SPANJE LAND VAN VERGULDE ARMOE AMSTERDAMS IPODIUMI Achter toverspreuk Estraperlo verbergt zich, de bijverdienste van de Spanjaard J Alleen driedubbele kostwinning maakt huishoudboek sluitend Exira heffingen op diensten en waren Dl M Oproep van Prinses Wilhelmina Anthony van Kampen 's D00R100RBIJGMERS GELASTERD Duits episcopaat is bezorgd Kaarije met toeslag Cumulatie Werkgever Franco De facade U/.eeljdeti met (ioo-fditad Ter overdenking M' h" Dl: BEOORDEUNG van Spaanse toestanden niet dadelijk afgaan op de prachtige paleizen en de monumentale bankgebouwen, die bit bosjes langs de aventdas en plazas pronken. Hoe meer banken des te groter armoede. Het klink paradoxaal, maar in Spanje is het een tragische werkelijk heid. De tegenstellingen tussen rijk en arm zijn wellicht nergens in Europa zo schrijnend en openhartig geïllustreerd als in een millioenenstad zoals Madrid, Een klem deel van het volk profiteert hier zonder gewetenswroeging van het vette der aarde zo ruim mogelijk genomen. Het baadt zich in een weelde die in onze gewesten onbekend is. Een veel grotere massa ploetert in de mees't letterlijke zin voor het dagelijkse potje eten. Ze lijdt bittere armoede en ze ieeft onder omstandigheden, die in onze gewesten ook onbekend zijn. Een minstens eien groot deel, dat gaandeweg groter wordt, slaagt erin om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat deel heeft het niet ruim, maar ook niet arm. Het heeft zoals het heet, een eerzaam beroep, met bijverdiensten op de Estraperlo-markt. Wat is EstraperloHet meest geperfectionneerde systeem van eerlijk, spontaan, gelegitimeerd gappen Een redacteur van een groot Madrileens dagblad verdient ongeveer 1500 a 2000 peseta s per maand, hetgeen nog aan de hoge kant is. Een bekende criticus, die de kunstrubriek van zijn blad verzorgt, nauwelijks 1000. Zij behoeven met dergelijke lage salarissen de maand niet uit te zingen. De een is 's morgens bankbediende, na de siësta advocaat en pas in de avonduren krantenman. De andere werkt bij een filmbureau en handelt in schrijfbenodigdheden. Dc chef-redacteur van een leidend katho liek blad is 's morgens afdelingschef op het departement van financiën, en een andere collega is overdag vcrmomd als verkeersagent. Deze verhoudingen zijn kenmerkend. Iedereen houdt er een paar beroepen op na. Op hét visitekaartje staat het aanzienlijkste beroep, met telefoonnum mer, gironummer en postbus. Gevoel voor standing hebben de Spanjaarden wel. Het is logisch, dat de verleiding voor sinecures groot is, maar daar is dan ook alles naar. De kranten worden geschreven door een slecht betaald, mid delmatig gekwalificeerd journalisten- HISTORIE van Estraperlo is nogal vreemd. Tijdens de idyllische hoog conjunctuur in 1928'29 kwamen twee ondernemende Oostenrijkers naar Span je, de heren Strauss en Perle. Zij im porteerden een soort speelautomaat. In korte tijd schaften tal van café's en bars zo'n geval aan. Het nadeel was, dat het zo kunstig was geconstrueerd dat niemand er een peseta uit kon winnen. De automaat werd toen naar de uitvinders genoemd, wat in het Spaans de combinatie „Es traperlo" werd. Sedertdien dekt dit woord alles wat extra verdiensten op levert: zwarte handel, fooien, provisie, oplichterij in het klein, prijsverhogin gen, die worden verkregen door op een listige manier een bepaalde situatie uit te buiten. Winkeliers, kellners, taxichauffeurs, venters, schoenpoetsers, wasinrichtingen, ambtenaren en hogerop piaktizeren