Onze „witte
ziel" en haar familie
en
Gevleugelde woorden in de politiek
IVOROL
Late lente op bloemenrijke Alpenweiden
Een dramatisch
soort
leven
EMIGRANTEN IN (2)
Britse „atoomvloot vertrokken
Staatsman moet steeds antwoord weten
TREfKERSIIlM
Honger
Eva s hartroerende
verhalen
Het probleem
Er hina een ijzeren gordiin rond Chatham
Met dr Penney, de man die vrij goed kon rekenen
Bewuste en onbewuste
grappen
GHEDENCKKLANCK
Proberen blijft begeren!
's Werelds grootste
atoomgeleerde
Lied van de weefc
(Van onze correspondent in Kaapstad)
in da" hft zwarte w°nder zijn intrede in ons huis. Ze heette Eva, ze was
""'P0?1® zich al» oen artiste in de keuken. Ha!, die eerste avond
«en op tafel zette zal ik onthouden tot in de dagen van mijn grijze
al! Tas P en v'ees, er waren drie soorten groenten, er waren vreem-
.?!L»?„i *e, En het dessert was een spijze voor vorsten en prinsen,
ik t l VV! k,enren en geuren en vraag me niet, de smaak te beschrijven.
*r i1" over stamelen. We zaten een kwartier stil, want zelfs ons
ulifi u 0nr indruk. Maar toen vroeg mün vrouw, aarzelend als vreesde
ïc Heiligschennis te plegen: Wat zou dat kosten?
TK rook onraad. Hadden we in Hol
land niet jaren lang geleefd volgens
de strikte beginselen van bezuiniging
en vermindering? En had men ons op
de ambassade niet aangeraden, ons zo
snel mogelijk aan te passen aan de
Zuidafrikaanse gewoonten en levens
vormen? Welnu: deze maaltijd was een
eerste cursus in aanpassen! Derhalve
zei ik haastig: Lieve vrouw, onze Eva
heeft natuurlijk al vele jaren bij ech
te Afrikaners gewerkt, zij is een ken
nis van de meid van de neef van een
vriend van de nicht van een lid van
de Volksraad en zij wéét dus hoe het
hoort. Leg het in haar handen. Door
lekker te eten assimileren wij ons met
het volk van dit land. En dat is pre
cies het doel waarnaar we streven.
Dit was een recht woord te rechter
tijd. want mijn vrouw zweeg. Zij kent
mijn zwakheden en verdraagt ze naar
het woord van de Spreukendichter:
haar man goed doende en geen
kwaad, alle de dagen haars levens. En
dat betekende in dit geval, dat Eva
onbeperkt voort mocht gaan met haar
toverkunsten in de keuken.
Maar 's avonds, bij een laatste kop
koffie vroeg mijn vrouw: Hoe moet
ik Eva nu behandelen? Precies als
mijn meisje in Holland? Ze lijkt me
wel een goed kind
Ik zei: De apartheid is een politiek
begrip, gebaseerd op historische fei
ten en gericht naar maatschappelijke
principes en economische verhoudin
gen en binnen dit kader zijn de per
soonlijke relaties een zaak van indivi
dueel inzicht en tactvol beleid. Wie dit
voor ogen houdt zal de rechte wegen
vinden.
Het bleef enige ogenblikken stil.
Toen zei mijn vrouw: Dank je wel,
dat is erg duidelijk. Nou weet ik het
precies!
Daarna gingen we slapen. Een te
vreden gezin van geslaagde immi
granten, zes weken na aankomst in het
nieuwe vaderland.
Eva vertelt....
QP de tweede dag vertelde Eva haar
geschiedenis. Het verhaal van een
dramatisch leven, vol diepten van el
lende en oceanen van rampspoed en
onheil. Mijn vrouw was diep onder de
indruk.
Stel u voor: een meisje dat op zes
jarige leeftijd binnen twee weken
haar vader en haar moeder verliest.
