Een lawine leven van gaan woorden is ons beheersen I ILS IK UI) II I n Dialoog over het aanschaffen van boeken Nieuwe mogelijkheden drijven het boek terug naar het stadium van de kloosterbijbel l £&m $diön <3wa B&mcmd* De werken van Charles Dickens binnen ieders bereik m Het verschijnsel Charles Dickens BOEKENNUMMER Met het GEWELD VAN EEN LAWINE stor ten zich dagelijks eindeloze woordenreeksen over het mensdom uit. Waar we het oog wenden, waar we ons bevinden; overal ontmoeten onze blikken woorden, immer weer woorden. Het davert over ons heen uit millioenen luidsprekers en het doemt voor ons op in milliarden kranten en boeken. Er is aan het woord niet te ontkomen. „De Taal is gans het volk", zei Vondel reeds. En wat is „de taal" anders dan woorden, gerangschikt in min of meer bekoorlijke volgorde? De klank, het woord in zijn oervorm, is uit de mens naar voren getreden als eerste uitingsvorm. Het woord klonk zich vast aan zijn scheppers en het was het Categorie van goede lezers kiest zijn lectuur met een grote zorgvuldigheid De geest blijft echter onsterfelijk 0 Dissectie Nieuwe media De geest blijft Wmï vonöcr Si? LICHT EN SCHADUW Meesters der Spaanse vertelkunst ZATERDAG 22 NOVEMBPD Weinig succes bij ion ge lezers? MUZIKAAL JOURNAAL Merijntje Gijzens jeugd Kerstverhalen van Dickens tussen mensen bestond. Zoals de jonggeborene zijn geschrei laat horen in zijn eerste strijd om het zelf behoud, zo werd ook het woord zelf geboren. Het woord vond hoorders en lezers. Steeds krachtiger werd het, steeds edeler van vorm en rijker van zin, tot het op zijn terugweg zich in ongehoord geweld en in verblindende vaart op de wereld stortte. Het woord, luttele jaren geleden nog een der rijkste media voor het overbrengen van gedachten van de ene mens naar de andere heeft zijn periode van verpletterende grootheic reeds bereikt. Het woord is ons gaan beheersen. En wij kunnen het woord niet meer ontvluchten Zie om u heen: overal staren woorden u aan, zó lang tot ze niets meer zeggen. De kranten brengen het woord duizendvoudig in alle huiskamers, van de winkelruiten roept het woord u iets toe, het staat op alle huisdeuren, aan vele muren, op de auto's en wagens die ons passeren en het komt voor op de wanden van de soberste huiskamer. Het woord in zijn geheel heeft de uitwerking als i li 1 j 'i wuuru in ^ïjn geneei neen ae uiiwerKinp ais eerste en voornaamste contactmiddel dat er ooit het WQud yan iichtreclames in de hoofdstraten der grote steden. Overal schittert, flikkert en schreeuwt het woord en eist ons op. We moéten lezen, we moéten het woord verstaan, of we het willen of niet. Het gaat met ons mee naar de een zaamste plaatsen. Het leven zonder het woord bestaat niet. TEMIDDEN VAN DEZE cacaphonie staat de mens; en in dit geval doel ik op de lezende mens. We vin den hem aan de ontbijttafel, het ochtendblad in de hand, in de tram waar hij zonder het te beseffen leest, dat de Oude Haagse de beste verze keringsmaatschappij is en dat Klok- zeep stukken beter is. We zien de winkelende huisvrouw, die de mer ken van de uitgestalde artikelen be kijkt, de kantoorman bladerend in de kasboeken en tenslotte ontmoeten we de lezer op zijn uitgangspunt: thuis, met een boek in de hand. Hier komt het woord tot de mens in zijn schoonste vorm. De „consument van woorden" wordt een „lezer". Uit de woorden die hij leest komen ge dachten naar voren die gestalte krij gen in zijn geest. Tenzjj hij behoort tot de twee groe pen slechte lezers, welke Goethe