In de schaduw van de IJSKAP
Honderden begroeten ons schip
op de steiger van Godthab
Om het geluk van Peter
Voet op Groenlands
rotsbodem
Wat komt er na de
complimentjes?
Onder Groenlanders en Eskimo's (8)
door
Anth. van Kampen
DDiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifflniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiii!
Pim, Pam, Pom en de wonderlamp
door Kitty Lessels
Modern middel voor de
moderne tijd
Radioprogramma
Luister eens naar:
nu
gEN SCHRIJVER zoekt
eenmaal altijd vergelijkingen,
om de dingen, die hij ziet en
voor zijn lezers tot leven wil
brengen, kleur en gestalte te
geven, maar het is mij onmoge
lijk om ook maar enig bruikbaar
vergelijkingsmateriaal te vinden
ten aanzien van datgene wat
men ziet, voelt en ervaart bij
het naderen van Groenlands
[Westkust. En daar is een heel
eenvoudige reden voor: omdat die
kust met geen enkele andere
kust te .vergelijken is. Omdat
ze anders is dan alle andere
kusten die ik eerder zag. Omdat
deze kust geheel zichzelf is.
Zichzelf.... dat wil zeggen ze is
Groenland.
De Dronning Alexandrine gleed
door het hel doorzonde blauwe wa
ter die kust tegemoet. En steeds
kwamen meer vogels aanzwieren
van het land, en al die vogels deden
me denken aan kleine vriendelijke
herauten, werkelijk gevleugelde
vrienden, die ons in het voorbij
schieten toeriepen, dat het land,
nu onder handbereik, er dan wel
ongastvrij en troosteloos en terug
wijzend uitzag, maar dat het toch
misschien wel meeviel.
Af en toe stak een zeehond zacht-
snuivend z'n ronde, glimmende kop
boven het water, om terstond daar
na weer te verdwijnen. Hij had er
z'n reden voor. Voor hem was de
mens, zolang hij leefde in dit deel
der wereld, alleen maar een ver
scheurende, verslindende nooit-ver-
zadigde vervolger.
Wij wezen elkaar op donkere, flit
sende schaduwen in dat helle water:
contouren van grote vissen die ijlings
maakten dat ze uit de buurt van het
schip kwamen. Hier en daar een
enkel vaartuigje: een motorbootje,
een soort sloep met een klein, ge
havend zeil. Verder niets.
Verder alleen die kust. Een kust
van uitsluitend graniet en bazalt,
dat zich grijs en grauw uit zee ver
heft. Het gezicht van Groenland, en
ik geef u de verzekering dat zich
geen grimmiger, droefgeestiger ge
zicht laat voorstellen. Het gezicht
van een der oudste stukken van
Moeder Aarde. Letterlijk: zo oud als
de wereld zelf. Een onmenselijk ge
zicht, zoals het daar die morgen op
ons afkwam: onnoemelijk oud, ge
barsten, gepijnigd, verscheurd, ge
marteld. Het gezicht dat drie Ijs
tijden overleefde en aan de vierde
bezig is. Het geschonden gelaat van
een mismaakt lichaam, dat Groen
land heet.
Boven het grauw van het bazalt
het wit van de eeuwige sneeuw.
Berg naast berg, ton naast top. Met
pluizige cumuluswolken erboven of
er dwars doorheen drijvend. Witte
sluiers en grijze slierten. Hoog daar
boven de opperste spitsen, recht de
hemel instormend, bedekt met
eeuwige sneeuw en eeuwig ijs.
En dannog verder, wazig
zichtbaar, andere witte toppen en ik
weet: dat zijn de toppen, die zich
verheffen uit de IJskap, dat grootste
(Advertentie Ing. Med.)
wonder van Groenland. De IJskap,
waarover ik heb horen spreken en
waarvan ik heb gelezen, al jaren en
1'aren lang. Ik heb gelezen wat
'eary, de ontdekker van de Pool,
er van zei, hoe hij dat gigantische
monster dat IJskap heet, onderging.
