„NOORDHOLLANDSE VOETBALBOND" 50 JAAR
Dierbare herinneringen van een ere- üd
Gezellig onderonsje groeide uit
tot een machtige organisatie
Enerverend werk, dat altijd problemen kent
Ons doel: een gezonde jeugd
naar lichaam en geest
Z.V.V., Sport en Alcmaria Victrix
deden prachtig pionierswerk
Fusie met confessionele
bonden
is
een succes
Voorzitter Sougé dankt
de pers
De heer M. J. Lutierot: „Zeg, weet je nog wel?"
Voortrekkers hebben
dank verdiend
Competitieleider Van Ketel - de
man, die de groei belééfde
Praeses G. Sougé is levreden
Bondswerk loopt op
rolletjes
ER valt eigenlijk niet. zo heel veel te
vertellen, meende de voorzitter van
de afdeling Noord-Holland van de KN
VB, de heer G. Sougé, toen wij een
praatje met hem gingen maken naar
aanleiding van liet gouden jubileum van
de „Bond". „Het loopt tegenwoordig
op rolletjes. Moeilijkheden zijn er niet,,
behoudens de kwestie van de speclter>
reinen. Iedereen begrijpt zijn taak cn
verricht die met bet grootste enthou
siasme."
De afdeling Noord-Holland van de Koninklijke Nederlandse Voet
balbond zal op 14 September a s vijftig jaar hebben bestaan
Bij dat feitj dient om meer dan een reden te worden stilgestaan
Want de oude Noordhollandse Voetbalbond heeft een zeer be
langrijke bijdrage geleverd tot een ontwikkeling, die is uitgelopen
op een positieve waardering van de voetbalsport. Het is thans,
anno 1952, bijna ongelooflijk, dat een halve eeuw geleden een
voetbalvereniging moest worden ontbonden, omdat de autoriteiten
voor „dat gekke gedoe beslist geen terrein beschikbaar wilden
stellen. Hoewel hier en daar wat meer daadwerkelijke steun van
de overheid voor de sportbeoefening allerminst ongewenst zou zijn,
is over het geheel genomen de moderne maatschappij zonder sport
en lichamelijke opvoeding niet meer te denken.
Voetbalbond heeft
rsE Noordhollandse
zün ontstaan te danken aan het ver
langen van drie verenigingen: Sport
uit Hoorn, ZW uit Zaandam en het
Alkmaarse Alcmaria Victrix, om de
onderlinge band te versterken en de
mogelijkheid te scheppen tot het regel
matig spelen van wedstrijden. De op
richters zullen stellig nimmer hebben
kunnen vermoeden, dat hun initiatief
de grondslag zou leggen voor zo'n mach
tige organisatie als de afdeling Noord-
Holland van de KNVB thans is. Dit kan
hun dan ook moeilik als een verdienste
worden aangerekend. Wel echter komt
hun grote lof toe voor het feit, dat zU
vijftig jaar geleden de strijd tegen
vooroordeel en tegenwerking als waar
dige pioniers durfden aanvaarden.
Het was op 14 September 1902, dat
dé vertegenwoordigers van Sport, ZVV
en Alcmaria Victrix elkaar in een ge
zellig onderonsje in café Suisse te
Zaandam ontmoetten. Toen zijn de plan
nen uitgewerkt en viel het besluit tot
oprichting van de Noordhollandse Voet
balbond. Richtlijnen bleken dringend
noodzakelijk. Sommige clubs speelden
in meer dan één competitie en zelfs in
verschillende bonden. Lang niet alle
clubs wensten zich aan beperkende be
palingen te onderwerpen. Het heeft dan
ook veel strijd en moeite gekost, de
NHVB in stand te houden. Dat men
hierin slaagde, dankt men aan de op
richters en hun „nazaten".
Het is hier niet de plaats, uitgebreid
te spreken over al de zwarigheden, die
de NHVB in de eerste jaren van zijn
bestaan moest overwinnen. Een enkel
feit dient hier echter wel te worden
gememoreerd.
Er was een periode, waarin de Zaan-
se verenigingen in de Amsterdamse
Bond gingen voetballen dat hei zelfs
D® sportredacteur van de Verenigde
Noordhollandse Dagbladen ver
zocht mij om ter gelegenheid van het
50-jarig beslaan van de afdeling Noord-
Holland van de K.N.V.B., enkele re-
Bels te schrijven. Begrijpelijk is over
dit voor ons lager voetbal in dit rayon
zo belangrijk gebeuren een boek te
schrijven. Van de gedachte uitgaande
dat in de nevenstaande artikelen de
voornaamste punten de revue wel zul
ten passeren, meen ik mij te mogen
bepalen tot de pers zelf.
