Meisjes groeien sneller dan jongens BOSCH ytandachl u-o~oJi cLe, j&utyd, tnctcvï u-eAg,eet ïïloedeA niet Geef een varken Dr Bailey kan voorspellen hoe lang een mens zal worden wk. DOOR S A S K I A i i i 11 i i i i i i~i~r Practisch en toch fris HOE GROOT ZAL EEN KIND ZIJN ALS Groei-afwijkingen en haar genezing DE vraag hoe men de normale groei weer herstellen kan, hangt af van de oorzaak, die de storing van het nor male proces teweeg gebracht heeft. Zo kan hijvoorbeeld een beschadiging van de hersenen, die niet behandeld is, een dwergengestalte ten gevolge hebben, doch deze kan ook het gevolg zijn van een onregelmatig functionneren van de hormoonklieren. Onlangs is gebleken, Vrouw wierp zich op de brandstapel cfeidarte. FIETSLAMP BABY IN DE GEVARENZONE Moeders moeten oplettend zijn leder het zijne Welke bekende naam k- ZATERDAG IS SEPTEMBER 1952 i% 70 AF EN TOE schrikt een oplettend en meelevend krantenlezeres door één of ander speldeprikje maar weer eens onaangenaam op uit haar zoete rust van; „Wat zijn wij toch eigenlijk nog degelijk". Waar ik mij ditmaal bijna aan geschramd had was een aar dig keuvel-artikeltje over kleedgeld. Een teer punt voor elke vrouw, en stel lig voor de jongsten, die pas op eigen zelfverdienenae benen staan en nu de gehele haute couture wel tegelijk zou den willen opkopen. Zy holt op de eer ste van de maand, met het loonzakje in de hand, in gestrekte galop naar een of ander confectie-magazijn om dat blous- .ie, rokje, jumpertje, hoedje in de wacht te slepen dat haar hart al een maand lang heeft afgebeden. J)E VACANTIE IS VOORBIJ! Voor velen tenminste. De hjuismoeders lopen weer in het dagelijks gareel en breken zich het hoofd over de kleding voor de schoolgaande kin- deren. Stevige kleren, welke tegen een stootje kunnen, dat is het parool, i in _men'g groot gezin wordt ge volgd. Niet op de eeirste plaats wordt er daarom gelet of het al dan niet leuk en naar de zin van de spruiten is. Natuurlijk kan het niet anders of vooral na de vacanties spreekt de inhoud van de portemonnaie een woordje mee. Men inspecteert de gar derobe van de oudere meisjes en jongens of er niet een afleggertje bij I I I I I I l i i i iTTT Erg? Voor één keer: welnee. Léét haar maar eens met schade en schande wijs worden, zouden onze grootmoeders gezegd hebben. Het eindje zal de last dragen. Als zij zo een paar maanden doorgaat en dan een groot stuk nodig heeft, zoals een stevige winterjas, een paar werkelijk goede schoenen, een mantelpak of een geklede jurk, zit zij tegen de bodem van de schatkist aan te kijken en zal zich wel achter het oortje krabben: Dat gaat zo niet lan ger.... Dacht u dat ook? Dan bent u net als ik trouwens, lelijk mis. Want ditzelfde artikeltje betoogde en ik vermoed met grond dat er dan, zij het nog met tegenzin, geld geléénd wordt. En wan neer dit is afbetaald begint de onoor deelkundige jacht op floddertjes en snufjes opnieuw, totdat er weer een mantel.... zie boven. Mu zoudt u misschien denken: Wel, druk die jonge, onervaren dingen dan vooral op het hart een flink, groot spaarvarken aan te schaffen, en daarin met ijzeren regelmaat en zelfdiscipline al is het maar een tientje per 'maand, te stoppen. Sparen? Dat kunnen ze nu eenmaal niet, zegt dat zelfde artikeltje. Daar komen ze nooit toe. Dat moest een ander maar voor haar doen, zoals in Amerika. De modemagazijnen hebben daar een afbetalingssysteem voor kleren, dat eigenlijk niets anders is dan een potje vormen van maandelijks bij dat maga zijn gestorte bedragen van het salaris. Als ik zoiets lees moet ik even pau zeren om te bekomen. Want dan zie ik meteen, in al zijn angstwekkende fata liteit, het complex van factoren dat tot deze goedbedoelde maar glad verkeerde raad heeft geleid. Want hier wordt maar weer eens, op een schijnbaar on betekenend punt, het verantwoorde lijkheidsgevoel van het individu over gedragen op één of andere instantie. Kun jij het sparen maar niet leren, kind? Hinaert