Als iets verschrikkelijks. Als iets,
dat absoluut onbeschrijfelijk is, om
dat het geen omvang, geen maten
bezit die meer menselijk betastbaar,
aangeefbaar zijn. Iets als de Grand
kender. De IJskap, de werkelijke
hel van Groenland, alleen betreden
■IIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIH
Canyon in Noord-Amerika, maar on
eindig veel groter en huiveringwek-
door een paar van de allergrootste
avonturiers van Arctia, het Poolge
bied: een Nansen en een Knud Ras
mussen. De IJskap, waarover we in
de dagen die achter ons liggen, heb
ben gesproken met de mannen van
de Franse Pool-expeditie, die van
Paul-Emile Victor. Zij hebben ons
een paar geografische bijzonderheden
vertelt, tijdens de korte ogenblik
ken dat we met elkaar spraken. Ze
zijn genoeg om een aanzienlijke hoe
veelheid optimisme van adspirant-
Groenlandvaarders te beperken. In
ieder geval: hen tot de onherroe
pelijke werkelijkheid terug te bren
gen. Hetgeen alleen maar zijn nut
heeft in een land als dit.
JJICHTER en dichter nadert
de
kust. Nog twee mijlnog
één mijl. En dan is het minder dan
een mijl. We kunnen onze kijkers
wel opbergen.
Ineens wijzigt dan de Alexandrine
haar koers. Natuurlijk doet ze dat,
want daar is de ingang. Daar is de
toegang tot de fjord, waarin de
haven ligt: Godthab. Godthab, een
paar honderd jaar geleden gesticht
door die wonderlijke prediker. Hans
Egede: de Deense dominee, die op
zoek ging naar overgebleven Vi
kings en niets vond. Geen man,
geen vrouw, geen kind en geen dier.
Alleen de stilte van Groenland,
sneeuw en ijs. En wilde Eskimo's
van wie er niet één een herinnering
Overzicht van de Godthabfjord.
had aan die eerste blanke emigran
ten. Het was hier dat Hans Egede
sprak met Nederlandse walvisvaar
ders. Hun vroeg hij: waar kan ik
mij vestigen, waar kan ik het beste
contact opnemen met de Eskimo's,
waar zijn de levensomstandigheden
het minst onmenselijk in dit ver
schrikkelijke land? Het waren Hol
landse zeelui die Hans Egede zijn
plaats wezen: in de fjord die wij
thans invoeren: Daar was een goedé
baai en voor die zonderlinge, ge-
inspireerde dominee was er nog iets:
hoop. Dus noemde hij die haven:
Goede Hoop: Godthab.
De fjord is breed en hoog. Overal
sluit zich het graniet en bazalt om
ons heen. Nu eens wordt hij smal
ler. dan weer verbreedt hij zich.
Soms is het alsof we weer de zee
tegemoetgaan, dan weer denken we:
nu zullen we de haven zien. Maar
het is dan altijd weer een granie
ten bastion, midden in de fjord, en
het schip zoekt haar weg verder.
Vogels schreeuwen en gillen over
de Alexandrine. Vissen schuiven in
de schaduwige diepten voorbij. De
zon staat schuin over de fjord en
kleurt het water haast indigo-blauw.
En zo wordt deze vaart naar Godt
hab iets ongelooflijk indrukwek
kends en het gevoel dat ons be
vangt zou men bijna een feestelijk
gevoel kunnen noemen. Omdat wij
dit mogen zien en omdat wij het zo
mogen zien. Nóg een bocht
weer oen eilanden dan, in
eens, een kleine, simpele lichtop-
stand. Ergens glinstert iets wits:
een olietank. En dan zwenkt de
Alexandrine voor de laatste maal
en varen we de kleine, geheel door
rotsen ingesloten haven binnen.
Duizend indrukken hebben we op
hetzelfde moment te verwerken: een
stuk kronkelige pijpleiding voor het
aanvoeren van brandstof naar sche
pen die hier komen; een vloot van
de allerkleinste en allergammelste
vleties en sloepjes. Een enkele af
tandse kotter: een bejaard en zwaar
onder roest zittend stoomschip van
een 1200 ton; en op de rotsen de
huisjes. Ze doen denken aan kleine
schuurtjes, opgetrokken van rood en
geel eh blauw geverfd hout. Een
hoopje speelgoed, dat kinderen ver
gaten mee te nemen toen ze uitge
speeld waren en dat daar nu ligt,
tegen de enorme granieten wand van
de fjord: met ernaast en erboven
de sneeuw en het ijs. Er is een klei
ne verweerde, niet al te solide uit
ziende steiger.
