Nieuwe politieke crisis in Zuid-Afrika DE politieke situatie in Zuid-Afrika is thans wel bijzonder ver ward geworden. Het Gerechtshof te Kaapstad heeft vastge steld, dat de stichting van het Hoge Hof van het Parlement, waartoe Volksraad en Senaat drie maanden geleden besloten, onwettig is. Het Kaapse Hof nam deze beslissing twee dagen nadat het Hoge Hof van het parlement had besloten, dat de omstreden wet, waarbij de kleurlingen op een aparte kiezerslijst worden geplaatst, wél wettig was. Zulks in strijd met het Hof van Appèl te Bloem fontein, dat had vastgesteld, dat de bedoelde wet niet wettig is! Het zou mij niet verbazen, als hef u reeds thans duizelt! Want de ver warring, ontstaan uit de botsingen tussen parlement en gerechts hoven, is nu wel zó groot, dat zelfs wij hier in Zuid-Afrika, die ge dwongen worden ons dagelijks met deze ingewikkeldheden bezig te houden, langzamerhand door de bomen het bos niet meer zien. over deV.S. Gerechtshoven en Parlement in botsing Wet van Londen WAAR KOMEN IN MALAKKA DE WAPENS VANDAAN? Eisenhower en Stevenson op het verkiezingspad Het gaat om de stemmen der kleurlingen In feite voortzetting van de oorlog tussen Brit en Boer Naturellen van de lijst gevoerd De crisis ontstaat Geheimzinnige bronnen DE VEEG-UIT-DE-PAN ACTIE OM HET WITTE HUIS BEGONNEN Truman blaast mee Ikes bestrijding ADLAI STEVENSON WIKT, WEEGT EN WACHT AF ezers Nog wat slapjes (Van onze correspondent in Kaapstad). Omdat de huidige situatie allerlei mogelijkheden bevat (zelfs ernstige mogelijkheden) is het goed, de achtergronden te schetsen waartegen deze ongewone constitutionele crisis zich afspeelt. In de eerste plaats wil ik vaststellen, dat de strijd van vandaag niets anders is als de voortzetting van de oorlog tussen Boer en Brit. Daar komt het, los van alle politieke franje en juridische wijsheden, in feite op neer. Het gaat om de macht in Zuid-Afrika, het gaat om de vraag, hoe de Unie zich in de toekomst zal ontwikkelen. En dus is dit ganse complex van botsingen en verwarringen niets anders als een geweldige strijd tussen de Nationale Partij van dr, Malan (de Boeren) en de Oppositie, die grotendeels bestaat uit de Verenigde Partij (van wijlen generaal Smuts), waarin de Engelssprekenden hun politieke tehuis hebben. stemmen (in Volksraad en Senaat af zonderlijk) de „Wet op de afzonderlijke vertegenwoordiging van kiezers" aan genomen. In deze wet wordt onder meer bepaald, dat de kleurlingkiezers van Kaapland apart vertegenwoordigd moeten worden door vier blanke leden van de Volksraad en één lid van de Se naat. Hierdoor werd de politieke ras senscheiding volkomen gemaakt. Hier door werden de kleurlingen ontheven van hun functie van „scheidsrechter" tussen de blanke groepen. Met deze wet was tegelijk de „consti tutionele crisis" geborenl De oppositie, die de wet veroordeelde als een schending van de Zuidafri- kaanse constitutie, verzette (en verzet) zich tot het uiterste tegen de practische toepassing van de maatregel. Zij heeft direct een beroep gedaan op het Ge rechtshof, om de wet ongeldig te ver klaren. Maar daardoor werd een nieuwe Y/OOR een goed begrip van de aan de orde zijnde geschilpunten moet men terug gaan tot het jaar 1910, toen de Unie van Zuid-Afrika tot stand kwam door de samenvoeging van vier zelf- besturende Britse kolonies. De acte van samenvoeging werd opgesteld door Zuidafrikaners, die, in hun Nationale Conventie, na ampele onderhandelingen tot de nodige regelingen en verzoenin gen van belangen geraakten. Het resultaat van hun beraadslagin gen is daarna belichaamd in een wet van het Britse parlement, dat het enige bevoegde gezag was, waardoor de Unie tot stand kon worden gebracht. De aldus geboren „Zuid-Afrika Wet" gaf aan de Unie eert geschreven constitutie!, grotendeels naar het model van de on geschreven constitutie van Groot Brit- tannië. Nu zijn er in de „Zuid-Afrika Wet' twee zaken „verschanst" door het voor' schrift, dat zij niet gewijzigd zullen kunnen worden bij eenvoudige meer derheid van stemmen, in beide huizen van het