BOEKEN WAAR DE JEUGD OM VRAAGT
Het Spookhuis, Schele
en... Jacques Bloem
Ebben, Prins Freddy
Modernisme in goede zin des woords
Prettige boekjes voor de jongsten
GOEDE ONTSPANNINGSLECTUUR
IS DUN GEZAAID
Tussen teddyberen en sauskommen
werd eerste keuze gedaan
ZATERDAG 22 NOVEMBER
BOEKENNUMMER
Er schuilt nog heel wat kaf onder het horen
Het buiten'and heelt een
voorsprong
Herinnering aan mijn meest beminde boeken
mij
Hoe lief zijn ze
zoon van Bronsmer
SNEEUW
UET BOEK IN AL ZIJN verschijningsvormen zou niet volledig behandeld zl)n
zonder overzicht van de lectuur voor de Jongste en oudere jeugd. Het is
ondoenlijk alle uitgaven te bespreken, maar de uitgeverijen, die in onderstaande
serie genoemd worden, hebben zich zeer grote verdiensten vergaard. En onder
haar excelleert deze keer de Uitgeversmaatschappij West-Friesland in Hoorn
met twee voortreffelijke mcisjesromans in haar Zonne-reeks.
kingsreizen waaronder die van Mar-
co Polo, Columbus en Barendsz en Van
Heemskerck op boeiende wijze be
schreven door Robert Wieland. Een
yOOR DE KLEINTJES van 4—8 jaar
1 verscheen bij Van Dishoeck te Bus-
sum een bijzonder aardig boekje met
rijmpjes „Arie Flarie". De versjes, ge
ïnspireerd op de oude bakerrijmpjes,
zijn van Louise Kalff, de illustraties
waren bij Hermien IJzerman in veilige
handen.
„Mijn liefste versjes" door Rie Cra-
mer, verlucht met ontelbare kleurige
plaatjes van de schrijfster, heeft nau
welijks aanbeveling nodig: haar ge
dichtjes en haar zeer persoonlijke wij
ze van illustreren zijn genoegzaam be
kend. Wij twijfelen er niet aan of deze
bundel zal ook bij de hedendaagse
jeugd van 48 in de smaak vallen.
Uitgave Van Goor en Zn. te Den Haag.
Bij Van Goor en Zn. verscheen ook
„Kom maar binnen", een boek voor
meisjes van 810 jaar van de bekende
schrijfster Marie Schmitz. Het verhaal
van Francientje en haar broertje Jan-
Kees, die uit de stad naar een leuk
buitenhuisje verhuizen, is' een juweel
tje van vertelkunst. Wij zijn erg dank
baar, dat Marie Schmitz haar talent
ditmaal in dienst heeft gesteld van de
jongste lezeresjes. 111. Nans van Leeu
wen.
Bij De Bezige Bij te Amsterdam ver
schenen konijnenverhalen van Marian
Smeets, die als vervolgverhaal in een
dagblad bekendheid kregen. „Gijsbert
Konijn" en „Gijsbert Konijn in het Cir
cus" zijn echt gezellige boekjes, vol
humor, voor onze 810-jarigen en de
illustraties van I. Spreekmeester sluiten
prachtig aan bij de tekst.
Tom Poes, Ollie B. Bommel en andere
onsterfelijk geworden figuren treden
op in „Tom Poes' vertellingen" door
Marten Toonder. We zouden bijna zeg
gen: geschikt voor de jeugd van 8 tot
80. De Bezige Bij te Amsterdam gaf dit
boek, natuurlijk vol prachtige illustra
ties, bijzonder royaal uit.
„Doe je mee?" door Leonard Rogge
veen ziet er buitengewoon appetijtelijk
uit. De bekende schrijver-voor-de-jeugd
heeft hier een bont allerlei verzameld
van verhalen, raadsels, spelletjes en
nog veel meer. Echt een boek waar het
hele gezin uit kan putten op regen-
vacantiedagen. Van harte aanbevolen
voor 10-jarigen en ouderen. 111. Wim
van Dulkenraad. Uitg. G. B. van Goor
en Zn., 's Gravenhage.