Arme wees in een wrede wereld. Een
tante neemt haar op. beult haar af,
mishandelt haar. Een andere tante
haalt haar weg. maar laat haar hon
geren. Omdat ze geen andere tantes
meer heeft, hongert ze tot op de dag
van vandaag. Kleren heeft ze niet. het
geld dat ze verdient wordt door tante
in dronkenschap verkwist. Angst en
armoe beheersen haar eenzame leven.
Die middag trok mijn vrouw de stad
in en kocht schorten en mutsen en
schoenen en een jurk. Voor Eva. En
nog diezelfde avond konden we erva
ren .welk een dankbaar hart ons
zwarte wonder had; wij kregen soep
en vis en vlees en rijst en drie soor
ten groenten: het dessert was een
droom van fruit en jelly met gesui
kerde room. Een half uur later vond
ik mijn vrouw in de slaapkamer te
midden van hemdjes en bloesjes en
jurken. De linnenkast stond wijd open
en op het bed lag een groot stuk pak
papier. Die avond ging Eva de deur
uit met een kolossaal pak onder de
arm. ..Het kind heeft geen kleren aan
d'r lijf", zei mijn vrouw, „en je hebt
zelf gezegd dat mijn individuele in
zichten moeten zegevieren".
In de dagen die volgden, groeide ons
medelijden tot ongekende hoog:en.
Eva vertelde ons ieder uur nieuwe
verhalen van kommer en ellende. Er
waren zieke broertjes en blinde ooms.
er was een arme oma en een gevallen
nichtje met een baby zonder hemd of
broek'of luier. Mijn vrouw kocht kin-
derkleertjes en versterkend voedsel,
ze verschafte vlees en meel. boter en
eieren. Binnen een week had ik het
trotse, doch verontrustende gevoel
kostwinner te zijn voor de halve
negergemeenschap.
Eva's broers
QELUKKIG had Eva, temidden van
al haar verdriet, toch oók haar
deel in de vreugden des levens. Dins
dagsavonds werd ze afgehaald door
een vriend met een vlammende das en
een strooien hoed en Donderdags zat
er een forse neger in de keuken. „Het
is haar broer", zei mijn vrouw, „hij
eet een hapje mee". Eva was een goed
kind. Ik zag 's avonds, hoe z^ haar
broer in de tuin zoende; .het was dui
delijk dat ze hield van haar familie.
Het verbaasde ons dan ook niets,
dat er Zaterdags een andere broer
kwam. al vonden we het een beetje
vreemd dat hij pas Zondagsmorgens
vertrok. Toen er Maandagsavonds al
wéér een andere broer op de trap zat.
kregen we argwaan. En die argwaan
groeide tot wantrouwen, toen we
's Woensdags in de vroegte een broer
zagen vertrekken, waarmee we tot
dusver nog geen kennis hadden ge
maakt.
Wat betekent dat allemaal?, vroeg
mijn vrouw, maar ik wist het óók
niet. Misschien is Eva een zeer bij
zondere vrouw, zei ik voorzichtig, mis
schien is ze wel een naamloze ven
nootschap met veel aandeelhouders
Omdat haar ongelukkige familie
niet mocht lijden onder het opgewekte
liefdeleven van ons zwarte wonder en
omdat mijn eetlust nog steeds toenam
onder haar toverkunsten in de keu
ken. besloten we een compromis te
treffen. De oom, de oma en de geval
len nicht moesten in het vervolg zelf
de eieren en de boter komen halen,
want we wilden zekerheid hebben
over de vraag, of onze liefdegaven
nipt verdwenen in de magen van de
gezonde en levenslustige broers. Bin
nen drie dagen kwamen er zeven slor
dige vrouwen aan de deur en de vier-
tAdverienue, ing. Med.)
Ome correspondent te Kaapstad
vervolgt zijn betoog over het
dienstbodenvraagstuk in Zuid-
Afrika. In een vorig artikel zette
hij uiteen, hoe moeilijk het voor
een emigrantengezin is, een ge
schikt meisje („een witte ziel in
een zwart omhulsel") te vinden.
