Bouwhui, De „tonnetjes" en de vuilafvoer in oudheid en middeleeuwen Belangrijke vondsten van Z.-Afrikaanse geleerden OUDE BEMANNING AAN HET STAATSROER Sartres brandende verachting van de massa becritiseerd Ceniraal rioleringsnet kost veel maar is dringende noodzaak Een vreemde vis en de» ,-t en oe eerste menselijke mens Premier Malan is matig ingenomen met „petekind" MARKTBERICHTEN Wieringerwaard Diploma-uitreiking aan cursisten E.H.B.O. Valkoog Mevrouw Backer-Breed oogstte veel succes Stroet Heer-Hugowaard Neem ter bestrijding van de krachtig werkende n zv/ns al preparaat J Onze polifieke tijdschriften Gijzeling een ons volk onwaardig pressiemiddel Een vierde weg met de Sovjet-Unie? Ergerlijke onhygiënische toestanden Ook in vroeger tijden regeerden veel bejaarde staatslieden Generaals spannen de kroon Haringhui'zen Biljartnieuws TWEE ZUIDAFRIKAANS^SSh^fch in ?,aapstad) lUks twee weken, de ganse wetensrhm mm innen een tijdperk van nauwe- door ontdekkingen, die meer üehl hptp„ e"Jke wereld in rep en roer gebracht leven op aarde. Prof. J. l. B Smith 7, w«rP®I> op de ontwikkeling van het Anjouan een coelacanth, een vis dio 0'ahan,st°wn haalde van het eilandje de als schakel tussen vis en amnhihie mi"ioen jaren geleden fungeer- l.ad moeten verdwenen z(jn. Men kende ^i. - ej*en,Ük ala"S u'f de oceaan den werd er, tot verbazing van alle evnlntiL. f.ossieI en veer»'«n jaar gele nabijheid van Madagascar. Dit exemdüï a' Plotseling een gevangen in de gemaakt" en het was overigens ook verj do"r de Assers echter „schoon- wetenschappelijk oogpunt, weinig mee kon aan^n^en^0'13'1'^' men er' uit gINDS DAT ogenblik liet het vraagstuk van de coelacanth professor Smith geen rust meer. De wereldberoemde vis- senkenner liet langs de gehele Oostkust van Afrika, op Madagascar en op de Gomoro-eilanden strooibiljetten ver spreiden met een afbeelding van het befaamde monster en met de belofte van duizend gulden beloning voor de man, die hem een onbeschadigd exem plaar leverde. Vlak vóór Nieuwjaar kwam er een telegram van de Comoro-eilanden, dat er een coelacanth was gevangenmaar de Comoro-eilanden liggen drieduizend kilometer uit de kust. In een desperate poging om de „levende fossiel" in handen te krijgen vóór het dier tot ontbinding •verging, belde professor Smith minister pivsident dr Malan op. De premier stelde ogenblikkelijk een Dakota van de luchtmacht ter beschikking en twee uur na het telefoongesprek was de hoog leraar met een bemanning van zes mili taire vliegers op weg naar een kleine landingstrip, ergens in de Indische Oceaan. Twee etmalen later reed er een vracht auto met ,,'s werelds meest .beroemde vis" die anderhalve meter lang is en honderd pond weegt naar het va- cantieverblijf van dr Malan, die intussen een groot aantal geleerden in ziin tuin had verzameld om de professor en zijn coelacanth waardig te begroeten. Onze voorvader? Met enige plechtigheid werd de grote kist geopend. En op dat ogenblik deelde BROEK OP LANGENDIJK, 29 Jan. 25.000 kg rode kool: I 7—12,30 en II 7,20 —10,40; 20.000 kg gele kool I 6,50—6,70; 16.000 kg groene kool 13—20.10; 75.000 kg Deense witte kool 68,80; 13.000 kg uien 26.5028,90, grove 23,5026,40 en drielingen 33,60—35; 7000 kg peen: B 10,40 —12,60 en C 8,70—9,70; 3000 kg bieten: A 8,90—9,90 en B 7,20—7,50; 1600 kg witlof: IB 38—42 en IIB 30—32; 100 kg spruiten 2429. ZWAAG, 28 Jan. 1953 Aardappelen 11.80, uien 3—33.60, bieten 10.80, prei 18—31, gele kool 3.90—7,.70, groene kool 8—13.70, rode kool 5.60—8.10, boeren kool 10—22, spruiten 15—36, witlof 24 44, breekpeen 411.50, waspeen 15 18, bloemkool 1112, knolselderie B 8 —17, gare biet 3—17, Cox Orange 8— 73, Goudreinette 827, Jonathan 8 35, Laxton Superbe 8—60, Conference 