Heel fijntjes, vol Oosterse wijsheid, is
het boekje „De kleine kameel", van
Kay Boyle, uit het Engels vertaald door
Ferdinand Lingen. Het is moeilijk te
zeggen voor wie dit verhaal geschikt is.
We zouden haast denken voor gevoelige
meisjes van 1012 jaar. Typografische
verzorging en stijlvolle illustraties
van Fritz Kredel dragen er toe bij deze
uitgave van De Bezige Bij bijzonder
smaakvol te maken.
De uitgeverij Van Goor en Zn. heeft
het goede idee gehad bekende klassie
ken voor de jeugd toegankelijk te ma
ken door ze, opnieuw verteld, uit te
geven in de Gulden Sporen Serie. Ener
zijds bedoeld als goede ontspanning in
een vorm die geschikt is voor onze
moderne jeugd; anderzijds een voorlo
pige kennismaking met belangrijke
schrijvers en gebeurtenissen uit het
verleden. Reeds verschenen in de be
werking van H. de Bruyn A. Dumas'
wereldberoemde „Drie Musketiers" en
„De Leeuw van Vlaanderen" door H.
Conscience. Een voortreffelijk initia
tief! Leeftijd: 12 jaar en ouder.
Cor Bruijn kén schrijven en als hij
een kinderboek maakt is het altijd iets
bijzonders. Nu ook weer! Met welk
een intens genoegen lazen wij „Rinke
Luit", verhalen over een veerman aan
de Zaan en over allen die hem lief zijn
en met wie hij in aanraking komt. Mis
schien zullen ouderen nog meer van dat
boek genieten dan de jeugd, maar is
dit niet het kenmerk van het goede
kinderboek: dat het geschikt is voor
jong en oud? We kunnen „Rinke Luit"
niet genoeg aanbevelen voor jongens
en meisjes van 12 jaar en ouder. Ook
als voorleesboek lijkt het ons zeer ge
schikt. De derde druk vescheen bij Van
Goor en Zn. te 's Gravenhage. 111. Jaap
Veenendaal en Tjeerd Bottema.
Een fris jongensboek in het gewone
genre is „Een zomer aan de Veenplas-
sen" door Piet Begeer. Geschikte lec
tuur voor jongens van 10—15 jaar. Uit
gave N.V. de Arbeiderspers te A'dam.
111. A. Molenaar.
Dick Laan, de schrijver van de be
kende Pinkeltje-serie beschrijft in zijn
jongensboek „De berg M" de beleve
nissen van een Hollandse jongen op een
Zwitserse kostschool. Dit boek. dat als
radio-hoorspel door de N.C.R.V. werd
gebracht, is niet bedoeld als louter ont
spanning. Het bevat paedagogische
elementen en heeft een duidelijk op
bouwende tendenz. Een uitstekend
boek voor jongens van 12—15 jaar. Uit
gave: Van Holkema en Warendorf N.V.
111. R. van Looy. Tweede druk.
Boeiend, avontuurlijk en volop ro
mantisch is „Het spookt op Dodemans-
bol" een aantrekkelijk boek voor jon
gens van 12—16 jaar door Anna Berger.
Het verhaal is geweven rond de le
gende van een verdwenen dorp op Vlie
land. De Bezige Bij heeft gezorgd voor
een royale uitgave op goed papier. De
tekeningen waren bij Wim Bijmoer na
tuurlijk in goede handen.
„Alarm" van Paul Bromberg is een
bekroond boek dat bedoelt de kinde
ren aesthetisch op te voeden en begrip
voor schoonheid en kunst bij te bren
gen. Zowel door de vorm als door de
inhoud. De prachtige foto's het zijn
er 15 zijn door Eva Besnyö gemaakt
Uitg. Bezige Bij. Geschikt voor - lang
nier alle - meisjes van 1216 jaar.
De jongensboeken van leonard de
Vries de man van de bobbyclubs
verheugen zich terecht ir. een grote po
pulariteit bij technisch aangelegde jon
gens en hun vaders. Bij De Bezige Bij
verschenen in kloek formaat van
deze schrijver: „De jongens van de Hob
byclub", „Het jongens radioboek" en
„de Hobbyclub op avontuur in Zwit
serland". Leeftijd 16 jaar e.o.