Gaarne wil ik dan de pers in ons
rayon wel recht hartelijk dank zeg
gen voor alle medewerking welke zij
°ns m al deze jaren heeft verleend.
Juist deze medewerking in steeds ob
jectieve voorlichting hebben er zeker
toe bijgedragen onze voetbalsport te
Populariseren.
De enorme groei van het aantal ac-
nrnf6 be°efenaars en de niet minder
sten ^Óging van het aantal belang-
rnoj n voor onze sport, is stellig
eae aan de pers te danken. Moge de-
*nePre^ge samenwerking ook voor de
komst bestendigd blijven.
G. SOUGé
Voorzitter Afd. Noord-Holland
van de K.N.V.B.
mogelijk was, een Zaanse bond op te
richten, waarin verscheidene clubs
speelden, die voor de Noordhollandse
bond eigenlijk onmisbaar waren. In het
seizoen 1910—1911 ging de bond flink
vooruit. Toen traden de Zaanse clubs
toe, waarna ook clubs uit West-Fries
land en uit de Kop van Noord-Holland
het belang van de organisatie begon
nen in te zien. Zodoende kon bij het
begin van de mobilisatie in 1914 een
competitie worden geformeerd uit de
verenigingen Alcmaria Victrix, WFC.
ZVV, Hollandia, Helder, Holland, West-
Frisia en Purmersteyn.
Dezelfde mobilisatie echter veroor
zaakte grote moeilijkheden. In 1918
werd de toestand zelfs onhoudbaar, het
geen in niet geringe mate was te wij
ten aan de toenmalige secretaris. On
der leiding van de voorzitter, de heer
Rauch, en de heren Huysman en Ter
Laag werd schoonschip gemaakt. Deze
actie maakte een periode van grote
bloei mogelijk.
DIJ de viering van het zilveren jubi-
u leum was het bestaan van de NHVB
verzekerd. Men wist toen reeds, dat het
„onderonsje" van Zaandam de geboor
te van een levensvatbare organisatie
had ingeleid. Het was uitgegroeid tot
een bond van zeventig verenigingen,
die tezamen ruim tweehonderd elftal
len formeerden. Weliswaar hebben zich
toen nog wel eens moeilijkheden voor
gedaan, maar de fundamenten waren
dermate stevig, dat tegenwerking, cri-
tiek en andere belemmerende factoren
voor een voorspoedige opbouw geen
invloed meer konden hebben.
In de Tweede Wereldoorlog werd de
bond machtiger dan ooit. Op bevel van
de bezettingsautoriteitrn kwam een
fusie tot stand met de katholieke, de
christelijke en de arbeiderssportbond.
Hoewel de oppositie tegen deze opge
legde eenheid zeer groot was de her
komst van het bevel was op zichzelf
al voldoende motief voor een verbitterd
verzet is in de na-ooriogse jaren ge
bleken, dat organisatie van bevolkings
groepen met een uiteenlopende ge
loofsovertuiging in één voetbalbond
zeer wel mogelijk is. Er is begrip voor
eikaars opvattingen; bij de samenstel
ling van de competities wordt daarmee
terdege rekening gehouden.
Deze samenwerking gebaseerd op
een uitstekende verstandhouding is
wel de belangrijkste winst van de laat
ste jaren uit het bestaan van de
Noordhollandse Bond. Daarmee kan
deze sportbond vele andere organisaties
ten voorbeeld strekken.
TOT de velen, die op een jarenlange
activiteit in de „Noordhollandse"
kunnen bogen, behoort ook de heer
M. J. Lutterot, hoofd van de Vondel
school te Alkmaar en ere-lid van de
jubilerende bond. Dat wij ter gelegen
heid van het gouden bondsfeest con
tact zochten met hem, is niet omdat
wij de verdiensten van de heer Lutte
rot hoger aanslaan dan die van de
andere voortreffelijke officials, die de
bond heeft gehad en nog heeft. De
heer Lutterot beschikt evenwel over
de meeste jaarverslagen, welke met
elkander het geschiedenisboek vormen
van de N.H.V.B. Toen wij hem dezer
dagen bezochten en hij in zijn „papier
winkel" snuffelde, speelde telkens een
glimlach om zijn lippen. Het was of
de namen, die hem voor ogen kwamen,
gestalte kregen en hij die oude vrien
den in gedachte de hand schudde en
vroeg: „Zeg, weet je het nog?".
