Pension Belhomme, eens toevluchtsoord der vervolgde Franse aristocraten Bermuda- eilanden, Gibraltar van het Westelijk halfrond „Waar blijft de halsdoek, Sir Winston Churchill?" Belgische intellectuelen hebben hoge salarissen Relatie s met revolutionnair bewind zorgden voor de nodige patiënten Eerste gouverneur was een Engelse timmerman Washington vond er grote steun Hongerdieët en hoge prijzen brachten inhalig zenuwartsten val Wist Openbaar Aanklager er niets vanaf? FOUQUIER TINVILLE onbaatzuchtig republikein?. Afrikaanse boer maant Britse premier Land zonder prijsbeheersing Apothekers in trek, medici in discrediet DONDERDAG 9 JULI 1953 IN HET OUDE PARIJS ten Oosten van de Place Cen °Ude StTaat' Rue de Chaconne geheten. En tn deze straat staat een heel oud. verval- ontdekt! TtS?» wandJl*ar de volgende inscriptie Zmme &B<é d» d<*«» Rel- In 1787 vestigde een zekere dokter Belhomme op deze plek een zenuwlijdersgesticht. Het huis was comfortabel en omringd door wijngaarden en een grote tuin, een ideaal oord voor rustbeSoevenden Binnen twee jaar had het zich al zo'n goede reputa tie verworven. dat het al 46 patiënten onderdak ver- schafte De revolutie bracht Belhomme de benoeming tot kapitein van de compagnie van de sectie Popin- coarf. Hij kreeg toen de inval zijn gesticht aan het bestuur der sectie aan te bieden om er aristocraten in onder te brengen, welke het leven in de vochtioe Parijse gevangenissen niet beviel. De gegadigden zouden natuurlijk een pensionprijs moeten betalen en men zou het dan doen voorkomen, alsof zij daar een kuur tegen rheumatiek moesten doen. De dokter had zo goede relaties met de mannen van het bewind, dat zijn voorstel werd aangenomen. Weldra waren er vele liefhebbers voor een plaats in het pension in alle gevangenissen van Parijs. Men vertelde elkaar, dat dit gesticht onder speciale be scherming stond en dat men daar niet de kans liep naar de guillotine te worden gevoerd. Men genoot er zelfs zekere vrijheden, want men mocht bezoek ont vangen en rondwandelen. Het Pension Belhomme werd in de ogen van de aristocraten, die ten dode opgeschreven waren, als het Paradijs op Aarde. Men fluisterde, dat Fouquier Tinville, de beruchte Open bare aanklager, en Belhomme overeengekomen waren, "at^e eerste de gevangenen ongemoeid zou laten, als Belhomme hem een deel van zijn ontvangsten aan pensiongelden zou betalen. Voor Belhomme gingen de zaken goed. Voor de aristocraten, die bij hem een plaats hadden kunnen bemachtigen, ging alles goed, zolang zij over vol doende contanten konden beschikken. Elke maand werd n.1. voor een ieder de pensionprijs opnieuw vastgesteld: elke maand moest men als het ware in het kleine kantoortje van dokter Belhomme zijn leven gaan kópen. Wie niet meer kon betalen, werd over gebracht naar een der gevangenissen, wachtkamer voor de guillotine. MEN ZAL ZICH AFVRAGEN hoe men het moet Inkleden om onderdak te krijgen by Belhomme. Welnu, een zekere Vilain, advocaat by het Tribunal Révolutlonaire, wist daar wel raad op. Men raadpleegde hem veel wegens zyn grote invloed. Hy beloofde syn cliënt dan voor een ville, mits hem een zeer hoog bedrag audiëntie te zorgen by Fouquier Tin ter hand werd gesteld, wat hy selde aan de Openbare Aanklager te zullen overdragen. De audiëntie werd dan ver leend, Fouquier schreef direct het bevel uit om de bewuste persoon over te brengen naar Belhomme en de cliënt roemde tot ln lengte van dagen het on baatzuchtige optreden van Vilain niet vermoedende, dat