Als opperstalmeester in 't circus
De vulpen is beter te hanteren
dan een „olifantenstoel
In livrei tussen de paarden
De cantine: modern Babyion
De oudste circusdynastie van Europa
Paarden stalen het hart van
directeur Franz Althoff
BIJGELOOF
r
Zaagsel zit nog
tussen de kiezen"
Lilo Juston vriendin
van Betty Hutton
J
De beste circuspaarden
hebben een slecht
karakter
Portierc 'est mou rir
un peu
ZATERDAG IS J™ 19S3
HE heer Althoff heeft ons precies
geleerd hoe we de zwepen moesten
vasthouden, wanneer we de piste zou
den binnenkomen en hoe de overhan
diging moest geschieden. Eenmaal
hebben we de toer verricht tot grote
tevredenheid van Europa's grootste
circusdirecteur. We zijn nadien dries
ter geworden. Hebben de paarden
stevig bij het hoofd gevat en ze in
koene draf de piste binnengeleid. Ook
dat optreden was na de middagvoor
stelling al voorbereid. Ditmaal doo»
de regisseur Donat Hefter, die met
een denkbeeldig paard aan de hand
ons voordeed wat er die avond var
ons zou worden verwacht. Hefter is
in feite de man, om wie het in dit
circus draait. Hij staat de gehele
•vond met een fluitje bij de artisten-
ingang, regelt de binnenkomst der
nieuwe nummers en het vertrek van
de artisten, die hun taak hebben ver-
De kersverse opperstalmeester,
die niet op de loonlijsten van
circus Althoff voorkomt is de
koers kwijt. Het postament voor
het olifantennummer moet nu
eenmaal op de juiste plaats wor
den neergezet. Stel je voor, dat
de zwaarlijvige artist naast zijn
stoeltje zou gaan zitten.
I1LO JUSTON is al bekend,
voordat het circus zijn voor
stellingen geeft. Zij is de trapeze-
artiste, die optrad in de film
„The greatest show on Earth".
Dat juist zij hiervoor werd uit
gekozen is niet zo verwonderlijk.
Lilo Juston haar eigenlijke
naam is Justen brengt haar
nummer hoog in de nok van het
circus met een treffende sierlijk
heid en souplesse. Ze werke al
aan de trapeze op 14-jarige leef
tijd, had engagementen in het
staatscircus te Moskou, bij Busch,
Strassburger en Ringling North.
Daar was zij toen ze voor de film
werd aangezocht. Betty Hutton
is een vriendin van haar gewor
den. „Een moedige vrouw", zegt
Lilo van deze filmster.
In 1945 toen zij met één voet
aan de trapeze hing stortte ze
naar beneden. Haar man zag dit
gebeuren, rende naar het mid
den en wist zijn vrouw, die met
het hoofd naar de grond suisde
op het laatste ogenblik op te
vangen. Beiden rolden door het
zaagsel. Lilo kwam er af met
een bekkenbreuk. Vijf weken la
ter hing ze weer in de nok.
(Van onze hoogst eigen opperstalmeester
WIJ HEBBEN vroeger een eigen miniatuurcircusje gehad, dat we
relf met veel geduld hadden geknutseld. We vertellen dat, opdat U
tuit willen geloven, dat we eigenlijk van jongsal aan altijd een tikkel
tje circusgek zijn geweest. U weet wel, urenlang rondhangen bij de op
bouw van een tent en een plaatsje vlak aan de pisterand, waar je af
en toe niets ziet door het wegvliegend zaagsel. Bij circus Franz Alt
hoff, dat momenteel in onze contreien reist, hebben we dan eindelijk
onze jeugddromen werkelijkheid zien worden. We zijn, gestoken in
een fonkelnieuw en hemelsblauw uniform met ontelbare glimmende
knopen, de piste binnengestapt, hebben met een voor ons doen heel
knappe buiging de directeur zijn zwepen overhandigd en zijn ijlings
naar de veilige rand gerend. Want bij zwepen horen paarden. We we
ten niet of U wel eens 24 vurige schimmels op U hebt zien afstormen.
Wij wel. Het is een groots moment. Voor de toeschouwers op de vei
lige zitplaatsen. Het is bekend, dat er in een circus de gehele dag wordt
gerepeteerd. Althoff maakt daarop geen uitzondering en wij zijn zelfs
met ons zwepennummer bij de ,Probe" gehaald. We hebben met ons
eenvoudige optreden wat schuchter naar Nino Rubio gekeken, die als
maar koppen en schoteltjes op zijn hoofd wierp. En naar de andere
artisten, die in de pistes hun nummers nog eens doornamen. Maar nie
mand lachte om ons debuut. En op dat ogenblik voelden we ons circus
mens in hart en nieren.
