DIEREN KRIJGEN HUN ZIEL TERUG
De vreemde
koopman
Tweetal grote natuurkundigen
wordt herdacht
Een Deventer prepareerbedrijf met
een internationale reputatie
Vakmanschap
en ambitie
r
Beiden verwierven Nobelprijs
Leven en betekenis
in kort bestek
Hagenaar vilde een
levend konijn
Ter overdenking
Het procédé
Drie honden offerden
hun leven om een
kind te redden
In halve eeuw
Een ziel in turf
Prof» Lorentz en prof Kamerlingh Onnes
Vrienden en collega's
ZATERDAG 20 ITINI 1953
maak zelf jam met
Twee vaklieden in de Mille
dierentuin" te Deventer. André
Rond rechtsbetast het gebit
tan een tijger, terwijl Kees
Witteveen de ogen van een pan
ter controleert.
NArujR-9.'"'""
114 10 minuten
(Advertentie. Ing Med.)
'(Van onze speciale verslaggever)
OP DE ZOLDER van Brink 32
In Deventer staat een kameel Met
dezelfde rust, welke hem in de
woestijn eigen was kijkt hij nu neer
op een hert, bewoner van een an
dere wereld dan hij. En het hert
wordt geflankeerd door twee leeu
wen, die in een apocalyptische vre
de opkijken naar een paard en twee
apen. Onder het pannendak schij
nen zij nog maac weinig te hebben
verleerd van hun streken. Zij
lachen hun tanden bloot om de
Bengaalse tijger, die maar nauwe
lijks iets kan zien van de wereld
rondom, want een groot zeil bedekt
zijn gezicht.
DE DEVENTER FIRMA Bennekers
is eigenaresse van deze dode have,
welke in haar rust toch ook weer tin
telt van leven. De statige gevel aan
Deventers historische plein verbergt
achter veel meer dan wat op de zolder
Is ondergebracht. Want deze werd in
gebruik genomen, omdat er in het hele
pand verder geen plaats meer was:
Op de tweede etage huizen de vogels
en op de begane grond is het een nog
veel wonderlijker wereld. In de hal
staan glazen kasten, welke plank na
plank een schat aan vogels huisvesten.
Aan de overzijde hangt een kostelijke
reeks geweien, van de spiesbok tot de
18-ender. De tegenstelling ligt echter
In de kamers aan weerszijden van de
hal. Aan één kant de bontzaak, waar
de firma de kostbaarste bontmantels in
rijen heeft hangen. En ook hier stoeien
vogels langs de wanden en een een
zame keeshond kijkt naar iedere be
zoeker die binnenkomt.
Schijnbaar vergeten, maar gereed
om binnen afzienbare tijd ieder die er
zich voor interesseert met verbazing
te slaan, staat in de kamers aan de
andere zijde van de hal ,,een wereld in
alcohol" bjjeengeleund in kasten. Men
kan er het inwendige leven van de
kikker gadeslaan, zo goed als een lint
worm en haar zusjes en tal van an
dere dieren of delen ervan. De blo-
loog vindt hier een dorado en een
verscheidenheid, welke een opsomming
ondoenlijk maakt en een catalogisering
tot een zware opgave.
weer terug, op een wijze, als was het
leven plotseling stil gaan staan en was
er daarna niets meer veranderd.
EN ER VERANDERT toch zo veel.
Wie de huid van een dier als een vor- j
meloze massa uit een bak water ziet
trekken, eist teveel van zijn fantasie,
wanneer hij daaruit het dier van wel
eer of het opgezette beest van straks
wil kennen. Wie het boek met maten
inziet of het gipsafgietsel van de kop,
wordt evenmin wijzer. En toch wordt
zoals het altijd geweest is.
