Nederlandse fruittelers hebben het
zeer moeilijk
Zuid-Afrika maakt
revolutie door
een industriële
„Xïïït 3? jrTen
Iedere mens gebruikt in zijn leven
driehonderd bomen
Onze politieke tijdschriften maken
de balans op
Prijzen ingesiort door grote oogst
en gebrek aan export
srsxsffsuSW rsK
eeuw
Productie steeg in een kwart
tot het tienvoudige
Mijn dochter lacht
Productie per hectare
is verdubbeld
r\E oorzaak van de slechte prijzen
U van thans ligt in de sterk gestegen
productie. Vóór de oorlog was een to
tale opbrengst van 275.000.000 kg een
topoogst. Thans is 500.000.000 kg nor
maal en in dit goede fruitjaar zal de
Herziening belasting
wetten vordert
C.M.C. had een goed jaar
Behoefte aan hout is groter dan de productie
Herbebossing en proeven
met kruisingen
Scheepvaartberichten
Kamerverkiezingen en andere binnenlandse
vraagstukken onder de loupe
Doorbraak en haar grens
Grote invloed op de
rassenkwestie
VRIJDAG 31 OCTOBER 1953
DUS^oordat^ er hfI>ben het op het ogenblik uitermate
jaar uitstekend geweest. De aanvoer
an<l en Duitsland hebben er hur
dat niet het geval geweest, dan zouden de
d. andere Kan, *SÏ£
ijj gestegen tot 50.778 hectare en voor 1951 is de ramimr 70 aan i
J*r-n is het areaal echter vrijwel niet meer uUg^e d" Ippeis jn er het m ^t
Mn de "ercn Pruimen bleven coLunTen kerse™zün
zelfs teruggelopen.
W/AT echter belangrijker is, is dat in
de periode van 1939 tot thans de
productie per ha is verdubbeld. De
opbrengst van appels bedroeg van 1935
tot 1939 gemiddeld 2900 kg per ha en
van 1946 tot 1950: 7000 kg. Dat is een
toeneming met 141%. Voor peren be
draagt dit percentage 151%, voor prui
men 136 en voor kersen zelfs 268%.
Deze productieverhoging per ha-is het
gevolg van beter onderwijs, van het
nuttige werk van de Rijksvoorlich
tingsdiensten en van de fruittelersorga
nisaties en van het intensieve onder
zoek naar ziekten en het aangeven van
de bestrijdingsmiddelen.
De hogere productie is dus niet uit
sluitend het gevolg van aanplant, doch
in sterke mate van de toegenomen op
brengst per ha. Het spreekt vanzelf,
dat daardoor de kostprijs per kg ge
daald is.
Daar staat tegenover, dat een goede
appel op de veiling en in de winkel
op het ogenblik evenveel kost als vóór
de oorlog, hoewel de lonen en de an
dere kosten zeker drie maal zo hoog
zijn. De fruitteler is zich blijven in
spannen een beter product te leveren
voor dezelfde prijs.
Topoogsl
totale productie wel ongeveer
630.000.000 kg bedragen.
Nu kan Nederland zelf wel nog meer
fruit gebruiken, maar de binnenlandse
consumptie zal stellig niet stijgen van
40 op 80 kg per jaar. Toch is het ver
bazingwekkend, wat de Nederlandse
markt dit jaar opneemt.
De geweldige oogst heeft onvermijde
lijk tot een prijsinstorting geleid. De
grootste moeilijkheid leveren de peren
op, die altijd voor een groot deel naar
Engeland werden uitgevoerd. Dit land
heeft in 1951 echter zijn grenzen ge
sloten.
Verleden jaar bedroeg de perenoogst
85.000.000 kg en dit jaar 190.000.000 kg
Het behoeft geen betoog, dat dan het
sluiten van de Engelse grens funest is.
Appelen zijn op allerlei wijzen te be
waren. Peren kunnen alleen geconser
veerd worden, als men ze koelt. Maar
zo veel koelhuizen zijn er niet voor al
die peren. Dit is het grote drama.
Ongeveer een maand geleden zette
Duitsland de fruitimport uit alle lan
den stop, met uitzondering van Ne
derland. Doch het wenste van ons land
de garantie, dat het fruit op de veilin-
maakt, zijn zeker niet hoog, maar de
moderne bedrijven, die zich toeleggen
op een uitstekende kwaliteit en die tij
dig bijgeplant hebben, ontvangen voor
Cox Órange Pippin toch wel 40 cent
per kg, waartegenover de productie
kosten circa 25 cent bedragen. In Roo
sendaal bijvoorbeeld heeft zich een
nieuw fruitcentrum gevormd. Daar
gen een minimum-exportprijs moest
maken van 20 cent per kg. Dat gaf
Duitsland namelijk de zekerheid, dat
Nederland niet zou dumpen. Op de Ne
derlandse veilingen werd tengevolge
van de grote aanvoer echter geen 20
cent per kg gemaakt. Tot overmaat van
ramp verhoogde Duitsland dit bedrag
kort geleden tot 30 cent per kg. Met
de peren is het dientengevolge een ho
peloos geval geworden. Goede peren
„doen" op de veiling 12 tot 14 cent
per kg, terwijl de productiekosten 17
tot 20 cent bedragen. Het zogenaamde
ondereind wordt dus doorgedraaid.
