KUNSTEN Japanse film van klassieke eenvoud en zuiverheid Selma Vaz Dias:succes overzee Zeven eeuwen Nederlandse letteren in honderd schrijvers w' Expressieve enscenering en subtiele geladenheid Bekende figuur op het Engelse toneel Parijse schilders in Stedelijk Museum Japanse Garbo Een paradijs in zeven zalen Wat is de waarheid? Hier en daar contact metde realiteit Nog nimmer op de Nederlandse planken Rijksmuseum bergt een fraaie expositie Truman-bibliotheek in Missouri (V.S STUDENT-STAMHOOFD.» iBêmm'ï ZATERDAG 28 FEBRUARI 1953 (Van onze filmmedewerkster). C EN ENKELE MAAL komt het voor, dat een film, die ons niets anders i— dan oude kost zoals de driehoeksverhouding en de happy-ending, of de tegenstelling goed-kwaad voorzet en deze bovendien brengt in een vorm, die niets nieuws heeft b.v. door flash backs, waarbij van het heden steeds op het verleden teruggegrepen wordt toch boeiend en waardevol kan zijn. Zo'n film nu is de Japanse rolprent flasho Aio»" (In de bossenvan regisseur Achira Curosawa, die ook Tora-no-no maakte. Hoe wel beide films ons Westerlingen aanvankelijk door hun Oosterse sfeer vreemd aandoen, blijken ze echter door hun indringende actie, expressieve enscenering en subtiele geladenheid zo indrukwekkend, dat zij de waarde van de film als uitdrukkingsmiddel aanzienlijk verhogen. Niet ten onrechte verwierf „Rasho Mon" op een van de festivals te Venetië een prijs. D ASHO MON is het verhaal van een rechtszitting, waar vonnis moet worden gewezen over een moordenaar Een politieagent vertelt, hoe hij de bandiet vond: liggend aan het strand doorboord met pijlen, en dat hij hem arresteerde.' Daarna heeft ook een gees telijke nog wat te verklaren. En dan komt het essentiële van de film: de drie getuigenissen van de drie mensen, die allen bij de misdaad betrokken waren. De bandiet vertelt in sobere geba. ren, onderstreept met een enkel woord, hoe hij in het bos in de modder zat. Hij was een welvarende bandiet, en hij zat daar en het leven verveelde hem. Zozeer, dat toen een man in zicht kwam, een paard met een vrouw erop aan de teugel meevoerend, hij zelfs de energie niet kon opbrengen de man te beroven of te vermoorden. Maar op het moment dat de zwaargesluierde vrouw aan zijn oog voorbij trok, steeg in hem het verlangen haar gezicht te zien. Was het fatale windzuchtje er niet geweest, hij zou in de modder zijn blijven zitten. De sluier echter woei op en hij zag een zo schoon gelaat, dat hem eenvoudig niets anders overbleef dan deze vrouw te overmeesteren, in het bijzijn van haar aan een boom vast gebonden echtgenoot Daarna in een eerlijk gevecht van man tegen man had hij de man gedood. Na hem legt de vrouw haar getui. genis af, en vervolgens de geest van de vermoorde. Het zijn drie verkla ringen, verschillend, waar en toch ten (Van onze redacteur beeldende kunsten) MA de extreme Duitse abstracten, wier werken verenigd waren in de col lectie van dr Otto Domnick uit Stutt- gart, zullen we in de komende weken in het Stedelijk Museum te Amsterdom een groep Franse schilders uit deze „hoek" kunnen bestuderen. Laten we ronduit zeggen, dat ze ons liever zijn dan de chaotische explosies van kleur en lijn van de na-oorlogse Duitsers. Hier wordt inderdaad geschilderd. Hier wordt gezocht naar een bevredigende oplossing van de vragen, die zich bü de schepping van een kunstwerk voor doen. Dat wil niet zeggen, dat we vol daan zijn. Integendeel. Maar daarover later. Het meest bevredigend zijn misschien wel de composities van Bissière. Ze doen in sterke mate denken aan mooie, gekleurde doeken; geen wonder trou wens, want Bissière maakt ook wand tapijten. Het dichtst bij de realiteit staat Edouard Pignon. In merkwaar dige strakke vormen zet hij zijn figuur stukken en composities op; ze bevatten een sterk gedeformeerde, maar herken bare voorstelling in sprekende kleuren. Voor het „publiek" misschien de meest aanvaardbare schilder. Weliswaar geeft Alfred Manessier religieuze titels aan zijn stukken, maar deze verduisteren meer