Bouwhui,
De „tonnetjes" en de vuilafvoer
in oudheid en middeleeuwen
Belangrijke vondsten van
Z.-Afrikaanse geleerden
OUDE BEMANNING AAN HET STAATSROER
Sartres brandende verachting
van de massa becritiseerd
Ceniraal rioleringsnet kost veel maar
is dringende noodzaak
Een vreemde vis en de» ,-t
en oe eerste menselijke mens
Premier Malan is matig
ingenomen met
„petekind"
MARKTBERICHTEN
Wieringerwaard
Diploma-uitreiking aan
cursisten E.H.B.O.
Valkoog
Mevrouw Backer-Breed
oogstte veel succes
Stroet
Heer-Hugowaard
Neem ter bestrijding van
de krachtig werkende
n zv/ns al preparaat J
Onze polifieke tijdschriften
Gijzeling een ons volk onwaardig pressiemiddel
Een vierde weg met de
Sovjet-Unie?
Ergerlijke onhygiënische
toestanden
Ook in vroeger tijden regeerden
veel bejaarde staatslieden
Generaals spannen
de kroon
Haringhui'zen
Biljartnieuws
TWEE ZUIDAFRIKAANS^SSh^fch in ?,aapstad)
lUks twee weken, de ganse wetensrhm mm innen een tijdperk van nauwe-
door ontdekkingen, die meer üehl hptp„ e"Jke wereld in rep en roer gebracht
leven op aarde. Prof. J. l. B Smith 7, w«rP®I> op de ontwikkeling van het
Anjouan een coelacanth, een vis dio 0'ahan,st°wn haalde van het eilandje
de als schakel tussen vis en amnhihie mi"ioen jaren geleden fungeer-
l.ad moeten verdwenen z(jn. Men kende ^i. - ej*en,Ük ala"S u'f de oceaan
den werd er, tot verbazing van alle evnlntiL. f.ossieI en veer»'«n jaar gele
nabijheid van Madagascar. Dit exemdüï a' Plotseling een gevangen in de
gemaakt" en het was overigens ook verj do"r de Assers echter „schoon-
wetenschappelijk oogpunt, weinig mee kon aan^n^en^0'13'1'^' men er' uit
gINDS DAT ogenblik liet het vraagstuk
van de coelacanth professor Smith
geen rust meer. De wereldberoemde vis-
senkenner liet langs de gehele Oostkust
van Afrika, op Madagascar en op de
Gomoro-eilanden strooibiljetten ver
spreiden met een afbeelding van het
befaamde monster en met de belofte
van duizend gulden beloning voor de
man, die hem een onbeschadigd exem
plaar leverde.
Vlak vóór Nieuwjaar kwam er een
telegram van de Comoro-eilanden, dat
er een coelacanth was gevangenmaar
de Comoro-eilanden liggen drieduizend
kilometer uit de kust. In een desperate
poging om de „levende fossiel" in handen
te krijgen vóór het dier tot ontbinding
•verging, belde professor Smith minister
pivsident dr Malan op. De premier
stelde ogenblikkelijk een Dakota van de
luchtmacht ter beschikking en twee uur
na het telefoongesprek was de hoog
leraar met een bemanning van zes mili
taire vliegers op weg naar een kleine
landingstrip, ergens in de Indische
Oceaan.
Twee etmalen later reed er een vracht
auto met ,,'s werelds meest .beroemde
vis" die anderhalve meter lang is en
honderd pond weegt naar het va-
cantieverblijf van dr Malan, die intussen
een groot aantal geleerden in ziin tuin
had verzameld om de professor en zijn
coelacanth waardig te begroeten.
Onze voorvader?
Met enige plechtigheid werd de grote
kist geopend. En op dat ogenblik deelde
BROEK OP LANGENDIJK, 29 Jan.
25.000 kg rode kool: I 7—12,30 en II 7,20
—10,40; 20.000 kg gele kool I 6,50—6,70;
16.000 kg groene kool 13—20.10; 75.000
kg Deense witte kool 68,80; 13.000 kg
uien 26.5028,90, grove 23,5026,40 en
drielingen 33,60—35; 7000 kg peen: B 10,40
—12,60 en C 8,70—9,70; 3000 kg bieten:
A 8,90—9,90 en B 7,20—7,50; 1600 kg
witlof: IB 38—42 en IIB 30—32; 100 kg
spruiten 2429.