Op die steiger een honderd men
sen, kleine mensen, met donker
bruine gezichten, gitzwarte lange
haren en uitgedost in zonderlinge
kledij. Er zijn er die er Europees
uilzién. De meesten dragen een
zeldzame combinatie van Europese
en Groenlandse kledij. Wollen mut
sen en linnen petjes. Hier en daar
de felle kleuren van een echte
Groenlandse klederdracht, gedragen
door de vrouwen. Hoge kamikken,
laarzen, vervaardigd uit zeehonden
huid, waarbij de harige kant van
binnen zit en de buitenkant met de
bontste kleuren is beschilderd.
Veel kinderen, krioelend, schreeu
wend, zich losscheurend van de moe
der, net als alle kinderen in alle
havens, overal ter wereld. Maar
kleiner en donker, bij zwart af. De
kinderen, wier grootvader en groot
moeder Eskimo's waren, dat wil
zeggen: „wezens die rauw vlees
eten"»
De aankomst van een schip is hier
de grote sensatie van het seizoen.
Wie zijn er op dat schip, wie komen
er meé, wat zal er in zitten, wat zal
er zijn meegebracht uit dat verre,
verre werelddeel, waarvan het komt?
Zo verwacht Godthab de Dronning
Alexandrine. Ik kan me haast niet
voorstellen dat ergens .ter wereld
een schip met méér zichtbare en
uitgeleefde spanning binnenkomt dan
in Godthab. En tenslotte is dat be
grijpelijk: omdat dit schip de we
reld zélf is. Het komt van zo ver,
dat een Groenlander het zich nauwe
lijks kan voorstellen.
VAN DER ZEE EN IK staan op ons
oude plaatsje op de brug en zien
dit alles aan. Velen aan de wal
zwaaien en roepen, en wij zwaaien
en roepen terug. Zo maar wat
zonder zin en zonder doel. Net alsof
ook wij worden verwacht, hoewel
niemand ons verwacht. Maar daarin
blijken we ons dan toch wel vergist
te hebben. Ook wij worden ver
wacht, ook wij komen, op de een of
andere manier „thuis". Want onder
al die schreeuwende, samendrom
mende Groenlanders staat één man,
die alleen voor ons gekomen is. Wij
zien hem staan en een geheimzin
nige ingeving zegt ons dat dit de
man is van dat telegram: Helge
Christensen.
Het is Helge Christensen. Hij
maakt een wat vreemde indruk met
z'n korte blauwe jasje, z'n wandel-
Het eerste contact met de vaste
wal. De steiger aan de haven van
Godthab. De aankomst van een
schip is een sensatie van de eerste
rang.
78. Een ogenblik bleven Pim, Pam
en Pom op eerbiedige afstand staan en
keken met grote ogen naar het won
der dat zich zo juist voltrokken had.
Maar AH nodigde hen met een lachend
gebaar uit om dichterbij te komen.
„Vooruit baassies, snoepen komen. Lek
ker ijs zijn! U moeten proeven!" Nu,
dat was aan geen doveman's oren ge
zegd. Met ware oorlogskreten storm
den de drie broertjes op de ijswagen
toe en openden de blikken. Pom en
Pam kozen als eerste een ijslollie, ter
wijl Pim een grote hoorn chocolade-ijs
met slagroom nam. Ook Ali werd niet
vergeten en kreeg een frambozen ijs-
lolie toegestopt. „Lekkerrr ijs, ja", zei
het negertje tevreden, terwijl hij met
welbehagen zijn grote rode tong langs
de ijslollie haalde. Pim was al gauw
op de plaats van de bestuurder ge
klommen en trok steeds aan de bel,
zodat het schalde door het anders zo
stille bos. „Ik heb fijn vanille:.
frambozen- en chocolade-ijs.. nep hij
steeds opnieuw en gaf dan weer een
harde ruk aan de bel! Nog nooit had
den Pim, Pam en Pom zo'n plezier ge-
had en nog nooit hadden zij zoveel ijs
achter elkaar gegeten! Ook Ali was
best in zijn schik. Hij was nu aan zijn
vijfde ijslollie bezig en mompelde met
verrukte stem: „Hele goeie baassies
getrrroffenFijne baassies. Ali al
tijd hierr willen blijven. Ali nog nooit
zoveel plezierrr gehad!"
HELGE CHRISTENSEN
handdruk over zee
stok en kijker. En ook hij schijnt al
te weten dat wij het zijn, die hij
moet hebben. Want hij zwaait naar
ons en lacht. En dan horen we heel
duidelijk wat hij roept: „Hallo
boys
Er is geen loopplank, alleen maar
een smalle, versleten ladder, met
lang niet alle sporten compleet.
