James Denning van de Airborne Divisie zag Arnhem ierug Duizenderlei emoties en tragische herinneringen bestormen de gasten HERSTEL VAN DE ..OUDE KRACHT IS NOODZAKELIJK 1 Demka herdenkt halve eeuw staalproductie in ons land EEN UNIEK GEBAAR Zelfs expori naar Zweden De grond geen onuitputtelijke provisiekast Goed werk van het Nederlands Oorlogsgraven Comité Wordt ons land onbewoonbaar? 0Op een mooie Zondag viel ik in de bossen van Oosterbeek" Herinneringen Naardens rook-contlict is weer bijgelegd Buitenlandse bezoekers op Flora 1953 Oude grafheuvels op de Larense heide n Uiterste zorg plicht tegenover nageslacht Ir D. KROESKE EATEWDAG 8 NOVEMBTOt (Van onze speciale verslaggever) O* '^anï /ar'9® Jarpes William Denning is geneigd zo nu en dan schichtig naar de lucht te kijkenwanneer een snede eiectrische trein hem door het zonovergoten Gelderse landschap trekt. Hij vreest, dat er ieder ogenblik iets uit de lucht zal komen vallen. Een granaat, een bom, 0f iets van dien aard, waarmee je je leven kunt verspelen. .Onzin', zegt hij dan telkens tegen zichzelfo dan kijkt hij weer eens even de coupé rond De rust van zijn medereizigers en hun gezellig gebabbel in zijn eigen (Engelse) landstaal verdrijven de gedachten aan het beleefde oorlogs geweld. Toch gelukt het hem niet zich geheel los te maken van de herinnering aan hetgeen hij hier heeft doorgemaakt. Naarmate hij dichter bij Arnhem komt, worden de indrukken zelfs sterker. Gespannen tuurt hij uit het raampje naar de beboste omgeving. Twee kilometer voor Wolfheze stoot hij een kreet uit. Look therel Zijn overbuurman de 27-jarige Rob Forgham, uit Coventry, met wie hij enkele uren tevoren een vriendschap voor het leven sloot, kijkt in de richting, die James hem wijstTwee villa s steken hun glimmend pannendak door het najaarsloof van het geboomte Rob ziet er niets bijzonders aan, James wel. En dan vertelt hij hoe hij d e twee villa's herkent uit die bange Septemberdagen van 1944, toen hij hier als sergeant van de beroemde Airborne divisie uit een glider was gedropped. ZONDAG 17 September 1944. Een prachtige Zondag, 's middags om kwart voor één, was hij langzaam aan zijn parachute naar beneden ge zakt. Het granaatvuur van de Duitsers spatte om hem heen. Ieder ogenblik zou de zijde van zijn kostbare val scherm getroffen kunnen worden. Maar neen, veilig landde hij in de bos sen b(j Oosterbeek. Vier van zijn ka meraden, waaronder de commanderen de officier, waren tijdens hun val do delijk getroffen. „Vijftien man bleven er tenslotte over van de troep van twee-en-zeventig, waarvan ik deel uit maakte", zegt de ex-sergeant „Ons doel hebben we niet kunnen berei ken. We moesten mijnen leggen ter weerszijden van de brug bij Arnhem. Maar het ging niet. De Duitsers had den hotel Wolfheze al bezet voordat we de grond hadden geraakt. In de .bos sen hebben we ons ingegraven. On ophoudelijk werden we met ons kleine groepje dat nog een vlammenwerper onschadelijk had weten te maken, be stookt. Toch slaagden wij erin de Rijn te bereiken. Met acht man ben ik toen in rubberbootjes de rivier over ge stoken. Maar het squadron, waarbij we ons moesten aansluiten aan de overkant, kwam nooit opdagen. De verloofde van mijn zuster, die .bij het zelfde squadron zat, werd gedood. Hij ligt bij Arnhem begraven. Voor hem ben ik nu weer naar Holland over gestoken...." EEN drg temidden van de Engelse vrienden, die onder auspiciën van het Britsh Legion - de Engelse oud- striju^ioi/.gariisaUe, die 1.250.UOO leden telt en het