die griezelige massa straks het dier,
Men gaat als volgt te werk. Van de
kop maakt men, zoals gezegd een gips-
negatief. Het daarvan gegoten positief,
zal straks de uitdrukking van de kop
weergeven. Men meet het dier en vilt
hem daarna. De huid passeert chemi
sche baden; bij vogelhuiden wordt al
leen vergif toegevoegd. Aan de hand
van de maten, gaat men nu een brok
turf modelleren, of het nu een vogel
of een kameel is. De huid wordt er
omgebracht en langzaam laat men het
geheel drogen. Tenslotte wordt het
dier op een voetstuk gezet. Zelfs de
beenderen op een enkele uitzonde
ring na worden dus verwijderd,
iets wat een leek maar nauwelijks kan
geloven. Veel eerder wil hij veronder
stellen, dat het geraamte wordt ge
lijmd en dat het lege karkas, met de
huid erom wordt „opgestopt". Inder
daad gebeurt dit wel door mensen, die
van het vak niets weten.
Och de leek ziet op het eerste ge
zicht misschien geen fouten. Maar wan
neer hij een dier ziet, dat met vakman
schap is gevild en gemodelleerd, dan
ac-nctp xa gssvüv* i
zal hij bij een vergelijking grote ogeivt krijgen.
opzetten. Het goed behandelde dier
heeft een ziel. Dan is de ene tijger de
andere niet meer en vertelt elk dier
iets van het leven dat hij achter zich
heeft. Dan voelt men de jachtlust in
de sperwer en de brutaliteit van een
Vlaamse gaai, dan lacht een aap met
heel zijn lijf, dan is een leeuw werke
lijk koning en roept het renpaard her
inneringen op aan de schoonste ogen
blikken uit zijn carrière, toen hij
al is hij geen mens trots kende en
de adel droeg van de befaamde stal,
waar hij werd geboren. Honderden en
nog eens honderden dieren worden bij
Bennekers opgezet. Vele bleven achter
en vormen nu de ongeëvenaarde col
levend is, maar toch een ziel heeft,
lectie van deze „dierentuin", die niet
Want de roem van de firma, al noemt
men er het woord niet, is, dat de dode
dieren bij Bennekers hun ziel terug-
(Van onze correspondent in Kaapstad)
IN HET VRIENDELIJKE dorpje
Kelso, aan de kust van Natal, hebben
drie honden hun leven geofferd om
een kind te redden. De drie-jarige
Rudolf van den Berg, een rustig,
blotid kereltje, speelde met plankjes
en blokken in de tuin achter hef huis,
toen hij plotseling een zwarte mamba
de giftigste slang van Afrika
door het gras op zich toe zag komen.
Het gruwelijke dier gleed langzaam in
zjjn richting en het gezicht van haar
enorme, gladde lichaam biologeerde
de kleuter zozeer, dat hij niet kon op
staan. In zjjn angst riep de kleine om
„Boesman", de kleine fox-terrier, die
zijn speelmakker was. De hond kwam
ogenblikkelijk toe rennen, vergezeld
van de beide andere honden der familie
Van den Berg, „Koffertje" en „Car-
la".
De dieren waren nog precies op tjjd
om het verschrikte kind van een af
grijselijke dood te redden. Zonder zich
ook maar een seconde te bedenken
stortten zij zich gedrieën op de mam-
ba, die links en rechts van zich af
beet maar desniettemin het onderspit
moest delven. De slang werd uiteen-
gescheurd. Helaas waren de dappere
honden alle drie door zjjn giftanden
geraakt; zij stierven binnen enige
ogenblikken.
Toen mevrouw Van den Berg, door
het geblaf gealarmeerd, in de tuin
kwam kjjken, vond zij haar zoontje,
ongedeerd maar huilend, tussen de lij
ken van zjjn drie honden. Dicht bij
hem lag de slang. Het dier was ruim
twee en 'n halve meter lang.
O, alle dorstigen, komt tot de wateren
en gij, die geen geld hebt, komt, koopt
en eet; ja komt, koopt zonder geld en
zonder prijs wijn en melk.
Jesaja 55 vers 1.
