SPANJE LAND VAN VERGULDE ARMOE
AMSTERDAMS
IPODIUMI
Achter toverspreuk Estraperlo verbergt
zich, de bijverdienste van de Spanjaard
J
Alleen driedubbele kostwinning
maakt huishoudboek sluitend
Exira heffingen op
diensten en waren
Dl
M
Oproep van Prinses Wilhelmina
Anthony van Kampen 's
D00R100RBIJGMERS
GELASTERD
Duits episcopaat is
bezorgd
Kaarije met toeslag
Cumulatie
Werkgever Franco
De facade
U/.eeljdeti met (ioo-fditad
Ter overdenking
M' h" Dl: BEOORDEUNG van Spaanse toestanden niet dadelijk
afgaan op de prachtige paleizen en de monumentale bankgebouwen, die bit
bosjes langs de aventdas en plazas pronken. Hoe meer banken des te groter
armoede. Het klink paradoxaal, maar in Spanje is het een tragische werkelijk
heid. De tegenstellingen tussen rijk en arm zijn wellicht nergens in Europa zo
schrijnend en openhartig geïllustreerd als in een millioenenstad zoals Madrid,
Een klem deel van het volk profiteert hier zonder gewetenswroeging van het
vette der aarde zo ruim mogelijk genomen. Het baadt zich in een weelde
die in onze gewesten onbekend is. Een veel grotere massa ploetert in de mees't
letterlijke zin voor het dagelijkse potje eten. Ze lijdt bittere armoede en ze ieeft
onder omstandigheden, die in onze gewesten ook onbekend zijn. Een minstens
eien groot deel, dat gaandeweg groter wordt, slaagt erin om de eindjes aan
elkaar te knopen. Dat deel heeft het niet ruim, maar ook niet arm. Het heeft
zoals het heet, een eerzaam beroep, met bijverdiensten op de Estraperlo-markt.
Wat is EstraperloHet meest geperfectionneerde systeem van eerlijk, spontaan,
gelegitimeerd gappen
Een redacteur van een groot Madrileens
dagblad verdient ongeveer 1500 a 2000
peseta s per maand, hetgeen nog aan de
hoge kant is. Een bekende criticus, die
de kunstrubriek van zijn blad verzorgt,
nauwelijks 1000. Zij behoeven met
dergelijke lage salarissen de maand niet
uit te zingen. De een is 's morgens
bankbediende, na de siësta advocaat en
pas in de avonduren krantenman. De
andere werkt bij een filmbureau en
handelt in schrijfbenodigdheden. Dc
chef-redacteur van een leidend katho
liek blad is 's morgens afdelingschef
op het departement van financiën, en
een andere collega is overdag vcrmomd
als verkeersagent.
Deze verhoudingen zijn kenmerkend.
Iedereen houdt er een paar beroepen
op na. Op hét visitekaartje staat het
aanzienlijkste beroep, met telefoonnum
mer, gironummer en postbus. Gevoel
voor standing hebben de Spanjaarden
wel. Het is logisch, dat de verleiding
voor sinecures groot is, maar daar is
dan ook alles naar. De kranten worden
geschreven door een slecht betaald, mid
delmatig gekwalificeerd journalisten-
HISTORIE van Estraperlo is nogal
vreemd. Tijdens de idyllische hoog
conjunctuur in 1928'29 kwamen twee
ondernemende Oostenrijkers naar Span
je, de heren Strauss en Perle. Zij im
porteerden een soort speelautomaat. In
korte tijd schaften tal van café's en
bars zo'n geval aan.
Het nadeel was, dat het zo kunstig
was geconstrueerd dat niemand er een
peseta uit kon winnen. De automaat
werd toen naar de uitvinders genoemd,
wat in het Spaans de combinatie „Es
traperlo" werd. Sedertdien dekt dit
woord alles wat extra verdiensten op
levert: zwarte handel, fooien, provisie,
oplichterij in het klein, prijsverhogin
gen, die worden verkregen door op een
listige manier een bepaalde situatie uit
te buiten.
Winkeliers, kellners, taxichauffeurs,
venters, schoenpoetsers, wasinrichtingen,
ambtenaren en hogerop piaktizeren het
estraperio-principe, als het zo uitkomt.