dan ze toelichten. Want zijn werk is volkomen voorstellingloos, geeft slechts een overwegend somber ge kleurde opeenstapeling van ondefi nieerbare vormen. Meer aanknopings punten geeft Prassinos, die in zware zwarte lijnen en vlekken op een licht fond bomen en dieren poogt te benade ren. Esteve werkt met felle, maar vaak mooie kleuren en raakt hier en daar even de realiteit. Daarentegen is de kubist Gischia ons bepaald vreemd met zijn felle, onsmakelijke kleuren. Hij moet het vooral van zijn vormen heb ben. Het volkomen abstracte werk van Sin gier doet ons niets. Het is een goo chelen met kleuren, vormen en lijnen geworden, sterk decoratief, maar zonder gevoel. Twee Nederlanders zijn er bij deze groep. Bram van Velde zoekt zijn kracht vooral in vrii willekeurig over zi.in doek verdeelde kleurmassa's Som mige van zijn doeken ziin aantrekkelijk, met name, omdat de Nederlander zich toch nooit verloochent al zou het alleen maar zijn door zijn voorkeur voor een zilvergrijs waas over alle kleuren. Dat spreekt nog sterker in het werk van zijn broer Geer, dat be paald zeer mooi van tint is. De com positie doet denken aan het vroeger werk van Mondriaan: een volkomen gestyleerde. in een lijnenspel opge loste realiteit. De griep, wier werk wij hier bespra ken, is er slechts een van de vele, die m Parijs werken. Zij zijn verenigd in de Salon de Mai, en staan in zekere zin tegenover de Salon des Realité's Nou- VPlles (met o.m. Hartung en Schnei- dcr), doordat ze meer „Parijs" zijn inge steld. Van W. dele onwaar, daar geen ervan objec. tief is. Wanneer de camera ons weer de rechtszitting toont, legt de tuinman zijn getuigenis af. Als getuige maakte hij de hele rechtszitting mee en hoorde hij de verklaringen van de drie hoofd, personen. Met zijn verslag van de rechtszitting opent de film „Rasho Mon." Een verslag dat hij verhaalt aan een paar arme vrienden van hem, ter wijl ze moeten schuilen voor een re. genbui Omdat de tuinman evenals zijn vrienden het Japan van de twaalfde eeuw vertegenwoordigen, wordt 't'ver- slag van de rechtszitting afgelegd op de wijze die toen in zwang was zuiver aanschouwelijk. De film echter heeft door de drie betrokkenen bij de moord ieder zijn of haar eigen verhaal te laten doen tegenover deze aanschouwe. lijkheid een felle actie geplaatst, die resulteert in de gewetensvraag: wat is eigenlijk de waarheid en waar vinden we haar? |"MT zou voor ons een waardig slot 1-^van de film zijn geweest, maar re. gisseur Achira Curosawa laat de tuin man en zijn schuilende vrienden ten prooi aan wanhoop door de negatieve uitslag van hun bevindingen aangaande de absolute waarheid redden van hun cynisme, door een daad van menselijk, heid. zij treffen een vondeling aan, en de armste van de drie vrienden besluit het kind symbool van toekomst en hoop mee naar huis te nemen. Na de geladenheid van het hoofdthema doet deze oplossing al te simplistisch aan en verzwakt de belangrijkheid van de hier aan de orde gestelde (gewetens) vraag. Niettegenstaande bovengenoemd be. zwaar, het conservatisme van het ge. geven en de flash backs wist de re gisseur een film te maken, die naar vormgeving en opvatting volslagen nieuw aandoet, zuiver van sfeer blijft in het herscheppen van een vroeger tijdperk en die de film als uitdruk, kingsmogelijkheid voor de volle hon derd procent benut. „Rasho Mon" (die nog niet in Ne derland, doch wel in België vertoond is) heeft ons het wezen van de film als het ware weer doen ontdekken, Het camerawerk van Gazua Miyagawa draagt hiertoe belangrijk bij. Zonlicht, dat door de blèren schemert, de men. selijke bewegingen tot in de kleinste details nauwkeurig geregistreerd, uit drukking van gezicht en handen, het allergeringste natuurverschijnsel dat de film dienstig kon zijn - dat alles, feil. loos vastgelegd op liet celluloid, ademt een schoonheid en welsprekendheid, die door geen woorden te evenaren zijn. Want deze film is Japans gespro ken, zonder ondertitels, met zo nu en dan een Italiaanse of Franse