KERSTNUMMER
Woensdag 24 December 1952
I taKEr SS Ka SnjjSTui'a SS5Ï e SwS'sSS'.ï'SS
er
de snel
met wijd uitgestrekte zwaar
nu en dan ritselend wat sneeuw omlaag
tak verstoord werd. Op Hass-
vensters verlicht. Sten fronste
langzame stappen verder. De
skischoenen een geluid,
stemde omdat het winter
gezellige gebeurtenissen als
finnen t^sn^ J.ei ï°eishuis kwarr>' *ag hij dat het weer zachtjes was
ll nde schemerinroT De luchi was donkergrijs in c
vallende schemering. Onbewegelijk stonden de dennebomen
beladen takken. Het was stil a//een viel
als het evenwicht op een
legard waren slechts enkele
het voorhoofd en liep met
sneeuw kraakte onder zijn
dat hem vroeger altijd prettig
betekende. Wintertijd met zijn
Lucia en Kerstmis Maar er was weinig, dat hem nu nog prettig"kon stemmen....
ij 9'n5 e paar en ox binnen, waar de warme geur van hooi hem tegemoet sloeg
Een weldadige warmte na de koude buiten. Het paard hinnikte zacht en Sten klapte
het d,er liefkozend. Goeie ouwe Tonyl Het was volslagen donker om hem heen,
maar er was iets vertrouwds in deze kleine ruimte, dat hem rustiger stemde. Een muis
ritselde ergens in het hooi en Tony schraapte met zijn hoeven op de vloer.
MORGEN WAS HET Kerstavond,
maar het zou niet als anders zyn, ffh
dacht Sten. Vader zou ia zijn I
studeerkamer blijven zoals elke £rü
avond en Marta zou naar haar familie j S
gaan. Hij zuchtte. Als die breuk tus- j
sen vader en moeder er niet was.
Waar zou moeder met de Kerstdagen
zijn? Hij had het haar de laatste keer
dat hij haar gesproken had niet goed
durven vragen. Hij wist trouwens toch
nooit goed wat hij zou zeggen het
was allemaal zo pijnlijk. Ze beteken- -
den allebei zoveel voor hem. Meestal j 'j
gingen hun gesprekken over school en yc;
over onbetekenende gebeurtenissen. ffiÜ
Hoe is het thuis? vroeg ze wel eens 2 r\~
heel terloops.
Goed, zei hij dan ontwijkend en
daarmee was het weer voorbij. Sten
streek met zijn hand over de gladde
huid van Tony. „Goed", hij woog dit
woord in gedachten. Nee, het was niet
goed. Het was niet de waarheid, die
hij haar vertelde, maar wat deed het
er ook toe. HU had met de oude Matt
son afgesproken morgen bU hem te
komen, liever dan de avond doelloos
in het grote verlaten huis door te
brengen. HU schrok op. 't Werd tUd
om naar binnen te gaan. Marta zou
het eten zeker al klaar hebben en op
hem wachten.
De sneeuw viel gestadig neer. Een be
klemd gevoel bekroop Sten toen hij
de brede trap naar het bordes beklom.
De hal was verlaten en ongezellig en
de salon was in het duister gehuld. In
de keuken stond Marta voor het for
nuis. Je bent laat, zei ze zonder op
te zien.
Sten bromde wat terwijl hij z!Jr>
anorak uittrok en zijn skischoenen
voor een paar gemakkelijke huisschoe
nen verwisselde.
Aan tafel werd weinig gesproken.
Ingenieur Nordin kwam pas halver- de grond lagen stapeltjes boeken
wege de maaltUd binnen en at haastig £chots en scheef door elkaar,
en verstrooid van hetgeen Marta hem ogenschijnUjk leek hij zwaar ver-
voorzette. diept in zUn studie, doch zijn gedach-
Vader zag er vermoeid en cm toe- ^pn hielden zich met heel iets anders
op, nam haar bezittingen van het ta
feltje en verliet gehaast de konditori.
Het was koud buiten. Ze trok de
bontmantel wat dichter om zich heen
terwül zo langs de kleurig versierde
en feestelijk verlichte kerstetalages
voortstapte. Een onafgebroken stroom
van voetgangers en auto's haastte zich
voort door' de Vasagatain. Een ver
wachtingsvolle stemming heerste er in
de stad. Van verre schitterden de grote
verlichte straatkerstbomen boven alles
uit.
