Mag eeri gezinshoofd waagschaal stellen om zijn eigen leven in de anderen te redden? Gemeente Amsterdam verwierf deel van collectie-Singer Bloembollen veiling West-Friesland Optimisme bij zuivelbewerkers Jongeren zeggen spontaan „Ja maar de ouderen twijfelen DE VERGETEN CATEGORIE Het is plicht Drie onderscheidingen Vergeefs gezocht Andere meningen Sn tiu de. fyeu-wiitride. ^;u/-e4-^ceiini!niiiiiiiiiiiiiiiitiiniiniininiiiifflniii!iiiiii!ni(nii!iiiiiininng niiiiiniuiiinii iiiiiiiiiiifi'iiiiiRiiiiiiiimtiiiiiiuniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiuuiiuiiuiiiUHUBiinniiiiiuiiiuuiiüiUiiiiiiüj'iiiiii!!^ Amerikaanse schilder verzamelde vele Nederlandse kunstvoortbrengselen Innerlijke verwantschap boven volledigheid Wieringen Burgerlijke stand Texel Damclub Texel De Schager markt Twee zwarte bladzijden VRIJDAG 20 FEBRUARI 1953 JUU ik opduik uit de brieven, die mij in J1 verband met de laatste vraag bereik ten („mag een mens in oorlogstijd of bij een ramp zijn eigen leven in de waag schaal stellen om een ander te redden ook als hij vrouw en kinderen heeft'")' en nu ik mijn pen grijp om een overzicht te geven van de verschillende meningen dringen zich twee citaten aan mij op uit zeer uiteenlopende richtingen: enkele vers regels van Heinrich Heine, die zich p twee grenadier.,,, uit Napoleons grande arm£- Z u Semoeds«este|Oheid van „grande armee by hun terugkeer uit Rusland: ^asz siehTett^ch WKeib> Was mi<h Kind, i k 4 bettelen gehen wenn sie hunerig sind lch trage weit besseres Verlangen- Mem Kaïser, mein Kaiser gefangen er., onmiddellijk daarna het woord van Christus- ws„ heeft boven mü is mijns niet waardig" imm„„ ..Wie vader of moeder lief- natuurlijke betrekkingen der mensen 'whtTrgesteM ageval1™ worden de aan de bovennatuurlijke: de liefde en vererint- ondergeschikt gemaakt of the Street" voor hem, die hij ziet als de drf doodeenvoudige „man houdbaar misschien en ontluisterd door bet felle tfoh? f*** h*? •m°IL~ maar door de simpele soldaat in voC overgave aanvaarH h,?tor,sche .e.r,t,ek' verheven boven deze bewondering voor len ^nch T en' onelndlS ver devotie voor Hem, aan wie altijd "en overa? het laTtsU wo'ord' «diffécht heeft op absolute gehoorzaamheid. wooru is en aie reent TS DAARMEE vastgesteld, dat de na tuurlijke betrekkingen als een ba gatel zijn te beschouwen, dat de mens zich niet verantwoordelijk behoeft te voelen voor hen, die hem de naasten zijn onder zijn medemensen, dat hij met een gerust hart vrouw en kinde ren, vader en moeder kan verwaarlo zen om een, vaak twijfelachtig, ideaal te volgen? Allerminst. Volgt eruit, dat hij op roekeloze wijze zijn leven in de waagschaal moet stellen, zich onbezon nen in een avontuur moet storten, im pulsief dient te handelen en zonder koele berekening en overleg? Even min. En mogen wij er uit afleiden, dat Heine en de Bijbel ons de plicht op leggen op ieder willekeurig moment huis en werk in de steek te laten om ergens ter wereld, waar ook geleden wordt, hulp te bieden? Naar mijn me ning niet. Niemand kan beweren, dat de Heilige Schrift een boek met re cepten en voorschriften is, waaruit wij kunnen leren hoe wij van geval tot ge val moeten handelen. Wij vinden er algemene lijnen en worden dan over gelaten aan onszelf en ons geweten. Bezinning en zelfkennis zijn bij iedere beslissing onmisbaar èn het inzicht, dat wij, geraffineerde advocaten van kwa de zaken, de neiging hebben, geweten te noemen wat als bekrompenheid of egoïsme moet worden geduld. Het is niét eenvoudig, bij een plichtenconflict tot een werkelijke gewetensbeslissing te