verkla. ring van enkele regels. Doch de gela denheid van de diverse vertolkingen en het puur kunstenaarschap van alle spelers, opgevoerd tot de hoogste graad, onderstreept door voortreffelijke came rabewegingen tijdens de monologen, geactiveerd door een flitsende montage, ontsluiten dit verhaal voor ons. Een beeld uit de Japanse film „Rasho Mon." i- 8*. W mM wWiWl -- v: Xv. Pagina met portret en handteke ning uit een der historische ro mans van de in Alkmaar geboren schrijfster mevr. A.L.G. Bosboom- Toussaint. IJE VROUWELIJKE hoofdrol in „Rasho Mon" wordt gespeeld door Machiko Kyo, een 29-jarige Japanse filmster. Hoewel zij bij ons weinig bekendheid geniet, door haar Garbo-achtige schuw heid ook in het eigen land zelden haar foto verschijnt en de plaat selijke critici in Nippon niet an ders dan een glamourgirl in haar wensen te zien, blijkt uit haar vertolking in „Rasho Mon'', dat zij wel degelijk wat in haar mars heeft. Haar stem zou ech ter volgens een Japanse regisseur niet aan alle eisen voldoen; zij blijkt haar tongval uit Osaka niet kwijt te raken. Hierdoor en ook door het gebrekkige onder wijs dat zij genoot, kreeg zij aanvankelijk slechts rollen, die haar de naam bezorgden van een helleveeg of van een moderne Sirene. Opvallende prestaties le verde zij als blind meisje in „The eternal song of Nagasaki", „The Tales of Genji" en „The Saga of the Great Buddha", welke laatste dit voorjaar op een van de Euro pese festivals te zien zal zijn. Voor Machiko Kyo is het een geluk, dat zij veel van haar werk houdt en zich ongedurig voelt in tijden van rust. Want zo schaars is deze rust, dat er van een per soonlijk leven absoluut geen sprake kan zijn. Geen man, geen huiselijk gezin, wel geldveel geld aan gage, zo tussen de 16.000 en 20.000 per jaar, waar voor ze zes a zeven films moet maken. Nooit is er tijd om een rol grondig in te studeren en de gezondheid is volkomen quantité négligeable. Toch taalt Machiko Kyo niet naar Hollywood. [)E NEDERLANDSE, Selma Vaz Dias is één van de weinige buitenlandse actrices, die geheel en al in de Engelse toneelwereld is opgenomen. En deze tragédienne is niet alleen in dit heiligdom bekend, maar ook in de haast even exclusieve radio-, televisie- en filmwereld heeft haar naam een uitstékende klank. Toen we Selma in haar gezellige flat in Hampstead opzochten, pro beerde ze juist de Franse dramaturg Jean Cocteau aan de lijn te krijgen. Een hopeloze zaak, naar het scheen, want niemand op de Londense centrale kon het huisadres van de Parijzenaar in het telefoonboek vinden. „De Wijze Kater" („The Wise Cat") oogstte Selma één van haar grootste Lon dense successen. De Engelse bewerking van deze satyre was van haar hand, zij het dan in samenwerking met de Britse schrijver Gibson Cowan. Vele andere Engelse en Franse stukken volgden. Later kwam de radio er nog bij; nog later ook de televisie en film. Haar meest recente televisie-stuk „jammer genoeg geen succes" was „A Tomb with a View". „Flanaghan Boy", een film, waarin ze een belangrijke rol vervult, zal eerstdaags op de markt verschijnen. Selma Vas Dias, actrice, linguiste, huisvrouw, radio- spreekster etc., kreeg haast. Over anderhalf uur moest ze al op de planken staan en de reis van Hampstead naar Chelsea is lang en moeilijk. „Ik zou graag eens een keer in Holland optreden", vertelde ze bü het afscheid nemen. „Ik heb namelijk nog nooit op het Nederland se toneel gestaan Kent u Jean Cocteau goed?", vroegen wij. „Ik ken hem helemaal niet" antwoordde Selma lachend. „Hij komt eerst daags naar Londen om de première van zjjn stuk „The Holy Terrors" bij te wo nenIk wilde hem uit nodigen ook eens naar „Les Bonnes" in het Royal Court Theatre te komen kijken. Het zal hem zeker interesseren, want Genet en Sartre zijn goede vrien den van hem". Het gesprek concentreer de zich even op Genet's „Les Bonnes": een toneel spel in één bedrijf, waar'.n Selma Vaz Dias de hoofdrol vervult. Ondanks (of mis schien: dank zij) het feit, dat dit stuk van vulgaire haat in