deze de geldsom in eigen sak had gestoken. Zo kreeg het Pension Belhomme, dat ln die dagen voor vervolgden een oord van rust en veiligheid werd, een zeer gevarieerde bevolking. Vele mensen vonden elkaar daar terug, na een ver- blijf in een vochtige gevangenis. Het ging er nogal vroiyk toe, wat misschien wel kwam door de opluchting, die men voelde aan de dood ontkomen te zyn. Men amuseerde zich met zang en dans en zelfs zorgden actrices van het ThéStre Fransais voor afleiding. Lief desidyllen speelden er zich ook af en hoewel elke maand de laatste kon zyn, als de financiën uitgeput raakten, toch maakten de geliefden toekomstplannen. Belhomme liet zijn gasten zoveel moge lijk hun gang gaan en deze kregen na verloop van tyd enige achting voor hem. Wanneer aan het einde van de maand hy gedwongen was aan hen, die geen pension meer konden betalen het ver- biyf onder zUn dak op te zeggen, kon digde hy hen dat aan met wel enige spyt ln zUn stem, maar dit was nu eenmaal de conditie geweest ZIJN ZAKEN BREIDDEN zich zo uit, dat hy het naburige hotel Chabanais erby huurde, dat eveneens door een grote tuin was omringd, waar men vrij mocht wandelen. Niemand dacht eraan te vluchten, wel wetend nergens zo veilig te zyn als by dokter Belhomme. De penslonprys, die Belhomme be dong, was overigens alleen de prys, waarvoor men zyn veiligheid kocht Voor het gehele levensonderhoud moest apart betaald worden. Men woonde er, opeengepakt ln nau we kamertjes, waarin alleen die meu bels stonden, die men zich veroorloven kon te huren. Zyn oorspronkelijke rust- behoevende patiënten bracht Belhom me onder op zolderkamertjes. Vooral de zenuwlijders onder hen irriteerde het geroezemoes der overige gasten, die dicht opeen, overal in het huis a.h.w. kampeerden. ZU, die zuinig aan moes ten doen, aten aan de gemeenschappe lijke tafel. Vaste etensuren waren er evenwel niet, zodat men geregeld queue Jn»ak;c voor de eetzaal om niet de hond 'n "e pot te vinden. Ging de deur open, dan haastte men zich naar binnen om een plaatsje en wat eten te bemachtigen, want hoewel de tafels gedekt waren voor 30 personen, bracht men slechts eten voor acht. Weliswaar kon men eten van buiten laten komen, doch dan was men ver plicht er iets van af te geven voor de tafel van Belhomme zelf. Het ging Bel homme zo wel naar de zin: wat hem betreft mocht de revolutie nog wel ja ren duren. HET ZOU ECHTER anders lopen dan Belhomme dacht: Op zekere dag zon de sectie Popincourt hem twee arme gevangenen, met de boodschap, da ze maar voor niets mee moesten eten. Niet van zins hen gratis onderdak te verlenen, hield Belhomme een collecte onder zyn gasten, die weinig op de. Deze arme lieden waren echter al lerminst tevreden over de behandeling, al bezwoer Belhomme hun, dat de der tigste heren en dames het niet bete J hem hadden. Een van hen verklaarde niet van plan te zyn van honger om te komen en wel te weten, wat hem te doen stond. Hy diende cen aanklacht in tegen Belhomme, hem beschuldigend van af persing: ongehoorde sommen eisend van de ryken en arme sansculotten onmen selijk behandelend. In Belhommes gastenboek, dat be waard is gebleven, en waarin men twee honderd namen vermeld vindt, ziet men, hoeveel deze zyn gasten voor alle kleinigheden liet betalen. MEN VRAAGT ZICH AF, wat Bel homme met dit geld deed? Kreeg Fou quier er werkelyk een deel van? Het staat niet vast, dat deze er enig aan deel in had, zoals beweerd werd. In tegendeel: Aan de vooravond van zyn proces (want