3651, Gieser Wildeman 523, Presi dent 1'Autreuil 827. HEM, 28 Jan. 1953 Groene kool 8 —17.90, rode kool 7—10.20, witte kool 67.10, spruiten 1525, peen 58.50, kroten 48.60, witlof 29—41, uien mid del 25,40—27.50, grof 24—25.70, drielin gen 3234, Glorie van Holland 1225, Present van Engeland 828, Zoete Kroon 1221, Goudreinette 721, Bel lefleur 412, Bramley 46, Winter- lauwtje 37. BEVERWIJK, 28 Jan. Waspeen 8— 22; prei 23—48; knollen 16—28; spruiten 1650; boerenkool 1327; groene kool 6 10; gele kool 69; rode kool 610; ra barber 4868; witlof 3751; veldsla 135; Uien 1225; sjalotten 45. CASTRICUM, 28 Jan. Spruiten: A 43 —65 en B 1921; spruitkoppen 15—18; boerenkool 14—24; prei 46; groene kool 8 NOORDSCHARWOUDE, 29 Januari. 25.000 kg uien 25,80—28,90, grove 24,20— 25,30 en drielingen 3435; 4800 kg peen: B 11,20—11,70, C 8.5Q—9,10 en D 6,60; 150 kg spruiten 23—30; 2600 kg bieten: A 9,40—9,60 en B 4,10; 2000 kg Beve landers 11,80; 51.000 kg rode kool 7— 11,90; 2500 kg groene kool 7.50—12,90; 7600 kg gele kool 6,50—7,70; 96.000 kg Deense witte kool 68,90. GROOTEBROEK. 29 Jan. 1000 kg Koopmans blauwe 1112; 42.000 kg uien: grove 22,90—24,40, middel 26,70—27,90 en direilngen 33,40—35,60; 3500 kg bieten: rode 37,90, A 8,60—8,80 en B 8; 1000 kg spruiten: A 2223 en B 1516; 1000 kg gele kool 7,50—7,70; 6000 kg groene kool afw. 7.50—10.70. WOGNUM, 29 Jan. Witlof: A 38—47, B 34—44, C 26—37 en stek 17—32; breek peen: B 10,70, C 9,50—11,10 en D 9,20: knolbieten: A 8,80, B 7,40 en C 4; uien: middel 27,30, grove 25,30, drielingen 29,30 en afw. 618; spruien: I 2634 en II 15—26; prei: A 29—34 en B 16—27; rode kool 7—10,70; boerenkool 60; groene kool 15,40; Gieser Wildeman 6—15; Goudrei- netten 8—29; Gratiool 3—10; Winterjan 8-11. OPPERDOES. 29 Jan. Ronde bietn: A 9,60—10.20, B 7,80—8,10, C 4 en Modjo 4; peen: B 11,70 en C 8,20—8,50; uien: gewone 26,7027", grove 23,2023,50 en drielingen 3232,40; rode kool 79,90; gele kool 6,50; witte kool 66,10. MEDEMBLIK, 29 Jan. Ronde bieten: A 9,60—10, B 7,70—8,10, C 4—4,30 en Modjo 5; peen: B 11,20—12,11) en C 8,30— 9 50; uien: gewone 26,3027,10. grove 23 —23,60, drielingen 33, nep 37 en afw. 4— 12; rode kool 710,20; gele kool 6,50; witte kool 6; groene kool 7,5011,10; boe renkool 4. AVENHORN, 29 Jan. 1953 13.000 kg rode kool 7—12, 2500 kg gele kool 6.507.60, 800 kg groene kool 7.5012, 40.000 kg uien, grove 23.8024.80, ge wone 28.60—27.50, drielingen 33—35, nep 29—36; 20.000 kg ronde bieten I 9.60—10.40, II 7.90—8.70, III 4.60—5.20; 49.000 kg peen II 11.50—12.30, III 7.70— 8.80, IV 5.90—6.90. vn?i6SSor Smith' stralend van geluk en voldoening mede, dat de vis „Malania" i1. „V1, dankbaarheid voor de 1 J n de wetenschappelijke ind™ t verleend. Ik kreeg niet de ndruk, dat de premier, nadat hij het monster bekeken had, bijzonder trots wa5°P Z!in - petekind. „Hij vroeg: „Is u van mening, dat wij er driehonderd millioen jaar geleden zó uitzagen? Professor Smith ontweek een debat, wij zei: „Ik heb al mensen ontmoet, die er lelijker uitzagen Maar in een later stadium van de samenkomst gaf de geleerde toch te verstaan, dat zijn coelacanth stellig de „missing link" is tussen het geslacht der vissen en dat der amphibieën en dus, volgens de evolutionistische logica, een der verre voorvaderen van het menselijk geslacht. Het dier, dat een met sterke been- Platen gewapende kop heeft, bezit een tweezijdig gevinde staart, en drie „noot achtige vinnen aan de onderzijde van net lichaam. Het is ongetwijfeld een wonderlijk soort „vis". Ik zou niet weten, met welke andere vis hij te ver gelijken is. Hij had trouwens driehon derd millioen jaren geleden al .behoren uit te sterven, zoals al zijn overgroot ouders, die, als de theorie van