Structuur van zware kleigronden wordt door natrium bedreigd een Kasteel Nijenrode huisvest school voor „doe-jongens' Verzilting kan door afsluiten van zeegaten worden tegengegaan de Persoonlijkheidsvorming staat op de voorgrond bij opleiding voor het bedrijfsleven ZWARE BEMESTINGEN MET GIPS GEVEN GOEDE RESULTATEN De leerlingen zijn afkomstig uit alle maatschappelijke kringen Diepe grondbewerking uit den boze \VIJ ZIJN ER van overtuigd, dat er ,n°S zeer vele andere voordelen zijn. behalve de bovengenoemde, doch tegenover staat ook een aantal hor» .we,1<e echter niet liggen op n terrein van de landbouw, als wel tpr terrein van het verkeer te wa- r op het terrein van de visserij en de mosselkwekerij. A VI Fotokranten leverden vier ton voor NRF op Ook voor gerepatrieerden kleding beschikbaar Slechts 5 tot 8 procent va't in eerste jaar al DONDERDAG 19 MAART 1953 Landbouwkundige overpeinzingen bij de overstromingsramp tr* Ar. J-JET ONUITSPREKELIJKE LEED, dat op dit geslacht van de bevolking uit de rampgebieden is gaan drukken, door het smartelijke verlies van één of meer van de hunnen, wordt nog verzwaard door een enorme materiële schade. Hoe groot die schade wel is, is nog met geen benadering te zeggen. Dit staat 'echter wel vast, dat de boerenstand de zwaarste klappen heeft gekregen. Duizenden hectaren zeer vruchtbaar land zijn in één nacht verworden tot even zovele ver- zilte gronden. Duizenden stuks vee gingen verloren in de golven, landbouw machines werden zwaar beschadigd, schuren, opslagplaatsen en woonhuizen wer den vernield. In één nacht ging veelal het werk van generaties verloren. In de eeuwige strijd met het water hebben de bewoners van de lage landen bij de zee een tijdelijke nederlaag geleden. Het getuigt echter van een onkreukbare moed, wanneer men direct na de ramp al weer hoort spreken van het verlorene terug winnen, ja zelfs van nieuwe veroveringen op de zee. Aangespoord door de ervaring, dat de nieuwe moderne waterbouwkundige werken de combinatie van deze enorme storm en springvloed hebben getrotseerd, maakt men zich op, tot hernieuwde studie van de verkorting onzer kustlijn onder leiding van de commissie Maris. QNZE ZEEKUST is trouwens in de loop der eeuwen reeds voortdurend verkort, waardoor zich in het Wes ten des lands een sterk florerende land- en tuinbouw heeft ontplooid. In de 13e eeuw hadden onze voor ouders een geweldig lange zeekust te verdedigen. In het jaar 1810 was deze nog 1840 km en in 1940 nog slechts 1383 km. Vooral de afsluit dijk bracht een grote verkorting van onze kustlijn. Maar dit getal van 1383 km kan nog aanzienlijk verlaagd worden. Hoe uiteindelijk het verloop van onze Westkust zal worden, zal gro tendeels afhangen van de adviezen welke gegeven zullen worden door de Commissie Maris, welke commissie onlangs door de minister van Verkeer en Waterstaat werd geïnstalleerd. Het eventueel afdammen van de zeearmen in het Zuid Westen van ons land is één der belangrijkste proble men, welke de genoemde Commissie in studie zal nemen. Dit afsluiten van de zeegaten (ook tussen de Waddeneilanden) is een volksbelang in het bijzonder. Hoewel men er in bevoegde kringen van overtuigd is, dat deze verkor ting van de zeekust technisch wel uit te voeren is, verdiept men zich voor alsnog (en zeer terecht) in de con sequenties, welke een dergelijke uit voering met zich meebrengt. Voordelen. MENSELIJKERWIJZE gesproken zou de laatste overstromingsramp niet voorgekomen zijn, wanneer de zeegaten in het Zuid-Westen van ons land afgesloten waren geweest door moderne dijken. Juist in deze zeoga- ten krijgt men bij Wester-storm een zeer hoge opstuwing van het water. De kans op overstromingen met zeewater wordt kleiner indien de zee gaten worden afgedamd. Het water, dat dan bij vloed vanuit het Noord- Westen door de storm wordt opge stuwd in de „trechter" tussen Enge land en de Europese Westkust, zal dan in sterkere mate zijn uitweg moe ten zoeken door het Kanaal. Een ander voordeel speciaal voor de landbouw is gelegen in het feit, dat men door het recht trekken van de kustljjn, minder last heeft van verzil ting der landbouwgronden. Onze landbouwgewassen worden mede door struetuurbederf van de grond zeer nadelig beïnvloed door een te hoge concentratie van keukenzout in het grondwater. Het keukenzoutgehalte van het Noordzeewater is hoog. Door kwelwater, dat steeds onder de dij ken doorsijpelt, wordt dan ook jaar lijks grote schade aan cultuurgewas sen toegebracht. Verkorting van deze zeedijken kan «eze keukenzoutvergiftiging aanzien lijk beperken. Bovendien krijgt men door afdamming van de zeegaten de beschikking over zoetwater bassins, waardoor waterbeheersing in de pol- aers gemakkelijker wordt (geen ge- toen meer) en de droogte- en zout schade beter kunnen worden béstre den. Ook kunnen deze zoetwater bek Kens uitstekend dienst doen als re creatieoorden (watersport voor bin nen- en buitenlandse toeristen). Nadelen Bovendien zullen door de verkor- *Aan °dze kustlijn de getypn op u, Note rivieren waarschijnlijk hoger do „iT' zodat er dan meer zorg aan steed za' moeten worden be- VlakLt* de„laatste jaren grote opper- setvo i cu'tuurgrond voor de voed- limri, ,enln£ van ons dichtbevolkt.' verloren gaan door stadsuitbrei dingen, recreatieoorden en voor aan leg van wegen en waterlopen, is het noodzakelijk, dat wij ook in een ver sneld tempo cultuurland aan de zee ontrukken. Tot nog toe gebeurde dit (afgezien van de Zuiderzeewerken en enkele an dere inpolderingen) door bevordering van de aanslibbing vanuit zee (kwel ders). Door de hoge vlucht, die de techniek de laatste 25 jaar gemaakt heeft, is het thans mogelijk om stuk ken zee in te dijken en daarna het ingedijkte zoute water weg te malen. De drooggemalen zeebodem moet dan eerst nog ontzilt worden vóór het cul tuurgrond is. Daar nu een van de grootste mate riele schadeposten van de overstro mingsramp gevormd wordt door de verzilting en het daarmede gepaard gaande bederf van de structuur van de zeekleibodem, zullen wij dit probleem thans nader beschouwen. Stopverf ^OALS EEN IEDER bekend is, heeft het zeewater een hoog zoutgehal te (3.3 pet). Vooral het gehalte aan keukenzout is erg hoog (2.57 pet). Dit keukenzout bestaat uit twee elemen ten n.1. natrium en chloor. Cloor is een stof. die giftig werkt t.a.v. verschil lende gewassen. Vooral aardappelen zjjn hier zeer gevoelig voor. Natrium is 'n stof, die een klei grond, welke voorheen een mooie luchtige kruimelstructuur bezat, ver andert in een taaie stopverfachtigc massa. Een z.g. natron-klei wordt in een droge periode hard als 'n kei, en in een natte periode, wil het wa ter er niet doorzakken, en zelfs bij één regenbui verandert het bovenste kleilaagje in een spiegelgladde smeer boel. De nadelige gevolgen van een over stroming met zeewater zijn dus voor namelijk terug te voeren op het hoge keukenzoutgehalte van dit water. Het keukenzout verandert de normale kalkkleigror.den in natron-kleigron den, welke totaal ondoorlatend zijn. Vooral de zwaarste kleigronden, welke veel absorberende stoffen be vatten en dus een sterk vermogen hebben om natrium vast te leggen, ondervinden de meest nadelige gevol gen en tonen dit nog jaren na de overstroming. Normale klei heeft een kalk-na- tron-verhouding van pl.m. 13:1, doch op het in 1944 geïnundeerde Walche ren kwamen kleigronden voor met 'n kalk-natronverhouding van 3 1. Dus veel te veel natron in verhouding tot kalk. Kort na de overstroming (vooral 't eerste jaar) merkt men nog weinig van structuurverval, doordat het zout gehalte van het bodemvocht dan nog hoog is. Dit houdt n.1. de mooie rulle kruimelstructuur nog een tijd in tact. Gipsbemesting. MA HET WEGMALEN van