Sylvia stak snel de straat over naar
het Centraal Station, waar ze in een
telefooncel binnenging.
Norrviken 208, klonk een stem
toen ze het nummer gevraagd had.
Ben jij het Marta? Ja, je spreekt
met mevrouw Nordin. Met my goed
Marta. Sylvia lachte een tikje gefor
ceerd. Met jou ook? Weet je ook
waar Sten is?
Vanmiddag met z'n ski's wegge
gaan, wist Marta te vertellen. Hij
is nog niet terug en ik weet niet waar
hij naar toe is. Hij heeft z'n rugzak
mee, dat heb ik nog gezien.
Nog niet terug, herhaalde Sylvia
bevreemd. Maar hij zou om half zes
in de stad geweest zyn Marta... Haar
stem klonk opgewonden.
N DE KONDITORI van Landelius
was het gezellig druk. Stemmen ru
moerden en kopjes rinkelden, terwUl
serveermeisjes af en aan liepen. Zqr
vuorzeue. diept in zyn stuaie, aocn zyn T j
Vader zag er vermoeid en cmtoe- t hielden zich met heel iets anders tegen half zes was het meestal druk.
schiptelUk uit vond Sten, die tersluiks jg Wat hy 00k deed, steeds drong Vooral op deze avond voor Kerstmis,
een blik op hem wierp. Het was een i h door aues heen een naam op de waarop practisch he*
opluchting toen het dessert voorbU voorgrond „Sylvia". Soms werd hy winkelen was. Met koude gezichten en
was en hij gelegenheid kreeg om op „„dwongen uit een van zUn laden een m dikke jassen gehuld kwamen de
te staan Ke foto tevoorschyn te halen meesten binnen om zich met een zucht
Met de handen in do zakken bleef hij lang kon staren Een don- van verhchting aan een van de tafel
hij voor het ratm in zijn kamer staan kerblonde Vrouw. die hem daarop toe- tjes tei installeren.
zonder iets beDaalds te zien. Jammer t Ze was weggegaan.Ach ja, in een noex, vanwaar^ zy net geurc*
in gedachten verzonken gestaan had zjjn werk( zijn uiteenzettingen en c - Eieunde Rustig dwaalden haar
wist hij niet. maar hU *chr°k Pl0^" clusies, ze hadd®|Vhaar nbfj de af- blikken door de kleine intieme ruimte,
da t£n taem bened maanden tot de erkenning terwijl ze ondertussen van haar koffie
Sten... telefoon... „eller gekomen, dat hü van rijn dingen0Cin ë°Sten zou zo dadelijk wel komen.
Wie zou... zUn hart klopte sneller geprobeerd had door te 6 Haar jongen... Ze glimlachte verte-
moeder misschien. Haastig rende hU haar gedachtenwereld. beataan ais derd als ze aan zijn ernstige jongens
naar beneden de serveerkamer in. weest - meer niet. Ze had bestaan aw precies Lennart... Heftig
Met moeder, Sten, antwoordde de entourage van zyn 1 ty|hpiH zette ze haar kopje terug. Nee, dat was
®en stem aan de andere kant van de na al deze maanden va d t voorbU- Niet vandaag daaraan denken,
draad. besefte hy meer„fdaLmltwas geweeft Ze wilde een prettige avond hebben
Ja, hUgde hij verrast haar plaats naast b i?ad reChf «chad met Sten. Ze zouden in de Opera-kel-
Luister eens, ik weet niet of je en dat ieder van hen had e d eten en daarna op haar klei-
1«n plan hebt voor morgenavond op waarachtige belangstelling^ van^ue gezellig wat praten.
"]ders zou ik graag willen dat je b ander. Je wereld. Ze stak een cigaret op en bestudeer-
®ij kwam. leven, opgesloten ini je e t,* en dg een paar pag binnengekomen be-
Sten aarzelde toen hij aan zyn a Op die manier vervreemd 1 zoekers. Daar vandaan dwaalden haar
spraak met Mattson dacht. Nu, Ja. dat meer yan elkaar. Sylvia had het niet naar de klok vijf 0ver
kon hy morgen in de loop van de dag langer kunnen uithoud n feit half zes. Vreemd dat Sten er nog niet
Wel in orde maken. hem tenslotte v°or een geweest was. HU was altijd zo precies op tijd.