komen. Wie zich veranwoordelijk weet voor vrouw en kinderen, staat niet meer vrij als de eenzame, die dienen wil. Mensen met een zeer ster ke sociale roeping doen wijs. niet te trouwen en zeker door geen kinde-en „te hunnen ïaste" te krijgen: zij ver mijden het plichtenconflict van de ge huwde „dienaren der mensheid". Scheppen zij wél een gezin, dan kan hun conflict opgelost worden door de grote of kleine gemeenschap, waartoe zij behoren: wetende, dat ónderen zich bij hün val over vrouw en kroost zul len ontfermen, kunnen zij rustig de ongewisse toekomst tegemoet gaan ik denk aan mijn buren uit Bandung, leden van het Leger des Heils, die zich zonder vrees lieten inschakelen bij de pestbestrijding, vast overtuigd van het feit, dat het Leger te allen tijde over hun kinderen zou waken. Veel zwaarder wordt de beslissing voor hen, die niet kunnen rekenen op zoveel toewijding en zorg. Maar als het ge weten gesproken heeft, als, typerend voor een gewetensbesluit, geen twijfel meer mogelij is en iedere „verstan dige" redenering afstuit op een kei harde zekerheid: „hier sta ik, God heipe mij, ik kan niet anders", dan gaat de redder of hij blijft en is in zijn eigen gemoede verzekerd, terwijl nie mand het recht heeft hem ook maar iets te verwijten. Onze jongste groep heeft van dit plichtenconflict en de gewetensoeslis- sing maar weinig besef. Zij zijn zich niet bewust van de sterke verantwoor delijkheid die in een vader en moe der kunnen leven waar het het heil van hur kinderen betreft. Gigrepen door het leed, dat zij zich voorsieu.cn, instinctief en impulsief, aarzelen zij niet. maar zeggeu ja, zonder verdere cvci weging: zij argumenteren niet, ,a- ten zich uitsluitend leiden door hun spontane gevoelens en kennen niet de prubien atiek, die het geweten actiet maakt, dat altijd een concrete situatie en een keuze vooronderstelt. Enkelen berc i en zich op een goddelijk gejed zonder zich af te vragen, of nat in ieder zeer bijzonder geval kan worden toegepast. Maar de oudere schrijvers hebben het moeilijk: zij komen niet tot een oplossing of aarzelen bij de bekendmaking ervan. Wij geven nlerj onder een paar treffende voorbeelden: Een jong meisje voert het w0°rd;. MIJNHEER, mijn antwoord op de roe kwestie is als volgt: Waarom zou eigenlijk een mens. at Komt zijn eigen leven in gevaar zijn medemens die dreigt om te komen, niet mogen hei pen? Hij mag hem niet alleen helpen, maar het is zelfs onze plicht. Wie jou het dan ook niet doen. Ik geloof, dat er niet veel mensen zui len zijn, die zich er aan zullen onttrek- hen. Al zou het zelfs onze grootste vijand zijn, of iemand die ons zeer veel leed en bitterheid heeft aangedaan, dan nog, als hij of zij in doodsgevaar ver keert, mogen wij hen niet laten omko men, en zijn wij zelfs verplicht om alles te doen, wat wij kunnen om hem of haar van een wisse dood te redden. Wie van ons zou de moed hebben om te zeggen: „Jij hebt mij dit of dat dan- gedaan, zie nu maar, dat jij je zelf kunt redden"? Immers niemand. Iets anders is het. als het gevaar waarin de redder zelf zou komen door hulp aan anderen zó groot is, dat hy daardoor zelf zijn leven in de waag schaal stelt.; dan geloof ik, dat we al leen maar bewondering en eerbied voor zo iemand mogen hebben, maar daartoe kan ni°n"'nri hem verplichten. Ik denk hier aan onze redders aan de kust, die temidden van doodsgevaar in de kokende golven er telkens weer op uitgaan om mensen op schepen te redden, die ze nog nooit gezien heb ben, redders waaronder er ook zijn met vrouw en kinderen, en die helaas zelfs sems niet meer met de reddingboot