parlement afzonderlijk tot stand gekomen. Zij kunnen slechts ge wijzigd worden met een meerderheid van tweederde der stemmen, uitge bracht in een gezamenlijke zitting van Volksraad en Senaat. De twee dingen, die aldus beschermd werden, zijn de gelijkstelling der beide landstalen en de stemrechten der niet- b'cnke bevolking in de Kaapprovincie, zoals die bestonden ten tijde van het ontstaan der Unie in 1910. Op dat ogen blik was de situatie zo, dat in de Kaap provincie doch niet in de noorde lijke provincies kleurlingen en na turellen met bepaalde eigendoms- en ontwikkelingskwalificaties op één ge meenschappelijke kiezerslijst met de blanken voor dezelfde parlementaire vertegenwoordigers konden stemmen. Deze niet-blanke kiezersgroep in Kaapstad stemde van den beginne aan „voor Koningin Victoria", waarmee ze de politieke stroming voor ogen heeft, die thans belichaamd is in de Verenigde Partij. Zfj staat dus tegenovér de natio nalisten, uitzonderingen uiteraard daar gelaten. En dèt nu is, in diepste wezen, de bron van de huidige politieke crisis. De steun, die de gekleurde kiezers aan de partij „van Koningin Victoria" geven, roept bij de natio nalisten de bittere herinneringen wakker aan de ongelukkige negen tiende eeuw, toen de Britse ver overaar van tijd tot tijd de hulp van niet-blanke huursoldaten inriep te gen de „ongehoorzame" Boeren. De kinderen dier „ongehoorzame" Boeren hebben tot op de dag van vandaag in de politieke worsteling niets anders gezien als een voort zetting van de oude strijd tegen het imperialisme, zij het dan ook met andere middelen. Dat de Britse „aartsvijand" het woord is bitter, maar het is hier om redenen van objectiviteit volkomen op ziin plaats in Kaapland nog altijd niet-blanke kiezers kon gebruiken als scheidsrechters in het politieke geding, - was in hun ogen een gruwel. IN 1936, toen de Engels sprekepde poli tici, door het samengaan van Smuts en Hertzog, weinig vrees behoefden te koesteren voor een overheersing door de Boeren, werden de naturellen van de gemeenschappelijke Kaaplandse kie- zerslijst afgevoerd. Deze beslissing werd genomen met een overweldigende meerderheid van stemmen in een ge zamenlijke zitting van Volksraad en Senaat. De Kaaplandse naturellen kre gen van dat ogenblik af „aparte ver tegenwoordiging" in de Volksraad door drie blanke vertegenwoordigers. Hiermede werd het beginsel van ver tegenwoordiging volgens ras erkend, doch alléén ten opzichte van de natu rellen. De kleurlingen van Kaapland, de mensen van gemengd ras, bleven op de gemeenschappelijke kiezerslijst, en zij behielden dus hun rol van „scheids rechter" tussen de strijdende blanke politici. Tegen deze situatie hebben de „pure" nationalisten sinds jaar en dag geprotesteerd. En toen de par tij van dr. Malan in 1948 de verkie zing won, hoorde men direct de vraag stellen; Durft dr. Malan de kleurlingen van de gemeenschap pelijke kiezerslijst af te halen door een parlementsbesluit, dat bij een voudige meerderheid van stemmen wordt genomen of zal hij, precies als in 1926 bij het afvoeren van de naturellen, een tweederde meer derheid uit een gezamenlijke zitting van Volksraad en Senaat moeten behalen? Dit laatste was, gezien de krachtS' verhoudingen in het parlement, niet mogelijk. Maar de nationalisten stelden (en stellen) de zaak zó: dat zij de ver kiezingsstrijd van 1948 waren ingegaan op een program van „apartheidsbeleid" en dat het volk daaraan zijn zegen had gegeven. Tegen deze nationalistische redene ring handhaafde de Oppositie (natuur lijk!) in onverminderde mate de „ver schansingen" in de „Zuid-Afrika Wet" en één van haar argumenten daarbij is, dat generaal Hertzog vele jaren ge wacht heeft met het afvoeren der na turellen van de kiezerslijst totdat hij de noodzakelijke tweederde meerderheid had. Intussen is de potentiële kiezersgroep der kleurlingen, dank zij het toene mende onderwijs en de depreciatie van het geld (waardoor er veel meer kleur lingen binnen de bepalingen van de „kwalificaties" vallen), gegroeid. In 1948 waren er minder dan vijftig dui