Ik kan wel komen, moeder gesteld. Hij was 1? mi „efaald had Stel jc voor dat hij z'n trein gemist
Plannen heb ik nog niet gemaakt, zei offi tg erkennen dat hy gei a had... Wanneer kwam de volgende...
hlJ toen. ,t Had haar ongetwyfeld strya ge- Ze zacht ;n haar tasje naar de trein-
- Goed, dan zal ik om half zes bU i tot deze staP te besluiten. tabel 5 59 Zuchtend borg ze alles weer
Landelius in de Vasagatan op ie wach- £os immers de jongen.Als ny op Het kon niet misse„( anders was
ten. Je vindt het toch wel prettig om D wifit wat er in Sten omging^als hy gl bjer geWeest. Gelukkig dat ze
Daar was immers de jongen...«j» "jj op. Het kon niet missen, andere was
vinat nei locn we. p»®—- maar wist wat er 'n Sten omging, hy al hier geweest. Gelukkig dat ze
komen? m£ar met elkaar konden praten, gtrakg nog een tijdschrift had gekocht.
Ja natuurlijk, haastte hU zich te ze leek wel 0{ ze elkaar opzet- Ze biaderde er Wat in en las hier en
*eïgen. J?S,k vermeden. daar een passage, alhoewel niet met
- Ik verheug me erop, Sten... t leiu* ysbeerde zyn kamer haar volle aandacht. Woorden en
Ze voltooide de zin niet, maar Lennart i brokstukken van gesprekken druisten
de jonvcn begreep wat zij wilde zeg- op en nter- „oten.Zijn gezicht rondom haar. Onwillekeurig ving ze
Sen. Hij slikte iets weg. sten was 8® Het was beter dit iets op, zodat haar aandacht verdeeld
Nu, tot morgen dan Sten, ver- verhardde zich nd te schuiven. bleef. Ze schonk zich nog een kopje
v°lgde ze als of er geen onderbreking alles op de acht g maal z0 en koffie in, at wat Wienerbrood en ver
bas geweest Het geval lag nu erbU stü te diepte zich weer in haar lectuur.
Tot morgen moeder... het had weinig zin beter net werd tien over zes. maar nog
blyven staan, ny rking van zyn altyd geen Sten.
Nrrvrerm «Je houden met de u _oeid gebaar Dat was toch te gek, meende Sylvia.
«chtbeschrevan papier. Naast zijn stoel ter zyn u
Och, meende het meisje, hij zal
het vergeten hebben. Het gebeurt wel
meer dat hij om deze tijd nog niet
thuis is.
Sylvia herademde een beetje. Ja,
als je dat denkt Marta, dan is het zo
erg niet Ik was alleen bang dat er iets
zou zijn. Wil je hem straks vragen mij
op te bellen? Goed Marta, dank je.
Adieu!
In gedachten verzonken liep me
vrouw Nordin de grote hall van het
Centraal Station door tot ze abrupt
bleef staan. Zou Sten zU'n afspraak
vergeten zyn? Maar dat was nauwe-
lijks mogelUk. Hoe had ze dat zelfs
maar één moment kunnen geloven? Ze
kende Sten toch te goed om niet beter
te weten.Er moest iets gebeurd zyn
ze voelde het.. Een ondefinieerbare
angst bekroop haar en snel nam ze een
besluit. Ze moest naar Norrviken, nu
meteen.
Reizigers haastten zich langs haar en
kruiers reden met grote stapels koffers
op hun karretjes van en naar de uit
gang. Het was enorm druk. Ieder, die
er maar voor in de gelegenheid was,
trok met Kerstmis naar huis. Vrolyke
sportief geklede jongelui stonden hier
en daar in groepjes bijeen naast hun
op een hoop geplante rugzakken en
ski's.
Het ontging Sylvia allemaal. Ze had
er geen aandacht voor. Aan een van
de loketten kocht ze een kaartje om
zich dan met gezwinde pas naar het
perron te begeven. Er was maar één
doel.zo gauw mogelijk naar Norr
viken.
