NA PASEN
Duitse televisie-pioniers zijn ons voor
Iedere avond uitzending
van acht tot tien uur
Williamsburg zet klok terug
Voor het gezin
In twee oude Hamburgse bunkers werd wat groots verricht
Experimentele
stadium werd
zeer spoedig
afgesloten
Een Amerikaans stadje herkreeg zijn
achttiende eeuwse aanzien
Ter overdenking
Snelle telefoonverbinding
met continent
Voorbereiding
Een programma
VJ
En in ons land
INDIEN gij dan met Christus opge
wekt zijt, zoekt de dingen, die bo
ven zijn, waar Christus is gezeten
aan de rechterhand Gods. Bedenkt de
dingen, die boven zijn, niet die op de
aarde zijn" (Coloss. 3 1 en 2).
Het Paasfeest ligt achter ons en het
ligt voor de hand, dat we ons afvragen,
welke stimulans ons leven - al of niet
daarvan ontvangen heeft. Het mensen
leven is immers méér dan het leven van
een plant of van een dier: het is bewust
geestelijk leven! En daarom vindt zulk
een woord: „zoekt de dingen die boven
zijn" weerklank in ons gemoed. Dich
ters en denkers aller eeuwen hebben 't
op vele wijzen herhaald: opvoeders en
jeugdleiders dringen er op aan; ja, ons
eigen hart beaamt het. Bij de ervaring
dat de wereld ons de vrede niet schenkt
die wij nodig hebben; wanneer allerlei
teleurstellingen ons treffen en het eigen
hart verdeeld is, dan geeft zulk een
woord uitzicht, wijst de weg NAAR
BOVEN.
Maarhet is niet zo eenvoudig als
't er uit ziet, want vele machten en
invloeden keren zich er tegen. Paulus,
die deze woorden geschreven heeft be
seft dit terdege, wat blijkt uit wat hij
er op volgen laat: „bedenkt niet de
dingen, die op de aarde zijn". M.a.w.
't gaat niet zo maar vanzelf om de ho
gere dingen te bedenken. De dingen
die op de aarde zijn, liggen ons nader
bij en kunnen maar niet zo opzij ge
schoven worden: niet alleen dat nun
bonte verscheidenheid ons bekoort,
maar ook stellen zij ons hun eisen. We
hebben toch cmze dagelijkse beslomme
ringen en zorgen; we moeten onze
aardse plichten vervullen, voor ons ge
zin zorgen.
Doch dit niet alleen dit is een be
trekkelijk GERING bezwaar tegen het
zoeken der dingen die boven zijn!
ook onze eigen natuur staat ons daarbij
in de weg. Als ge weten wilt wat daar
toe behoort, moet ge de verzen 5 tot 10
van dat hoofdstuk maar eens lezan:
daar worden dingen genoemd (hoererij,
onreinheid, gramschap) die we allen
afkeuren, doch de eveneens opgesomde
„gierigheid en begeerlijkheid" vinden
velen nog zo afkeurenswaardig niet. En
ook al zouden we ze afkeuren, daarom
zijn we er nog niet boven verheven.
Laten we eerlijk zijn: wie is zó ver ge
vorderd, dat gierigheid en zinnelijkheid
hem geen valstrik meer kunnen wor
den?.... Ach, wij zelf zijn te aards-
gezind om 'die roepstem: „zoekt de din
gen die boven zijn" te volgen!
Er komt evenwel nog wat bij. Dit
BOVEN staat niet slechts tegenover het
aardse en tegenover onze lagere na
tuur: er zijn dingen die op zichzelf ho
ger schijnen, hoger heten en toch even
zeer onze menselijke bestemming in de
weg staan. Paulus waarschuwt in de
voorafgaande verzen tegen eigenwillige
godsdienst, wettische vroomheid. Dit is
het geval, wanneer we onze hogere
wensen en onze diepste behoeften op
geestelijk terrein, het gevoel voor mys
terie, de indruk van heerlijkheid en
orde in de wereld tot onze godsdienst
maken. We beelden ons dan in, dat het
hoogste binnen ons bereik gekomen is,
maar in werkelijkheid zijn we nog bin
nen de kring dezer wereld gebleven.