Maar wie zou zich daarom bekom
meren? We zijn aan de startplaats
van ons doel gekomen. En op de
steiger staat Helge Christensen. Hij
zal wel weten waar we tenminste
voor één nacht ons hoofd zullen
kunnen neerleggen: Tenslotte heb
ben we zijn telegram in onze zak.
We klimmen de ladder op en
eraf. En dan staan we op Groen
lands aarde.
U moet het niet geloven. Op
Groenlandse stenen! Op stukken ba
zalt. Dit is een land zonder aarde.
Wat ik onder mijn voeten voel is
hard en weerbarstig en het voelt
pijnlijk aan.
Het is Groenland zelf.
OPLOSSING KRUIS WOORDPUZZLE
Horizontaal: 1. bas, 3 trema, 7 wak,
9 gnoe, 11 orde, 13 ca, IS Olivier, 16 mr,
17 RVU, 19 aga, 21 ere, 22 Assen, 25 Ede.
27 gered, 28 afzet, 29 deugd, 30 alibi, 32
engte, 34 laf, 35 offer, 38 dun, 39 MTS,
41 bel, 42 ka, 43 inktvis, 46 el, 48 spui
49 enak, 51 Gijs, 52 krent, 53 mat.
Verticaal: 1. B.B.C., 2 s.g., 3 tol, 4
Reims, 5 moiré, 6 are, 7 we, 8 kar, 10
nou, 12 dra, 14 arre, 16 made, 18 ver
gift, 20 gezegde, 21 egaal. 22 'addio, 23
slurf, 24 nader, 26 Etten, 31 lama, 33
tule, 36 fakir, 37 erven, 40 sip, 41 B.S.A.,
42 kog, 44 nuk, 45 int., 47 lot, 48 s.g.,
50 k.m.
67)
De Oude vrouw droeg Peter terug
naar de Casa. Toen zü de hall door
liep kwam Bryce juist uit de slaapka
mer van Beatrice. waar hii op haar
verzoek de middag had doorgebracht:
„Als iü bij mü bent, Bryce, voel ik mij
zo wonderlijk veel beter", had Beatrice
gefluisterd en dus was hii bij haar ge
bleven.
Mevrouw Garron was ook in de hall,
zij was zojuist thuis gekomen met een
armvol ontwerpen voor bruidsjaponnen,
waarvan zij wist dat zij Beatrice's ver
langend hart gelukkig zou maken. Zij
zei, toen Bryce naar haar toekwam,
glimlachend, maar de glimlach was ge
forceerd: „Kijk, Bryce! Beelderig, vind
je niet? 't Zal mij benieuwen, welke
Beatrice zal uitkiezen! Ik moet ze haar
meteen laten zien".
Zijn blik ging even over 't bovenste
model: hii zei er niets over. maar vroeg
alleen:Kan ik wat sigaretten krijgen
voor Beatrice's doos?"
Achter mevrouw Garron klonk ge-
kraai, zoals zii in geen weken gehoord
had. Zij keerde zich om en zag Peter in
de armen van de oude vrouw, een
bloeiende lachende Peter.
„Maar Peppv probeerde haar ver
bazing zich uit te drukken-
Pepita was een echte ond-gediende,
die haar voorrechten had. Zeer nadruk
kelijk maakte zii bekend: „Wij zagen de
kleine Engelse moeder op 't strand. Zii
kwam hopende te horen dat Peter weer
beter is. maar wou niet naar de voor
deur en daar vragen. Zij met hem spelen
in Pescado Baai en nu hij weer lachen,
senora". Toen zii dat goed had laten
doordringen, eindigde zii: „Nu neem ik
hem naar boven en maak hem klaar
voor bad".
Zij liep door en ging de trap op naar
boven. Heel langzaam draaide Patricia
Garron zich om en keek in het gezicht
van Bryce; dat was als verstijfd. Zijn
vingers zochten in een zilveren doos op
een van de lage tafeltjes en pakten een
handvol sigaretten beet. Hii zei gespan
nen: „U zag Peter daar net en u weet
wat Peppy bedoelde, net als ik dat
weet. 't Schijnt, dat zii nog veel meer
betekende, dan wii ooit konden den
ken". Toen, plotseling: „Verdraaid nog
toe, wat is de waarheid?"
Hij wachtte het antwoord niet af,
maar ging meteen weer naar de kamer
van Beatrice terug, met de sigaretten.