het estraperio-principe, als het zo uitkomt. Vooral buitenlanders, die in hun vrije tijd wat Spaans radbraken, zijn een gezocht object voor de extia hetfingen op diensten en artikelen. Het staat niet fijn om de „vrijwillige belasting voor de armen" niet te betalen. De Span jaard praat en gesticuleert desnoods een uur lang om zijn recht op een paar peseta's extra te bepleiten. ESTRAPERLO is een toverspreuk yewoiaen. Op een goede morgen Ucp ik naar een station in een Zuiaspaans stadje om een spoorkaartje naar Madrid te kopen. Onmogelijk, senor, zei de man achter het loket. II moet minstens drie dagen wachten; alles is gereserveerd.' Gelukkig is een Spaanse ambtenaar niet direct bureau craat, aie met een onverstoorbaar ge- I zicht het loket met een „niks aan te doen" dichtdoet. Er ontstond een levendige discussie over volle treinen, oorzaken en gevolgen. Eindelijk kwam de man terzake: oj wij even buitenom wilden lopen naar de kamer van de chef, die heel wat in de melk te brok kelen had. lic werd amicaal ontvangen. Bij een glas sherry werd het pleit be slist. Binnen twee uur had ik het kaartje, eersteklas Madrid, coupé al leen, met een „toeslag" uan 20 peseta's (ongeveer twee gulden), die monde ling werd verantwoord met een „zon der estraperlo kunnen wij onmogelijk leven". Later in de trein vorderde de con ducteur glimlachend nog vijf peseta's voor het vrijhouden van de hele coupé (zes zitplaatsen). De hele transactie kostte mij c.5 peseta's (één rijksdaal der), een paar uren originele onder houding inclusief. De volgende morgen zag ik tot mijn schrik, dat de corridor vol mensen stond. Voor mijn deur hing een bordje: „Gereserveerd' CEN vlot levende Spaanse senora, met enkele spruiten, moet eigenlijk met een kapitein, een redacteur en een ver keersagent tegelijk .getrouwd zijn. Wil zij het rustiger in huis hebben, dan moet zij aan de zijde van een kolonel staan of radicaal weg met een Don van goede familie door het leven gaan. Om dat een verbintenis met drie echtgeno ten in Spanje onmogelijk is, zijn de se- fora's afhankelijk van een veelzijdig man, die glad en energiek genoeg is om de inkomsten van een officier, een journalist en een ambtenaar in functie op te stryken. Dat kan in Spanje, in het geciviliseerde deel althans. Het is de gewoonte, en het is zelfs noodzakelijk. Zonder cumulatie zou de bovengenoem de derde groep (voor de eerste geldt liet veelal ook) niet kunnen rondkomen. Volgens Spaanse normen keren de werkgevers lonen uit, maar in feite zijn het financiële tegemoetkomingen, die het personeel nauwelijks over de helft van de maand heenhelpen. Practisch iedereen, die van de hand in de tand moet leven, moet twee of meer bazen engageren. Dit systeem schijnt tamelijk effectief te zijn. Ondanks de verande ringen, die de sociale structuur hier de laatste jaren heeft ondergaan, wordt er stevig de hand aan gehouden. Het ts nutteloos om naar de achtergrond van deze ongezonde betalingspolitiek te informeren Het antwoord luidt altijd: Zo is het altijd geweest in Spanje. Persproletariaat I NTEI.LECTUELE arbeid wordt bij- I zonder slecht gewaardeerd, ofsc hoon Span ie betrekkelijk weinig intellec tueel kapitaal, als productiefactor, bezit. proletariaat, dat door de uitgevers ste vig onder de duim wordt gehouden. De laatsten beschouwen hun bladen als winstobject, hetgeen de kwaliteit van de persorganen allerminst ten goede komt. Het begrip vrije pers bestaat in Spanje niet. Eigenlijk heeft het nooit