Apoels gunstiger
DIJ de appels ligt de zaak iets gunsti
ger. De prijzen, die men ervoor
gaat het wel goed; er zijn echter niet
veel zulke moderne bedrijven.
Goed betaald worden nog de rassen
Cox Orange Pippin, Jonathan, Golden
Delicieus James Grieve en Schone
van Boskoop. De laatste soort is een
goudreinet. Trouwens van de goudrei-
netten zijn de verwachtingen niet on
gunstig, mits men er niet op dit ogen
blik mee op de markt komt, maar bij
voorbeeld in December. Tot zo lang
kunnen
worden.
zij goed overdekt bewaard
De oplossing?
MEDERLAND kan wat zijn kwaliteit
en zijn prijzen betreft in Europa
voortreffelijk mee. Maar wat moet het
beginnen, als de andere landen hun
grenzen sluiten?
Gelukkig gaat Zweden op 1 Novem
ber zijn perenimport liberaliseren. De
minimum-veilingprijs, die voor export
naar Duitsland gemaakt moet worden,
wordt op 15 November van 30 cent ver
laagd tot 15 cent. Dan kan men weer
uitvoeren.
Van 1 September tot 1 November is
geheel Europa overvoerd met fruit. Het
slechte fruit moet zo spoedig mogelijk
geconsumeerd worden, hoe dan ook.
Het goede fruit kan men bewaren.
Hier liggen de kansen voor Nederland.
Wij moeten leveren na 1 December,
want dan is er vraag in alle Europese
landen. Van groot belang is dus het
fruit van prima kwaliteit in de koel
huizen op te slaan.
Voor de toekomst is modernisering
van de bedrijven nodig. Verleden jaar
is de Nederlandse fruittelers-organisa
tie begonnen met een grote rooi-actie.
De boeren hebben daarover thans na
gedacht. Nu zij bovendien slechte prij
zen maken, zijn velen reeds tot het
inzicht gekomen, dat zij inderdaad rooi
en moeten. Deze winter gaan zij aan
de slag.
In de plaats van de gerooide bomen
kunnen zij nieuwe - betere - rassen
aanplanten. Aangezien de slechte boom
gaarden op grasland zijn aangelegd, is
het ook mogelijk dit grasland te scheu
ren. Op deze grond krijgt men name
lijk een prachtig gewas aardappelen.
De commissie, welke voorstellen moet
ontwerpen ter vereenvoudiging van
onze belastingwetgeving, maakt met
haar omvangrijke en moeilijke arbeid
goede vorderingen, zo heeft de regering
in haar memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer medegedeeld. Vooront
werpen voor een algemene wet inzake
de directe belastingen en voor nieuwe
wetten op de inkomsten- en vermogens
belasting zijn thans bijna voltooid. Ge
zien de samenhang tussen de verschil
lende belastingen is het doen van af
zonderlijke voorstellen onmogelijk.
Voorts wordt de coördinatie voorbe
reid van de belastingheffing naar het
loon met de premieheffing voor de so
ciale verzekering.
De Coöperatieve Melkcentrale (G.A.)
te 's-Gravenhage, eigenaresse van vele
zuivelfabrieken en melkinrichtingen in
het Westen van het land en geïnteres
seerd bij vele andere ondernemingen
op het gebied van melk en zuivel, heeft
te Rotterdam haar jaarvergadering ge
houden. Uit de jaarstukken is gebleken,
dat de 11.686 leden der vereniging in
het afgelopen boekjaar 487.345.956 kilo
gram melk met een vetgehalte van 3.49
Pet. hebben geleverd, die in totaal voor
f 121 millioen de deur zijn uitgegaan.
Een deel is als consumptiemelk geleverd
aan de Amerikaanse autoriteiten in
frankrijk. België en West-Duitsland,
ten dele in samenwerking met andere
taelkbedrjjven.
Aan de leden is ruim 99 millioen uit
betaald. Na afschrijving van rond 1.4
millioen en reservering van f 50.000 is
aan de leden bijna twee millioen te
goed geschreven. Het ledenkapitaal be-
tpopt thans ruim 11 millioen gulden.
Een deel hiervan zal betaalbaar worden
gesteld.