DE DOOD VAN HET WATER
MEISJE KATHY TONGAY
Russell Tongay, de vader van de
zogenaamde „waterkinderen", is ont
last van de beschuldiging van moord
op zijn vijfjarig dochtertje Kathy. Het
gerecht heeft thans een beschuldiging
tegen hem ingebracht van dood door
schuld, omdat hij op 5 Mei j.1. Kathy
gedwongen zou hebben een duik te
nemen van een hoogte van tien meter
„zonder aandacht te schenken aan de
'vereisten voor haar veiligheid".
DIT ALLES is de vrucht van een
halve eeuw ambitievolle arbeid. Wil
lem Engels, begon in 1899 in Zwolle
een prepareerbedrijf. Zijn naam werd
bijna een legende en nog heden ten
dage vindt men overal in ons land
het werk van zijn handen, specimina
van zeldzaam vakmanschap. Zijn
schoonzoon Frans Bennekers zette het
bedrijf voort. In 1944 vestigde hij zich
in Deventer. Hij werd gegijzeld en in
1944 gefusilleerd. Vanaf dat moment
stond mevr. Bennekers voor de zware
taak het bedrijf, dat zoals gezegd een
bontzaak-, atelier en een prepareerbe
drijf omvatte, voort te zetten. Zij kwam
in conact met de Haagse accounant L.
de Heer, die vanaf zijn jeugd amateur-
bioloog is. Hij interesseerd zich bijzon
der voor het prepareren en kwam in de
firma via de boekhouding naar de ate
liers. Daar vond hij een taak, welke
hem de gewenste afwisseling bezorgde
voor de dorre „Haagse cijfers". Hij is in
de firma gebleven en wisselt zijn weken
af tussen zijn zaak in Den Haag en zijn
Werk in Deventer. Onder de naam
„Fa. Bennekers, v.h. Willem Engels",
groeit het bedrijf weer uit en gaat het
voort zijn internationale reputatie te
verbreiden.
Heeft de heer L. de Heer nu de leiding
van het prepareerbedrijf, de ziel van
het vak is André Roud, die sinds 1914
bij de firma werkzaam is.
WANNEER MEN MET HEM praat,
bladert hij misschien in een boek, waar
in de maten staan van een kangeroe,
een aap, een zebra en talloze andere
dieren die hij heeft opgezet. Het kan
ook zijn, dat hij speelt met gipsen af
gietsels van de koppen of dat hij knik
kert met de glazen ogen van een tijger.
André Rond is geen man, die veel zegt,
maar bij wie men voelt wat het wil
zeggen een dier op te zetten. O zeker,
het is niet moeilijk een dier te villen,
„op te stoppen" en te zeggen dat het
dier is opgezet. Want het hert, dat op
deze wijze wordt behandeld is daarna
wel een hert, maar niet dat hert, dat
werd gebracht. Alle dieren zijn van
elkaar verschillend, in uiterlijk en in
karakter. Er bestaat geen confectie-
aap of een ,,all-weather"-tijger. Men
weet dat het best van een huisdier.
Iedere hond b.v. heeft zijn karakte
ristieke houding. En wordt een hond
opgezet, dan zal het in die houding
moeten gebeuren, waaruit men hem
het best terugkent. Dat is de ziel van
het vak, waarvoor men geen boekjes
kan raadplegen, dat is een voelen aan
de hand van eei. foto of een rustig ge
sprek met de eigenaar. En dan krijgt
men ook gegarandeerd het eigen dier
HONDERD JAAR GELEDEN werden twee Nederlanders geboren,
die zouden opgroeien tot grote natuurkundigen van internationale
faam: Professor H. A. Lorentz (op 18 Juli 1853 te Arnhem geboren)
en professor H. Kamerlingh Onnes, die op 21 September 1853 te Gro
ningen het levenslicht aanschouwde.' Te hunner nagedachtenis organi
seert de Rijksuniversiteit te Leiden van 21 tot 27 Juni een natuurkun
dig congres over het electron, voor welke bijeenkomst veertig natuur
kundigen (onder wie vijf Nobelprijswinnaars) uit dertien landen zijn
uitgenodigd. Zij zullen op 27 Juni bijeenkomen in het Amsterdamse
Trippenhuis, de zetel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van
Wetenschappen, waar de door deze Akademie ingestelde Lorentz-
medaille, welke eens in de vijf jaren wordt toegekend, zal worden uit
gereikt aan professor dr Fr. London, hoogleraar aan de Duke Univer-
sity te Durham in de Amerikaanse staat North Carolina
"'IE HET WAAGT in het bestek
J' .en enkel krantenartikel' de bete-
s te schetsen van een figuur als
Hendrik Anten Lorentz, weet bij voor
baat te kort te zullen schieten in vol
ledigheid. Dit rijke en ongelooflijk
arbeidzame leven is niet te vertellen
in zo klein bestek. Hoogstens zou men
er een facet uit kunnen lichten: Lo
rentz als Nobelprijswinnaar, Lorentz
als theoretisch natuurkundige, Lorentz
als docent, Lorentz als internationale
figuur, Lorentz als mens, als vader, als
vriend van zijn studenten, alsja,
wat eigenlijk niet?
