In de schaduw van de IJSKAP Honderden begroeten ons schip op de steiger van Godthab Om het geluk van Peter Voet op Groenlands rotsbodem Wat komt er na de complimentjes? Onder Groenlanders en Eskimo's (8) door Anth. van Kampen DDiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifflniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiii! Pim, Pam, Pom en de wonderlamp door Kitty Lessels Modern middel voor de moderne tijd Radioprogramma Luister eens naar: nu gEN SCHRIJVER zoekt eenmaal altijd vergelijkingen, om de dingen, die hij ziet en voor zijn lezers tot leven wil brengen, kleur en gestalte te geven, maar het is mij onmoge lijk om ook maar enig bruikbaar vergelijkingsmateriaal te vinden ten aanzien van datgene wat men ziet, voelt en ervaart bij het naderen van Groenlands [Westkust. En daar is een heel eenvoudige reden voor: omdat die kust met geen enkele andere kust te .vergelijken is. Omdat ze anders is dan alle andere kusten die ik eerder zag. Omdat deze kust geheel zichzelf is. Zichzelf.... dat wil zeggen ze is Groenland. De Dronning Alexandrine gleed door het hel doorzonde blauwe wa ter die kust tegemoet. En steeds kwamen meer vogels aanzwieren van het land, en al die vogels deden me denken aan kleine vriendelijke herauten, werkelijk gevleugelde vrienden, die ons in het voorbij schieten toeriepen, dat het land, nu onder handbereik, er dan wel ongastvrij en troosteloos en terug wijzend uitzag, maar dat het toch misschien wel meeviel. Af en toe stak een zeehond zacht- snuivend z'n ronde, glimmende kop boven het water, om terstond daar na weer te verdwijnen. Hij had er z'n reden voor. Voor hem was de mens, zolang hij leefde in dit deel der wereld, alleen maar een ver scheurende, verslindende nooit-ver- zadigde vervolger. Wij wezen elkaar op donkere, flit sende schaduwen in dat helle water: contouren van grote vissen die ijlings maakten dat ze uit de buurt van het schip kwamen. Hier en daar een enkel vaartuigje: een motorbootje, een soort sloep met een klein, ge havend zeil. Verder niets. Verder alleen die kust. Een kust van uitsluitend graniet en bazalt, dat zich grijs en grauw uit zee ver heft. Het gezicht van Groenland, en ik geef u de verzekering dat zich geen grimmiger, droefgeestiger ge zicht laat voorstellen. Het gezicht van een der oudste stukken van Moeder Aarde. Letterlijk: zo oud als de wereld zelf. Een onmenselijk ge zicht, zoals het daar die morgen op ons afkwam: onnoemelijk oud, ge barsten, gepijnigd, verscheurd, ge marteld. Het gezicht dat drie Ijs tijden overleefde en aan de vierde bezig is. Het geschonden gelaat van een mismaakt lichaam, dat Groen land heet. Boven het grauw van het bazalt het wit van de eeuwige sneeuw. Berg naast berg, ton naast top. Met pluizige cumuluswolken erboven of er dwars doorheen drijvend. Witte sluiers en grijze slierten. Hoog daar boven de opperste spitsen, recht de hemel instormend, bedekt met eeuwige sneeuw en eeuwig ijs. En dannog verder, wazig zichtbaar, andere witte toppen en ik weet: dat zijn de toppen, die zich verheffen uit de IJskap, dat grootste (Advertentie Ing. Med.) wonder van Groenland. De IJskap, waarover ik heb horen spreken en waarvan ik heb gelezen, al jaren en 1'aren lang. Ik heb gelezen wat 'eary, de ontdekker van de Pool, er van zei, hoe hij dat gigantische monster dat IJskap heet, onderging. Als iets verschrikkelijks. Als iets, dat absoluut onbeschrijfelijk is, om dat het geen omvang, geen maten bezit die meer menselijk betastbaar, aangeefbaar zijn. Iets als de Grand kender. De IJskap, de werkelijke hel van Groenland, alleen betreden ■IIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIH Canyon in Noord-Amerika, maar on eindig veel groter en huiveringwek- door een paar van de allergrootste avonturiers