zend, maar wat gebeurt er als hun aan tallen in 1953, vooral in dg scherp om streden kieskringen, sterk gestegen blijken te zijn? Dan krijgt in die kies kringen, waar het soms gaat om tien of twintig stemmen, de partij van „ko ningin Victoria" de meerderheid door dat zij de stemmen der kleurlingen ver werft. En dan lijdt de National? Partij vérliezen. LIET was, in het licht van deze situa- 11 tie, eigenlijk niet anders te ver wachten dan dat dr Malan zou toe slaan. En hij hééft toegeslagen. In 1951 werd, met eenvoudige meerderheid van Dr. MALAN Malheur vraag aan de orde gesteld, namelijk of de Zuidafrikaanse Gerechtshoven het recht hebben, wetten van het parlement op hun rechtsgeldigheid te toetsen. In 1937 had het Hof van Appèl, in een zaak over r's. oaturellenwetgeving van generaal He- >-», immers reeds beslist, dat het Ume-p? lement sedert 1931 het souvereine recht had, om over zijn eigen procedure-regelingen te beslis sen. Door deze uitspraak deden de Ge rechtshoven zo scheen het toen al thans definitief afstand van het recht, wetten op hun rechtsgeldigheid te toet-' sen. Waarom verwees het Hof van Appèl naar het jaar 1931? Omdat in dat jaar het Statuut van West minster tot stand kwam, waarbij de opperste souvereine macht, die het Britse parlement tot dan toe over Zuid-Afrika had gehad, onvoor waardelijk aan het parlement van de Unie van Zuid-Afrika werd overgedragen. Het Britse parle ment had het ongebonden wette lijke recht bezeten, de „verschans te" bepalingen in de Zuid-Afrika Wet te veranderen of te ignoreren. En daarom had thans na 1931 het parlement van de Unie van Zuid-Afrika datzelfde recht. Zo be sliste het Hof van Appèl in het jaar 1937. Ondanks deze gerechtelijke beslissing bevocht de oppositie de „Wet op de af zonderlijke "ertegenwoordiging van kiezers" nadat zij tot stand was geko men, door haar ter ongeldigverklaring voor te leggen aan Gerechtshof en Hof van Appèl. In Maart 1952, terwijl de politieke spanningen tot een ongekend hoogtepunt waren opgevoerd, kwam de uitspraak van het Hof van Appèl. En die uitspraak was een geheel andere dan die van 1937. Thans immers besliste bet Hof van Appèl, dat de „ver schanste" bepalingen nog altoos hun volle rechtskracht hadden behouden en dat mitsdien de „Wet op de afzonder lijke vertegenwoordiging van kiezers" ongeldig werd verklaard, als zijnde in strijd met de constitutie. Op de enorme gevolgen van deze rechterlijke uitspraak zal ik in een tweede artikel ingaan. Het parlementsgebouw te Kaapstad waar regering en oppositie strijd leveren. een felle i PMalakka heeft men een ontdekking gedaan, die de militaire en civiele autoriteiten zeer te denken geeft: de communistische junglestrijders moeten geheime bronnen hebben, die hen van wapens voorzien en die men tot dus verre niet heeft kunnen vinden. Een nuchtere berekening heeft tot deze conclusie geleid. In de laatste vier jaar, dat wil zeggen sedert het Begin van de jungle-oorlog, heeft men van de ter roristen 6311 schietwapens, 800.000 stuks munitie en 3500 handgranaten, bommen, granaten en mijnen buitgemaakt. Onder de schietwapens bevonden zich 529 lichte machinegeweren en andere auto matische wapens, 5179 geweren en pis tolen en 603 schrootbuksen. Men had tot nog toe aangenomen, dat de terroristen voor de aanvulling van hun wapen- en munitievoorraden uitsluitend aangewezen waren op de buit, die ze bij overvallen van troepen, politie of van burgers als plantage- bezitters, enz. konden veroveren. Nauwkeurige cijfers over het aantal wapens, dat de ordebewaarders verlo ren hebben, zijn niet beschikbaar, men heeft slechts één aanknopingspunt: de politie heeft, naar enkele maanden ge leden bekend werd, meer dan 800 schietwapens van iedere soort verloren. Dit geeft echter geen verklaring voor de verbazingwekkend grote hoeveel heid schietwapens, die men de terroris ten kon afnemen. r\E wapens, die de Engelsen tijdens de u oorlog voor de junglestrijders tegen de Japanners uit vliegtuigen afwierpen, werden na de oorlog tegen een premie weer volledig ingeleverd. Het