Wie uit de geschriften probeert eerst
een beeld te vorrhen van deze opmer
kelijke persoonlijkheid, krijgt al deze
facetten onder ogen. En telkens weer
opnieuw wordt men gedrongen naar
dezelfde conclusie: een geniaal mens.
Geniaal voor wat betreft zijn geleerd
heid. maar geniaal ook wanneer men
zijn karakterstructuur in ogenschouw
neemt. „Een eenvoudig en ongekunsteld
mens. Beminnelijk, vriendelijk en van
een grote persoonlijke charme", heeft
iemand uit zijn omgeving geschreven
die als iedereen, die met hem in aan
raking kwam, een groot bewonderaar
van hem werd. Een opgewekt mens en
huisvader, die grote belangstelling voor
zijn gezin had. die de lessen der kin
deren overhoorde, die hen en zelfs
hun vriendjes te hulp kwam bij hun
sommen, en die bijzonder veel plezier
kon hebben in kleine geestigheden
voordsnelingen en zelfskinder-
1 spelletjes.
Een man, die bijzonder populair in
ratorium, waar eenmaal een koude ge
produceerd werd van nagenoeg 273
graden onder nul, het absolute nul
punt, waarbij geen beweging der mo
leculen meer mogelijk is. Dat hij als
mens de antipode is geweest van zijn
temperatuur geen kil, berekenende
geleerde dus, maar een mens, wiens
hele wezen een grote warmte uit
straalde dat is de meeste Neder
landers echter vanzelfsprekend ont
gaan. Slechts wie het voorrecht had
den met hem te mogen samenwerken
in zijn lang en ongelooflijk arbeidzaam
leven, weten daarvan. Zijn studenten
in de eerste plaats. Bij zijn overlijden
in 1926 enige maanden vóór het
overlijden van zijn vriend prof. Lo
rentz, die merkwaardig genoeg Ook in
1853 geboren werd en eenzelfde onge
limiteerde intellectuele top bereikte,
bekroond met de Nobelprijs konden
wie met hem samenwerkten getuigen
van hun respect voor deze uitzonder
lijke Nederlandse figuur uit de inter
nationale wetenschapswereld. Zij spra
ken over zijn grote belangstelling voor
het volle leven, over zijn gezellige
goedlachsheid, over zijn medeleven met
alle vreugden en tegenslagen van
zijn medewerkers. En ook over zijn
verwonderlijke oogopslag: heldere,
staalblauwe ogen, die naar bodemloze
diepten konden schouwen.
PROF. H. A. LORENTZ
de gunstigste zin was onder zijn stu
denten in Leiden, al noemden die stu
denten zijn tentamens dan moeilijk,
omdat Lorentz van hen eiste, dat ze
een bepaald probleem met eigen woor
den uitwerkten, inplaats van een uit
het hoofd geleerde les op te spuiten.