te rugkeren. Mag dat? Ja! Ook in oorlogstijd moeten wij eerbied hebben voor die mensen, die zoveel liefde hebben voor hun medemensen, dat ze op de slagvelden in gevaar van eigen leven zowel lichamelijke als geestelijke bijstand verlenen. Wat we ren we ook niet getroffen door de be richten uit de getroffen gebieden van ons Vaderland door spontane hulp, met alle gevaren en ontberingen er aan verbonden. We luisterden met span ning naar de berichten en hoe jong ook, dachten we toch: konden wij die men sen toch ook maar helpen, al konden we het niet, toch wilden we het doen. Den Helder (N.H.) E. DE BOER, Een 16-jarige jongen ziet meer com plicaties: yOOR DE BEANTWOORDING van de vraag, of een mens zich in oor logstijd of bij een ramp voor anderen in de waagschaal mag stellen, heb ik drie onderscheidingen gemaakt: I. Jonge mannen, die nog niet ge trouwd zijn, samen met de vrijgezel len. Indien zij boven de 18 jaar zijn, vind ik het niet meer dan normaal, dat zij de dankbare, maar tevens ge vaarvolle, taak op zich nemen te trachten hun medemens te redden. II. Getrouwde irranm.'u, 4ie nog geen kinderen hebben. Ook deze kunnen zich naar mijn mening wijden aan hun ongetwijfeld mooiste opdracht. Laat hij echter wel tevoren zichzelf rekenschap geven van mogelijke con sequenties, die hij hiermee op zijn hals haalt. Misschien dat er dan enkelen zich zullen terugtrekken, maar toch zal het overgrote deel zich wèl mel den. III. Getrouwde mannen, die reeds vader zijn. Ja, hier wordt de zaak las tiger. Dat merk ik wel aan mijzelf, want ik zou werkelijk niet weten, hoe ik in een dergelijke situatie zou han delen. Zou ik in zo'n geval mij wijden aan het reddingswerk? Een typische gewetensvraag, maar ik denk niet, dat ik van mijn gezin zou weggaan. Dat anderen dit niet met mij eens zullen zijn, kan ik mij indenken, zelf heb ik namelijk ook lang geaarzeld om deze oplossing neer te schrijven. Mijn overweging is echter, dat de vader in de eerste plaats voor eigen gezin dient te zorgen. Maar, zoals ik reeds zei, deze beslissing moet ieder voor zich i „men. Niemand is ver plicht (uitgezonderd wanneer hij in oorlogstijd opgeroepen wordt) zijn ge zin in de steek te laten om zijn mede mens met eigen gevaar te redden. Voelt hij zich hiertoe wèl verplicht, dan zal ik hem zeker niet weerhouden, mits hij natuurlijk zijn besluit geno men heeft na overleg met zijn vrouw en kinderen (indien zij tenminste de kinderschoenen ontgroeid zijn). Ten slotte dit: vóór alles moet men zich inprenten, dat het geen plicht is. maar een bepaalde drang. Zou even tueel de derde groep uijvallen, dan zou het land nog niet verloren zijn, want groep I en II kunnen hun mannetje wel staan! (waarmee ik volstrekt niet beweer, dat vaders best gemist kunnen worden!) Mocht men echter om één of anderfe reden niet aan de redding kunnen deelnemen, laat men zich dan verdienstelijk ma ken door indirecte hulp door bijdragen in natura of geld. In het eerste zie ik vooral een mogelijkheid voor de vrou wen, en in het tweede voor de man, die thuis blijft. HANS KAPER, 153, Kennemerstraatweg, Alkmaar. Gymnasium, kl. Vb, 16 jaar. DIJ rnjj kwam allereerst de vraag op: van wie of wat zou hU het niet mo gen? Is er som» een bepaalde wet of moraal, die ons voorschrijft, hoe iemand in zo'n bepaalde omstandig heid moet handelen? Er is geen alge mene moraal. Iedereen bepaalt voor zichzelf, wat goed en kwaad is. (Eerlijk gezegd zou ik graag van het tegenovergestelde van dit inzicht overtuigd worden, want ik zie natuurlijk ook in dat de muis van deze leer een grillig staartje heeft. Zoals