niet, hoor: dan zal Tante Magazijn het wel voor je doen. Die Past beter op de centjes dan jij, en oan heb je er ook geen zorg over. of geen verleiding om ze tóch weer uit het varken te peuteren Moeten wij die kant uit? Nooit en looit. Vooral niet bij de jonge vrouwen, de huismoeders in hope. Want nog een beetje verder die weg op, en wu be landen bij de afbetaling-voor-alles. Wat willen wij zijn en blijven in West-Europa? Een samenleving van vrije, zelfbewuste individuen met een e'gen mening en verantwoordelijkheids gevoel? Moeders wat ik u bidden mag. leer dan uw kinderen, uw dochters bovenal, van jongs af de moeilijke kunst van: met geld omgaan. JS, dat nog enige tijd mee kan. De tijden zijn toch al zo duur.... Dat is natuurlijk niet uit te vlakken, maar toch, als U de ogen goed de kost geeft, is er voor niet te veel geld nog wel iets aardigs op de kop te tikken. Kan men zelf handig met naald en draad omgaan, wel, dan levert een middagje in de stad aar dige suggesties op voor een jurkje of manteltje van dochterlief. Inderdaad zal men moeten toegeven, dat vooral in de grote steden meer aandacht wordt besteed aan de kinderkleding Er is zelfs een firma, welke zich speciaal toelegt op deze afdeling. Alleraardigste modellen zijn daar ontworpen voor de komende herfst en winter. Niet alleen aardig, maar bovendien ook zeer practisch en van sterke makelij. Voordelig zijn vooral de effen stoffen, welke uit eigen land komen; die met velerlei des sins zijn meestal van over de grens. Dikwijls wordt gebruik gemaakt voor onze meiskes van effen en rui ten, terwijl Twente ons voor het komend seizoen verraste met het solide ribfluweel in allerhande frisse tinten. Smockwerk wordt in talloos vele modellen rijkelijk verwerkt. Vooral wat met de hand werd ver vaardigd. Dit heeft het voordeel, dat het patroon minder snel loslaat, iets dat wel eens schijnt voor te komen, doordat kinderen graag aan een eenmaal losgeraakte draad trekken. Het rayonweefsel is zeer in trek voor minder gure dagen: voor school een zware wollen ruitstof met warme tinten. Het gezellige, ronde school- kraagje doet 't goed in wit piqué. Driekwart mouwen worden ook in deze collecties zeer veel toegepast; zij geven meer warmte dan de korte of halve mouw. Het voordeel van de driekwart mouw is bovendien nog, dat de slijtage, door de schoolbank waarin bijv. krijtjes kunnen worden beperkt. Het aangerimpelde rokje met een, of twee grote zakken er op, waarn bijv. krijtjes kunnen worden opgeborgen, behoort meestentijds tot het verlanglijstje van onze doch ter. Geen wonder dus, dat veie creaties hiermede rekening houden. Truitjes en blouses met vestjes kun nen hier prachtig bij gedragen wor den. Voor de feestjurkjes, welke in de kinderogen een grote plaats in nemen, maakt men tegenwoordig niet zelden gebruik van het organdie, soms met een ingeweven patroontje De rok is wijd ingerimpeld en heeft als tegenpool een strak lijfje met korte pofmouwtjes, die een kinder lijk cachet geven. Met al is het ver heugend, dat men in modekringen langzamerhand ook al het belang is gaan inzien van speciale kinderkle ding, in navolging van bijv. België, al is het gelukkig niet zo, dat men wil forceren om de kleine meiskes, op getuigd met handschoenen en hoed jes, met Vader en Moeder een wan deling te laten maken. Per slot van zaken kan de eerste indruk dan wel grappig zijn, een feit is, dat het kin derlijke wordt verloochend Om nu niet helemaal de Moeders te willen vergeten, geven bijgaande afbeeldingen de smaak weer van Maggy Rouff en Jacques Fath. De eerste maakte een na-zomertoilet, deifx-pièces, van rag-fijne zijde met kleine zwarte stippen. De rok is zeer wijd gehouden in tegenstelling met de aangesloten blouse. Men lette op de garnering onder de grote Byron- kraag te voorschijn springend. De blonde Fath komt met een na- middagcostuwmpje, dat zeker gewaar deerd zal worden. Een aan de voor zijde geplisseerde rok werd aan de achterbanen glad gehouden. Hierop