ZWAAG, 28 Jan. 1953 Aardappelen
11.80, uien 3—33.60, bieten 10.80, prei
18—31, gele kool 3.90—7,.70, groene kool
8—13.70, rode kool 5.60—8.10, boeren
kool 10—22, spruiten 15—36, witlof 24
44, breekpeen 411.50, waspeen 15
18, bloemkool 1112, knolselderie B 8
—17, gare biet 3—17, Cox Orange 8—
73, Goudreinette 827, Jonathan 8
35, Laxton Superbe 8—60, Conference
3651, Gieser Wildeman 523, Presi
dent 1'Autreuil 827.
HEM, 28 Jan. 1953 Groene kool 8
—17.90, rode kool 7—10.20, witte kool
67.10, spruiten 1525, peen 58.50,
kroten 48.60, witlof 29—41, uien mid
del 25,40—27.50, grof 24—25.70, drielin
gen 3234, Glorie van Holland 1225,
Present van Engeland 828, Zoete
Kroon 1221, Goudreinette 721, Bel
lefleur 412, Bramley 46, Winter-
lauwtje 37.
BEVERWIJK, 28 Jan. Waspeen 8—
22; prei 23—48; knollen 16—28; spruiten
1650; boerenkool 1327; groene kool 6
10; gele kool 69; rode kool 610; ra
barber 4868; witlof 3751; veldsla 135;
Uien 1225; sjalotten 45.
CASTRICUM, 28 Jan. Spruiten: A 43
—65 en B 1921; spruitkoppen 15—18;
boerenkool 14—24; prei 46; groene kool
8
NOORDSCHARWOUDE, 29 Januari.
25.000 kg uien 25,80—28,90, grove 24,20—
25,30 en drielingen 3435; 4800 kg peen:
B 11,20—11,70, C 8.5Q—9,10 en D 6,60;
150 kg spruiten 23—30; 2600 kg bieten:
A 9,40—9,60 en B 4,10; 2000 kg Beve
landers 11,80; 51.000 kg rode kool 7—
11,90; 2500 kg groene kool 7.50—12,90;
7600 kg gele kool 6,50—7,70; 96.000 kg
Deense witte kool 68,90.
GROOTEBROEK. 29 Jan. 1000 kg
Koopmans blauwe 1112; 42.000 kg uien:
grove 22,90—24,40, middel 26,70—27,90 en
direilngen 33,40—35,60; 3500 kg bieten:
rode 37,90, A 8,60—8,80 en B 8; 1000 kg
spruiten: A 2223 en B 1516; 1000 kg
gele kool 7,50—7,70; 6000 kg groene kool
afw. 7.50—10.70.
WOGNUM, 29 Jan. Witlof: A 38—47,
B 34—44, C 26—37 en stek 17—32; breek
peen: B 10,70, C 9,50—11,10 en D 9,20:
knolbieten: A 8,80, B 7,40 en C 4; uien:
middel 27,30, grove 25,30, drielingen 29,30
en afw. 618; spruien: I 2634 en II
15—26; prei: A 29—34 en B 16—27; rode
kool 7—10,70; boerenkool 60; groene kool
15,40; Gieser Wildeman 6—15; Goudrei-
netten 8—29; Gratiool 3—10; Winterjan
8-11.
OPPERDOES. 29 Jan. Ronde bietn:
A 9,60—10.20, B 7,80—8,10, C 4 en Modjo
4; peen: B 11,70 en C 8,20—8,50; uien:
gewone 26,7027", grove 23,2023,50 en
drielingen 3232,40; rode kool 79,90;
gele kool 6,50; witte kool 66,10.
MEDEMBLIK, 29 Jan. Ronde bieten:
A 9,60—10, B 7,70—8,10, C 4—4,30 en
Modjo 5; peen: B 11,20—12,11) en C 8,30—
9 50; uien: gewone 26,3027,10. grove 23
—23,60, drielingen 33, nep 37 en afw. 4—
12; rode kool 710,20; gele kool 6,50;
witte kool 6; groene kool 7,5011,10; boe
renkool 4.
AVENHORN, 29 Jan. 1953 13.000
kg rode kool 7—12, 2500 kg gele kool
6.507.60, 800 kg groene kool 7.5012,
40.000 kg uien, grove 23.8024.80, ge
wone 28.60—27.50, drielingen 33—35,
nep 29—36; 20.000 kg ronde bieten I
9.60—10.40, II 7.90—8.70, III 4.60—5.20;
49.000 kg peen II 11.50—12.30, III 7.70—
8.80, IV 5.90—6.90.
vn?i6SSor Smith' stralend van geluk en
voldoening mede, dat de vis „Malania"
i1. „V1, dankbaarheid voor de
1 J n de wetenschappelijke
ind™ t verleend. Ik kreeg niet de
ndruk, dat de premier, nadat hij het
monster bekeken had, bijzonder trots
wa5°P Z!in - petekind.