bestaan vanwege de specifieke struc tuur van de perswereld en de lage le vensstandaard van de medewerkers. Ook vanwege de censuur en de offi cieel vastgestelde oplaag waardoor vaJ concurrentie nauwelijks sprake kan zijn, loont het de moeite niet om de bladen aantrekkelijk te maken. Onder tussen wordt het Spaanse perswezen ge reorganiseerd. De journalisten zullen beter betaald en meer armslag krijgen, heeft de regering beloofd. EN KAN FRANCO niet verwijten, dat hij zijn officieren omkoopt. Een kapitein verdient ongeveer even veel als een piepjong sergeant in ons land. Een kolonel is er beter aan toe. Hij draagt Franco's wapenrok voor 4000 peseta's. Een generaal doet het voor dubbel zoveel. Deze salarissen zijn zeer bescheiden. Men moet niet vragen, wat een Spaanse hoofdofficier aan zijn stand verplicht is. Hij moet dus in zijn vrije tijd ook iets uitrichten. Ve:der kunnen Franco's soldaten gebruik ma ken van het privilege om in cantines en bepaalde coöperatieve winkels diver se levensmiddelen tegen sterk geredu ceerde prijzen te kopen. Dat scheelt hun circa 500 peseta's in de maand. Ook hebben ze de officieren tenminste recht op gratis vervoer. Het aantal mi litaire personenwagens is vrij groot. Men ziet deze overal langs de straten geparkeerd. Ze zijn te herkennen aan de nummerborden met de letters PMM erop. In de volksmond betekent het „Para mi mujer", d.w.z. „voor mijn vrouw". Het Escorial, gebouwd tijdens de regering van Philips II en eeuwenlang de residentie van de Spaanse koningen. De lonen van de verschillende cate gorieën arbeiders zijn zeer laag, 25 d 30 peseta's per dag. Industrie-arbeiders verdienen iets meer, maar ze komen zelden boven een maandloon van 1500 pesetas. Vrouwelijke krachten, die in steeds grotere mate worden ge vraagd, werken voor een hongerloon- tje van 400 tol 700 peseta's per maand. Dienstmeisjes, die in overvloed aanwe zig zijn, behoeven niet meer dan 200 te verdienen. Ze moeten echter door la senora van kleding en voedsel worden voorzien. Typerend is, dat het wel- standspeil van een deftig gezin wordt bepaald door het aantal dienstboden, dat de vrouw des huizes heeft aange schaft. Het behoort tot de goede toon om minstens twee stuks in huis te ha len. Dit brengt veel verantwoordelijk heid mee, want mevrouw is moreel verplicht om streng op de levenswan del van het jonge huispersoneel toe te zien en daarmee valt in Spanje niet te spotten. EEN normale huishouding, die in een vooroorlogse woning met de oude huurprijs woont, vraagt maandelijks rond 3Ó00 peseta's. Dit in komen vergt daarentegen nog veel wijs heid, overleg en beleid. Duizenden en nog eens duizenden gezinnen moeten het echter met minder dan 1000 peseta's stellen. Dat betekent armoede, honger, lompen en pantoffels. Arme lui en dienstmeisjes lopen in Spanje zomer en winter op dunne pantoffels. Tenslotte: het Spaanse mirakel. Het mirakel is, hoe al het door elkaar heen w-erken en de uiterst lage levensstan daard, waarop de massa gedwongen is te leven, nog zovCel representatiefs op de boulevards, in de parken, de res taurants en koffie- en wijnbars kunnen toveren. In Europa moet men lang zoeken naar een beter gekleed en verzorgd publiek dan bijvorbeeld in Madxid. In geen en kele andere stad zijn zoveel ijdele man nen en feilloos opgemaakte vrouwen, gehuld in kostbare zijde. De kinderen, in hun smetteloos reine pakjes en jurk jes, gelijken wandelende slagroomtaar Senora's paraderen trots en zelfbewust, met de laatste