In „Het Jongens ontdekkingsreizigers-
boek" zijn een zestal bekende ontdek-
goed boek in afwasbare plastic band
voor jongens van 12 jaar en ouder.
De talrijke illustraties zijn van Ria
Exel, uitgeverij: De Bezige Bij.
Het is altijd een genoegen een ver
zorgd kinderboek in handen te nemen.
Zo ook „Deta en haar dieren" door
Gerti Egg, op voortreffelijke wijze uit
het Zwitsers vertaald door Til Brug
man. Deze geschiedenis van een dieren
tuin-directeur en zijn assistente Dita is
een p rachtig geschenk voor dieren-
vriendinnen van 1218 jaar. Op des
kundige wijze wordt hier het leven en
de verzorging van dieren achter de tra
lies beschreven. Dit boek getuigt van
een zo grote liefde voor de schepping
en alles wat leeft dat we het met warm
te aanbevelen. Meer dan 80 dierente-
keningen van Prof. van Bresslern-Roth
verluchten de tekst. Uitg.: Van Goor en
Zn., 's Gravenhage.
De Uitgeverij Kluitman te Alkmaar
is ook dit jaar weer present met een
hele reeks nieuwe uitgaven. „Bruintje
en zijn vriendjes", een dierenverhaal
uit Bet Noors, vertaald door J. Mola-
nus-Stamperius, beleefde een derde
druk. Een kostelijk boek, dat wij voor
kinderen van 8—12 jaar graag aanbeve
len.
Jongens van 10—14 jaar kunnen een
ruime keus doen uit voetbalboeken. Een
nieuwe aanwinst op dit gebied is „Om
het bruine monster" door Pieter Nie-
rop.. De geest van het boek is goed en
verder valt er weinig van te vertellen.
Illustraties door H. Giesen. Voor de
zelfde groep is bestemd „De aanhouder
wint" door J. W. v. d. Klei. Deze schrij
ver schijnt zich gespecialiseerd te heb
ben op het verre Westen van Amerika.
Ditmaal geen cowboy-verhaal, maar de
geschiedenis van een jongen, die na veel
avonturen in de boksring terecht komt.
Een uitgesproken goede keus van de
Uitgeverij Kluitman is „Sproet" door
Elisabeth Stelli. Een voortreffelijk boek
voor die meisjes van 1214 jaar, die
nog met aan de echte meisjesromans
toe zijn. Vooral in het begin van dit
boek blijkt de schrijfster een persoonr
lijke toon te hebben. Illustraties van
Lies Veenhoven.
Bij Van Ilolkema en Warendorff N.V.
te Amsterdam, verschenen ettelijke her
drukken van populaire romans voor
oudere meisjes. Sanne van Havelte is
een geliefd schrijfster en niet ten on
rechte. Zij heeft een goede pen en weet
meisjes van 1417 jaar net dat te ge
ven, waar zij om vragen. Wij kunnen
haar boeken dan ook van harte aanbe
velen. Volkomen gerechtvaardigd zijn
herdrukken van: „In de storm", „Het
ene talent", ..Toen kwam Tjeerd", „De
rozen van Hofwijck" en „De verloren
melodie". Deze delen horen wel bij el
kaar, maar elk afzonderlijk vormt een
afgerond geheel.
Van „Onder de mimosa's" van Sanne
v. Havelte verscheen een 4e druk. Dit
romantische verhaal van een liefde, die
groeide aan de Rivièra, zal de jonge
meisjes zeker boeien van het begin tot
het einde. „Het begon in een stortbui"
(derde druk) door dezelfde schrijfster
is in een iets luchtiger toon gehouden.
Een gezellig, vlot verhaal.
Van Fenna Feenstra verscheen bij
Van Holkema en Warendorff de derde
druk van „Een zomer op Heidehoeve",
een uitstekend geschreven, sympathieke
roman voor jonge meisjes, met als
hoofdfiguur nu eens niet een meisje,
maar een jongeman.
