grote afstanden De opleiding tot beroepsofficier biedt vele perspectieven Schrijnende armoede gaf echter de revolutionnairen hun kans Barbaarse Mau Mau wil niet praten maar schieten Ruim tweehonderd kilometer reizen voor dansje Cursus op het oude stamslot heeft wetenschappelijke en sportieve inslag Het ontbreekt onze emigranten veelal aan begrip GEZOND IDEALISME IS VEREISTE Tweetal belangstellende ontsiders Kosten der studie zijn niet hoog BRITSE BEWIND BRACHT Australië, land van de VEEL GOEDS IN KENYA f (Van onze correspondent in Kaapstad). HET BRITSE koloniale be wind in Kenya heeft heel wat deugdelijke argumenten tegen over de aanklachten, die de Mau Mau, met de felheid en de eenzijdige overdrijving van Iedere revolutionnaire bewe ging, tegen de regeerders in Londen en Nairobi inbrengt. Het sterkste, meest overtuigen de argument achten de Engel sen zelf, dat Brittannië door zijn medische zorgen en zijn sociale diensten de zwarte be volking in vijftig jaren tijds heeft laten uitgroeien van twee tot vijf millioen en dat door de stichting van 2900 lagere scholen de strijd tegen onkun de en analfabetisme reeds een goed eind gevorderd is. Er zijn voorts opleidingsinstituten voor ambtenaren, er is een school voor vakonderwijs, er is een handelsschool en voor tiental len bekwame jongelui wordt de weg gebaand tot het volgen van een universitaire studie. Een en ander kost tien mil lioen gulden per jaar. Brittannië heeft vrede ge bracht (afgedacht dan van de thans aan de gang zijnde „po litionele actie") in een land van eeuwigdurende stamgevechten, het heeft een deugdelijke rechtspraak ingevoerd, die met het traditierecht der stam men rekening houdt, het heeft ziekenhuizen gesticht („apart" voor blank en zwart), het heeft schepen in de vaart gebracht op de grote meren, het heeft zeehavens gesticht, een mijn wezen gecreëerd, malaria, slaapziekte en sprinkhanen be streden, de binnenlandse vis serij bevorderd, bossen aange plant, nieuwe landbouwmetho den ingevoerd, wegen aange legd en bruggen gebouwd, Kortom: het koloniaal bestuur heeft Kenya uit de staat van primitief barbarisme en diepste onkunde opgeheven tot een nog wel niet hoog maar in ieder geval voor Oostafrikaan- se verhoudingen tamelijk be vredigend peil. HET BRITST', BESTUUR IS ER ECHTER niet in geslaagd, de zwarte bevolking te vrijwaren voor bittere armoede en het blijft weigeren haar, door d e een of andere vorm van kiesrecht, politieke invloed te doen uitoefenen. Dit gemis aan enigerlei politieke medezeggenschap wordt door de kleine kring van ontwikkelde inboorlingen des te sterker gevoeld omdat de immigranten uit India (waarvan er reeds 90.000 zijn.) en de Arabieren wel stemrecht en wèl gekoze n vertegenwoordigers in de Wetgevende Raad hebben. Weliswaar hebben er zes inboorlingen zitting in d e Raad, maar die worden door de Gouverneur be noemd en niet door de bevolking gekozen. En weliswaar is er, onder de leiding van „chiefs", overal in het naturellengebied een grote mate van zelfregering (naar de richtlijnen van het koloniale bestuur) maar de revolutionnaire elementen in de Kikuyu-stam noemen velen hunner stamverwanten, die daarbij functies bekleden, verrader van het volk en collaborateurs. DEZE VY OORDEN ZIJN ONGETWIJFELD misplaatst; vele zwarte leiders, die zich terdege van hun verantwoordelijkheid bewust zijn, zien veel meer heil in een politiek van geleidelijke ontwikkeling onder Engelse bescherming (en desnoods af en toe versneld door het uitoefenen van druk op Londen langs constitutionele weg) dan in een revolutionnaire actie, die diepe bloedsporen moet trekken aan