Wie vele jaren actief aan het bonds-
werk heeft deelgenomen, kan veel ver
halen. De heer Lutterot is één van
hen. Als hij de sluizen der welspre
kendheid opent en over zijn geliefde
N.H.V.B. vertelt, dan komen de tijden
van weleer weer helder voor de geest,
dan vernemen wij hoe in de eerste ja
ren van de bond ook verschillende
Amsterdamse clubs als A.V.V., V.V.A.
•■en A.F.C. aan de competitie van de
Noordhollandse deelnamen. Het ge
volg hiervan was, dat de hoofdstede
lingen ook in het organisatorische
werk van de Noordhollandse voetbal
bond werden betrokken. Mannen als
Stempel, Boor, Bergmeyer, Katoen en
Rauch, rasechte Amsterdammers, deden
veel en goed bondswerk. Eerst toen de
bond zich uitbreidde en de meeste
Noordhollandsc verenigingen in de or
ganisatie waren opgenomen, kreeg de
provinciale bond zijn eigenlijke taak,
de behartiging van de belangen van en
de propaganda voor het „lagere" voet
bal. De Amsterdamse leden trokken
zich terug en werden ondergebracht in
de Amsterdamse Voetbal Bond.
In de kop van Noord-Holland hebben
de voetballeiders aanvankelijk hun
taak verwaarloosd. De N.H.V.B.-leiding
was een Zaanse aangelegenheid ge
worden. De Zaankanters zijn altijd
harde werkers geweest en figuren als
Ter Laag, Jan Huisman, Melk, Jan
Hoorn, Brussel en D. K. Jongejans
hebben in die tijd moeilijk en verdien
stelijk werk verricht. Ter Laag ver
wierf de dank van alle leden, omdat
hij de in die jaren in wanorde geraak
te bondsadministratie met grote toe
wijding weer in orde bracht.
„Met alle waardering voor de goede
leiding van onze Zaanse vrienden, wa
ren Delvaux en ik echter van mening,
dat de bestuursfuncties over geheel
Noord-Holland dienden te worden ver
deeld, hetgeen ten slotte na vele fel
le debatten op vergaderingen kon
worden bereikt. Delvaux was inmid-
pjET is bepaald een genoegen met
de heer J. E. L. (Jan) van Ketel
in Schagen een praatje te mogen
maken over het competitiewezen.
H\j weet er alles van en zoals
vroeger de wekelijkse programma's
uit z'n vulpen vloeiden, zo glijden
nu de rake opmerkingen uit de
mond van de tengere man, die na
genoeg ononderbroken zestien jaar
het machtige competitierad han
teerde.
Hoe het groeide? Toen Van Ke
tel zich in 1936, nog wat onwen
nig, met dat competitiewezen ging
bemoeien, telde de toenmalige
„Noord Hollandse" zo'n 350 elftal
len. Dat betekende in het seizoen
160 wedstrijden. Te bekijken voor
een man, die bereid was twee
avonden aan dit enerverende werk
te geven. De overige avonden
mocht hij vrij dikwijls naar de
telefoon wandelen om grieven en
klachten over het door hem in
elkaar gedraaide programma in
ontvangst te nemen. En dan had
hij nog wat vrije tijd nodig voor
bestuursvergaderingen, voor de
extraatjes als adspiranten- en ju-
niorendagen en het Gouden Kruis.
Maar 't ging allemaal, blij.
Tot in 1940 de fusie kwam en de
Afdeling Noord-Holland zich maar
altijd uitbreidde. Nemen er mo
menteel niet tussen de 900 en 1000
elftallen aan de competities deel?
Vandaar, dat het al weer jaren zo
is, dat het „grote" werk door de
administrateur wordt verricht en
dat „Schagen" de rol van toeziend
voogd speelt. Hetgeen overigens
ook geen sinecure is, want de gróte
problemen bleven en Van Ketel
moet ze oplossen.
Niet meer alleen
ondermelk.
^ORGEN die verdwenen: de af
roming van de provinciale en
plaatselijke bonden, de bereidheid
van de KNVB om het de afdelin
gen mogelijk te maken een pro
gramma samen te stellen en ze
tijdig te raadplegen bü Ingrijpende
wijzigingen. Aan dat laatste man
keerde vroeger alles, thans bijna
niets. En die afroming..,. Er is
J. E. L. V. KETEL
een tijd geweest, dat de bestuurde-
ren van de NHVB niet ten onrech
te vreesden, dat zU een Bond zou
den overhouden van reserve-elf-
&l luaAen q,eu-en
kMeit-peó
Heus, de competitieleider
wil niet graag voor Zwarte
Piet spelen als een vereni
ging om uitstel van een wed
strijd vraagt maar hij
moet „zijn poot wel eens
stijf houden". In de dagen
vóór Sinterklaas gebeurde
het eens, dat een club uit
stel vroeg omdat er zeven
bakkers in één elftal speel
den. En die hadden 't zó
druk, dat ze niet anderhalf
uur konden voetballen. Van
Ketel speelde toen echter
wél voor Zwarte Piet en hij
besloot te gaan kijken of er
werkelijk een viertal in 't
veld zou komen, 't Viel bar
mee, want er trad een com
pleet team aan met één
invaller....
tallen, junioren en adspiranten.