U ziet weet Ik nog niet goed raad met m'n eigen ideeën en het is misschien wel uit jalouzie dat ik me altijd zo erger aan het feit, dat m'n „collega's" alles zo ontzettend goed weten Iedereen moet dus voor zichzelf uit maken wat bij hem het zwaarst weegt: z'n gezin of z'n vaderland. Hij moet dus kiezen: z'n gezin of z'n vaderland. Maar er is geen alge mene moraal, waaraan hij zijn bepaal de geval kan toetsen. Nu kan hij, zonder verder nadenken. nog vertrouwen op zijn gevoel. (Ik ge loof niet dat er nog iets anders is, wat bij dit kiezen meetelt). Maar ik ben heel erg bang voor die natuurlijke gevoelens! Want hoe kom ik te weten, of ik meer van m'n gezin dan van m'n va derland houd? Wie of wat zegt me, of ik van m'n ouders houd In dit geval kan alleen de daad zelf, dus óf ik bij mijn gezin blijf óf bij de B.S. ga. dit zeggen. Maar waarom ben ik dan óf bij mijn gezin gebleven óf bij de B.S. gegaan? Ik ben te werk gegaan volgens m'n natuurlijke gevoelens. Mijnheer Daalder, ik hen op het laatste gevoelentje. Ik heb er de hele dag over nagedacht en ik heb mezelf volkomen vastgepraat. AB JONGMANS, Gymnasium Va, 18 jaar. £R is aan deze eerlijke uitingen niet veel toe te voegen. Van Annema- rie Visser uit Hoorn (13 jaar) haal ik het volgende aan: „Als iemand een schuilkelder onder z'n huis heef en er komt een vriend of kennis (niet als het een vreemde is, Annemarieke 1 om te vragen, of hij er in mag, daar de vijand hem op de hielen zit. mag dat niet geweigerd worden"; Dieuw Planting uit Enkhuizen (14 jaar) leert ons „dat je menselijkerwijs gesproken je leven niet roekeloos in de waag schaal mag stellen, niet voor jezelf en niet voor anderen" en ze haalt met in stemming het woord van Koningin Julifia aan: „een mens volgt het hoogste gebod van de naastenliefde, lis .hij zijn medemens redt of helpt, die in doodsnood verkeert"; Wim Luin- ge uit Alkmaar (15 j.): „Het is na tuurlijk niet menselijk meer. als men, wanneer men iemand in gevaar ziet, niet zou helpen, maar eerst de voor- en nadelen zou overwegen. Men most dan altijd helpen, ook al weet men, dat er veel risico aan verbonden is"; Hans Reinders uit Castricum (16 j.): „als men weet, dat iemand in doodsnood verkeert, dan denkt men niet meer na over het feit, of het wel goed is om dachte: helpen, het leven redden van een medemens, misschien zelfs van een dier. En nu kan men achteraf heel goed zeggen, dat het onverantwoorde lijk is geweest en ondoordacht, maar voor allen, die hun leven in de waag schaal hebben gesteld om dat van hun medemens, heb ik grote eerbied. Aan de ondoordachtheid van deze merken hebben velen hun leven te danken en dat mogen wij bij ons oordeel nooit uit het oog verliezen enik beschouw hen niet als roekelozen, maar als hel den. Terwille van die stille helden besta de wereld voort!" Ook A. S. stelt vast, „dat er van re deneren niets komt, wanneer je met de practijk in aanraking komt: niet je verstand spreekt, maar je hart"; Ank du Burck herinnert aan het koninklijk woord, dat het God is, die het eind van ieders leven bepaalt en Jacob Balder, die alleen het eerste deel van onze vraag beantwoordt, geeft de volgende geloofsgetuigenis: „VENS heeft een grote ramp het mens- dom getroffen. Er waren toen nog slechts twee mensen op de aarde en die twee mensen hebben gezondigd te gen het enige gebod dat God hun gege ven had. Daarmee is de zonde en alles wat daar uit voortvloeit, zoals rampen en ooi logen op de aarde gekomen. Maar toen heeft God beloofd dat hij iemand zenden zou om ons te verlos sen van de dood, de straf op de zonde. En die