Nederlands Oorlogs graven Comité naar ons land gekomen zijn, om een groet te brengen aan de verwanten, die hier in de jongste por- logsdagen hun leven lieten, levert tien tallen van deze relazen op. Elk der deelnemers heeft zijn eigen herinne ringen aan die schrikdagen. Velen is het aan te zien. Zoals de 27-jarige Rob forgham, over wie we hierboven al spraken. Hij mist zijn linkerhand. „Ver speeld in de voorste linies bij Caen' zegt-ie met een cynisch glimlachje. ..'t Ellendige is, dat ik altijd links was". Tegenover hem kan de 41-jarige bakkersknecht George Hanshaw uit Littleport (Cambridge) zich dan wel De graven van de geallieerde sol daten, die in Nederlandse aarde rusten, zijn zelden zonder bloemen. gelukkig prijzen. Hij was de bestuur der van een rijdend stuk anti-tank- geschut. Met het 21ste regiment van dit wapen trok hij dwars door België naar Nijmegen en Arnhem, en na de strjjd aldaar in de Septemberdagen van 1944 ging hij door naar Cuxhafen. Negentienhonderd mijl heeft hij met zijn kar afgelegd. „Nog geen blussie, meneer", weet-ie ons te vertellen. „Niet aan mezelf en niet aan mijn kar. Ik heb bijzonder veel geluk gehad. Mijn beste vriend zag ik op zijn verjaardag kapot schieten. Twee van mijn vijf vrienden liggen op het oorlogskerkhof bij Nijmegen; „Jonkerbos" heet het Het zijn korporaal-schutter David Thompson en Walter Bill. Precies op de plaats waar nn „Jonkerbos" Is aange legd, waren we ln 1944 vijf uur In een hete strijd gewikkeld. We «waren afge sloten van het 2e Leger. Tot Uden en vervolgens tot Veghel moesten we ons een corridor vechten om weer contact te krijgen. Het is moeilijk onder woor den te brengen, wat er in je omgaat als je deze plaats dan weer terugziet, zo vredig en hersteld van de vele won den, die het vuur erin geslagen had". WE denken het te begrijpen. Het moet ongeveer hetzelfde zijn, als wat er omging in het eenvou dige moeke, dat bij het gemeentehuis van Nijmegen stond, waar de Engelse vrienden officieel werden verwelkomd. Met een punt van haar schorteldoek veegde ze zich tranen uit de ogen, de langs haar trekkende gasten in ge broken Engels alsmaar vertellend: „I washed for the soldiers" „Ik waste voor de soldaten". Maar haar gesta melde emotie ging verloren in de veie emoties, die de groep op dat moment bestormden, en die de emoties waren van een eerste weerzien van een plek, waaraan ten eeuwigen dage herinnerin gen verbonden zullen blijven. Zoals wij destijds berichtten, is on langs een conflict ontstaan tussen de burgemeester van Naarden als presi dent-kerkvoogd van de Ned. Hervorm de kerk en de Nedjrlandsche Handel- vereniging over een geldend rookver bod tijdens repetities in de Grote Kerk De Handel-vereniging werd na over treding van dit verbod toegang tot de kerk voor concerten en repetities ont zegd. Hoewel de Concerthall Society uit Amerika eenmaal met de Handel-ver eniging voor gramofoonoonamen een concert in de St. Joriskerx te Amers foort heeft gegeven, bevredigde de ont stane verhouding geen der partijen. Nadat de voorzitter van de Handel- vereniging tengevolge van het conflict zijn functie had neergelegd, heeft het nieuw gevormde bestuur onderhande lingen gevoerd met de kerkvoogdij en in een schrijven zijn spijt betuigd over het gebeurde. De kerkvoogdij heeft thans aan de Ned. Handel-vereniging de mededeling gedaan, de Grote Kerk te Naarden weer gaarne voor concerten ter beschik king te stellen. „Flora 1953" trekt nu reeds buiten landse belangstelling. Vele buitenlan ders komen