het zee water spoelt het keukenzout door het regenwater betrekkelijk snel uit. De schadelijke werking van te hoge zoutconcentratie in het bodem- vocht laat zich dus niet zo lang gel den, maar het is vooral de ontstane natronklei, die nog jaren lang van de boer zweet en tranen vergt. De uiterst ongunstige stopverfstruc tuur der overstroomde kleigronden is het best te verbeteren door zware be mestingen met gips (3000-8000 kg per hectare). Dit is een kalkmeststof ge bonden aan zwavelzuur, waarmee men na de inundatie van Walcheren zeer goede ervaring heeft opgedaan. Het herstel van de structuur wordt hierdoor sterk versneld, hetgeen te verklaren is doordat de kalk uit deze meststof de natron uit het klei-hu- muscomplex verdringt. De verdron gen natron vormt nu een oplosbaar zout met het zwavelzuur en spoelt door het regenwater nu gemakkelijk uit. Een gipsbemesting is verre te verkiezen boven een andere kalkbe- mesting, omdat door het er in aan wezige zwavelzuur de pH van de grond niet zo sterk oploopt, terwijl de kalk uit gips de natron beter ver dringt dan de kalk uit andere mest stoffen dit doet. Geboden. J7EN DIEPE grondbewerking kan de structuur voor jaren bederven. De ervaringen op Walcheren hebben o.a. geleerd: 1. Het eerste jaar moet de gTond slechts oppervlakkig worden losge maakt. 2. Ook in de volgende jaren blijven vele percelen nnj- gevoelig voor een diepe grondbewerking. 3. Voor een goede onkruidbestrij- ding is het soms nodig dat geploegd wordt. Dit dient dan ook zeer ondiep te geschieden. 4. Door de stopverfachtige struc tuur kunnen zware machines een nog jaren later zichtbaar structuur- bederf geven. 5. Het is van belang de afwate ring goed in ordP te hebben. De af watering door sloten en drain-reek- sen moet zo spoedig mogelijk ver zorgd worden. Dit bevordert n.1. de snelheid van ontzilting. 6. Met de bewerking van de grond moet gewacht worden tot deze droog genoeg is. 7. Diepwortelende gewassen voor al lucerne bespoedigen de ontzilting, en werken structuurverbeterend. 8. De lichtere kleigronden herstel len zich sneller dan de zwaardere, vooral omdat de aanslag van de lu cerne hier beter is, maar ook doordat de natron hier in minder sterke mate gebonden wordt dan op de zwaardere kleigronden. 9. Bieten vormen een gewas, dat als eerste verbouw na de overstro ming een goede kans van slagen heeft. Wanneer deze punten goed in acht worden genomen, en wanneer men zich zo goed mogelijk houdt aan de adviezen van de Landbouwvoorlich- tingsdienst, dan zal de oogstderving door structuurverval in de komende jaren zo goed mogelijk beperkt kun nen worden. HONDERD VIJFTIG duizend ha vruchtbare cultuurgrond werd door de ramp tijdelijk bedorven. Dit is een oppervlakte van viermaal de N.O.- Polder. Dat dit een terugslag zal geven op onze agrarische productie valt niet te betwijfelen. Door bidden en werken zdl echter ook na deze ramp ons boerenvolk in de getroffen gebieden weer herleven. Fn in het verschiet doemt voor ons het beeld uit „De Vlasaard" van Stijn Streuvels, het beeld waarbij de boer met zijn zoon over de vruchtbare ak kers loopt en dan zegt hij tegen die zoon: „Voel je het, de akker zucht naar vruchtbaarheid. Dat kunnen wij boeren alleen maar aanvoelen". - - BPi. m pk- i ■BW - KS K t - BK - B i Spil v i i kifi"'tfêm r -r -i-1 J - h 4- Mi ÉÉP:> aHI »A. ffiS ilÉ£ISI imm -■ pU 'Aj. W-V'tvi; - 5-> „Ik heb in alle dingen ruste gezocht, maar die nergens gevonden dan in een hoekje met een boekje". Thomas a Kempis) Gisteren heeft Prins Bernhard als voorzitter van het Nationaal Rampen fonds een chèque van f 161.000.in ontvangst genomen, zijnde as opbrengst van de Franse foto-editie van de over stromingsramp, die het dagblad „Het Vaderland", in samenwerking met het Franse blad „France Soir" in Frankrijk had verspreid. Ook in Engeland, Bel gië, Denemarken, Italië, Noorwegen, IJsland en de Ned. Antillen werd deze bijzondere uitgave, in combinatie met landelijke dagbladen, verkocht. Men verwacht, dat de totale opbrengst vap deze fotokranten minstens f 400.000.