Een onzer redacteuren heeft
enkele dagen bij circus Franz
Althoff vertoefd, waar hij tij
dens een der avondvoorstellin
gen optrad als opperstalmees
ter. Wij publiceren hierbij zijn
ervaringen.
de neus te krabben, maar toen het
fluitje klonk en het doek omhoog
ging, kijk, toen bleef hij liever staan.
We rukten aan de halster. Geen re
sultaat. Tot één van de stalknechts
zijn zweep liet knallen. We waren in
een ogenblik midden in de piste, door
het paard netjes binnengebracht.
Eerst veel later hoorden we van
de twintigjarige jockey-rijdster Leni
Niekisch, dat we niet aan de halster
hadden moeten trekken. „Dan blijft
hij staan of gaat terug". Enfin,
dat weten we dan. Zoals we thans
ook weten, dat de kleine Fritz Lamm-
chen, de aanvoerder van de dwergen-
groep één meter 24 klein en tegen de
vijftig jaar oud is. We ontmoetten
het zestal, Gerhard Scheunath, Johann
Fleisch, Horst Tsjanowski, Horst Ak-
kermann en Wolfgang Scholz toen we
's morgens een wandeling maakten
door de nog slapende circusstad. We
dachten althans, dat iedereen sliep,
omdat de wagens gesloten waren en
er geen kop buiten was. Tot we bij
de artisteningang kwamen en daar
het zestal ontmoetten. Lammchen is
een oude circusrot, die onze onhan
digheid al gauw dóór had. We ston
den precies op het pad van het cir
cus naar de stallen en dank zij de
waarschuwing van de kleine man
konden we juist op tijd uit de weg
springen toen opeens zes snelle dra
vers uit de tent naar buiten storm
den.
Toen hoorden we ook een zweep
knallen en begrepen we, dat het cir
cus niet zo dood was als we aanvan
kelijk hadden gedacht. In de lege
ruimte, zonder de verlichting van de
duizendkaarsige schijnwerpers, zonder
het geroezemoes van het publiek, zon
der applaus en zonder muziek werd
in het schemerdonker in alle drie pis
tes gewerkt. „Probe" noemen de Duit
se circusmensen de repetities. Iedere
dag wordt er geoefend, met de paar
den, aan de trapeze, met de parterre-
Vlak vóór het nieuwe nummer.
Terwijl in de pistes de andere
artisten hun toeren ten beste
geven staan de paarden voor de
jockey's, Frau Kuhlmann, Elisa
Niekisch en Leni Niekisch, ach
ter het gordijn gereed. Onze
eigen opperstalmeester in zijn
nieuwe functie. (Foto Schoen).
nummers; de tent is bijna nooit leeg.
Bij de ingang was een trapeze opge
hangen, waar een klein meisje, doch
tertje van een luchtacrobatenpaar,
haar eerste lichte oefeningen maakte.
„Steeds maar oefenen, dag in, dag uit,
anders word je nooit een goede ar
tiste", zei haar vader, toen ze het
welletjes vond. Steeds maar oefenen.
Het is het wachtwoord van de artis
ten. Nog vlak voor hun optreden ziet
ge ze gauw even een salto maken
om het lichaam lenig te houden.
DUITEN is de twintigjarige Hanz
Vehlmann, de leerling-dompteur,
bezig de leeuwen en tijgers hun da
gelijkse portie van acht kilogram
vlees toe te schuiven en in de olifan-
tenstal worden de Jumbo's geros
kamd. Ze genieten evenals de andere
dieren een uitnemende vorzorging en
dat mag ook wel, want ze zijn het
lieve sommetje van 10.000 12.000
gulden per stuk waard.
In de hoek, waar de woonwagens
staan, zijn de vrouwen bezig met
een wasje. De mannen zijn nergens
te ontdekken. Men moet ze achter de
paardenstal zoeken, bij de waterkant,
waar ze ijverig zitten te vissen. Als
hengel dient een boomtak. Maar het
gaat en ze hebben de grootste lol. De
vader van de jongleur Nino heeft,
zoals gewoonlijk, het grootste woord.
Hij profiteert zichtbaar en hoorbaar
van deze gemakkelijke morgen en het
kan hem überhaupt weinig schelen
of hij iets vangt of niets. Georg Ta-
rassenko, de leider van de Kozakken-
ruiters is bij dit levenslustige groepje
niet te ontdekken. Hij, een geboren
ruiter, is bij een val van het paard
lelijk terecht gekomen en heeft zijn
voet op twee plaatsen gebroken. Ge-
richt. Dat gaat drie uur achter elkaar
af en aan en er ontgaat hem niets.
