Vijftig jaar geleden eindigde de Boerenoorlog rs arras Is voorspelling van de uitslag der verkiezingen mogelijk? Het droeve lot van vrouwen en kinderen brak de moed der dappere Boeren Verkiespijn Van Pinksierbloemen en -bruidjes Lieftallige meisjes maakten de straten „onveilig" „Daar is n ereskuld aan Nederland D wat nooit vereffen sal kan word nie Hef werk van hef Insfifuuf voor Publieke Opinie Op_Jpolitiek ierrein heroverd waf op hef slagveld werd verloren GHEDENCKKLANCK De dagen van Oom Paul, Botha, Cronjé en De Wet Twee uitspraken Tot nu toe zeer gelukkig Gebruik ontaardde in bedelpartij °nze corresP°ndent in Kaapstad) Vwerel^ra met nl^'e NiH'r|Sel.ed«en ,lat na oorlog die de gehele tussen Engeland en rle hoia [beroering bracht, vrede gesloten werd Oranie Vrijstaat De hloerii*/ ^V.^afrikaanse Boerenrepublieken Transvaal en met de vrede van Vereen^ifn St"J*die begon, eindigde op 31 Mei 190* tekende Fneeland hehe^rft Ae ondergang van de beide republieken be- geannexee^de Natal en de ree^V °SeBb,lk af' bebSlVe hft refds ontsloten. nE goudvondsten hadden met name 17 Transvaal al te begerenswaardig gemaakt voor het Britse imperialisme dier dagen; de materiële rijkdom der republieken werd hun politieke onder gang. Reeds in de jaren 1880—1881 had de Engelse regering gepoogd, door ge weld de Boeren tot overgave te dwin gen. Maar deze poging was mislukt. In de negentiger jaren, toen de Boeren niet geneigd bleken te voldoen aan nieuwe eisen, werd, onder leiding van de eerste minister van Kaapland de bekende Cecil Rhodes de tweede oorlog voorbereid. De diplomatieke voor zichzelf en hun kinderen hadden Piet Cronjé, Botha en Christiaan de Wet mochten vechten tegen de over macht der Britse legers waren zij ten slotte niet opgewassen. Schitterende wapenfeiten als die van Magersfontein en Spioenkop konden niet verhinde ren, dat de Engelse troepen onder Lord Kitchener steeds dieper het land introkken. Paul Kruger, de oude president, was uitgeweken naar Europa op het Ne derlandse oorlogsschip „Gelderland", dat hem ter beschikking gesteld was door de jeugdige Koningin Wilhel- mina. Vergeefs vroeg hij in Europa om militaire hulp. Men ontving hem vriendelijk, ja met uitbundig enthou siasme en warme sympathie, maar geen der landen van Europa durfde liet op te nemen tegen- het machtige Engeland dier Victoriaanse dagen. Kruger®was niets meer dan een ban neling, wien niets was overgebleven dan zijn onschokbaar geloof in een ho gere Rechtvaardigheid en in de uitein delijke zege van zijn volk. De oorlog nam intussen voor de Boe ren een steeds slechtere wending. De verwoesting van hun boerderijen en het wegvoeren van hun ongelukkige vrouwen en kinderen naar concentra tiekampen 'waarin binnen acht maan den ruim 26000 vrouwen en kinderen een kwart van de bevolking! van honger en ellende omkwamen) maak ten de Boeren moedeloos. De verwoes tingen in hun land en de verliezen aan mensenlevens werden ten slotte zo groot, dat verder strijden onverant woordelijk zou zijn geweest. Op 31 Mei 1902 aanvaardden de Boeren de Britse vredesvoorwaarden. Transvaal en Oranje Vrijstaat werden Engelse kolonies. ganse wereld heeft met het drama van de ondergang der vrije Boe renrepublieken intens medegeleefd. Maar geen land heeft zoveel daadwer kelijke steun verleend als Nederland. Honderdduizenden guldens werden door in allerijl gevermde comlté's bij eengebracht, kleding en goederen wer den ingezameld, drie ambulances wer den uitgezonden en honderden meld den zich aan voor vrijwillige krijgs dienst in de legers der Boeren. Neder, land stond, voorzover het maar enigs zins mogelijk was, achter zijn lijdende stamverwanten