beide zijden van de kleurgrens. Velen van deze gematigde figuren die slechts het waarachtig belang van hun volk beogen zijn reeds door de Mau Mau vermoord. Want de Mau Mau wil niet praten maar schieten, niet onderhandelen maar slaan, niet confereren maar steken, niet wachten maar slachten. Terwijl zij beweert, dat haar leiders genoeg verstand en beschaving heb ben om het volk naar een betere toekomst te leiden, doen die leiders hun volgelingen terugvallen tot het brute barbarendom uit de primitiefste tijden van donker Afrika en handelen zij zó onverstandig als alleen politieke domoren en onverantwoordelijke demagogen doen. GRUWELIJKHEID en domheid zijn de twee voornaamste kenmerken van de Mau Mau, die nu reeds gedurende meer dan zes maanden in Kenya de staat van alarm heeft nodig gemaakt en die het, door haar afgrijselijke daden van geweld, noodzakelijk maakte dat zesduizend man troepen (en een aantal bommenwerpers) uit Engeland werden gezonden voor een tot dusver overigens mislukte poging om rust en orde te herstellen. De Mau Mau wier naam vermoedelijk herinnert aan een der vroegere goden of aan een beruchte roversbende uit de vo rige eeuw is de ondergrondse voort zetting van twee voormalige politieke or ganisaties der zwarte intelligentia, die ge durende de afgelopen twintig jaren tot zekere wasdom kwamen, maar zulk een revolutionnair karakter aannamen, dat de koloniale overheid hen verbood. Jomo Kenyatta, de thans tot zeven jaar dwangarbeid veroordeelde slimme politie ke vos die in Londen studeerde en in Moskou de finishing touch aan zijn oplei ding gaf had in beide organisaties een grote rol gespeeld. Toen zij verboden wer den en hij dus geen instrument meer had voor de openlijke verbreiding van zijn politieke ideeën, dook hij, politiek ge sproken, onder in een nieuwe, geheime organisatie: de Mau Mau. Hij en zijn naas te medewerkers waren onmiskenbaar de braintrust achter de moordende horden, de organisatoren en de propagandaleiders, de generale staf van het leger sluipmoor denaars dat zij zelf zorgvuldig hadden opgeleid. Want sluipmoord was van den beginne af het voornaamste punt op het programma van de Mau Maul GEHEIM SLUIPLEGER. MET GEBRUIKMAKING van het bij geloof der inboorlingen en van hun ont zag voor toverdokters en geestenbezweer ders dat tachtig jaren missie en zending nooit geheel hebben kunnen uitroeien met dwang en intimidatie, met bedreiging en geweld smeedde Jomo Kenyatta (die zijn volgelingen „Brandende Speer" heb ben genoemd) zijn geheime sluipleger aan een. Ieder lid van de organisatie moest een eed afleggen, die hem in alle eeuwig heid bond tot volstrekte zwijgzaamheid, tot absolute gehoorzaamheid en tot gedis ciplineerde medewerking aan het grote doel der Mau Mau: de uitroeiing van alle blanken. Wie de eed verbrak, wie de organisa tie verried, wie tegen enig lid getuigenis durfde afleggen zou gedood worden. En de Mau Mau liet het niet bij dreigemen ten! Haar hand sloeg toe, onontkoombaar er. dodelijk, overal waar iemand zich tegen haar durfde te keren. Vele duizenden Kikuyu's werden ge dwongen deel te nemen aan inzwerings- plechtigheden, hoezeer ook vaak tegen hun zin. En als zij eenmaal de eed hadden afgelegd, dan moesten zij wel in het gru welijk spel van moord en brandstichting meespelen; op zijn minst genomen hadden zij te zwijgen als het graf. Want de eed was bindend tegenover Ngai, de god der Kikuyu's en de zwarte magie, de wraak der toverdokters, zou hen dodelijk treffen zo zij eedbrekers werden. Om nog niet eens te spreken van de messen en hak bijlen der vurige Mau Mau-leden. En wie kon zeggen of