professor Smith juist is, overigens alle oliebronnen der wereld hebben doen ontstaan, en daarom recht hebben op onze erkente lijkheid. Over enige maanden zal professor Smith zijn monster ontleed en door zocht en bekeken hebben en dan zal de wetenschap, via de vaktijdschriften, precies weten welk vlees zij in de kuip heeft. Nóg meer voorvaderen.... JOEN DE opwinding om de coelacanth nog maar nauwelijks geluwd was, kwam er een nieuwe schok voor de wetenschappelijke wereld! De Zuid- Afrikaanse palaeontologist John Talbot Robinson riep de pers bijeen en ver klaarde niets meer of minder, dan dat hij tijdens opgravingen bij Swartkranz (in Transvaal) vijf specimina had bloot gelegd van de telanthropus. Nooit van de telanthropus gehoord? Hij was, als Robinson en zijn volge lingen gelijk hebben, het eerst levende wezen dat werkelijk „mens" mocht worden genoemd. Hij was geen aap mens meer en hij was nog niet hele maal zoals.... u en ik vandaag zijn. Maar hij deed er in ieder geval een goeie gooi naar! En zijn onvolkomen heid wordt, naar men mag vaststellen, voldoende geëxcuseerd als men in aan merking neemt, dat hij een half mil lioen jaren leefde vóór de eerste „ware" mens od Java en in China. Hij was uiteraard aan de primitieve kant: hij gebruikte nog geen uit steen vervaar digde voorwerpen. Maar zijn derde maaltand (een belangrijk ding in de evolutieleer!) was kleiner dan die van de „Java-mens". De heer Robinson is er beslist van overtuigd, dat zijn specimina vele millioenen jaren geleden de schakel hebben gevormd tussen de aapmens en ons. Zuid-Afrika heeft in de afgelopen veertien dagen in ieder geval rijke stof geleverd voor wetenschappelijke debat ten. De coelacanth van de overgelukkige professor Smith en de beenderen van John Talbot Robinson zullen brede stromen van drukinkt doen vloeien. Voor het eerst zijn in Wieringerwaard diploma's uitgereikt aan cursisten EHBO. Nog nimmer was men er in geslaagd alhier een cursus te organiseren, maar dokter Nauta, meester Donders en zus ter Wegerif hebben nu dan toch het genoegen mogen smaken, aan twaalf cursisten het diploma uit te reiken. Burgemeester Kloeke wees hen er in de raadszaal op, dat het vooral in deze tijd van dreiging, nu de bescherming burgerbevolking de aandacht vraagt, van het grootste belang is, dat men daadwerkelijk hulp kan verlenen en bracht dank aan het bovengenoemde drietal voor hun vele bemoeiingen. De heer Hofste, voorzitter van het Witte Kruis sloot zich bij deze woorden va'n harte aan, terwijl hij er zijn vreugde over uitsprak, dat deze ontvangst in de raadzaal een officieel tintje droeg. Dr. Nauta reikte hierna de diploma's uit en spelde de geslaagden de diploma's op de borst. Hij wees daarbij op hun rechten en plichten en hoopte, dat ze door het bezoeken van oefenavónden paraat zouden blijven. De heer Haze- loop wees er op, dat het lidmaatschap EHBO tot niets verplicht. Aan zuster Wegerif werd een lepeltje met het wa pen van Wieringerwaard aangeboden en aan de heren Nauta en Donders een briefopener met sigaretten, waarna het gezelschap nog enige tijd gezellig bij- Ook in Valkkoog heeft mevr. Backer —Breed zeer veel succes geoogst, toen ze optrad voor de damesclub Valkkoog en omstreken Ze heeft ook daar „De klokkengieter" van Anton Coolen op onnavolgbare wijze gebracht en haar gehoor was van het begin tot het einde geboeid. Het waren deze keer eens niet alleen dames. Tal van heren hadden van de gelegenheid om deze bijeenkomst bij te wonen, gebruik gemaakt en ze zullen zich de gang naar café Van Schoorl niet beklaagd hebben. In de pauze vond natuurlijk de traditionele verloting plaats. De presidente, mevrouw Pool was ongetwijfeld de tolk van de talloze aanwezigen, toen ze