Interview met een Zeemeermi Hengelstokken, simmetjes, akers zijn weer te voorschijn gehaald (A4et droevig slot) Vissen verwijten de vissers veel Welvaartsplan van het N.V.V. wereldkundig gemaakt De verwachtingen hoog gespannen ï's.TSJsrz ra? ^w!Sl^^^t^ZZenveel a,s 'oen mijn vrouwhaar Wurm veroorzaakte ramp onder wedstrijdzwemmers Wij gaan weervissen ZE kwam blijkbaar op haar praat stoel, mijn zeemeermin. Ze sloeg haar weelderige haardos wat terzijde, zodat haar welgevormde kieuwen zichtbaar werden. „Het is alles onzin wat de klok slaat, bij het vissen"; ging ze verder. Als ik een hengelaar aan de waterkant zie staan, maakt die hopeloze figuur altijd een indruk op mij van de grote menselijke vergissing. Immers, hij staat te wachten op iemand die hij nog nooit van zijn le ven gezien heeft. En dan heb je nog allerlei lui, die komen vragen of hij de onzichtbaren soms al gezien heeft.... Motto: De vis wordt nooit zo groot gegeten als gevangen AVO in Noord-Holland BESTUUR VAN DERBY CLUB VEROORDEELD Nederlandse staf oefent in West-Duitsland Industrialisatie en werkgelegenheid MORGEN IS HET DE EERSTE JUNI Het goede voorjaarsweer werkte mee Gezonde recreatie door overheid erkend J Kunst en Cultuur Ballet Jooss komt weer naar Nederland Hima Kesarcodi komt dansen JAN NOLTEN IN DE TOUR DE FRANCE Zweden sloeg Schotland pjEr WAS EEN VREEMDE consternatie, vanmorgen in on-e stille straat Uit 11 alle vensters hingen vrouwen en t_--> straat, uit aevormd riituio dar vit h..-^ te kVke'* naar een' wonderlijk lïztTee Kweldia?schel™»myn '"!«de«r naderde. Het bestond een wagen waren aeworden' dit t wil n v00rzien maren en op die manier Zooetuioen Hk Werd donr twee inktvissen. Volgens voorzien van een alom bekend handeUmlrk,^, r^nTlp d™mZig"oe rêcM«e Waterbewoner was zo zwartdat iedereen h/i.- i Je.rec,-'5e dasiindi&che inkt Ahn ik leaereen hem bekeek voor leverancier van een waar' relaas win pI T te^en/ Doch dit is 0een schertsverhaal hebben geboden odie '"V de rnogelijkheid Och het was eiaenliik 1 T zeemcerm\n te interviewen, óvenina Zn het vUseizoen Zl fv ^pel begonnen. Ter gelegenheid van de hengelen op brasem Danrtn/h deskund'0 artikel schrijven over het jen. tn aaar was _y. Gezeten tn een oester en getrokken door inktvissen Het herring, de glibberige Duitse en de welgevormde Franse haring. Er loopt maar een enkeling tussendoor, die Hollands spreekt. Bovendien kun je de haringen, die jullie nu zo blijmoedig naar binnen spelen, allerminst „nieu we" haringen noemen. Stel u voor, dat men in het vorige seizoen een ha ring heeft gevangen, die een half jaar oud was op het moment van zijn aan houding. Wanneer deze arme bliksem in een vaatje wordt gestopt en nu pas op tafel komt, is hij in feite nieuwer dan een „Nieuwe" haring tdus één van dit seizoen), die reeds twee jaar oud was". UET rijtuig stopte voor mijn deur en ik moet u eerlijk bekennen, dat ik eVen verbaasd was. Ik ging in gedach ten snel na, wanneer ik voor het laatst een onderhoud met de heer Lucas Bols had gehad. Dat moest maanden gele den zijn en derhalve niet meer van invloed op de dag van heden. Toen wreef ik mij de ogen uit. Ja, ik was klaar wakker. Doch hetgeen er voor mijn deur gebeurde liet me weinig tijd om de wonderlijkheid van het leven te overpeinzen. Gracieus en met een souplesse die mijn pen weigert te be schrijven verliet een beeldschone, jon ge vrouw het vreemde rijtuig. Ze schreed regelrecht op mij toe en noem de mijn naam. „Ik ben op uw brief gekomen", sprak ze met een stem die je alleen maar in de dierenfilms van Walt Disney hoort. Sprakeloos voerde ik haar naar mijn werkvertrek en liet haar plaatsnemen. „U wilde mij inter viewen?", vroeg