„Hij vroeg: „Is u van mening, dat wij
er driehonderd millioen jaar geleden zó
uitzagen?
Professor Smith ontweek een debat,
wij zei: „Ik heb al mensen ontmoet,
die er lelijker uitzagen
Maar in een later stadium van de
samenkomst gaf de geleerde toch te
verstaan, dat zijn coelacanth stellig de
„missing link" is tussen het geslacht der
vissen en dat der amphibieën en dus,
volgens de evolutionistische logica, een
der verre voorvaderen van het menselijk
geslacht.
Het dier, dat een met sterke been-
Platen gewapende kop heeft, bezit een
tweezijdig gevinde staart, en drie „noot
achtige vinnen aan de onderzijde van
net lichaam. Het is ongetwijfeld een
wonderlijk soort „vis". Ik zou niet
weten, met welke andere vis hij te ver
gelijken is. Hij had trouwens driehon
derd millioen jaren geleden al .behoren
uit te sterven, zoals al zijn overgroot
ouders, die, als de theorie van professor
Smith juist is, overigens alle oliebronnen
der wereld hebben doen ontstaan, en
daarom recht hebben op onze erkente
lijkheid.
Over enige maanden zal professor
Smith zijn monster ontleed en door
zocht en bekeken hebben en dan zal
de wetenschap, via de vaktijdschriften,
precies weten welk vlees zij in de kuip
heeft.
Nóg meer voorvaderen....
JOEN DE opwinding om de coelacanth
nog maar nauwelijks geluwd was,
kwam er een nieuwe schok voor de
wetenschappelijke wereld! De Zuid-
Afrikaanse palaeontologist John Talbot
Robinson riep de pers bijeen en ver
klaarde niets meer of minder, dan dat
hij tijdens opgravingen bij Swartkranz
(in Transvaal) vijf specimina had bloot
gelegd van de telanthropus.
Nooit van de telanthropus gehoord?
Hij was, als Robinson en zijn volge
lingen gelijk hebben, het eerst levende
wezen dat werkelijk „mens" mocht
worden genoemd. Hij was geen aap
mens meer en hij was nog niet hele
maal zoals.... u en ik vandaag zijn.
Maar hij deed er in ieder geval een
goeie gooi naar! En zijn onvolkomen
heid wordt, naar men mag vaststellen,
voldoende geëxcuseerd als men in aan
merking neemt, dat hij een half mil
lioen jaren leefde vóór de eerste „ware"
mens od Java en in China. Hij was
uiteraard aan de primitieve kant: hij
gebruikte nog geen uit steen vervaar
digde voorwerpen. Maar zijn derde
maaltand (een belangrijk ding in de
evolutieleer!) was kleiner dan die van
de „Java-mens".
De heer Robinson is er beslist van
overtuigd, dat zijn specimina vele
millioenen jaren geleden de schakel
hebben gevormd tussen de aapmens en
ons.
Zuid-Afrika heeft in de afgelopen
veertien dagen in ieder geval rijke stof
geleverd voor wetenschappelijke debat
ten. De coelacanth van de overgelukkige
professor Smith en de beenderen van
John Talbot Robinson zullen brede
stromen van drukinkt doen vloeien.
Voor het eerst zijn in Wieringerwaard
diploma's uitgereikt aan cursisten
EHBO.
Nog nimmer was men er in geslaagd
alhier een cursus te organiseren, maar
dokter Nauta, meester Donders en zus
ter Wegerif hebben nu dan toch het
genoegen mogen smaken, aan twaalf
cursisten het diploma uit te reiken.
Burgemeester Kloeke wees hen er in
de raadszaal op, dat het vooral in deze
tijd van dreiging, nu de bescherming
burgerbevolking de aandacht vraagt,
van het grootste belang is, dat men
daadwerkelijk hulp kan verlenen en
bracht dank aan het bovengenoemde
drietal voor hun vele bemoeiingen. De
heer Hofste, voorzitter van het Witte
Kruis sloot zich bij deze woorden va'n
harte aan, terwijl hij er zijn vreugde
over uitsprak, dat deze ontvangst in de
raadzaal een officieel tintje droeg. Dr.
