Vergane glorie AFBROKKELING NAAR van TWEE onze ZIJDEN kerken De kerstboom is jonger dan men denkt - - - «s Pastorieën kij D aa" De proza van „Het wondere ambt KERSTNUMMER Ontkerstening neemt nog steeds toe Bergafwaarts Gevaarlijke vrijheid Een kentering Woensdag 24 December 1952 Franciscus van Assisi bouwde de eerste kerststal stjss jrj-ussKys HET DAK VAN DE Grote Kerk koepelt zich majesteitelijk boven het stadsbeeld van Alkmaar. Zijn ranke torenspits is reeds waarneembaar van verre, als de stad zelve zich nog maar nauwelijks aftekent als een vage contour. Een machtig bouw werk, deze Grote Kerk, een monument, getuigend van de godsdienstzin, de ondernemingsgeest en de bouwkunde van ons voorgeslacht. Betreedt men het, dan is dit met een stille eerbied en met een bepaald ontzag voor wat hier gesohapen werd en wat zij het ten koste van grote offers door de eeuwen heen werd bewaard om een blijvend getuigenis te zijn van het feit, dat evenals in het grijs verleên de godsdienstzin en de kunst twee waarden zijn, die nog steeds diep verankerd liggen in de ziel van ons volk. Zo bezien mogen de tonnen gouds, welke in de voorbije jaren aan een grondige restauratie ten koste zijn gelegd, goed besteed worden geacht en zou deze kerk een symbool mogen zijn van wat er te dezen opzichte in de provincie leeft en streeft, welaan, het beeld zou zowel wat de kerken als zodanig als wat het kerkelijk leven betreft, be duidend gunstiger zijn dan dat wat de practijk ons heden ten dage biedt. Immers, tal van bedehuizen in ons gewest, die als monument dienen te worden aangemerkt, ver tonen verregaande tekenen van verval en deze afbrokkeling demonstreert zich naar twee kanten: naar buiten uit, waar de muren scheuren vertonen of waar een toren op instorten staat, doch ook en wel in het bijzonder bij de vrijzinnige gemeen ten in vele gevallen naar binnen, waar het geestelijke metselwerk van onvoldoende hechtheid is gebleken. HE HERFSTSTORMEN kwamen dit jaar reeds vroeg. Ze hebben een periode ingeluid van vuige mist, van kleffe sneeuw en van ribbelig ijs. Eind November viel de winter reeds over het land en dekte het met zijn witte wa. Nochtans was het niet de winter, die het landschap maakt tot wat men ziet op een oud-Hollandse schilderij. Daarvoor behield de sneeuw haar on gereptheid te kort en miste de ijsbaan de vereiste stoffering van zwierende paartjes en van de capriolen-makende jeugd. Daarvoor was het landschap ook te vaak door een grauwe nevel omsloten en miste men de weidse ver gezichten, die mede de bekoring vor men van ons lage polderland met z'n dorpjes, met z'n molens en met z'n kerken, die groot in aantal zijn. Er zijn punten, waar het zicht tot de einder onbeperkt is en wanneer_ men van hier uit de blik naar de diverse windstreken richt is het geen uitzon dering zo men vijftien of meer kerk torens telt. Een dorp of gehucht moge nóg zo klein zijn, eén of meer kerken vindt men er altijd, zelfs in buurt schappen als Schardam en Etersheim, dromend ran de IJselmeerdijk, waar slechts enkele tientallen huizen staan. Zo bezien zou dit in feite moeten ge tuigen van een rijk geestelijk leven op godsdienstig gebied, maar het is in deze de schijn, die bedriegt, want tal van deze vaak monumentale kerkge bouwen verkeren in een verregaande staat van verval en de belangstelling voor de Kerk als zodanig is, vooral in vrijzinnige kringen de gunstige uit zonderingen daargelaten in door snee uiterst miniem. Waar eens het geld was om deze kerken te bouwen, ontbreekt het nu aan contanten om deze in stand te houden en te behoeden voor onder gang, een verschijnsel, dat vooral in de kop van Noord-Holland en in West- Friesland tot uiting komt. Een frap pant voorbeeld hiervan vindt men in