modesnufjes, zwaar be ringd met goud en zilver. De senorita's maken de indruk, alsof ze dagelijks naar een trouwpartij gaan. Zittend op een terrasje in de José Antonio, dat is de hoofdstraat, kan men er getuige van zijn, liefst tussen vijf en zeven. Daar promeneert Spanje op zijn best, goed voor elk verwend oog. H. Y\lERONDER volgt een oproep, waarop gedoeld werd, in de aankon- diging, die voorvorige week van be voegde zijde werd gegeven, omtrent een initiatief ter verwezenlijking van de gedachten in de rede van HM. de Koningin, op 8 Februari 1953 geuit. „Van heler harte sluit ik mij aan bij de woorden van onze Koningin na de ramp van de nacht van 31 Januari op 1 Februari gesproken tot haar volk, woorden van medeleven en troost, woorden die haar bewondering weer gaven voor wat door onze naamloze helden werd gedaan en voor de zelf opoffering, waartoe zovelen bereid wa ren. Zij wees op de eensgezindheid, die als bij overrompeling zich weer liet gelden. Het is naar aanleiding van deze eensgezindheid, gewekt door deze ramp, waarvan de zwaarste slag op Nederland neerkwam, éat ik mij richt tot de gehele vrije wereld. Broeders buiten en binnen onze grenzen. Toen resultaten van mense lijk vernuft het onheil van de waters nood niet konden keren, stonden wij geconfronteerd met onze eigen mach teloosheid. Diep bewogen door de nood hebt gij meteen gehoor gegeven aan het grote gebod van Christus: „Hebt uw naaste lief als uzelve". Toen is in de harten het beginpunt gelegd voor een verbroe dering der mensheid. Wij ervoeren toen de kracht,* tevens de bevrijding die uitgaat van het gevolg geven aan dit gebod. Tegenover deze kracht schrompelen vrees en wantrouwen in een, verdv ijnt zelfs haat. Deze geest, waarvan de genezende werking door ons heen is gegaan, kan niets of niemand ons meer ontroven: noch mens noch maatschappij, noch ramp noch chaos. Laten wij in die geest van verbroedering ons vertrouwen stellen en daarin voortbouwen voor de toekomst. Nu richt ik mij in het bijzonder tot allen in Europa, die zich vrij kunnen uiten. Toen onze dijken bezweken hebt gij gevoeld: hier wordt een stuk Europese kust overspoeld, en metterdaad een Europees saamhorigheidsbesef getoond. Dit was doeltreffend Christendom, reëel toegepast op reële nood. De eenheid in Hem, die werkt en bouwt aan onze toekomst en Die met ons is en bij ons is, werd een feit. Bouwt het verrijzende Europa op, de ogen gericht op deze hoge eenheid: maakt er het cement van, dat mensen en volken samenbindt. U allen die dit leest nodig ik uit, in dien deze gedachte bij U weerklank vindt, daarvan te doen blijken, opdat wij elkaar leren kennen, ik ben er zeker van, dat allen bij wie deze ge zindheid leeft haar in daden begeren om te zetten. Wij reiken elkaar de hand en verwel komen elk initiatief, dat op deze grondslag reeds is opgebloeid of nog zal ontluiken. En nu allen tezamen met dit verwor ven goed op weg, de toekomst in. Volgen wij Hem, wiens stem vanuit onze verbondenheid tot ons spreekt. WILHELMINA, Prinses der Nederlanden. Verzocht wordt betuigingen van in stemming te zenden aan de secretarie van H.K.H. Prinses Wilhelmina, afde ling reacties oproep, paleis „Het Loo", Apeldoorn. ALS je weer terug bene in Amsterdam, stuur ons dan wat „Podia", zei destijds de hoofdredac teur van dit blad. We z ij n terug in Amsterdam en daar zitten we met de, indertijd half gegeven belofte. We zitten ermee, omdat we nog niet helemaal geacclimatiseerd zijn met Amsterdam. We (d.w.z. Amsterdam en wij) moeten weer even aan elkaar wennen. Dat komt wel goed, maat het moet even z'n tijd hebben. Inmiddels bleef Amsterdam Amsterdam. Nog steeds het legioen der tienduizenden tot arbeid gedoemden, die tussen acht en negen uur in de morgen zich via het Centraal Station op Amster dam werpen. Onze ouders en aanverwante op- voeders leerden ons immer, dst de arbeid een zegen was Deze stelling zagen wij nooit opgaan, bij het zien der tienduizenden van de Ochtend- patrouille Wij vinden het legioen maar triest. Geen enkele ervan juicht tussen acht en negen. Dezelfde stoplichten. Dezelfde krantenverko- Ders met dezelfde kranten. Alleen de koppen zijn anders Dezelfde trams, dezelfde bestuurders. Alles hetzelfde en nogal vervelend. Ook het meisje van lijn 5 is er nog. Ook vervelend. Eh.... neen, om heel eerlijk te zijn. Maar dat is een andere zaak. De stad Het Damrak, goor en grauw, klam van mist en nat van regen. Dezelfde winkels met vrijwel dezelfde artikelen. Het Rokin: andere beroemde schilderijen in dezelfde dure antiqua riaten We hebben dat soort schilderijen altijd willen kopen, maar stelden de aankoop uit, van jaar tot jaar. We hebben zojuist de leeftijdsgrens gepasseerd waarop een mens een aanzienlijke hoeveelheid illusies afschrijft. Dat soort schilde rijen zal nooit onze wanden sieren. Het zal altijd bij reproducties blijven. Van de Arenlezers tot en met de brug van Avignon. Maar ten slotte moet ook de reproductie-industrie bestaan, niet- VaAllemaal dezelfde broodjeswinkels met alle maal hetzelfde soort kauwende mensen. Kauwen de mensen zijn niet schoon om aan te zien. Dat ervaren we pijnlijk, als we ons, die eerste mid dag, zélf zien'kauwen in het brutale chroomstaai van' een stadsruifje. Wij behoren (willen althans behoren) tot hen die zeggen: ik lach om de massa, ik behoor niet tot dezulken. Maar al kau- wend vormen we een onvervreemdbaar onder deel dier massa. Dit vast te stellen is dan op nieuw een deprimerende ervaring. We voelen ons vreemd, die eerste dag in Am sterdam. We moeten even wennen aan al dat oude en vertrouwde. Aan de Breitner-paarden vóór de brouwerijwagens. Aan het stof en spin- •rag in de etalage's van de Spiegelstraat-winkels. Aan het vervloekte verkeer, dat we ontwend waren. Omdat iedere autobezitter iedere voet ganger beziet als een curieus doch overbodig en irritant ding, dat men het beste zo snel mogelijk moet ausradieren. Ik stak enkele weken gele den, in het hart van Kopenhagen, een moordend- drukke boulevard over. Een agent had me ge zegd, dat ik dit best kon doen zonder aan maka- bare gevolgen te denken. Ik deed het en ziet, mijne vrienden! Alle auto's stopten. Ik luisterde verlegen naar de vervloekingen, die zouden komen uit alle ruiten van alle auto's. Er kwam er niet één! Die dag, dat uur, beleefde ik de meest grootse, de volledige glorie van de voet ganger. Wij hebben dus nog bestaansrecht! Hoe lief zal mij Kopenhagen blijven! Vanmiddag stak ik de Vijzelstraat, bij de Munt, over. Ik geloof, dat ik een kleine verkeersfout maakte. Wat mij toegeroepen werd zou, bij her haling, het papier van het vunzigste boulevard blad doen blozen. Laat staan van d i t blad! Tegen de avond werd het anders. Toen kwam het licht. Toen werd Amsterdam weer Amster dam. Wat is Amsterdam zonder schemering, zonder clair obscuur, zonder de kolking van duizend schaduwen in duizend nauwe straten en stegen! Ineens walen we er weer. We waren thuis en voelden ons