Nauta reikte hierna de diploma's uit
en spelde de geslaagden de diploma's
op de borst. Hij wees daarbij op hun
rechten en plichten en hoopte, dat ze
door het bezoeken van oefenavónden
paraat zouden blijven. De heer Haze-
loop wees er op, dat het lidmaatschap
EHBO tot niets verplicht. Aan zuster
Wegerif werd een lepeltje met het wa
pen van Wieringerwaard aangeboden
en aan de heren Nauta en Donders een
briefopener met sigaretten, waarna het
gezelschap nog enige tijd gezellig bij-
Ook in Valkkoog heeft mevr. Backer
—Breed zeer veel succes geoogst, toen
ze optrad voor de damesclub Valkkoog
en omstreken Ze heeft ook daar „De
klokkengieter" van Anton Coolen op
onnavolgbare wijze gebracht en haar
gehoor was van het begin tot het einde
geboeid.
Het waren deze keer eens niet alleen
dames. Tal van heren hadden van de
gelegenheid om deze bijeenkomst bij te
wonen, gebruik gemaakt en ze zullen
zich de gang naar café Van Schoorl
niet beklaagd hebben. In de pauze vond
natuurlijk de traditionele verloting
plaats. De presidente, mevrouw Pool
was ongetwijfeld de tolk van de talloze
aanwezigen, toen ze mevr. Backer
Breed dankte voor het gebodene.
V. en O. kan op een uitstekend ge
slaagde avond terugzien.
ANDERE EIGENAAR
Het woonhuis met koolschuur, voor
heen eigendom van de heer J. Frans,
is bij onderhandse verkoop overge
gaan in handen van de heer J. Keet
man alhier.
SPREEKUUR BURGEMEESTER
De burgemeester zal a.s. Zaterdag
geen spreekuur kunnen houden. Het
eerstvolgende spreekuur is Zaterdag
over een week, 7 Februari, van elf tot
een uur.
oGRIEP-CACHETS
HET 0UWEI.CACHE!
WAARBORGT
SMAAKLOOS EN
GEMAKKELIJK IMtTEMEH
(Advertentie. Ing. Med.)
(Van onze parlementaire redacteur)
„CARTRE'S GESCHILLEN met de officiële communistische beweging zijn maar
oppervlakkig. Voor het grootste deel wortelen ze in de onverdraagzaamheid
van de Partij, die bepaalde Sartriaanse leerstukken weigert te aanvaarden.
Het is derhalve niet verwonderlijk, dat Sartre zich verzet tegen de bewegingen,
die het bestaan van Russische slavenkampen willen onderzoeken". Tot deze ver
nietigende conclusie komt de Amerikaanse criticus, S. R. Plastrik, in een be
schouwing over het laatste toneelstuk van de veelomstreden Franse existentia
list: De Duivel en de goede God.
r\E IN HET begin 1952 geschreven be
schouwing van Plastrik. die is opge
nomen in het December-nummer van
„Socialisme en Democratie", wint wel
zeer aan actuele betekenis door de re
cente ontwikkeling van Sartre in de
richting van het communisme. Gelijk
bekend nam deze wijsgeer deel aan het
HAT HET met het Alkmaarse rioleringsnet nog immer zeer treurig gesteld Is,
is een publiek geheim. Het heeft er alle schijn van, dat onze overheidsinstan
ties voortleven in een zalige onwetendheid van de toestand onzer sanitaire
installaties en geen oog hebben voor de schrille ervaringen, die voor de mens
aanleiding zijn geweest overal deugdelijke Installaties te bouwen. Behalve dan
in Alkmaar. Als wij dit woord „ervaringen" hier gebruiken, dan is dit een
verzamelwoord waarin een serie catastrophes is ondergebracht, die zelfs niet
met die van de ergste atoombomoorlog te vergelijken zijn. Want het aantal
mensen, dat in de loop der geschiedenis het slachtoffer is geweest van epide-
miën, die uitbarstten door de onhygiënische toestanden waarin de mens gedu
rende practlsch zijn gehele bestaan op aarde geleefd heeft, loopt in de honder
den millioenen. Immers, zeer merkwaardig is het feit, dat hoewel de wereld
geschiedenis ongeveer drie-en-twintig zeer hoogstaande culturen heeft gekend,
culturen waarin kunsten en wetenschappen tot optimale bloei kwamen, de
mens het belang van de persoonlijke en sociale hygiëne nooit heeft ingezien.
Het probleem van de vuilafvoer is in de Oudheid en in de Middeleeuwen nim
mer een probleem geweest. Niettegenstaande de buitengewone winst aan cul
tuurgoederen, welke het mensdom gedurende deze eeuwen verwierf bleef het
met de reinheid treurig gesteld.
OVER de opvoeding van een prinses
omstreeks het jaar 1700 is bekend, dat
men haar leerde haar voeten af te ve
gen teneinde haar „sponde" niet vuil
te maken. Zij wist ook, dat het niet
netjes was vlooien, luizen 'en ander on
gedierte in tegenwoordigheid van an
deren dood te maken.