Neen! het zoeken van „de dingen die
boven zijn" ligt niet zo voor de hand
en is ook niet zo gemakkelijk. Daarom
is 't goed ook onze aandacht te laten
vallen op het woord in de Colossensen-
brief, dat hieraan voorafgaat: „indien
gij dan met Christus zijt opgewekt".
Hier noemt Paulus de KRACHT tot
het „boven". En hier ligt ook het ver
band met het Paasfeest!
De Bijbel leert, dat Jezus Christus is
opgestaan (opgewekt uit de doden). Er
zijn er, die de opstanding als FEIT niét
aannemen; voor anderen is zij wèl een
feit, maar voor beide categorieën geldt
de noodzaak om in het leven te tonen,
dat WIJ met Jezus Christus ZIJN OP
GEWEKT. Dat alleen geeft de
kracht om te zoeken de dingen die
BOVEN zijn;, d.w.z. we worden geen
christenen door bepaalde geboden te
houden en ceremonies te vervullen,
door ons allerlei onthouding op te leg
gen of brave mensen te zijn.
PASEN maakt ons tot ANDERE,
NIEUWE mensen.
Ons zoeken van „de dingen die bo
ven zijn" rust nu op onze eenheid met
de verrezen Heer. Zeker, ons leven
blijf een leven van zoeken en
vinden, een leven met zijn hoog
en laag het leven van Paulus
zelf leert ons dat wel („Het
geloof is een onrustig ding", zeide
Luther zeer terecht), maar wie met
Christus is opgewekt, legt zich niet
meer neer bij wat nu eenmaal zó is
(de neerdrukkende macht van de din
gen van „beneden", van al het aardse,
ook van het aardse in eigen leven). Hij
blijft zoeken, worstelend zoeken, dat
vaak BIDDEN wordt. Wie met Chris
tus is opgewekt, heeft een „levende"
God en hij kent het „ware leven".
En ondanks dat zoeken is er RUST.
Want wie zoekt, vindt de dingen die
boven zijn, WAAR CHRISTUS IS.
J. m. Lindeijer.
Hoorn.
Op het ogenblik worden in Groot
Brittanme proefnemingen genomen
met een methode die het de Brit mT-
gelnk maakt een snellere telefoonver
binding met het Continent te verkrij
gen. Er is reeds een z.g vraag"-
dienst, waardoor de telefoonbezitter in
Londen na de letter C O N te he.bben
hthwl en het eewenste nummer te
hebben aangevraagd, met het Conti-
de"Lvln Spre. n' TOnder dat hij eerst
nn m0e- n^etleeeen en wachten,
kwiman HianlPr kan een Londense za-
P»r,T t ,b'nnen negentig seconden met
maakt hit «"hl6"' De nieuwe methode
maakt het echter mogeliik om de tele-
v7, °"r Rehe<"- ,e elimineren
kan ?nnr SZe aut°matische methode
sornmi» L,0n se telefoonjuffrouw op
ook naar„ Pari'^ Brussel en
ook Nederland, rechtstreeks het ge
wenste nummer bereiken.
een miniatuur paardje
In het onlangs te Apeldoorn opge
richte circus Tosca, ciat nog in Dalsen
stond, is gisteren een hengstveulen
van een dwergponny geboren. Het veu
lentje is slechts circa vijfentwintig
centimeter hoog.