aantal in. geleverde wapens was zelfs nog hoger. Daar de Japanse capitulatie zich zeer ordelijk voltrok, zijn geen grote hoe veelheden Japanse wapens in de jungle blijven liggen. Toen de terroristen vier jaar geleden d^ jungle-oorlog begon, nen, kunnen ze nauwelijks over een noemenswaardige wapenvoorraad be schikt hebben. Ze moesten de wapens eerst zelf veroveren. Het aantal terro risten had men in officiële schattingen steeds op 3000 tot 5000 geraamd en men was ervan uitgegaan, dat dit aantal door de hoeveelheid der beschikbare wapens beperkt werd. Want mensen waren er steeds voldoende, maar wa pens niet, naar men aannam. Ieder ge weer, dat buitgemaakt kon worden, werd daardoor een belangrijk object. De langzame uitputting van de tegen stander dacht men om zo te zeggen boekhoudkundig precies te kunnen be rekenen. Deze hele rekening is nu ech ter overhoop gegooid. Want er zijn veel meer wapens buitgemaakt dan de terroristen oorspronkelijk gehad kun nen hebben. En daarvoor is slechts één enkele verklaring te vinden: de wapens moeten afkomstig zijn uit bronnen, die men tot nog toe niet ontdek> heeft. (Van onze correspondent te New York). HET politieke jachtseizoen is deze week officieel geopend. Het grof wild wordt daarbij uiteraard voorgesteld door de olifant en de ezel, symbool van respectievelijk de Republikeinse en de Democratische partij. Het spreekt vanzelf, dat men daarbij verzocht wordt geweren en ander wapentuig thuis te laten. (In heel de geschie denis der Verenigde Staten is het slechts één keer tot een aanslag op een candidaat voor het presidentschap gekomen gedurende de verkiezingscampagne; dat was in 1912, toen Theodore Roosevelt door een maniak in Milwaukee werd „aangeschoten". De presidents- candidaat beëindigde eerst zijn toespraak en begaf zich 1J4 uur na het incident pas naar een ziekenhuis). Er wordt derhalve geduelleerd (met zijdelingse deelneming van tal van buitenstaanders) op het woord. Tot 4 November zal het veeg-uit- de-pan-seizoen voortduren. Het is een niet minder dwaas verschijnsel (men kan het ook, naar gelang de gezichtshoek, waaruit men deze gebeurtenis wil bezien, „volks" noemen) dan de pseudo-wetenschap- pelijke wijze, waarop men in Nederland twee kostbare maanden vermorst met het formeren van een kabinet. Zo zijn onze manieren nu eenmaal. Liet aantal drama's, dat hierdoor is geschied, kent ge in Europa reeds. Het lijdt geen twijfel, dat er in de loop van al deze vegen-uit-de-pan nog veel meer ongewenste sensaties voor de dag zullen komen. Een klein voor beeld: dezer dagen heeft president Truman, verontrust door de Europese reactie op Eisenhower's inzichten ten aanzien van de buitenlandse politiek, het nodig geoordeeld een bijzonder felle uitlating omtrent de hersens van John Foster Dulles de wereld in te slingeren. Uiteraard is de president in zijn recht, wanneer hij zijn politieke tegenstanders uitkrijt als lieden met hersens-van-stro, die „de dreiging van een atomische oorlog nader brengen". Maar dergelijke scheldwoorden wor den wat pijnlijk, als men'beseft, dat dezelfde John Foster Dulles door Tru man werd benoemd als ambassadeur en adviseur voor buitenlandse zaken en dat deze John Foster Dulles kort geleden door de president in het zon netje was gezet als „architect van het Vredesverdrag met Japan". Lieden met hersens van veel beter kwaliteit dan stro kunnen zich uiter aard wel vergissen: noch Foster Dul les, noch Harry S. Truman is onfeil baar. Maar wanneer de hoogste baas zijn eigen ambassadeur-in-speciale- dienst als een domoor uitscheldt, moet men in het buitenland wel wat huive rig worden voor de wijze, waarop in de V.S. de buitenlandse politiek wordt be dreven. WU kunnen vermoedelijk tot in den treure de uitleg geven, dat het de ver kiezingscampagne is, die dergelijke nonsensikale uitlatingen veroorzaakt. Maar wij nemen tegelijkertijd aan, dat de lezer zich dat niet kan voorstellen. Laten wij daarom als troost hieraan toevoegen, dat er nauwelijks één Ame rikaan te vinden is, die zich kan voor stellen, waarom een