van Arctia, het Poolge bied: een Nansen en een Knud Ras mussen. De IJskap, waarover we in de dagen die achter ons liggen, heb ben gesproken met de mannen van de Franse Pool-expeditie, die van Paul-Emile Victor. Zij hebben ons een paar geografische bijzonderheden vertelt, tijdens de korte ogenblik ken dat we met elkaar spraken. Ze zijn genoeg om een aanzienlijke hoe veelheid optimisme van adspirant- Groenlandvaarders te beperken. In ieder geval: hen tot de onherroe pelijke werkelijkheid terug te bren gen. Hetgeen alleen maar zijn nut heeft in een land als dit. JJICHTER en dichter nadert de kust. Nog twee mijlnog één mijl. En dan is het minder dan een mijl. We kunnen onze kijkers wel opbergen. Ineens wijzigt dan de Alexandrine haar koers. Natuurlijk doet ze dat, want daar is de ingang. Daar is de toegang tot de fjord, waarin de haven ligt: Godthab. Godthab, een paar honderd jaar geleden gesticht door die wonderlijke prediker. Hans Egede: de Deense dominee, die op zoek ging naar overgebleven Vi kings en niets vond. Geen man, geen vrouw, geen kind en geen dier. Alleen de stilte van Groenland, sneeuw en ijs. En wilde Eskimo's van wie er niet één een herinnering Overzicht van de Godthabfjord. had aan die eerste blanke emigran ten. Het was hier dat Hans Egede sprak met Nederlandse walvisvaar ders. Hun vroeg hij: waar kan ik mij vestigen, waar kan ik het beste contact opnemen met de Eskimo's, waar zijn de levensomstandigheden het minst onmenselijk in dit ver schrikkelijke land? Het waren Hol landse zeelui die Hans Egede zijn plaats wezen: in de fjord die wij thans invoeren: Daar was een goedé baai en voor die zonderlinge, ge- inspireerde dominee was er nog iets: hoop. Dus noemde hij die haven: Goede Hoop: Godthab. De fjord is breed en hoog. Overal sluit zich het graniet en bazalt om ons heen. Nu eens wordt hij smal ler. dan weer verbreedt hij zich. Soms is het alsof we weer de zee tegemoetgaan, dan weer denken we: nu zullen we de haven zien. Maar het is dan altijd weer een granie ten bastion, midden in de fjord, en het schip zoekt haar weg verder. Vogels schreeuwen en gillen over de Alexandrine. Vissen schuiven in de schaduwige diepten voorbij. De zon staat schuin over de fjord en kleurt het water haast indigo-blauw. En zo wordt deze vaart naar Godt hab iets ongelooflijk indrukwek kends en het gevoel dat ons be vangt zou men bijna een feestelijk gevoel kunnen noemen. Omdat wij dit mogen zien en omdat wij het zo mogen zien. Nóg een bocht weer oen eilanden dan, in eens, een kleine, simpele lichtop- stand. Ergens glinstert iets wits: een olietank. En dan zwenkt de Alexandrine voor de laatste maal en varen we de kleine, geheel door rotsen ingesloten haven binnen. Duizend indrukken hebben we op hetzelfde moment te verwerken: een stuk kronkelige pijpleiding voor het aanvoeren van brandstof naar sche pen die hier komen; een vloot van de allerkleinste en allergammelste vleties en sloepjes. Een enkele af tandse kotter: een bejaard en zwaar onder roest zittend stoomschip van een 1200 ton; en op de rotsen de huisjes. Ze doen denken aan kleine schuurtjes, opgetrokken van rood en geel eh blauw geverfd hout. Een hoopje speelgoed, dat kinderen ver gaten mee te nemen toen ze uitge speeld waren en dat daar nu ligt, tegen de enorme granieten wand van de fjord: met ernaast en erboven de sneeuw en het ijs. Er is een klei ne verweerde, niet al te solide uit ziende steiger. Op die steiger een honderd men sen, kleine mensen, met donker bruine gezichten, gitzwarte lange haren en uitgedost in zonderlinge kledij. Er zijn er die er Europees uilzién. De meesten dragen een zeldzame combinatie van Europese en Groenlandse kledij. Wollen mut sen en linnen petjes. Hier en daar de felle kleuren van een echte Groenlandse