In de Zonncreeks van de U.M. West-
Friesland te Hoorn verschenen twee
zeer aantrekkelijke romans voor oudere
meisjes. „De Lastpost" door Marijke de
Jongh is een door en door eerlijk boek.
zonder één spoor van valse schijn of
dwaze romantiek. Een verhaal van flin
ke jonge mensen, die zich een toekomst
bouwen in deze harde na-oorlogse tijd.
Agniet, het kranige hoofdfiguurtje, dat
van geen schipperen weet, kan tot
voorbeeld strekken aan alle lezeressen.
En ook de nevenfiguren zijn raak men
selijk en niet zonder humor op papier
gezet. De illustraties zijn van Hans
Borrebach.
Hella Jansonius moet wel een inge
wijde in radiozaken zijn. Haar meisjes
roman „Joke's Debuut" maakt een des
kundige indruk, is boeiend en met ver
ve geschreven en gelukkig vrij geble
ven van sensatie en romantische non
sens. Een. fris, aardig meisjes-boek uit
de radiowereld, dat boeit van het ori
ginele begin tot het einde. Ook de il
lustraties van dit deel In de Zonne-
reeks waren bij Hans Borrebach in be
kwame handen.
Hoe Willy van Rooijen, na aanvanke
lijk hoge aspiraties te hebben gekoes
terd als zangeres, tenslotte inziet dat zij
het best een amateurtje kan blijven,
kunnen jonge meisjes lezen in de vlotte
roman „Amateurtje" van Annelies de
Greeve. Een gezellig, modern boek. ge
schreven in een prettige stijl. Uitg.
Kluitman Alkmaar. Geïllustreerd door
Hans Borrebach.
In „Jacarapda Farm" door Ans van
Breda emigreren de twee hoofdpersoon
tjes naar Kenya, onder de Afrikaanse
evenaar, waar zij na veel avonturen en
moeilijkheden zich een nieuwe toe
komst verzekeren. Een actueel onder
werp, op boeiende wijze verwerkt tot
een spannende roman voor oudere
meisjes. Uitg. Kluitman, Alkmaar. 111.:
Hans Borrebach. T. F. K.-L.
EEN .VOEEN TOEEN
1 allMwat. °P. de auteur wellicht een roemvolle toekomst
krijgt het boek, een kans en gaai ue hudden hceft de schrijver zijn moeite
tegemoet, maar wanneer zt) net niu nins toeziende uitgever nog slechts
eu tijd voor niets gegeven en kana .)ubliek, op „de stem van het volk",
hopen op een andere reactie van ,itera|re goden aantrekt en met graagte
die zich soms weinig van het ooru er zich dan weinig aan of de lite.
koopt en leest wat het mooi ken of omlaag gehouden heeft en daarmee
raire Nero zijn duim omhoog g menigmaal voorgekomen, dat wat lite-
over leven of dood besliste en zo r£ekg herdl.ukken kreeg, welke dui-
rair gewogen en te licht j>®v°". waarderen van een roman allereerst zijn cigen
delijk bewezen, dat men bij het waarderen va
oordeel wil laten gelden.
CR IS EEN TIJD geweest, dat ont-
spanningslectuur in het literaire
samp als liet helemaal volwaardig be
schouwd werd als een vluchtig niemen
dalletje, dat men op een warme zomer
dag in een badstoel op het strand ter
hand neemt en even later achteloos in
het zand laat vallen.
Onbegrijpelijk was dat niet, want het
is duidelijk, dat onder deze naam heel
wat wordt uitgegeven, dat de toets der
critiek niet doorstaan kan. Er is op dit
gebied te véél geliefhebberd, er is
voornamelijk op het gebied der detec
tive-verhalen een massaproductie
geconstateerd van boekjes met slappe
kaften vol bloed en moorden, welke
voornamelijk door de rijpere jeugd in
grote hoeveelheden verslonden wer
den. En wat daarnaast vaak onder de
naam ontspanningslectuur is versche
nen was vaak waardeloze rommel,
haastig geschreven en met veel tam
tam verkocht, met het uitsluitende
doel een op winst speculerende uitge
ver een voordelig handeltje te bezor
gen. Zo was het vroeger en zo is het
nog en dat alles heeft er toe meege
werkt, dat onze ontspanningslectuur
lange tijd het cachet van een zekere
onvolwaardigheid heeft gedragen.