ze. met diezelfde heerlijke stem. Ik knikte, nog steeds niet in staat een woord uit te brengen. „Begint u dan maar", zei ze. Met droge lippen fluisterde ik half beroepsmatig „Wat denkt u van de opening van het visseizoen?" Ze lachte (een geluid als van heel kleine, zilveren belletjes) en sprak: „U houdt zich toch niet met die dwaas heid van het hengelen op?" „Dwaas heid!", werd ik boos. Ze stak een on deugend vingertje op. „Vergeet niet, dat ik als zeemeermin spreek". Ze sloeg haar rok terzijde en toonde me haar zilvergeschubde staart en liet deze even bevallig kwispelen. Ik wend de me af. „O, wij kennen niet die vormelijkheid van de mensenwereld", zei de zeemeermin. „Een staart is niets bijzonders, vooral niet als hij goed ge vormd is. Maar vraagt u verder". „Wat 'is dus het standpunt van de.„ ahem 'waterbewoners ten aanzien van het hengelen?" informeerde ik. Engelse ouwe „HAT het dwaasheid is", kwam ze u prompt. „Laat ik een recent voor beeld geven: de visserij on wat men noemt de „Hollandse Nieuwe]'. Ik ben op dat punt aardig thuis. Wij mijn zeemeerman en ik woonden vroe ger namelijk in de Noordzee. Toen we trouwden konden we een huisje ko pen in een binnenwater, waar we wel wat voor voelden. In de Noordzee zouden we hebben moeten inwonen, want er is een groot gebrek aan woon ruimte. We konden ergens een lege zeemijn betrekken, maar dat is toch niet erg comfortabel, nietwaar? Maar doordat ik in de Noordzee ougegroeid ben. ken ik de haringen van tamelijk nabij. Ik heb zelfs enige tijd verkering gehad met een zekere Pekelharing, .een nette vent, maar mij toch te flauw. Welnu, door mijn contact met ae haringen weet ik, dat ze alles verdie nen, behalve de naam „Hollandse Nieuwe". Immers, jullie bedrijven de haringvisserij op plaatsen waar harin gen van alle nationaliteiten zwemmen. Daar heb je de nogal tanige Britse Lied van de weel< 1 Juni dan begint de pret, De wekker wordt heel vroeg gezet, Het vissersdom springt vlug uit bed, Steekt in het leer zich tot en met, Neemt hengel, pierenbak en net En vangt weer aan te vissen. Een eindeloze karavaan Van auto's, fietsers ziet men gaan, Met tuig en proviand beldan, In hoop ze aan de haak te slaun, Wanneer ze aan de slootkant staan. Doch dikwijls is het missen...J Geen huisvrouw houdt hen meer in huis, Al regent het ook als een sluis, En druipt het water uit hun buts, Dat droogt wel weer bij het fornuis, Aan 't water voelen zij zich t/iuis, Zij kunnen het niet laten. Aan zorgen denken zij niet meer, Zij trekken dadelijk van leer. Lopen al snoekend heen en weer. Of zetten op een kruk zich neer, En houden st&ag de kippenveer En dobbers in de gaten. Ja, 't is weer feest in stad en land. Kijk maar eens naar de wallekant. Daar heeft de jeugd zich neergeplant. Naar echt oudvaderlandse trant, De hengel stevig in de hand. Het is gewoon een plaatje. Welaan dan vissers, rijp en groen. Grijpt weer uw kans tn dit seizoen Wat kunt ge nu toch beter doen En vist ge soms een oude schoen. Kóóp dan. terwille van t fatsoen, Voor moeder maar een braadje. JABSON Visconcours Het gekste gaat het wel toe bij de hengelwedstrijden. Ik herinner me een groot visconcours uit het vorige sei zoen. We woonden toen al in de Ring vaart. mijn man en ik. Op een ochtend zei hij: „Kijk nou eens, Minnie, wat vreemd!" Ik keek en zag vlak voor onze oes ter een hele rij wurmen hangen. Er waren heel mooie bij". Ik onderbrak haar snel met de vraag: „Kan ik u misschien dienen met een regenwurm. We. hebben ze hier in de tuin". „Laat u maar", zei ze, „het is nog vroeg". En dan, haar verhaal voortzettend: „Doch we zagen nog meer dan alleen die wurmen op een rijtje. Naast onze woning, daar