niet zijn eigen vader, zijn eigen zoon, zijn eigen broer een geheim lid van de Mau Mau was? TOVERDOKTERS. HET WAS DEZE practijk van eedsaf neming en bedreiging, die vooral in het begin van haar activiteit dat is nu twee jaar geleden de strijd tegen de Mau Mau zo moeilijk maakte. De politie had soms vijf of zes arrestanten, die vrijwel op heterdaad betrapt waren, maar die men, door het plotseling en spoorloos verdwij nen van de getuigen, moest loslaten. Die getuigen waren óf bijtijds vermoord óf in de wilde bossen en bergen verdwenen om rechtszitting, getuigenverhoor ende latere wraak van de Mau Mau te ontgaan. De overheid begon langzamerhand in te zien, dat zij de Mau Mau óók op het gebied van de psychologische oorlogsvoe ring partij moest geven. En als gevolg daarvan hebben wij het nogal vreemde ding zien gebeuren, dat de ambtenaren van Hare Majesteit Koningin Elizabeth II „Verdedigster van het Geloof' op zoek gingen naar toverdokters, die voor geld en goede woorden bereid waren om de Kikuyu's, die tegen wil en dank de Mau Mau-eed gezworen hadden, van die eed te bevrijden! Zulke zuiveringsplechtigheden werden MET DIT DERDE artikel besluit onze correspondent in Zuid-Afrika zijn beschouwingen over de oorza ken van de onrust in Kenya af. Hij beschrijft het vele goede werk van Groot-Brittannië, maar concludeert, dat de armoede der inboorlingen desniettemin bijzonder ernstig bleef. De afgrijselijke wreedheden, die de Mau Mau bedrijft en de eventuele gevolgen daarvan worden met grote belangstelling gadegeslagen door de communistische groepen in Afrika en door een klein aantal vervoomitziende figuren in India. en masse georganiseerd; toverspreuken, geestencontact, geitenbloed en rammelaars kwamen er aan te pas het hielp! De in boorlingen, die de bewerking ondergingen, voelden zich lekker opgelucht en zij waren meteen bijzonder spraakzaam tegenover de politie-autoriteiten, die uiteraard gaar ne bereid bleken om alle mededelingen welwillend aan te horen De Mau Mau incasseerde deze tegen slag en ging voort met het plegen van overvallen op eenzaam wonende boeren, op kleine politieposten, op hutten van „chiefs", op ambtenaren, op mensen die getuigenis hadden afgelegd en op men sen, die er alleen maar van verdacht wer den tegen de Mau Mau te zijn. Bovendien doodde en verminkte het sluipleger vele honderden koeien en schapen van blanke boeren bij nachtelijke, lafhartige overval len op schuren en stallen. Geheel Kenya werd (en is!) een oord van verminking en moord, van afschuw en angst. De politiefoto's van de gevonden lijken en de ver halen over de moordaanslagen zijn zó afschuwelijk, dat ze nooit gepu bliceerd zullen kunnen worden. Zij spreken de taal van barbaars Afrika in zijn slechtst denkbare vormen! DONKERE TOEKOMST. ALS DE LEIDERS van de Mau Mau gedacht hebben door deze bloedige ter reur het Britse koloniale bewind omver te kunnen werpen, dan getuigt dat slechts van hun infantiliteit. Ik geloof echter, dat hun terreur, door ondisciplinair optreden of door het voorbarig bekend worden an de plannen, niet de kolossale omvang en niet de bliksemsnelle trefkracht heeft kun nen bereiken die zij beoogd hadden. Zij hebben, naar men thans uit allerlei ge gevens kan afleiden, een totale opstand willen voorbereiden. Dat is mislukt. En daardoor is het werk van de Mau Mau hoeveel bloed er ook nog zal vloeien aleer zij totaal verslagen is in wezen óók reeds mislukt. Want de regering zal, hoezeer zij ook getalmd en geaarzeld moge hebben in het verleden, thans niet kunnen en niet willen rusten voor het kwaad met wortel en tak uitgeroeid is. Het geleidelijk