Ditmaal schetst hij de zeer aparte
problemen waarvoor een zeer bij
zondere Eva hem stelde.
de dag zaten er. toen wij terug kwa
men van een visite, twee zwarte man
nen in de keuken bij een kop koffie
en een snee brood. „God zal op u
zien zeiden ze allebei, toen ze met
schoenen en een stuk kaas verdwenen
maar dezelfde avond misten we
een gouden ring.
Wei goed, niet gek
VAN dat ogenblik nam ik de leiding
in handen, onder het motto dat
een mens wel goed, maar niet gek be
hoeft te zijn. Ieder familielid van Eva
(to„ in het vierde geslacht) werd ver
bannen en vogelvrij verklaard binnen
een afstand van honderd meter van
de voordeur. Wie dichterbij komt zal
sterven!, zei ik tot het zwarte won
der.
Ze scheen mijn standpunt te billij
ken .want ze zei: Ja baas. En ze ging
vlijtig door met het bereiden van al
wéér een bovenaardse maaltijd. Maar
ze was die dag stil en verdrietig. Er
lag een pijnlijke trek om haar ronde
gezicht.
Mijn vrouw zei: Het kind gaat ge
bukt onder de zorgen voor haar fami
lie, dat is een beste karaktertrek.
Mag ik u een volgende keer het slot
vertellen?
CVan onze Londense
CINDS enige weken hing er een „hzeren gordijn rona rh,t
ken van de Britse marinehaven Chatham, in K*nt- a" aantal
dat op een uur sporens van Londen ligt, h d eerstP BrltM
schepen der Britse vloot koers gezet naar Australië. Zij zu
atoomwapenen en de voor atoomproeven benodigde uitrus i
bewoonde Monte Bello-eilanden vervoeren, vijftig mtji en no
Australië. Over enkele maanden zal Engeland daar zijn eers e
ontploffing brengen en andere atoomwapenen testen. - Tnrlp«*
Britse vliegdekschip Campania is het vlaggeschip van vice-admiraal T rlesso,
die het commando heeft over de „atoomvloot die thans op «r. s naar u. ra
Aan boord van de Campania bevindt zich o.a. de eerste ri se a om
bom. De uit 700 koppen bestaande bemanning van de Campan a is
stuk voor stuk aan een strenge politieke „screening onderworpen en ee
absolute geheimhouding; gezworen. Tweehonderd wapen-experts %»n
ministerie van bevoorrading, afdeling wapenonderzoek, maken eveneens de rei»
TOEN onlangs de leider van de sociaal-democratische oppositie in West-Duits-
land, dr Kurt Schumacher, ziek was, stuurde de Bondskanselier dr Adenauer
hem een grote bos bloemen. „De Bondskanselier is natuurlijk bljj". fluisterden
de mensen, „dat h(j nu in de Bondsdag een tijd lang kan doen en laten wat hij
wil, zonder tegenwerking van zijn meest gevreesde tegenstander". In de wandel
gangen van het Bondshuis in Bonn wisi men een andere verklaring: „Adenauer
en Schumacher hebben vriendschap gesloten, omdat ze tegenwoordig allebei hun
fracties volledig tegen zich hebben!"
zjjn mond. „maak hem in godsnaam niet
wakker, anders loopt hij ook nog weg!"
TEN poosje geleden, toen er nog geen
sprake was van de Duitse deelne
ming aan de bewapening, onderhandel
de Adenauer met de drie Hoge Com
missarissen op de Petersberg over een
zeer netelig onderwerp. Men kwam niet
tot een resmtaat. Een ijzig stilzwijgen
ontstond. Ten slotte merkte Frangois
Poncet met een charmant glimlachje op:
„Nu hebben we ons allemaal als rup
sen in onze- cocons teruggetrokken". De
Bondskanselier zuchtte: „En ik had
toch de geachte Excellenties veel liever
als vrolijke vlinders gezien!" „Zo
gemakkelijk kunnen we het u helaas
niet maken", antwoordde Poncet, „want
dan zoudt u ons gewoon met een netje
kunnen vangen". Waarop Adenauer
weer: „Dat zou ik beslist niet kunnen
want dan had men ons dit net al
lang als gevaarlijk wapen verboden!"