UET IS ZEKER twintig
jaar of misschien nog
langer geleden en het
grote warenhuis, waar
ik het boek kocht, be
staat niet meer. Een
laaiende vuurzee haalde
de winkel aan de gracht
neer. Tot vandaag toe is
er geen ander gebouw
verrezen. De zwartgebla
kerde fundamenten lig
gen er nóg en zijn met
mos begroeid. Toch her
inner ik mij nog als de
dag van gisteren, hoe ik
met wat voor mijn ver
jaardag gekregen geld
van een buurvrouw en
een vriendelijke tante
via de zoevende glazen
deur de winkel binnen
stapte. Ik liep over de
krakende, doorbuigende
planken vloer en vrees
de een moment, dat de
trilling er van een stuk
serviesgoed zou doen
glijden van een der hoog-
torenende stellages aan
beide kanten van het
„pad". Voor mijn ogen
zag ik ai de gruwelijke
ruïne van kapotte wijn
glazen en in scherven
liggende sauskommen...
Doch het geluk was die
Woensdagmiddag blijk
baar met me! Ik liep de
trap op naar de speel
goedafdeling met de gro
te teddyberen, de rood
geschilderde hijskranen
en brandweerauto's, de
domkijkende poppen, die
(gelukkig!) konden sla
pen. Ten slotte stond ik
voor het vak met de
boeken. De verkoopsters
in hun zwarte jurken
met de onontbeerlijke
witte kraagjes keken
naar me. Ik voelde hun
ogen in mijn rug. Ik
voelde mij ook wel een
beetje groot. Waarom
ook niet als je net tien
jaar bent en je mag in
je eentje met zeven
kwartjes in je zak iets
gaan kopen? Je mag zelf
beslissen.... Ik maakte
mijn keuze. Ik kocht
voor de eerste maal zelf
een boek!
f)AT boek heette „Het Jongenshuis".
Géén bijzonder aantrekkelijke titel
voor een tienjarige knaap, die
's avonds graag met zijn vrienden
„ruitje-tik" speelt en er plezier in
heeft als de deftige dame van de over
kant, die altijd in het schemeruur
pianospeelt, voor de zoveelste maal
rood aanloopt en kwaad van haar
kruk springt als opnieuw zo'n plagen
de roffel over haar raam springt.
„Het spookhuis in het bos" zou hem
meer hebben moeten lijken. Of waar
om greep hij, die zovele vrije uurtjes
zwierf langs de haven met de grijsge
schilderde slanke torpedojagers, de
ranke sloepen met de roeiende Jan
nen, de witte meeuwen en de geheim
zinnige duikboten, niet naar „Het le
ven van Piet Hein?"
De naam van de schrijver van het
boek stond op de „kaft" gedrukt: „A.
C. C. de Vletter" maar daar lette ik
toen niet op. Het plaatje van dat nette
jochie met die keurig gekamde haren,
dat op een boomtak zat te lezen, dat
ook op de omslag stond, trof me even
min bijster diep. Misschien' kocht ik
„Het Jongenshuis" wel omdat Piet
Hein en Het Spookhuis méér kosten
dan zeven kwartjes en ik „Toen Dik
Trom een jongen was" al eens gelezen
had. Och, het zal toen wel net zo ge
weest zijn als het nu nog is: Op een
bepaald moment weet je soms niet
waarom je het ene doet en iets an
ders nalaat
Koude pannekoeken
£K ZIJN NIET zo geweldig veel men
sen, die een verhaal kunnen schrij
ven, dat werkelijk aansluit bij het fan
tasieleven van een kind. Die je op
tien- of twaalfjarige leeftijd zo weten
te vangen, dat je de pannekoeken op
tafel koud laat worden of de jongens
die een fijn spel willen gaan spelen,
vergeefs voor de deur laat fluiten....