Man is gekomen. Hij heeft Zijn eigen leven gegeven om ons van de eeuwige dood te redden. Deze Man heeft ook gezegd: „Niemand heeft meer liefde dan deze, dat iemand zijn leven stelt voor zijn vrienden" (Joh. 15:13). Zouden wij, die ons er toch op beroe men de christelijke naastenliefde in praktijk te brengen, na dit alles nog „neen durven te antwoorden?" En Froukje Span uit Winkel voegt er eenvoudig aan toe: „Alle theorieën kun je achterwege laten, want als er een ramp is dan ga je tóch helpen". Tenslotte Henk Gruys uit Koog a. d. Zaan: „Geen enkele vraag is zo moei lijk te beantwoorden als die op ethisch gebiedMet dergelijke subtiele ge voelens loopt men niet te koop. Of schoon er uiteraard weer genoeg zul len zijn, die met een pseudo-enthousias- te helpendan is er maar één ge- me zullen antwoorden: „natuurlijk! 1 /NP VERZOEK van een aantal collega's, die zich verdiept hebben in g M de beschouwingen over „de leraar als Uebermensch" en. precies jj S als ik. tot het inzicht zijn gekomen, dat wij allen beneden de maat g g| zijn, stel ik de volgende vraag: Aan welke eisen moet volgens jullie g §g een klas voldoen en aan welke eisen iedere leerling afzonderlijk? Antwoorden uiterlijk Maandagavond verzenden aan D. L. Daalder, B Komlaan 8, Bergen (N.-H.); 3 antwoorden worden geplaatst en ge- g honoreerd met f2.50; adres, leeftijd en sexe vermelden, papier aan g één kant beschrijven. (Van onze redacteur beeldende kunsten) VELE JAREN heeft de Amerikaanse kunstschilder William Henry Singer m ons land gewoond, nadat hij omstreeks de eeuwwisseling volkomen onbe vredigd de Académie Julicn te Parijs had verlaten. Singer een uitgesproken landschapsschilder voelde zich op deze school, waar uitsluitend het naakt werd bestudeerd, allerminst op zijn plaats. Toen hij dan ook van zijn vrienden de lof over de intieme schoonheid van 't Gooi hoorde, stond zijn besluit vast. Hij heeft er zich gevestigd, woonde er met onderbrekingen van 1901 tot 1939, maakte er onder de kunstenaars vele vrienden en bouwde van hun werk en van dat van tijdgenoten in het buitenland een grote collectie op. Een deel hier van zal thans in eigendom overgaan aan de gemeente Amsterdam. W/ILLIAM SINGER heeft, toen hij zijn schilderijenverzameling bij eenbracht, misschien niet in de eerste plaats gestreefd naar het allerbeste noch naar een volledig inzicht van de kunst in zijn tijd. Ware dat zo geweest, dan zou zijn collectie er waarschijnlijk wel anders hebben uitgezien. Hij zocht veeleer naar doeken, die hem op de een of andere manier aantrokken naar werk dat hem aansprak, waarmee hij zich verwant wist. Ook heeft hij met ruime hand zijn vrienden gesteund en geholpen. Zijn belangstelling voor verwante zielen heeft waarschijnlijk mede zijn sterke voorkeur voor het werk van de gebroeders Jacob en Wil lem Dooyewaard bepaald. Inzonderheid voor het hier en daar aan Breitner herinnerende, zeer zorgvuldig geschil derde werk van Jacob heeft hij een zeer grote interesse aan de dag gelegd. Nauwelijks minder echter was zijn aan dacht voor de veel robustere en kleu riger stukken van Willem. Hij heeft trouwens van velen iets. Soms verbaast men er zich over, juist dat werk te vinden: een )?aar van de wat romme lige, pathetische aquarellen van prol. Jurres b.v. Over het geheel echter heeft hij een zuiver gevoel voor het waardevolle aan de dag gelegd. Zo vinden we er wat internationale groot heden, als de Engelsman Bonnington, uit het begin van de vorige eeuw, wiens werk zo veel verwantschap met dat van de latere Franse impressionis ten demonstreert Er is een enkel