Ook de anders zo droge vroegere pre
mier-minister van Engeland. Clement
Attlee, bleek dikwijls buitengewoon
slagvaardig te zijn. Zo kreeg hij eens
kort voordat Churchill gekozen werd
van een conservatief afgevaardigde een
brochure met de titel „De ondergang
van de vrijheid onder de Labourrege-
ring". Spijtig het hoofd schuddend gaf
Attlee hem het pamflet terug: „Het
spijt me zeer", zei hij. „maar ik heb
werkelijk niet veel tijd om romans te
lezen".
„Anders loopt hij ook nog
weg!"
UET is bekend dat alle politici klagen
over het „vele werk, dat ze bijna
niet meer aan kunnen". „Werk?", vroeg
de Amerikaanse senator Henry Cabot
Lodge eens, toen iemand sprak over de
geweldige werkzaamheden van de par
lementaire commissi.s van onderzoek.
Zulke commissies doen mij altijd den
ken aan de oude Hopkins. Hopkins moest
namelijk bisamratten schieten. Op een
dag zag ik hem in de zon op een dijkje
zitten en rustig zijn pijpje roken. „Maar
Hopkins", zei ik, „je moet toch bisam
ratten schieten!" Hopkins grinnikte: „Ik
zal toch niet zo gek zijn, denkt u soms,
dat ik m'n baantje wil verliezen?"
Een van de grappigste opmerkingen
moet in dit verband Clemenceau ge
maakt hebben: Om zich van de werklust
in zijn ministerie te overtuigen, ging
hij eens onverwacht met zijn secretaris
alle kamers do.ir. Er was niemand te
zien. Slechts in één kamer vonden de
heren een ambtenaar, die rustig zat te
slapen. De verontwaardigde secretaris
wilde de luilak al wakker schudden,
maar Clemenceau gaf hem een wenk:
„Sst", fluisterde hij. met eert vinger op
Wordt één dag Wiltzangh! Treckt er. uyt naer waer de vooghels fluyten.
Neemt broot en Limonade mee en soeck uw heyl daerbuyten!
Het koel flanel streelt uwen huyt, een bril met groene glaazen
maeckt duysterder hetgheen u siet en brenght u tot verbaazen.
Joechey! Daerbuyten is het goet, daer lysters kwinkeleeren
en luxe auto's vol met chroom hun topsnelheyt forceeren.
Daer hulpmotoren groot en kleyn leuck voor cicade spelen
en 't kryten eener wandelclub u 't moede oor comt streelen.
Siet togh de pracht van de natuur! Anschouwt de nette lanen
waerin de banckjes groen van kleur u tot wat calmte manen.
Siet dan hoe fraey de letters syn „Verboden hier te loopen"
(Dit met de melding van de plaets waer je 'n wandelkaert kunt koopen).
Seer fraey van vorm syn immer oock de stalen prullemanden
waerin de vriend van de natuur het afvgl doet belanden.
Aanschouwt oock hoe Staatsbosbeheer u daer de wet comt leeren
door bordjens. die natuurgetrouw het wetboeck releveren.
De vryheyt lonckt u buyten toe uyt bordjens, pylen, hecken.
De voogh'len passen eigh reets aen en houden hunne becken.
Want eigentlyck is oock lawyt in de natuur verboden.
Dat seghen in dit vrve lant de wetsartieckel-goden
THOMASSIUS
Pop ilariteit
kwade zin.
in goede i f
DONMOTS zijn als een lauwe voor-
jaarsregen voor het ongestadige ge
was der populariteit. „Ik heb mezelf
nog nooit als een groot man beschouwd"
beweerde Truman in een interview,
„integendeel, ik ben maar een eenvou
dige farmer uit Missouri, die de pech
had. een belangrijke positie te moeten
bekleden. Nu moet ik er maar het beste
van maken".