De gezonde wisselwerking tussen
KNVB en Afdeling, ontstaan door
de vroeger onbekende promotie en
degradatie, verlevendigt thans het
bondsleven. doet de Afdeling aan
kracht winnen.
Zorgen die bleven: de terrein-
nood, nóg altijd. Nooit is het mo
gelijk alle elftallen gelijktijdig in
het veld te dirigeren. Het samen-
reizen van elftallen bij uitwedstrij
den, een omvangrijk probleem, dat
van de competitieleiding enorm
veel werk vraagt en de heer Van
Ketel wel eens nijdig kan maken.
Waar is de prachtige geest van het
zuivere amateurisme van de bezet
tingsjaren gebleven, toen men blij
en zonder mopperen veertig o£
meer kilometers ging fietsen op
anti-plof om toch maar te kunnen
voetballen? Nu wordt er al ge
mopperd als men vijf kilometer
van huis moet en er geen reke
ning is gehouden met de dienst
regeling van de NACO....
Nóg meer zorgen? We zouden
nog een verhaal apart kunnen ma
ken over de kleedkamernood
(denk aan de handbalsters, die
óók van de voetbalterreinen ge
bruik moeten maken), over de
verwaarlozing van de terreinen,
over de moeilijkheden om bij
slecht weer een geheel program
ma te laten vervallen. Want als
men in de Zaanstreek verdrinkt
kan er elders, op de zandterreinen
langs de kust, bést worden ge
speeld.
Maar er zijn ook zorgen, die de
verenigingen best kunnen wegne
men als ze willen. „Méér aan-
dachj voor het Zaterdagmiddag
voetbal", zegt de heer Van Ketel.
„Dan snijdt het mes aan twee kan
ten: een verruiming op de Zon
dagen, aantrekkelijker voetbal
voor de Christelijke sportbroeders,
die nu voor hun partijtje soms
van Den Helder naarEdam
moeten reizen. En de spelers van
de lagere elftallen scheppen zich
de mogelijkheid 's Zondags naar
hun eerste elftal of het „grote"
voetbal te kunnen gaan kijken.
Zó praat de competitieleider,
J. E. L. van Ketel in Schagen. Het
werk moet hem lief zijn gewor
den in die zestien jaar. Hij be
lééfde de groei.
M. J. LVTTEROT
uit de oude doos
Het Noordhollandse voetbal-
parlement, zoals het vroeger, ge
tooid met pet of bolhoedbijeen
kwam.
dels voorzitter van de bond geworden
en onder zijn voorzitterschap groeide
de bond gestadig en werden in vrijwel
alle dorpen van enige betekenis voet
balclubs opgericht".
Persoonlijk interesseerde de heer
Lutterot zich het meest voor het jeugd
voetbal. „Met mijn vrienden Jongejans
en Mol heb ik het genoegen gesmaakt
ongeveer een kwart eeuw lang het
Noordhollandse schoolvoetbal temogen
regelen. Tegenwoordig beleven bijna
400 elftallen, verdeeld over de distric
ten Texel, Den Helder, Wieringermeer,
Schagen, Alkmaar, Drechterland, Wa
terland, Wormerveer en Zaandam
vreugde aan het jaarlijks schoolvoet-
balfestijn. Een ander hoogtepunt voor
de jeugd is de jaarlijkse adspiranten-
dag. Namen op de eerste adspiranten-
dag- 26 elftallen deel, in 1930 was dit
aantal reeds op 56 gekomen en in 1952
verschenen maar liefst 220 elftallen in
het veld.