in het verre Zuid- Afrika. In het magistrale gedenkboek, dat over deze Tweede Vrijheidsoorlog ver schenen is, leest men dan ook: „Vir die hulp wat die geteisterde Boere tij dens en na die oorlog bij name van die stamverwante Nederland ontvang het, staan hul nakroos vandag nog on der 'n sedelike verpligting. Daar is 'n ereskuld om te betaal wat nooit heel- temal vereffen sal kan word nie". HE VRIJHEID, waarvoor de Boeren in hun oorlogen tegen Engeland vochten, hebben zij hoe radicaal hun ondergang in 1902 ook scheen tóch verkregen. Hun gevoelens van nationale saamhorigheid, versterkt door hun taalstrijd en hun moeizame werk voor eigen cultuur en eigen politiek leven, hebben hun na een halve eeuw van worstelen de meerderheid in het parlement en daardoor de vrijwel ab solute souvereiniteit geschonken. Zij zijn weer de meesters in de gehele Unie van Zuid-Afrika. „De enige kwestie die moet wór den uitgevochten tussen de Hol landers in Zuid-Afrika en het Engelse ras is: wie de macht zal hebben, de Boerenrepublieken of de Engelse kroon". OPPERBEVELHEBBER LORD WOLSELEY IN 1999. „Ek is daarvan oortuig, dat God ons volk vrij sal maak. Die Heer weet sy tyd!" PAUL KRUGER IN 1901. De Engelsgezinden bevinden zich In de verdedigende positie van een min derheid, die er zich van bewust is dat de Boeren op politiek terrein heroverd hebben, wat zij een halve eeuw gele den, op het slagveld, verloren. Eén van de parlementsleden der regeringspar tij, die de wederopstanding van het Boerenvolk heeft helpen verwezenlij ken, is de oud-Nederlander Harm Oost. Hij kwam als jongeman naar Zuid-Afrika om met het geweer in de hand de mannen van Kruger en Steyn te helpen in hun ongelijke strijd en hij heeft, in de halve eeuw die thans voorbij is* krachtig deelgenomen aan het vredeswerk van de politieke, maat schappelijke en culturele restauratie. Zijn aanwezigheid in de Volksraad is een levende herinnering aan de nauwe banden die er tussen Zuid-Afrika en Nederland hebben bestaan. Thansch sien wy Neerlant op syn best. Van bykans alle muren staen vrienden van den goeden wil ons vriendlyck aen te gluren. Daer ginder glundert vader Drees, vlack naest hem staet Jan Schouten alsof se strackjes hant in hant geselligh souden kouten. Wat is dit toch een heerlyck lant, met sooveel goede menschen, die stuck voor stuck voor iedereen het beste souden wenschen! „Meer huysen!" roept een candidaat. „Gheef hogere pensioenen!" En steeds voegt men er kranigh by: „Gheen knollen voor citroenen!" De welvaert van dit goede volck gaet ieder thansch ter harte en elcke brave candidaet staet d' armoede te tarten. Oock roept men ons verwvtend toe: „Uw vorige regeering die sette noyt in 't arme lant de teering naer de neering!" En 't hardtste schreeuwen steets de luy die die regering waren en wéér vertrouwen vragen gaen voor 'n volgende vier jaren. Men heeft 't weer uytsteeckent voor met ieder in den lande en die een swack geheughen heeft klapt nu reets in de handen.... En in een stortvloedt van papier, verdoofd door al die leuzen doet stracks weer Hollant in de bus het briefje met syn keuze. Doch missen doen wy één partij. Die seght: ..Och, beste menschen Hoe wilt ghe van een kickvors toch een baeltje veeren wenschen?...." THOMASSIUS. CVan onze parlementaire redacteur) VOOR een belangrijk deel leven wij in de toekomst; wij zijn bereid te berusten in vele tekortkomingen en ongemakken van het heden als wij maar mogen verwachten, dat het beter zal worden. Groot is dan ook onze nieuwsgierigheid naar nabije of verre toekomst: „Zal ik een man, een erfenis, een betere betrek king krijgen: zal er oorlog, een warme zomer, een prijsdaling