Heel anders klinkt de „populariteit"
achter het IJzeren Gordijn: Pieck en
Grotewohl rijden met een auto door de
straten van Drasden. Overal staan men
sen langs de weg en juichen: „Leve
Pieck! Hoera vcor Grotewohl!" De
twee heren zijn zichtbaar geroerd.
„Eigenlijk moesten we de mensen nu
eens een heel groot plezier doen", meent
Pieck. „Dat is al heel eenvoudig", moet
de chauffeur van hun auto toen voor
gesteld hebben, „u hoeft maar één
woord te zeggen en ik rijd de Elbe in!"
Een andere keer krijgt Pieck een splin
ternieuwe auto cadeau. Er ontbreekt
maar één ding aan: hij heeft geen mo
tor! „Dat is het toppunt!" roept Pieck
verontwaardigd, maar Grotewohl fluis
tert hem toe: „Wind je niet op! Zolang
het bergaf gaat, doet de wagen het zo
ook wel en als het weer eens bergop
gaat dan, mijn beste, moeten we im
mers toch uitstappen!" In zulke bon
mots uit zich de stem des volks
Het juiste woord op het
juiste ogenblik
QOK van de UNO zijn verschillende
gevleugelde woorden in omloop. Zo
kwam bijvoorbeeld Stalin ter ore, dat
Molotow op een UNO-vergadering in
plaats van het gebruikelijke „njet"
(neen), „ja" gezegd had. Verontwaar
digd vroeg Stalin hem om rekenschap.
Molotow telegrafeerde terug: „De re
denaar vroeg, of hij hard genoeg sprak".
Een Amerikaans gedelegeerde be
zocht de toenmalige Iraanse voorzitter,
Nasrollah Enteza.n, die hem vol trots
zijn kostbare Perzische tapijten liet
zien: „Allemaal echte, oude Perzen",
verklaarde de gastheer, „met de hand
geknoopt enDe Amerikaanse gast
knikte verstrooid en vroeg: ,.En hoe
hoog is de maximum snelheid?"
En de UNO zelf?.... Een Engelsman
een Fransman en een Amerikaan, zo
vertelt men onder de gedelegeerden,
vielen in de handen van menseneters.
Als laatste wens verzocht de Amerikaan
hém een oorvijg te geven, terwijl de
Fransman nog eei. laatste kus van een
negermeisje wilde hebben en de En
gelsman de laatste wens trots afwees
en in plaats daarvan „God save the
Queen" riep. Nauwelijks had de Ame
rikaan zijn oorvijg gekregen, of hij
trok twee revolvers uit zijn zakken en
schoot alle kannibalen meedogenloos
neer. „Maar waarom heb je toch zo
lang gewacht?" vroegen zijn verbaasde
vrienden. De Amerikaan bromde: „Had
den jullie je door de UNO als aggres-
sor willen laten aanklagen?"
lAdverteutie, lug. Med.,
MAAR Churchill heeft bekend ge
maakt, zullen de Britse atoom-
proeven in Australië zo geheim zijn.
dat er zelfs geen Amerikaanse waar
nemers bij tegenwoordig mogen zijn.
Amerikaanse experts in Londen zijn van
mening, dat Engeland o.a. zekere
atoomprojectielen geconstrueerd heeft,
die als verdedigingswapen dienst kun
nen doen. Terwijl de Britse vice-admi-
raal Torlesse het commando zal voe
ren over deze gehele Britse expeditie
naar Australië, zal een burger het
commando hebben over de feitelijke
proefnemingen op de Monte Bello-
eilanden daar. Naar dezer dagen offici
eel bekend gemaakt is, is dit de bril
jante 42-jarige Britse atoomgeleerde
dr. William Georgt Penney, van wie de
Amerikanen reeds gezegd hebben dat
zijn kennis van atoomwapenen groter
is, dan die van enig ander man ter
wereld. Het is voornamelijk te danken
aan de phenomenale hersenen van dr
Penney, dat Engeland thans zelfs Ame
rika vooruit is naar de Amerikanen
zelf hebben toegegeven in de ont
wikkeling van nieuwe atoomwapenen.