W. G. v. d. Hulst behoort tot hen.
Misschien kent ge zijn verhaal van
Willem Wijcherts, Schele Ebben en
de Spanjaarden of dat van die arme
Pecrke, die met zijn oude grootvader
uit het gebombardeerde Antwerpen
naar Holland moest vluchten
De Vletter kon ook schrijven voor
kinderen. Hij wist, dat het niet al.ijd
goed en lief en dapper behoefde te
zijn, wat hij vertelde.
H(j wist, dat de zich van het leven
langzaam bewust wordende mens wer
kelijk wel eens gesteld mocht worden
tegenover de diepte van het leed.
Maar het moet waar zijn, het moet
echt blijven en tenslotte moet de zon
weer gaan schijnen. De kinderschrij
ver mag van zijn jeugdige lezer zeker
geen teleurgesteld of levensschuw
wezentje maken! De Vletter kende
dat geheim en daarom kwam het, dat
ik zijn „Jongenshuis" zeker in rafels
zou hebben gelezen als de band niet
zo stevig was geweest.
Twee wezen
J-JIJ wist wat hij schreef, toen hij ging
vertellen van de jonge prins Fre-
derik, die geen ouders meer had en
woonde bij zijn oude tante, de Gravin
op het landgoed. Het verhaal van
Freddy pakt je al bij de eerste blad
zijden en het sleept je mee. Freddy,
die zwervend door het park in ge
sprek kwam met de tienjarige Willem
Stein, die aan de andere kant van het
gras lag. Willem Stein was geen prins,
maar een „verschoppeling". Ook zijn
ouders leefden niet meer. De oom.
waarbij hij nu inwoonde, had die mid
dag Willems lieve hond doodgemaakt.
Willem had zijn oom toen een klap
met een fles gegeven en was daarna
gevlucht. De knapen sloten vriend
schap. Wim mocht op voorspraak van
meneer Casper. Freddy's gouverneur,
op het landgoed blijven. Samen kre
gen ze nu les. Na enkele jaren kwam
het afscheid. De Koning stierf en had
geen zoons. Freddy meest zijn otaat«
innemen en ging naar het Paleis." Wil
lem mocht verder leren.
Vijf jaar gaan voorbij.... De Ko
ning was getrouwd. Willem werd in
genieur en werkte aan een belangrij
ke ontdekking. Op zekere dag was
Wim Stein in de hoofdstad. Het ko
ninklijke rijtuig reed voorbij en op
dat moment ontmoetten de ogen van de
beide jeugdvrienden elkaar. Hechte
vriendschapsbanden werden weer
aangeknoopt. Doch toen kwam het
leed. Op het moment dat Willem
Stein zijn ontdekking hoopte te doen,
sloeg de electrische stroom zijn ogen
blind. De Koning bood hem een paai
kamers in zijn paleis aan. Samen pak
ten zij een grote taak aan door zich
bijzonder in te spannen voor het wei
nig bezittende stadskind. Er kwam
een prachtige openbare kinderspeel
plaats. De Koning liet het Jongenshuls
bouwen met een fijne bibliotheek, een
gymnastiekzaal en een grote feest
zaal. Hij zelf en zijn blinde vriend
woonden het luisterrijke, blijde ope
ningsfeest bij. Kort daarna trof het
land een zware slag. Bij een rit door
het park viel Koning Frederik van
zijn paard en verongelukteDui
zenden jonge vrienden van de Koning
liepen mee in de stoet toen hij zijn
laatste reis aanvaardde. En Willem
Stein bleef op het Paleis wonen om
lief te zijn voor de kleine Freddy,
weer „het prinsje", de zoon van zijn
grote Vriendi
Wat een werelden wist De Vletter
met zijn verhaal voor mij tot leven te
wekken. Zijn woordkeus was een
voudig, zijn boek greep je aan en je
fantasie, erdoor aan het werk gezet,
weefde om die door hem opgeroepen
wereld van de Prins en het arme
jochie, de Koning en de blinde Stein,
nog vele andere werelden heen
Je werd ouder. Er kwamen andere
boeken. De leraar wees je op Den
Doolaard en je genoot van zijn ruige
vertelsels in „De herberg met het
hoefijzer", later weer van de prachtige
roman van Albert Helman, waarin hij
schrijft over „De Stille Plantage" en
die verre, onwaarschijnlijke sfeer van
het tropische oerwoud, de in hun
slaaphok neerhurkende negers en ne
gerinnen
Poëzie
Je zag Parijs, verlangde naar Parijs
terug, maar het werd oorlog en je
moest thuis blijven. Toen was daas
gelukkig weer een boek: Van Moer-
kenkens „Demonise Eiland", waarin
je met Floris Merel en Frangoise Nor
mand toch mocht zwerven over het
Ile de la Cité door het bloesemende
Luxembourg en van de hoge Pont
Neuf mocht kijken naar het zonlicht
op het Seinewater
Je werd nog ouder en hei leven
grilliger met hogere toppen van
vreugde, met diepere valleien van ver
driet. Dan kwam er soms een moment,
dat je met de dichter Bloem kon zeg
gen: Er was in 't leven niet veel te
winnen. Het deert mij niet meer.