uiteenslaan van de orga nisatie zal intussen niet betekenen, dat de toestanden, waartegen zij zulke bloedige protesten aantekende, verbeterd zijn. De armoede, de onrust, het wantrouwen en de haat zullen voortkankeren zolang de economische en sociale toestanden niet verbeterd zijn. Kenya heeft méér nodig dan zesduizend soldaten en een groep bommenwerpers. De zwarte massa, die van haar extremis tische leiders geleerd heeft dat zij bestolen en ontrecht werd, vraagt arbeid en brood en een toekomst. Zal Groot-Brittannië die arbeid, dat brood en die toekomst kunnen verzekeren? Wie durft die vraag bevestigend te be antwoorden met het feit voor ogen, dat de mogelijkheden in Kenya beperkt zijn en dat de zwarte bevolking zich over veertig jaar opnieuw verdubbeld zal hebben? De waarheid is veeleer, dat de toekomst don ker is. RUSLAND EN INDIA. TWEE OUTSIDERS zijn er bij dit dra ma van mislukking en armoede, die de ontwikkeling met gretige belangstelling gadeslaan: de Afrikaanse agenten van vre desengel Malenkof en de bewindhebbers in India, die reeds 490.000 mensen uit hun overbevolkte land een bestaan zagen vinden in een der gebieden aan de Oost kust van Afrika. De 90.000 Indiërs in Kenya hebben zich goede posities verwor ven in de Britse regeringsdienst (als ge op het vliegveld van Nairobi aankomt waant ge U in New Delhi, want vrijwel alle of ficials zijn Indiërs!), in het hotelwezen, in allerlei beroepen en op de meest uit gebreide schaal in letterlijk geheel de handel, engros en detail. Het gaat de In diërs uitstekend, hun aantal, hun invloed en hun vermogen neemt ieder jaar toe. Het internationale communisme en het ontwakende Afrika-imperialisme van het nieuwe India ontmoeten elkaar, zoals over al aan de Oostkust van Afrika, ook in Ke nya. Zij vechten hun ondergrondse voor postengevechten uit op de magere ruggen der arme inboorlingen. En Groot-Brittan nië is voor alle betrokken partijen de zon debok, wiens roeping het althans naar hun inzicht behoort te zijn in de woes tijn te worden gejaagd. In Londen denkt men daar in het algemeen anders over. En da^ is, bij al de huidige onrust in Kenya en elders in Afrika, een geruststel lend teken voor allen die beseffen, dat Europa en Afrika in de wereld van mor gen hoogstwaarschijnlijk op méér gebie den dan het economische alleen eikaars complementen zullen hebben te zijn. (Van onze correspondent) WANNEER IN NEDERLAND IEMAND uit Den Helder naar Amsterdam gaat om te dansen, wordt hjj door de goegemeente al raar aangekeken. Doeh hier in Australië reisde het afgelopen weekeinde een autobus vol met meisjes ruim twee honderd kilometer en natuurlijk weer ruim tweehonderd kilo meter terug om een avondje te dansen met de meisjes volkomen onbekende jonge mannen. Natuurlijk gebeurt ook hier zoiets niet alle dag. want zelfs de dagbladen Ui Sydney wijdden een stukje aan die meisjes uit de federale hoofdstad Camberra, die een dergelijke reis gingen ondernemen uit Coema, het centrum van de grote hydro-electrische werken, welke in de Sneeuwbergen van Nieuw Zuid Wales in uitvoering zyn. Maar dit vermeldenswaardig voorval toont toch wel opnieuw heel duidelijk, dat men hier in dit enorme werelddeel heel andere begrippen van afstanden heeft dan waarmede de gemiddelde immigrant uit Europa hier aankomt. MET SPREEKT EN schrijft in Neder land veel over de noodzaak voor aspi rant-emigranten om zich van tevoren goed bewust te maken van de andere toestanden, welke zij in de nieuwe we reld zullen aantreffen. Helaas geloven de meeste aspirant emigranten het wel en doen helemaal geen moeite zich tevoren In die toestan