klederdracht, gedragen door de vrouwen. Hoge kamikken, laarzen, vervaardigd uit zeehonden huid, waarbij de harige kant van binnen zit en de buitenkant met de bontste kleuren is beschilderd. Veel kinderen, krioelend, schreeu wend, zich losscheurend van de moe der, net als alle kinderen in alle havens, overal ter wereld. Maar kleiner en donker, bij zwart af. De kinderen, wier grootvader en groot moeder Eskimo's waren, dat wil zeggen: „wezens die rauw vlees eten"» De aankomst van een schip is hier de grote sensatie van het seizoen. Wie zijn er op dat schip, wie komen er meé, wat zal er in zitten, wat zal er zijn meegebracht uit dat verre, verre werelddeel, waarvan het komt? Zo verwacht Godthab de Dronning Alexandrine. Ik kan me haast niet voorstellen dat ergens .ter wereld een schip met méér zichtbare en uitgeleefde spanning binnenkomt dan in Godthab. En tenslotte is dat be grijpelijk: omdat dit schip de we reld zélf is. Het komt van zo ver, dat een Groenlander het zich nauwe lijks kan voorstellen. VAN DER ZEE EN IK staan op ons oude plaatsje op de brug en zien dit alles aan. Velen aan de wal zwaaien en roepen, en wij zwaaien en roepen terug. Zo maar wat zonder zin en zonder doel. Net alsof ook wij worden verwacht, hoewel niemand ons verwacht. Maar daarin blijken we ons dan toch wel vergist te hebben. Ook wij worden ver wacht, ook wij komen, op de een of andere manier „thuis". Want onder al die schreeuwende, samendrom mende Groenlanders staat één man, die alleen voor ons gekomen is. Wij zien hem staan en een geheimzin nige ingeving zegt ons dat dit de man is van dat telegram: Helge Christensen. Het is Helge Christensen. Hij maakt een wat vreemde indruk met z'n korte blauwe jasje, z'n wandel- Het eerste contact met de vaste wal. De steiger aan de haven van Godthab. De aankomst van een schip is een sensatie van de eerste rang. 78. Een ogenblik bleven Pim, Pam en Pom op eerbiedige afstand staan en keken met grote ogen naar het won der dat zich zo juist voltrokken had. Maar AH nodigde hen met een lachend gebaar uit om dichterbij te komen. „Vooruit baassies, snoepen komen. Lek ker ijs zijn! U moeten proeven!" Nu, dat was aan geen doveman's oren ge zegd. Met ware oorlogskreten storm den de drie broertjes op de ijswagen toe en openden de blikken. Pom en Pam kozen als eerste een ijslollie, ter wijl Pim een grote hoorn chocolade-ijs met slagroom nam. Ook Ali werd niet vergeten en kreeg een frambozen ijs- lolie toegestopt. „Lekkerrr ijs, ja", zei het negertje tevreden, terwijl hij met welbehagen zijn grote rode tong langs de ijslollie haalde. Pim was al gauw op de plaats van de bestuurder ge klommen en trok steeds aan de bel, zodat het schalde door het anders zo stille bos. „Ik heb fijn vanille:. frambozen- en chocolade-ijs.. nep hij steeds opnieuw en gaf dan weer een harde ruk aan de bel! Nog nooit had den Pim, Pam en Pom zo'n plezier ge- had en nog nooit hadden zij zoveel ijs achter elkaar gegeten! Ook Ali was best in zijn schik. Hij was nu aan zijn vijfde ijslollie bezig en mompelde met verrukte stem: „Hele goeie baassies getrrroffenFijne baassies. Ali al tijd hierr willen blijven. Ali nog nooit zoveel plezierrr gehad!" HELGE CHRISTENSEN handdruk over zee stok en kijker. En ook hij schijnt al te weten dat wij het zijn, die hij moet hebben. Want hij zwaait naar ons en lacht. En dan horen we heel duidelijk wat hij roept: „Hallo boys Er is geen loopplank, alleen maar een smalle, versleten ladder, met lang niet alle sporten compleet. Maar wie zou zich daarom bekom meren? We zijn aan de startplaats van ons doel gekomen. En op de steiger staat Helge Christensen. Hij zal wel weten waar we tenminste voor één nacht ons hoofd zullen kunnen neerleggen: Tenslotte heb ben we zijn telegram in onze zak. We