komen?" Op velerlei manieren hebben in alle tijden zieners en bedriegers getracht in deze begeerten van het mensdom te voorzien of er misbruik van te maken door de toekomst te voorspellen. En ook nu doen koffiedik, kaartleggen, eilezen en andere meer of minder duistere middelen het nog steeds goed! Gewapend met geheel andere mid delen is in de laatste eeuw de weten schap zich steeds meer gaan bezighou den met de in vele opzichten zo belang rijke „toekomstvoorspellingen", zonder welke goed regeren, verantwoord za kendoen en tal van andere menselijke bedrijvigheden vrijwel onmogelijk zou den zijn. Als een van de vele gevolgen van deze ontwikkeling is sinds kort het „voorspellen" van verkiezingsuit slagen in zwang gekomen. Met de Tweede Kamerverkiezingen in zicht hebben wij ons gewend tot het te Am sterdam gevestigde Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie, teneinde over dit soort „voorspellingen" eens iets meer te horen. „Voorspellingen tot nu toe zeer gelukkig"; „Vóór 1940 kon men in ons land in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Ver enigde Staten niet spreken van een re gelmatig onderzoek naar de politieke opvattingen van ons volk", aldus de heer W. J. de Jonge, een van de beide directeuren van het Instituut, „maar direct na de bevrijding zijn wij ermee begonnen". Het Instituut houdt zich voornamelijk bezig met marktonder zoek; het verkiezingsonderzoek dient onder meer om te laten zien óf en hoe betrouwbaar de onderzoekingen zijn. Over de betrouwbaarheid van dit meisje een met bloemen versierde be ker in de hand hield. De merkwaardigste Pinksterbloem was ongetwijfeld die van de fabrieks arbeiders te Makkum en andere Friese plaatsen. Zeven grote jongens J-JET rondgaan met de Pinksterbloem ontaardde langzamerhand in een brutale bedelpartij. Dit was dan ook de reden, waarom tegen deze rond gangen met strengheid werd opgetre den. Zo werd in 1612 te Amsterdam het „Pinksterblomlopen" verboden, ter wijl de schout met zijn rakkers het recht kregen om bij overtreding, als boete, de ketting of een ander mooi Het Vrouwenmonument te Bloem fontein, dat werd opgericht ter nagedachtenis van de 27.000 vrou wen en kinderen, die in de Britse concentratiekampen de dood vonden. betrekkingen werden slechter en slech ter, de opkomende goudstad Johannes- burg werd in het geheim van wapens voorzien, de Engelsen in die stad gin gen zich steeds meer verzetten tegen de regering van president Paul Kru ger en stelden steeds hoger eisen. Toen de door de Engelsen verwach te revolutie onder de heterogene be volking van Johannesburg echter uit bleef, deed dr Jameson. die adminis trateur was van Rhodesie, op aan stichten van Cecil Rhodes in 1895 een doldrieste en bij voorbaat tot misluk king gedoemde militaire overval. Hij en zijn vrijbuiters werden door de Boerencommando's tot onvoorwaarde lijke overgave gedwongen en daarmee was het gevaar voor de souvereiniteit van de Boerenrepublieken voorlopig afgewend. Engeland zet door VAN dat ogenblik pakten zich de oorlogswolken samen boven Paul Krugers Transvaal en boven de Oran je Vrijstaat, welks president de eer biedwaardige Martinus Theunis Steyn Was. Toen nieuwe onderhandelingen faalden, besloot de Britse premier Lord Salisbury, in nauwe samenwerking met zijn collega's Chamberlain en Balfour, liet vraagstuk door oorlog op te los sen. Gedurende het gehele najaar van 1899 werden troepen en oorlogsmate riaal naar Zuid-Afrika gebracht en toen de Britse regering in October ook een deel van de militaire reserves on der de wapenen riep, stelde Paul Kru ger een ultimatum, waarin hij terug trekking der Engelse troepen eiste. Een paar