„Of we ook mee wilden doen aan
het olifantennummer?" heeft hij ons
gevraagd. We hebben wat aarzelend
toegestemd en voorzichtig de moge
lijkheid geopperd of we onze activi
teit niet konden tonen nog voor dat
de dikhuiden de piste binnen waren.
Ook dat kon geregeld worden. We
werden uitverkoren het middelste
postament naar voren te rollen en op
zijn plaats te brengen. Aangezien
Herr Hefter niets aan het toeval wil
de overlaten zou hij tussen de bedrij
ven door snel een teken maken in het
zaagsel. Dan zouden we precies we
ten, waar we de „Mitteitonne" moes
ten plaatsen. Maar zélfs deze, uit lou
ter voorzorgsmaatregelen bestaande
man kon niet voorzien, dat één van
de paarden zijn merkteken in de war
schopte, We hebben het postament
maar ergens neergesmeten.
Het werd door de „echte" mensen
op zijn plaats getrokken. Overigens
ging alles naar wens. Behalve dat ene
paard. We hadden het dier zeer mild
gestemd door het een kwartier over
TN de luxe cantinewa-
gen, waar Hanz Rci-
chersdörfer met zijn
vrouw de scepter zwaait,
leert men de mensen van
circus Franz Althoff
kennen. Dit is het tref
punt na de avondvoor
stelling, waar artisten en
het bedienend personeel
voor bet slapen gaan een
glas bier of een kop kof
fie drinken. Er heerst
een gemoedelijke stem
ming. Men zit wat met
elkaar te praten, en
legt een kaartje tot de
cantinebaas om 1 uur
nachts de deuren sluit,
het teken dat de nacht in
bet circus begint.
We hebben er de vader
van do 14-jarige jongleur
Nino Rubio gesproken,
een levendige Italiaan,
die met stralende ogen
kan vertellen over het
■ucces, dat zijn zoon
overal heeft met zijn fan
tastische „tricks". Hij
Êraat Frans, Italiaans en
ngels door elkaar en
duidt met weidse geba
ren aan welke oefenin
gen en geduld er nodig
z:in om een balletje in
n koffiepot te gooien
r d'~ pot op een ijselijk
stokje op je voor- lijk
l,o "1 wiebelt.
F'l nd Prin zit het
d-i,'!:' e gedoe glimla
chend aan te kijken. Hij
is de leeuwentemmer, een
Fransman, die op dit
late uur zich vreedzaam
bezig houdt met het eten
van zoute pinda's uit een
grote gele dienstenvelop-
pe. Roland is een rustig
mens. Zijn vader was
ook reeds leeuwentem
mer en toen hij tien jaar
was hadden de Koningen
der Wildernis al geen ge
heimen meer voor hem.
Hij is getrouwd met een
dochter van één der
Bougliones en bezit met
zijn schoonvader 126
leeuwen, die aan prac-
tisch alle circussen in
Europa zijn verhuurd.
Richard Decker is de
dresseur van de zeeleeu
wen. Ook hij is met het
circus opgegroeid en als
jongeman, in 1921, als
leeuwentemmer zijn loop
baan begonnen. Later
stapte hij naar de zee
leeuwen over. In welke
circussen hij gewerkt
heeft? Gleich, Krone, Sa-
rassani en nog een En
gels circus, waarna hij in
de twintiger jaren Brits-
Indië bereisde. Decker is
de dresseur en zijn vrouw
Hella presenteert het
nummer in de piste. Zij
is een circuskind, natuur
lijk. Haar vader was een
Zwitser, haar moeder een
Hollandse. Zij exploiteer
den voor de oorlog een
hotelbedrijf in Duitsland
en Hella was bestemd om
later het hotel te leiden
toen op zekere dag een
circus in de stad kwam
en zij Richard ontmoet'
te. Sindsdien zwerft zij
met hem over de ganse
wereld. Beschaafde men
sen, die zonder de breed
sprakigheid van hun
Italiaanse collega? rustig
hun ervaringen uit hun
avontuurlijk leven ver
tellen. „De kunst van
het dierentemmen", zegt
de 52-jarige Richard Dec
ker, is „niet zo bar moei
lijk". „Het gaat in hoofd
zaak om één ding. Dat
de dieren van je houden.