Vooral buitenlanders, die in hun vrije
tijd wat Spaans radbraken, zijn een
gezocht object voor de extia hetfingen
op diensten en artikelen. Het staat niet
fijn om de „vrijwillige belasting voor
de armen" niet te betalen. De Span
jaard praat en gesticuleert desnoods
een uur lang om zijn recht op een paar
peseta's extra te bepleiten.
ESTRAPERLO is een toverspreuk
yewoiaen. Op een goede morgen
Ucp ik naar een station in een
Zuiaspaans stadje om een spoorkaartje
naar Madrid te kopen. Onmogelijk,
senor, zei de man achter het loket. II
moet minstens drie dagen wachten;
alles is gereserveerd.' Gelukkig is een
Spaanse ambtenaar niet direct bureau
craat, aie met een onverstoorbaar ge- I
zicht het loket met een „niks aan te
doen" dichtdoet. Er ontstond een
levendige discussie over volle treinen,
oorzaken en gevolgen. Eindelijk kwam
de man terzake: oj wij even buitenom
wilden lopen naar de kamer van de
chef, die heel wat in de melk te brok
kelen had. lic werd amicaal ontvangen.
Bij een glas sherry werd het pleit be
slist. Binnen twee uur had ik het
kaartje, eersteklas Madrid, coupé al
leen, met een „toeslag" uan 20 peseta's
(ongeveer twee gulden), die monde
ling werd verantwoord met een „zon
der estraperlo kunnen wij onmogelijk
leven".
Later in de trein vorderde de con
ducteur glimlachend nog vijf peseta's
voor het vrijhouden van de hele coupé
(zes zitplaatsen). De hele transactie
kostte mij c.5 peseta's (één rijksdaal
der), een paar uren originele onder
houding inclusief. De volgende morgen
zag ik tot mijn schrik, dat de corridor
vol mensen stond. Voor mijn deur hing
een bordje: „Gereserveerd'
CEN vlot levende Spaanse senora, met
enkele spruiten, moet eigenlijk met
een kapitein, een redacteur en een ver
keersagent tegelijk .getrouwd zijn. Wil
zij het rustiger in huis hebben, dan
moet zij aan de zijde van een kolonel
staan of radicaal weg met een Don van
goede familie door het leven gaan. Om
dat een verbintenis met drie echtgeno
ten in Spanje onmogelijk is, zijn de se-
fora's afhankelijk van een veelzijdig
man, die glad en energiek genoeg is
om de inkomsten van een officier, een
journalist en een ambtenaar in functie
op te stryken. Dat kan in Spanje, in het
geciviliseerde deel althans. Het is de
gewoonte, en het is zelfs noodzakelijk.
Zonder cumulatie zou de bovengenoem
de derde groep (voor de eerste geldt
liet veelal ook) niet kunnen rondkomen.
Volgens Spaanse normen keren de
werkgevers lonen uit, maar in feite zijn
het financiële tegemoetkomingen, die
het personeel nauwelijks over de helft
van de maand heenhelpen. Practisch
iedereen, die van de hand in de tand
moet leven, moet twee of meer bazen
engageren. Dit systeem schijnt tamelijk
effectief te zijn. Ondanks de verande
ringen, die de sociale structuur hier de
laatste jaren heeft ondergaan, wordt
er stevig de hand aan gehouden. Het
ts nutteloos om naar de achtergrond
van deze ongezonde betalingspolitiek te
informeren Het antwoord luidt altijd:
Zo is het altijd geweest in Spanje.
Persproletariaat
I NTEI.LECTUELE arbeid wordt bij-
I zonder slecht gewaardeerd, ofsc hoon
Span ie betrekkelijk weinig intellec
tueel kapitaal, als productiefactor, bezit.
proletariaat, dat door de uitgevers ste
vig onder de duim wordt gehouden. De
laatsten beschouwen hun bladen als
winstobject, hetgeen de kwaliteit van
de persorganen allerminst ten goede
komt. Het begrip vrije pers bestaat in
Spanje niet. Eigenlijk heeft het nooit
bestaan vanwege de specifieke struc
tuur van de perswereld en de lage le
vensstandaard van de medewerkers.