Nog erger was het in de Middeleeu
wen. De drihoekige ruimten die tussen
de aangrenzende huizen bestonden,
dienden om al het huisvuil, de inhoud
van kamerpotten e.d. op gemakkelijke
wijze te verwijderen en het is begrijpe
lijk, dat de middeleeuwse steden en
naar wij met stelligheid moeten aan
nemen ook de steden uit de Oudheid
dorado's waren voor ratten van aller
lei soort, ongedierte, dat de versprei
der was van pest, cholera, typhus en
pokken. Ook de noodzakelijkheid van
ventilatie teneinde, ruw gezegd, gebou
wen bacterieschoon te houden, heeft
men nimmer ingezien. Toen de wind-
molenventiiatie in de Newgate-gevan-
genis te 1752 werd ingericht, ging het
gerucht, dat twee mannen dood neer
vielen, toen de lucht de pijpen de ge
vangenis binnenstroomde. Natuurlijk is
dit een overdrijving, maar zelfs het on
juiste verhaal geeft ons een idee van
de opvattingen waaraan men nog in de
18e eeuw mank ging. Het eigenaardige
is, dat niettemin vele volkeren de vuil
afvoer ter hand hebben genomen. Zelfs
de Babyion iërs en Assyriërs hadden
reeds weldoordachte rioleringssyste
men. Het oude Jeruzalem eveneens. Al
het stadsvuil werd daar in „vijvers"
geloosd. De vaste bestanddelen werden
uitgeschept en als mest gebruikt, ter
wijl de vloeibare gebruikt werden om
tuinen te vloeien.
Het chijnt echter dat men nimmer
het verband heeft ingezien tussen de
voor onze begrippen ten hemel schrei
ende onhygiënische toestanden en het
ZOWEL WINSTON CHURCHILL's reis naar
Amerika, alsook het uithoudingsvermogen
van president Adenauer, die onlangs tijdens de
vergadering van de Bondsdag over het verdrag
van Bonn achttien uur achtereen op de regerings-
bank gezeten heeft, bewijst het, dat een zeventig
jarige man nog lang niet met een prekenbundel bij
de haard behoeft te zitten. Nóch de Britse pre
mier, nóch de Duitse bondskanselier is overigens
een uitzondering, want in Rome regeert Paus Pius
XII, eveneens ver in de zeventig; tussen de muren
van deze zelfde eeuwige stad de niet veel jongere
Alcide de Gasperi en, achter het IJzeren Gordijn,
de „grijsaard" Stalin en zijn gehoorzame trawant
Pieck, president van de Russische zóne van Duits
land, die even oud is als Adenauer. Het is weer
evenals na de eerste wereldoorlog, toen men de
verwarde tijden meende te moeten wijten aan de
„oude mannen", die aan het staatsroer stonden,
de „mannen met aderverkalking", die niet meer
begrepen, waar de schoen wrong. Is de verbloe
ding van de jonge generaties op het slagveld de
oorzaak, dat men na grote rampen en oorlogen
de oude bemanning weer te hulp roept?
|N IEDER geval heeft de
twintigste eeuw in dit
opzicht bij nadere beschou
wing niets nieuws opgele
verd. Laten we ons eens
terugverplaatsen naar de
zeventiger jaren van de
vorige eeuw, toen Europa
zich mocht verheugen in
een lange vredesperiode en
gestadig groeiende economi
sche welstand. De Russische
kanselier (17981883) was
84 jaar, toen hij het minis
terie van Buitenlandse Za
ken aan Giers overdroeg.
Bismarck is 84 jaar gewor
den, de maarschalk-presi
dent van de Franse repu
bliek Mac Mahon 85 jaar.
En dan de Britse diplomaten
en staatslieden van die tijd!
jiadstone, die vier keer
premier was, is 89 geworden
en heeft zich pas op 85-jarige
leeftijd uit de staatszaken
teruggetrokken; Disraeli is
77, de minister van Buiten
landse Zaken Granville 76,
premier John Russell 86 jaar
oud geworden.
Vóór hen was Lord Pal-
merston, van wie het ge
zegde: „Right or wrong, mv
country" afkomstig is. 81
jaar geworden en Lord
Stratford de Redcliffe, ge
zant in Konstantinopel, be
reikte zelfs de 94, waarbij
hjj een onmetelijke schat aan
ervaringen opdeed, tot zegen
van zijn land! Tachtig jaar
geleden telden de Britse mi
nisters tezamen eens 660 le
vensjaren en deze vertegen
woordigden een onschatbaar
kapitaal aan kennis en wijs
heid.