Dan kan je alles van ze
gedaan krijgen". Dan
wordt ons gesprek even
onderbroken. Een stal
knecht in het khaki-uni-
form met rode uitmonste
ring komt bij ons tafel
tje. „Bitte verzeihen Sie,
U hebt gisteravond dit
pakje sigaretten laten
liggenHij wil het
pakje overhandigen; we
hebben het hem als be-
scheiden beloning voor
zijn eerlijkheid laten hou
den en ons afgevraagd
of al deze koene werkers,
die met elkaar een zeer
gemoedelijke gemeen
schap vormen, nu de on
behouwen circusmensen
zijn, van wie ons in vele
geromantiseerde verha
len zulke sterke dingen
zijn verteld.
DE CIRCUS-DYNASTIE ALTHOFF is de oudste van Europa. De
naam wordt het eerst genoemd in 1647. Van een circus was toen nog
geen sprake. De Althoffs trokken door het Duitse platteland, spreid
den in de dorpen en stadjes een kleed uit op het marktplein en ver
toonden daarop hun goocheltoeren. In latere jaren waren het acroba
ten groepen, degenslikkers en beren geleiders. Zij zijn de voorouders
geweest van de 46-jarige Franz Althoff, de directeur van de circus
onderneming, die deze zomer ons land „bespeelt". In 1934 nam hij het
circus over van zijn vader, die het op zijn beurt weer van zijn vader had
overgenomen en zo vervolgens.
„yROEGER kon iemand geen artist zijn
als hij geen goed ruiter was," vertelt
de directeur. „Uit de ruitergroepen zijn
de meeste circussen gegroeid en een
circusjockey beheerste het vak beter
dan iemand, die zich nu als dresseur
aanmeldt." We zijn meteen bij het on
derwerp, de paarden, terecht gekomen
en Franz Althoff, die na de 24-urige
werkdag wat vermoeid in de stoel heeft
gehangen, komt langzaam overeind. Zijn
stem wordt enthousiast als hij over zijn
lievelingsdieren begint te spreken.
„Het tegenwoordige publiek waar
deert de paardendressuur niet meer in
die mate als vroeger het geval was,"
vertelt hij. „En toch is dit het mooiste
en. oudste onderdeel van het circus
programma. Weet u welke paarden we
in ons bedrijf moeten hebben? Die met
het slechtste karakter, de rakkers met
spirit in hun body.
Paarden reageren bij iedere voorstel
ling anders en ze weten precies wan
neer het om een repetitie gaat of om
een voorstelling. Tijdens een „Probe"
zullen ze het niet in hun hoofd halen
verkeerd te doen omdat ze dan direct
worden gecorrigeerd. Dat kan tijdens
een voorstelling natuurlijk niet, omdat
het nummer anders aan vaart en snel
heid zou verliezen. Dan komt het erop
aan goed op te letten en ieder verkeerd
plannetje dat bij hen opkomt, af te rea
geren. Een voorbeeld; Eén van onze
schimmels begon op een gegeven mo
ment bij het binnenkomen te steigeren
toen hij door een. nieuwe stalknecht
werd voorgeleid. De artiste, die hc-t
nummer in de piste presenteerde, schrok
door deze reactie, het paard maakte een
pirouette en verdween, zonder dat het
in het nummer optrad. De volgende
keren maakte het dier er gewoon een
spelletje van. Wat het bij toeval te we
ten was gekomen, herhaalde het iedere
keer. Het steigerde, draaide zich om en
verdween. Er waren heel wat „Probe's"
voor nodig om hem deze streek af te
leren.
^LS de heer Althoff over zijn paarden
begint, raakt hij niet uitgesproken.
Hij leeft voor deze dieren en zijn lieve
ling is wel de 17-jarige Oriënt, een
zwarte Weense draver, die bij alle cir
cussen beroemd is. Oriënt brengt een
solonummer en men moet de soepele
tred en het hoge tempo hebben gezien
om deze liefde van de baas te kunnen
begrijpen.
Het kost ons enige moeite het gesprek
van de paarden af te brengen. Als dat
gelukt is, vertelt de directeur over zijn
kinderen, de 15-jarige Harry, die op
treedt in het hoge schoolnummer, de 14-
jarige Marianne, die in het olifanten
nummer meedoet en de 5-jarige Franr
ciska, die zich alleen nog maar voor
haar poppen Interesseert. Zij vormen de
17de Althoff-generatie.