De levensloop van dr Penney, die
zijn positie als Engeland's atoomge
leerde nummer één hoofdzakelijk door
zelfstudie heeft bereikt, is al even
merkwaardig als zijn grote beschei
denheid en het feit dat men hem da
gelijks door de straten van de Zuidlon-
dense voorstad Norwood kan zien fiet
sen, daar hij een auto een overbodige
luxe vindt!
Op zijn achttiende jaar, toen Penney
eigenlijk veel liever beroepsvoetballei
zou zijn geworden, won hij echter een
studiebeurs voor het Londense Impe-
rial College of Science and Technolo
gy. Twee jaar later gradueerde hij
daar in de wis- en natuurkunde. Over
het opmerkelijke feit, dat hij die graad
in twee jaar haalde, in plaats van in
de gebruikelijke vier jaar, zegt dr Pen
ney slechts: „Ja, 't ging wel vlot, maar
ik heb altijd vrij goed kunnen reke
nen, en dat hielp natuurlijk".
In 1931 qualificeerde hij voor een
beurs van het Commonwealth Fund
Fellowship, waardoor hij werd uitge
zonden naar de Amerikaanse universi
teit te Wisconsin. Twee jaar later keer
de hij naar Engeland terug, waar hij
een leidende functie aan de universi
teit te Cambridge kreeg op het gebied
van natuurkundig onderzoek. Toen de
tweede wereldoorlog uitbrak, was hij
inmiddels professor in de wis- en na
tuurkunde geworden aan het Imperial
College in Londen.
Tegen het einde van de oorlog zond
men hem naar Amerika, waar hij met
Amerikaanse atoomgeleerden samen
werkte te Los Alamos. In Mei 1945
werd aldaar Amerika's en daarmee
's werelds eerste proefutoombom
tot ontploffing gebracht. Een week la-
QP het perron van het
station Bazel is een ver
versingskiosk. Als wij ons de
vergaderingen van de Ver
enigde Naties even wegden
ken, dan is hier één van de
voornaamste trefpunten van
allerhande volken. In de
vroege morgenuren staan
twee Finnen hun koffie te
drinken naast een Turkse
familie. Het broodje met de
Zwitsers beeld van
lieflijkheid
croissant voor de donker-
ogige Egyptenaar staat naast
dat van de slanke Engelse
dame. die een sinaasappel als
ontbijt prefereert. De Hol
landse drinkt haar thee aan
de zijde van een Romein.
Het is een gevarieerd gezel
schap dat van Oost en West
gekomen, hier zich ver
kwikt met een drank of snel
„Frühstückt", om straks
weer weg te vliegen, óf op
de lgnge trip naai Parijs of
Rome, Wenen of Madrid, óf
om na een paar uur reizen
neer te strijken in een va-
cantieoord t.issen bloemen en
hoge sparren. Zij. die in Mei
of Juni door de bergweiden
dwalen, zien Zwitserland als
één groen tapijt, geborduurd
met sierlijke ranken in rood
of geel en verbazen zich over
het kleurrijke bloemen-
mozaiek langs de Alpen
hellingen.
Langzaam, heel langzaam
is het beneden in het dal be
gonnen, toen enkele spriet
jes het waagden boven de
sneeuw uit te komen en na
enige dagen witte en lila
crocusknoppen bleken te
zijn. Alsof zij alles wat
leven heeft zullen aanmoe
digen wakker te worden, zo
overdekken zij in hun jeug
dige overmoed met hun tere
kelken het hele dal. Dit is
het begin, waarbij uitge
strooide steranemoontjes
worden opgevolgd door
lichtgele primula's en lelie
tjes van dalen. Zij verwel
ken. zodra de zon warmer is
en deze het gras doet groeien
tot zomerse lengte. Een
groei, die slechts wordt bij
gehouden door lila pinkster
bloemen, witte trossen ker
vel en veelsoortige klaver.
In het dal is het bloemen-
tijd!