— zal bedragen. Het Centraal Comité voor Kerkelijk en Particulier initiatief voor Sociale Zorg heeft ten behoeve van gerepatri eerden, uit de overtollige goederen, welke aanvankelijk waren bestemd voor het rampgebied, een flinke hoe veelheid ontvangen via het Roode Kruis. Uitreiking aan gerepatrieerden (gratis) zal na 1 April over het gehele land geschieden. Men wende zich daar toe tot de CCKP-vertegenwoordiger in woonplaats of ressort. (Van onze speciale verslaggever) QUD ADEL1JK GESLACHT, GELDNOOD, befaamde kunsthandelaar, ge fingeerde schilderijendiefstal. Dat waren in de dertiger jaren de trieste elemen ten van een geruchtmakende affaire rond het ongenaakbaar Kasteel Nijenrode aan de Vecht, waarmee dit eeuwenoude en schoon gerestaureerde bouwwerk plotseling zo'n ruime bekendheid kreeg. Sindsdien bleef de aandacht gevestigd op dit naar men wel eens zegt mooiste slot van Nederland. Eerst door het ge rucht, dat het persoonlijk eigendom van Göring was geworden, en na de be vrijding door het bepaald aangenamer bericht der vestiging in het kasteel van een Opleidingsinstituut voor het Buitenland, waartoe voorname figuren uit het maatschappelijk leven van ons land het initiatief hadden genomen. „De school voor de doe-jongens" heeft iemand dit thans zeven jaar oude onderwijsinstituut kortgeleden genoemd. En dat is een meesterlijk rake karak teristiek van wat de stichters voor ogen heeft gestaan. Een op de practijk van het leven gerichte opleiding voor jongens, die de kwaliteiten in zich hebben om aanstonds, hetzij hier of in het buitenland, een sleutelpositie te bezetten bij het bedrijfsleven. J7IGENLIJK IS „Nijenrode" de uit drukking van het in onderwijskrin gen reeds geruime tijd levende ver langen ons hoger en middelbaar on derwijs wat meer maatschappelijk te richten. „Het zijn prima wetenschappelijke centra", heeft een Amerikaan kort geleden van de VVest-Europese univer siteiten en inzonderheid de Neder landse gezegd, nadat hjj, terug in Amerika, enige maanden de gast was geweest van een van onze hogere on derwijsinrichtingen. „Maar", zo had hy er aan toegevoegd, „al deze univer siteiten hebben zich op een afschu welijke manier van de levende maat schappij verwijderd". Wie hem hier in Nederland zo ge ruime tijd gekoesterd hadden, kregen bij het lezen van die onbevangen uit spraak het onprettige gevoel een adder gevoed te hebben. Nochtans waren ze, na van de eerste schrik bekomen te zijn, eerlijk genoeg te erkennen, dat er veel waars in de uitspraak school. De uni versiteiten en ook het middelbaar on derwijs hebben zich te veel geïsoleerd van de levenspractijk. Het Onderwijsplan Rutten onderkent dit bezwaar en tracht er wat aan te gemoet te komen. Maar omdat het N.O.I.B. in Nijenrode een veel beperk ter doel nastreeft dan ons hoger en middelbaar onderwijs en niet gebonden is aan tradities, heeft dit instituut veel groter kansen om het goede antwooid te geven. JJET IS BIJZONDER interessant nu na zeven jaar, waarin vele kinder ziekten overwonnen moesten worden, eens te ervaren hoe het instituut in de practijk werkt. En dan is men dus eens een dag te gast op Nijenrode. Men praat met de rector, dr E. B. J. Postma, met de uit vreemde landen aangetrokken taalleraren, en last hut not least met de studenten zelf. Ja, vooral met die studenten zelf, die uit alle delen van ons land naar Nijenrode gekomen zijn en thans in dit internaat een sterke gemeenschap van honderd-vijf-en-ze ventig leden vormen. Men dwaalt met hen langs hun slaapzalen, die sommi gen in een onstuimige bui in de meest letterlijke zin van onder tot boven vol plakten met tiidschriftprentjes van wei nig