ook aan zyn macht kwam een einde) schreef deze aan zyn vrouw: „Ik heb myn land gediend met de onbaatzuchtigheid van een goed repu blikein". Waariyk, deze soms meedo genloze mens liet zUn gezin in grote ellende achter, toen hy stierf. Geen ver. kwistende maltresse, geen hartstocht voor drank of spel speelde een rol in Fouquier Tinvilles leven Dat hy niet op de hoogte whs van de toestanden in het Pension Belhomme blykt wel uit het feit, dat hy direct een onderzoek liet instellen na de aan klacht tegen Belhomme. By de huis zoeking kreeg Belhomme, hoewel hy hen gedreigd had met het opzeggen van het verbiyf, weinig steun van zyn gasten. Zy haalden de hoge rekeningen en hun lege beurzen te voorschijn. Belhomme werd gearresteerd als ver dacht van afpersing en gedrag, een goed staatsburger onwaardig. Door relaties werd hU niet naar een gevangenis, maar naar een ander gesticht gebracht, een concurrent van zyn pension. Het Tri bunal Crlminel veroordeelde hem daar na tot 6 jaar dwangarbeid. NA HET EINDE DER REVOLUTIE verspreidden de gasten van het pension Belhomme zich naar alle windstreken, de vryheid, die zy in de letterlyke zin zo duur betaald hadden, tegemoet. Belhomme keerde in 1798 terug, na vier jaar in het bagno doorgebracht te hebben. Hy trouwde, hoewel reeds 61 jaar oud, met de 22-jarige Agathe Chaniot. Het schynt, dat zy niet wist, voor welk doel het gesticht, waarvan haar man directeur was, had gediend, even min als zy er van op de hoogte was, dat haar echtgenoot vier jaar zyn straf had uitgezeten. Zy koesterde grote achting voor hem en zy leefden nog vele jaren gelukkig, tot haar man in 1824 de laatste adem uitblies. Eerst toen zy al 30 jaar we duwe was, las zy in een krant de memoires van 'een gewezen gast van het Pension Belhomme. Diep veront waardigd schreef zy aan deze heer,, dat haar man nooit gevangenbewaarder was geweest en dat hy nog wel door Fouquier Tinville gevangen was gezet, omdat hij te goed voor zyn gasten wasMadame Belhomme was dus zeker nooit op de hoogte gesteld van het verleden van haar man... En, als een stille getuige van veel leed, lang geleden door mensen over mensen gebracht, staat in de oude Rue de Charonne het vervallen hotel met de inscriptie: 1787: Maison de Santé du docteur Belhomme". (Van een bijzonder medewerker) NIET VOOR DE EERSTE KEER VORMEN de Mermuda-eilanden het toneel voor een inter nationale conferentie. In 1943 werd hier over het lot van de Europese vluchtelingen beraadslaagd en in 1946 vergaderde er een internationale verkeerscon- ferentie. Maar voor de eerste keer kunnen de be woners van de hoofdstad Mamilton binnenkort in plaats van de gebruikelijke vacantiereizigers staats lieden verwelkomen, in wier handen de toekomst van de wereld ligt. Het is nog niet precies bekend, waar de conferentie bijeen zal komen: de keus moet bepaald worden tussen het aan de zee gelegen Princess Hotel en het op een indrukwekkende heu vel temidden van een exotische tuin gelegen Go vernment House, de residentie van generaal Sir Alexander Hood. Dit „Gibraltar van het Westen", in de Atlantische Oceaan ten Noord-Oosten van de Antillen, dat de Engelsen sinds meer dan honderd jaar tot een vlootbasis uitgerust hebben, waarvoor de natuur alle voorwaarden heeft geschapen, die men zich maar kan denken, is een gezegend stukje aarde hier wisselen kusten vol klippen af met een strand, dat aan de Rivièra of Florida doet den ken; daarbij een weelderige vegetatie van ceders, palmen, agaven, cactussen, een