„U zult begrijpen, dat het bestuurs
lidmaatschap van een dergelijke om
vangrijke organisatie geen sinecure is,
vooral als men enigszins op de hoogte
is van de bondsbemoeiingen op admi
nistratief-, voetbaltechnisch-, straf
rechterlijk- en opvoedkundig gebied,
alsmede op het gebied der terreinenen
de medische sportkeuring. Hebben de
pioniers dank verdiend, het huidige
bestuur onder leiding van de heer
Sougé heeft recht op onze erkentelijk
heid voor het zeer vele werk, dat het
belangeloos jaar in jaar uit voor onze
jeugd verricht. Dat vele ongenoemden
en wij denken hierbij aan de com
missieleden, de scheidsrechters, jeugd
leiders e.a. hun vrije tijd besteden
aan de sportieve vorming van jong
Noord-Holland moet ons toch wel tot
grote erkentelijkheid stemmen. Als
men er nog eens in zou kunnen slagen
een eigen, verantwoord sportblad op te
richten en in stand te houden, zal mijn
dankbaarheid nog groter worden, dan
zij nu reeds is", aldus besloot het ere
lid van de afdeling Noord-Holland zijn
visie op het 50-jarig jubileum.
HAT klinkt uiteraard prettig. Maar zo
eenvoudig als de heer Sougé het wil
voorstellen, is het natuurlijk niet. Aan
de competities van de afdeling Noord-
Holland nemen ongeveer duizend elftal
len deel. Daarvoor zijn elke Zondag tal
van officials, consuls en scheidsrechters
in touw. Daarvoor ook verzetten we
kelijks dertien commissies en drie
sub-commissies een berg werk. Dat
bewijst wel, dat de Noordhollandse
bond niet vanzelf draait. Daartoe
is nodig, dat al die officials en
commissies in de beste harmonie sa
menwerken en dat het dagelijkse be
stuur van de bond onder leiding staat
van een voorzitter, die met vaste hand
regeert. Zulk een voorzitter is de heer
Sougé; hij heeft door zijn bezielende
leiding en zijn rustig doch beslist op
treden een teamgeest weten te kweken,
waardoor het inderdaad schijnt, of alles
vanzelf gaat.
Een belangrijke taak bij dit veelom
vattende bondswerk heeft de admini
strateur, de heer Bakker, met zijn staf
van medewerkers. In het verleden is al
eens gebleken, hoe funest het kan zyn,
wanneer de administratie te wensen
overlaat. Daarom spreekt het temeer,
dat de heer Sougé niets dan lof heeft
voor de ijver en de nauwkeurigheid
van de heer Bakker cn de zijnen; boe
ken en werkzaamheden op het bureau
zijn geheel naar wens.
MATUURLIJK komt het gesprek nog
even op het spelpeil. Als iedere
raan is ook de heer Sougé van mening,
dat er in zijn tijd beter werd gevoetbald.
Overigens vindt hij dat tegenwoordig
niet zo erg belangrijk meer. „Het voor
naamste is, dat wij onze jeugd een ge
zonde ontspanning geven. Dat zie ik als
onze belangrijkste taak. De grote toe
loop van leden na de oorlog heeft het
noodzakelijk gemaakt, dat wij jeugdlei
ders gingen kweken. Daarom zijn er
cursussen in het leven geroepen, ten
einde de jeugdleiders in spe een duide
lijk inzicht te geven in hun grote ver
antwoordelijkheid. Men is geen goede
jeugdleider, wanneer men alleen maar
weet wat verstaan wordt onder een
stopperspilsysteem, een grendelsysteem,
en onder al die andere dingen, die te
genwoordig van de voetbalsport haast
niet meer los te denken zijn. De paeda-
gogische taak van een jeugdleider, zijn
opdracht, om de. aan hem toevertrouw
de mensenkinderen rijp te maken voor
de harde maatschappij, is van zeer veel
meer gewicht."
In dit verband noemt de heer Sougé
ook de verbetering in de medische
sportkeuring. Weliswaar heeft de KNVB
het nog niet zo ver, dat de spelers er
zich elk jaar aan moeten onderwerpen,
maar toch zijn de jeugdige voetballers
reeds verplicht, op 10-, 12-, 15- en 18-
jarige leeftijd op het Bureau voor Me
dische Sportkeuring te verschijnen.
UET is duidelijk, dat de heer Sougé,
die dus de lichamelijke ontwikke
ling en de ontspanning als de voor
naamste taken van de voetbalsport
ziet, een verklaarde tegenstander is
van de beroepssport. „Waar zouden onze
kinderen en onze rijpere jeugd terecht
komen, indien de KNVB werkelijk de
amateursstatus los zou laten?" aldus de
praeses van de afdeling Noord-Holland.
Igdien de verenigingen de entrée's, wel
ke zij ontvangen voor de wedstrijden
van hun eerste eltfal, moesten gebrui
ken voor de uitkering van salarissen
premies aan hun eerste-elftalspelmm
zou het adspiranten- en juniorenvoetbw»
worden"* aa" gdd spocdig onmogelijk