STEN BLEEF EVEN rusten om van
het uitzicht te genieten. Voor hem,
omzoomd door Desneeuwde bossen,
strekte zich het meer uit onder
een klare blauwe hemel. De zonne-
schyn danste in de ontelbare sneeuw-
facetten. HU kneep zUn ogen iets toe.
Op geringe afstand van hem zat een
eekhoorn op een tak aan een nootje te
knabbelen. Sten bleef doodstil staan
kUken, tot het beestje hem plotseling
in het oog kreeg en verder in de boom
klom. De jongen haalde diep adem.
FUn was het hier en zo stil zo vre
dig. Wat kon hij hier naar verlangen
als hij in Stockholm op het gymnasium
zat of in de rumoerige stad rondliep.
Hy greep zijn skistokken wat vaster
en gleed weer verder tussen de bomen
nu eens heuvel op, dan weer af.
Het zou Mattson zeker spyten, dat
hij nu niet kon blijven, maar hij zou
wel blij zUn met de kerstcadeautjes.
Extra1 eoeie tabak en een kleine ham
had hy in z'n rugzak. Hij leek de
kerstman wel. Sten glimlachte vaag.
Er was iets wrangs, dat in hem op
kwam als hij aan Kerstmis dacht. En
dat, terwUl het toch juist vrede moest
brengen en geluk.
Met een zijwaartse zwenking schoot
hij langs de zilveren stammen van een
berkenbosje naar een vlakker gedeelte,
dat weer aan het meer grensde. Ver
scholen tegen de heuvel aan doemde
daar plotseling een oude blokhut op.
Er kwam geen rook uit de schoor
steen.
Sten gespte zyn ski's los en klopte op
de deur. Toen er geen antwoord volg
de duwde hy de deur open. Er was
niemand binnen en het vuur in de open
haard was uit. Hij keek rond. Onge
twijfeld was Mattson op jacht gegaan
z'n geweer was tenminste weg. HU
wou zeker nog een kerstbout schieten.
Sten stapte weer naar buiten. Hij zag
hoe de middagzon langzaam schuil ging
achter de heuvels en hoe er een ski-
spoor van de hut liep verder landin
waarts. Besluiteloos stond hij met de
kruk van de deur in z'n hand. Hy kon
een briefje achterlaten voor Mattson
of diens spoor volgen en proberen de
oude te vinden. Het laatste leek hem
het beste. Hy wilde hem liefst zelf ver
tellen waarom hy niet kon blyven. Heel
erg ver zou hy toch allicht niet uit
de buurt zUn.
Sten maakte zUn ski's weer vast en
gleed in het spoor van Mattson. Hy
liep snel om niet al te veel tUd te ver
liezen.
Volgens zyn berekening moest hij al
minstens een kwartier op weg zijn en
hy begon zich af te vragen of hy niet
verstandiger had gedaan met naar huis
terug te gaan. Toen hield het skispoor
plotseling op en dwars over het pad la
gen een paar ski's. Mattson was te voet
verder het bos in gegaan. Sten liet
zUn ski's achter en verdween tussen de
bomen. HU wrong zich door kreupel
hout heen een korte helling af.
Mattson!.... Schril klonk zUn
stem door het stille bos. Hy knielde
neer by een donkere gedaante, die
voorover in de sneeuw lag.
Mattson.... herhaalde hij drin
gend, maar de oude jager gaf geen ant
woord. Met enige moeite wist Sten hem
op zijn rug te keren en hy zag een
bloedige wond schuin boven het rechter
oog in het doodsbleke gezicht.
Mattson.... zeg aan toch wat,
mompelde de jongen terwijl hij ner
veus de kleren van de man losmaakte.
Hy luisterde of het hart nog klopte
de hemel zij gedankt, hij leefde nog. De
jonge Nordin begon de polsen van Matt
son met sneeuw te wryven en eindelijk
kwam er leven In het roerloze lichaam
terug. De jager sloeg zyn ogen op.
Mattson....