mooi vrouwenportret van Fantin Latour, de Geboren: Antoinette M„ d. v. D. Lont en G. Snooij: Cornelia N., d. v. D. J. Mosk en C. P. v. Glabbeek; Anja, d. v. J. C. van Eeklen en A. Gangelhof. Gehuwd: A. P. Gangelhof en J. B. Reis. Overleden: te Alkmaar: Jacob Lont, 75 jaar, echtg. v. A. Doves. LOTERIJ „NUT EN GENOEGEN" In verband met een op 24, 25 er» 26 December a.s. te houden tentoonstel ling van pluimvee en konijnen door de Pluimvee- en Konijnenvereniging „Nut en Genoegen" is aan deze vereniging vergunning verleend tot het houden van een verloting. Er zullen 6000 loten worden verkocht tegen een prijs van f 0.25 per lot. CIRCUSVOORSTELLINGEN Op 9 en 10 September a.s. zal het Grand Cirque International, hetwelk voor het eerst Nederland bereist enige voorstellingen in deze gemeente geven. Uitslagen van 13 Februari: A: P. W. Kooi—S. Bakker 1—1; C. v. HeerwaardenS. Ros 02; C. v. d. Werf—G. Dros 0—2. B: J. N. RijkJn. Kikkert 20; A. v. d. SiikkeJ. Hooyberg 2—0; N. ae GraafA. Vinke 11; W. J. Boon J. P. Stam 02; C. P. Burger—Joh. D. Bakker 02. C: J. A. v. EnstJb. v. Heerwaarden 02; H. GomesD. v. d. Werf 11; J. v. Enst—P. Bakker 2—0. Vrijdag 20 Febr. wordt de wed strijd Texel 3—Texel 2 voor de Eilane- competitie gespeeld. De meisje van de middelbare school „Moerike" te Stuttgart hebben door haar straatcollecte DM 1850,aan het Rampenfonds kunnen overdragen. De handel in vette koeien was heel goed. al werden de dieren dan ook niet zo heel vroeg verkocht. Extra zware beesten waren niet aangevoerd. De die ren die er waren, konden echter het praedicaat goede kwaliteit verlangen. Hoogste notering f 960. per kg slarht- gewicht een prijs, varierende van f 2.40 f 2.80. Wat de handel in gebruiksvee in de stal betrof, voor verse kalfkoei- en werden vrij goede prijzen besteed bij goede handel. Er waren beste exem plaren bij. Ook in tijdkoeien was een goede handel; Hoogste notering f 885. Gelde koeien noteerden een redelijke handel. Toenemende aanvoer van nuch tere kalveren met prijzen die een gul den hoger lagen dan vorige week. Naar éénjarige paarden is wel vraag. De handel was goed met als. hoogste notering f 1250. Kalm was de handel in slachtpaarden. met prijzen van f 650 f 850. Vette schapen en overhouders behoor lijk prijshoudend, met toch een stugge handel. Levendiger ging het toe op de biggenmarkt, waar de handel goed ge noemd kon worden. De aanvoer zal daar binnenkort wel groter worden Op de kinpen - koniinenmarkt was de handel kalm. Prijzen en aanvoer: 5 paarden 6501250. 2 tijdkoeien 850 885. 3 gelde koeien 575725. 31 vette koeien 750950. 9 kalfkoeien 8501050. 2 vaarzen 550750. 310 nuchtere kalve ren 256-5. 8 vette schapen 80120. 46 overhouders 70—90 96 biggen 3660. 14 konijnen 27 en 12 kippen 24. 2-4 0,26; Morning kïss 6-8 1,20, 2-4 0,28, kralen 1,102,Nieuw Europa 6-8 1,00 1,40, 4-6 1,—, 2-4 0,20—0,36, kralen 1,10; New York 6-8 0,40, 4-6 0,20—0,26, 2-4 0,10—0,16; Pax 2-4 0,12; Paul Rubens kralen 0,60—0,90; Picardy 2-4 0,20—0,42, kralen 1,60—0,70; President Truman 6-8 1,10, 4-6 1,10; Palet 2-4 0,60, kralen 5,75 —6,00; Puccinl 6-8 0,90, 4-6 0,60, kralen 0,60; Rosa van Lima 4-6 0,75, 2-4 0,20— 0,26; Red Charme 6-8 0,65, 4-6 0,32; Sneeuwprinses 4-6 0,30—0,44, 2-4 0,18— 0,22, kralen 0,50; Sweet Seventeen 2-4 0,32: Spotlight 2-4 0,40—0,70, kralen 4,50 4,75; Tivoli 4-6 0,75; Vincent van Gogh kralen 2,75. Voor overgrote belangstelling werd de eerste plantgoedveiling van gladiolen ge houden op 18 Februari 1953. Aangevoerd- werden 935 partijen plantgoed en kralen, met nog een weinig leverbaar. Door het bestuur werden de volgende minimum prijzen vastgesteld. Voor de maat 4 en op f 0,25, 2-4 f 0.10 per 100. Voor kralen een minimum-prijs van f 0,50 per liter. Besteed werd voor; Abu Hassan kralen 0,70; Acca Laurentia 6-8 0,50, 4-6 0,28, 2-4 0,160,28; Allard Pierson 4-6 0,55; Agnita 6-8 1,—, 4-6 1,10, kralen 2.