het dorp Blokker, dat met twee Her vormde kerken vooral nu het ka tholieke bevolkingsdeel het protestant se in aantal verre heeft overvleugeld absoluut boven zijn stand leeft. Het kerkje te Westerblokker verkeert nog in vrij behoorlijke staat, doch we over drijven niet als we zeggen, dat de mo numentale kerk te Oosterblokker, waarvan de toren op instorten staat, niet veel meer dan een bouwval is. Met het herstel van de toren is thans een aanvang gemaakt en het Rijk heeft voor 1953 een subsidie van twin tig mille uitgetrokken om met deze werkzaamheden door te gaan, doch dit niet onbelangrijke bedrag is niet veel meer dan een druppel op een gloeien- dp plaat. Dit zal duidelijk worden als men weet, dat de totale kosten van deze dringend noodzakelijke kerkres tauratie zijn geraamd op 350.000 en dat hiervoor geen gelden beschikbaar zijn. Het geval Blokker staat geenszins op zichzelf, want men behoeft slechts een enkele stap te doen naar het naburige Schellinkhout, dat amper duizend in woners telt, om hetzelfde beeld te zien. Hoe idyllisch ligt de kerk hier achter de dijk en hoe schoon wordt in het voorjaar de toren door de bloeien de bongerds omlijst. Van verre is het een sprookje gelijk, doch komt men naderbij, dan blijkt de werkelijkheid toch anders te zijn, want de tand des SCHfclUMKHOUT, De dorpskerk te Schellinkhout. Restauratiekosten geraamd op ruim, drie ton.... tijds vrat aan dit trotse historische kerkgebouw en nu zijn de wonden dui delijk zichbaar. Herstel is dringend ge boden, maarer is een bedrag van 250.000 gulden mee gemoeid, benevens nog een zeventig mille voor de toren. Het Rijk heeft vooralsnog geen gelden beschikbaar, subsidies van provincie en gemeente hangen hiermee samen en wat men aan vrijwillige, bijdragen bijeen kreeg mag in dit verband nau welijks worden genoemd. Wilt u meer cijfers, misschien? De restauratie van de Kapelkerk te Alkmaar eist een bedrag van 250.000 gulden; voor de mooie oude kerk te Warmenhuizen, die reeds lang een zor genkind is, wordt een bedrag van 160.000 gulden gevraagd. Met de restauratie van de Kruiskerk te Oosthuizen zal een bedrag van 120.000 gulden zijn ge moeid en het herstel van de kerken te Schermerhorn en Hensbroek vordert bedragen van respectievelijk 65.000 en 55.000 gulden. Ten slotte noemen wy nog een bedrag van zestig mille voor her stel van het dak van de Grote Kerk te Beverwijk. Voor al deze urgente gevallen ont breken de middelen en het is de vraag of er aanstonds nog niet meer nodig zal zijn. Natuurlijk hebben deze din gen de aandacht en men zit in 1953 niet stil. De kerken van Bergen, Cas- tricum. Enkhuizen en Oude Niedorp om er maar enkele te noemen zijn in het restauratieplan opgenomen en dit stemt to verheugenis, doch in deze tijd, zo vol van problemen, zo als dat van nijpend woninggebrek, staat het herstel van monumenten niet op het eerste "plan en het is mede 'hier door, dat men in de wedloop met de tijd een achterstand heeft, die moei lijk meer valt in te halen. HIT BEELD moge enigszins triest zijn, het is der werkelijkheid getrouw en het is des te ernstiger, waar het een afspiegeling vormt van het ker kelijk leven, dat evenzeer in verval is geraakt. Dit verschijnsel men weet het dateert niet van de laatste tijd. De ontkerstening van Noord-Holland is een proces, dat zich reeds van het begin van deze eeuw heeft geopen baard en dat geleidelijk in het vrijzin nige kamp heeft voortgewoekerd en dat zelfs nu nog niet geheel tot stilstand is gebracht. In eerste instantie heeft men ge tracht de factoren vast te stellen, die hierbij in het geding waren en dit is niet zo bovenmate moeilijk geweest. Er waren allerlei aanwijsbare invloe den in het spel, die maakten, dat de mensen van de kerk