gelukkig. Alle mensen wer den onze vrienden. De muzikant op het Leidse- plein, wiens onthaarde strijkstokje nog steeds bezig was een mager en dun Tosselli-serenadetje uit de snaren te peuteren. De zwaarmoedige kell- ner in het ouderwetse café, wiens jongste zoon óók de bof gekregen had, toen de oudste herstel lend was (beide feiten vonden negen maanden geleden plaats, doch werden mij alsnog mede gedeeld). De taxi-chauffeur, die vond dat de tijden alsmaar slechter worden, de belastingen hoger en de tips lager. De klerk op het Post kantoor, die er nog net zo onpersoonlijk en gummi-achtig uitzag als driekwart jaar geleden, maar die er ten slotte óók niet voor z'n plezier staat. En.... hoe lang al! En.... hoe lang nog! QOED, oud. bekend Amsterdam! Met je modder en je mist, met je groezelige grachten en stin kende steegjes. Met je geur van burgerlijkheid en fleur van metropool! Met je moderne lelijk heid en ouderwetse aristocratie. Met je kunst bloemen in aat gestroomlijnde Nieuwedijk-zaakje en met de onbeschrijflijke verrukking van de eerste geuren uit de eerstaangevoerde mimosa: door een paar grove werkmanshanden aangebo den aan wie een paar stuivers over heeft voor een half-verdroomde herinnering aan een idylle, ergens aan een blauwe kust van een niet zo heel ver land. Zó is Amsterdam: in de vallende avond bij het Centraal Station, geurend naar mimosa en verse drukinkt van de stadsedities: naar stilstaand grachtenwater en vertrapte modder; naar de penetrante aromen van de beste tabakken van Virginia, gerookt door jonge Amerikanen, voor wie Amsterdam pretcentrum is; naar croquetjes en saucijzenbroodjes. Wie niet geïnspireerd wordt door zoveel goede geuren, zoveel licht en zoveel schaduw, die zal daar nooit geïnspireerd worden. Wij werden het die dag. En we zullen u er nog over schrij ven. vrienden. Omdat ten slotte dit Amsterdam méér is dan alleen maar stad, méér dan alleen maar metropool Véél meer: namelijk hart van Holland. r\E WOORDEN die hierboven gefchre- L' ven staan, zijn ontleend aan M»t- theüs 27 39. Laster is wel het meest venijnige en meest giftige van alle wapenen, die on der mensen gehanteerd worden. Het is smaad. Smaad tegen beter weten in, die ten doel heeft iemands goeden naam te schenden of de persoon te benadelen. Men doet dat dan door schandelijke dingen, strijdig met de waarheid, van hem te vertellen en rond te strooien. Meestal geschiedt dit in het verborgen en achter de betreffende persoon zijn rug. Soms evenwel, neemt de laster nog pijnlijker vorm aan, doordat de laste raar alle schaamte van zich afschuddend zich niet ontziet iemand onware en valse beschuldigingen in het openbaar voor de voeten te werpen en In het aangezicht te slingeren om zo zijn goede naam en eer door het slijk te sleuren. Dat is het allerergste. En dit allerergste nu, is met Jezus geschiedt op Golgotha, toen Hij hing te verbloeden aan het kruis. En nu leert de levenspractijk, dat bijna ieder mens, vroeger of later, van de laster te lijden krijgt. En die het ervaart en ondergaan moet, voelt da pijn ervan. Te verwonderen valt dit niet. Wij zijn zondige mensen. En door onze val in zonde zijn wij de vader der leugen toegevallen. Maar Jezus heeft daaraan geen deel. Hij heeft nooit zonde gedaan. Hij is de waarheid zelf. En er is nooit bedrog in Zijn mond gevonden. En toch is juist tegen Hem de laste ring in haar afschuwelijkste vorm los gebroken. Terwijl Hij voor de zonde lijdt en sterft, breekt de zonde tegen Hem los