zo klein land als Nederland in geen twee maanden een kabinet kan vinden HE opschudding in Europa veroorzaakt door Eisenhowers rede, waarin hij had gezinspeeld op een „bevrijding" van de onderdrukte volkeren achter het IJzeren Gordijn, hebt ge verleden week natuurlijk tot in de details ge volgd. De Europese reactie op deze uit. spraak is voor het hoofdkwartier van de generaal een diepe teleurstelling en tevens een wijze les geweest. Men heeft in deze kringen het Wash- ingtons bureau van Le Monde ais een van de voornaamste zondebokken ge brandmerkt. De correspondent van dit blad is een man,' die uitmunt in het trekken van conclusies; één van Eisen howers mensen beweert althans, dat 's mans gevolgtrekkingen vaak 't nieuws, waarop deze conclusies berusten, „een paar uur vóór zijn" een conclusie, die onze collega zeker zal bestrijden. In Eisenhowers kamp verklaart men dan ook, dat de generaal niets anders be- Zou ik kans maken Ja, Ike is populair Ik weet het heus niet Lachend voor de ki doelde met zijn uiteenzetting over de vrijmaking van de onderdrukte volke ren achter het IJzeren Gordijn, dan (a) door het scheppen van een krachten- evenwicht ten aanzien van Rusland en de Westelijke wereld een openlijke oor log te voorkomen en (b) de aldus ver kregen gewapende vrede te gebruiken voor (c) een zodanige politiek en eco nomisch offensief, dat (d) de onder drukte volkeren achter het IJzeren Gordijn geneigd zullen zijn het juk van zich af te schudden. Een theorie, d e Europa's gamma van politieke partijen (met uitzondering van communisicn,. nihilisten en anarchisten) zeker zal onderschrijven. Wellicht wil men deze verklaring in Europa als „nakaarten" beschouwen. „Uitleg" is immers altijd het excuus van een verkeerd-begrepen-politicus. Aan de andere kant: men beweert in Eisenhower's hoofdkwartier teleurge steld te zijn, dat Europeanen, die Eisen hower goed hebben leren kennen, zich zo hals over kop lieten verontrusten door een interpretatie van één zinsnede in een verkiezingsredevoering. Eisenhower heeft, inmiddels, in het Democratische Zuiden een overwéldl- gende ontvangst gehad. Voor een deel was dit wellicht toe te schrijven aan het element der sensatie: een Reputlike:n waagde zich immers niet eerder in l et hok van de Democratische ezel. Ander deels is bet frappant, dat Democratisi he gouverneurs zich met „Ike" lieten foto graferen. Tenslotte: zijn aanvallen op de corruptie in Washington viel in Zui delijke kringen bijzonder goed. De Zui derlingen stemmen Democratisch uit traditie, niet uit overtuiging. QOUVERNEUR STEVENSON heeft tot dusver weinig gezegd, waaraan men in het buitenland aanstoot kan nem.n. Maar zijn campagne-techniek is nog wat slap in de knieën. Hij heeft zo weinig van een beroeps-politicus, dat hij steeds geneigd is eerlijk zijn me ning te zeggen. Deze voortreffelijke ka raktereigenschap is in de politiek als bescheidenheid: weiter kommt man ohne ihr. Deze eerlijkheid gebood S'<e- venson tegen de oud-strijders te ver klaren, dat hij er niet aan dacht hun belangen voorrang te verlenen; tegen de arbeiders der auto-industrie in De- troit zei hij, dat het groepsbelang on dergeschikt moest worden gesteld aan het algemeen belang. Het is hoogst on gebruikelijk, dat een candidaat zoiets zegt, wat hij ook moge denken. Want meestal belooft een candidaat hok<» prijzen voor landbouwproducten aan <Je boeren, lage voedselprijzen aan da stadsbevolking, hoge winsten aan da ondernemers en hoge lonen aan dé ar» beiderswereid. Kortom, Stevenson be nadert deze verkiezingscampagne op een hoogst ongebruikelijke wijze. Wel licht, dat het volk deze oprechtheid waardeert, Doch het is ook mogelijk» dat een collega gelijk krijgt, die zei, toen hy Stevenson voor de televisie voor de zoveelste maal hoorde bewe ren, dat hij er niet aan dacht de een of andere minderheidsgroep voor te trekken „ik geloof, dat er geen haar op Stevenson's hoofd is, dat er aan denkt zich in het Witte Huis te laten kammen." ZATERDAG 13 SEPTEMBER 198*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 6