THE COMING AGE OF WOOD" „Het komende houten tijdperk" is de
titel van een nieuw, in vakkringen zeer bekend geworden boek van de
vroegere secretaris-generaal v,an het „Comité International du Bois", Egon
Glessinger. De schrijver onthult daarin zijn mening, dat de mensen nog lang
niet voldoende gebruik maken van het bos als een van hun waardevolste
bezittingen. Tegenwoordig gebruikt men al naar gelang van de „houten levens
standaard" der volkeren in Amerika per jaar 1.5 ton hout per hoofd der
bevolking, in Europa 0,6 ton en in China nog niet eens 25 kilogram voor het
grootste gedeelte echter voor verwarmingsdoelcinden, waarbij het nuttig gebruik
van het hout slechts 20 pet. bedraagt. Alle bewoners der aarde samen verbranden
per jaar een bos van meer dan tweemaal de oppervlakte van geheel Nederland.
pulierenboompjes geplant, vooral de
zeer taaie en voor vele doeleinden
bruikoare „Populus regenerata". Goe
de ervaringen heeft men ook opgedaan
met kruisingen, waarbij zaad voor
„veredelde bastaarden" gewonnen
werd, waarvan men een tweemaal zo
snelle groei en gladde kaarsrechte
stammen verwacht. Voor deze „bo
men naar maat" heeft men in de buurt
van Hamburg een proefplantage inge
richt; met dit idee houden zich ook
Amerikaanse en Zweedse onderzoekers
al jaren lang bezig.
Overal heeft men een begin gemaakt
om de sterk gedunde wouden weer te
bebossen en zo mogelijk uit te breiden:
In Italië zijn sinds 1948 werklozen in
formele „herbebossingsbrigaden" aan
het werk, in Aequaloriaal Afrika wordt
dit door inboorlingen gedaan onder
leiding van Europese houtvesters,
Rusland wil binnen 15 jaar een opper
vlakte van meer dan 6 millioen hec
tare voorzien van beschermende woud-
gordels. de Chinezen zijn met een der
gelijk gigantisch project in de woestij
nen van Mongolië begonnen. Men mag
dus zeggen, dat het „houten tijdperk"
aangebroken is en overal verheugende
aspecten biedt.
\/OLGENS een Amerikaanse statis
tiek gebruikt ieder mens in de loop
van zijn leven minstens 300 bomen van
gemiddelde grootte, om huizen te bou
wen, meubels te maken, papier, luci
fers en textiel te fabriceren en zijn
huis te verwarmen. „Hout is veel te
waardevol om het te verbranden!'
luidt het devies van Glesinger; „het
is veel belangrijker er bouwstoffen,
textielvezels, kunsthars, benzine, cel-
stof en nog duizend andere dingen van
te fabriceren, waaraan thans nog over
al op de wereld gebrek bestaat.
De oorlog en de na-oorlogstijd heb
ben de bossen geweldig gedecimeerd.
De bosrijke landen, zoals Zweden en
Rusland, waar nog meer dan, of bijna
de helft van het totale oppervlak door
bossen bedekt is, zijn zeldzaam gewor
den. In Oostenrijk zijn de bossen tot op
37% van de totale oppervlakte ver
minderd, in Duitsland tot 27%, in de
Verenigde Staten tot 26% en in
Frankrijk tot 19%. Het houtverbruik
der volkeren neemt echter van jaar
tot jaar toe. De rector van de Oosten
rijkse Landbouwschool prof. dr Flat-
scher, heeft uitgerekend, dat de aarde
per jaar 1600 millioen kubieke meter
hout oplevert, doch de jaarlijkse be
hoefte ongeveer 2200 tot 2600 millioen
kubieke meter bedraagt. Daardoor
wordt er gemiddeld in de hele wereld
per jaar ongeveer 50% meer geveld
dan de toeneming bedraagt. Als dit zo
doorgaat, voorspelt de Oostenrijkse
expert, dan zullen over een halve eeuw
alle houtvoorraden van de gehele we
reld op zijn!
Het bos moet gered worden!
HET bos moet gered worden". Deze
eij wordt dan ook in alle landen
door deskundigen op dit gebied steeds
dringender gesteld. Het beboste opper
vlak van Oostenrijk is in de laatste
15 jaar met 90.000 hectare verminderd,
waarvan meer dan 60.000 in Beneden.
Oostenrijk. In Duitsland bedraagt de
vermindering ongeveer 200.000 hectare,
waarvan de herbebossing in 1953 vol
tooid zal zijn maar het zal nog 30
jaar duren, eer de jonge boompjes vol
wassen zijn en de stand van vóór de
oorlog weer bereikt is.
