DIEREN KRIJGEN HUN ZIEL TERUG De vreemde koopman Tweetal grote natuurkundigen wordt herdacht Een Deventer prepareerbedrijf met een internationale reputatie Vakmanschap en ambitie r Beiden verwierven Nobelprijs Leven en betekenis in kort bestek Hagenaar vilde een levend konijn Ter overdenking Het procédé Drie honden offerden hun leven om een kind te redden In halve eeuw Een ziel in turf Prof» Lorentz en prof Kamerlingh Onnes Vrienden en collega's ZATERDAG 20 ITINI 1953 maak zelf jam met Twee vaklieden in de Mille dierentuin" te Deventer. André Rond rechtsbetast het gebit tan een tijger, terwijl Kees Witteveen de ogen van een pan ter controleert. NArujR-9.'"'"" 114 10 minuten (Advertentie. Ing Med.) '(Van onze speciale verslaggever) OP DE ZOLDER van Brink 32 In Deventer staat een kameel Met dezelfde rust, welke hem in de woestijn eigen was kijkt hij nu neer op een hert, bewoner van een an dere wereld dan hij. En het hert wordt geflankeerd door twee leeu wen, die in een apocalyptische vre de opkijken naar een paard en twee apen. Onder het pannendak schij nen zij nog maac weinig te hebben verleerd van hun streken. Zij lachen hun tanden bloot om de Bengaalse tijger, die maar nauwe lijks iets kan zien van de wereld rondom, want een groot zeil bedekt zijn gezicht. DE DEVENTER FIRMA Bennekers is eigenaresse van deze dode have, welke in haar rust toch ook weer tin telt van leven. De statige gevel aan Deventers historische plein verbergt achter veel meer dan wat op de zolder Is ondergebracht. Want deze werd in gebruik genomen, omdat er in het hele pand verder geen plaats meer was: Op de tweede etage huizen de vogels en op de begane grond is het een nog veel wonderlijker wereld. In de hal staan glazen kasten, welke plank na plank een schat aan vogels huisvesten. Aan de overzijde hangt een kostelijke reeks geweien, van de spiesbok tot de 18-ender. De tegenstelling ligt echter In de kamers aan weerszijden van de hal. Aan één kant de bontzaak, waar de firma de kostbaarste bontmantels in rijen heeft hangen. En ook hier stoeien vogels langs de wanden en een een zame keeshond kijkt naar iedere be zoeker die binnenkomt. Schijnbaar vergeten, maar gereed om binnen afzienbare tijd ieder die er zich voor interesseert met verbazing te slaan, staat in de kamers aan de andere zijde van de hal ,,een wereld in alcohol" bjjeengeleund in kasten. Men kan er het inwendige leven van de kikker gadeslaan, zo goed als een lint worm en haar zusjes en tal van an dere dieren of delen ervan. De blo- loog vindt hier een dorado en een verscheidenheid, welke een opsomming ondoenlijk maakt en een catalogisering tot een zware opgave. weer terug, op een wijze, als was het leven plotseling stil gaan staan en was er daarna niets meer veranderd. EN ER VERANDERT toch zo veel. Wie de huid van een dier als een vor- j meloze massa uit een bak water ziet trekken, eist teveel van zijn fantasie, wanneer hij daaruit het dier van wel eer of het opgezette beest van straks wil kennen. Wie het boek met maten inziet of het gipsafgietsel van de kop, wordt evenmin wijzer. En toch wordt zoals het altijd geweest is. die griezelige massa straks het dier, Men gaat als volgt te werk. Van de kop maakt men, zoals gezegd een gips- negatief. Het daarvan gegoten positief, zal straks de uitdrukking van de kop weergeven. Men meet het dier en vilt hem daarna. De huid passeert chemi sche baden; bij vogelhuiden wordt al leen vergif toegevoegd. Aan de hand van de maten, gaat men nu een brok turf modelleren, of het nu een vogel of een kameel is. De huid wordt er omgebracht en langzaam laat men het geheel drogen. Tenslotte wordt het dier op een voetstuk gezet. Zelfs de beenderen op een enkele uitzonde ring na worden dus verwijderd, iets wat een leek maar nauwelijks kan geloven. Veel eerder wil hij veronder stellen, dat het geraamte wordt ge lijmd en dat het lege karkas, met de huid erom wordt „opgestopt". Inder daad gebeurt dit wel door mensen, die van het vak niets weten. Och de leek ziet op het eerste ge zicht misschien geen fouten. Maar wan neer hij een dier ziet, dat met vakman schap is gevild en gemodelleerd, dan ac-nctp xa gssvüv* i zal hij bij een vergelijking grote ogeivt krijgen. opzetten. Het goed behandelde dier heeft een ziel. Dan is de ene tijger de andere niet meer en vertelt elk dier iets van het leven dat hij achter zich heeft. Dan voelt men de jachtlust in de sperwer en de brutaliteit van een Vlaamse gaai, dan lacht een aap met heel zijn lijf, dan is een leeuw werke lijk koning en roept het renpaard her inneringen op aan de schoonste ogen blikken uit zijn carrière, toen hij al is hij geen mens trots kende en de adel droeg van de befaamde stal, waar hij werd geboren. Honderden en nog eens honderden dieren worden bij Bennekers opgezet. Vele bleven achter en vormen nu de ongeëvenaarde col levend is, maar toch een ziel heeft, lectie van deze „dierentuin", die niet Want de roem van de firma, al noemt men er het woord niet, is, dat de dode dieren bij Bennekers hun ziel terug- (Van onze correspondent in Kaapstad) IN HET VRIENDELIJKE dorpje Kelso, aan de kust van Natal, hebben drie honden hun leven geofferd om een kind te redden. De drie-jarige Rudolf van den Berg, een rustig, blotid kereltje, speelde met plankjes en blokken in de tuin achter hef huis, toen hij plotseling een zwarte mamba de giftigste slang van Afrika door het gras op zich toe zag komen. Het gruwelijke dier gleed langzaam in zjjn richting en het gezicht van haar enorme, gladde lichaam biologeerde de kleuter zozeer, dat hij niet kon op staan. In zjjn angst riep de kleine om „Boesman", de kleine fox-terrier, die zijn speelmakker was. De hond kwam ogenblikkelijk toe rennen, vergezeld van de beide andere honden der familie Van den Berg, „Koffertje" en „Car- la". De dieren waren nog precies op tjjd om het verschrikte kind van een af grijselijke dood te redden. Zonder zich ook maar een seconde te bedenken stortten zij zich gedrieën op de mam- ba, die links en rechts van zich af beet maar desniettemin het onderspit moest delven. De slang werd uiteen- gescheurd. Helaas waren de dappere honden alle drie door zjjn giftanden geraakt; zij stierven binnen enige ogenblikken. Toen mevrouw Van den Berg, door het geblaf gealarmeerd, in de tuin kwam kjjken, vond zij haar zoontje, ongedeerd maar huilend, tussen de lij ken van zjjn drie honden. Dicht bij hem lag de slang. Het dier was ruim twee en 'n halve meter lang. O, alle dorstigen, komt tot de wateren en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk. Jesaja 55 vers 1. DE DOOD VAN HET WATER MEISJE KATHY TONGAY Russell Tongay, de vader van de zogenaamde „waterkinderen", is ont last van de beschuldiging van moord op zijn vijfjarig dochtertje Kathy. Het gerecht heeft thans een beschuldiging tegen hem ingebracht van dood door schuld, omdat hij op 5 Mei j.1. Kathy gedwongen zou hebben een duik te nemen van een hoogte van tien meter „zonder aandacht te schenken aan de 'vereisten voor haar veiligheid". DIT ALLES is de vrucht van een halve eeuw ambitievolle arbeid. Wil lem Engels, begon in 1899 in Zwolle een prepareerbedrijf. Zijn naam werd bijna een legende en nog heden ten dage vindt men overal in ons land het werk van zijn handen, specimina van zeldzaam vakmanschap. Zijn schoonzoon Frans Bennekers zette het bedrijf voort. In 1944 vestigde hij zich in Deventer. Hij werd gegijzeld en in 1944 gefusilleerd. Vanaf dat moment stond mevr. Bennekers voor de zware taak het bedrijf, dat zoals gezegd een bontzaak-, atelier en een prepareerbe drijf omvatte, voort te zetten. Zij kwam in conact met de Haagse accounant L. de Heer, die vanaf zijn jeugd amateur- bioloog is. Hij interesseerd zich bijzon der voor het prepareren en kwam in de firma via de boekhouding naar de ate liers. Daar vond hij een