in haar. meest weerzinwekkende open baring. Men beschuldigde Hem van, en ver oordeelde Hem ter dood o m iets dat Hij nooit had gezegd of gedaan. Ja, dat Hij zelfs nooit had willen doen. Nooit was het Zijn bedoeling geweest om de tempel te Jeruzalem af te bre ken en nooit had Hij gezegd dit te willen doen. Integendeel was Hij steeds voor de heiligheid van het Huis Zijns Vaders opgekomen. En zij, zijn beschul digers, waren de ontheiligers van de tempel. Zo verwijten zij Hem hun eigen zonde en verdraaien Zijn woorden tegen beter weten in. Hij, die nooit zichzelven maar altijd anderen heeft verlost, wordt nu daarom gesmaad. Hij, die Zijn macht nooit aan wendde om te verderven, maar altijd om te behouden, wordt nu getart, om te doen wat Hij wel zou kunnen maar niet wil. En waarom wil Hij niet? Daarom, omdat Hij een eeuwige verlossing te weeg wilde brengen. Om die eeuwige verlossing teweeg te brengen voor u, liet Hij zich honen en bespotten en lasteren aan het kruis. En in die laster proefde Hij al de bitterheid der zonde. Daarom was die laster zo satanisch. Ge moet echter niet zeggen, dat die mensen daar vóór en rondom het kruis dat alles zó hebben doorzien. Ook hier- van geldt het woord van Jezus: „Zij weten niet wat zij doen." De eigenlijke aanvoerder in dit gru welijk bedrijf is Satan En hij weet het wél. Daarom was dit lijden voor uw Heiland ook zo zwaar. Zó moet gij het zien. Zó moet gij het u indenken. Nee, niet om medelijden voor Jezus op te wekken. Dat heeft Hij niet nodig. Dat staat Hem maar in de weg, en het verhindert uw geloof. Het was juist Zijn medelijden met u, met zondaren, dat Hem ook dit offer deed brengen. Als gij dat ziet dan vindt gij in Jezus* verzoeking, in de aanvechting waarmede Satan in deze bangste ure der wereld op Hem aanviel, ook troost in uw ver zoekingen. Want Satans listen zijn nog dezelfde. En al zijn uw verzoekingen van verre niet gelijk aan wat Jezus moest doorstaan voor u, toch spaart Satan ook u niet. En dan is dit de troost, zelfs in uw hoogste aanvechtingen, dat uw Here voor u overwonnen heeft, en u sterkt, en door uw verzoekingen heen, tot de overwinning u wil voeren. Ds v. d. KN. Den Helder. Het Duitse episcopaat heeft in een herderlijk schrijven over de nieuwe huwelijkswetgeving zijn grote be zorgdheid over het groeiende gevaar voor het christelijke gezin uitgespro ken. De Westduitse regering wil namelijk aan man en vrouw in het huwelijk gelijke rechten toestaan. Daartegen kanten zich de R.K. bis schoppen. Zij menen, dat hier een op zichzelf juist beginsel verkeerd wordt uitgelegd. ,.,'Wle lu principe de verantwoorde lijkheid van de man en vader als hoofd van het huwelijk en van het ge zin loochent, stelt zich daarmee tegin- over het Evangelie en de leer der kerk. Gelijkheid van rechten sluit al lerminst uit, dat er juridische ver schillen bestaan in de plaats van man en vrouw in huwelijk en gezin. Derge lijke verschillen vloeien voort uit de natuurlijke wezenskenmerken van man in vrouw", aldus de bisschoppen. Zij protesteren voorts tegen het ont- £uTdat kerkelijke huwelijk burgerlijk huwelijksrecht niet wordt erkend. Ook maken zij er be- tégen, dat gehuwde vrouwen steeds meer worden gedwongen uit merken te gaan, doordat het inkomen van hun man te laag is. De bisschop pen zijn van mening, dat de economi sche orde zodanig dient te worden ge wijzigd, dat de gehuwde vrouw zich geheel aan haar gezin kan wijden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 7