waar de familie Karper woonde, was een hele samenscholing van baarzen. Ze hadden het allemaal even druk over die tracfSties, zo vlak voor hun neuzen. „Jongens", hoorde ik één ervan zeggen, „zie je die knapen van wormen? Wie 't eerst bij die grote blauwe is!" Nu moet u weten, dat die grote blauwe worm de laatste van het regiment was en dat ze dus zeker een honderdmeter zouden moeten zwem men vóór ze hem te pakken hadden Daar begon de strijd al. Al gauw bleek, dat de jonge Karei Waterman een overwicht op de anderen had. Hij was veel slanker en zwom bovendien een uitnemende stijl. Hij maakte lange slagen. Ja, hij scheen zich door het water te zuigen. Zijn onmiddellijke sprint had het peloton even in de war gebracht, doch daar maakte zich ook Wim Slijksnuiver uit de eroep los. Met forse slagen kwam hii Waterman ach terop. Deze durfde niet om te kijken en hield zijn doel, de blauwe pier, scherp in het oog. Het peloton was even van streek toen de vermaarde Kees van Wier begon te sprinten. Het was geweldig! Het scheen alsof de an deren stilstonden. Als een mes sneed hij door het water. IN enkele seconden was hij Slijksnui ver en Waterman voorbij. Deze bei den gooiden zich nu geheel in de strijd, hun laatste reserves benuttend. En wat niemand verwacht had> ge beurde. Slijksnuiver, in een ongelofe lijke spurt (opmerkelijk, want hij was nog een jong zwemmer) schoot langs de koploper en raasde regelrecht op de blauwe pier af. Daar had hij hem! Harde dingen ...U kunt zich de schrik voorstel len, toen de anderen de finish plus de kranige Slijksnuiver plotseling in het niet zagen verdwijnen! Maar waar het nu om gaat: daar boven, aan de water kant, werd met veel misbaar een worst uitgereikt aan de vent, die de finish zolang had vastgehouden. Slijksnuiver konden we bezoeken in een leefnet, waar hij zieltogend zijn overwinning betreurde. Dat zjjn harde dingen, me neer! De hengelsport zal ons'nog eens de das om doen. Noem alleen maar het feit. dat verschillende van onze vrien den ontstellend verwaand zijn gewor den door die visserij. Ik bedoel hier de zogenaamde „verspeelde" vissen. Meestal betreft het stekelbaarsjes, die in onvoorzichtigheid een dobbertje van zo'n hengelaar geraakt hebben. In de ziekelijke verbeelding van de henge laar envan zich zelf! want we kennen onze vijanden nemen ze de proporties aan van een weldoorvoede potvis. Hier raak ik het probleem van het visserslatijn ook al zo'n onzin. Die levendige verbeelding van de vis ser verbindt men aan het latijn: een dode taal, die óns echter ik bedoel hier onze vrienden, de vissen in staat stelt te leven!" Na deze woorden, die met kracht waren uitgesproken, stond ze op. Een koninklijk gebaar als van een vorstin, die zo juist haar troonrede heeft ge zegd. „U wilt toch niet vertrekken?", vroeg ik. „Mag ik u misschien de stad laten zien? Het zou zonde zijn als deze prettige kennismaking mijn eerste en laatste contact met zo'n charmante persoonlijkheid zou zijn!" 7E stond even in twijfel. „Is er hier een vegetariërs-restaurant?", vroeg ze. Ik knikte snel. „Laten we daar dan iets gebruiken". Als in een droom vergezelde ik haar naar het restaurant, waar de op dat moment juist dine rende vegetariërs prompt hun plant aardige consumpties lieten weghalen om deze te laten verwisselen voor for midabele porties vij. Een heel oude planteneter vroeg zelfs om een brood je zeemeermin en keek daarbij heb berig naar mevrouw BaarsZeewier. Wij vroegen om een portie dees en terwijl we aten ontwikkelde zich een aangenaam gesprek, voornamelijk ge leid door mijn slanke tafelgenote. „Ziet u", zei ze wat peinzend, ,.ik vraag me wel eens af of ik als meer min mijn zeemeerman