verkwistiende rijk dom aan bloemen en vette weiden, waarop de blinkende witte landhuizen staan en de cottages in Engelse stijl, evenals de oudere gebouwen uit het „oude" Amerika, uit de vlot-romantische Franse tijd van Louisiana. Geen wonder, dat de eilanden een grota attractie zijn geworden voor vacantie reizigers. DE SPANJAARD Bermudez ontdek te de archipel in het jaar 1522; en de Engelsen namen hem byna honderd jaar later in bezit. Meer dan 300 koraal eilanden en riffen groeperen zich rond het grootste eiland. Op dit eiland ligt de hoofdstad Hamilton, die in 1812 in de plaats gekomen is van de oude hoofdstad St. Paul. Het was in het jaar 1612, toen Koning Jacob I een eenvoudige timmerman, Richard Moore, tot gouverneur van de eilandengroep benoemde. Moore had in het geheel vyf onderdanen van Zyne Majesteit onder zich. Drie jaar later richtte de koning de Bermuda-maatschappij op om de rykdommen van eiland, zoals koffie, cacao, tabak en tropische vruch ten, te exploiteren. Hy gaf de bewoners ook een grondwet, zodat de Bermuda's zich erop kunnen beroemen een van de oudste parlementen in het gehele Com- monwealth te bezitten. Tegenwoordig komen 36 volksvertegenwoordigers bij een. Tydens de Engelse revolutie is het'eiland een trouw lid van de Britse kroon geweest. Toen Karei I zijn leven op het schavot eindigde, erkenden de bewoners niet Cromwell, maar de troonpretendent, de toenmalige Karei II waarop de dictator antwoordde met een verbod van de handel tussen Groot- Brittannlë en de Bermuda. De bewo ners van het eiland schynen echter minder onder deze blokkade geleden te hebben dan onder een gelijktijdige invasie van ratten, die hen bijna aan de hongerdood overgeleverd had. EISENHOWER en Churchill kunnen ln de pauze tussen de onderhandelingen enige byzonder pikante historische her inneringen opfrissen: op de Bermuda s vond George Washington een belangrijk deel van de middelen, waarmee hy de Engelse troepen in de Vryheids- oorlog kon verslaan en zo de zelf standigheid van de koloniën kon win nen. De stryders voor de onafhanke- ïykheid hadden geen munitie meer. In deze precaire situatie vernam Washing ton, dat er op de Bermuda's 800 vaten kruit lagen. Onder de ogen van de gouverneur leverden de bewoners van de Bermuda's het kruit aan de schepen van Washington uit en het jonge Ame- fka heeft deze hulp van de eilandbe- oners nooit vergeten: immigranten van de Bermuda's werden steeds met grote tegemoetkoming ontvangen. IN 1812 namen de Amerikanen, die toen in oorlog waren met Engeland het besluit zich meester te maken van de eilanden en verzamelden met dit doel een vloot bij New York. Het plan werd echter niet uitgevoerd. Maar En geland nam zich deze les ter harte en begon versterkingen op de eilanden aan te leggen. 3000 strafgevangenen werden voor de versterkingswerkzaam heden, die 20 jaar duurden, naar de Bermuda's gestuurd. Thans wonen er 32.000 mensen op de Bermuda's, gedeeltelijk nakomelingen van de eerste Engelse kolonisten en van de strafgevangenen, voor een ander gedeelte van de negerslaven. De sla- verny werd in 1834 afgeschaft en toen in het jaar daarna een Amerikaans schip met 78 negers aan boord de haven binnenliep, verklaarde het parlement van de Bermuda's de negers tot vrye mensen. bleven allen op het eiland. Het e»TT<te stoomschip, dat in 1842 het eiland naderde en door de Bermu da-vissers eerst voor een komeet werd aangezien, leidde een nieuw tydperk in. Sindsdien zyn de Bermuda's een be- langryke