dagen later sloot de Oranje Vrijstaat zich bij dit ultimatum aan. Temeer omdat juist een jaar tevoren de Britse politieke invloed in Kaap land bij de verkiezing een gevoelige klap had gekregen, besloot Londen snel door te tasten. Er moest, door de kracht der wapenen, een verenigd Zuid-Afrika onder Britse vlag tot stand komen. De dagen van de vrije Boeren republieken van Transvaal en Oranje Vrijstaat waren geteld. Ongelijke krachten 1VE OORLOG, die op 11 October 1899 uitbrak, was een oorlog tussen on gelijke machten. Hoe dapper ook de Boerencommando's onder generaals als O roep mij morgen, moederlief! bij de eerste scheemring op! o morgen is 't een blijde dag, dan stijgt mijn vreugd ten top! Geen schoner is er, moederlief! geen schooner ooit geweest, Want morgen ben ik Pinksterbloem en Koningin van 't feest. JN dit gedicht, dat Jacob van Lennep in het midden der vorige eeuw schreef, is sprake van één van die vele oude volksgebruiken, die nu ge heel of ten dele tot het verleden be horen. Ik doel hier op de Pinkster bloem of Pinksterbruid, die eens de liefelijkste verschijning op het Pink sterfeest moet zijn geweest. In de da gen echter, waaruit er berichten over dit gebruik tot ons zijn gekomen, was het rondgaan met de Pinksterbruid in vele plaatsen reeds ontaard in een brutale bedelpartij, waartegen de ma gistraat door middel van keuren streng optrad. Nu moge de rijmelaar Claas Bruin in zijn „Noordhollandsche Arkadia", droegen daar een jongetje van zes of ding van de Pinksterbloem af te ne zeven jaar op een ladder door het men. Het gevolg was, dat er nog ieder dorp.' De dragers hadden hoge mut- jaar Pinksterbloemen te zien waren, men^eén'groqtè^meidTmet^haar^rony f n op van gekleurd papier met een alleen met dit ^chü, dat z* niet bloem met vertoonen. al hare magnificentie te Onder anderen -vernam zo vol mouches, dat zij veel geleek naar een opgesneden suster met kren ten". vaantje er aan, terwijl hun gezich ten en handen met roet zwart ge maakt waren. Op de ladder nu troon- ur de de Pinksterbloem in een soort tem- Wezen als Pinksterbloemen peitje, dat van latwerk gemaakt was. Het geheel was kwistig met palm- groen en bloemen versierd. Pinksterbloemliedjes het nageslacht bewaard gebleven Het meest bekende is wel: Daar komen wij met de Pinksterbrood aan, Wij komen maar éénmaal in het jaar, JN het Noordhollandse dorpje Zijpe gingen jonge wezen, zowel Jongens als meisjes, in troepjes rond. Een van de meisjes moest de Pinksterbloem voorstellen en was daartoe met ge kleurd en in verschillende figuren geknipt sitspapier versierd. Boven dien droeg zo'n troepje een van twee kleine hoepels gemaakte kroon mei zich mee, die door middel van ge kleurd sits-, goud- en zilverpapier En wie ons niet geven wil werd opgesmukt. Wanneer zij moch- Die kan ons laten staan. ten zingen, werd er een kring ge- In het Noordbrabantse plaatsje maakt rond de Pinksterbloem, terwijl Kuik werd het volgende liedje opge- de kroon op haar hoofd geplaatst tekend: werd. Vierge, vierge Pinksterblom Ook in Beemster en Purmerend Daar komt zij aangegangen, trokken de weeskinderen in de Pink- Met een krans al om haar hoofd sterweek langs de huizen om te zin- En twee gekleurde wangen. gen. Voor het troepje uit gingen een Vrouwtje, als gij niet deugen wilt jongen en een meisje, die beiden 'n Dan zullen wij u verkopen. het wit gekleed waren en een krans Dan gaan we naar het groene Woud van bloemen droegen. De jongen Daar zingen de vogeltjes jong en oud. langer waren opgesierd met kostbare tuigen, bellen, beugeltassen of ket tingen, maar met bloemen, oude lin ten en gekleurd papier, die 't afne men niet waard waren. Hierdoor