eens heeft onderscheiden. Namelijk: de groep die geniet zonder te oordelen en de groep die oordeelt zonder te genieten. Beide groepen zijn in teleurstellende mate onder het lettergebruikend pu- blik vertegenwoordigd. De eerste groep ontmoeten we overal. Het zijn degenen die geestelijk in een soort „sprokkelaars-stadium" verkeren. Ze vergaren alles wat maar enigszins verteerbaar lijkt. In dankbaarheid je gens het toeval, dat hen nu eens een gaaf houtblok, dan weer een mager, doch in elk geval brandbaar takje toespeelde. HAN ZIJN ER de ontleedkundigen onder de lezers. Met het vlijm scherpe lancet van hun geest snijden ze in het voor hen dode lijf, zodat ze slechts de ietwat sadistische vreugd van het vernielen ondergaan. Het boek is een levenloos ding in hun handen, slechts belangrijk om zijn ingewikkeld heid, die de sport van het ontleden te aantrekkelijker maakt. Tenslotte is er de categorie werke lijke lez.ers. Die genietend oordeelt en oordelend geniet. Deze herschept het kunstwerk in eigen geest opnieuw, blaast het met eigen adem leven in eti zo kiezen hun boeken met dezelfde zorgvuldigheid als waarmee ze een echtgenoot voor hun dochter zouden selecteren uit ontelbaar vele candi- daten. In de geest van de goede lezer be ginnen de personen, waarmee de lezer kennismaakt, een geheel eigen leven te leiden. In het onderbewustzijn van de lezer ontstaat een wonderlijke, nooit vermoede wereld, waarin de lezer steeds zichzelf ontmoet in aller lei gedaante. Hij kan de door afschuw- van-zichzclf gekwelde Raskolnikow uit Dostojewski's „Schuld en Boete" wor den, doch ook de serene persoon van Virgilia uit één van Walschap's boe ken. Het Rusland van vroeger het Vlaanderen van nu; een intellectueel en een boerenmeisje: het doet zich aan de lezer voor alsof het hem zelf betrof. Dit geldt zowel voor de Ame rikaan als voor de Deen of de Neder lander. Het is universeel. De lezer treedt uit zichzelf en wordt door die magische woorden meegevoerd naar andere oorden, die werkelijker kunnen zijn dan onze handen. Men is een gelukkig mens, wanneer men zo n lezer is! „i iet WOORD heeft zichzelf ver menigvuldigd gelijk een lawine" was de strekking van mijn eerste zin nen. Want naast het boek ja bijna reeds vó*r het boek heeft zien de film geplaatst, en de radio en de tele visie. D«re moderne uitvindingen schotelen ons in de kortste tijd alles voor, wat men. anders bij het lezen van een boek zou ondergaan. Wat doen ti'tj eigenlijk nop met het hoek, nu Tech tricolor en Western-Elec- tric 'iinds "ils Dante's Goddelijke Cm d'< bevattelijker maken dan de cjro'e flor en' ',jn met zijn woorden ooit 'vermocht? In de studio's van film, tele-UU en radio bereidt men het boek voor cmt alsof het een maaltje in een volkstuin was. Tegen een redelijke prijs kan iedereen, ook de domste, de ontro**tng kopen welke nog voor en kele ja*en moeizaam veroverd moest worden in het boek. Het boek is van zijne eerste plaats verdrongen. Ja, lezen is zelfs een iet wat gevaarlijke bezigheid geworden. Het belemmert ons waarnemen van het gebeuren. Het celluloid en aether- golven stellen ons in staat om in deze wereld te blijven en haar toch te ver laten. Zoals deze tijd het wenst. Drie duizend meter film geven ons tegen veel minder moeite méér dan honderd boeken vermogen te doen. De bioscoop en het televisietoestel zijn instellingen geworden die efficiency metterdaad bedrijven. 