basis geworden in het ver keer tussen twee werelddelen voor de grote scheepvaartlijnen en een bekend centrum van toeristenverkeer. De Golf van Hamilton behoort tot de mooiste plekjes op aarde wat misschien niet eens gezegd behoeft te worden, want zou er ooit een internationale conferentie niet op een bevoorrecht punt van onze planeet worden gehou den? (Van onze correspondent in Kaapstad) „SIR WINSTON, het wordt langzamerhand tijd, dat U ons de hals doek terugstuurt, die myn vader u in Novem ber 1899 geleend heeft". Aldus schreef onlangs de heer Flip Kok uit Dur- ban aan Engelands eer ste minister en voor het geval Churchill zich niet meer zou kunnen herin neren, dat hy vieren vijftig jaar geleden in Zuid-Afrika een hals doek leende, schreef de heer Kok er de byzon- derheden maar by. Het was tydens de Boerenoorlog, die Chur chill in 1899 als oorlogs correspondent van een Londens dagblad mee maakte. De Afrikaners hadden naby Coenso gro te rotsblokken op de spoorrails gelegd en een trein met Britse solda ten ontspoorde. Vanaf de heuvels openden de Boe ren het vuur en tenslot te werden de Engelsen omsingeld en gevangen genomen. Wyien Flip Kok, de vader van de Durbanse briefschryver, legde de hand op een ln Khaki ge klede jongeman, die Ogenblikkelijk heftig pro testeerde, omdat hy, als oorlogscorrespondent, tot de non-combattanten ge rekend wenste te wor den. Flip Kok deed ech ter een greep in de broekzak van de bulde rende journalist en vond een geladen revolver. Voor Winston Spen cer Churchill hielp er toen geen lieve-moederen meer aan: hy werd tot krygsgevangene ver klaard en moest, samen met Kok, in de branden de zon te voet naar Chieveley lopen. Om dat Churchill tijdens de ontsporing zijn hoed verloren had, gaf soldaat Kok hem zijn halsdoek, teneinde die als hoofd deksel te gebruiken. Churchill en Kok heb ben de nacht, samen met tientallen andere Boe ren en krygsgevange- nen, in een boerenschuur doorgebracht. Zy slie pen in het kaf. Churchill is later, toi hy met honderden an> deren Engelsen was op gesloten in een school gebouw, ontvlucht. Maar de halsdoek van Flip Kok heeft hl) nooit terug gestuurd. Daarom heeft diens zoon nu naar Londen ge schreven om te vragen of Sir Winston niet vindt, dat het langzamer hand tyd wordt.... En er is antwoord go- komen van Downing- street nummer tien „Maar, zo zegt de heer Kok, het gaat hier om een kwestie tussen de fa milies Kok en Churchill en ik kan dus de inhoud van de brief niet mee delen". Het schynt, dat Sir Winston en Lady Churchill zich nog steeds afvragen, wéér toch dio halsdoek gebleven kan zyn.... (Van onze Belgische correspondent) DE REDEN, WAAROM MENIGE NEDERLANDER uit het meer intellectuele milieu met jaloerse ogen naar België ziet, is, dat ongetwij* feld het gemiddelde peild er salarissen daar hoger ligt dan in zijn eigen land. België is werkelijk nog een land, waar geld te verdienen valt. De concurrentie is er vrij. Wie 's avonds zijn zaak open wil hou den tot twaalf uur, ontmoet niet de minste tegenstand door beperken* de bepalingen van Overheidswege. En wie, wonend in een stadskwar* tier, waar de beter gesitueerde bevolking leeft, voor een blik pompei moes-sapof iets anders, twee of drie franken méér wil vragen dan zijn collega-winkelier in een eenvoudiger wijk, heeft daartoe de volle vrijheid. Op deze manier worden enorme winsten gemaakt, al moet men niet altijd vragen „hoe". METZELFDE geldt ook, alleen nog een beetje fortiori, van de intellec tuelen en hun