ZATERDAG 1» APRIL 19M
rEN BEZOEK AAN DE DUITSE TELEVISIE STUDIO'S in Hamburg
heeft er ons meer dan ooit van overtuigd, dat er van de betrokken
instanties in ons land een ruime blik en snelle beslissingen worden ge
vraagd, wil men met succes tegen het Duitse enthousiasme op dit gebied
optornen en wil men niet een niet meer in te halen achterstand inlopen,
die zich in de toekomst zowel voor de Nederlandse kijkers als voor de
Nederlandse industrie als een ernstige handicap kan doen gevoelen. De
technische kwaliteit van onze televisie, de ontvangstmogelijkheid en de
kwaliteit van enkele programmes van de afgelopen tijd, doen niet onder
voor wat men in Duitsland presteert. Terwijl men bij ons echter na vijf
jaren experimenteren nog confereert en overweegt, hebben de Duitsers na
een experimentele periode van twee jaar de knoop al doorgehakt en de
televisie de mogelijkheden gegeven, die ze nodig heeft om te worden tot
wat zij zo graag wil zijn: een machtig middel tot vermaak en ontwikke
ling van duizenden.
dwijnen. Het hele interview duurde
misschien zeven minuten, maar het
was ongemeen boeiend en interessant.
Maar een man of tien twaalf waren
dan ook een hele middag bezig ge
weest aan de voorbereidingen en repe
tities.
De Duitse televisie is nu al een suc
ces geworden. Begin van dit jaar was
het aantal relaiszenders gestegen tot
zestien, zodat de propgramma's nu in
(Van onze speciale verslaggever)
EN KAN WAARACHTIG NIET ZEGGEN, dat de Duitse televisie
pioniers in het verleden de wind mee hebben gehad. Juist toen zij er
«an gingen denken, met hun experimenten in de openbaarheid te treden, be
gonnen hun politieke bazen te schieten en was er voor televisie geen tijd meer.
Het kwam toen toch nog tot enkele uitzendingen op kleine schaal, namelijk
voor ziekenhuizen, maar de pret was van korte duur, daar bij de eerste bom
bardementen van Berlijn de enige Duitse televisiezender in een hoop puin en
roest werd veranderd. Zo lang de oorlog duurde was in Duitsland de televisie
van de baan. En in de eerste jaren na de capitulatie veranderde de situatie niet.
De industrieën, die de benodigde apparatuur moesten leveren, werden als
„kriegswichtig" gesloten. Pas in 1948 stonden de Britten een bescheiden pro
ductie van televisie-apparatuur toe. In de Britse zone kon de Nord-West-
Deutsche-Rundfunk toen de voorbereidingen gaan treffen voor een hervatting
van de experimenten. Een speciale afdeling van de N.W.D.R. werd ingesteld
en zij nam de draad op, waar deze in het begin van de oorlog was afgebroken.
Met de deskundigen uit die jaren ging men aan de slag. Zij verzamelden een
groepje jonge enthousiaste mensen om zich heen, wie niets te veel was en
die door dag en nacht te werken er in enkele jaren in slaagden Duitsland een
zeer behoorlijke plaats in de televisiewereld te verschaffen en op dit gebied
bijvoorbeeld Nederland voorbij te streven. Het zijn zeker niet de omstandig
heden geweest, waaraan de Duitsers dit succes danken.
AAN het Heiligengeistfeld temidden
van de onafzienbare puinvlakte,
staan twee enorme bunkers, die alle
bombardementen hebben overleefd. De
N.W.D.R. kreeg de beschikking over
ten deel van deze bunkers en van hier
uit worden nu nog de televisiepro
gramma's voor een groot deel uitge
zonden. In 1950 ging het eerste pro
gramma de lucht in. Heel primitief
werkte men, met te weinig deskun
dige technici en regisseurs en met een
gebrekkige apparatuur. Maar men
zette door, drie maal twee uren per
week en de experimentele televisie
werd in Duitsland een succes. Zo'n
succes, dat de N.W.D.R. het al twee
jaar later, met Kerstmis 1952 aan
durfde om een punt te zetten achter de
experimentele fase. Van die tijd af
heeft Duitsland zijn „echte" televisie.
Iedere avond wordt twee uur uitge
zonden (van acht tot tien). Bovendien
worden 's middags nog experimentele
uitzendingen verzorgd en worden van
belangrijke gebeurtenissen directe
reportages gegeven.
t,De televisie kan het gezinsverband
versterken, maar ook de gezinnen uit
elkaar rukken. Dat laatste willen wij
beslist niet", zo zegt men in Ham
burg. „Natuurlijk brengen wij actuali
teiten, maar de hoofdzaak is en blijft
bg ons het verzorgen van familiepro
gramma's.