voel de de magistraat zich gedwongen het verbod in 1635 opnieuw uit te vaar digen. Te Arnhem werd in 1693 hetzelfde £R zijn niet veel van die liedjes voor bepaald op straffe van een goudgul den zilveren munt ter waarde van f 1.40) boete bij overtreding. In Deventer bedroeg de boete zelfs tien gulden. Door al deze maatregelen is de Pinksterbruid in Nederland bijna ge heel uitgestorven. Of dit te betreu ren valt? Deze vraag is ronduit met neen te beantwoorden, al ware het wellicht beter geweest, dit gebruik weer tot zijn oude proporties terug te brengen, namelijk tot een bloemen- feest met een Pinksterbloem als per sonificatie van de vruchtbaarheids- genius. uitgegeven in 1732, naar aanleiding was bovendien voorzien van een met Keert u eens om, draait u eens om, 1.1 .1 -1 e i -'I 1— L Ut<lvn/< „«1 D!>\ n>lilnm van deze keuren al neerschrijven: „Bezwaarlijk is een oud gebruik te ontwennen, Dat honderden van jaaren ging in zwang, 't Gemeene volk laat zelden iets door dwang." toch heeft dit strenge optreden tol gevolg gehad, dat in die streken met Pinksteren de wegen niet langer „on veilig" worden gemaakt door al dan niet lieftallige Pinksterbloemen die het op uw portemonnaie voorzien hebt .i. Schermerhorn en Den Haag ONGETWIJFELD ging men voor- heen in geheel Noord-Holland met de Pinksterbloem rond, doch het meest bekend is wel de Schermer- hornse Pinksterbloem geworden, niet omdat zij zich zo zeer van andere Noordhollandse Pinksterbloemen on derscheidde, maar door de platen, die er nog van bestaan. Zo tekende Ger- rit Schoemaker in het reeds genoem de boekje van Claas Bruin een „Pinxter Blom tot Schermerhorn". die naar oude Friese trant op een burrie staat, die door vier meisjes gedragen wordt. Zij was getooid met niet minder dan 20 zilveren tuigen. 10 zilveren bellen, 3 beugeltassen en 25 kettingen van barnsteen en bloed koraal. In de rechterhand heeft zij een zilveren kommetje om er hei geld in te bewaren, terwijl zij in haa. linkerhand een zilveren fluitje houdt waarop zij blaast onder het inzame len der giften. Ook Den Haag heel' zijn Pinksterbloemen gekend, die ei nogal deftig uitgezien moeten heD ben. Zo staat in de Haagse „Mercu rius" van 1698 het volgende te lezen: „Wederom begint zich de Pinkster bloemen omwonden staf, terwijl het Vierge, vierge Pinksterblom. Deze oude sepia uit 1729, vermoe delijk van de hand van Pronk, toont het ronddragen van de Pinksterbruid in Schermerhorn. soort onderzoekingen is vooral na de mislukking met de presidentsverkie zingen in de Verenigde Staten in 1948 nogal wat te doen geweest. Hoe staat het hiermee in Nederland? „Tot nu toe is het Instituut zeer gelukkig geweest"; de gemiddelde afwijking tussen de „voorspelling" en de werkelijke uit slag is bij elke volgende verkiezing aanmerkelijk lager geworden en was in 1950 minder dan 0,4 procent. De grootste afwijking was in datzelfde jaar minder dan twee keer zo groot. Dit succes betekent echter niet, dat in de toekomst geen aanmerkelijk gro tere afwijkingen zouden kunnen voor komen. De door het Instituut gevolgde methode sluit weliswaar grote, regel matig voorkomende fouten uit, maar geeft toch ook geen volstrekte zeker heid. Slechts twaalf honderd onder vraagden. De door het Instituut gevolgde me thode kan men in verschillende opzich ten vergelijken met de bij het keuren van grote hoeveelheden tabak, kaas, graan of andere waren toegepastewerk- wijze; aan een kleine aantal op de juiste wijze genomen monsters bepaalt men de kwaliteit van de gehele partij. Met behulp van ingewikkelde bereke ningen kan men bepalen hoe groot het monster moet zijn om de kans op fou ten zo gering mogelijk te