mevr. Backer Breed dankte voor het gebodene. V. en O. kan op een uitstekend ge slaagde avond terugzien. ANDERE EIGENAAR Het woonhuis met koolschuur, voor heen eigendom van de heer J. Frans, is bij onderhandse verkoop overge gaan in handen van de heer J. Keet man alhier. SPREEKUUR BURGEMEESTER De burgemeester zal a.s. Zaterdag geen spreekuur kunnen houden. Het eerstvolgende spreekuur is Zaterdag over een week, 7 Februari, van elf tot een uur. oGRIEP-CACHETS HET 0UWEI.CACHE! WAARBORGT SMAAKLOOS EN GEMAKKELIJK IMtTEMEH (Advertentie. Ing. Med.) (Van onze parlementaire redacteur) „CARTRE'S GESCHILLEN met de officiële communistische beweging zijn maar oppervlakkig. Voor het grootste deel wortelen ze in de onverdraagzaamheid van de Partij, die bepaalde Sartriaanse leerstukken weigert te aanvaarden. Het is derhalve niet verwonderlijk, dat Sartre zich verzet tegen de bewegingen, die het bestaan van Russische slavenkampen willen onderzoeken". Tot deze ver nietigende conclusie komt de Amerikaanse criticus, S. R. Plastrik, in een be schouwing over het laatste toneelstuk van de veelomstreden Franse existentia list: De Duivel en de goede God. r\E IN HET begin 1952 geschreven be schouwing van Plastrik. die is opge nomen in het December-nummer van „Socialisme en Democratie", wint wel zeer aan actuele betekenis door de re cente ontwikkeling van Sartre in de richting van het communisme. Gelijk bekend nam deze wijsgeer deel aan het HAT HET met het Alkmaarse rioleringsnet nog immer zeer treurig gesteld Is, is een publiek geheim. Het heeft er alle schijn van, dat onze overheidsinstan ties voortleven in een zalige onwetendheid van de toestand onzer sanitaire installaties en geen oog hebben voor de schrille ervaringen, die voor de mens aanleiding zijn geweest overal deugdelijke Installaties te bouwen. Behalve dan in Alkmaar. Als wij dit woord „ervaringen" hier gebruiken, dan is dit een verzamelwoord waarin een serie catastrophes is ondergebracht, die zelfs niet met die van de ergste atoombomoorlog te vergelijken zijn. Want het aantal mensen, dat in de loop der geschiedenis het slachtoffer is geweest van epide- miën, die uitbarstten door de onhygiënische toestanden waarin de mens gedu rende practlsch zijn gehele bestaan op aarde geleefd heeft, loopt in de honder den millioenen. Immers, zeer merkwaardig is het feit, dat hoewel de wereld geschiedenis ongeveer drie-en-twintig zeer hoogstaande culturen heeft gekend, culturen waarin kunsten en wetenschappen tot optimale bloei kwamen, de mens het belang van de persoonlijke en sociale hygiëne nooit heeft ingezien. Het probleem van de vuilafvoer is in de Oudheid en in de Middeleeuwen nim mer een probleem geweest. Niettegenstaande de buitengewone winst aan cul tuurgoederen, welke het mensdom gedurende deze eeuwen verwierf bleef het met de reinheid treurig gesteld. OVER de opvoeding van een prinses omstreeks het jaar 1700 is bekend, dat men haar leerde haar voeten af te ve gen teneinde haar „sponde" niet vuil te maken. Zij wist ook, dat het niet netjes was vlooien, luizen 'en ander on gedierte in tegenwoordigheid van an deren dood te maken. Nog erger was het in de Middeleeu wen. De drihoekige ruimten die tussen de aangrenzende huizen bestonden, dienden om al het huisvuil, de inhoud van kamerpotten e.d. op gemakkelijke wijze te verwijderen en het is begrijpe lijk, dat de middeleeuwse steden en naar wij met stelligheid moeten aan nemen ook de steden uit de Oudheid dorado's waren voor ratten van aller lei soort, ongedierte, dat de versprei der was van pest, cholera, typhus en pokken. Ook de noodzakelijkheid van ventilatie teneinde, ruw gezegd, gebou wen bacterieschoon te houden, heeft men nimmer ingezien. Toen de