taak, welke hem de gewenste afwisseling bezorgde voor de dorre „Haagse cijfers". Hij is in de firma gebleven en wisselt zijn weken af tussen zijn zaak in Den Haag en zijn Werk in Deventer. Onder de naam „Fa. Bennekers, v.h. Willem Engels", groeit het bedrijf weer uit en gaat het voort zijn internationale reputatie te verbreiden. Heeft de heer L. de Heer nu de leiding van het prepareerbedrijf, de ziel van het vak is André Roud, die sinds 1914 bij de firma werkzaam is. WANNEER MEN MET HEM praat, bladert hij misschien in een boek, waar in de maten staan van een kangeroe, een aap, een zebra en talloze andere dieren die hij heeft opgezet. Het kan ook zijn, dat hij speelt met gipsen af gietsels van de koppen of dat hij knik kert met de glazen ogen van een tijger. André Rond is geen man, die veel zegt, maar bij wie men voelt wat het wil zeggen een dier op te zetten. O zeker, het is niet moeilijk een dier te villen, „op te stoppen" en te zeggen dat het dier is opgezet. Want het hert, dat op deze wijze wordt behandeld is daarna wel een hert, maar niet dat hert, dat werd gebracht. Alle dieren zijn van elkaar verschillend, in uiterlijk en in karakter. Er bestaat geen confectie- aap of een ,,all-weather"-tijger. Men weet dat het best van een huisdier. Iedere hond b.v. heeft zijn karakte ristieke houding. En wordt een hond opgezet, dan zal het in die houding moeten gebeuren, waaruit men hem het best terugkent. Dat is de ziel van het vak, waarvoor men geen boekjes kan raadplegen, dat is een voelen aan de hand van eei. foto of een rustig ge sprek met de eigenaar. En dan krijgt men ook gegarandeerd het eigen dier HONDERD JAAR GELEDEN werden twee Nederlanders geboren, die zouden opgroeien tot grote natuurkundigen van internationale faam: Professor H. A. Lorentz (op 18 Juli 1853 te Arnhem geboren) en professor H. Kamerlingh Onnes, die op 21 September 1853 te Gro ningen het levenslicht aanschouwde.' Te hunner nagedachtenis organi seert de Rijksuniversiteit te Leiden van 21 tot 27 Juni een natuurkun dig congres over het electron, voor welke bijeenkomst veertig natuur kundigen (onder wie vijf Nobelprijswinnaars) uit dertien landen zijn uitgenodigd. Zij zullen op 27 Juni bijeenkomen in het Amsterdamse Trippenhuis, de zetel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, waar de door deze Akademie ingestelde Lorentz- medaille, welke eens in de vijf jaren wordt toegekend, zal worden uit gereikt aan professor dr Fr. London, hoogleraar aan de Duke Univer- sity te Durham in de Amerikaanse staat North Carolina "'IE HET WAAGT in het bestek J' .en enkel krantenartikel' de bete- s te schetsen van een figuur als Hendrik Anten Lorentz, weet bij voor baat te kort te zullen schieten in vol ledigheid. Dit rijke en ongelooflijk arbeidzame leven is niet te vertellen in zo klein bestek. Hoogstens zou men er een facet uit kunnen lichten: Lo rentz als Nobelprijswinnaar, Lorentz als theoretisch natuurkundige, Lorentz als docent, Lorentz als internationale figuur, Lorentz als mens, als vader, als vriend van zijn studenten, alsja, wat eigenlijk niet? Wie uit de geschriften probeert eerst een beeld te vorrhen van deze opmer kelijke persoonlijkheid, krijgt al deze facetten onder ogen. En telkens weer opnieuw wordt men gedrongen naar dezelfde conclusie: een geniaal mens. Geniaal voor wat betreft zijn geleerd heid. maar geniaal ook wanneer men zijn karakterstructuur in ogenschouw neemt. „Een eenvoudig en ongekunsteld mens. Beminnelijk, vriendelijk en van een grote persoonlijke charme", heeft iemand uit zijn omgeving geschreven die als iedereen, die met hem in aan raking kwam, een groot bewonderaar van hem werd. Een opgewekt mens en huisvader, die grote belangstelling voor zijn gezin had. die de lessen der kin deren overhoorde, die hen en zelfs hun vriendjes te hulp kwam bij hun sommen, en die bijzonder veel plezier kon hebben in kleine geestigheden