maken. Teneinde nu de opvattingen van het Nederlandse volk te leren kennen met betrekking tot verschillende onderwer pen neemt het Instituut eveneens „monsters", d.w.z. het gaat volgens een bepaald systeem om uitgekozen perso nen ondervragen. Het is duidelijk, dat hierbij zeer veel afhangt van de ma nier. waarop het „monster" wordt ge nomen. Zo moet rekening worden ge houden met het geslacht, de leeftijd, de burgerlijke staat, de opvoeding, het inkomen, het beroep en de godsdienst, alsmede met de woonprovincie en de woonplaats (grote stad, middelgrote stad of platteland) van de te ondervra gen personen. Het ideaal is uiteraard, dat het aldus genomen „monster" op sterk verkleinde schaal een volstrekt nauwkeurig beeld van het Nederlandse volk geeft. Op het ogenblik heeft het Instituut over geheel Nederland verspreid onge veer vier honderd personen in dienst, die tezamen voor ieder onderzoek slechts twaalf honderd, door hen met inachtneming van nauwkeurige aanwij zingen zelf uit te zoeken Nederlandera ondervragen. Dit wel een zeer kleine aantal verklaart, waarom nog zeer ve len nimmer in aanmerking kwamen met het publieke opinie-onderzoek. Wel moeten bij ieder onderzoek andere personen worden aangevraagd, maar ook zo zou 't honderden jaren duren, voordat alle kiesgerechtigden in ons land een beurt zouden hebben gehad. Toekomstige ontwikkeling Niet alleen een onjuiste samenstel ling van het „monster", maar ook het opstellen der vragen en de wijze, waar op de ondervragers en de ondervraag den aan het onderzoek medewerken kunnen oorzaak van meer of minder ernstige fouten zijn. Uiteraard streeft het Instituut er, mede op grond van ervaringen, opgedaan door soortgelij ke instituten in het .buitenland, met welke het een zeer hecht contact heeft, voortdurend naar deze fouten-moge- lijkheden te verkleinen. Maar dit neemt niet weg, dat bij de huidige stand van de wetenschap fou ten en afwijkingen zich kunnen en ook wel zullen voordoen. De kans, dat het onderzoek van de publieke opinie een» verkiezingen overbodig zal maken, is dan ook op 't ogenblik uitgesloten te achten. Wel houdt dit soort van onderzoe kingen vele, thans nog niet benutte mogelijkheden in zich èn voor de overheid èn voor de sociale en politie ke wetenschappen. Dit zou er toe kun nen leiden, dat in de toekomst de or ganisatorische en financiële opzet van het onderzoek van de publieke opinie grondige wijziging zou behoeven. Het Tnstituut is thans in particuliere han den: cle onderzoekingen worden be taald door industriële ondernemingen en nieuwsbladen, terwijl de regelen van het Instituut het onmogelijk ma ken, dat één onderneming een te grote financiële invloed krijgt. „Een dergelijke grondige wijziging van de organisatorische onzet zal ech ter niet gauw noodzakelijk ziin op grond van een ongewenste beïnvloe ding van de politieke opvattingen van onze kiezers door het .bekend maken van de resultaten van een opinieonder- j0e, '_'s ,<tlrec.^eur de Jonge van oor deel. En hij wijst op de verkiezing van Truman in 1948, nietegenstaande vrij wel alle onderzoekingen die van zijn ■tegenstander voorspelden. In ons eigen land bli.ikt bovendien, dat bij alle re denen. die de ondervraagden voor hun voorkeur voor een bepaalde partij op geven, nimmer de hoop. dat „hun par- eer> goed figuur zal slaan, een rol 'oeelt. Dit laatste pleit stellig voor on- re kiezers, die overigens, vooral in de aren, waarin geen v rkiezingen plaats vinden, maar een matige politieke be- anestelhng hebben! „„y*11' brengt de toekomst op dit zal LT I turmg: h,et opinieonderzoek i zal het ons kunnen leren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 9