Toch heeft in Engeland
nooit het principe voorop
gestaan de staatszaken
slechts aan grijsaards toe te
vertrouwen, integendeel: de
bovengenoemde Palmerston
had reeds op 25-jarige leef
tijd zitting in het kabinet en
was bij zijn dood in 1865
eerste minister! Van de En
gelse ministers van het jaar
1875 waren de Lords Derby
en Salisbury nog zijn mede
werkers geweest, beiden wa
ren toen pas 49 jaar oud en
zij hadden reeds op 19-jarige
leeftijd een gouvernementele
functie bekleed. Ook Chur-
chill is zijn carrière als
staatsman reeds vroeg be
gonnen; hij was reeds op
zijn 34ste jaar, in 1908, mi
nister van handel, nadat hij
tevoren lid van het parle
ment geweest was. Het ziet
er dus werkelijk niet naar
uit, dat intensieve regerings-
arbeid en rijkdom aan bele
venissen het leven zouden
verkorten.
In vroegere eeuwen, toen
als de zogenaamde „mensen
leeftijd" nog ongeveer der
tig jaar gold en de mensen
gemiddeld half zo oud wer
den als thans, werden ook
de groten der aarde vroeger
dan soms voor hun werxen
wenselijk geweest zou zijn
door de dood verrast. Mé»
zou een geheel nieuwe ge
schiedenis kunnen schrijven
uit het gezichtspunt, welke
rol de lage gemiddelde leef.
tijd van de hoofdfiguren,
vooral in de Middeleeuwen,
gespeeld heeft.
De Duitse keizers bijvoor
beeld hebben niet eens de
zogenaamde rijpe leeftijd (40
jaar) bereikt; met zijn 56
jaar was de modernste vorst
van die tijd, Frederik IX van
Ilohenstaufen, al een uitzon
dering. Toch waren er in de
loop (Jer eeuwen nog meer
uitzonderingen: Keizer Au
gustus werd 76 jaar, Cosimo
Medici, de stichter van het
beroemde Florentijnse ge
slacht, 75 jaar, Philips II van
Spanje, bekend uit de Tach
tigjarige Oorlog, 71 jaar.
Twee staatslieden uit de
Napoleontische tijd hebben
een hoge leeftijd bereikt:
Talleyrand werd 84 en Met-
ternich zelfs nog twee jaar
ouder. William Pitt, de Ou
dere, is 70 geworden, maar
de jongere werd niet ouder
dan 47 jaar. Frederik de
Grote is 74 geworden, waar
bij in het midden moge blij
ven, of hij dit aan zijn capa
citeiten als staatsman, dan
wel aan zijn militaire kwali
teiten te danken heeft.
Want de legeraanvoerders
komen bijna allen ver boven
de grens, die voor gewone
stervelingen schijnt te be
staan en men heeft het be
roep van generaal niet zon-
der reden een ware levens
conservator genoemd. Blü-
cher werd 76. Foch 78, Wel
lington 83, Hindenburg 87,
Radetzky 92, Wrangel 93. Pé-
tain 95 om maar een paar
voorbeelden te noemen
Napoleon, die maar 51 werd,
is een tamelijk zeldzame uit
zondering en Alexander de
Grote, die reeds op 32-jarige
leeftijd stierf, schijnt het ge
zegde te bevestigen, dat de
goden hun lievelingen jóng
tot zich nemen....
uitbreken van epidemieën en dat men
de aanwezigheid van riolen als een
prettige luxe zonder wezenlijke beteke
nis beschouwde. Een verband dat pas
een eeuw geleden werd gelegd toen
Robert Koch en Louis Pasteur de
desatreuze werking der in dit vuil aan
wezige bacteriën aantoonden, en men
tenslotte, omstreeks 1850, dus na dui
zenden jaren, tot de weldoordachte
bouw van rioleringssystemen overging.
Engelse primeur
ENGELAND is het eerste Europese
land geweest, dat het rioleringssysteem
algemeen invoerde. Het waren in Enge
land vooral de medici, die hiertoe de
stoot hebben gegeven. Een aardig en
dramatisch voorbeeld hoe vele van deze
dokters de regering meenden te moe
ten dwingen om reeds aangelegde, maar
veel te primitieve riolen te laten ver
vangen door moderne installaties, kan
men lezen in „De Citadel" door de be
kende dokter-schrijver Cronin. Cronin
verhaalt hierin hoe twee artsen uit een
mijnwekersdorpje een rioolleiding met
dynamiet opblazen om, zonder dat hun
schuld aan de dag treedt, op deze ma
nier een nieuwe en betere afvoer af te
dwingen.