meer min dan een gewone zeeman, die ik weliswaar min of meer „min" vind, maar die toch wel minzaam kan zijn. Wij zee meerminnen zijn namelijk meer min dan meermin, als u begrijpt wat ik bedoel". Ik toonde een goed verstaan der te zijn en sloeg mijn arm om haar heen. „Je bent geweldig!" zei ik, alles om me heen vergetend. En ik voegde er snel aan toe: „Ik ben wel geen zeeman en ook geen zeemeerman, maar ik ben toch meer man...." Ze liet me niet uitspreken, doch trok plotseling mijn hoofd naar zich toe en kuste me. Slecht van een getrouwd man, zult u zeggen, doch gij hebt nooit met een zeemeermin deeg zitten eten. U hebt nooit de koele aaem van een half vis half mens op uw gelaat ge voeld. Ik was in de hemel. QOCH het geluk laat altijd ruimte voor de ramp, zoals naast de he melpoort het gat van rle hel begint. Eén stapje en je ligt erin. De gebeur tenissen volgden elkaar snel op. Er ontstond plotseling verwarring in, het restaurant. In de deuropening 'was een vrouw verschenen. Mijn vrouw.'.'! Met ziedende blik keek ze in onze richting. Haar gebiedende vinger wees naar de grond, vlak voor haar. En ik gehoorzaamde. De planteneters gie chelden en bestelden zalm. Onderweg naar huis heb ik geprobeerd het uit te leggen. Gij. die mijn relaas nu hebt gelezen, gij lezer, begrijpt mijn treu rige toestand Want mijn vrouw ge looft het niet.'.'.' TOM KOOPMAN. In een kortgeleden gehouden tweede vergadering van de Contactraad van de A.V.O.-afdelingen benoorden het IJ, kon uit de rapporten van de afde lingen worden opgemaakt, dat de meeste afdelingen grote activiteit ont plooien. Het „Actio Vincit Ornnia" (bezig heid overwint alles) is de richtlijn voor de sociale zorg voor minder- validen, die A.V.O. nastreeft. Met grote voldoening werd er daar om van kennis genomen, dat nel hoofdbestuur de opvatting van de Con tactraad deelt, dat zo spoedig moge lijk ook in Noord-Holland een provin. ciale raad tot stand moet komen. Dit om in samenwerking met anderen te kunnen komen tot de aanstelling van een medicus-revalidist. Deze zal zien dan speciaal kunnen bezig houden met het bevorderen van de revalidatie van bij A.V.O. ingeschreven minder-vali- i den. Voorts werd besloten het werkge bied van enkele afdelingen uit te brei den, terwijl aan het hoofdbestuur zat worden voorgesteld meer afdelingen ln dit deel van Noord-Holland in te stel len, opdat door een net van afdelin gen, met correspondenten in alle ge meenten, tot in de kleinste plaatsen van Noord-Holland boven 't IJ hulp te vinden is voor een minder-valide, wat ook de aard van zijn mindere validi teit moge zijn. De Amsterdamse rechtbank heeft de vier bestuursleden van de „Derby, club" te Amsterdam schuldig bevon den aan het opzettelijke gelegenheid geven tot het beoefenen van het ha zardspel. De 44-jarige voorzitter van de club L. A. S. uit Badhoevedorp, de 45-jarige J. G. A. van der.V. uit Amsterdam in wiens woning werd gespeeld en de 36- jarige Amsterdamse monteur W. H. M. N„ die nu én dan als croupier optrad, werden veroordeeld tot een maand voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van drie jaar en de eigen, lijke ondernemer D. W. hoorde zich vonnissen tot een maand onvoorwaar delijk. Donderdag j.1. bracht veldmaarschalk A. Juin, bevelhebber van de strijd krachten in Centraal-Europa, vergezeld van generaal Sir John Harding, die on langs is benoemd tot stafchef van de „Imperial Staff". een bezoek aan de staf van de Commandant Strijdkrachten te Velde welke gedurende enige dagen te zamen met Britse en Belgische staven in Duitsland oefent. (Advertentie. Ing Med.) Het Nederlands Verbond van Vak verenigingen heeft thans een wel- waartsplan wereldkundig