voordsnelingen en zelfskinder- 1 spelletjes. Een man, die bijzonder populair in ratorium, waar eenmaal een koude ge produceerd werd van nagenoeg 273 graden onder nul, het absolute nul punt, waarbij geen beweging der mo leculen meer mogelijk is. Dat hij als mens de antipode is geweest van zijn temperatuur geen kil, berekenende geleerde dus, maar een mens, wiens hele wezen een grote warmte uit straalde dat is de meeste Neder landers echter vanzelfsprekend ont gaan. Slechts wie het voorrecht had den met hem te mogen samenwerken in zijn lang en ongelooflijk arbeidzaam leven, weten daarvan. Zijn studenten in de eerste plaats. Bij zijn overlijden in 1926 enige maanden vóór het overlijden van zijn vriend prof. Lo rentz, die merkwaardig genoeg Ook in 1853 geboren werd en eenzelfde onge limiteerde intellectuele top bereikte, bekroond met de Nobelprijs konden wie met hem samenwerkten getuigen van hun respect voor deze uitzonder lijke Nederlandse figuur uit de inter nationale wetenschapswereld. Zij spra ken over zijn grote belangstelling voor het volle leven, over zijn gezellige goedlachsheid, over zijn medeleven met alle vreugden en tegenslagen van zijn medewerkers. En ook over zijn verwonderlijke oogopslag: heldere, staalblauwe ogen, die naar bodemloze diepten konden schouwen. PROF. H. A. LORENTZ de gunstigste zin was onder zijn stu denten in Leiden, al noemden die stu denten zijn tentamens dan moeilijk, omdat Lorentz van hen eiste, dat ze een bepaald probleem met eigen woor den uitwerkten, inplaats van een uit het hoofd geleerde les op te spuiten. Een man, die anderen het gevoel gaf in zijn warme belangstelling te staan, door zich van die anderen vaak char mante bijzonderheden en belevenissen te herinneren, die de mensen zelf reeds lang vergeten waren. Een fenomenaal geheugen heeft de ze geleerde ten dienste gestaan. Wat hij eenmaal gelezen had, was onuitwis baar voor hem geworden. Dertien jaar was deze Lorentz, toen hij in de derde klas h.b.s. zat; 22 jaar, toen hij te Leiden met hoogste lof promoveer de tot doctor in de natuurkunde op een zeer belangwekkend proefschrift over: „De theorie van de flectie en breking van het licht"; 24 jaar, wan neer hij aan de Leidse universiteit be noemd wordt tot hoogleraar en 49 jaar, w?nneer hem tezamen met pro fessor Zeeman de Nobelprijs wordt toegekend. Zijn naam leeft in alle wetenschap pelijke kringen ter wereld voort. Want met een verbluffend gemak heeft deze geleerde zich in dit internationale milieu bewogen. Zijn talenkennis maakte het hem mogelijk onmiddellijk over te schakelen van de ene taal op de andere en daarin op geestige wijze te discussiëren over de moeilijkste on derwerpen. En niet alleen van de mo derne talen bediende hij zich met een opvallend gemak, ook van de klassie ke. Bekend is van hem. dat hij ter loops de drukproeven verzorgde vn een Latijnse uitgave van Huygens werken. Laten wij proberen nog iets over zijn baanbrekende wetenschappelijk werk te vertellen. Hij heeft zich op elk ge bied der physica bewogen. Hij doceer de zowel experimentele als theoreti sche natuurkunde, werd de grondleg ger der electronentheorie en heeft door zijn onderzoekingen over de electro- dynamica de grondslag gelegd tot de door Einstein ontworpen Relativiteits theorie, over welk onderwerp hij trou wens ook vele verhandelingen schreef. Van welke aard die onderzoekingen zijn geweest, laat zich duidelijk vast stellen, wanneer men bedenkt dat Lo rentz reeds concludeerde, dat de elec- triciteit van atomische structuur is en de kleinste deeltjes electronen in een geleider vrij zjjn in hun bewegin gen maar in een niet-geleider aan be paalde evenwichtsstanden zijn gebon den. Ter verklaring der aberratie van het licht nam Lorentz aan, dat bij be weging der stoffelijke lichamen door de aether deze laatste op zijn plaats blijft, niet wordt meegenomen dus Was het Einstein zelf niet. die ge zegd zou