Op het continent volgde Danzig in
1869 als eerste stad die een volledig
goed functionerende waterleiding en
riolering bouwde, waarna successieve
lijk ale grote Europese steden volgden
en ook in de kleinere steden de syste-1
men werden aangelegd.
Dat men veel technische moeilijkhe
den moest overwinnen was begrijpe
lijk. Het meer van Chicago waarin deze
stad zijn vuil loosde en waar het tevens
zijn drinkwater uit betrok raakte
„verpest" zodat een andere oplossing
moest worden gevonden.
De verontreiniging in het Donau-
kanaal waarin Wenen zijn vuil deed
uitstromen werd eveneens ondraaglijk,
daar door de periodiek hoge water
standen van de Donau het vuil niet af
gevoerd kon worden.
Wat de aanleg betreft deden zich
plaatselijk zeer grote verschillen voor.
In de grote steden moesten enorme
riolen gebouwd worden. Wie de films
„De ratten van Parijs" en de „Third
Man" heeftg gezien, heeft wel een in
druk gekregen welke geweldige massa's
vuil (en regenwater) deze gewelven
moeten kunnen verwerken.
Persinstallaties
IN de kleinere steden deden zich de
„verhangproblemen" weer sterk gelden.
Een rioolleiding mag namelijk niet ho
rizontaal lopen, daar er anders prac-
tisch geen doorstroomsnelheid is. Voor
al in vlak land met een hoog grond
waterpeil, zoals dat ook in Alkmaar
het geval is, heeft men terdege met
deze grote moeilijkheden rekening te
houden. Wordt het riool te lang, dan
duikt het te diep de grond in, iets wat
hoge graafkosten met zich zou mee
brengen. Door de leidingen horizonta
ler en pomp- en persinstallaties aan te
leggen kan men dit probleem onder
vangen. Daar in Alkmaar nog geen
centraal rioleringsnet aanwezig is (lo
zing vindt op honderden plaatsen in de
grachten en singels plaats) is men aan
persinstallaties nog niet toegekomen.
Wanneer men tot uitvoering van de be
staande plannen, die een bedrag van
maar liefst 11.000.000 gulden zullen ver
gen, overgaat zal men het zonder deze
kostbare machinerieën echter niet kun
nen stellen. Daarbij komt de wel zeer
onpleizierige omstandigheid, dat een
rioleringsnet niet zo erg lang meegaat.
De gemiddelde levensduur is niet lan-
er dan 50 jaar, een omstandigheid die
voor een groot deel wel veroorzaakt
wordt door het feit, dat het zware ver
keer van tegenwoordig ruïneus op de
onder het wegdek liggende buizen in
werkt.
Een ander feit, dat in Alkmaar de
rioleringskosten tot zo grote hoogte op
jaagt, maar waar overigens geen enkele
stad aan ontkomt, is de aanleg van een
rioolzuiveringsinstallatie, waar langs
bio-chemische weg de enorme hoeveel
heden drek in „onschuldige" stoffen
worden ontleed.
Zoals men ziet, is het aanleggen van
een modern rioleringssysteem in Alk
maar een project, dat slechts in gedeel
ten kan worden uitgevoerd en waarbij
de steun van het Rijk onontbeerlijk is
Het valt te betreuren, dat dit jaar voor
nieuwe aanleg het zeer geringe bedrag
van f 20.000 ig uitgetrokken, wat In
verhouding tot het geheel een druppel
on een gloeiende plaat is. Het ware te
wensen, dat men in Alkmaar met ziin
middeleeuwse tonnetjessvsteem de aan-
leg van een centraal rioleringsnet for-
aanpakte.
onlangs te Wenen gehouden zogenaamde
vredescongres.
Typerend voor Sartre's jongste ont
wikkeling zijn ook de volgende uitspra
ken van Plastrik:
„Sartre wordt, als totalitair denker,
gecompleteerd door Sartre als anti-hu
manistisch denker, door de Sartre die be
zeten wordt door een brandende ver
achting voor de massa's, die hij ver
klaart te willen reddenEr is geen
enkel bewijs, dat Sartre ook maar één
stapje gevorderd is op de weg. die leidt
tot overbrugging van de kloof tussen
„intellectueel" en „massa", dat het men
selijke probleem is hetwelk hem het
meest schijnt te fascineren In Sartre's
werk schuilt een diepe verachting voor
de mensen, vooral in zjjn laatste ont
wikkeling."
Vernietigender critiek op de mensbe
schouwing van deze Franse existentia
list, die hem vriiwel noodgedwongen
tot een keuze voor het Stalinisme moest
voeren, is moeilijk denkbaar!