den in te leven. Met als gevolg, dat *U hier na aankomst doorgaans erg schrik ken en het moeilijk vinden zich aan te passen. Hetgeen In de meeste gevallen vooral voor de vrouwen geldt. Natuurlijk behoeft men niet onmid dellijk ruim twee honderd kilometer te gaan reizen om eens te kunnen dansen, doch men moet er wel degelijk rekening mee houden, dat men heel wat meer in trein en bus moet zitten dan men dit in het oude land gewend was. Wanneer een emigrant naar Sydney gaat, heeft hij zo het idee, dat hij net als in Amsterdam, Rotterdam of Den Haag in de stad zal komen te wonen en dus hoogstens een trammetje zal moeten pakken om die oude kennissen, die vroe ger twee straten verder woonden, eens te gaan opzoeken. Niets is echter minder waar. Wil deze emigrant ten koste van alles in een grote stad gaan werken dan moet hfj er rekening mee houden, dat hij wil hij geen kapitalen aan huur uitgeven zeker een uur van zijn werk komt té zitten. VORIGE ZONDAG bezocht ik een Nederlandse immigrant, die ook in Syd ney werkt en die noordelijk van de city woont. Het kostte mij ruim ander half uur om er te komen met tram en bus plus nog een stukje lopen. Volgende Zondag ga ik naar een an dere immigrant, die nog geen vijf mi nuten lopen van die eerste vriend af werkt in de city, doch die Zuidelijk van de stad Sydney woont. Die reis zal mij meer dan twee uur kosten. Wanneer die twee elkaar dus ooit willen ontmoeten en dat willen zij wel eens, want het zijn oude kennissen dan betekent dat, dat zij na afloop van het werk even samen in de stad een biertje moeten gaan ko pen. En dat zij dan niet voor acht of (Van onze militaire medewerker) NOG STEEDS, ALS 125 JAAR GELEDEN, is de Kon. Militaire Academie gevestigd in het aloude Kasteel van Breda, het stamslot van het Huis Nassau, verblijfplaats van de meeste Prinsen van Oranje. Maar er is sedert 1828 toch wel het een en ander gewijzigd; in het gebouw, in de entourage en in de opleiding. Wat ongewijzigd bleef, was de geest, waarin jonge mensen hier tot de officiersfunctie bij het leger (en thans bij de luchtmacht) worden opgeleid, gegrond vest op de drie peilers van de officierseed: trouw aan de Koningin, gehoorzaamheid aan de wetten, onder werping aan de krijgstucht. Drie jaar duurt de studie aan de K.M.A. In die drie jaren geniet de cadet een zeer veelzijdig onderricht. Natuurlijk ontvangt elke leerling de specifiek militaire scholing, passend bij het Wapen of Dienstvak, waar voor hij wordt opgeleid. Maar daarnaast krijgt hij al gemene vakken gedoceerd, als moderne talen, paeda- gogiek, wiskunde, krijgskunde en lichamelijke opvoe ding. Theorie en praktijk wisselen elkaar af en in het algemeen kan gezegd worden dat de opleiding aan de K.M.A. naast een wetenschappelijke ook een sterk sportieve inslag heeft. De a.s. cadet heeft de keus uit vele mogelijkheden ten aanzien van het Wapen of Dienstvak, waarvoor hij opgeleid zou willen worden. Daar is in de eerste plaats de grote splitsing tussen leger en luchtmacht. Dan onderscheidt men bij het leger de opleiding voor officier van de infanterie, cavalerie, artillerie, genie, verbindingsdienst, technische dienst en militaire admi nistratie, bij de luchtmacht de opleiding tot officier bij de vliegdiensten, de verbindingsdienst, de vliegtuig- technische dienst, de overige technische diensten, de administratieve diensten en de luchtmachttroepen. Op sommige punten wijkt de opleiding tot beroepsofficier bij de luchtmacht af van de bestaande algemene re geling. HET VERBLIJF OP de K.M.A. be tekent voor de meeste cadetten een tijd, waaraan zij hun gehele leven met veel