hebben, nadat Lorentz in diens aanwezigheid de relativiteits theorie tegenover een buitenlandse gast had uiteengezet, deze theorie nota bene van Einstein zelf nog nooit zo goed begrepen te hebben als toen Een geniaal mens, die 3 Februari 1928, 75 jaar oud, na een kort ziekbed overleed, en daarna met meer eerbe toon dan een staatshoofd veelal ten deel valt, door vrienden en bewonde raars naar zijn laatste rustplaats werd gebracht. VAN PROF. HEIKE KAMER- Y LINGH ONNES weten zelfs de niet-wetenschappelijk^ mensen, dat hij de grondlegger i« van het Leidse labo- Zijn begeesterend woord gaf altijd uiting aan nieuwe gedachten. Een pioniersgeest dus. Op grond van die instelling heeft hij zijn leerlingen de mogelijkheid kunnen scheppen voor hun onderzoekingen. Hij richtte een cursus voor zijn studenten in in het instrumentmaken. Na het algemene practicum konden ze in de werkplaat sen van het laboratorium eigenhandig leren solderen, glasblazen, werken aan de draaibank. Eerst wanneer ze deze vaardigheden verworven hadden, wer den ze toegelaten tot de werkplaatsen waar het wetenschappelijke onderzoek werd verricht. Naarmate ze zich daar ontwikkelden, kregen ze groter ver antwoordelijkheid te dragen voor een deel van de organisatie, die prof. Ka merlingh Onnes zich had opgebouwd, en waarin hij zelf de van de vroege ochtend tot de late avond rusteloos werkende leider was. Rusteloos wer kend. Ja, zo was het. Herinneren we ons de verslagen van de strijd, die deze geleerde gestreden heeft op 10 Juli 1908, de dag, dat deze experimenta- tor-par-excellence erin slaagde in zijn laboratorium aan de Steenschuur in Leiden één der meest hoogstaande brandpunten van menselijke kennis en menselijk vernuft volgens Madame Curie, die het herhaaldelijk bezocht het heliumgas vloeibaar te maken. Kwart voor zes 's morgens werd be gonnen. Tegen half zes 's middags was de afkoeling der helium-kringloop ge reed. Om half acht bevond zich onge veer 100 kub. cm. vloeibaar helium in het binnenste vacuum. Om half tien 's avonds was de proef afgelopen. Me vrouw Onnes, die een enorme steun geweest is voor haar man, had hem in die tijd gevoerd met stukjes brood, die ze hem in de mond gestopt had, omdat de geleerde zelf zich geen tijd gunde om te gaan eten. Een uitzonderlijke geest, die rechttoe rechtaan op de Nobelprijs afstevende, welke hem in 1913 dan ook is toege kend. En wie op dit ogenblik kennis neemt van de prestaties van deze geest, verbaast dat niet meer. MAAR EEN MARKT in het Nabije Oosten voert ons dit woord uit de bijbel, naar een markt op haar hoog tepunt. Standplaats naast standplaats is bezet; kraam staat aan kraam; waren zijn op waren gestapeld. De hit te zengt. Maar mensen dringen naast mensen en de aarde is niet meer te zien. Het is een bontheid van kleuren en één vermenging van geuren. Goede en min dere 'spijzen, onontbeerlijke dranken, kleding en sieraad: om het luidst wordt alles aangeprezen. Geld van allerlei soort rinkelt; men moet het wegen op het juiste gewicht en beproeven op zijn echtheid. Hard gewonnen verdienste gaat aarzelend door de handen. Wie geld heeft, kan eisen, verwerpen, af dingen, kiezen, kopen; die geen geld heeft, moet zich met het kijken verge noegen en blijft dorstig en onverzadigd. Onder alle gerucht en geschreeuw is er één stem, bijna niet te onderschei den van de andere en toch zo anders. De schroeiende dorheid tegen roept die stem; Hierheen, allen, die dorst hebt! hier is water! Ook al hebt ge geen geld, kom toch maar en koop, ko ip hier brood zonder geld, zonder betalen en om niet wijn en melk! Waarom geeft ge geld uit voor wgt de naam van brood niet verdient, uw schamele loon voor wat toch niet verzadigt? Luis- tei naar mij, dan zult ge eens wat goeds eten, dan zal uw dorstige hart het allerbeste proeven! Leen mij het oor en uw hart zal opleven! Onder zó wonder beeld heeft een profeet uit Israël het gewaagd