Heen Is elk verweerIn alleen zijn
is nu rust te vinden. En dan: 't Had
zoveel erger kunnen zijn.
Soms zegt iemand wel eens: Dit
boek is mij het liefste. Als ik ergens
heen moest reizen en alles achter la
ten, zou ik deze bundel gedichten of
die drie romans meenemen. Het zou
mij genoeg zijn.
Ik geloof, dat men In de verschil
lende perioden van zijn leven telkens
naar een ander daarop afgestemd
boek, of soms slechts een regel van
enkele woorden, zal grijpen. Al blij
ven dan al die boeken bewaard, om
dat ze bij je behoren, alleen bjj jou.
Zoals De Vletters „Jongenshuls", ver
geeld en beduimeld nu staat op de
zelfde plank met Den Doolaard, Al-
bert Helman, Van Moerkerken, Stefan
Foot, Verlaine en Michel van der Plas.
Levens, werelden, vtuchtóge mo
menten. Hoe lief zijn ze mij! Het
meest beminde bock... Welk zat het
mogen zijn? W. K.
ALS MEN DE MEESTE schrijvers zo hoort don mtt eti, t*
onderste uit de kan hebben en bijkans elke uitaever T ,rll9eVfr altiJd hct
dezelfde mening toegedaan. De waarheid is natuurlijk dat de ïsf \etre{t
de ander kan en vice versa, en dan mag men elnheJlL l eel}.vlet buiten
ren. Dat is zo de gewoonte 0p dit ondermaanse Om te h e r kanke-
werkelijk niet zs>'n vaart loopt drukken we hie'rhii e^t be™JJzen dat het
op u de schrijver Du Perron.de dichlTr Bloem en de Jüeï, ,0tSta? waar'
derlijk vereend ziel °eVer Stols br°e-
rR KOMT DAARIN een kentering in
zoverre dat men het goede van het
slechte gaat scheiden. Er zijn uitgevers
van zogenaamd serieuse boeken, die
gaarne bereid blijken een goed manus
cript op het gebied van ontspannings
lectuur te brengen en de massa-lectuur
van aan de lopende band geschreven
cowboy-, detective en andere soort-
gelijke lectuur aan de zich daarin spe
cialiserende uitgevers overlaten.
Een advertentie, enkele weken gele.
den opgenomen in een onzer grote
weekbladen, waarin voor „vast werk"
schrijvers van detective-verhalen van
60 tot 70 pagina's gevraagd werden,
geeft duidelijk aan, at hier geen lite
raire maatstaf wordt aangelegd, maar
massaproductie van een bepaalde
liefst door bloed gekleurde leesstof
de enige bedoeling geweest Is.
1MAAR TOCH, we zeiden het reeds,
komt er een kentering, hoewel het
aantal te goeder naam bekend staande
uitgevers van ontspanningslectuur in ons
tand nog veel te klein is.