het Floraterrein in Heem stede bezoeken om de opbouw van de internationale bloemenflora 1953, die van 14 Maart tot 14 Mei zal worden ge houden, in ogenschouw te nemen. Dins dag 11 November arriveert een gezel schap van vijftien Italianen op het ten toonstellingsterrein, waar de diverse gebouwen, z>'s de ongeveer vijftien meter hoge erehal, het grote bloemen- paleis, de winkelgalerijen enz. hun vol tooiing naderen. piiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiimiiiiii (Van onze speciale verslaggever) iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin i \/E y na de bevrijding in Nederlandse grond hun laatste rustplaats. Tienduizend van de twintigduizend Amerikanen onder hen werden sinds de bevrijding naar vaderlandse bodem teruggevoerd. Aan de wil der nabestaanden werd gevolg gegeven. Dertigduizend jongens, die hun leven gaven in de gigantische wereldworsteling voor recht en vrijheid, en wier wieg eenmaal stond ver buiten onze landspalen, liggen hier nog begraven. Bij Arnhem en Nijmegen, bij Margraten in Zuid-Limburg, j bij Kapelle en Willemstad vindt men de onafzienbare velden met de eenvoudige kruisen. Prachtig aangelegde parken zijn het. Als soldaten in het gelid rijzen de witte zerken met de namen en data uit het glad- geschoren grastapijt. Een welverzorgd bloemperk onderbreekt hier en daar deze indrukwekkende uniformiteit. Hoogopgaande boomgroepen, met zilverwitte berken ertussen, omzomen de velden. Duizenden heb- ben dit beeld al in zich opgenomen. Duizenden Nederlanders en buiten- 1 landers, voor wie deze rustoorden bedevaartplaatsen werden, mede I dank zij het Nederlands Oorlogsgraven Comité, dat zich tot taak heeft gesteld de buitenlandse relaties van hen, die hier begraven liggen, ge- 1 legenheid te bieden de graven te bezoeken. Ook door financiële steun, I wanneer het die relaties aan de nodige middelen zou ontbreken. Vrij- willige bijdragen van het gehele Nederlandse volk maken dit mogelijk. Uit de opbrengst van de jaarlijkse Klaproosdag wordt het gefinancierd. Geen ander land kent deze sympathieke vorm van hulpverlening. Het is een erezaak, dit gebaar tegenover het buitenland te kunnen blijven maken. immuun ^yANNEER Rembrandt ln onze dagen geleefd zou hebben en de Staal meesters te schilderen had gekregen, zou hy in Utrecht terecht gekomen zyn. By de Staalmeesters van De Muinck Keizer N.V., aan het AmsterdamRyn- kanaal, aan wie de eer toekomt dezer dagen vijftig jaar geleden voor het eerst in ons land staal te hebben ge fabriceerd. Er is een hemelsbreed verschil tussen 't pionierswerk van een halve eeuw ge leden en de staalproductie van dit ogen blik, al bleef de grondslag hetzelfde. Die grondslag is door toevoeging van koolstof en andere ingrediënten uit het „broze" ijzer buigbaar staal te smelten. Nog zijn er dus precies als vijftig jaar geleden de hete vuren, waarvoor de werkers in het bedrijf komen te staan. Maar 't productie-apparaat werd alleen een beetje gemoderniseerd, geperfec- tionneerd en steeds meer op wetenschap pelijke basis gelegd. In de hedendaagse staalfabriek van De Muinck Keizer N.V. in Utrecht honderd jaar geleden in het Groningse Martenshoek als sme derij en ijzergieterij begonnen daar werkt men met electro-vlamboogovens en een kernloze inductieoven, die ook wel hoogfrequentoven genoemd wordt. Daar heeft men een laboratorium waar in weinige seconden het hardste staal tot in het merg bekeken kan worden en zo nodig gefotografeerd, of tot op duizendste millimeters de rekbaarheid