2ONDER ME AAN voorspellingen over het tempo van deze terug tocht van het boek te wagen, kan ik toch wel zeggen, dat het binnen korte tijd dezelfde plaats in de samenleving zal hebben als de „kloosterbijbels" na het uitvinden van de boekdrukkunst. Duizenden slaan deze gang van zaken met bange blik gade. Niets is echter redelozer dan hun angst. Want wat ook de uiterlijke vormen van onze toekomstige contactmidde len mogen doen veronderstellen: hun taak is niet anders dan in de eerste jaren der schepping. Zp brengen ge dachten, een geest over. Een geest die onsterfelijk Is. De film bezorgt het woord niet meer schade dan destijds de vinding van Laurens Jansz. Coster deed. De mensheid zoekt naar nieuwe we gen. Ze brengt steeds meer dingen tot een steeds grotere mensenmassa. Dui zend eeuwen schilderkunst zijn gekris talliseerd in sommige schilderijen, welke wij niet meer als geniale werken zullen onderkennen. Zo zal ook het woord zichzelf doorgeven. Levend, naar zijn aard. Zo zal het doorgaan tot eenmaal het Laatste Woord ge sproken wordt door Hem, bij Wie In de beginne het Woord was en dat Hij ons gaf. Dit Laatste Woord zal alles omvatten wat schoon en edel was in de schepping. MARIUS DE KEMPENAER pm Xtwgsnfdttxr %h<mar. iim Ofti Aftttnüusfcab. ««a» ajBtninsoebtwR «kwbeo lïxj JJfSKSTS. OVER DE SCHILDER en over de mens Rembrandt zijn reeds bibliothe ken volgeschreven. Over de ene heb ben de mannen en vrouwen der offi ciële wetenschap zich reeds zo uitge breid het hoofd gebroken, dat een „leek" nog amper de moed heeft, zijn doeken onbekommerd te genieten. Dc ander is het onderwerp van verschei dene romans en geromantiseerde le ven^b-schrijvingen. REMBRANDT werk en leven vaak beschreven Zo gaf J. Philip Kruseman de derde druk uit van „Licht en schaduw", de roman van Rembrandts leven, van Ch. Huygens. De verleiding is groot om dit boek te vergelijken met het bewo gen verhaal, dat Theun de Vries eens over onze grootste schilder schreef. En dan legt het geschrift van de heer Huygens het in alle opzichten- af. Het is gesteld in een ouderwets Nederlands, en is voor ons gevoel verdronken in een overmaat van details, die overigens een veel dieper gaande bronnenstudie verraadt dan de literatuurlijst zou doen vermoeden. Rembrandt is geen levende figuur, geen persoonlijkheid geworden, hoe zeer ook de schrijver heeft gepoogd, deze via zijn schilderijen en de voor handen geschriften en archiefstukken te henaderen. Het enige dat we volle dig kunnen waarderen zijn de repro ducties van etsen en tekeningen in ko perdiepdruk. De kleurplaten zijn niet fraai, de uiterlijke verzorging van het boek ls slecht. ER IS GEEN TWIJFEL aan, dat Spanje een aantal auteurs heeft voort gebracht, wier werk waard is om elders gelezen te wdrden. Helaas kunnen wij niet beoordelen of de vertalingen, die zijn bijeengebracht en uit het Spaans zijn vertaald door Dr G. J. Geers en die bij Meulenhoff in Amsterdam zijn uitgekomen ,de beste zijn die in de Spaanse literatuur voorkomen. Wat, die vertalingen natuurlijk wèl verliezen is de kleur van de Spaanse taal. Wij kun nen evenwel met een gerust hart ver klaren, dat de verhalen als zodanig ons uitermate hebben geboeid. Dit boek is er een van de serie „Meesters der ver telkunst", waarin Nederlanders, Rus sen en Fransen bereids zijn voorgegaan. EéN VAN DE GROTE EVENEMENTEN op boekengebied was de „sitar ..vanpjet Dickens-reeks bi de uitgeven) ,.net Spectrum te Utrecht Ondeieer.fanfare van reclame werd Charles n|,r;jvers van Engelands meest üelezen nu in een voor ieder bereikbc Nederland geïntroduceerd. De eerste a