wordt een kort jasje gedragen, dat een sluiting van Franse vinding ver raadt. De grote, ronde kraag ver toont, evenals de manchetten, door gestikte randen, welke het gladde en effene van de stof breken. Men lettel ook op het formaat van de hoed, welke in Frankrijk als „le dernier cri" wordt beschouwd. TIEN JAAR LANG heeft dr Nancy Bailey, een vrouwelijke arts aan de universiteit van Californië, een studie gemaakt van de groei van jonge mensen en ze is daarbij tot opmerkelijke conclu sies gekomen. Dr. Bailey is in staat op grond van de grootte, die een kind op het ogenblik van onderzoek heeft, te voorspellen hoe groot het als volwassene zal zijn. Om zulke voorspellingen met zekerheid te kunnen uitspreken, moest zij duizenden kinderen nauwkeurig observeren. Op deze wijze kon ze de groei-coëfficient voor iedere leeftijd bepalen. AAN de tabellen, die dr. Bailey heeft aangelegd, kunnen verschil lende interessante gezichtspunten wor den ontleend. Een meisje groeit bij voorbeeld eerst sneller dan een jon gen en bereikt tussen anderhalf en twee jaar de helft van haar lengte als volwassene. De jongen moet daar entegen twee d twee en een half jaar wachten, eer hij zijn toekomstge man- nengestalte voor de helft bereikt heeft. De groei van jonge meisjes is weliswaar sneller dan die van de jongens, maar deze houdt gemiddeld op 16l/t-jarige leeftijd op, terwijl de jonge man tot zijn 19e jaar doorgroeit. Dr. Bailey had veel met bezorgde ouders te maken, die ongerust waren over afwijkingen in de groei van hun kinderen. Er waren kinderen, die niet meer wilden groeien, zodat de ouders bang waren, dat ze dwergen zouden blijven. Aan de andere kant waren er kinderen die abnormaal hard groeiden en die ware reuzen beloofden te wor- dep. Dr. Bailey, die aan de universiteit van Californië kindergeneeskunde do ceert en specialiste is voor jeugdkwes- ties bij de Amerikaanse Psychologische Vereniging, maakte een bijzonder gron dige studie van deze kwesties. Ze slaagde erin verschillende methoden te ontwikkelen voor de voorspelling van de groei. Ten eerste onderzocht ze welk verband er bij het kind bestaat tussen de toeneming van de lichaams grootte en de vorming van de beende ren. Daarbij is gebleken, dat deze twee factoren zeer sterk van elkaar afhan kelijk zijn. Uit een röntgenfoto van een kinderhand kunnen nauwkeurige ge volgtrekkingen gemaakt worden om trent de Braad van de ontwikkeling van het beenderenstelsel en daaruit kan men concluderen, of de afwijkingen in de groei overeenkomen met het algemene groeiproces of niet. In het eerste geval is er geen reden tot ongerustheid, ter wijl men in het tweede geval in staat is medische tegenmaatregelen te ne men, want in zeer vele gevallen zijn groei-afwijkingen het gevolg van orga nische storingen, die, als ze tijdig ont dekt worden, verholpen kunnen wor den. De nieuwste ontdekkingen op het gebied van de klierfuncties stellen de artsen in staat verbetering te brengen in de gebrekkige werkzaamheid of de overmatige activiteit van de hormoon- producerende klieren, die het ontstaan van reuzen of dwergen veroorzaken. Men kan een kind van 14 jaar, dat normaal op zijn 17de jaar nog slechts weinig zou groeien, groter laten wor den. Het spreekt echter vanzelf, dat het niet 'mogelijk Is een kind, dat een klei ne gestalte geërfd heeft, een grotere lengte te doen krijgen. dat een kind, welks groei onderbroken was, door het toedienen van manne lijke hormonen, die steeds vaker in de geneeskunde worden toegepast, weer 1 a 2 c.m. per maand groeide. Japanse artsen hebben, naar gemeld wordt, opmerkelijke resultaten bereikt met extracten uit de slijmklieren van dierlijke hersenen, die op de mens overgeplant worden, waardoor al spoe dig een duidelijke toeneming van de groei geconstateerd kon worden. Ook Engelse artsen hebben op overeenkom stige wijze bij kinderen, wier groei ge heel tot stilstand gekomen was, wonde ren bereikt door het inspuiten van sub stanties, die