Ook vanwege de censuur en de offi
cieel vastgestelde oplaag waardoor vaJ
concurrentie nauwelijks sprake kan
zijn, loont het de moeite niet om de
bladen aantrekkelijk te maken. Onder
tussen wordt het Spaanse perswezen ge
reorganiseerd. De journalisten zullen
beter betaald en meer armslag krijgen,
heeft de regering beloofd.
EN KAN FRANCO niet verwijten,
dat hij zijn officieren omkoopt.
Een kapitein verdient ongeveer
even veel als een piepjong sergeant in
ons land. Een kolonel is er beter aan
toe. Hij draagt Franco's wapenrok voor
4000 peseta's. Een generaal doet het
voor dubbel zoveel. Deze salarissen zijn
zeer bescheiden. Men moet niet vragen,
wat een Spaanse hoofdofficier aan zijn
stand verplicht is. Hij moet dus in zijn
vrije tijd ook iets uitrichten. Ve:der
kunnen Franco's soldaten gebruik ma
ken van het privilege om in cantines
en bepaalde coöperatieve winkels diver
se levensmiddelen tegen sterk geredu
ceerde prijzen te kopen. Dat scheelt hun
circa 500 peseta's in de maand. Ook
hebben ze de officieren tenminste
recht op gratis vervoer. Het aantal mi
litaire personenwagens is vrij groot.
Men ziet deze overal langs de straten
geparkeerd. Ze zijn te herkennen aan
de nummerborden met de letters PMM
erop. In de volksmond betekent het
„Para mi mujer", d.w.z. „voor mijn
vrouw".
Het Escorial, gebouwd tijdens
de regering van Philips II en
eeuwenlang de residentie van
de Spaanse koningen.
De lonen van de verschillende cate
gorieën arbeiders zijn zeer laag, 25 d 30
peseta's per dag. Industrie-arbeiders
verdienen iets meer, maar ze komen
zelden boven een maandloon van 1500
pesetas. Vrouwelijke krachten, die
in steeds grotere mate worden ge
vraagd, werken voor een hongerloon-
tje van 400 tol 700 peseta's per maand.
Dienstmeisjes, die in overvloed aanwe
zig zijn, behoeven niet meer dan 200 te
verdienen. Ze moeten echter door la
senora van kleding en voedsel worden
voorzien. Typerend is, dat het wel-
standspeil van een deftig gezin wordt
bepaald door het aantal dienstboden,
dat de vrouw des huizes heeft aange
schaft. Het behoort tot de goede toon
om minstens twee stuks in huis te ha
len. Dit brengt veel verantwoordelijk
heid mee, want mevrouw is moreel
verplicht om streng op de levenswan
del van het jonge huispersoneel toe te
zien en daarmee valt in Spanje niet
te spotten.
EEN normale huishouding, die in
een vooroorlogse woning met de
oude huurprijs woont, vraagt
maandelijks rond 3Ó00 peseta's. Dit in
komen vergt daarentegen nog veel wijs
heid, overleg en beleid. Duizenden en
nog eens duizenden gezinnen moeten
het echter met minder dan 1000 peseta's
stellen. Dat betekent armoede, honger,
lompen en pantoffels. Arme lui en
dienstmeisjes lopen in Spanje zomer en
winter op dunne pantoffels.
Tenslotte: het Spaanse mirakel. Het
mirakel is, hoe al het door elkaar heen
w-erken en de uiterst lage levensstan
daard, waarop de massa gedwongen is
te leven, nog zovCel representatiefs op
de boulevards, in de parken, de res
taurants en koffie- en wijnbars kunnen
toveren.
In Europa moet men lang zoeken naar
een beter gekleed en verzorgd publiek
dan bijvorbeeld in Madxid. In geen en
kele andere stad zijn zoveel ijdele man
nen en feilloos opgemaakte vrouwen,
gehuld in kostbare zijde. De kinderen,
in hun smetteloos reine pakjes en jurk
jes, gelijken wandelende slagroomtaar
Senora's paraderen trots en zelfbewust,
met de laatste modesnufjes, zwaar be
ringd met goud en zilver. De senorita's
maken de indruk, alsof ze dagelijks naar
een trouwpartij gaan. Zittend op een
terrasje in de José Antonio, dat is
de hoofdstraat, kan men er getuige
van zijn, liefst tussen vijf en zeven.