wind- molenventiiatie in de Newgate-gevan- genis te 1752 werd ingericht, ging het gerucht, dat twee mannen dood neer vielen, toen de lucht de pijpen de ge vangenis binnenstroomde. Natuurlijk is dit een overdrijving, maar zelfs het on juiste verhaal geeft ons een idee van de opvattingen waaraan men nog in de 18e eeuw mank ging. Het eigenaardige is, dat niettemin vele volkeren de vuil afvoer ter hand hebben genomen. Zelfs de Babyion iërs en Assyriërs hadden reeds weldoordachte rioleringssyste men. Het oude Jeruzalem eveneens. Al het stadsvuil werd daar in „vijvers" geloosd. De vaste bestanddelen werden uitgeschept en als mest gebruikt, ter wijl de vloeibare gebruikt werden om tuinen te vloeien. Het chijnt echter dat men nimmer het verband heeft ingezien tussen de voor onze begrippen ten hemel schrei ende onhygiënische toestanden en het ZOWEL WINSTON CHURCHILL's reis naar Amerika, alsook het uithoudingsvermogen van president Adenauer, die onlangs tijdens de vergadering van de Bondsdag over het verdrag van Bonn achttien uur achtereen op de regerings- bank gezeten heeft, bewijst het, dat een zeventig jarige man nog lang niet met een prekenbundel bij de haard behoeft te zitten. Nóch de Britse pre mier, nóch de Duitse bondskanselier is overigens een uitzondering, want in Rome regeert Paus Pius XII, eveneens ver in de zeventig; tussen de muren van deze zelfde eeuwige stad de niet veel jongere Alcide de Gasperi en, achter het IJzeren Gordijn, de „grijsaard" Stalin en zijn gehoorzame trawant Pieck, president van de Russische zóne van Duits land, die even oud is als Adenauer. Het is weer evenals na de eerste wereldoorlog, toen men de verwarde tijden meende te moeten wijten aan de „oude mannen", die aan het staatsroer stonden, de „mannen met aderverkalking", die niet meer begrepen, waar de schoen wrong. Is de verbloe ding van de jonge generaties op het slagveld de oorzaak, dat men na grote rampen en oorlogen de oude bemanning weer te hulp roept? |N IEDER geval heeft de twintigste eeuw in dit opzicht bij nadere beschou wing niets nieuws opgele verd. Laten we ons eens terugverplaatsen naar de zeventiger jaren van de vorige eeuw, toen Europa zich mocht verheugen in een lange vredesperiode en gestadig groeiende economi sche welstand. De Russische kanselier (17981883) was 84 jaar, toen hij het minis terie van Buitenlandse Za ken aan Giers overdroeg. Bismarck is 84 jaar gewor den, de maarschalk-presi dent van de Franse repu bliek Mac Mahon 85 jaar. En dan de Britse diplomaten en staatslieden van die tijd! jiadstone, die vier keer premier was, is 89 geworden en heeft zich pas op 85-jarige leeftijd uit de staatszaken teruggetrokken; Disraeli is 77, de minister van Buiten landse Zaken Granville 76, premier John Russell 86 jaar oud geworden. Vóór hen was Lord Pal- merston, van wie het ge zegde: „Right or wrong, mv country" afkomstig is. 81 jaar geworden en Lord Stratford de Redcliffe, ge zant in Konstantinopel, be reikte zelfs de 94, waarbij hjj een onmetelijke schat aan ervaringen opdeed, tot zegen van zijn land! Tachtig jaar geleden telden de Britse mi nisters tezamen eens 660 le vensjaren en deze vertegen woordigden een onschatbaar kapitaal aan kennis en wijs heid. Toch heeft in Engeland nooit het principe voorop gestaan de staatszaken slechts aan grijsaards toe te vertrouwen, integendeel: de bovengenoemde Palmerston had reeds op 25-jarige leef tijd zitting in het kabinet en was bij zijn dood in 1865 eerste minister! Van de En gelse ministers van het jaar 1875 waren de Lords Derby en Salisbury nog zijn mede werkers geweest, beiden wa ren toen pas 49 jaar oud en zij hadden reeds op 19-jarige leeftijd een gouvernementele functie bekleed. Ook Chur- chill is zijn