Het spreekt vanzelf, ook in Duits
land staan cabaret, variété en muziek
op het programma. Men kan daar niet
buiten. Maar toch zijn de intieme pro
gramma's de hoofdschotel. Ze zijn ook
de meest succesvolle uitzendingen.
Het kookpraatje bijvoorbeeld, het
spreekuur van de dokter, het vrou
wenuurtje en de kinderprogramma's
(onlangs een hele kinderoperette)
wekken de meeste reacties. En het
hobby-hoekje is een van de interes
santste en meest geliefde uitzendin
gen. Hierin worden allerlei mensen
®et hobby's op het scherm gebracht.
Men moet gezien hebben, hoeveel
tfld en zorg men besteedt aan zo'n
Uitzending, die slechts enkele minu
ten duurt, om te begrijpen, waaraan
het succes van de Duitse televisie te
danken is. Wij zagen een interview
•het een amateurschilder. De man was
Jhst zijn complete huisinventaris naar
de bnnker gehaald om de kijkers te
'aten zien, onder welke benarde om
standigheden hij moet werken.
Op het scherm zag men niet alleen
sen aantal schilderijen, de twee dames
die de schilder vragen stelden en de
schilder zelf, maar ook de vijf bedden,
die deze in zijn éénkamerwoninkje
heeft staan. De camera's waren uiterst
beweeglijk en liefst tweemaal werd een
stukje film in de uitzending gelast,
hfen zag zo de eerste ontmoeting van
de dame, die het gesprek leidde, met
de schilder (aan de oevers van de Al-
ster) en men zag hem aan het slot zijn
spullen opbergen en in de mist ver
vrijwel geheel West-Duitsland ontvan
gen kunnen worden. Het televisienet
strekt zich uit van Hamburg via
Hannover en Keulen naar Langen-
berg. Men zal het in de naaste toe
komst uitbreiden tot Prankfurt en
later tot Stuttgart en München. Een
constante (en betere) verbinding met
de studio's van Berlijn is een kwestie
van weken.
JN Hamburg, Keulen en Berlijn bezit
de N.W.D.R. thans televisiestudio's.
De hier uitgezonden programma's
worden samengevoegd tot één Duits
programma, waarin echter plaats is
voor eigen locale en regionale bijdra
gen uit de drie plaatsen. Bovendien
zijn er twee reportagewagens in ge
bruik. Een derde wagen is een van de
vurigste wensen van de N.W.D.R.
Foto links boven: Een maquette
van de nieuwe Duitse televisie
studio's. Foto hierboven: Een der
televisiebunkers op het Heiligen
geistfeld te Hamburg.
Het aantal kijkers uitbreiden. Dat
it voor de toekomst van de televisie
het allesoverheersende probleem, in
Duitsland zowel als in Nederland.
Zonder voldoende kijkers heeft men
immers geen financiële basis en kan
men geen programma's verzorgen, die
in aantal en kwaliteit bevredigen. Maar
kier zitten we in die befaamde vicieu-
ze cirkel, want zonder voldoende en
goede programma's zal het aantal kij
kers nooit genoeg toenemen. In Duits
land heeft men deze cirkel radicaal
doorbroken, onder het motto, dat de
televisie toch niet tegen te houden is
en dat het dan maar beter is, de zaak
direct goed op te zetten, zodat men op
dit gebied niet achter andere landen
aan sukkelt, maar zelf de leiding kan
nemen.
Hoe grondig men de televisie aan
pakt moge trouwens blijken uit de
plannen die thans in uitvoering zijn
voor het bouwen van een nieuw stu
diocomplex in Hamburg Lokstedt.
Behalve grote ruimten voor bureaüx
en werkplaatsen voor schilders, tim
merlieden en decorateurs, zal dit ge-
bouwencomplek liefst vier studio's
omvatten, waarvan drie tot één heel
grote ruimte samengevoegd kunnen
worden en de vierde speciaal bedoeld
is als sprekersstudio.