plezier terugdenken. Het is een betrek kelijk zorgeloze tijd, al eist de studie natuurlijk wel de volle aandacht. Na de lesuren en ook na voltooiing van de studie blijft de band, welke de cadetten onderling verbindt, bestaan, dank zij het Cadettenkorps, waarin de leerlingen zich steeds hebben verenigd. Het bestuur be staat uit een Senaat die als vertegen woordiger van alle cadetten optreedt. Het hoogtepunt van het corpsleven is het Assaut, het jaarlijkse cadettenfeest, dat een demonstratie is van de geest, wel ke leeft op de K.M.A. Zonder twijfel is de loopbaan van de huidige beroepsoffi cier veelzijdig en afwisselend. Dat ligt in de eerste plaats aan het „vak" zelf, dat door de ontwikkeling der techniek steeds belangwekkender wordt Daarnaast het arbeidsterrein van de beroepsofficier na de totstandkoming van de N.A.T.O. aan zienlijk vergroot. Waar men vóór 1940 angstvallig onze neutraliteit bewaarde en geen voet over de grens kon zetten, ligt thans practisch heel de wereld voor de beroepsofficier open. Hij wordt in de ge legenheid gesteld cursussen te volgen in Amerika, in de Amerikaanse zóne van Duitsland, hij gaat op manoeuvre met zijn troepen naar de Britse zóne van Duitsland, naar België of Luxemburg. De mogelijkheid bestaat voorts dat hij voor een paar jaar een functie krijgt bij een van de geallieerde hoofdkwartieren, bij de Kon. landmacht in de West of Nieuw-Guinea, of bij een van onze am bassades in het buitenland. IDEALISME VEREIST. WORDT DUS DE beroepsofficier een interessante werkkring geboden, daar naast willen wij er toch voor waarschu wen, dat men het officiersschap niet in de eerste plaats moet zien als een voor de hand liggend middel om tot aan de pensioengerechtigde leeftijd een goed verzorgd bestaan te hebben. Daar zal in de eerste plaats roeping moeten zijn, roe ping om het Vaderland naar beste krach ten te dienen, de aanvoerder en leider te zijn, de vader ook vaak van een aantal Nederlandse jonge mannen, die hun dienstplicht komen vervullen. Van de of ficier wordt geëist, dat hij deze jonge mensen zal opvoeden niet alleen tot goe de militairen, maar ook tot flinke Neder landse staatsburgers. Dat vereist een grote hoeveelheid idea lisme en de moed om teleurstellingen het hoofd te bieden. Maar wie zich met hart en ziel aan dit werk geeft, zal er een mooie levenstaak in vinden: het weer baar maken van het Nederlandse volk, de harmonische opbouw van het Neder landse leger. YVie beroepsofficier wil worden, moet in het bezit zijn van een der einddiplo ma's H.B.S. 5 jarige cursus of gymnasium. Al naar gelang men het diploma H.B.S. of Gymnasium A dan wel B heeft, kan men in aanmerking komen voor bepaal de wapens of dienstvakken. Met einddi ploma M.T.S. kan men opgeleid worden tot officier bij een technisch wapen. Men dient vóór 1 Juni aan de Minister van Oorlog een verzoek te zenden om te worden toegelaten tot de opleiding voor beroepsofficier. Men wordt dan gekeurd en getest en als alles goed gaat, ontvangt men bericht dat men op een bepaalde dag in het begin van September zich te Breda moet melden, want dat men is be noemd tot cadet bij de K.M.A. GERINGE KOSTEN. DE STUDIE AAN de K.M.A. duurt, zoals gezegd, drie jaar. Maar de cadetten van de Technische Wapens en Dienstvak negen uur 's avonds voor het eten thuis kunnen zijn. En dat zijn dus mensen, die allebei In Sydney werken en allebei zogenaamd in Sydney wonen. En die van ooms en tantes briefjes uit Nederland krijgen met „zeg, ga die en die eens opsoeken die woont o o k in Sydney". Daar komt dan veelal niets van terecht en dat be grijpt men in het oude land natuurlijk