In het buitenland is men, wat dat be
treft, een stapje verder. Daar staart
men zich in de schone letteren niet
blind meer op de uiteenrafeling van
zielsconflicten, maar heeft men ook een
open oog voor de lectuur, die ook an
deren kan bekoren. Amerika en En
geland men denke bijvoorbeeld aan
de grote serie detective-romans van
Agatha Christie brengen op ont-
spanningsgebied boeken, die een enor
me lezerskring hebben gevonden. Deze
detective-stories gelden als het beste
in hun genre en zij worden ook in ons
land met graagte gelezen. Zij hebben
vele onzer landgenoten tot navolging
geprikkeld en deze zijn daarbij zo on
der de indruk van het buitenlandse
werk gekomen, dat Hollandse auteurs
met literair bekende namen detective
verhalen schrijven, die in Amerika,
Engeland of Frankrijk spelen en waar
in alle personen dan ook vreemde na
men dragen. Men krijgt daardoor on
willekeurig de indruk, dat deze boe
ken vertaald zijn en men mag zich met
verwondering afvragen, waarom men
hetzelfde verhaal niet in ons land met
goede vaderlandse figuren laat spelen.
Het aantal Nederlandse auteurs, dat
dit wel gedaan heeft, is betrekkelijk
zeer klein gebleven.
MAAST HET detective-verhaal wil
len we de avonturen-roman noe
men. Ook deze behoort over het al
gemeen tot de ontspanningslectuur en
ook hier zit er heel wat kaf tussen
net koren.
Een heel goede avonturen-romsn
vereist grote concentratie en vaak meer
fantasie dan bij het schrijven van vele
andere manuscripten het geval Is. Wie
zich daaraan waagt, moet vóór hij be
gint, de grote lijnen hebben uitgestip
peld. Hij moet precies weten welke ge
beurtenissen elkaar moeten opvolgen
en met welk liefst verrassend slot
zijn boek zal moeten eindigen. Hij moet,
evenals de toneelschrijver, zorgen, dat
er spanning blijft en dat er een zekere
climax bereikt wordt.
Hij moet zijn personen met zorg kie
zen en typeren, aandacht schenken
aan de milieuschildering en de dialo
gen beschaafd, levendig en boeiend mi-
ken. Voor wie gewend is de pen te han
teren is het maken van een dergelijk
boek niet zozeer een kwestie van schrij
ven dan van fantaseren en of hij In
die fantasie gelukkig of ongelukkig zal
zijn, hangt af van allerlei factoren, die
hij van te voren niet altijd kan bekij
ken.
JTR ZIJN in ons land inderdaad nog te
weinig uitgevers van goede ontspan
ningslectuur, er is nog te veel vrees
bij velen om hun „ernstige" boeken te
laten doorkruisen door werken van het
zogenaamde lichtere genre. Maar wie
in uitleenbibliotheken achter de scher
men kan kijken ziet wel, dat goede
ontspanningsboeken vrijwel altijd „uit"
zijn, dat zij spoediger dan andere
„kapotgelezen" zijn en vervangen moe
ten worden.
Dat wijst er op, dat er Inderdaad be
hoefte aan deze lectuur Is en een uil-
gever, die in dit genre het goede van
het slechte weet te schelden, zal zeker
tot do conclusie komen, dat er op dit,
nog voor een groot deel braakliggende
terrein, grote mogelijkheden voor de
toekomst liggen.
TJ. A.
In „DE ZOON VAN BRONSMER"
(Salamanderreeks) heeft Arnold Clerx
net minderwaardigheidscomplex gete
kend van de Indo-Europeaan, die voort
leeft op de door zijn Hollandse vader
verworven rijkdommen, ln materieel
opzicht de Europese kolonie in Batavia
ver de baas Is en desondanks niet door
neze samenleving wordt opgenomen.
enkele pogingen daartoe stuiten af
P zijn steeds groeiende argwaan, die
nem eerst ontvalt als hij temidden van
waarnnenu»"e.zen de P1™*»" bestiert,
waarop h« ln werkelijkheid de zoon
oude Bronsmer kan zijn. Een
mw n,et al te h""g grijpt. Men
dient het vooral te zten ln het beeld
van het vooroorlogse Indië.
wiTre!LH!F b°EKJE „Sneeuw", ge-
vïriiiv r de vlieger-auteur A.
dries RHfJ*! de ui,geverU An
ti ruk wh h Amsterdam een derde
lezen Z-L f ben het mpt P'ezier her-
verten 3t V'r"'v hf.ft voor de
z-n vo„;nh^end ,s met cpn gioW