werden ver vreemd, mogelijk hier en daar invloe den van binnen uit, maar toch hoofd zakelijk van buiten, een bepaald mo dernisme, dat de geesten in een ande richting stuwde, die meer van de we reld was en die zich makkelijker liet aanpassen bij wat men de practijk van het leven noemt. De kerk, die door de jaren heen hèt geestelijk en bindend centrum van de gemeente was ge weest, werd van velerlei zijden be laagd. Er werden verenigingen opge richt, met een al dan niet culturele doelstelling, er opendpn zich moge lijkheden voor sport en amusement, de radio deed haar intrede en niet te ver geten de film. Het isolement, waarin men tot dus verre zowel letterlijk als figuurlijk had geleefd, werd verbroken met alle voor- en nadelen van dien. De oude ren bleven de kerk nog wel trouw, doch bij de jongeren ontwikkelden zich andere aspiraties. Bij bijzondere gelegenheden, zoals bij doop, huwe lijksinzegening en kerstviering, trof men ze nog wel binnen de muren van het kerkgebouw, doch voor de rest geloofden zij het wel. Het eenvoudige bijbelwoord vond geen weerklank meer en de stem van hen, die waren geroepen tot het wondere ambt, was maar al te vaak die eens roependen in de woestijn. Veelal is dit verweten aan de predi kanten zelf, aan hun lauwheid en laks heid, aan hun gemis aan bezieling, of hoe men dit ook noemen wil. Wij zul len de laatsten zijn om niet te erken nen, dat hierin een grond van waar heid schuilt. Men mocht de ogen wel op zak hebben, om het nu maar eens populair te zeggen, zo men niet kon zien, hoe in de ene gemeente een pre dikant, die de gave des woord had en die met zijn gemeente meeleefde, ook buiten de kerk, een grotere aanhan kelijkheid ondervond dan zijn collega, wiens prediking niet werd gewaar deerd en die zijn licht onder de koren maat hield of die zich hoofdzakelijk wijdde aan zijn studie binnen de beslo tenheid van de vier kale muren van de pastorie. Natuurlijk is dit zo, maar men moet ne zaak ook van een andere zijde wil len bezien. Wij hebben predikanten gekend, die deze bezieling wèl hadden en die wèl, te midden van hun ge meentenaren in het volle leven wil den staan, doch die telkens weer bots- eens GOOT* KERK ten op een muur van nuchterheid en onverschilligheid, wier goede wil af stootte op de harde Noordhollandse koppen en wie op een zachte, maar nochtans duidelijke wijze werd te ver staan gegeven, dat zij zich niet hadden in te laten met zaken, die niet op hun terrein lagen. En dat zij de West- friese boerenzelf wel zouden bepa len, of ze al dan niet naar de kerk zouden gaan. 70 schreed de ontkerstening voort. Men trachtte er wel een dam tegen op te werpen, doch tevergeefs. Wie vrij zinnig was, was immers vrij en geen tien dominees waren in staat te over tuigen, dat vrijheid en gebondenheid in zeker opzicht synoniem zijn en dat zelfs de vrijheid aan beperkingen ge bonden is. Er ontstond, vooral in de dorpsker ken, een trieste figuur. Op de Zon dagochtenden bleven de bedehuizen leeg. -Er kwamen een paar touderlin- gen, diakenen of notabelen, De. arme weduwe kwam bij tijd en wijle omdat zij „trok" van de diaconie' en ook de timmerman liet zijn gezicht eens zien, omdat er ten slotte aan het onderhoud van de kerk alijd nog wel iets werd verdiend. Voor de rest bleven de stoe len en banken goeddeels leeg en Gods woord klonk in een holle ruimte, over de hoofden van de schaarse bezoekers heen. HIT WAS EEN dieptepunt en het leek of men hier nooit meer uitkomen zou. Toch is er de laatste tijd, bedrie gen wjj ons niet, een kentering. Niet in de algemene lijn, want de cijfers over heel Nederland spreken een taal, die niet mag worden misverstaan. Het aantal dergenen, die zich van de kerk hebben afgewend, is de laatste jaren tot een