klimmen de ladder op en eraf. En dan staan we op Groen lands aarde. U moet het niet geloven. Op Groenlandse stenen! Op stukken ba zalt. Dit is een land zonder aarde. Wat ik onder mijn voeten voel is hard en weerbarstig en het voelt pijnlijk aan. Het is Groenland zelf. OPLOSSING KRUIS WOORDPUZZLE Horizontaal: 1. bas, 3 trema, 7 wak, 9 gnoe, 11 orde, 13 ca, IS Olivier, 16 mr, 17 RVU, 19 aga, 21 ere, 22 Assen, 25 Ede. 27 gered, 28 afzet, 29 deugd, 30 alibi, 32 engte, 34 laf, 35 offer, 38 dun, 39 MTS, 41 bel, 42 ka, 43 inktvis, 46 el, 48 spui 49 enak, 51 Gijs, 52 krent, 53 mat. Verticaal: 1. B.B.C., 2 s.g., 3 tol, 4 Reims, 5 moiré, 6 are, 7 we, 8 kar, 10 nou, 12 dra, 14 arre, 16 made, 18 ver gift, 20 gezegde, 21 egaal. 22 'addio, 23 slurf, 24 nader, 26 Etten, 31 lama, 33 tule, 36 fakir, 37 erven, 40 sip, 41 B.S.A., 42 kog, 44 nuk, 45 int., 47 lot, 48 s.g., 50 k.m. 67) De Oude vrouw droeg Peter terug naar de Casa. Toen zü de hall door liep kwam Bryce juist uit de slaapka mer van Beatrice. waar hii op haar verzoek de middag had doorgebracht: „Als iü bij mü bent, Bryce, voel ik mij zo wonderlijk veel beter", had Beatrice gefluisterd en dus was hii bij haar ge bleven. Mevrouw Garron was ook in de hall, zij was zojuist thuis gekomen met een armvol ontwerpen voor bruidsjaponnen, waarvan zij wist dat zij Beatrice's ver langend hart gelukkig zou maken. Zij zei, toen Bryce naar haar toekwam, glimlachend, maar de glimlach was ge forceerd: „Kijk, Bryce! Beelderig, vind je niet? 't Zal mij benieuwen, welke Beatrice zal uitkiezen! Ik moet ze haar meteen laten zien". Zijn blik ging even over 't bovenste model: hii zei er niets over. maar vroeg alleen:Kan ik wat sigaretten krijgen voor Beatrice's doos?" Achter mevrouw Garron klonk ge- kraai, zoals zii in geen weken gehoord had. Zij keerde zich om en zag Peter in de armen van de oude vrouw, een bloeiende lachende Peter. „Maar Peppv probeerde haar ver bazing zich uit te drukken- Pepita was een echte ond-gediende, die haar voorrechten had. Zeer nadruk kelijk maakte zii bekend: „Wij zagen de kleine Engelse moeder op 't strand. Zii kwam hopende te horen dat Peter weer beter is. maar wou niet naar de voor deur en daar vragen. Zij met hem spelen in Pescado Baai en nu hij weer lachen, senora". Toen zii dat goed had laten doordringen, eindigde zii: „Nu neem ik hem naar boven en maak hem klaar voor bad". Zij liep door en ging de trap op naar boven. Heel langzaam draaide Patricia Garron zich om en keek in het gezicht van Bryce; dat was als verstijfd. Zijn vingers zochten in een zilveren doos op een van de lage tafeltjes en pakten een handvol sigaretten beet. Hii zei gespan nen: „U zag Peter daar net en u weet wat Peppy bedoelde, net als ik dat weet. 't Schijnt, dat zii nog veel meer betekende, dan wii ooit konden den ken". Toen, plotseling: „Verdraaid nog toe, wat is de waarheid?" Hij wachtte het antwoord niet af, maar ging meteen weer naar de kamer van Beatrice terug, met de sigaretten. Als van alle vier muren hoorde Patricia een duidelijke echo: „Verdraaid nog toe, wat is de waarheidde waarheid.. de waarheid?" Zij zag hoe Beatrice's deur achter hem dichtviel: toen gleed haar blik over de ontwerpen voor de bruidsjapon. Uitzonderlijk mooie ontwerpen: in die, welke uitverkoren zou worden, zou Beatrice er koninklijk uitzien: een klas siek beeld gemaakt uit 't materiaal van onbezoedelde jeugd? Of uit het koude harde marmer van bedorven dingen? Mevrouw Garron keerde zich af van de ontwerpen op tafel. Om de een of andere reden ging zü niet naar Beatrice maar volgde Pepita naar boven. Toen zij terug kwam in de Santa Martine kliniek, verkleedde Lynne zich in haar witte mouwschort en toen zij in de apotheek kwam, wachtte José haar daar op. Het Kleine Spaanse meisje was erg