Nu hebben houtexperts van de Ver
enigde Naties uitgerekend, dat niet
eens het betrekkelijk woudrijke Euro
pa zijn eigen toenemende behoefte
meer kan bevredigen; bijna drie mil
lioen kubieke meter bedraagt het jaar
lijkse tekort. Dat zijn onhoudbare toe
standen en de enige oplossing is het
gebruik van de kostbare grondstof hout
voor verwarmingsdoeleinden radicaal
te beperken. Anders loopt men gevaar,
dat net als bij de woudverwoestingen
in de Apennijnen de hellingen door
erosie kaalgevreten worden en over
stromingen als de catastrophe in de
Povlakte ook andere Europese gebie
den zullen teisteren. Bossen en berg
hellingen zijn niet alleen een goede be
scherming 'tegen lawines; de humus
van de bosgrond absorbeert ook het
smeltwater in het voorjaar, waardoor
overstromingen vermeden en een ge
regelde watertoevoer voor de rivieren
het gehele jaar gewaarborgd wordt.
Het is niet in de laatste plaats te wij
ten aan het hoge percentage gevelde
bomen, dat de waterstand van de
meeste Europese rivieren jaar in jaar
uit geringer wordt.
Bomen naar maat
Pr Duitsland heeft men dit gevaar in
gezien en energieke maatregelen ge
nomen om dit tegen te gaan. Van jaar
tot jaar werd het aantal gevelde bo
men verminderd, ondanks de eisen
van de bouw-industrie; in 1952 be
draagt het in verhouding tot het vorige
jaar (137%) nog slechts 117% van de
normale groei Behalve de herbebos
sing van de kaal gevelde gebieden zul
len uitgestrekte woeste gronden, naar
schatting ongeveer 500.000 hectare
eveneens bebost worden. Daarbij speelt
de aanplant van populieren een grote
rol; sinds het einde van de oorlog heeft
men per jaar ongeveer 8 millicren po-
Aalsum, Calcutta—R'dam, 29-10 n.m. te
Fort Said Agatha (t). 29-10 van Sai
gon naar Singapore Akkrumdijk, O.
Afrika—A'dam, 29-10 te Antwerpen
Alchiba, MontevideoR'dam, pass. 29-10
ten westen van Fernando Noronha naar
Antwerpen Arendskerk, Japan—R'dam
30-10 te Antwerpen Arundo, 29-10 van
Sorel naar Engeland Aagtekerk, 28-10
te Kobe Aardijk, 28-10 van Tampa te
New Orleans Alblasserdijk, New
OrleansR'dam, 29-10 te "Le Havre
Ampenan, 26-10 van Houston naar Gal-
veston Amstelland, Buenos Aires—A'
dam, 26-10 te Montevideo Arendsdijk,
29-10 van New York te Boston Ariadne.
27-10 van Kaap Haitien naar New York
Arkeldijk, 28-10 te Galveston Al-
phacca, Buenos Aires—New York, 29-10
van Bahia Alhena, Buenos Aires—R'
dam, 29-10 te Antwerpen Aludra, R'
damCalcutta, 30-10 van Suez naar Aden
Aalsum, Calcutta—R'dam, 30-10 v.m.
van Port Said naar Genua Arnedi.ik,
30-10 van Newport News te New York
verwacht Baarn, ChiliA'dam, 30-10
van Bremen te Hamburg Boschfontein,
A'dam—Oost-Afrika, pass. 30-10 n.m.
Kaap Guardafui naar Mombüsa Bloem
fontein, A'dam—rOost-Afrika, 30-10 te
'feneriffe Bennekom, 30-10 v.m. van
Paita te Balboa Caltcx Nederland (t),
SidonR'dam, 29-10 thuishaven Malta
Cleodora (t), BahreinColombo, pass.
29-10 Ras al Hadd Cumules (weerschip),
30-10 van de Atl. Oceaan te R'dam
Caltex The Hague (t), R'dam—Sidon. pass.
29-10 ten westen van Oporto Congo-
stroom, 29-10 van Lagos te Abidjan
Duivendrecht (t), 31-10 n.m. van Dakar
te Matadi verwacht Eos, 29-10 n.m.
van A'dam naar Hamburg Gaasterland,
30-10 ca. 16.30 uur van Buenos Aires voor
IJmuiden verwacht Graveland, Zuid-
Amerika—A'dam, 29-10 van Itajai te Pa-
ranagua verwacht Groote Beer, R'dam
Halifax, 29-10 680 mijl oost ten noor
den van Kaap Race Hathor, A'dam
Middellandse Zee, 29-10 van Lissabon
naar Algiers Haulerwijk, R'damPer
zische Golf, 29-10 van Genua naar Port
Said Indrapoera, 30-10 van Surabaja
te Makassar Jagersfontein, 30-10 van
Duban te East Londen verwacht Kiel-
drecht, JapanR'dam, 29-10 n.m. van Pe-
nang naar Aden Kota Gede, 29-10 n.m.
van Saigon te Surabaja Laertes, Indo
nesië—A'dam, 30-10 te Aden Maas
dam, 20-10 van New York naar R'dam
via Cobh (Ierland) Maaskerk, 29-10
n.m. van Port Amboin naar Novoredondo
Manoeran, Indonesië—A'dam, pass.