gemaakt, dat in opdracht van het verbondsbe- stuur is samengesteld door een spe- (Van onze speciale verslaggever) WEER nadert de eerste Juni, de her- opening van het hengelseizoen. De door velen vurig verwachte dag, die een eind maakt aan de wachttijd van twee-en-een-halve maand, die de sport visser wettelijk is opgelegd om de na tuur de gelegenheid te geven zich van de schade te herstellen, die beroep en sport de visstand toebrachten. Naarmate deze eerste Juni dichterbij kwam, werd in menig huisgezin de on rust groter. Zo terloops werden allerlei spullen eens even voor de dag gehaald, een haakje zus bevestigd, of een lijntje zo, een streek lak over het hengeltje gehaald, of zelfs het bootje een fris verfje gegeven. En de perfectionisten onder de sportvissers sloegen er zelfs de handboeken op na voor de samen stelling van het speciale tuigje, dat ze ten slotte met veel zorg afstelden in een emmer of badkuip. Anderen trok ken er al dagen geleden op uit om op een uitgelezen visrijk plekje te azen, teneinde op deze eerste Juni een zo goed als zeker „stekkie" te maken. We hebben ons door een insider la ten vertellen, dat de uittocht van de hengelaars dit jaar enorm zal zijn. In de hoeveel jaar zullen ze het zo tref fen? De eerste Juni op de eerste Pink sterdag. Hoe kunnen ze het zo uitzoe ken. Een ganse vrije dag! En dan nog één voor de boeg op het ogenblik dat hun wettelijk weer de ruimte wordt gegeven, om het vrije veld in te trek ken en zich naar hartelust te wijden aan de zo gezonde en opwindende sport, die tegelijkertijd een kunst is. Dat hengelen gezond is. geen sterve ling zal het durven ontkennen. De tocht naar en het verblijf kan de wa terkant, te midden van de stille en frisse natuur is voor iedereen en vooral voor de stedelingen, de gezondste en vaak ook de goedkoopste tijdpassering. CR is een nieuwe Pachtwet in de maak. Het verheugt de sportvissers, dat daarin aan hen het recht zal worden gedaan, dat hun naar zij menen, toekomt en dat hun in het DuitsePacht- bes luit 1940 werd onthouden. Het is het recht, dat hun als hengelsport-organisaties verleend zal worden om zelf viswater te pachten. Tot nog toe was dit recht voorbehouden aan de kleine kring van beroepsvissers, met wie de sportvissers over het algemeen uitstekend kunnen op schieten. Het ligt nu echter in de bedoeling van rijkswege de wa teren aan te wijzen, die bestemd zijn voor de sport en speciaal voor het beroep. Met het enige voorbehoud, dat de beroepsvisser faciliteiten zullen 'worden ver leend voor de palingvangst in de „sportwateren" en de hengelaar om in de „beroepswateren" met inachtneming van bepaalde re gelen nog wat schubvissen te verschalken. Alzo de erkenning door de overheid, dat de hengel sport toch een niet te onderschat ten factor is voor onze recreatie en valksgezondheid. De vindingrijke hengelaar De afgematte zefiuwen worden hier tenminste een ogenblik rust gegund. LIET.nieuwe hengelseizoen belooft een goed seizoen*te worden. Met weinig vertoon werd het vorige op 15 Maart j.1. gesloten, omdat het een sl»-ht sei zoen geweest was voor de meeste hen gelaars. Meestal waren de weersom standigheden ongunstig en daardoor de vangsten ongewis. Minstens 24 uur van tevoren voelen de waterbewoners, dank zij het in de zijdestreep zetelende centrale zenuwstelsel, of er een depres sie op komst is. Zo'n depressie maakt de vissen traag en lusteloos. Ze hebben er geen behoefte aan voedsel te gaan zoeken, een gewoonte, waar de hengelaar juist gebruik van maakt. Na dat slechte hengelseizoen hebben we dit prachtige voorjaar ge had met constant warm, zonnig weer. In de ondiepe slootjes had het water al gauw de temperatuur, die