ontstellende hoogte gegroeid, waarschijnlijk mede als gevolg van de beide wereldoorlogen die hebben gewoed en die velen het geloof heb ben doen verliezen aan een Opper wezen, Wiens liefde alle schepselen houdt omvat. Doch deze afval consta teert men niet in het vrijzinnige kamp alleen, ook de Rooms Katholieke Kerk staat hier vooral in de grote ste den, voor een probleem, dat tot nu toe onoplosbaar bleef. Tallozen, die van huis en haard wegtrokken, zijn ook voor de kerk verloren gegaan. Maar er is schreven wij een kentering waarneembaar. Een kente ring, vooral In de kringen van de Ned. hervormde kerk en dan met name wat het vrijzinnige volksdeel betreft. De dam is nog wel niet opgeworpen, maar in ieder geval zijn de bakens verzet. Men heeft van kerkelijke zijde rondgezien en daarbij de tekenen van de tijd jeren verstaan. Men heeft zich niet meer angstvallig vastgeklampt aan wat men had, men is niet blijven voort- teren op de belangstelling van de oudere generatie, die allengs verstierf, doch men heeft de blik op de jeugd gericht, aan wie de toekomst is. Geruime tijd heeft er het misver stand geheerst, als zou de jeugd voor de geestelijke dingen niet ontvanke lijk zijn, als zou zij zich alleen maar interesseren voor wat aan de opper vlakte ligt en het was daarom, dat men haar links liggen liet. Langzamer hand is men echter tot de overtuiging gekomen, dat hiermede een schrome lijke vergissing werd begaan, dat er bij de jongeren inderdaad wel be langstelling leefde voor wat zich bo ven het gewone niveau verheft, dat er bij de opkomende generatie inderdaad wel een streven is naar geestelijke verdieping, dat er is een zoeken en een tasten naar de juiste weg en dat er maar één ding nodig is om tot een goed resukaat te komen, namelijk: hieraan leiding te geven. De uitspraak, dat wie de jeugd heeft ook beschikt over de toekomst, moge een versleten cliché-term zijn, de waarheid, die er in ligt besloten, is nog altijd onaangetast en toen men dit leerde inzien, heeft men een winst, geboekt, die niet in cijfers te schrijven valt. Er zijn jeugdgroepen opgericht, men heeft zich geworpen op het leken spel, er zijn kernen gevormd en men heeft zich lichtelijk verbaasd over de spontaniëteit, waarmede vele jonge ren zich hebben laten opnemen in ker kelijk verband. VU IS HET Kerstmis en er is geen stad of dorp, of het klokgelui wordt er gehoord. Dit kan zijn in Alkmaar, in Barsingerhorn of in de vergeten dorp jes Graft en De Rijp. De kerken mogen oud en vervallen zijn, maar de klok is er nog altijd. De muren mogen ver brokkeld zijn' en gescheurd, iets van de oude bezieling bleef. En ook iets van de ontvankelijkheid, die wij reke nen tot 's mensen schoonste bezit. De ontvankelijkheid, die zich slechts in onze beste ogenblikken openbaart. Die ons tot luisteren zet en die ons tevens tot nadenken stemt. Die ons doet zwijgen ook in het besef van eigen nederigheid. Die ons doet inkeren tot ons zelf. De klokken luiden weer en ze wor den alomme gehoord. Moge hun roep en dit is belangrijker ook worden verstaan. Laat het besef levendig wor den, dat de Kerst niet slechts het feest is van de vette gans, maar dat het om hogere waarden gaat, om dingen, die men in een wereld vol beroering juist zo van node heeft. Waar deze overtuiging heerst, straalt in de oudste kerk het Licht, dat de Icilheid verbant, ook uit het hart. B. u OORD-HOLLAND IS DE provJnc de dat ze „iet zijn betrokken door NJ men te staan. Leeg. n,®t.^'ede oorlog waren deze woonruimten, stjjf eu een predikantengezin. .^."