29-10 n.m. Gibraltar Mariekerk, A'
dam—Oost-Afrika, 30-10 te Kaapstad
Martha Vinke, 30-10 van R'dam te Kaap
stad Maas, 30-10 van A'dam te R'dam
Nieuw-Amsterdam, 30-10 van Havanna
te New York verwacht Oranje, 29-10
van A'dam naar Tandjong Priok
Oranjefontein, 30-10 van Oost-Afrika te
A'dam Prins Willem II, MontrealR'
dam, pass. 29-10 n.m. Eddystone Phron-
tis, 30-10 van Makassar te Surabaja
Riouw, Java—A'dam, 28 op 29-10 van
Penang naar Colombo Rotula (t), 29-10
van Alevandrië te Punta Cardon Ruys.
Rio de Janeiro—Japan, 29-10 n.m. van
Manilla naar Hongkong Rijndam, 29-10
van R'dam naar New York Salawati,
New YorkIndonesië, vertr. 30-10 n.m.
van Madras naar Vizagapatam Schie,
30-10 van Piraeus te Haifa Sibajak,
R'dam—Wellington, 29-10 n.m. 540 mijl
noordoost van East Caap (N. Zeeland)
Stad Maastricht, 29-10 v.m. van Lulea
r.aar R'dam of Vlaardingen Samarinda.
CalcuttaPac. Kust, 29-19 n.m. van
Boang naar Nasipit Saparoea, Perzi
sche GolfA'dam, pass. 29-10 Gibraltar
Scherpendrecht (t), 29-10 van Para-
nagua te Trinidad Stad Dordrecht,
29-10 van Sagunto naar R'dam of Vlaar
dingen Talisse, 30-10 van Surabaja te
Balik Papan Teiresias, IndonesiëA'
dam, 29-10 n.m. van Genua naar Londen
Tjimenteng, Japan—Zuid-Amerika,
29-10 van Dar es Salaam naar Lorenzo
Marquez Tjipanas, Oost-AfrikaJapan,
30-10 te Singapore Titus, Middellandse
ZeeA'dam, pass. 29-10 Finisterre
(Van onze parlementaire redacteur)
UITERAARD IS IN de Septembernummers van de grote politieke maandbladen
Socialisme en Democratie, Katholiek Staatkundig Maandblad en Anti-Revo-
lutionnaire Staatkunde nog al wat aandacht besteed aan de belangrijkste ge
beurtenissen tijdens de zomermaanden op het binnenlandse politieke front: de
verkiezingen in Juni 1.1. en de daarop gevolgde langdurige kabinetsformatie.
„De kracht van dit ministerie is niet zozeer van de volksvertegenwoordiging ais
van zichzelf alhankeljjk. Ontstaat in de boezem van het kabinet geen breuk dan
is het hoogst twijfelachtig of deze van buitenaf daarin zal worden geïntrodu
ceerd." Tot deze conclusie komt de voorzitter van de Tweede Kamer, mr L. Kor-
tenhorst, in zijn beschouwing over het derde kabinet Drees (KSM).
r\E VOORZITTER van de PvdA, J. J.
Vorrink, in S. en D. over hetzelfde
onderwerp schrijvend, stelt dat zijns
inziens de samenstelling van het kabi
net, zoals die ten slotte is geworden,
geen wezenlijk gevaar oproept voor ver
lammende dicussies en wrijvingen op
eigen bodem. „Er is alle reden te'gelo
ven in de mogelijkheid, dat uit dit ge
zelschap een goed werkend team zal
kunnen worden gevormd."
In het bijzonder met de gevolgen van
de verkiezingsuitslag voor de Protes
tants-Christelijke en Katholieke Werk
gemeenschappen in de PvdA houden
beschouwingen van mr. G. E. van Wal-
sum en mr. Th. J. A. M. van Lier in S
en D zich bezig. Met name laatstge
noemde maant tot bijzondere voorzich
tigheid en tact, want „wij zouden de
politieke doorbraak ernstig bemoeilij
ken. wanneer wij haar grenzen uit het
oog verloren". Éen doorbraak ook op
maatschappelijk en cultureel terrein
acht mr. Van Lier bepaald ongewenst.
Andere binnenlandse problemen wor
den door prof. dr. J. J. Gielen (KSM)
en burgemeester J. van Haar (ARS)
onder de loupe genomen. Eerstgenoem
de, de van prof. Rutten afkomstige
wetsontwerpen inzake het algemeen
middelbaar onderwijs en het voorberei
dend hoger onderwijs besprekend, con
stateert dat beide ontwerpen onderwijs
kundig gezien veel goeds bieden. Maar
zij brengen niet de beloofde en ver
wachte gelijkstelling! Laatstgenoemde
schrijver geeft een gedegen principiële
en historische beschouwing over het
vraagstuk der lijkverbranding.
Partij-politieke vraagstukken komen
in twee maandschriften ter sprake. In
S en D zetten de heren A. A. van Ame-
rongen, drs. D. Roemers en prof. dr. F.