gemeten. Onder meer radio-actieve iso topen staan de staalmeesters thans ter zijde om de gezondheid van de afgele verde werkstukken te bewijzen. Geen wonder, dat er verschil is tussen staal en staal. Tegenwoordig zijn er een en tachtig soorten staal. Edelstaal, aan welks kwaliteit de hoogste eisen ge steld moeten worden, vervangt nu veel al weer het ordinaire staal, dat eertijds de grondslag was voor dit bedrijf. Vijftig jaar staalproductie betekent vijftig jaar groei en ontwikkeling, vijf- In de smederij bewerkt men een blok edelstaal met een hamer van drie ton valgewicht. Tijdens het uitsmeden wordt het gloeiende blok onder de hamer verschoven en gedraaid met behulp van een manipulator, een rijdend stuk gereedschap, dat de gloeiende staaf tussen zijn „kaken" ge klemd houdt. tig jaar kwaliteitsverbetering op hoog niveau. Een nooit aflatende zorg en scherpzinnigheid, die behalve nationaal ook internationaal weerklank diende te vinden. Het is een nationale eer, dat Demka in staat gebleken is, zijn export te richten op Zweden, welks staal een wereldnaam heeft. Nederlands kwali- teitsstaal edelstaal vindt in Zwe den afnemers. Meer dan woorden ty peert dit feit de betekenis, die aan dit ruim 2400 man tellende bedrijf moet worden toegekend. Op de heide achter het St. Janskerk hof te Laren verricht de Rijksdienst voor Oudheidkundig bodemonderzoek, in samenwerking met het Oudheidkun dig Genootschap Westerheem, opnieuw onderzoekingen bij de daar aanwezige, reeds in vroeger jaren blootgelegde koepelgraven. Aanleiding hiertoe zijn de vondsten van een 16-jarig lid van de Gooise vereniging voor amateur ar cheologen. Deze vond onlangs op de zanderij op twee plaatsen vlak onder het maaiveld scherven van urnen. Enige graven zijn verder blootge legd. Aan de samenstelling van de grond viel op te maken, dat vroeger een aantal lijken boven elkaar werd begraven. Uit een ander graf kwamen menselijke beenderresten te voorschijn, die op verbranding zouden wijzen. Er bevinden zich tien grafheuvels op die plek. Het onderzoek wordt nog voort gezet. nEZE noodlottige ontwikkeling was het gevolg van de geleidelijke af name van de „oude kracht" d.w.z. het humusgehalte en het bacterieleven in de grond. Het is moeilijk om een definitie te geven van het begrip „oude kracht",, ofschoon iedere boer weet, wat er mee bedoeld wordt, n.1. dat de grond in een toestand verkeert, waarin de planten- IN ons vorige artikel over dit onderwerp bespraken wg de gevolgen van roof- bouw en eveneens de methode van landbouw, zoals die door onze voorouders is toegepast van de Middeleeuwen tot plm. 1900. Eveneens kwam ter sprake de grote omwenteling in de bedrijfsvoering tengevolge van het kunstmestgebruik. Het na 1900 steeds toenemende kunstmestgebruik gepaard gaande met een afnemend gebruik van organische mest, heeft dc Nederlandse bodem met al wat er in en op groeit, in vele gebieden aanzienlek geschaad. wortels zich optimaal kunnen ontwik kelen, als gevolg van de aanwezigheid van voldoende humus en een rjjk bo demleven. Hierdoor wordt de grond automatisch in een goed evenwicht gebracht of gehouden: de verhouding water: lucht; gronddeeltjes is goed; de voedingsstoffen worden grotendeels voor de plant opneembaar gemaakt, hetzij biologisch (door het bacteriele ven), hetzij door humus (op zware gronden ook door de kleideeltjes) en komen dan in een langzaam vloeiende stroom voor de plant beschikbaar. De fouten, die met de bemesting worden gemaakt, worden door deze biologische en chemische