—; Alired Nobel kralen 1,60; Are de Triumph 6-8 0,40; J. S. Bach 2-4 0,28—0.39; Bitto' Heaven 4-6 0.40, 2-4 0,12—0.16; Bloem fontein 4-6 0,40, 2-4 0,18—0,20, kralen 0,50; Boulogne kralen 0,50—0,60; Cher- bourg kralen 0,50—0,60; Clingendal 4-6 0.50, 2-4 0,14, kralen 0,50; Mr. Churchill kralen 10,—; Early Sunrise 2-4 0,32, kra len 0,50; Dr. Fleming 6-8 0,42, 2-4 0,16 0,22; Firmanent 2-4 042—026 kralen 200— 2,25; Gen. Eisenhower 6-8 0,260.45, 4-6 0,26, 2-4 0,12—0,18; Gold Dust 6-8 0,35— 0,83, 4-6 0,26; Gold Lac 6-8 0,30, 2-4 0,18; Golden Favorite 2-4 0,16; Hawaïï 8-8 0 65—0,80, kralen 0,50—0,60; Kol- land's Glorie 2-4 0,20; Hopmans Glory 4-6 0,60—0,80, 2-4 0,14—0.20; Java 6-8 0,45—0,55, 4-6 0,45, 2-4 0,16; Joh. Straus 6-8 0,26, 4-6 0,35—0,38, 2-4 0,28, kralen 0.70; Joh. van Konijnenburg kralen 5, Juniklokken kralen 1,101,40; Kardinal Spellman kralen 0.50; Kokarde 6-8 0,60, 4-6 0.25, 2-4 0,10; Lavendel Dream 4-6 0.50, 2-4 0.260,32, kralen 2.Leeuwen horst 2-4 0,14-0,20; Limburgia 2-4 0,36: ser Wildeman 4-Ï7_Win?eri«n~^ Louis Mayer 6-8 1.30; Mansoer 6-8 0.70wadmvmutttvwiit rian 6. 0.75, 2-4 0.200,30; Mrrks Memory 2-4 0.24. kralen 0.50: Memoria] Day 6-8 1,10, 2-4 0,42, kralen 0.701,40: Modern Times 6-8 1,10, 2-4 0,53; Montgomery 6-8 0,35, BLOKKER Veilingsver. „Op Hoop van Zegen", 18-2-'53: Late aardappelen 10.20—10.80, uien 2034, ronde bieten 8.8010.40, groene kool 20—28. rode kool 8.8011.80. spruitkool 17—49, wit lof 3248, knolselderie 828, Bramley Seedling 410. Goudreinetten 818, Jonathan 1439, Present v. Engeland 16—30, Rode Sterappel 11—15, Zoete Ermgard 9—22, Beurré Clairgeau 6—26, Doyenne du Comice 2444, Gie|er Wildeman 618. Provisiepeer 410 St Remy 5—10, Winterjan 4—12, Winter- louw 5—10, Pater v. d. Elzen 9—18. HEM, 18 Febr. Bevelanders 12.60- Peen 10—18: Groene kool 7.50—29: Ro de kool 712.40: middel Uien 4549 40- grove Uien 45.20-46.80: Drielingen 40- 47; afwijkend Uien 10-30- Witlof 32— 44: Boerenkool 18-29- Gele kool Q_ 1020: Spruiten 16-38: Kroten 4-11- Goudreinette 7—17. Bramley 3-6- Gie. Wildeman 417- Wintprion V WARMENHUIZEN, 19 Febr 1953 44.700 kg rode kool 7-11.60 33.000 kg gele kool 6.5011.30, 8600 kg Deense kool 6—8.10, 4100 kg peen B 17 70 C 11.10-12, D 6.40-6.80. Amerikaan W. Griffin is vertegenwoor digd met een paar fraaie Bretonse landschappen, als het ware in de verf gemodelleerd, verder zijn er een paar mooie doekén van Le Sidaner, om de voornaamste te noemen. Van de Nederlanders zijn er ver scheidene stukjes en stukken. De te vroeg gestorven Dirk Komter is met een zeer mooi doekje ver tegenwoordigd. J. Kuipers bena dert in een Geitje met jong in fijnheid van uitdrukking de veel bekendere Jan Mankes. Van Lizzy Ansingh is er één van haar beroemde poppenstukken. Anton Mauve is vertegenwoordigd door een zeer fijn miniatuurtje. We noemen verder nog, in de zekerheid niet volledig te kunnen zijn, namen als Bert Peizel, David Schulman, Frans Deutman en Willy Sluyter en hebben daarmee voor ons gevoel de interes- sensfeer van Singer wel ongeveer af gebakend. Van Singer zelf is er een twintig tal werken uit alle perioden van zijn leven: van zijn eerste Amerikaanse tijd af tot aan zijn laatste jaren onder de Duitse bezetting in Noorwegen, waar hij in 1943 overleed. Hij begint met een liefdevolle, scherpe