Een man, die anderen het gevoel gaf
in zijn warme belangstelling te staan,
door zich van die anderen vaak char
mante bijzonderheden en belevenissen
te herinneren, die de mensen zelf reeds
lang vergeten waren.
Een fenomenaal geheugen heeft de
ze geleerde ten dienste gestaan. Wat
hij eenmaal gelezen had, was onuitwis
baar voor hem geworden. Dertien
jaar was deze Lorentz, toen hij in de
derde klas h.b.s. zat; 22 jaar, toen hij
te Leiden met hoogste lof promoveer
de tot doctor in de natuurkunde op
een zeer belangwekkend proefschrift
over: „De theorie van de flectie en
breking van het licht"; 24 jaar, wan
neer hij aan de Leidse universiteit be
noemd wordt tot hoogleraar en 49
jaar, w?nneer hem tezamen met pro
fessor Zeeman de Nobelprijs wordt
toegekend.
Zijn naam leeft in alle wetenschap
pelijke kringen ter wereld voort. Want
met een verbluffend gemak heeft deze
geleerde zich in dit internationale
milieu bewogen. Zijn talenkennis
maakte het hem mogelijk onmiddellijk
over te schakelen van de ene taal op
de andere en daarin op geestige wijze
te discussiëren over de moeilijkste on
derwerpen. En niet alleen van de mo
derne talen bediende hij zich met een
opvallend gemak, ook van de klassie
ke. Bekend is van hem. dat hij ter
loops de drukproeven verzorgde vn
een Latijnse uitgave van Huygens
werken.
Laten wij proberen nog iets over zijn
baanbrekende wetenschappelijk werk
te vertellen. Hij heeft zich op elk ge
bied der physica bewogen. Hij doceer
de zowel experimentele als theoreti
sche natuurkunde, werd de grondleg
ger der electronentheorie en heeft door
zijn onderzoekingen over de electro-
dynamica de grondslag gelegd tot de
door Einstein ontworpen Relativiteits
theorie, over welk onderwerp hij trou
wens ook vele verhandelingen schreef.
Van welke aard die onderzoekingen
zijn geweest, laat zich duidelijk vast
stellen, wanneer men bedenkt dat Lo
rentz reeds concludeerde, dat de elec-
triciteit van atomische structuur is en
de kleinste deeltjes electronen in
een geleider vrij zjjn in hun bewegin
gen maar in een niet-geleider aan be
paalde evenwichtsstanden zijn gebon
den. Ter verklaring der aberratie van
het licht nam Lorentz aan, dat bij be
weging der stoffelijke lichamen door
de aether deze laatste op zijn plaats
blijft, niet wordt meegenomen dus
Was het Einstein zelf niet. die ge
zegd zou hebben, nadat Lorentz in
diens aanwezigheid de relativiteits
theorie tegenover een buitenlandse
gast had uiteengezet, deze theorie
nota bene van Einstein zelf nog
nooit zo goed begrepen te hebben als
toen
Een geniaal mens, die 3 Februari
1928, 75 jaar oud, na een kort ziekbed
overleed, en daarna met meer eerbe
toon dan een staatshoofd veelal ten
deel valt, door vrienden en bewonde
raars naar zijn laatste rustplaats werd
gebracht.
VAN PROF. HEIKE KAMER-
Y LINGH ONNES weten zelfs de
niet-wetenschappelijk^ mensen, dat hij
de grondlegger i« van het Leidse labo-
Zijn begeesterend woord gaf altijd
uiting aan nieuwe gedachten. Een
pioniersgeest dus. Op grond van die
instelling heeft hij zijn leerlingen de
mogelijkheid kunnen scheppen voor
hun onderzoekingen. Hij richtte een
cursus voor zijn studenten in in het
instrumentmaken. Na het algemene
practicum konden ze in de werkplaat
sen van het laboratorium eigenhandig
leren solderen, glasblazen, werken aan
de draaibank. Eerst wanneer ze deze
vaardigheden verworven hadden, wer
den ze toegelaten tot de werkplaatsen
waar het wetenschappelijke onderzoek
werd verricht. Naarmate ze zich daar
ontwikkelden, kregen ze groter ver
antwoordelijkheid te dragen voor een
deel van de organisatie, die prof. Ka
merlingh Onnes zich had opgebouwd,
en waarin hij zelf de van de vroege
ochtend tot de late avond rusteloos
werkende leider was. Rusteloos wer
kend. Ja, zo was het. Herinneren we
ons de verslagen van de strijd, die
deze geleerde gestreden heeft op 10
Juli 1908, de dag, dat deze experimenta-
tor-par-excellence erin slaagde in zijn
laboratorium aan de Steenschuur in
Leiden één der meest hoogstaande
brandpunten van menselijke kennis en
menselijk vernuft volgens Madame
Curie, die het herhaaldelijk bezocht
het heliumgas vloeibaar te maken.