leveringen van de in totaal vier en der tig werden warm verwelkomd en niet a leen door hen die Dickens ««la van vroeger kenden en zich nu van harte graag op de reeks abonneerden waar door ze zouden kunnen kennismaken m t alle werken van de grote schrijver De sympathie bestond ook >1 duizenden die veel over Dickens en zijn werken hadden gehoord doch die verder voor het meren deel vreemden in Jeruzalem waren. doet de schrijver voor Zijn personages zijn of wonderen van deugd en vroomheid, öf wellustige, liederlijke monsters. Daartussen ligt niets. LIET KOMT ONS voor, n dat het aanvankelijk zeer grote, succes van de reeks is gaan tanen, naar mate er meer deeltjes verschenen. We moeten rms al zeer vergissen, als de „afvalligen" niet voornamelijk behoorden tot de groep van nieuwe, en vooral jongere Dic- kens-lezers. Hun brengt de grote Brit. die millioe nen mensen over de ge hele wereld vererend naar zijn persoon zag op zien, weinig boeiends. Zijn „Olivier Twist" bij voorbeeld. dat tot de eerst verschenen werken behoort, verschilt van onzet heel weinig van „Kleine Dorrit", de „Pick- wick Papers" of „David Copperfield". Dickens' verhalen missen nu een maal de vaart waarmee zich in moderner werken de situaties ontwikkelen. De intrige is overal een der. Het atrme, kleine en verdrukte dat ten slotte zegeviert over of ont komt aan het slechte, wellustige en verwerpe lijke. Hier is het een jon gen. die in een werkhuis wordt opgevoed, daar een meisje, dat in de ge vangenis het levenslicht aanschouwt, ginds een zwervertje, elders een vondeling. Daarbij zijn de geschiedenissen duide lijk als foto's. In Dickens' werken wordt men op genomen en meegevoerd door een brede woorden stroom, rijk en zelfs fas cinerend, die geen ruim te laat voor eigen ge dachten en eigen gevolg trekkingen. Dat ailles rvAT DEZE bezwaren volkomen academisch zijn is duidelijk. Dickens moet niet gelezen worden met een hoofd vol psy chologie en men moet niet achter de schermen en op zijn handen wil len kijken. Wie dat doet. berooft zichzelf van de een CHARLES DICKENS boeiende figuur. betovering welke Dic kens op zijn lezer los laat. Men moet Dickens plaatsen in zijn eigen tijd; die van het aarze lend ontluikende socia lisme in zijn land. Een wereld in bittere nood was de wereld van Dic kens en in hem zijn de angst en het leed van de armsten der armen, doch ook de schroomvallige bewustwording der 1 gere klassen gekrist»?' liseerd. Hij werd h spreekbuis van zijn tii? en millioenen zagen f hem de profeet, „mda? zijn verhalen de ulteln delljke rechtvaardigheid beloofden aan Iedere ver drukte. Onveranderlijk besluiten zijn verhalen met een ..^rekening- waarbij alle figuren kril' gen wat aan hen volg.*! hun al of niet rechtvaar dige en deugdzame w„' toekomt. Er is echter meer, dat Dickens voj ons belangrijk doet zij„ Dickens is huiveringwel' kend wéér. Het „Ene»' land van Dickens" (sh er ooit meer standaard gezegden rond de naam van een schrijver 0nt staan?) is Engeland ten voeten uit. Geen schril ver portretteerde ooit met zulk een virtuositeit de Ennelsmam en zijn land als Dickens deed. De keuze van personages is peniaal. „Fagin", dc oude jood, in ..Olivier Twist' de heer Wilkins Micaw- her in „David Conper. field" en William Dorrit in „De Kleine Dorrit". Dickens heeft sprankelende gees 'n ongekunstelde humor' waarvoor men alleen het' superlatief „Dickens-hu- mor" heeft kunnen vin. den. Hier moeten we iets zeggen over de verialin- gen, waarvoor proml. rente Nederlandse