J^ATEN we nu eens zien naar de
siutatie zoals die in ons land is.
Ook hier moet de vicieuze cirkel door
broken worden, wil de Nederlandse
televisie geen doodgeboren kindje
worden. Wat het eerst nodig is om
het publiek tot kijker te maken, is
het uitbreiden van het aantal uitzen
dingen tot tenminste het Duitse aan
tal en het verzorgen van zoveel mo
gelijk actuele reportages. Men zit
echter in Bussum met een veel te
kleine studio-ruimte om het aantal
uitzendingen op te voeren. Dat is het
eerste probleem. Het eerste van vele:
Er moet personeel worden aange
nomen, de apparatuur behoeft uit
breiding en ga zo maar verder. Zon
der geld zullen die problemen echter
nooit opgelost kunnen worden. Men
zal nu spoedig moeten beslissen, of
Nederland televisie zal hebben, ja dan
neen. Iedere dag wachten betekent
dat de achterstand groter wordt.
Voor geld is echter niet alles te
koop. Wil men kijkers, dan zal ook
het geschil over de voetbalreportages
(en niet alleen van interlandwed
strijden) opgelost moeten worden. En
dan nog blijft natuurlijk de handicap
bestaan, die het doortrekken van het
„zuilensysteem" van de radio voor de
televisie ongetwijfeld betekent. Im
mers, met een betrekkelijk beperkte
zendtijd is het uitzenden van een pro
gramma, dat voor een bepaalde groep
bestemd is en dat dus de kijktijd voor
de andere groepen met die uren be
perkt, niet verantwoord.
(Bijzondere correspondentie)
£R BESTAAT in de Verenigde
Staten een grote „honger naar
historie", die zich uit in een schier
oneindige reeks historische romans,
films over ieder feit uit de Ameri
kaanse geschiedenis en een grote ver
ering voor vele historische figuren.
Ook het ons wat overdreven aan
doende respect voor Europese adel,
dat vele Amerikanen kenmerkt, is
hiervan een uitvloeisel. Nu is het ge
makkelijk om deze gevoelens als
typerend te kenschetsen voor een
volk met een, ten opzichte van de
Europese landen, zeer korte geschie
denis en ze te vergelijken met de ge
dragingen van een parvenu, die een
genealoog engageert om zijn afstam
ming van een hoogadellijk persoon
te bewijzen en hem een wapen te
bezorgen. Maar doen wij niet eigen
lijk stuk voor stuk hetzelfde? Praat
niet iedere Nederlander over de
Tocht naar Chatham alsof hij per
soonlijk de ketting heeft stukgevaren,
die de toegang tot Londen versper
deNog erger; de Gevangen Poort
tonen wij aan ieder die maar zien
wil, en waarom is hij zo bekend?
Omdat onze voorouders, waar wij zo
trots op zijn, op die plaats twee van
de begaafdste mannen die ons land
gekend heeft hebben vermoord.
Als dus in de Verenigde Staten een
Rockefeller vele millioenen dollarster
beschikking stelt om een stadje weer
geheel zijn achttiende eeuwse aanzien
te geven, dan zullen wij Europeanen
slechts met jalouzie mogen vaststel
len, dat wij dergelijke dingen ook
graag in zo grote stijl zouden doen.
In plaats daarvan draaien wij ieder
guldentje driemaal om alvorens er
twee kwartjes van uit te geven voor
herstel en onderhoud van de prach
tige monumenten, daterend uit de tij
den dat Amerika nog niet ontdekt was.