Daar promeneert Spanje op zijn best,
goed voor elk verwend oog. H.
Y\lERONDER volgt een oproep,
waarop gedoeld werd, in de aankon-
diging, die voorvorige week van be
voegde zijde werd gegeven, omtrent
een initiatief ter verwezenlijking van
de gedachten in de rede van HM. de
Koningin, op 8 Februari 1953 geuit.
„Van heler harte sluit ik mij aan bij
de woorden van onze Koningin na de
ramp van de nacht van 31 Januari op
1 Februari gesproken tot haar volk,
woorden van medeleven en troost,
woorden die haar bewondering weer
gaven voor wat door onze naamloze
helden werd gedaan en voor de zelf
opoffering, waartoe zovelen bereid wa
ren. Zij wees op de eensgezindheid, die
als bij overrompeling zich weer liet
gelden.
Het is naar aanleiding van deze
eensgezindheid, gewekt door deze
ramp, waarvan de zwaarste slag op
Nederland neerkwam, éat ik mij richt
tot de gehele vrije wereld.
Broeders buiten en binnen onze
grenzen. Toen resultaten van mense
lijk vernuft het onheil van de waters
nood niet konden keren, stonden wij
geconfronteerd met onze eigen mach
teloosheid.
Diep bewogen door de nood hebt gij
meteen gehoor gegeven aan het grote
gebod van Christus: „Hebt uw naaste
lief als uzelve". Toen is in de harten
het beginpunt gelegd voor een verbroe
dering der mensheid. Wij ervoeren
toen de kracht,* tevens de bevrijding
die uitgaat van het gevolg geven aan
dit gebod. Tegenover deze kracht
schrompelen vrees en wantrouwen in
een, verdv ijnt zelfs haat.
Deze geest, waarvan de genezende
werking door ons heen is gegaan, kan
niets of niemand ons meer ontroven:
noch mens noch maatschappij, noch
ramp noch chaos. Laten wij in die
geest van verbroedering ons vertrouwen
stellen en daarin voortbouwen voor de
toekomst.
Nu richt ik mij in het bijzonder tot
allen in Europa, die zich vrij kunnen
uiten.
Toen onze dijken bezweken hebt gij
gevoeld: hier wordt een stuk Europese
kust overspoeld, en metterdaad een
Europees saamhorigheidsbesef getoond.
Dit was doeltreffend Christendom,
reëel toegepast op reële nood.
De eenheid in Hem, die werkt en
bouwt aan onze toekomst en Die met
ons is en bij ons is, werd een feit.
Bouwt het verrijzende Europa op, de
ogen gericht op deze hoge eenheid:
maakt er het cement van, dat mensen
en volken samenbindt.
U allen die dit leest nodig ik uit, in
dien deze gedachte bij U weerklank
vindt, daarvan te doen blijken, opdat
wij elkaar leren kennen, ik ben er
zeker van, dat allen bij wie deze ge
zindheid leeft haar in daden begeren
om te zetten.
Wij reiken elkaar de hand en verwel
komen elk initiatief, dat op deze
grondslag reeds is opgebloeid of nog
zal ontluiken.
En nu allen tezamen met dit verwor
ven goed op weg, de toekomst in.
Volgen wij Hem, wiens stem vanuit
onze verbondenheid tot ons spreekt.
WILHELMINA,
Prinses der Nederlanden.
Verzocht wordt betuigingen van in
stemming te zenden aan de secretarie
van H.K.H. Prinses Wilhelmina, afde
ling reacties oproep, paleis „Het Loo",
Apeldoorn.
ALS je weer terug bene in Amsterdam, stuur ons
dan wat „Podia", zei destijds de hoofdredac
teur van dit blad. We z ij n terug in Amsterdam
en daar zitten we met de, indertijd half gegeven
belofte. We zitten ermee, omdat we nog niet
helemaal geacclimatiseerd zijn met Amsterdam.