God te tekenen: een koopman ergens op de markt van het mensenleven. En wélk een koopman, een heel zonder linge, het rechte tegendeel van een koopman. Een, die nu eens niet aan zichzelf denkt; die het beste aanbiedt voor niets, zonder geld en zonder prijs; die zijn eigen glazen ingooit; die „alles weggeeft vandaag"; die zijn zaak, die zichzelf te gronde richt. En de profeet, de knecht van die koopman, is gaan staan, daar, waar veel mensen samenkomen, mensen met hun drukte en hun ledigheid, met hun werk en hun zorg, met hun liefde en hun lijden, hun kleine vreugden en hun lang verdriet, mensen in hun leven-van-alle-dag, mensen met hun zwakheden en zonden en hij heeft met eigen stem de royale, goddelijke aan bieding gedaan. Zijn stem kon niet koud blijven daarbij; Gods eigen liefde trilde erin mede; hij moet het herhaald hebben, eenmaal, tweemaal, driemaal; de nodiging was zo eerlijk en zo ge meend. Wij horen zijn stem nog heden klinken. En enkelen moeten het hebben ver staan: de profeet is het niet, die roept, het is het roepen van uit de enige ware werkelijkheid, van God Zelf. En zij waren persoonlijk met dat roepen be doeld. Wat dwaasheid leek, was aller hoogste, uit liefde geboren wijsheid. Dat waren ze zelf: die dorstigen; dat waren zij toch: de armen, die geen geld hadden en niets konden bieden dan ledige handen en schuldige, vrees achtige harten; dat waren zij: de dwa zen, die wat ze nog aan waarde had den, verspilden aan surrogaat en hun arbeidskracht versmeten aan wat hen altijd hongerig liet. Of ze nu rijk wa ren of arm, gevestigd of zwervend, van allen gold hetzelfde. Nooit genoeg dankbaar kunnen wij zijn, dat wij temidden van de vele, vele stemmen om ons heen die éne stem uit de eeuwige werkelijkheid mogen ho ren. De Kerk van Jezus Christus is gaan staan, waar Jesaja stond en brengt dezelfde boodschap. Hebben wij op die totaal andere stem, die van God komt, al eens acht geslagen? Wie eenmaal de koninklijke nodi- ging, de hemelse aandrang, de onge houden liefde in die stem heeft horen klinken en haar heeft onderscheiden van alle andere en gevoeld als tot zich gerichtkan die stem niet meer kwijt worden; ook al zou men willen. Dan is het onoverstembaar in ons oor: O, gi.i die dorst hebt, hier is water! Dan staat voor ons oog onuitwisbaar de Gestalte, die deze liefdestem ont ving in Jezus Christus. Om onzentwil heeft Hij gestaan op de markt van deze wereld en riep: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Om onzentwil vernietigde Hij Zichzelf en gaf Zijn leven tot een losprijs voor velen, voor wie Hij de spijs en de drank tot het eeuwige leven gewor den is. Ons ls nodig niet slechts van die bron te weten, maar gehoorzaam aan Gods stem uit die bron te drinken. Om niet. Opdat onze ziel moge leven. E. A. J. P., Egmond a/d Hoef. De procureur-generaal bij het ge rechtshof te 's Gravenhage heeft gis teren bevestiging gevorderd van het vonnis van de politierechter (drie maanden gevangenisstraf) tegen de 42-jarige boterhandelaar L. H. P. uit Den Haag, die het vorige jaar enige dagen voor Kerstmis een konijn levend zou hebben gevild. P. zou een konijn enige stokslagen achter de oren heb ben gegeven en het dier daarna direct hebben gevild. Het konijn had heftig met zijn voor poten geslagen en gegild, zo werd in twee getuigenverklaringen vermeld. Eerst toen getuigen P. hadden aange sproken, had deze het dier de hals af gesneden. De achterpoten waren toen reeds gevild. Het gerechtshof besloot de zaak aan te houden om de getuigen opnieuw te horen. WOEKERRENTE BEREKEND? De recherche te Rotterdam heeft procesverbaal opgemaakt tegen de 48-jarige wagenverhuurder J. van der M. In de jaren 1952 en 1953 zou hij aan 18 personen geld hebben geleend tegen een woekerrente, waardoor deze mensen in ernstige moeilijkheden kwamen. Hij had in totaal f 23.000 uitgeleend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 7