Het desbetreffende stadje is Williams
burg. In 1633 gesticht als „Middle
Plantation" werd het in 1699 de hoofd
stad van de Colony of Virginia en
kreeg het de naam van de Koning-
Stadhouder. Het koloniale Virginia
omvatte niet alleen de tegenwoordige
staat van die naam, maar ook West-
Virginia, Kentucky, Ohio, Indiana, Il
linois, Michigan en Wisconsin. Een
enorme uitgestrektheid dus. De gou
verneur, Francis Nicholson, heeft zich
zeer verdienstelijk gemaakt door een
wijde en zeer
fraaie aanleg van
het stadje. Een
grote hoofdstraat
met aan één zijde
het College of Wil-
liam and Mary in
Virginia, op een na
de oudste Hoge
School in Amerika,
aan de andere het
„Capitol", 't groot
ste gebouw in de
koloniale tijd ge
bouwd. Verder het
Paleis van de Ko
ninklijke Gouver
neur, eveneens een
prachtig bouw
werk en een groot
aantal statige en
eenvoudige, maar
fraai geproportion-
neerde huizen. Ten
slotte eén kerk,
„the most impres-
sive monument of
religion in Ame
rica".
In dit Williams
burg kwamen wel
dra de families te
wonen, die later de
aristocratische lei
ders van de revolu-
brengenf6 AlsV°stu- Thomas Jefferson, herbouwde Paleis van de Gouverneur.
denten aan het Wil- Tijdens het toeristenseizoen steken vele burgers zich in
jj,g™ andVcrschenen eeuws postuum en rijden de oude rijtuigen voor.
Thomas Jefferson,
Het op de oude grondvesten, o.a. naar tekeningen van
Het voornaamste gebouw van het College of Wtlliam and Mary, geheei
in oorspronkelijke stijl gerestaureerd.
James Monroe en John Tyler, alle drie
toekomstige presidenten van de Ver.
Staten, terwijl George Washington
kanselier van het College was. Hier in
deze plaats werd de Virginia Bill of
Rights geformuleerd, welke het voor
beeld zou worden voor de Federale
Constitutie.
De regering van Virginia werd in
1779 verlegd naar Richmond, waardoor
Williamsburg in zijn groei werd ge
stoord. Dit is nu een geluk gebleken,
omdat groots uitgegroeide steden on
mogelijk in een 18de eeuwse vorm
teruggebracht kunnen worden.
In 1926 toen in Amerika het 150-
jarig bestaan werd gevierd van de
belangrijke Phi Beta Kappa Society,
n 1776 gesticht in het William ar.d
Mary College, vestigde professor Wil-
iam Arcker Rutherford Goodwin de
landacht van John D. Rockefeller Jr
op de met latere gebouwen vermeng
de overblijfselen van het koloniale
Williamsburg. Hij wist de geldmag
naat er toe te bewegen het herstel
van de plaats in zijn oude staat te fi
nancieren. Men heeft dat zo drastisch
aangepakt, dat alles wat er niet bij-
hoorde is afgebroken. Men heeft de
grondvesten van historische gebnwen
opgegraven en voor de herbouw naar
oude tekeningen opnieuw gebruikt.
Nog bestaande gebouwen zijn geheel
gerestaureerd in hun oorspronkelijke
gedaante. Tot op heden zijn ruim 48
millioen dollar aan dit werk besteed
en men denkt nog een tiental jaren
en 15 millioen dollar nodig te heb
ben om deze museumstad te voltooi
en. Een museumstad echter, die ge
bruikt wordt en wier burgers goede
zaken doen. Want Amerika zou Ame
rika niet zijn, als het niet even mee
deelde, dat de 250.000 jaarlijkse be
zoekers een belangrijke invloed heb
ben gehad op de welvaart in deze
plaats. De belastingschatting der be
zittingen is van 19261940 me' 99%
gestegen en, hoewel men een belas
tingverlaging van 10% had verleend,
steeg de opbrengst met 89%. 6e win-
kelomzetten stegen met niet minder
dan 300%.
Zo reden er dan tengevolge van
het herstel van het 18e eeuwse stadje
in 1940 reeds 100% meer auto's rond
(van de bewoners alleen al) dan in
het moderne Williamsburg van 1926,
hoe paradoxaal dit ook klinkt. Ame
rika is hiermede een merkwaardig
bezit rijk, dat uniek is in de wereld.