We (d.w.z. Amsterdam en wij) moeten weer even
aan elkaar wennen. Dat komt wel goed, maat het
moet even z'n tijd hebben.
Inmiddels bleef Amsterdam Amsterdam. Nog
steeds het legioen der tienduizenden tot arbeid
gedoemden, die tussen acht en negen uur in de
morgen zich via het Centraal Station op Amster
dam werpen. Onze ouders en aanverwante op-
voeders leerden ons immer, dst de arbeid een
zegen was Deze stelling zagen wij nooit opgaan,
bij het zien der tienduizenden van de Ochtend-
patrouille Wij vinden het legioen maar triest.
Geen enkele ervan juicht tussen acht en negen.
Dezelfde stoplichten. Dezelfde krantenverko-
Ders met dezelfde kranten. Alleen de koppen zijn
anders Dezelfde trams, dezelfde bestuurders.
Alles hetzelfde en nogal vervelend. Ook het
meisje van lijn 5 is er nog. Ook vervelend.
Eh.... neen, om heel eerlijk te zijn. Maar dat is
een andere zaak.
De stad Het Damrak, goor en grauw, klam
van mist en nat van regen. Dezelfde winkels met
vrijwel dezelfde artikelen. Het Rokin: andere
beroemde schilderijen in dezelfde dure antiqua
riaten We hebben dat soort schilderijen altijd
willen kopen, maar stelden de aankoop uit, van
jaar tot jaar. We hebben zojuist de leeftijdsgrens
gepasseerd waarop een mens een aanzienlijke
hoeveelheid illusies afschrijft. Dat soort schilde
rijen zal nooit onze wanden sieren. Het zal altijd
bij reproducties blijven. Van de Arenlezers tot
en met de brug van Avignon. Maar ten slotte
moet ook de reproductie-industrie bestaan, niet-
VaAllemaal dezelfde broodjeswinkels met alle
maal hetzelfde soort kauwende mensen. Kauwen
de mensen zijn niet schoon om aan te zien. Dat
ervaren we pijnlijk, als we ons, die eerste mid
dag, zélf zien'kauwen in het brutale chroomstaai
van' een stadsruifje. Wij behoren (willen althans
behoren) tot hen die zeggen: ik lach om de
massa, ik behoor niet tot dezulken. Maar al kau-
wend vormen we een onvervreemdbaar onder
deel dier massa. Dit vast te stellen is dan op
nieuw een deprimerende ervaring.
We voelen ons vreemd, die eerste dag in Am
sterdam. We moeten even wennen aan al dat
oude en vertrouwde. Aan de Breitner-paarden
vóór de brouwerijwagens. Aan het stof en spin-
•rag in de etalage's van de Spiegelstraat-winkels.
Aan het vervloekte verkeer, dat we ontwend
waren. Omdat iedere autobezitter iedere voet
ganger beziet als een curieus doch overbodig en
irritant ding, dat men het beste zo snel mogelijk
moet ausradieren. Ik stak enkele weken gele
den, in het hart van Kopenhagen, een moordend-
drukke boulevard over. Een agent had me ge
zegd, dat ik dit best kon doen zonder aan maka-
bare gevolgen te denken. Ik deed het en ziet,
mijne vrienden! Alle auto's stopten. Ik luisterde
verlegen naar de vervloekingen, die zouden
komen uit alle ruiten van alle auto's. Er kwam
er niet één! Die dag, dat uur, beleefde ik de
meest grootse, de volledige glorie van de voet
ganger. Wij hebben dus nog bestaansrecht! Hoe
lief zal mij Kopenhagen blijven!
Vanmiddag stak ik de Vijzelstraat, bij de Munt,
over. Ik geloof, dat ik een kleine verkeersfout
maakte. Wat mij toegeroepen werd zou, bij her
haling, het papier van het vunzigste boulevard
blad doen blozen. Laat staan van d i t blad!