Critiek, zeer principiële critiek heeft
ook prof. dr J. P. A. Mekkes. die in
het December-nummer van „Anti-Revo
lutionaire Staatkunde" vooral de door
de Verenigde Naties ontworpen Verkla
ring van Mensenrechten zeer uitvoerig
bespreekt. Hij erkent ten volle de goede
bedoelingen en waarheidselementen van
deze en dergelijke verklaringen, maar
vreest onder meer. dat zü tot overspan
nen verwachtingen, met name in so
ciale vraagstukken, aanleiding zullen
geven.
Buitenland
|7. HARTOG vraagt zich in „Socialisme
en Democratie" af of er naast de
thans gevoerde politiek tegenover Rus
land en de „derde weg" nog een „vierde
weg" mogelijk is. Hii meent van wel,
al kan het succes hiervan „natuurlijk
niet voor honderd procent gegarandeerd
worden." Zijns inziens dient echter ze
ker een poging te worden gewaagd.
De schrijver wil een op spectaculaire
wijze gespeeld „vredesplan" ter aanmoe
diging van een mogelijke oppositie in
de Sowjet-Unie zelf. Dit plan komt neer
op de toezegging van het verlenen van
grote financiële en andere hulp aan
Rusland, mits dit land eerst het IJzeren
Gordijn ophaalt, alle overheerste landen
vrijlaat en de binnenlandse terreur stop
zet!
In hetzelfde tijdschrift geeft dr B.
Grijshout voorts een zeer instructief
overzicht van de ingewikkelde politieke
situatie en verhoudingen in Zuid-Ame-
rika, een werelddeel voor ons land niet
alleen uit handelsoogpunt, maar ook in
verband met de verwikkelingen rond
Suriname van bijzondere betekenis.
„Anti-Revolutionaire Staatkunde" ten
slotte geeft het gebruikelijke tweemaan
delijkse buitenlands overzicht van de
hand van mr G. Kuypers.
Binnenland
J.JET UITERST actuele vraagstuk van
het verschoningsrecht van de jour
nalist wordt in het vrijwel geheel aan
binnenlandse vraagstukken gewijde
nummer van het Katholiek Staatkundig
Maandblad uitvoerig behandeld door
A. H. M. Wijffels. Deze komt tot de
conclusie dat een eventuele onmogelijk
heid de journalistieke verantwoordelijk
heid op korte termijn bij de wet te
regelen geen beletsel zal mogen vormen
om aan de journalisten een verscho
ningsrecht toe te kennen. In dit gevat
dient zijns inziens echter wel erkend
te worden, dat enige wettelijke regeling
van de aansprakelijkheid van de jour
nalist, die medeplichtig is aan een straf
bare schending van een geheim, getrof
fen zal moeten worden.
Geen gijzeling echter, want dit is „zulk
een openlijke schending van een van
onze democratische instellingen, die de
vrije pers is, dat het te hopen is, dat
bij de komende behandeling van deze
aangelegenheid In de volksvertegen
woordiging dit ons vrije volk onwaardig
pressiemiddel voorgoed en definitief uit
de Nederlandse samenleving zal worden
verbannen."
In S. en D. keert mr J. van der Hoe
ven zich krachtig tegen het op stapel
staande wetsontwerp inzake lichtvaar
dige echtscheidingen. Hij acht dit ont
werp „een inbreuk op de integriteit der
persoonlijkheid en een stap terug in
ons waarlijk toch al niet zeer vooruit
strevende huwelijksrecht".
Wanneer wij dan tot slot nog ver
melden, dat in de drie tijdschriften on
der meer nog artikelen voorkomen over
de Christelijk-Sociale Conferentie 1952,
het N.V.V.-Welvaartsplan. de loonpoli
tiek, de wederopbouw en het vraagstuk
der ongeldige stembiljetten, dan zal het
duidelijk zijn, dat de Deeember-afleve-
ringen van onze grote politieke tijd
schriften wel een bijzonder rijke en ge
varieerde inhoud hebben.
De tweede competitie van de plaat
selijke biljartclub is nu afgelopen. In
cie eerste klasse stonden bovenaan A.
Bakker, J. van der Molen en G. Scher
mer, in de tweede klasse J. Dekker, S.
Houting en C. Brugman.
De strjjd tussen de beide kampioenen
werd door de heer A. Bakker gewon
nen. Maandagavond werd een wedstrijd
gespeeld tegen de vrienden uit Obdam
Haringhuizen kwam daar met 20—10
uit de strijd te voorschijn. In de bin
nenkort io café Schermer te spelen
wedstrijd zsl deze voorsprong moeten
worden verdedigd.