bleek en zag er uit sis iemand, die wor stelt om beter te worden van een snel le en dodelijke ziekte. Zij kwam en leg de haar hand op Lynne's pols en die hand was als üs: 't was net als of alle vuur in haar gedoofd was en dat er niets was overgebleven dan een stem en een paar ogen, donker als ongepo lijst git. „Max wacht op u in zijn kamer; wilt u alstublieft direct naar hem toegaan?" Dat was alles: zii draaide zich meteen weer om en liep weg. re; die verschool zich in de operatie kamer. Maar gisteravond kwam die te voorschijn uit zijn verschillende schuil plaatsen en keek mij aan uit uw ogen Lynne, die voelde dat er iets vreemds in wording was, ging naar Leon's ka mer, klopte aan, en stond even later te genover de chirurg, aan de andere zijde van ziin gebeeldhouwde schrijftafel- De zonneblinden waren gesloten; be halve de smalle gouden strepen van het zonlicht tussen de latten door, waar on telbare stofjes in dansten, hing er in de kamer een zacht groenachtig licht, waarin zii Leon's ogen zag oplichten. Het leek haar toe. dat in die ogen, een bijzondere beslistheid diep verborgen lag. Hii zei: „Neemt u plaats", terwijl hii haar een stoel aanwees, recht tegen over hem aan de andere zijde van zijn schrijftafel. Zii gehoorzaamde en wacht te af; zü kreeg de indruk van een man, die zich door een hel van moeilijkhe den heen vocht. Er heerste een onbeschrijfelijke spanning, die zich tot in de verste hoe ken van de kamer scheen uit te strek ken. Allerlei kleinigheden vielen haar op: 't hoopje sigarettenpeukjes op het asbakje; dat de groene kap van zijn. nu riet brandende, bureaulamp naar een zijde overhelde: dat er zweetdruppels schitterden op Leon's slapen en dat, nog wel voor een chirurg, zijn zenuwen erg in de war waren- Toen hij sprak was zijn stem van een bijna gevoelloze eentonigheid. „U kent onze geschiedenis, juffrouw Carrick, die van José en van mij: en doordat U die kende hebt u zoveel medeleven en verdraagzaamheid ge toond en zo heel veel moed. 't Is spe ciaal uw moed geweest die mü, uur na uur, dieper en dieper in het stof druk te. Ik heb tegenover de ellende van mijn voorgeschiedenis gestaan en ge zien, hoe u alles wat u lief en dier baar was hebt losgelaten. Maanden lang ben ik aan de vernederende po sitie van een gechanteerde chirurg on derworpen geweest; gedurende die gehele tpd heb ik mij steeds weer voorgehouden, dat niets en dan ook niets tussen mij en mijn wers mocht komen. Ik was zelfs in de veronder stelling dat ik zo belangrük was, dat de gewone levens van gewone mensen zoals u en Garron, zelfs José, zelfs 't kind dat u uit Engeland naar hier bracht, weinig waard waren vergele ken met het mijne. Maar ik heb mij vergist; hoe vreselijk heb ik mij daar in vergist". Zijn stem werd steeds krachtiger en hij hief zijn hoofd op, totdat hij haar .recht in de ogen kon kijken. „Op 't laatst", zei hü, „hebben drie dingen te zamen mün zelfzuchtigheid overwonnen, 't Eerste was 't feit dat Beatrice Penda in haar barbaarsheid, liever een kind zou hebben laten ver drinken, dan de ontdekking te riskeren dat zij kon lopen. Vreemd", zei hij, „dat zelfs haar naam helemaal bü haar hoort; Penda is eenmaal een heidense koning geweest, weet u, en wat is haar vader een verliederlükte heiden van nü't Tweede was mijn ontdekking, vandaag in de Casa, dat er nu een huwelijk in orde is gemaakt en zo spoedig mogelijk voltrokken zal wor den tussen haar en Bryce Garron. 