kun. stenaars zijn aangezocht. Het komt ons voor, dat Godfried Bomans onder hen als de beste schit tert. Hij moet Dickens in zichzelf hebben terugge vonden. Ziin eigen humor benadert die van de Brit in hoge mate. Werumeus Buning, die ..Kleine Dor- rit" vertaalde, legde op dit reeds ietwat trage boek nog een loden last van gezapigheid en breedsprakigheid. Het tintelende van Dickens ontgaat ons voor een groot deel in de vertaling van laatstgenoemde. De reeks, die 21 boe- ken (34 delen) omvat, wordt geopend en geslo ten met een uitstekende beschouwing over de grote schrijver. De mees te van Dickens werken zullen na de eerste vloedgolf van enthou siasme trouwe en dankbare lezers hebben gevonden, ook al omdat ze door hun lage prijs en toch smaakvolle uitvoe ring aantrekkelijk zijn. „Het Spectrum" verdient grote waardering voor deze geste. K. De uitvinding van de boekdrukkunst heeft ongetwijfeld zeer veel bijge dragen tot het verbreiden van nieuwe denkbeelden. Vooral op religieus, sociaal en wetenschappelijk gebied is deze invloed zeer groot geweest. Hier boven ziet u een pagina uif de eerste in het Duits vertaalde Bijbel. DE IN ONZE streken bekende diri gent en musicus Herman Zaal heeft in zijn boekje „Muzikaal journaal" uit gegeven bij W. E. J. Tjeenk Willink te Zwolle een reeks korte opstellen verzameld. Daarin worden zeer eenvou dig en duidelijk allerlei onderwerpen uit de muziekwetenschappen behan deld. Het is aldus een uitstekend hulp middel geworden voor hen, die een be trekkelijk geringe theoretische kennis willen aanvullen en uitbreiden. Ook voor leraren en onderwijzers, die iets goeds willen maken van het vak mu ziek op hun scholen, kan het van gro te waarde zijn. DE DOOR DE Duitsers vermoorde i schrijver A. M. de Jong is één van onze beste vertellers geweest. Met name zijn vier delen over „Merijntje Gijzens Jeugd" hebben een enorme opgang ge maakt. Nog steeds worden ze zoveel gelezen, dat het de moeite en de kos ten loont, er herdrukken van te doen verschijnen. Er is thans bij NV Em Querido's Uitgeversmaatschappij te Amsterdam een nieuwe goedkope dun- drukeditie verschenen, die alle vier delen, Het Verraad, Flierefluiters Op onthoud, Onnozele Kinderen en In de Draaikolk in één band verenigt. Een uitstekend uitgevoerd boekje, dat zon der twijfel zijn weg zal vinden. KJ OU, EN WAT ZOU JE DAN KOPEN, als Jo veel geld had, zei mijn vrouw, nuchter als altijd. Ik had, terwijl ik bezig was aan een stukje voor ons lijfblad, weer eens misgegrepen in mijn boekenkast en kankerde wat over „dat eeuwige gebrek aan geld en die krankzinnige prijzen", die een mens het kopen van boeken Vrijwel onmogelijk dreigen te maken. Kankeren is een Hollandse deugd, een stuk bevordering der geestelijke volksgezondheid maar aan de andere kant voor wie er getuige van moet zijn niet om aan te horen. Het klinkt zo verbitterd, zo ontevreden en vrouwen horen er al gauw een verwijt aan haar adies uit. Maar daar zat ik nu met die concrete vraag. Ik was er bepaald ietwat verbluft van en gaf de eerste dertig seconden geen antwoord. Mijn wederhelft schoot in de lach. Je ziet er bepaald charmant uit, zo, zei ze. Stel dan ook niet zulke idiote vragen, grauwde ik. Veel geldzie ik er uit, of ik ooit veel geld zal hebben? Als de KVP haar zin krijgt en ons soort mensen nog eens dertig pro cent. Zit niet te dazen". Zij die mijn zorgen..., nou ja, deelt, werd op haar beurt spinnig. Je weet net io goed als ik, dat er van die loonsverhoging waarschijnlijk