hun slijmklieren prikkel den en weer normaal deden functionne ren. Aan de universiteit van Californië heeft men eveneens kinderen met ver minderde groei behandeld met manne lijke hormonen en schildklier-extracten en ze daarmede weer tot normale ont wikkeling gebracht. Omgekeerd is men erin geslaagd, een overdreven groei bij meisjes tegen te houden, zodat ze een normale lichaamslengte bereikten. De gehele bevolking van een dorp bij Jaipoer in India heeft, ondanks de wettelijke bepalin gen, die zulks verbieden, eer be- tvezen aan een jonge weduwe, die zich op 30 Augustus na de dood van haar echtgenoot op de brandstapel heeft geworpen en in de vlammen is omgekomen. Volgens de correspondent van de Times of India tooiden de dorpelingen de jonge vrouw met guirlandes; zij liep naar de brandstapel over een tapijt van door de bewoners uitgespreide bloemen. Een kind van zeven jaar werd uitgekozen om het vuur aan te steken in de hoop, dat zijn jeugdi ge leeftijd hem zou sparen voor de gestrengheid van de justitie. Niemand trachtte de jonge vrouw te Weerhouden en de po litie wist tot gisteren niets van het gebeurde. ftb. 50 met zwarte kap y met verchroomde kap 19.- Verkrijgbaar bi} Je Erkende Rijwielhandel n.v. Willem »an Rijn - Amsterdam (W) (Advertentie, Ing. Med.) CR verschijnen nog wel eens berichten in de bladen over babies, die in een wiegekussentje gestikt zouden zijn. Begrijpelijk wekt dit ongerustheid bij moe ders, die haar jongste spruit in de wieg aan zich zelf moeten over laten. Is er reden voor deze ongerust heid? Daartoe hebben wij het oordeel van een arts gevraagd; hij deelde ons mede, dat alleen als een te zacht kussentje, of erger nog een paar kussentjes, onoordeelkun dig in een wieg gelegd zijn, het zeldzame geval zich kan voor doen, dat een baby er met het hoofdje geheel onder kan geraken met kans op verstikking. Bij een enkel hard kussentje zal dit echter niet ge beuren. Als desondanks een klein kind dood in een wieg ge vonden wordt, is een andere doodsoorzaak aanwezig. Om zich geheel van vrees te be vrijden, zou men geen kussen in de wieg moeten leggen. Wil men toch een verhoging voor het hoofdje, dan is de oplossing: het kussen onder het matrasje. Gevaren schuilen soms in heel andere dingen dan in een kus sen. Onverstandig is het aan een baby speelgoed te geven, waar aan touwtjes of banden bevestigd zijn, omdat deze door het woelen van het kind om de hals ver strengeld kunnen raken, met het gevolg, dat de baby zichzelf worgt. Daarom is het ook van ■belang er goed op te letten, dat banden, waar mede dekens aan de rand van een wieg of een bedje zijn vastge maakt, zo ste vig zijn beves tigd, dat zij onmogelijk kunnen losgaan. Tenslotte moeten ook de kleer tjes zodanig zijn aangetrokken, dat zij niet los of uit kunnen gaan, hoezeer een baby ook ligt te woelen. Het zou namelijk de eerste keer niet zijn, dat een truitje of anderzins zo strak om de hals van een baby verward raakt, dat het kind er door stikt. Er dreigen gebn of weinig ge varen, als de moeder maar goed op al deze dingen let. „Wat moet ik doen?" mop perde de grote pad, terwijl hij door het hoge gras sprong. „Is er dan nergens een veilig plekje voor me? Hoor ik dan nergens thuis? De vissen zwemmen in het water. Ze kunnen heerlijk verstoppertje spelen tussen de waterplanten. Ja, eigen lijk is het water voor de vis sen gemaakt! De vogels vlie gen door de lucht. Heerlijk lijkt het me om een vogel te zijn. Je kunt dan boven in een boom een nestje bouwen en je voelt je heerlijk veilig. Ja, eigenlijk is de lucht voor de vogels gemaakt. En de andere dieren? De eekhoorn woont ook al in de bomen, de haas maakt een diep hol onder de grond net zoals het konijn.... maar wij? Waar moeten wij padden blijven? Ik wip altijd maar rond. Laatst werd ik haast overre den door een boerenwagen. Het scheelde bijna niets! En ook heb ik haast onder de banden van een fiets gezeten. Oei, wat schrok ik toen. En het meisje dat op