carrière als staatsman reeds vroeg be gonnen; hij was reeds op zijn 34ste jaar, in 1908, mi nister van handel, nadat hij tevoren lid van het parle ment geweest was. Het ziet er dus werkelijk niet naar uit, dat intensieve regerings- arbeid en rijkdom aan bele venissen het leven zouden verkorten. In vroegere eeuwen, toen als de zogenaamde „mensen leeftijd" nog ongeveer der tig jaar gold en de mensen gemiddeld half zo oud wer den als thans, werden ook de groten der aarde vroeger dan soms voor hun werxen wenselijk geweest zou zijn door de dood verrast. Mé» zou een geheel nieuwe ge schiedenis kunnen schrijven uit het gezichtspunt, welke rol de lage gemiddelde leef. tijd van de hoofdfiguren, vooral in de Middeleeuwen, gespeeld heeft. De Duitse keizers bijvoor beeld hebben niet eens de zogenaamde rijpe leeftijd (40 jaar) bereikt; met zijn 56 jaar was de modernste vorst van die tijd, Frederik IX van Ilohenstaufen, al een uitzon dering. Toch waren er in de loop (Jer eeuwen nog meer uitzonderingen: Keizer Au gustus werd 76 jaar, Cosimo Medici, de stichter van het beroemde Florentijnse ge slacht, 75 jaar, Philips II van Spanje, bekend uit de Tach tigjarige Oorlog, 71 jaar. Twee staatslieden uit de Napoleontische tijd hebben een hoge leeftijd bereikt: Talleyrand werd 84 en Met- ternich zelfs nog twee jaar ouder. William Pitt, de Ou dere, is 70 geworden, maar de jongere werd niet ouder dan 47 jaar. Frederik de Grote is 74 geworden, waar bij in het midden moge blij ven, of hij dit aan zijn capa citeiten als staatsman, dan wel aan zijn militaire kwali teiten te danken heeft. Want de legeraanvoerders komen bijna allen ver boven de grens, die voor gewone stervelingen schijnt te be staan en men heeft het be roep van generaal niet zon- der reden een ware levens conservator genoemd. Blü- cher werd 76. Foch 78, Wel lington 83, Hindenburg 87, Radetzky 92, Wrangel 93. Pé- tain 95 om maar een paar voorbeelden te noemen Napoleon, die maar 51 werd, is een tamelijk zeldzame uit zondering en Alexander de Grote, die reeds op 32-jarige leeftijd stierf, schijnt het ge zegde te bevestigen, dat de goden hun lievelingen jóng tot zich nemen.... uitbreken van epidemieën en dat men de aanwezigheid van riolen als een prettige luxe zonder wezenlijke beteke nis beschouwde. Een verband dat pas een eeuw geleden werd gelegd toen Robert Koch en Louis Pasteur de desatreuze werking der in dit vuil aan wezige bacteriën aantoonden, en men tenslotte, omstreeks 1850, dus na dui zenden jaren, tot de weldoordachte bouw van rioleringssystemen overging. Engelse primeur ENGELAND is het eerste Europese land geweest, dat het rioleringssysteem algemeen invoerde. Het waren in Enge land vooral de medici, die hiertoe de stoot hebben gegeven. Een aardig en dramatisch voorbeeld hoe vele van deze dokters de regering meenden te moe ten dwingen om reeds aangelegde, maar veel te primitieve riolen te laten ver vangen door moderne installaties, kan men lezen in „De Citadel" door de be kende dokter-schrijver Cronin. Cronin verhaalt hierin hoe twee artsen uit een mijnwekersdorpje een rioolleiding met dynamiet opblazen om, zonder dat hun schuld aan de dag treedt, op deze ma nier een nieuwe en betere afvoer af te dwingen. Op het continent volgde Danzig in 1869 als eerste stad die een volledig goed functionerende waterleiding en riolering bouwde, waarna successieve lijk ale grote Europese steden volgden en ook in de kleinere steden de syste-1 men werden aangelegd. Dat men veel technische moeilijkhe den moest overwinnen was begrijpe lijk. Het meer van Chicago waarin deze stad zijn vuil loosde en waar het tevens zijn drinkwater uit betrok raakte „verpest" zodat een andere oplossing moest worden gevonden. De