nooit iets zal ko nten. Waarom zou Ik dan over boeken gaan pra ten? Omdat het toch wel eens aardig is, te zien wat ons Interesseert. Hoewel de logica van het betoog me ontging, gaf ik me gewonnen. En zo stak ik van wal. Eerst maar eens een paar titels voor jou. Wat denk je van Courts-Mahler? Ben je nou helemaal? Waar zie je me voor aan? Ais jij je aan Vestdijk overeet, kan ik er allicht een enkel deeltje van meepikken. Ik ben een moderne vrouw met een eigen smaak en ik vertik het, om me te vergeven met fondant - en jou bet goede geestelijke voedsel te laten. Nou, Dostojewski dan, De Idioot bijvoor beeld, en Schuld en Boete? Ja, en Stendhals Rood en Zwart en voor Tolstoi's Anna Karenina voel ik ook wel iets. En wat denk je van Fritz Reuter: Mijn leertijd op het land? Nu zak Je toch eigenlijk al af naar de ge zellige lectuur, vind ik. En waarom zou ik geen gezelllig boek ook mogen lezen? Alweer gelijk. Je bent tenslotte vrouw, weliswaar een moderne vrouw met een eigen smaak, maar niettemin met een vrouwelijke be hoefte aan gezellige lectuur. Dank je wel. Misschien stijg ik weer wat in je achting wanneer ik op mijn lijst een paar dingen van Wiechert zet: Het simpele leven bij voorbeeld, of ,Die Jerominskinder'. Mmja, dat lijkt me wel wat. Misschien mag ik er dan ook een enkel deel van latere datum bij: Anna Seghers ZevendeKruis bijvoorbeeld, of Stalingrad en Moskou, van Theodor Plivier. De moderne toepassing van het spreek woord: Hoogmoed komt voor de val. Maar daar mee zitten we meteen midden in de oorlogslec- tuur. Zouden we dat nou wel doen? lifnninmiiMniiniiinniiiiïnniniiiinniiiiiinniniMiinniniiniiiimHnnnHiiniinmnnniiiiiiniiiniiinnniniiiffl I liiniiiiiiiiiiiiiiiiaiiiiiniiiii Wij mogen nooit vergeten. En afgezien daar van is zeker het werk van Plivier de moeite waard. De Nederlanders hebben het nog nooit zo ver gebracht, dat zij een verantwoorde af rekening met oorlog en bezetting hebben ge schreven. Ze vergeten geloof ik toch maar liever misschien ook wel, omdat we het er hier „im groszen ganzen" toch met zo bijzonder best heb ben afgebracht. Frank Wilders kun je toch moeilijk van een slecht geweten beschuldigen. Zijn Grenscon flict bewijst, dat hij midden in het verzet heeft gestaan Het is dan ook practisch het enige verzets boek in de eigen taal, dat ik ken en dat je goed kunt noemen. Niettemin vind ik Vercors Stilte der Zee tenminste zo goed. Toch zou ik van de Fransen nog liever Gide lezen en Mauriac. En vergeet La Peste, van Camus, niet. In feite is dat toch ook een soort bezettingsverhaal, al heet de vijand dan niet Boche, maar pest. Nou we toch in Frankrijk zijn, is de verlei ding groot om meteen maar een flink aantal boeken en boekjes over beeldende kunsten aan te schaffen. We hadden het niet over jouw hobbies, maar over een bibliotheek voor ons beiden. Nu zie je toch maar weer, dat mannen egoïstisch zijn. Je hebt gelijk, lieve. Maar je weet.... )a' weet er alles van. Hebben we in het eigen taalgebied nog iets, dat de moeite waard is? Je hebt Vestdijk al genoemd. Maar waarom zou ik me daar aan overeten? Er is meer in de wereld dan alleen zijn werk, al vind ik zijn An- ton Wachterserie nog steeds mooi. Jef Last.. Om bij Gide te blijven.... "77 Gat *s hatelijk. Er is een goede dundruk editie van acht van zijn werken, die zeker niet alleen op Gide geïnspireerd zijn. Verder Jo Boers romans.... berheki?ar0m DU d'reot die neerhrukkende som- 't Is ook zo, je zocht gezellige romans. Maar waarom zouden we niet een Daar