af. Het zijn de vrachtrijders zonder
glorie
MEN BEWEERT tegenwoordig dat de
arbeiders het zo langzamerhand pa
radijselijk voor elkaar gekregen heb
ben. Maar dat dit geldt voor deze on
bekende gezellen van de nacht wil er
bij mij niet in. Daarvoor zagen deze
mannen er te vermoeid en te verloren
uit. Bij niet één was een enkele flits
van vreugde te bespeuren. Ze zaten
niet, ze hingen. Ze sliepen niet en ze
waren niet wakker. Ze waren geen
toonbeelden van ongeluk en ze waren
niet gelukkig. Ze bezaten geen grein
spectaculairs en ze zouden nooit in het
nieuws van de grote auto-wedstrijden
en rallyes komen. Als ze een enkele
maal wél in 't nieuws komen is dat
omdat er sprake van een vernielde wa
gen is en een ziekenauto. En daar blijft
het bij.
We stonden op en vertrokken weer.
Buiten stond de morgen als donker
parelmoer boven Amsterdam. De lich
ten waren bezig te doven. Een zee van
ochtendnevel schoof over de hoofdstad.
Kil, nat en grauw stonden de grote wa
gens buiten. Een kudde levend-dode
beesten, die kort daarna weer voortge
jaagd zouden worden door de wachten
de rallye-rijders die nog binnen zaten.
Geen van hen zou zich waarschijn
lijk verheugen aan het wonder van de
opnieuw uit parelmoeren licht geboren
jonde morgen. Geen van hen zou waar
schijnlijk het rijpend leven in 't groen
der bermen zien. Ze zouden er geen
deel aan hebben, omdat ze te vermoeid
waren. En tóch was elk van hen het
schoonste, wonderlijkste wezen van de
schepping.
We spreken zo veel tegenwoordig
over het geluk der mensen. Er zijn zo
veel congressen, meetings en demon
straties. Er wordt, hier in Amsterdam
en daar in alle wereldsteden, gespro
ken over de rechten van de mens en
het geluk der massa.
Op een nauwelijks geboren morgen,
aan de grens van 't wijde land en Am
sterdam, schijnt het soms alsof aan al
die dingen nog nauwelijks begonnen is.
ANTHONY VAN KAMPEN.
men, waarbij kunstmatig een magne
tisch veld werd opgewekt. De wichel
roedeloper, die niet wist, waar dat
veld lag. moest dit veld kunnen aan
wijzen. Met een aantal personen ge
lukte dat inderdaad.
CR WORDT veel beweerd, dat er een
nauw verband bestaat tussen het
optreden van kanker en de gesteldheid
van de bodem. Reeds lang zijn daar
over onderzoekingen gaande, waarbij
bleek, dat er inderdaad een zeer speci
fieke frequentieverdeling bestaat. Ook
in Nederland gaat men thans na of er
verband tussen (Je bodem en de kan
kerfrequentie aanwezig is, waarbij met
alle andere factoren rekening wordt
gehouden.
In Zwitserland heeft men geëxperi
menteerd met muizen in een kooi, die
gedeeltelijk op een wichelroedebaan
geplaatst was. Het grootste deel van
de muizen prefereerde buiten deze
baan te slapen. Ook kwam in de wi
chelroedebaan een hogere frequentie
voor kanker voor.
Het plaatsen van „kastjes" om de
aardstralen te neutraliseren achten de
heren van de Amsterdamse stichting
onzin. Het is namelijk gebleken, dat als
er genezing van een bepaalde ziekte
of aandoening, die men aan de scha
delijke werking van aardstralen toe
schreef, voorkwam, dit het gevolg was
van auto-suggestie.
In Amerika gaat men op het ogen
blik al zo ver, dat men een onderzoek
instelt naar de pre-natale invloeden
op het embryo.
Shakespeare al liet Hamlet zeggen, dat
er tussen hemel en aarde veel is, dat
de menselijke geest niet bevroeden
kan. Er is op dit ogenblik nóg heel
wat, dat zich aan het menselijke be
vattingsvermogen onttrekt. Doch stuk
je voor stukje wordt het terrein der
mystiek veroverd, met eindeloos ge
duld, met veel inspanning en.., met
veel teleurstellingen.
NAAR VASTE GROND
Geestelijke waarden, kwesties van
geloof en levensopvatting, dingen die
de diepste kern van ons wezen en on
ze relatie tot de eeuwigheid aangaan,
zijn altijd in de eerste plaats van per
soonlijke aard. Toen de profeet Na-
than naar het paleis van David kwam
om de koning onverbloemd en met
heilige toorn de les te lezen over zijn
schaamteloze zonde met Bathseba,
donderde hij zijn soeverein in het ge
zicht: Gij zijt die man! En hij kon en
hij mocht dat zeggen, omdat boven
de aardse koning de wet stond van
Hem, die een Koning der koningen en
een Heer der Heren is. Niemand dei
mensenkinderen, of hij koning is oi
loswerkman, hoogleraar of eenvoudig,
van geest, ontkomt aan de persoonlijk,
verantwoordelijkheid, die hij draag
voor iedere uiting van zijn leven.
Er bestaat een schilderij van Jezus,
zijn beroemde Bergrede uitsprekend.
Wie dat schilderij voor het eerst ziet
zegt onwillekeurig: dat is fout. Want
toen Jezus zijn Bergrede hield was hij
omringd van zijn discipelen en van
een ganse schare belangstellende toe
hoorders. En op dat schilderij zit Je
zus alléén, en kijkt naar ieder, die
het schilderij beziet. De kunstenaar
heeft dit bedoeld te zeggen: Wat Jezus
zegt, zegt hij tot u. tot ieder die stil
houdt voor dit doek en die even de
tijd neemt om het kunstwerk in zich
op te nemen. Een wonderlijke predi
king! Een preek met één thema, een
preek met één „toepassing": Jezus
komt tot de mens persóónlijk. Het
evangelie is niet een kwestie van de
massa, van de een of andere bescha-
ving, van de een of andere natie. Het
is een zaak van de individuele man,
van de individuele vrouw.
Gij zijt die man! Gij zijt die vrouw!
Dat is de telkens en overal weder
kerende oproep, de overal hoorbare
waarschuwing. Onze verhouding tot
de vragen van God en eeuwigheid, tot
de vragen van levensinhoud en le
vensrichting, is een bij uitstek per
soonlijke.
Overal eerder dan hier kan er spra
ke zijn van het afschuifsysteem Over
al eerder dan hier mag er sprake zijn
van struisvogelpolitiek. Want: Godi
zal alle dingen aan het licht brengen,
e1*z/L,®°?d' ,hetzii hwaad. Ieder mens
schrijft de balans van zijn eigen le
ven - en de finale eindconclusie wordt
niet getrokken door roddelende mede
mensen, door de beste stuurlui, die al
tijd aan de wal staan, niet door de
officiële hogepriesters van onze da
gen, maar door Hem, die het eeuwig
licht bewoont en die niet aanziet he
geen „voor ogen is".
mP°d Z1fet hart aan. Hij kent de
mens beter dan de mens zichzelf kent.
En dit is het beste van het evangeli-
tn, En klnderen kent in Chris-
fie strikt erpeVrsoonVlljk -'het01"hoofd