het Frans wordt op gevoerd, heeft het zich een opvallende plaats in de En- felse pers veroverd. Genet, e misdadiger-literator, over wie Sartre een studie van een kwart millioen woorden heeft geschreven, wordt door zijn bewonderaars als een tweede Frangois Villon uitgeroepen. Er zouden slechts weinig mensen op de wereld zijn, die het klinkt bijna als een ver dienste de vuilste diepten van 's mensen hart zo kan illumineren als hij. „Wat ik voor mezelf zo Interessant vind", zei Sel ma, „is dat ik, als Neder landse actrice, een Frans stuk in een Engels theater opvoer.Ik heb altijd veel gevoel voor talen gehad In Frankrük ben ik nooit langer dan twee maanden geweest". Selma, in Holland gebo ren, kwam naar Engeland, toen ze tien jaar was. Ze be zocht een vooraanstaand meisjes-internaat; daarna een vooraanstaande toneel school. Aan de Royal Aca- demy of Dramatic Arts wydde Madame Alice Ga- chet haar in de geheimen van de Franse toneelkunst in. Haar studiegenoten wa ren (o.m.) Charles Laugh- ton en Celia Johson. John Gielgud gaf haar een rol in „Red Dust" en in G.B. Stern's „The Ma- triarch" liet Frank Vernon haar tegenover de grote Mrs Patrick Campbell spe len. De overeenkomst tus sen de beide actrices was zo groot, dat Selma wel eens als een dochter van Mrs Patrick Campbell werd aan gezien. In Herman Heijerman's Selma Vaz Dias, de Nederlandse actrice, dte tn Engeland tnomfen viert. (Van een onzer redacteuren) HST U dat in het jaar 1930 een uitgever in Milaan het verhaal over de t J familie Kegge uit de „Camera Obscura van H.ldebrand (Nic Bcns) het licht deed zien op de wijze, zoals de ouderen onder ons zich nog wel de be. faamde boekjes over Buffalo BiU herinneren? Hij het op de omslag een plaatje drukken in kleuren, waarop een luguber Uitziend man een zich losrukkend meisje vastgrijpt en een ander heerschap, de hoed diep over de ogen getrokken, juist om de hoek van de straat versch.jnt. Onder de Italiaanse titel van Bee,s' geschrift (La famiglia Hegge) is de naam van de Hollandse acteur bovendien op vermakelijke wijze verbasterd. Men leest er dan: Nicola BeeSt.... Zoudt u het niet bijster interessant vinden het verkleurde velletje papier te zien, waar- op Joost van den Vondel eens zijn beroemd geworden gedicht „Het Stockske van Joan van Oldenbarnevelt" schreef? Of de brief te lezen, die Multatuli op April 1846 kort voor zijn huwelijk schreef aan Everdine Huberte van Wijn. bergen en die begint met het opschrif „Lieve beste bruid' Ga dan eens naar het Rijksmuseum te Amsterdam, waar tot zeven April onder de titel „Neder, landse letterkunde in honderd schrijvers" een zeer bijzondere tentoonstelling wordt gehouden van talloze handschriften, brieven, foto's, geschilderde portret- ten en boekwerken van honderd schrijvers en schrijfsters uit Nederland en Vlaanderen. De expositie overbrugt daarmede de periode van het begin der Nederlandse letteren (twaalfde eeuw) tot de aanvang van de eerste wereldoorlog^ waardoor o.a. mede aandacht kon worden besteed aan A. Roland Holst, Mars^ man, Couperus, Arthur van Schendel, Streuvels en Willem Elsschot. LIOEWEL een roman, een novelle, een gedicht in de meeste gevallen los staat van de schepper ervan, graat de belangstelling van degene, d:e het las en zo kennis nam van denkbeelden en gevoelens van de schrijver dikwijls toch ook uit naar de persoon van de schrijver zelf. Men wil weten wie de mens is, die indruk op hem maakte via zijn werk. Men wil nader op de hoog te komen welke, dikwijls bijzondere, oorzaken hebben geleid tot het ont staan van het werk. Immers gewapend met die kennis zal de lezer in staat zijn het geestesproduct van de ander beter te leren begrijpen, zich dieper in te leven in dat wat de schrijver met het in het publiek brengen van zijn werk heeft willen bereiken. Men moet een tentoonstelling als die thans in N1COLAAS BEETS Amsterdam dan ook zien als een zeer aLs guffalo Bui welkome en boeiende omweg, die de bezoeker dan uiteindelijk toch weer dijk aan een vereniging te