salarissen in België. Apothekers steken in dit opzicht waar schijnlijk alle andere handelconfraters de loef af. Hun aantal is niet te tellen. Men weet in België, dat het apothe kersvak byzonder lucratief is, het ge volg is geweest dat de collegezalen, waar de adspirantapothekers opgeleid worden, de studenten niet meer kunnen bevatten en dat er op het ogenblik een teveel van deze weldoeners der mens heid in België dreigt. Maar nog beter zijn er financieel de doktoren aan toe. De Leuvense hoog leraar Baudhuin heeft in zijn interes sante boek „Les carrières intellec- tüelles meegedeeld, wat de gemiddelde inkomens zijn van de Belgische intellec tuelen; het valt op dat hy geen ge gevens verstrekt van wat een dokter in België verdient. Maar de paleizen van huizen, die deze heren dikwijls bewo nen zyn welsprekende getuigen van de welvaart, waarover de doorsnee medi cus zich mag verheugen. Ook hier zou ik echter willen zeggen: vraag niet al te zeer „hoe". Er is alle reden om in België te spreken over de schande van het beroep van medicus. Afzettery, overvraging, opzettelijke vertraging van het genezingsproces zijn aan de orde van de dag. „Pikuurs" zyn waarschyn- lijk ongevaarlijke dingen; welnu, zij worden bij tientallen toegediend; helpt het niet, dan schaadt het nieten de winst vloeit in de doktersbuidel. Met De gids Tensing, die de top van de Mount Everest bereikte, ge niet na de vele vermoeienissen van de laatste weken, een wel verdiende rust in Engeland. Hier applaudiseert hij (midden) tijdens een toneelvoorstelling. Naast Tensing zijn vrouw en dochter. een geraffineerd systeem van exploitatie werpen zy elkander, als medici, de bal toe. Hun systeem is immoreel en brengt de stand van de doktoren in discrediet Nederlanders in België woonachtig, be danken al lang om in de handen van deze heren te vallen. Zij laten zich by het eerste symptoom van een serieuze ziekte over de grens brengen en ver kiezen in Breda behandeld te worden, waar het medisch meestal beter ge schiedt en zy in ieder geval niet af gezet worden. Ik betaalde aldaar in het rooms katholieke ziekenhuis voor een onderzoek door de directeur zelf vijf gulden, een bedrag dat met tien vermenigvuldigd had moeten worden, als ik een Belgische collega ln de arm had genomen. Ook echter gewetensvolle medici kunnen in België een hoog sa laris verdienen. Verder noemt prof. Baudhuin accoun tants als intellectuelen, die in België een salaris verdienen dat minstens vijf tig procent hoger ligt dan in Neder land. Ook staatsambtenaren worden hoog betaald. Deze royale salarissen weerspiegelen zich duidelijk in heel de train de vivre van de Belgen; zij lpven financieel minder benauwd dan de Nederlander, beschikken heel vlug over een eigen auto en geven hun vrouwen bontman tels cadeau die, al worden zij meestal op afbetaling verkregen, de Hollandss dames jaloers kunnen maken. Zo heeft het leven in België nog iets paradys- achtigs voor velen. De boom van het economisch leven staat nog in volle bloei. Maar men zegt dat het een beetje als in Pompei is: aan de voor avond van haar ondergang, was de hemel rose gekleurd en baadden de bewoners zich in weelde. Intussen werkte al de Vesuvius.... Dat er iets ongezonds in het bloeien de leven in België ligt, is waarschijn- lyk; maar knappe stuurlui hebben het roer in handen en zullen wel kans zien koers te houden en, altans nog een tyd- lang, met succes en verstand te navi geren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 13