het lief desspel bevorderde. Het vissenheir is er, zo hebben waarnemers vastgesteld, dan ook dit jaar al heel vroeg bij ge weest om het kuit kwijt te raken. En het zit, om het maar eens populair te zeggen, te wachten op de hengelaars, die met hun wormpjes en deeg de vriendelijkheid hebben om de voedsel voorraad te komen aanvullen, die dit leger weer een beetje op krachten moet brengen. En daarom mannen-en- vrouwen-van-de-waterkant, trek er weer op uit. Maar denk er om, vergeel de acten en vergunningen niet in de zak te steken. En: blijft sportief! ciale commissie. Daarin is niet alleen de industrialisatiepolitiek, doch ook een aantal andere aspecten van de iverkgelegenheidspolitiek behandeld. Men gaat daarbij uit van een analy se van de bevolkingsgroei tot 1965 waarna de aanpassing van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de ver schillende streken van ons land en de emigratiepolitiek ter sprake komen. De opleiding van arbeidskrachten zal vooral van technische aard moeten zijn. Opvoering van de productivieteit is nodig voor welvaartsverhoging, maar zal niet mogen worden gevonden in werktijdverlenging. Bij de loonpo litiek moet rekening worden gehou den met de noodzaak van verhoging der productie. Te ver doorgevoerde nivellering van de lonen is schadelijk voor de productiviteit. Arbeiders dienen een aandeel in de investeringen te hebben en ook moet de overheid meer geld in het bedrijfs leven steken. In de sleutelbedrijven moet zij rechtstreeks deelnemen. Ook wordt in dit verband een meer gedif ferentieerde belastingpolitiek bepleit. In het tweede deel van het 497 blad zijden tellende planboek worden de bestaansbronnen behandeld. Het bekende Ballet Jooss, dat on langs van een succesvolle tournee door Zwitserland terugkeerde, is thans in de oude barok-abdij te Essen-Werden druk bezig met de repetities voor het nieuwe grote ballet van Kurt Jooss „Weg ki de mist" op muziek van Aleida Montijn. De wereldpremière van dit ballet is vastgesteld op 21 Juni in de Opera te Essen. Dit ballet zal ook in de eerste helft van Juli, als de groep-Jooss door tussenkomst van im- pressario Ernst Krauss, naar Neder land komt, in ons land worden gege ven. Voorts zal binnenkort van Kurt Jooss het ballet „Nachttrein" worden gebracht. Op 6 Juli zal het ballet Jooss optre den in het openluchttheater te Bloe- mendaal, o.a. met de balletten „Le Bos- quet" van Hans Züllig, „Fantasie" eveneens van Hans Züllig, „Bal in Oud-Weenen" van Kurt Jooss en het nieuwe ballet van Jooss „Dithyram- bus". Eventueel met een programma wijziging zal op 13 Juli van dit op treden een herhaling worden gegeven. In het najaar gaat het ballet Jooss met elf nummers op een tournee, waarop het opnieuw Nederland zal „aandoen", De Hindoedanseres Hima Kesarcodi, die onder auspiciën van impressario Ernst Krauss zojuist een tournee door Scneveningen maakte med dofofrdawd Scandinavië maakte, zal na een reeks voorstellingen in Joegoslavië, Zwitser- tand en Zuid-Duitsland eind Juni in Nederland optreden. In het kader van het Holland Festival zullen voorstel lingen worden gegeven op 28 Juni in de Kursaal te Scheveningen en op 29 Juni in het openluchttheater te Bloe- mendaal. Jan Nolten heeft het contract voor de Ronde van Frankrijk getekend. Hiermede is Nolten tot het professio nalisme overgegaan en zal dus niet in de Olympische ploeg te Helsinki wor den opgenomen. Voor 30.000 toeschouwers te Stock holm won Zweden, dat tegen Neder land te Amsterdam het niet verder dan een gelijk spel had kunnen brengen, met 3—1 van het Schotse elftal De ruststand was ingegaan met 2—1 voor de gastheren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 3