Rotterdam, zal terugvoeren naar het eigenlijke Hij moet een door hem beloofde le- werk van de schrijver. zing afzeggen wegens „toenemende De objecten worden tentoongesteld zwakte van hoofd en borstOp vallend van deze toch zo emotionele man Is zijn fijn en zeer regelmatig handschrift. Ook staat ge met ontroe ring stil bij het manuscript van „Het vuur brandt voort" van Henriëtte Ro land Holst en ge ziet hoe deze pas on langs heengegane vrouw met grote, be verige letters nog enkele woorden toe voegde aan een met de machine her schreven deel van haar manuscript.... Lang zult ge toeven bij de voorwerpen, de foto's en de handschriften van Her man Heijermans' „Op hoop van zegen", „Allerzielen".. Ge zult u buigen over ae kleine stukjes papier, waarop Gul- do Gezelle met vele doorhalingen zijn gedichten optekende en stil staan voor het portret, dat Opsomer schilderde van Cyriel Buysse. Dankbaar mogen we zijn voor de arbeid van de mensen van het Haag» Cultureel centrum, het Rijksmuseum en de N.V. de Arbeiderspers, die te zamen deze expositie maakten tot een gebeurtenis van hoge waarde. Men ge deze tentoonstelling zien, voordat ze straks verder gaat naar Antwerpen, Gent en Brussel. Zelden zal men weer in de gelegenheid zijn de Nederlandse letteren op een wijze als deze te bena deren. W. K Het Congres of Industrial Organlzl' tions (CIO), één van de twee srott Amerikaanse Federaties van Vakbon den en de bij haar aangesloten Bond van Arbeiders in de Staal Induitr» hebben resp. 150.000 en 100.000 bij- gedragen in de bouwkosten van e?n bibliotheek welke te Grandvlew M's" souri) zal verrijzen als een blijvend' herinnering aan president Harry Truman. In de bibliotheek, welke naar de vroegere president zal worden noemd en welke naar men verwart» buna twee millioen dollar zal kosten, zullen de particuliere correspondent1 van de president en een verzamelt» regeringsdocumenten worden onderge bracht. Alphonsus U. Ezeoke, die thans n°® college loopt in de staatswetenschap' Pen aan de New Yorkse Universiteit zal wanneer hü in Juni afgestudeerd is, de heerser worden over 500.000 woners van Nigeria. Na de dood van zijn vader, verleden jaar Juni, v0«« hij deze op als stamhoofd van het o tnct Onitsha, een gebied met een P pervlakte van ongeveer 80 vierka kilometer grenzend aan de rivier Niger in Nigeria. De heer Ezeoke ook enige tijd als klerk werkzaam Se weest op het bureau van de pres:ld van genoemde universiteit tegen ee salaris van 20 per week, ter asnvw ung van de toelage welke hij van tn ontving. Een der karakterestieke kopergra vures uit het versjesboekje van Hieronymus van Alphen Utrecht 1779). in niet minder dan zeven zalen van het museum. Er zijn duidelijke aan wijzingen aangebracht, waardoor men een goed overzicht krijgt van de re presentanten van de stromingen, die door de eeuwen heen in onze letteren worden onderkend. Bovendien heeft men de afzonderlijke boeken, manus cripten en wat dies meer zij, van een uitstekende toelichting voorzien Al dwalend langs de vitrines (en men kan dat hier uren doen!) wordt ge gloeiend enthousiast om al die merkwaardigheden welke van zo tal loze grote en ook minder betekenis volle, doch evenzeer interessante, figu ren onzer Nederlandse letteren hier met enorme nauwgezetheid en liefde zyn bijeengebracht. Ge ziet er het vijftiende eeuwse handschrift „Wapene Martijn" van Jacob van Maerlant uit de Koninklijke Bibliotheek, de in fors schrift gestelde brief die Erasmus op 25 Februari 1521 schreef aan de president van het Hof van Holland in 's Gravenhage, twee legerorders van Frederik Hendrik door hem eigenhandig ondertekend en tevens door Constantyn Huygens die naast zijn literair werk ais secretaris van de Prins optrad. Maar ook ontdekt ge het boekje „Proeve van kleine ge- digten voor kinderen" met fyne koper gravures van Hieronymus van Alphen waarin ook het alom bekende lied van Jantje en de pruimen voorkomt. Men leest er een brief van Willem Bilder-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 8