geklede pin-up-girls. men eet met hen in de gemeenschappelijke eetzaal waar de jongelui zonder bezwaar in trainingspak mogen verschijnen wan neer ze juist tevoren de sportlessen ge noten hebben, men maakt een dispuut mee in een der collegezalen, waar een der studenten rapport uitbrengt over een maand practisch werken "in een gieterijbedrijf, en men praat met deze jongelui, die allen alvorens ze tot deze instelling werden toegelaten scherp ge test worden op hun karaktereigenschap pen. Daar is ruimschoots de gelegen he,i»dJ*oe' want het z'j" de studenten zelf die als onderdeel van hun alge meen maatschappelijke vorming de casten te ontvangen krijgen Zijn enthousiast, deze jongelui voor wat hun opleiding en sfeer geboden wordt? P. K. MISCHKE prima lui ,.nlT ts prachtig", zegt ons de 24- jarige P. K.Mischke uit HaUem, die tot de oudere studen ten behoort, omdat hij eerst zijn mili taire dienstplicht vervulde en aan vankelijk gedacht had in Delft elec- trotechniek te gaan studeren. „Nog in niets is me het leven en werken hier tegen geval len. Onze eigen vereniging „De Nieuwe Compagnie van Verre" neemt hier een zeer belangrijke plaats in. Hierin ben ik assistent van „net collegia van protocol". In plaats van de docen ten leiden wij van dit collegie de gas ten rond. Er komen hier veel gasten. Mensen van allerlei landaard. We wor den er nadrukkelijk op getraind hen in hun eigen taal tegemoet te treden. Het gemeenschapsleven hier is belang rijk. Je hebt te waken voor de eenheid op je kamer, die je met vijf, zes andere studenten deelt. Het leert je rekening houden met je omgeving. De omgang met de leraren is zeer vriendschappe lijk. Het zijn allemaal prima lui". r\IE OMGANG met de leraren, ja, dat hebben we kenmerkend gevonden voor deze instelling. Toen we op de re creatiezolder waren samengekomen, waar onder de hanebalken twee biljarts staan, wierp het gezelschap waartoe wij behoorden allerhande vragen op tegen over rector en aanwezige leraren. Het merkwaardige was, dat cr her haaldelijk studenten opstonden, die ant woordden, of zo de rector reeds een antwoord formuleerde een altijd scherp omlijnde aanvulling gaven. Enige ma len bleek, dat men ook lijnrecht tegen over de mening van de rector mocht staan en dat niet onder stoelen of ban ken behoefde te steken. Voor alles ech ter, de toon waarop men zijn overtui ging kenbaar maakte bleef hoffelijk. Overigens vindt mén een ander blijk van goede relatie tussen leraren en stu denten in het feit, dat twee van de laatsten steeds de 14-daagse stafverga dering van het lerarenteam bijwonen, om mee vorm te kunnen geven aan wat nuttig en wenselijk wordt gevon den in het leerplan. QNWILLEKEURIG vat de mening post, wanneer men zo eens rond neust, dat dit opleidingsinstituut slecnts open staat voor jongelui uit een wei gesitueerd maatschappelijk milieu. „Dat is niet waar" zegt dc rector. „Wel bedraagt het collegegeld f 2750.— per jaar. en komt hier voor de ouders natuurlijk nog een belasting bovenop, omdat de jongens niet zonder zakgeld kunnen en beslist niet buiten het ver enigingsleven kunnen blijven staan. Maar in de practjjk ziet men, dat hier jongelui komen uit alle maatschappe lijke kringen"; 32% studeert met hulp van een renteloos voorschot. Twee jaar duurt de opleiding. Zitten blijven is er niet bij. Blijkt In de loop van een cursusjaar de candidaat niet aan de verwachtingen te voldoen, dan wordt dit zonder omwegen kenbaar ge maakt; 58% van de studenten valt in de loop van een cursusjaar af. Ecu zeer gunstig percentage, wanneer men dit vergelijkt met bijvoorbeeld Ulo <75%) en Hoger Onderwijs (40%). Na beëindiging van de cursus blijft het instituut contact onderhouden niet de studenten. Op grond daarvan weet men, dat allen tot dit ogenblik uilste- kend terecht gekomen zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 9