„he schoonheid gespeend, inderdaad goe-ldeei, static maar van elke architectonische rdynen keken U aan als symboli. nnhewoond De grote, hoge ramen zonder gor u woninf,nond zlch s "er de n "ij d el e eg t edie er 'gezinnen, die moei. Uk elders een en werden deze pastorieën betrokken vrfde mee, doch dit doet geen onderdak konden vinden'pastorie aan haar bestemming is onttiokkcn en afbreuk aan het feit, dat menige Pi dat zij deze niet spoedig hervinden \v;ANNEER Wij een ogenblik dc df oorzaken van dil verschijnsel buiten beschouwing laten, moeten wij begin nen met te consta teren dat het in derdaad van ont stellende omvang is. Er was een tijd. dat welhaast elke gemeente, hoe klein deze ook we zen mocht, be schikte over een eigen predikant, doch deze tijd ligt ver achter ons. Het aantal dorpen waar men geen predi kant meer in zijn midden heeft, is legio, vooral in West-Friesland, doch niet minder naar het noorden, de kant van Scha- gen en Den Helder uit. Trekt men een kring achter Hoorn dan kan men ach tereenvolgens de kerkelijke gemeen ten Zwaag, Wester blokker, Ooster blokker, Binnen- wijzend, West woud, Hoogkarspel, Wijdenes en Oosterleek noemen, die alle in het bezit zijn van een kerkge bouw, zonder dat er een predikant zijn woonplaats heeft. Deze dorpen worden van buiten bediend en vormen in dit opzicht geen centrum van geestelijk leven meer. Zo zijn er vele; van uit zondering is het allengs regel gewor den, dat één predikant aan het hoofd van meerdere kerkelijke gemeenten staat, waarover hij zijn zorgen zoveel mogelijk gelijkelijk moet verdelen. Twee factoren grijpen hier ineen aan de ene zijde een tekort aan candi- daten, die zich geroepen voelen tot de bediening des Woords en aan de an dere kant het bezwaar om een tracte- ment te bieden, dat aan redelijke eisen voldoet en dat een menswaardig be staan waarborgt voor hen in wier han den de geestelijke belangen van de ge meenten worden toevertrouwd. Onge twijfeld zijn er plaatsen waar men tot het beroepingswerk zou overgaan, zo men slechts een financiële basis kon vinden, waarop dit mogelijk zou zijn. Hoe het ook zij, Noord-Holland is -<^5 6RAPT Het kerkje te Graft, dat in desolate staat verkeerde, maar dat thans nagenoeg is hersteld. Het merkwaardige kerkje te Wadway, waar men slechts twee diensten per jaar houdt. rijk aan kerken, doch arm aan predi kanten, waarbij het werk van deze ambtsdragers zich dikwijls uitstrekt over een zodanig rayon, dat het nood zakelijkerwijze wel moet inboeten aan intensiteit. VOORAL OP hoogtijdagen, zoals wjj V thans beleven, komt dit tot uiting. Kerstfeest immers is het kerkelijk feest bij uitnemendheid en er zullen weinig gemeenten in de provincie zijn, waar men zich niet op één van beide kerstdagen in het kerkgebouw rond de met kaarsen verlichte kerstboom schaart. Waar niet het „stille nacht, heilige nacht" door reine kinderstem men gezongen wordt en waar niet met aandacht zal worden geluisterd naar het alloude kerstverhaal. Dit eist vele voorbereidingen en men mag van de dominee niet verlangen dat hij overal tegelijk kan zijn. In deze dingen geniet hij vaak de steun van zijn vrouw, wier taak in het gemeen televen zo buitengewoon belangrijk kan zijn en haar domein is de pasto rie. Nu komen wij tot waar het om gaat. De kerk heeft haar eigen plaats in stad en land. haar eigen plaats en haar eigen taak. Hier verder over uit te weiden heeft in dit bestek geen zin. Maar da delijk hiernaast zouden wij de pastorie willen noemen als centraal punt, om dat het contact met de voorganger hier persoonlijker en inniger kan zijn dan in het bedehuis. Omdat men hier zijn zorgen en zijn noden bespreken kan, alsmede de problemen, waarvoor men geen oplossing weet. Omdat men hier iets van de hartelijkheid en het mede leven kan vinden, die ieder mens wel eens van node heeft. CN JUIST hierom voelen wij het als een gemis, dat in tal van plaatsen de pastorie is gedegradeerd tot