Het zijn niet de zeldzame,
de k istbare of moeilijk te
plukker bloemen, die men
nu vindt, maar ze zijn er
niet minder om. Zij. met hun
eenvoudige opgave alleen
maar te bloeien en te geuren,
sieren het landschap in hun
overvloed en verkondigen
de tot romer rijpende lente:
Verscholen onder mar
grieten, klaprozen, rood
bruine zuring en gele boter
bloemen slingeren zich de
paadjes omhoog waar, boven
de 1000 meter, de lente en
de zomer elkaar ontmoeten
Hier, aan de voeten van
de toppen, die nog met
sneeuw bedekt zijn, blijft de
lente dralen en kan het zijn
dat vingershoedskruid en
gele ranonkels naast paarse
en witte klaver aan de voet
ian een wild": appelboom
groeien.
Langs de beekjes, die in
wilde vaart het smeltwater
afvoeren, staan de bloemen,
die vochtigheid nodig heb
ben: anjers, munt, riekende
kruiden en mos in mooie
doorgewerkte, men zou kun
nen zeggen, oude kleuren.
Hier, op deze hoogte, is
het goed rusten.
Boven ons tronen de met
sneeuw bedekte grootvorsten
in majestueuse ongenaak
baarheid. Hun felle pieken
dringen in het oneindige
blauw van de hemel.
Beneden maaien de boe
ren, die van hier op kleine
poppetjes lijken, voor de
eerste maal het grao en zet
ten het op houten droog-
rekken. Regelmatig doen de
zeisen hun werV en wordt
de rijkdom van groen en
bloemen omgewerkt tot een
glad biljartlaken. Aan onze
voeten bloeien nog de bloe
men en in de ondergaande
zon doen de allerhoogste
toppen daaraan mee. Maar
daar is het de sneeuw, die
roze tint.
Het is onnodig een kenner
van de natuur te zijn, om
van dit alles te kunnen ge
nieten. Zonder iets van vo
gel- of bloen.ennamen af te
weten kunt u hun zuiver
geluid, hpn subtiele fijnheid
bewonderen.
Het gaat om de liefde voor
de natuur, die in u gewekt of
versterkt wordt op uw
zwerftochten langs de kron
kelpaadjes, waarbij u eens
op een goede dag van aan
gezicht tot aangezicht zult
komen te staan met de Ko
ningin der Alpenbloemen,
„de EDELWEISZ".
P.
ter vloog dr Penney naar de Mariana-
eilanden met een groep Amerikaanse
atoomgeleerden, teneinde de tegen Ja-
pan te gebruiken atoombommen „reis
vaardig" te maken. Dr Penney was de
enige Britse atoomgeleerde, die als
waarnemer tegenwoordig mocht zijn
bij de dropping van de atoombom op
Nagasaki.
„Rekensommetjes"
A MERIKA's waardering voor dr Pen-
ney's „rekensommetjes", zoals hij
zijn ingewikkelde atoomberekeningen
zelf gekscherend beschrijft, steeg ten
top tijdens de Amerikaanse atoom-
proeven te Bikini. Dr Penney produ
ceerde daar namelijk een soort prtvê
ei van Columbus. Eén van de hoofd
doelen van de proeven te Bikini was
om een accurate meting tu krijgen van
de graad der vernieling, die een atoom
bom kan aanrichten. De Amerikanen
hadden een aantal uiterst gevoelige en
zeer kostbare instrumenten rondom de
arena geplaatst, waarin de atoombom
gedropt zou worden.
„Alles was zorgvuldig in orde ge
bracht, en de Amerikanen hadden wer
kelijk prachtige meet-instrumenten",
vertelde dr Penney, „maar ik besefte
plotseling dat niemand rekening had
gehouden met de mogelijkheid dat de
bom buiten het doelwit zou kunnen
vallen.
„Daarom verzocht ik de Amerikanen
of ik ten overvloede nog mijn eigen
maatregelen mocht nemen om de
luchtdruk te meten, en verzekerde hun
dat voor mijn methode geen speciale
instrumenten nodig zouden zijn. Enfin,
ze zeiden dat ik mijn gang kon gaan.