Tegen de avond werd het anders. Toen kwam
het licht. Toen werd Amsterdam weer Amster
dam. Wat is Amsterdam zonder schemering,
zonder clair obscuur, zonder de kolking van
duizend schaduwen in duizend nauwe straten en
stegen! Ineens walen we er weer. We waren
thuis en voelden ons gelukkig. Alle mensen wer
den onze vrienden. De muzikant op het Leidse-
plein, wiens onthaarde strijkstokje nog steeds
bezig was een mager en dun Tosselli-serenadetje
uit de snaren te peuteren. De zwaarmoedige kell-
ner in het ouderwetse café, wiens jongste zoon
óók de bof gekregen had, toen de oudste herstel
lend was (beide feiten vonden negen maanden
geleden plaats, doch werden mij alsnog mede
gedeeld). De taxi-chauffeur, die vond dat de
tijden alsmaar slechter worden, de belastingen
hoger en de tips lager. De klerk op het Post
kantoor, die er nog net zo onpersoonlijk en
gummi-achtig uitzag als driekwart jaar geleden,
maar die er ten slotte óók niet voor z'n plezier
staat. En.... hoe lang al! En.... hoe lang nog!
QOED, oud. bekend Amsterdam! Met je modder
en je mist, met je groezelige grachten en stin
kende steegjes. Met je geur van burgerlijkheid
en fleur van metropool! Met je moderne lelijk
heid en ouderwetse aristocratie. Met je kunst
bloemen in aat gestroomlijnde Nieuwedijk-zaakje
en met de onbeschrijflijke verrukking van de
eerste geuren uit de eerstaangevoerde mimosa:
door een paar grove werkmanshanden aangebo
den aan wie een paar stuivers over heeft voor
een half-verdroomde herinnering aan een idylle,
ergens aan een blauwe kust van een niet zo heel
ver land.
Zó is Amsterdam: in de vallende avond bij het
Centraal Station, geurend naar mimosa en verse
drukinkt van de stadsedities: naar stilstaand
grachtenwater en vertrapte modder; naar de
penetrante aromen van de beste tabakken van
Virginia, gerookt door jonge Amerikanen, voor
wie Amsterdam pretcentrum is; naar croquetjes
en saucijzenbroodjes.
Wie niet geïnspireerd wordt door zoveel goede
geuren, zoveel licht en zoveel schaduw, die zal
daar nooit geïnspireerd worden. Wij werden het
die dag. En we zullen u er nog over schrij
ven. vrienden. Omdat ten slotte dit Amsterdam
méér is dan alleen maar stad, méér dan alleen
maar metropool Véél meer: namelijk hart van
Holland.
r\E WOORDEN die hierboven gefchre-
L' ven staan, zijn ontleend aan M»t-
theüs 27 39.
Laster is wel het meest venijnige en
meest giftige van alle wapenen, die on
der mensen gehanteerd worden. Het is
smaad. Smaad tegen beter weten in, die
ten doel heeft iemands goeden naam te
schenden of de persoon te benadelen.
Men doet dat dan door schandelijke
dingen, strijdig met de waarheid, van
hem te vertellen en rond te strooien.
Meestal geschiedt dit in het verborgen
en achter de betreffende persoon zijn
rug. Soms evenwel, neemt de laster nog
pijnlijker vorm aan, doordat de laste
raar alle schaamte van zich afschuddend
zich niet ontziet iemand onware en
valse beschuldigingen in het openbaar
voor de voeten te werpen en In het
aangezicht te slingeren om zo zijn
goede naam en eer door het slijk te
sleuren.
Dat is het allerergste.
En dit allerergste nu, is met Jezus
geschiedt op Golgotha, toen Hij hing
te verbloeden aan het kruis.
En nu leert de levenspractijk, dat
bijna ieder mens, vroeger of later, van
de laster te lijden krijgt. En die het
ervaart en ondergaan moet, voelt da
pijn ervan. Te verwonderen valt dit
niet. Wij zijn zondige mensen. En door
onze val in zonde zijn wij de vader der
leugen toegevallen.
Maar Jezus heeft daaraan geen deel.
Hij heeft nooit zonde gedaan.
Hij is de waarheid zelf.
En er is nooit bedrog in Zijn mond
gevonden.
En toch is juist tegen Hem de laste
ring in haar afschuwelijkste vorm los
gebroken.
Terwijl Hij voor de zonde lijdt en
sterft, breekt de zonde tegen Hem los
in haar. meest weerzinwekkende open
baring.