Kwart voor zes 's morgens werd be
gonnen. Tegen half zes 's middags was
de afkoeling der helium-kringloop ge
reed. Om half acht bevond zich onge
veer 100 kub. cm. vloeibaar helium in
het binnenste vacuum. Om half tien
's avonds was de proef afgelopen. Me
vrouw Onnes, die een enorme steun
geweest is voor haar man, had hem in
die tijd gevoerd met stukjes brood, die
ze hem in de mond gestopt had, omdat
de geleerde zelf zich geen tijd gunde
om te gaan eten.
Een uitzonderlijke geest, die rechttoe
rechtaan op de Nobelprijs afstevende,
welke hem in 1913 dan ook is toege
kend. En wie op dit ogenblik kennis
neemt van de prestaties van deze geest,
verbaast dat niet meer.
MAAR EEN MARKT in het Nabije
Oosten voert ons dit woord uit de
bijbel, naar een markt op haar hoog
tepunt. Standplaats naast standplaats is
bezet; kraam staat aan kraam; waren
zijn op waren gestapeld. De hit
te zengt. Maar mensen dringen naast
mensen en de aarde is niet meer te zien.
Het is een bontheid van kleuren en één
vermenging van geuren. Goede en min
dere 'spijzen, onontbeerlijke dranken,
kleding en sieraad: om het luidst wordt
alles aangeprezen. Geld van allerlei
soort rinkelt; men moet het wegen op
het juiste gewicht en beproeven op zijn
echtheid. Hard gewonnen verdienste
gaat aarzelend door de handen. Wie
geld heeft, kan eisen, verwerpen, af
dingen, kiezen, kopen; die geen geld
heeft, moet zich met het kijken verge
noegen en blijft dorstig en onverzadigd.
Onder alle gerucht en geschreeuw is
er één stem, bijna niet te onderschei
den van de andere en toch zo anders.
De schroeiende dorheid tegen roept
die stem; Hierheen, allen, die dorst
hebt! hier is water! Ook al hebt ge geen
geld, kom toch maar en koop, ko ip
hier brood zonder geld, zonder betalen
en om niet wijn en melk! Waarom
geeft ge geld uit voor wgt de naam
van brood niet verdient, uw schamele
loon voor wat toch niet verzadigt? Luis-
tei naar mij, dan zult ge eens wat
goeds eten, dan zal uw dorstige hart
het allerbeste proeven! Leen mij het
oor en uw hart zal opleven!
Onder zó wonder beeld heeft een
profeet uit Israël het gewaagd God
te tekenen: een koopman ergens op de
markt van het mensenleven. En
wélk een koopman, een heel zonder
linge, het rechte tegendeel van een
koopman. Een, die nu eens niet aan
zichzelf denkt; die het beste aanbiedt
voor niets, zonder geld en zonder prijs;
die zijn eigen glazen ingooit; die „alles
weggeeft vandaag"; die zijn zaak, die
zichzelf te gronde richt.