Ne. derlandse klassieken nemen? Louis Couperus wordt veei te weinig gelezen. Zijn Eline Vere is zeker de moeite waard, net zo goed als zijn Boe- n dar. Kleine Zielen en een groot aantal van zijn kleine verhalen. Multatuli mogen we niet slhfnlV A1^ °°k n°? z° eenzijdig. En Van Schendel. Verhalen, die alleen al om het fraaie proza de moeite waard zijn, vind je bij hem Xa" Looy met zijn Jaapje, Jaap en Jacob mogS Kn^mn-6» hp, evenals de boeken van Carry van Bruggen. Het Huisje aan de Sloot, de Verlatene Eva. Voor vele mensen zijn ze misschien passé"' maar ik lees ze heel wat liever dan viel "van dé hedendaagse productie. n ae vaïT he0taReviiV00.rbeeld de AV°nden' van Si™>" „0~~ ,Belvaar me- Als kunst een objectiverine vin DatTun Avonden de ontluistering er- nog maar rot en .beroerd kan lijn Of le vervlïï bij ehet Zwee inhdd e" stichtelijkheid. waar- U.J Pr. wee in de mond wordt Wp 7niio« rdbLrrl°pig maar Laten Het is alvast een goed begin v°°r onze eigen bibliotheek. dertig^|nr^wWe? XuT ifX o\rérhaa8tP te *werkgTali afW8chting daarvan duik i'k nog maar Hf J r-Uilenspiegel, van Decoster. ®°„ed' Goot nut dan van Piet van Aken modem. °°k Vlaams' ook «oed> "iettmll Van W. VERSCHIJNING van de hierboven genoemde nieuwe Dickens-serie heeft de uitgeverij „Het Spectrum" er toe ge bracht een boekje het licht te doen zien, waarin de schrijver D. de Lsnge „Het verschijnsel Charles Dickens" be handelend, heeft gepoogd ons nader tot deze boeiende figuur te brengen. Als ondertitel schreef De Lange „Een i>6- ging tot begrijpen". Wij kunnen niet anders zeggen dan dat de auteur in de beknoptheid, die zijn werk begrensde, op opvallende wijze is geslaagd in zijn voornemen. Hij schetst ons het leven van Dickens, vertelt over de roem, die Dickens al op zo jeugdige leeftijd ten deel viel, analyseert de oorzaken van dit onge mene succes en grijpt al schrijvend voortdurend terug op de gegevens en b',zondere fragmenten van Dickens oeuvre (o.a. vijftien romans, enkele novellen, reisboeken en een grote hoeveelheid „mengelwerk") zelf. Het negen en vijftig pagina's tellend ge schrift van De Lange, voorzien van di verse grappige en interessante illustra ties (tekeningen), is buitengewoon waardevol. Ook hiervoor mogen we „Het Spectrum" én D. de Lange dank baar zijn. ^EZELFDE Uitgeverij heeft de won dermooie en wereldberoemde Kerst verhalen van Dickens in één boek uit gegeven. De verhalen zijn opnieuw in het Ne derlands vertaald door de beste Neder landse auteurs. Het boekje is een deel van de Dickens serie welke door „Het Spectrum" wordt uitgegeven, maar het is ook los verkrijgbaar. Het was jaren geleden, dat we dat magnifieke verhaal „A Christmas Ca- rol" gelezen hadden en nu kregen we het weer onder ogen in een Neder landse vertaling, die echter zo buiten gewoon goed bleek te zijn en zo volko men in de sfeer van typische prozu- ngels van Dickens, dat we het ver haal in één ruk hebben uitgelezen- Meesterlijk is dit verhaal, maar ook de andere die in dit boekje zijn afgcdruat' ..De Krekel bij de Haard", „Het Caril- "Het Slagveld" en „De Bezeten Man' mogen tot de beste gerekend worden die ooit In dit genre zijn go- schreven. Zoals Chestcrton schreef: „Dickens schiep deze donkere haard-vcrllcht® verhalen als kleine donkerrode juwe- 'en, als een artistieke noodzakelijk heid". Deze nieuwe uitgave verdient ee.i grote verspreiding en de mogelijk heid Is door de zeer lage prüs van het boekje geschapen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 10