Met de hulp van een collega heb ik
toen duizend lege benzineblikken met
gewoon zeewater gevuld. Deze blikken
heb ik rond het doelwitterrein
gedeponeerd, en er rekening
mee gehouden, dat de bom
een paar honderd meter buiten het
doel zou kunnen terechtkomen. Wel",
vervolgde dr Penney, „het was toe
vallig, maar de bom kwam inderdaad
naast het doel terecht. Bijna alle dure
Amerikaanse instrumenten werden of
geheel vernield of weigerden de lucht
druk te registreren. Maar onze ben
zineblikken waren O.K.! Ze waren tot
alle mogelijke vormen verwrongen,
maar de vorm van elk blik was op
zich zelf een gegeven, waaruit we onze
berekeningen konden maken. Ik heb
toen wat sommetjes gemaakt, en kon
aan de Amerikanen precies verteilen
wat ze wilden weten over de lucht
druk".
Voor die „sommetjes" die dr Penney
te Bikini had uitgerekend, en die, zo
als later bleek, de belangrijkste gege
vens voor het rapport over die proe
ven verstrekt hadden, ontving hij eni
ge tijd later de Amerikaanse Medal of
Freedom (Silver Palm). De onderschei
ding werd hem uitgereikt op de Ame
rikaanse ambassade in Londen.
Het is geen wonder, dat de Ameri
kaanse autoriteiten getracht hebben
dit wiskunde-genie van Engeland af te
kopen. Verleden jaar hebben de Ame
rikanen hem vergeefs een salaris
aangeboden dat vijf maal hoger was
dan zijn huidige salaris van driedui
zend pond per jaar (f 30,000,—) dat
het Britse ministerie van Bevoorra
ding hem betaalt. Maar ondanks het
enome salaris dat Amerika hem biedt,
is dr Penney niet te koop- „Ik werk
liever in Engeland", zegt hij, „en heb
geen zin om naar Amerika te gaan
verhuizen. En dat vijfmaal hogere sa
laris dat Amerika me aanbiedt? Wel,
ik ben tevreden met wat ik heb".
Met sneeuw bedekte grootvorsten tronen ongenaak
baar boven de wereld uit. Hun felle pieken dringen
in het oneindige blauui van de hemel.
In een overzicht van de voedsel
en landbouworganisatie der Ver.
enigde Naties wordt medegedeeld,
dat een groot deel der wereld nog
honger lijdt en ondervoed is.
Krantenbericht
k Heb na 't lezen dezer regels
Sul mijn krant op zij gelegd
En gepeinsd over de weedom
Die daarin wordt uitgezegd.
Want het wil toch wel iets zeggen-
In deez' zo verlichte tijd,
Dat de helft der mensheid nog aan
Honger, ondervoeding lijdt,
k Weet niet hoeveel Nederlanders
Daar onder begrepen zijn,
Doch vaar mijn gescheiden mening
Is dat aantal wel heel klein.
Want laat ons maar eerlijk wezen:
Ieder krijgt nog steeds zijn deel
I an hetgeen de aartle voortbrengt.
7.'i het dan niet evenveel.
Maar te spreken over honger,
7.0 men in de oorlog deed,
:°°rt Goddank hier tot t verleden,
Alhoewel men 't nooit vergeet,
f.n wat wordt er door ons allen
Toch gekankerd en geklaagd.
Wat een rust en levensvreugde
Op die wijze weggejaagd.
En maar kijken naar wie mtir heeft,
Schoon men helemaal vergeet
Dat die ander vaak nehukt gaat
Qnder niet te zeggen leed.
Waarlijk, ik hen geen apostel
i an een soort berustingsleer,
k I.eo miI zelf ook om de dromme'
Niet. bij alle onrecht ne'r.
Maar wij mooen na het lezen
Van ritt nershericht, hoe klein.
Ziende op hetgeen wij hebben.
Toch óók wel eens dankbaar zijn.'
JABSON