verontreiniging in het Donau- kanaal waarin Wenen zijn vuil deed uitstromen werd eveneens ondraaglijk, daar door de periodiek hoge water standen van de Donau het vuil niet af gevoerd kon worden. Wat de aanleg betreft deden zich plaatselijk zeer grote verschillen voor. In de grote steden moesten enorme riolen gebouwd worden. Wie de films „De ratten van Parijs" en de „Third Man" heeftg gezien, heeft wel een in druk gekregen welke geweldige massa's vuil (en regenwater) deze gewelven moeten kunnen verwerken. Persinstallaties IN de kleinere steden deden zich de „verhangproblemen" weer sterk gelden. Een rioolleiding mag namelijk niet ho rizontaal lopen, daar er anders prac- tisch geen doorstroomsnelheid is. Voor al in vlak land met een hoog grond waterpeil, zoals dat ook in Alkmaar het geval is, heeft men terdege met deze grote moeilijkheden rekening te houden. Wordt het riool te lang, dan duikt het te diep de grond in, iets wat hoge graafkosten met zich zou mee brengen. Door de leidingen horizonta ler en pomp- en persinstallaties aan te leggen kan men dit probleem onder vangen. Daar in Alkmaar nog geen centraal rioleringsnet aanwezig is (lo zing vindt op honderden plaatsen in de grachten en singels plaats) is men aan persinstallaties nog niet toegekomen. Wanneer men tot uitvoering van de be staande plannen, die een bedrag van maar liefst 11.000.000 gulden zullen ver gen, overgaat zal men het zonder deze kostbare machinerieën echter niet kun nen stellen. Daarbij komt de wel zeer onpleizierige omstandigheid, dat een rioleringsnet niet zo erg lang meegaat. De gemiddelde levensduur is niet lan- er dan 50 jaar, een omstandigheid die voor een groot deel wel veroorzaakt wordt door het feit, dat het zware ver keer van tegenwoordig ruïneus op de onder het wegdek liggende buizen in werkt. Een ander feit, dat in Alkmaar de rioleringskosten tot zo grote hoogte op jaagt, maar waar overigens geen enkele stad aan ontkomt, is de aanleg van een rioolzuiveringsinstallatie, waar langs bio-chemische weg de enorme hoeveel heden drek in „onschuldige" stoffen worden ontleed. Zoals men ziet, is het aanleggen van een modern rioleringssysteem in Alk maar een project, dat slechts in gedeel ten kan worden uitgevoerd en waarbij de steun van het Rijk onontbeerlijk is Het valt te betreuren, dat dit jaar voor nieuwe aanleg het zeer geringe bedrag van f 20.000 ig uitgetrokken, wat In verhouding tot het geheel een druppel on een gloeiende plaat is. Het ware te wensen, dat men in Alkmaar met ziin middeleeuwse tonnetjessvsteem de aan- leg van een centraal rioleringsnet for- aanpakte. onlangs te Wenen gehouden zogenaamde vredescongres. Typerend voor Sartre's jongste ont wikkeling zijn ook de volgende uitspra ken van Plastrik: „Sartre wordt, als totalitair denker, gecompleteerd door Sartre als anti-hu manistisch denker, door de Sartre die be zeten wordt door een brandende ver achting voor de massa's, die hij ver klaart te willen reddenEr is geen enkel bewijs, dat Sartre ook maar één stapje gevorderd is op de weg. die leidt tot overbrugging van de kloof tussen „intellectueel" en „massa", dat het men selijke probleem is hetwelk hem het meest schijnt te fascineren In Sartre's werk schuilt een diepe verachting voor de mensen, vooral in zjjn laatste ont wikkeling." Vernietigender critiek op de mensbe schouwing van deze Franse existentia list, die hem vriiwel noodgedwongen tot een keuze voor het Stalinisme moest voeren, is moeilijk denkbaar! Critiek, zeer principiële critiek heeft ook prof. dr J. P. A. Mekkes. die in het December-nummer van „Anti-Revo lutionaire Staatkunde" vooral de door de Verenigde Naties ontworpen Verkla ring van Mensenrechten zeer uitvoerig bespreekt. Hij erkent