observatie van zijn omgeving, die hij in een forse, mannelijke peinture en een wat harde kleur op het doek brengt hij eindigt met een prachtig doek als de Tweo Kameraden, met zijn verdroomde sfeer en zijn verstilde dramatiek. De wat eenzijdige samenstelling de zer collectie is ongetwijfeld eerder een afspiegeling van de geestesgesteldheid van Singer dan van de stand van de schilderkunst in en om het Gooi in de eerste vier decennia van deze eeuw. Aan de andere kant bevat deze verza meling zoveel merkwaardigs - geeft zij zo vaak een, zij het ook bescheiden, plaats aan overigens ten onrechte ver geten figuren, dat zij met al voor het gemeentelijk kunstbezit van Amster dam een zeer waardevolle aanwinst mag heten. Wie zich van de juistheid van deze bewering wil overtuigen, kan de komende weken terecht in Fodor, waar dit geschenk, tezamen met een groot aantal fraaie meubelen uit ver schillende stijlperioden, een onderdak heeft gevonden. VAN W. Dinsdagmiddag hield de Federatie Noord-Holland Zuivelbewerkers, aan gesloten bij de A.N.A.B. haar jaarver gadering in paviljoen „Kinheim" te Alkmaar. In zijn openingswoord uitte de voorzitter, de heer H. Stoffers zijn blijd schap over de grote opkomst der leden. Spreker wierp een terugblik op het af gelopen jaar en kon daarbij tot zijn genoegen constateren, dat de federatie kerngezond is. Het ledental stijgt regelmatig, de ver gaderingen kunnen zich steeds in een grotere belangstelling verheugen, de feestavonden in Alkmaar en in Binnen- wijzend zijn uitstekend geslaagd, de afgevaardigen naar congressen, jubilea, e.d. zijn voledig in acht genomen, kort om de interne organisatie klopte uit stekend. Als een zeer belangrijke gebeurtenis voor de zuivelbewerkers noemde spr. het tot stand komen van een pensioen regeling in de zuivelindustrie, alsook de wet op de wachtgeld- en werkloos heidsverzekering. Een gelukkig verschijnsel noemde spr. het, dat ook het afgelopen jaar voor de zuivelindustrie goed was ge weest. De afzet der producten liep vlot en de prijzen waren best en dat is voor hen, die als werknemers daarbü be trokken zijn prettig. In tegenstelling daarmee noemde spr. de staking aan de „Ommelanden" een zwarte bladzijde in de geschiedenis der Nederlandse Zuivelindustrie. Echter over de afloop ervan twijfelen wij niet. aldus spr.. Tenslotte stond hij nog even stil bii de Nationale ramp die ons land getroffen heeft en waarbij ook 5000 van onze leden ten nauwste betrokken zijn, ja zelfs velen het leven lieten. Gelukkig echter blijkt dat ook de zuivelbewerkers in hun offervaar digheid niet achter blijven, want bui ten hun giften aan het Nationaal Ram penfonds om. hebben zij al duizenden guldens gestort op de girorekening van het hoofdbestuur. Bij de .bestuursverkiezing werden her kozen de heren H. Stoffers, P. Hiemstra (Wormerveer) en D. Visser te Juliana- aorp. hp^iH iaarTsLa*. ?.af een optimistisch Deeid, evenals het financieel verslag en beide werden goedgekeurd. De heer Bouman, districtbestuurder gef een uit gebreid overzicht over de toestand aan „Ommelanden er daarbij op wij zende dat binnenkort de arbitrale uit spraak wel zal komen. T *SnPT: uet^eUr>de bet dat de Christelijke Landarbeidersbond in dit conflict een zo afkeurenswaardige houding heeft aangenomen en het langdurige conflict is dan ook voor een groot gedeelte te wtlten aan de C.L.B. Nadat verschil lende sprekers nog hun mening over deze materie naar voren hadden ge bracht sloot toen de voorzitter met een woord van dank deze belangrijke ver gadering.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 7