het en wij bedoelen daar niets discrimine- rends mee tot het huis van Jan-en- alleman. Bij een kerk behoort een pastorie en in een pastorie behoort een predikant en waar dit niet zo is, moet dit on miskenbaar als een leemte worden gevoeld. Deze leemte is er en wij be twijfelen of deze ooit zal worden aan gevuld. De perspectieven in deze zijn somber. Vele kerken vragen het allernood zakelijkste onderhoud, veel predikan ten verlangen naar een grotere belang stelling voor hun geestelijk werk en tal van pastorieën kijken U aan. 7.e hebben afgedaan, de sfeer, die zo uiter mate belangrijk kan zijn, is verdwe nen en daarmee vooral in de kleinere plaatsen een stukje dorpsleven, waar van het belang niet #nag worden on derschat. Vooral niet in de dagen rond Kerst, want Juist in die daven vormde en vormt nog een ri» ndelijke pastotie met haar bewoners een onmisbare schakel tussen gemeente en kerk. I)at deze In vele gevallen ontbreekt, be treuren wij zeer. .- =- vOuc vjcimanen ueze boom WW" T' cc" Kersisiai. Men heeft steeds nen. Van dit «mpele woord „kerstmis" gaat een wel over zeer bijzondere eigenschappen beschik- eehadu s.ch.epP'nSuvan de juiste sfeer de neiging wereld vol gedachten uit en voor de meestên be- ken. oescniK- gehad het kerstgebeuren tastbaar uit te beelden, tekent het meer dan een feest alleen. Een andere theorie zegt, dat de kerstboom een herten heLbijzonder de armoedige omstandig- Toch is het feestelijk karakter, dat men er aan "?ltatie is van de zogenaamde „boom des levens", waaronder het plaats vond. geeft, van zeer grote betekenis. Het verdiept het symboliseert en voorkwam in Rc,eds, Franciscus van Assisi bouwde zich een wezen van het feest. De- meeste mensen hebben l r^Spe en* Ook wordt ver" m uHlJ vi«de kerstmis zo reeël mogelijk, sfeer nodig en dit heeft men door de eeuwen heen dat de kerstboom een huiselijke na- "amellJk bij een echte kribbe met hooi en een getracht te bereiken. Het feit, dat men in deze Y°}*£g ."PauradlJsb°°m", die middel- 0s en.ppn ezel. Het idee werd door de monniken dagen in practisch ieder huis een versiering aan- Peuwse kerkgangers in het portaal der kerk von- an zlJn orde sterk verbreid treft, hoe sober dikwijls ook, geeft hiervan het r tn dl,e daar geplaatst was als herinnering Ook thans ziet mnn -.u ui j- bewijs. aan het daarbij behorende verhaal, betreffende sterk uitccnlonm nr2 uitbeeldingen, die ,r»i™ u»uu„„ u j .de appel, die door Eva van deze boom Eenlukt aan en hii J? ®,J de een treft men cpn stal xfelen hebben reeds voldoende aan een versie- zou zijn. geplukt «an en bij de ander vindt het kerstEebcurcn een simpele „e, JlAjCftÜ. £^5X88® waarin Jozef en Maria p,VER HET GEBRUIK VAN de den als kerst- oüde^m'kaf bog^k H^t Tegendeef i^wLLL u®1 ^^kemboorn dkt r" d° velen boom zijn veel theorieën in omloop. Vol- is nog maar betrekkelijk kort geleden d=/V et gr°°tste gebeuren aller liiil'it, w=n gens sommigen zou dit gebruik zijn oor- landgenoten aan de oostgrens tot het' ze Pn hiermede hebben dr7n i t»-u» tr sprong vinden in de boomcultus van de oude Ger- van de kerstboom overgingen Dat het ëehrlï bewezen' dat zij ui" de nne n W*nï manen. Deze heidenen vereerden bomen en de oorspronkelijk uit Duitsland ctómf V u gebruik steun van hun voë,ï„i"u ?,d der mensen, tot den nam hieronder wel een zeer aparte plaats in, eigenlijk niet op te merkë" Van 'u behoeyen *ij Daarom zullen E?6 bplpvenis zijn geboren, die verband hield met het feit. dat dit Pde enige ons land heeft Vt^geb?u®'ziTh in en^° h" b°°m en d" kerstsLi hlifvën^" ^boom .s, die het gehele jaar door groen blijft. Ie, jaren over gehefl NedeHand ëerbreid- naaienZUllè" ïe mensen"a^om^steSn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1952 | | pagina 8