buffer in de grond grotendeels gecorrigeerd; de grond wordt diep en in alle richtin gen goed doorworteld, zodat een zo groot mogelijk grondvolume aan de plantenvoeding deelneemt, en de uit spoeling van voedingsstoffen wordt tot een minimum beperkt. Hiermede is het begrip slechts ten dele gedefi nieerd en slechts enigszins de beteke nis van „de oude kracht" aangege ven. De intensivering van de akkerbouw na 1900 heeft zich voltrokken in een éénzjjdige richting, n.1. door gebruik van steeds meer kunstmest, waardoor de oogsten aanzienlijk zijn gestegen. De onttrekking van die elementen aan de grond, welke niet met de kunstmest werden toegediend, nam in gelijke ma te toe, zodat de bodem aan bedoelde elementen verarmde. Daarbij werd aan het behoud van „de oude kracht" te weinig aandacht besteed, doordat de organische bemesting, met name in de gebieden met vrijwel uitsluitend ak kerbouw, te veel werd verwaarloosd. Wij verkeren thans in het stadium, dat op de meeste akkerbouwgronden, met een nog hoger opvoeren van de kunst mes tgif ten niets meer te bereiken is (met uitzondering van magnesium en kalk op gronden die te zuur zijn). Er wordt in de akkerbouwsector in de meeste gevallen reeds meer kunstmest gegeven, dan de plantenwortels kun nen opnemen. Daarentegen va't met organische bemesting op gronden die sterk aan oude kracht hebben inge boet (en die in physisch opzicht zijn gedegenereerd) blijkens de resu'taten veel te bereiken. Verdere intensivering in de akker bouw dient in de richting te gaan van meer organische bemesting en herstel van „de oude kracht". Dit zal de kwaliteit en het productievermogen van onze meeste akkerbouwgronden zeer ten goede komen. In de Weidebouw JN de weidebouw ligt de zaak geheel anders. Het grasland voor zover het weiland betreft, krijgt doorgaans nog Wel organische mest, met het ge volg, dat dit nog niet of weinig aan „oude kracht" heeft ingeboet. Hier kan door verhoging van de kunstmest- giften de productie d n ook nog aan zienlijk worden opgevoerd) volgens li teratuur gegevens nog wel met 80%) Wjj zien in ons land de laatste jaren gelukkig een ontwikkeling plaats vin den in deze richting. Een onvoorzichtige Intensivering van de graslandcultuur brengt echter eveneens gevaren met zich mee. Door de stjjgende opbrengsten heeft een sterkere onttrekking van plantenvoe- dingsstoffen aan de grond plaats, die voor een deel in de vorm van melk en vlees van het bedrijf afgevoerd wor den. Deze verliezen moeten met de be mesting weer aangevuld worden. Dcor kunstmest kan men de verliezen aan stikstof, kali, kalk, fosforzuur en magnesium wel compenseren. Plant en dier hebben echter ook nog andere mineralen in uiterst geringe hoeveelheden nodig, n.1. de sporenele- me ten, welke in het leven van plant en dier onmoge |,'k gemist kunnen nen worden. Het Is opmerkelijk, dat gebreksziek- ten de laatste jaren, zowel in de ak kerbouw als in de weidebouw steeds meer optreden. Dit wordt veroorzaakt door het tekort in de grond aan één of meer sporenelementen. Dat dit te kort vroeg of laat optreedt is heel begrijpelijk, omdat deze elementen in de grond onvoldoende worden aange vuld, aangezien de meeste kunstmest' stoffen die niet of in te geringe ma te bevatten. De grond Is nu eenmaal geen on uitputteiyke provisiekast. Wat er uit gehaald wordt, moet er in de een of andere vorm weer aan toegevoegd worden. Doet men dit niet, dan gaan gezondheid en productievermogen van onze dierbar® bodem met rasse schre den achteruit en wordt