L. Polak de discussie over de heden
daagse situatie van 't socialisme vcort.
In de rubriek Politieke Kanttekeningen
(KSM) worden ook door andere par
tijen ter harte te nemen opmerkingen
gemaakt over de betekenis van het
werkprogramma van de KVP voor de
Kamerfractie, de partijleiding, het
Centrum voor Staatkundige Vorming
en het Vormingsinstituut, dat o.m. is
belast met de kadervorming.
tieke leiderschap in Europa en om op
deze taak te zijn voorbereid."
Wijzen wij "ten slotte op de gebruike
lijke boekbesprekingen en met name
op de zeer uitvoerige verhandeling van
prof. dr. P. S. Gerbrandy (ARS) over
de Rechtsgeleerde Opstellen,
Europees perspectief
Buitenlandse vraagstukken worden
ditmaal, bij uitzondering, uitsluitend in
S en D aangesneden. De directeur van
de dr. Wiardi Beekman Stichting, J. M
den Uyl. ontleedt het Bevanisme in de
Engelse Labour Partij en prof. mr. dr
J. Barents gaat uitvoerig in op de ver
dedigbaarheid van West-Europa. Boven
dien betoogt een Nederlander, die sinds
vele jaren in het buitenland werkzaam
is. onder het pseudoniem F. H. van Mar
schrijvend, dat voor de socialisten he
hebben van een Europees perspectief
volstrekt noodzakelijk is. Want: „de
ironie, dat notoire conservatieven tot
de beste pleitbezorgers der staatkundi
ge progressie behoren en hun socialis
tische landgenoten daarbij in het eer
ste gelid tegenover zich vinden, toont
de omvang aan van dë achterstand, die
het socialisme moet inlopen om aan
spraak te kunnen maken op het poli
(Van onze correspondent in Kaapstad.)
IN ZUID-AFRIKA VOLTREKT zich een industriële revolutie. Overal hoort en
leest men het en hoe dikwijls die waarheid ook al herhaald is, toch vrees ik
dat zij niet op de juiste waarde wordt geschat. De industriële revolutie in
Zuid-Afrika is een roman, niet minder boeiend dan die van de Grote Trek,
of die van de diamant- en goudvondsten. Maar zö is veel méér dan alleen
een boeiend verhaal over dc snelle ontwikkeling van een land, dat tachtig jaar
geleden nog een uitsluitend agrarische economie kende, dat een kwarteeuw
geleden nog vrijwel geen andere industrie had dan die van het goud en de
diamanten en dat thans vijf en twintig jaar na de introductie van de eerste
„beschermende" wetgeving een industrieel productiecijfer van 800 millioen Pond
Sterling heeft bereikt.
P)E industriële revolutie heeft in
Zuid-Afrika niet alleen de nationale
economie veranderd, zij heeft een wij
ziging in het volksleven gebracht, die
men nog maar tenauwernood kan ana
lyseren. En zij zal, hoe men het ook
keert of wendt voortgaan met het aan
brengen van veranderingen in bijna
alle sectoren van het leven.
WOOR wat het economisch aspect van
de verandering betreft dient men-
eerst te beseffen dat er tot 1925 van
enige industrie van betekenis (afge
dacht van het mijnwezen) geen
sprake was. Totdantoe hadden de lei
dende en regerende kringen de mening
verkondigd, dat Zuid-Afrika nooit een
industrieel land zou kunneh zijn, dat
het land er zich het beste toe kon blij
ven bepalen, ruw materiaal te produ
ceren en dat uit te voeren naar Enge
land, waar men er dan 4e eindproduc
ten van maakte.
Men beweerde zelfs, dat een eigen
industrie de kosten van levensonder
houd zou opjagen en de lasten, die de
bevolking moest dragen, zeer zou ver
zwaren. Men beweerde, dat een eigen
industrie de eerste jaren beschermende
wetgeving noodzakelijk zou maken
(hetgeen juist was) en dat, als gevolg
daarvan, de toevloed van Brits kapitaal
zou stokken (hetgeen onjuist bleek te
zijn).
De nationalistische regering, die in
1924 het roer van het schip van Staat
hield vaagde die bezwaren en angsten
weg en maakte beschermende wetten
om de opkomst van een eigen industrie
te bevorderen.
Fantastische groei.
HE gevolgen waren fantastisch! Een
paar productiecijfers uit de laatste
kwarteeuw zullen dat het duidelijkst
commentariëren. In 1925 was de pro
ductie 84 millioen Pond, in 1939 200 mil
lioen Pond, in 1948 was zij reeds 580
millioen Pond, in 1949 steeg zij tot 675
millioen Pond en in 1951 bepaalde zij
het recordcijfer van 800 millioen Pond.
In de betrekkelijk korte periode van
iets meer dan vijf en twintig jaar klom
de productie van de jonge industrie
dus van 84 tot 8080 millioen Pond. Of
wel: zij vertienvoudigde haar resulta
ten. Als dat geen industriële revolutie
mag heten, wat dan wel?