Een tan de hoogtepunten van het circus blijft altijd de vrijheids
dressuur. Een prachtige stand van drie schimmels tijdens het op
treden van directeur Franz Althoff. (Foto Schoen
org is 59 jaar en heeft eens ln de lijf
garde van de Czaar gediend. Met
meerdere Djiguitenkozakken trok hij
na de revolutie naar Frankrijk en
vandaar naar Duitsland. De vier jon
ge knapen, die met hem de groep
vormen, zijn in Duitsland geboren
kinderen van Russische ouders. Zij
hebben de stoute staaltjes op de paar
den blijkbaar van hen geërfd.
Als we zo tussen de wagens door
wandelen, komen we steeds weer wat
anders tegen. De giraffe, het nijl
paard, de zeeleeuwen en de rhinoce-
ros, de kamelen, overal is wat nieuws
te zien.
J7N ongemerkt zijn we tot de middag-
voorstelling genaderd. De kapel
speelt, de attributen worden nog eens
extra gepoetst en de artisten verza
melen zich bij de ingang. Herr Hefter
staat weer op zijn post, het spel kan
beginnen. Zonder schokken en zonder
een minuut tussenpauze wordt het ene
na het andere nummer afgewerkt.
Weer slingeren de luchtacrobaten
hoog ln de nok, weer glijden de be
ren hun baantje en opnieuw draven
de prachtige paarden de pistes bin
nen. Drie en een half uur later wordt
het laatste nummer aangekondigd.
Nog een paar uurtjes rust en dan is
het appèl geblazen voor de avond
voorstelling. Dat dachten we.
Op datzelfde ogenblik maakten we
kennis met het harde circusleven. Eén
van de Kozakken had zijn nummer
niet naar behoren afgewerkt en de
directeur eiste direct na het optreden
een repetitie. Met scherpe stem diri
geerde hij de paarden door de mane
ge. Geregeld moest het nummer wor
den herhaald, steeds maar weer, tot
de paarden en de berijder te moe wa
ren om verder te gaan. Toch is die
ijzeren wil van de directeur nodig
als de mensen zelf te weinig verant
woordelijkheid voor hun optreden heb
ben. Zij werken grotendeels in ploeg-
verband en in vele gevallen hangt
hun leven af van anderen. Daarmede
mag onder geen voorwaarde gesold
worden.
De pauze tussen middag- en avond
voorstelling is zó voorbij en dan
wordt het ganse programma weer
herhaald. Dag in, dag uit, zonder rust
dagen. Wéér spelen de stralenbundels
van de schijnwerpers door de gewel
dige ruimte. Ze vangen de trapeze
werkster daar ergens in de hoogte, de
koorddanser beneden. Het zaagsel ver
spreidt zijn scherpe geur, het publiek
volgt ademloos de sensationele toeren.
De artisten zijn gespannen. Tot na de
voorstelling. Dan vallen ze terug in
hun eigen gemeenschap, waar men
alles van elkaar weet en waarin een
goede harmonie heerst.
We waren er twee dagen. Het zaag
sel zit nóg tussen onze kiezen.
CIRCUSMENSEN zijn bijgelovig. In
geen enkel programma zult ge num
mer dertien aantreffen en nummer 13
van het wagenpark zult ge eveneens
tevergeefs zoeken. Deze voorbeelden zun
bij het publiek algemeen bekend, maar
weet het ook, dat alle luchtacrobaten
zonder één uitzondering een amuletts
dragen? Zij hechten daaraan hoge
waarde en zijn wat dat betreft de tegen
voeters van de dierentemmers, die om
een onheilwerend middel niet malen,
maar er terdege voor zullen zorgen, dat
ze de piste niet met de linkervoet be
treden. Andere vaste gebruiken zijn, flat
het eerste ontvangen geld wordt be
spuwd. En wist ge, dat olifantenharen
heel veel geluk brengen?
We zouden nog een lange rij van ge
bruiken hieraan kunnen toevoegen, z.6
wisselen nog al eens naar gelang van.
de landsaard, maar één traditie hebben
alle circussen gemeen. Als de d "ecteur
jarig is worden hem bloemen aange
boden, doch de man, die dat doet m°,e_
eerst over de pisterand struikelen en oe
bloemen in het zaagsel laten vallen.
TIJDENS een voetbalwedstrijdje
Amsterdam raakte de bal „out" op bet
terrein van een papiergroothandel-
Een der spelers, een achttienjarige
jongeman, klom over het hek, om de
bal op te halen. De plichtsgetrouwe
bewaker van het erf zijns meesters,
een man van tegen de zestig, poogde
de „sportman" te verwijderen. Het Be"
vecht eindigde er mee, dat de portie*.
K. O. genaamd, met een zware her
senschudding naar het ziekenhuis wer&
gebracht.