Nederland op de lange duur een onbewoonbaar land Deze misdaad mogen wjj ons nage slacht niet aandoen. Instandhouding van de bodemvruchtbaarheid is daar om een economische noodzaak, doch ook 'n morele eis, waar wy ter wille llllllllil Door Wil van onze nakomelingen aan dienen te voldoen. Voor de laatste wereldoorlog wer den met het geïmporteerde buitenland se veevoeder, veel sporenelementen in gevoerd, die weer voor een groot deel in varkens- en rundermost te recht kwamen. Deze import werd (en wordt in de toekomst nog meer) be perkt, waardoor de stalmest ook steeds armer wordt aan deze elemen ten. Varkens voornamelijk met meng- meel gevoerd, produceren nog een mest, waarin deze elementen nog vrij goed vertegenwoordigd zijn. De ge mengde bedrijven met veel varkens verkeren in dit opzicht nog in de minst gevaarlijke situatie. Overigens open baart zich het tekort aan sporenele menten de laatste jaren zeer duidelijk in een toenemend aantal deficiëntie- ziekten, ook op de gemengde en de weidebedrijven. Om nu aan dit dreigende gevaar, alsmede aan het structuurverval van onze akkerbouwgronden het hoofd te kunnen bieden is het absoluut nood zakelijk, dat jaarlijks alle organische en anorganische afvalmaterical, dat niet voor menselijke of dierlijke con sumptie is bestemd, voor bemestings doeleinde van de Nederlandse cultuur grond wordt besteed. Het stadsvuil BIJ een afnemende import van men selijke, maar vooral dierlijke voe dingsmiddelen, is de vernietiging van stadsvuil een misdaad voor het nage slacht, omdat deze handelwijze im pliceert een achteruitgang van de po tentiële vruchtbaarheid van onze var derlandse cultuurgrond. Het rioolstel sel der steden mag uit hygiënisch oog punt zeer noodzakelijk zijn, doch de zwarte zijde hiervan is, dat er jaar lijks een millioenenbedrag aan bodem vruchtbaarheid in zee gespoten wordt. Afgezien hiervan dient het stadsvuil in toenemende mate dienstbaar te worden gemaakt aan de verhoging van de bodemproductiviteit. Het verlies aan faecaliën wordt in chemisch opzicht min of meer weer gecompenseerd door de as van de steenkolen. Kolenas bevat zeer veel sporenelementen (Nederland gebruikt jaarlijks 17 mill. ton steenkolen.) Steenkolen zijn verkoolde resten van planten welke vroeger op aarde groei den. Deze hadden ook sporenelementen nodig, welke zich nog in de steenko len bevinden en in de steenkolenas in nog meer geconcentreerde vorm. De ze as komt in de vuilnisbakken te recht en kan, als van het stadsvuil compost gemaakt wordt, weer op het land worden gebracht, hetgeen de pro ductiviteit van dit land ten goede komt. Grasland heeft aan de organi sche stof minder behoefte dan het bouwland, doch des te meer aan deze sporenelementen. Het gebruik van stadsvuilcompost, zowel op gras- als op bouwland moet dan ook ten zeerste worden aanbevo len. Op de vraag of productieverhoging van de grond noodlottige gevolgen heeft kan dus ontkennend worden ge antwoord; mits men de uiterste zorg wenst te besteden aan de instandhou ding van „de oude kracht", door mid del van een goede, telkens terugkeren de organische bemesting aangevuld met een evenwichtige gift kunstmest. Houdt men zich hieraan, dan zullen onze kinderen en kindskinderen een bloeiend bestaan kunnen vinden, te midden van een effectief produce rende bevolking. Houdt men de bo demvruchtbaarheid op b.g. wjjze niet in tact, dan betekent dit vroeg of laat: „Der Untergang der Abendlan desde ondergang van 't Westen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 9