't Laatste is en nu spreek ik een sy noniem voor móéd uit uw loyali teit: u kunt zich niet voorstellen hoe die een diepe indruk op mü heeft ge maakt, mij heeft vervolgd en mij on- vermgdelük heeft veranderd". ADVERTENTIE De huisvrouw mag trots zijn op de complimentjes, die zü voor haar maal tijd krijgtmaar daarna staat zü toch maar weer voor de afwas. Dit probleem hield de Castella-fabrieken bezig en in haar laboratoria werd het middel gevonden, dat in onze moderne tijd thuishoort. Castella Vaatwas: een enkele eetlepel geeft een overdaad van actief schuim, dat vet en vuil in zich opneemt, aanslag doet verdwünen. Het schuim is blijvend werkzaam: zo groot kan de stapel borden, vorken en lepels niet zijn, of ook het laatste bord komt flonkerend, volkomen gereinigd uit het parelend Castella-schuim te voorschijn. Het is werkelijk een wonder om te zien! En een tweede wonder is Castella's beschermende werking op de handen. Fluweelzachte handen, in plaats van die gevreesde ruwe „afwashanden"! Een pak Castella, waarmee men een hele week doet, kost slechts 25 ct. Het nemen van een proef kan men dan ook iedere huisvrouw van harte aanraden! (Advertentie Ing. Med.) WOENSDAG 29 JULI HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws. 7-10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 12.00 Pianorecital. 12.30 Land- en Tuinbouwmededelingen. 1233 Gram. 12.37 Alledagkerkdienst. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Prot. In terkerkelijk Thuisfront. 13-20 Mandoline- Orkest. 13.50 Gram. 15.35 Viool en cello. 16.00 Voor de jeugd. 17.20 Orgelconcert. 17.50 Gram. 18.00 Metropole-Orkest. 18.30 Spectrum van het Chr. Organisatie- en Verenigingsleven". 18.45 Gram. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.10 Boekbe spreking. 19.25 Gram. 19.30 Buitenlands overzicht. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Omroep-Orkest. 20.55 „Uithang tekens", causerie. 21.10 Walsen. 21.30 Hammondorgelspel. 21.45 Gevar. muziek. 22.00 KI. koor. 22.15 Zang en piano. 22.45 Avondoverdenking. 23 00 Nieuws en SOS- berichten. 23.15—24.00 Gram.muziek. HILVERSUM II. 298 m.: 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA. 19-30 VPRO, 20.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.13 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.00 Gymnastiek voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.35 Waterstanden. 9.38 Gram, 10.00 „Boeken mee op reis en thuis", causerie. 10.05 Morgenwijding. 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Gram. 12.00 Accordeonorkest. 12.30 Land- en Tuin bouwmededelingen. 12.33 Voor het platte land. 12.38 Gram. 13.00 Nieuws 13.15 TentoonsteUingsagenda. 13.18 Promenade- Orkest en sol. 13.45 Gram. 14.00 „De weg omhoog", causerie. 14.15 Gram. 15.00 Voor de jeugd. 16.00 Piano quatre mains. 16.10 Voor de jeugd. 16.45 Voor de zie ken. 17.15 Gram. 17.30 Instrumentaal trio. 17.50 RegeringsuitzendfngJ. b ten Bxoeke: „Mexico". 18.00 Nieuws en com mentaar. 18.20 Actualiteiten. 18.30 Gram 19.10 Klankbeeld. 19.30 Voor de jeugd 20.00 Nieuws. 20.05 Parlementair commen taar. 20.15 Dansmuziek. 20.50 „Onze oude Dundas", hoorspel. 21.40 Holland Festival 1953: Orkestconcert. 22.25 Lezing. 22 40 Lichte muziek. 23.00 Nieuws. 23 15 So cialistisch nieuws in Esperanto. 23.20— 24.00 Gram.muziek. DIE Z AU BERE LOET E, opera van Mozart. Deze opera schreef Mozart t» het laatst van zijn leven, toen de nood zeer hoog gestegen was. Hij zou zich in wat betere om standigheden waarschijnlijk nooit hebben verbonden met de theater- directeur Schikaneder die hemde ,]ts} lfveJde. Het verhaal is nogal fantastisch en geheel gericht op de verbluffende werking van een wtnebreld toneelmechanisme Het pleit niettemin voor het genie van de componist, dat hij door zi,?n muziek het geheel onsterfe- min heeft verleend. Dinsdag 20.30 over Hilversum I, 402 m). Burgers hebben Zondag een aan val gedaan op het garnizoen van de Cubaanse stad Santiago de Cuba. In verband hiermee is de staat van beleg op het eiland afgekondigd. Deze zal drie maanden duren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 4