niet. WEL OPMERKELIJK is, dat ook im migranten uit Nederland, die hier al jaren zitten, vaak nog niet het minste begrip van de afstanden hebben. Na tuurlijk zouden zij dat op de kaart kun nen zien en uitrekenen, doch dat zegt de meeste mensen weinig of niets. Zo schreef onlangs een immigranten vrouw ergens nlt een klein plaatsje in West Australië naar aanleiding van een artikel in de Duteh-Australian Weekly over paling vissen en paling roken, dat iij en haar man in de Warmondse pias sen ook altijd zelf paling om te roken vingen en of ze nu niet naar Sydney konden komen om dat daar ook weer te gaan doen, Nn is de afstand van het plaatsje, waar zij woont, tot Sydney iets verder dan de afstand AmsterdamMoskou, doch dat scheen helemaal niet tot haar te zijn doorgedrongen. Zou iemand in Amsterdam zeggen, dat hij even naar Moskou ging omdat daar paling zat, dan zou iedereen vra gen of hij soms rijp voor Medemblik was. DIT GEBREK AAN begrip voor af standen een begrip dat men natuur lijk in Nederland nooit heeft kunnen ontwikkelen beeft reeds tot veel hartzeer en teleurstellingen geleid. Hoe veel vrouwen zijn niet in tranen uitge barsten, wanneer de trein, die zij van de boot namen hen steeds maar verder en verder en verder het land in bracht. Zij kregen dan het idee, dat zij onmo gelijk ver van alles vandaan zouden komen te zitten en konden dit gewoon niet meer verwerken. Natuurlijk is dat alleen maar idee. Want in Sydney zelf zit men op zijn beurt natuurlijk ook weer ver van Am sterdam, Londen of zelfs van Melbourne in de Australische staat Victoria. Doch het is een idee dat psychologisch bezien grote gevolgen kan hebben en dat nie mand onnodig tegen de omgeving kan innemen. Het is van het grootste belang, dat de emigrant zich, voor hij vertrekt, van deze grote afstanden bewust maakt. Het traditionele allemaal gezellig op een klusje zitten, wat men In Nederland gewend was, heeft natuurlijk voor ve len een zekere bekoring. Doch wanneer men zich tevoren goed op het begrip van grote afstanden heeft voorbereid, dan kan men dit leren voe len als een zekere bevrijding als een losmaken van traditionele banden, waar aan men vroeger steeds gekluisterd zat. Heeft men deze instelling, dan verlie zen ook de afstanden hun dreiging en heeft men meer kans zich in de nieuwe wereld gelukkig te voelen dan wanneer men onvoorbereid aankomt. ken studeren na benoeming tot officier nog twee jaar aan de K.M.A. op appli catiecursussen. Zij wonen dan niet meer op de K.M.A., betalen geen lesgeld meer en ontvangen hun jaarwedde als officier. Het lesgeld bedraagt 500.- per jaar. De cadetten worden van rijkswege ge- huisvesten gevoed, behalve als zij met verlof zijn. Verder ontvangen ze kleding van rijkswege en zij hebben vrije genees kundige behandeling. De leermiddelen worden gratis verstrekt. Ook krijgen zij van rijkswege zakgeld, en wel geduren de het eerste studiejaar 7,- per week, gedurende het tweede studiejaar 8 75 en gedurende het derde studiejaar 10.50. Zakelijk gezien kost de opleiding tot be roepsofficier dus heel weinig, het school geld komt grotendeels in de vonn vaa zakgeld terug. I ®°aVMndien bfstaat de mogelijkheid, in bepaalde gevallen vermindering of zelfs kwijtschelding van schoolgeld toe te pas sen. Aan het eind van het derde cursus- Jaar wordt de cadet benoemd tot 2e lui- 3468 - aanvan8ssalaris bedraagt dan Ziedaar de K.M.A. In baar huidige ge- daante Voor jonge, sportieve, intelligente Nederlanders ligt hier een mooie kans om ach te bekwamen voor een interee* sant en veelzijdig beroep!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 5