de fiets zat riep: „Kijk, wat een vie ze pad!" Ja, dat komt er ook nog bij. De mensen vinden me helemaal niet mooi. Ze schelden me altijd uit en vin den me altijd vies!" Zo mop perde de pad, terwijl hij door het hoge gras sprong. „N ou-nou-nou 1" hoor de het beest ineens zeggen. „Jij springt hier met een gezicht rond alsof je elk- ogenblik dood kunt gaan.. Kijk een beetje naar mij., ik lach de hele dag..!" De pad keek verwonderd om zich heen en ontdekte toen vlak bij hem een kleine ka bouter die rustig in het zon netje bovenop een padde stoel zat te lezen in een dik boek. „Ik kan ook elk ogen blik dood gaan!" zeurde de pad verder. „Ik ben nergens veilig.. ikv. ik..!" Maar de kabouter schoot in 'n lach. „Man schei uit!" riep hij. „Jij bent een oude mopper pot.. je praat zo zuur als een fles azijn., als je niet wat vrolijker wordt ga ik weg.dan zoek ik een an dere paddestoel om op te zitten.. paddestoelen ge noeg hoor!" „Ja paddestoelen genoeg!" herhaalde de pad. Het beest scheen ineens een idee te krijgen. „Paddestoelen!" riep hij ineens. „Als je me nou., daar heb ik ook nog nooit eerder aan gedacht!" „Waar aan?" vroeg de kabouter. „Wel" antwoordde de pad, terwijl zijn gezicht ineens veel vriendelijker stond. „Jij zit op een padde-stoel, maar ik ben een pad., jij zit dus op mijn stoel, want een paddestoel is een stoel voor een pad!" Tegen zoveel wijsheid kon de kabouter niet op. Het mannetje sloeg zijn boek dicht en keek de pad lange tijd aan.. „Jje hebt gelijk!" zei hij toen in eens terwijl hij zich vgn de paddestoel op de grond liet zakken. „Jij hebt gewon nen.. ik zat op jouw stoel en ik moet zeggen dat jouw stoelen heerlijk zitten1" „Dat dacht ik ook!" lachte de pad nu. „Eindelijk heb ik rust gevonden., voor de rest van mijn leven heb ik een eigen stoel om op te zitten., bedankt hoor, kabouter!" De kabouter stapte met het boek onder zijn arm weg en de pad krabbelde boven op de paddestoel. Sedert die tijd hebben al le padden hun eigen padde- stoeltjes en., er is geen pad die ontevreden is! Hieronder volgen negen vragen en ik geloof vast dat jullie die vragen kunnen be antwoorden. Laten we eens aannemen dat jullie het ant woord weten op vraag no.4. Je zoekt dan in het figuur hierboven het vakje op-waar een 4 in staat en begint van daaruit de lijn te volgen, tot dat je in de tekening terecht komt. In dit vakje plaats je dan de eerste letter van het antwoord op vraag 4. Zo doe je met alle negen vragen. Zijn alle letters i.i de boven ste vakjes ingevuld dan ver schijnt er een bekende naam. 1. Je hebt een busje gele yerf en je mengt daar een beetje blauwe verf doorheen. Wel ke kleur krijgt de verf nu? 2. Mijn vulpen is leeg. Waar moet ik nu naar gaan zoe ken? 3. Als ik op mijn kop ga staan ben ik een zes. Welk cijfer ben ik? 4. De onderwijzer van Jan brengt zijn vacantie door in de hoofdstad van Italië. Naar welke stad is hij dan? 5. Adam was de eerste man die op de aarde leefde. Wie was de eerste vrOuw? 6. Je bent jarig en krijgt van tante Loes een kwartje, uit de spaarpot van zus drie en dertig cent, van kleine Anke een dubbeltje en van neef Piet een kwartje en zeven cent. Hoeveel heb je nu bij elkaar? 7. Het zit boven je mond en er zitten twee gaten in. Wat is dat? 8. De zuster van mijn moe der is mijn tante. Wat is de broer van mijn vader van mij? 9 Hoeveel is 32+3+15—50? V. Mies je gaat haar tuintje spuiten, Want het gras is dor en droog Kijk, daar gaat het waterstraaltje Met een mooie grote boog. „Ach!" denkt Mies, „ik ben toch bezig, Spuit meteen de ramen schoon! Dat 's eenvoudiger dan lappen. Een pracht idee is dat gewoon!" Plons, plons, plas daar spat het water Tegen Mies haar ruiten aan, Mies je lacht en denkt ondeugend: „Zo, dat is weer snel gedaan!" Maar och, kleine, domme Miesje, Zie je, kleine muis, niet dat Een van de ramen nog niet dicht was' Nu zijn al je meubels nat! In- ar. it, au ie- m as en k- :h k-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 9