Dit is nog maar één kant van de
zaak. Een andere zijde krijgt men te
zien, als men de cijfers van het na
tionale inkomen in ogenschouw neemt.
In 1912 was het omstreeks 131 millioen
Pond. In 1939 was het geklommen tot
40C millioen Pond en thans is het reeds
ver boven de 800 millioen Pond. Ook
als men rekening houdt met de gerin
gere koopkracht van het geld bliift dit
een indrukwekkende stijging. De be
kende economist dr H. J. van Eek heeft
becijferd, dat het werkelijke nationale
inkomen gedurende de jaren 19401950
gestegen is met ongeveer zestig pro
cent.
Zwarte fabrieksarbeiders.
TN 1926 waren er in de industrie werk-
zaam 75000 blanken en 117000 zwar
ten. Thans: 220.000 blanken en 410.000
zwarten. In 1926 werd er aan lonen
uitbetaald: aan blanken 16 millioen
Pond, aan zwarten 5 millioen Pond,
Thans: aan blanken ongeveer 100 mil
lioen Pond, aan zwarten ongeveer 50
millioen Pond.
De blanke industrie-arbeider ver
diende in 1938 gemiddeld omstreeks
f 2350 per jaar. De zwarte arbeider ver
diende in hetzelfde jaar gemiddeld
f 450. Tien jaar later, in 1948 dus, wa
ren deze gemiddelde inkomens f 4365
en f 1053. De stijging in gemiddelde
inkomsten bij de „kleurlingen" (de
groep van gemengd ras, die vooral aan
de Kaap wordt gevonden) was nog
sterker, namelijk f 850 tot f 1750.
Hieruit valt te leren, dat de stijging
van inkomsten bij de gekleurde bevol
kingsgroepen sterker was dan bij de
blanken. En zulks terwijl de sterke
uitbreiding van de industrie het nood
zakelijk maakte om vele naturellen (als
ongeschoolde arbeiders) te werk te
stellen, die nog nooit met de blanke be
schaving in aanraking waren geweest.
Zal Zuid-Afrika ten eeuwigen dage
zijn industrie kunnen drijven op goed
kope „zwarte" arbeid! Het antwoord
ligt voor de hand. Het zal deze bedrijfs-
politiek nog lang, misschien zelfs nog
zéér lang kunnen volgen, maar onher
roepelijk komt eens de dag, dat er tus
scn de lonen van de blanken en zwar
ten een aanzienlijk kleiner verschil zal
liggen.
Ironie der geschiedenis.
LIET is de ironie van de geschiedenis,
dat de nationalistische regering, die
de industriële revolutie over Zuid-
Afrika deed losbarsten (volkomen te
recht en volstrekt in het belang van het
landï) daarmee tegelijk alwéér een
nieuw probleem schiep in het kader
van het rassenvraagstuk. Dit wordt
duidelijk, als men de groeiende aan
tallen van zv.arte industriële werkers
vergelijkt met die van de blanken en
de aldus verkregen verschillén in per
centages uitdrukt. In Kaapland waren
in 1939 13,9 percent van de industrie
arbeiders zwarten; in 1949 was dit per
centage reeds 23. In Zindelijk Transvaal
groeide hun aantal gedurende dezelfde
tien jaren van 57 tot 60,4 percent, in
Durban van 41 tot 50 en in Port Eliza-
beth van 24 tot 34 percent.
In de jaren 1948 tot 1951 nam het
totale aantal industriearbeiders met 13
percent toe; de toename van blanken,
alléén bedroeg echter slechts 4 percent'
Geleidelijk aan zal men dus een zo
danige ontwikkeling zien. dat naast
iedere blanke arbeider, die door de fa
briekspoort stapt, drie zwarten naar
binnen gaan.
JONDAGM1DDAG kwamen de fami-
lieleden tot in de derde graad, om
getuige te zijn van De Lach. Misschien
had u het hier oj daar al gehoord,
maar mijn dochter Lacht! Een pralen-
de, zonnige Lach, die begint met een
twinkeling in het donkerblauw van de
ogen zich dan als een koesterend
schijnsel over het gezichtje beweegt,
om te eindigen in een eindeloos blij ge
gekrijt en een vreugdevol zwaaien
van armpjes en beentjes. Ja, mijn
dochter lacht! Soms zonder enig rede
lijk motief; meestal zomaar uit louter
geluk. Wij, mijn vrouw en ik, zijn in
alle zeven hemelend en derhalve heb
ben we uitnodigingen verstuurd naar
allen, die op enigerlei wijze blijken
van belangstelling hebben gegeven na
de geboorte van onze dochter; om
thans De Lach te komen zien.