Men beschuldigde Hem van, en ver
oordeelde Hem ter dood o m iets dat
Hij nooit had gezegd of gedaan. Ja, dat
Hij zelfs nooit had willen doen.
Nooit was het Zijn bedoeling geweest
om de tempel te Jeruzalem af te bre
ken en nooit had Hij gezegd dit te
willen doen. Integendeel was Hij steeds
voor de heiligheid van het Huis Zijns
Vaders opgekomen. En zij, zijn beschul
digers, waren de ontheiligers van de
tempel. Zo verwijten zij Hem hun eigen
zonde en verdraaien Zijn woorden tegen
beter weten in.
Hij, die nooit zichzelven maar altijd
anderen heeft verlost, wordt nu daarom
gesmaad. Hij, die Zijn macht nooit aan
wendde om te verderven, maar altijd
om te behouden, wordt nu getart, om te
doen wat Hij wel zou kunnen maar niet
wil.
En waarom wil Hij niet? Daarom,
omdat Hij een eeuwige verlossing te
weeg wilde brengen.
Om die eeuwige verlossing teweeg te
brengen voor u, liet Hij zich honen en
bespotten en lasteren aan het kruis. En
in die laster proefde Hij al de bitterheid
der zonde.
Daarom was die laster zo satanisch.
Ge moet echter niet zeggen, dat die
mensen daar vóór en rondom het kruis
dat alles zó hebben doorzien. Ook hier-
van geldt het woord van Jezus: „Zij
weten niet wat zij doen."
De eigenlijke aanvoerder in dit gru
welijk bedrijf is Satan En hij weet het
wél. Daarom was dit lijden voor uw
Heiland ook zo zwaar.
Zó moet gij het zien. Zó moet gij het
u indenken.
Nee, niet om medelijden voor Jezus
op te wekken. Dat heeft Hij niet nodig.
Dat staat Hem maar in de weg, en het
verhindert uw geloof.
Het was juist Zijn medelijden met u,
met zondaren, dat Hem ook dit offer
deed brengen.
Als gij dat ziet dan vindt gij in Jezus*
verzoeking, in de aanvechting waarmede
Satan in deze bangste ure der wereld
op Hem aanviel, ook troost in uw ver
zoekingen. Want Satans listen zijn nog
dezelfde. En al zijn uw verzoekingen
van verre niet gelijk aan wat Jezus
moest doorstaan voor u, toch spaart
Satan ook u niet.
En dan is dit de troost, zelfs in uw
hoogste aanvechtingen, dat uw Here
voor u overwonnen heeft, en u sterkt,
en door uw verzoekingen heen, tot de
overwinning u wil voeren.
Ds v. d. KN. Den Helder.
Het Duitse episcopaat heeft in een
herderlijk schrijven over de nieuwe
huwelijkswetgeving zijn grote be
zorgdheid over het groeiende gevaar
voor het christelijke gezin uitgespro
ken. De Westduitse regering wil
namelijk aan man en vrouw in het
huwelijk gelijke rechten toestaan.
Daartegen kanten zich de R.K. bis
schoppen. Zij menen, dat hier een op
zichzelf juist beginsel verkeerd wordt
uitgelegd.
,.,'Wle lu principe de verantwoorde
lijkheid van de man en vader als
hoofd van het huwelijk en van het ge
zin loochent, stelt zich daarmee tegin-
over het Evangelie en de leer der
kerk. Gelijkheid van rechten sluit al
lerminst uit, dat er juridische ver
schillen bestaan in de plaats van man
en vrouw in huwelijk en gezin. Derge
lijke verschillen vloeien voort uit de
natuurlijke wezenskenmerken van
man in vrouw", aldus de bisschoppen.
Zij protesteren voorts tegen het ont-
£uTdat kerkelijke huwelijk
burgerlijk huwelijksrecht niet
wordt erkend. Ook maken zij er be-
tégen, dat gehuwde vrouwen
steeds meer worden gedwongen uit
merken te gaan, doordat het inkomen
van hun man te laag is. De bisschop
pen zijn van mening, dat de economi
sche orde zodanig dient te worden ge
wijzigd, dat de gehuwde vrouw zich
geheel aan haar gezin kan wijden.