De oude spande zich in om wat te
zeggen, maar hij bon alleen maar Stens
naam stamelen. Toen verloor hij blUk-
baar het bewustzijn weer. Sten keek
rond. Vlakby lag Mattson's geweer. De
oude moest door een of andere oorzaak
gevallen zijn en daarbij heel ongelukkig
terecht zyn gekomen op een half in de
sneeuw verborgen boomknoest. Maar
wat nu? Hoe moest hU Mattson naar
huis krijgen.... HU tilde het lichaam
van de grond en strompelde ermee door
de hoge sneeuw waar hy zijn ski's had
liggen. Het ging in etappes en hijgend
moest hij zich weer van zUn vracht
ontdoen. Zo ging het niet hij moest
er iets anders op vinden. Mattson hdfl
een kleine slede, dat wist hii. Er zat
niets anders op dan die te gaan halen.
Zo vlug als hU kon legde Sten de
weg terug af. De zon was ondertussen
zo goed als ondergegaan. Een roodach
tig gouden gloed kleurde de blauw®
winterhemel achter de heuvels. Schake
ringen, die langzaam fletser werden en
overvloeiden in een licht grys-blauw.
Maar daar had hy nu geen aandacht
voor. Het enige waarover hij piekerde
was om Mattson daar zo gauw mogelyk
weg te krijgen.
Met de slede terug vorderde meer
tyd, hoe hij zich ook inspande. Het
zweet parelde hem op het voorhoofd,
toen hU by de jager terug was. Mattson
kreunde. Wat is er gebeurd Stea
....m'n hoofd
Kalm aan maar. Hier drink maar
eens wat. De jongen had in alle haast
nog kans gezien wat brandy mee te ne
men, waarvan hU hem nu wat gaf. Hij
wist de oude zo goed en zo kwaad al®
het ging op de slede te installeren en
opnieuw ging hij op weg.
De schemering was al gevallen en d®
eerste sterren vertoonden zich al aan
de lichte hemel toen Sten eindelyk bij
de hut terugkwam. HU bracht Mattson
met veel moeite naar binnen op zyn
brits, trok hem zijn bovenkleren uit en
verzorgde de wond aan zijn voorhoofd.
Uit de schuur haalde hy een kist hout
blokken om het vuur in de hut aan
te leggen.
Het voortdurend steunen van Matt
son verortrustte hem. Hy moest zo gauw
mogelyk naar huis om aokter Falkberg
te waarschuwen. Eerst toen sloeg Sten
een blik op zU'n horloge. Bijna zes uur.
Arme moeder. ZU zou niet begrypea
waar hij bleef. Jammer dat het zo ge
lopen was....
Nog nooit had hy de afstand va»
Mattson's hut naar huis zo snel afge
legd als juist deze avond. Het was won-
derlijk, ja bUna tastbaar stil in het bos.
Alleen het schuiven van zyn ski's over
de sneeuw weerklonk. Hij voelde geen
vermoeidheid, hoewel hy al uren op
weg was. ZUn denken werd te veel door
andere dinken in beslag genomen.
Al van verre schenen de lichten van
Hasslegard Sten tegemoet. Het gaf iets
vertrouwds ze waren als de bakens
van een veilige haven. Het duurde nog
even voor hy de oprijlaan bereikte,
toen was het nog maar een kwestie va»
enkele minuten. Haastig zette hij ziin
ski's tegen de wand, sprong met enkele
stappen het bordes op, de hall door
naar de studeerkamer. Zonder kloppe»
stapte hij binnen.
VaderStens opgewonden Jon
gensstem verscheurde de stilte in het
vertrek. Mattson heeft een ongeluk
gehad....
Met een schok kwam ingenieur Nor
din tot de werkelijkheid terug. Hij
keerde zich met een ruk om in zijn
stoel. Wat zeg je.... bracht hij uit
en zyn gezicht drukte een en al ver
wondering uitMattson?
Sten knikte en vertelde hem in en
kele woorden wat er gebeurd was.
Moeten we dokter Falkberg niet
waarschuwen? vroeg hy.
Ja, onmiddellijk, was Lennart Nor
din van mening, terwijl hij resoluut var»
achter zyn bureau opstond. Hij streek
zich door zyn verwarde haren. Bel
hem op en vraag hem dadelUk hier
heen te komen. Ik zal even iets andera
aantrekken, dan paan we Mattson hier
naar toe halen. Hij kan daar niet on
verzorgd blijven liggen.
(Zie slot op volgende pagina.)