Zo hadden we Zondag negen bezoe
kers, waarvan drie heren. De laatsten
kwamen voor de borrel, die ik hen in
een P.S. onder de uitnodigingsbrief
had beloofd. Maar de zes dames gaven
ons meer reden tot tevredenheid dan
we ooit hadden durven hopen. Als
roofgierige Bedouinen belegerden ze
de wieg, onbegrijpelijke klanken uit
stotend: „Koereseloerissie, grote meitie
van je tante Margrietepietje. Doe dan
's effies lachies tegen me." En dan
meelevend met het gebarenspel, dat
mijn dochter intussen vertoonde: „Oele
oele, pijnie in me bolleknollesie. Ef
fies grijpies doenies an me oortie, lek
kertje!" Laat ik u verzekeren, dat ik
een min of meer geciviliseerde Gibbon
prima kan begrijpen, als hij me maar
recht aankijkt. Maar het gelurk van de
tantes en nichten rond de wieg was mij
volkomen onverstaanbaarlaat staan
voor mijn dochter, die nauwelijks zes
weken telt. Mijn vrouw was verrukt,
daar niet van. „Wat keuvelt u leuk
met V", zei ze tegen nicht Anna, die
een paardengezicht trok, om onze
dochter aan het schateren te brengen.
Hoezeer nicht Anna en de andere da
mes zich echter ook inspanden, er
kwam geen spoor van een lach op
het gelaat van onze dochter. Hoogst
ernstig, ja bezorgd zelfs, lag ze haar
verwanten aan te kijken, als dacht ze:
„Wat moeten jullie je lam voelen, met
zulke rare gezichten!" Ik opperde tac
tisch om de hoek van de deur: ,,'t Is
r dag niet, vandaag. Op Zondag is ze
altijd slecht gehumeurd".
De dames waren evenwel onver
saagd. Oudtante Brigitta ging scheel
kijken, hetgeen vooral succes had bij
mij. Ik zou in schateren zijn uitgebar
sten als er niet een dikke erfenis van
af had gehangen. Mijn dochter bleef
volkomen onbewogen, alsof ze lag uit
te rekenen wat ze déze maand nu eens
van het kinderbijslaggeld zou kopen
„Als ze haar flesje heeft gehad is ze
wel vriendelijker", zei mijn vrouw mild.
Eendrachtig besloten de dames daar
nog even op te wachten en terwijl ze
de trap afdaalden begonnen ze zich
gevallen te herinneren van andere
kindertjestóe óók alleen maar lach-
ten als ze pas gedronken hadden.
Het etensuur van mijn dochter had
iets van een massabetoging, waarbij
de demonstranten, met tot waanzin op-
gezwiept idealisme elkaar de spandoe
ken betwisten. Jammer alleen, dat mijn
dochter nu als spandoek fungeerde.
Hoe het zij; ze kreeg een op de lange
duur ijskoude fles toegediend, uit zes
paar handen. De drinkgeluidjes wer
den opgewonden nagebootst en als
men niet beter wist, zou men zeggen
dat de tantes en nichten zelf nog da
gelijks hun 750 gram Nutricia één op
anderhalf) nuttigden.
Hoe het zij, het ceremonieel kreeg een
einde. De baby werd op tafel gelegd
voor de verwisseling van een bemod-
derd stuk textiel. „Wat legt ze d'r mooi
bij!" constateerde nicht Miep, alsof
mijn dochter een zeiljacht was. Haar
opmerking ging goeddeels verloren in
de luidruchtige belangstelling, welke
ontstond toen mijn dochter een boer
tje produceerde. Het duurde lang eer
de vreugde wat geluwd was, om plaats
te maken voor de gespannen verwach
ting in verband met DE LACH We
derom begon het ritueel, dat zich bo-
ven bij de wieg reeds had afgespeeld.
Nicht Anna begon weer met haar
paardengezicht en Bertha deed Kieke
boe boven de tafelrand uit, terwijl ze
een luier, gelijk een volgeling van de
Dalai Lama, rond haar pieterige krul*
len drapeerde
Géén lach
Nicht Miep begon „boeééêé" te roe
pen, waarbij ze haar mond in een hoek
van 45 graden bracht.
Géén lach!
Het was om moedeloos bij te wor
den. De tantes begonnen hoe langer
Jioe gekker te doen. Een stuk ijzer van
drie duim dik zou in schateren zijn uit
gebarsten.
Mijn dochter keek als een ambtenaar
van Invoerrechten en Accijnzen. Doch
plotseling een waarschuwende kreet
van mijn vrouw. „Ze begint!" Er trok
een spier ergens in het kaakje van
mijn dochter. De dames bogen zich
met opgewonden blikken over de ta-
op "dTtafel" bnilde het h°0p3e menS
Zes ontstelde, met wit, vlokkig gedoe
bedekte gelaten wendden zich af. Een
Kwartier later was ons huis verlaten.
Op de tafel ag mijn dochter.
En lachen! Ze kón niet meer!...
ALBEBlk