En de profeet, de knecht van die
koopman, is gaan staan, daar, waar
veel mensen samenkomen, mensen met
hun drukte en hun ledigheid, met hun
werk en hun zorg, met hun liefde en
hun lijden, hun kleine vreugden en
hun lang verdriet, mensen in hun
leven-van-alle-dag, mensen met hun
zwakheden en zonden en hij heeft met
eigen stem de royale, goddelijke aan
bieding gedaan. Zijn stem kon niet
koud blijven daarbij; Gods eigen liefde
trilde erin mede; hij moet het herhaald
hebben, eenmaal, tweemaal, driemaal;
de nodiging was zo eerlijk en zo ge
meend. Wij horen zijn stem nog heden
klinken.
En enkelen moeten het hebben ver
staan: de profeet is het niet, die roept,
het is het roepen van uit de enige ware
werkelijkheid, van God Zelf. En zij
waren persoonlijk met dat roepen be
doeld. Wat dwaasheid leek, was aller
hoogste, uit liefde geboren wijsheid.
Dat waren ze zelf: die dorstigen; dat
waren zij toch: de armen, die geen
geld hadden en niets konden bieden
dan ledige handen en schuldige, vrees
achtige harten; dat waren zij: de dwa
zen, die wat ze nog aan waarde had
den, verspilden aan surrogaat en hun
arbeidskracht versmeten aan wat hen
altijd hongerig liet. Of ze nu rijk wa
ren of arm, gevestigd of zwervend, van
allen gold hetzelfde.
Nooit genoeg dankbaar kunnen wij
zijn, dat wij temidden van de vele, vele
stemmen om ons heen die éne stem uit
de eeuwige werkelijkheid mogen ho
ren. De Kerk van Jezus Christus is
gaan staan, waar Jesaja stond en
brengt dezelfde boodschap. Hebben
wij op die totaal andere stem, die van
God komt, al eens acht geslagen?
Wie eenmaal de koninklijke nodi-
ging, de hemelse aandrang, de onge
houden liefde in die stem heeft horen
klinken en haar heeft onderscheiden
van alle andere en gevoeld als tot zich
gerichtkan die stem niet meer
kwijt worden; ook al zou men willen.
Dan is het onoverstembaar in ons oor:
O, gi.i die dorst hebt, hier is water!
Dan staat voor ons oog onuitwisbaar
de Gestalte, die deze liefdestem ont
ving in Jezus Christus. Om onzentwil
heeft Hij gestaan op de markt van
deze wereld en riep: Indien iemand
dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke!
Om onzentwil vernietigde Hij Zichzelf
en gaf Zijn leven tot een losprijs voor
velen, voor wie Hij de spijs en de
drank tot het eeuwige leven gewor
den is.
Ons ls nodig niet slechts van die
bron te weten, maar gehoorzaam aan
Gods stem uit die bron te drinken. Om
niet. Opdat onze ziel moge leven.
E. A. J. P., Egmond a/d Hoef.
De procureur-generaal bij het ge
rechtshof te 's Gravenhage heeft gis
teren bevestiging gevorderd van het
vonnis van de politierechter (drie
maanden gevangenisstraf) tegen de
42-jarige boterhandelaar L. H. P. uit
Den Haag, die het vorige jaar enige
dagen voor Kerstmis een konijn levend
zou hebben gevild. P. zou een konijn
enige stokslagen achter de oren heb
ben gegeven en het dier daarna direct
hebben gevild.
Het konijn had heftig met zijn voor
poten geslagen en gegild, zo werd in
twee getuigenverklaringen vermeld.
Eerst toen getuigen P. hadden aange
sproken, had deze het dier de hals af
gesneden. De achterpoten waren toen
reeds gevild.
Het gerechtshof besloot de zaak aan
te houden om de getuigen opnieuw te
horen.
WOEKERRENTE BEREKEND?
De recherche te Rotterdam heeft
procesverbaal opgemaakt tegen de
48-jarige wagenverhuurder J. van der
M. In de jaren 1952 en 1953 zou hij
aan 18 personen geld hebben geleend
tegen een woekerrente, waardoor deze
mensen in ernstige moeilijkheden
kwamen. Hij had in totaal f 23.000
uitgeleend.