ten volle de goede bedoelingen en waarheidselementen van deze en dergelijke verklaringen, maar vreest onder meer. dat zü tot overspan nen verwachtingen, met name in so ciale vraagstukken, aanleiding zullen geven. Buitenland |7. HARTOG vraagt zich in „Socialisme en Democratie" af of er naast de thans gevoerde politiek tegenover Rus land en de „derde weg" nog een „vierde weg" mogelijk is. Hii meent van wel, al kan het succes hiervan „natuurlijk niet voor honderd procent gegarandeerd worden." Zijns inziens dient echter ze ker een poging te worden gewaagd. De schrijver wil een op spectaculaire wijze gespeeld „vredesplan" ter aanmoe diging van een mogelijke oppositie in de Sowjet-Unie zelf. Dit plan komt neer op de toezegging van het verlenen van grote financiële en andere hulp aan Rusland, mits dit land eerst het IJzeren Gordijn ophaalt, alle overheerste landen vrijlaat en de binnenlandse terreur stop zet! In hetzelfde tijdschrift geeft dr B. Grijshout voorts een zeer instructief overzicht van de ingewikkelde politieke situatie en verhoudingen in Zuid-Ame- rika, een werelddeel voor ons land niet alleen uit handelsoogpunt, maar ook in verband met de verwikkelingen rond Suriname van bijzondere betekenis. „Anti-Revolutionaire Staatkunde" ten slotte geeft het gebruikelijke tweemaan delijkse buitenlands overzicht van de hand van mr G. Kuypers. Binnenland J.JET UITERST actuele vraagstuk van het verschoningsrecht van de jour nalist wordt in het vrijwel geheel aan binnenlandse vraagstukken gewijde nummer van het Katholiek Staatkundig Maandblad uitvoerig behandeld door A. H. M. Wijffels. Deze komt tot de conclusie dat een eventuele onmogelijk heid de journalistieke verantwoordelijk heid op korte termijn bij de wet te regelen geen beletsel zal mogen vormen om aan de journalisten een verscho ningsrecht toe te kennen. In dit gevat dient zijns inziens echter wel erkend te worden, dat enige wettelijke regeling van de aansprakelijkheid van de jour nalist, die medeplichtig is aan een straf bare schending van een geheim, getrof fen zal moeten worden. Geen gijzeling echter, want dit is „zulk een openlijke schending van een van onze democratische instellingen, die de vrije pers is, dat het te hopen is, dat bij de komende behandeling van deze aangelegenheid In de volksvertegen woordiging dit ons vrije volk onwaardig pressiemiddel voorgoed en definitief uit de Nederlandse samenleving zal worden verbannen." In S. en D. keert mr J. van der Hoe ven zich krachtig tegen het op stapel staande wetsontwerp inzake lichtvaar dige echtscheidingen. Hij acht dit ont werp „een inbreuk op de integriteit der persoonlijkheid en een stap terug in ons waarlijk toch al niet zeer vooruit strevende huwelijksrecht". Wanneer wij dan tot slot nog ver melden, dat in de drie tijdschriften on der meer nog artikelen voorkomen over de Christelijk-Sociale Conferentie 1952, het N.V.V.-Welvaartsplan. de loonpoli tiek, de wederopbouw en het vraagstuk der ongeldige stembiljetten, dan zal het duidelijk zijn, dat de Deeember-afleve- ringen van onze grote politieke tijd schriften wel een bijzonder rijke en ge varieerde inhoud hebben. De tweede competitie van de plaat selijke biljartclub is nu afgelopen. In cie eerste klasse stonden bovenaan A. Bakker, J. van der Molen en G. Scher mer, in de tweede klasse J. Dekker, S. Houting en C. Brugman. De strjjd tussen de beide kampioenen werd door de heer A. Bakker gewon nen. Maandagavond werd een wedstrijd gespeeld tegen de vrienden uit Obdam Haringhuizen kwam daar met 20—10 uit de strijd te voorschijn. In de bin nenkort io café Schermer te spelen wedstrijd zsl deze voorsprong moeten worden verdedigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 5