Als van alle vier muren hoorde Patricia
een duidelijke echo: „Verdraaid nog toe,
wat is de waarheidde waarheid..
de waarheid?"
Zij zag hoe Beatrice's deur achter
hem dichtviel: toen gleed haar blik
over de ontwerpen voor de bruidsjapon.
Uitzonderlijk mooie ontwerpen: in die,
welke uitverkoren zou worden, zou
Beatrice er koninklijk uitzien: een klas
siek beeld gemaakt uit 't materiaal
van onbezoedelde jeugd? Of uit het
koude harde marmer van bedorven
dingen?
Mevrouw Garron keerde zich af van
de ontwerpen op tafel. Om de een of
andere reden ging zü niet naar Beatrice
maar volgde Pepita naar boven.
Toen zij terug kwam in de Santa
Martine kliniek, verkleedde Lynne zich
in haar witte mouwschort en toen zij in
de apotheek kwam, wachtte José haar
daar op.
Het Kleine Spaanse meisje was erg
bleek en zag er uit sis iemand, die wor
stelt om beter te worden van een snel
le en dodelijke ziekte. Zij kwam en leg
de haar hand op Lynne's pols en die
hand was als üs: 't was net als of alle
vuur in haar gedoofd was en dat er
niets was overgebleven dan een stem
en een paar ogen, donker als ongepo
lijst git.
„Max wacht op u in zijn kamer; wilt
u alstublieft direct naar hem toegaan?"
Dat was alles: zii draaide zich meteen
weer om en liep weg.
re; die verschool zich in de operatie
kamer. Maar gisteravond kwam die te
voorschijn uit zijn verschillende schuil
plaatsen en keek mij aan uit uw
ogen
Lynne, die voelde dat er iets vreemds
in wording was, ging naar Leon's ka
mer, klopte aan, en stond even later te
genover de chirurg, aan de andere zijde
van ziin gebeeldhouwde schrijftafel-
De zonneblinden waren gesloten; be
halve de smalle gouden strepen van het
zonlicht tussen de latten door, waar on
telbare stofjes in dansten, hing er in de
kamer een zacht groenachtig licht,
waarin zii Leon's ogen zag oplichten.
Het leek haar toe. dat in die ogen, een
bijzondere beslistheid diep verborgen
lag.
Hii zei: „Neemt u plaats", terwijl hii
haar een stoel aanwees, recht tegen
over hem aan de andere zijde van zijn
schrijftafel. Zii gehoorzaamde en wacht
te af; zü kreeg de indruk van een man,
die zich door een hel van moeilijkhe
den heen vocht.
Er heerste een onbeschrijfelijke
spanning, die zich tot in de verste hoe
ken van de kamer scheen uit te strek
ken. Allerlei kleinigheden vielen haar
op: 't hoopje sigarettenpeukjes op het
asbakje; dat de groene kap van zijn. nu
riet brandende, bureaulamp naar een
zijde overhelde: dat er zweetdruppels
schitterden op Leon's slapen en dat,
nog wel voor een chirurg, zijn zenuwen
erg in de war waren-
Toen hij sprak was zijn stem van
een bijna gevoelloze eentonigheid.
„U kent onze geschiedenis, juffrouw
Carrick, die van José en van mij: en
doordat U die kende hebt u zoveel
medeleven en verdraagzaamheid ge
toond en zo heel veel moed. 't Is spe
ciaal uw moed geweest die mü, uur na
uur, dieper en dieper in het stof druk
te. Ik heb tegenover de ellende van
mijn voorgeschiedenis gestaan en ge
zien, hoe u alles wat u lief en dier
baar was hebt losgelaten. Maanden
lang ben ik aan de vernederende po
sitie van een gechanteerde chirurg on
derworpen geweest; gedurende die
gehele tpd heb ik mij steeds weer
voorgehouden, dat niets en dan ook
niets tussen mij en mijn wers mocht
komen. Ik was zelfs in de veronder
stelling dat ik zo belangrük was, dat
de gewone levens van gewone mensen
zoals u en Garron, zelfs José, zelfs
't kind dat u uit Engeland naar hier
bracht, weinig waard waren vergele
ken met het mijne. Maar ik heb mij
vergist; hoe vreselijk heb ik mij daar
in vergist".
Zijn stem werd steeds krachtiger en
hij hief zijn hoofd op, totdat hij haar
.recht in de ogen kon kijken.
„Op 't laatst", zei hü, „hebben drie
dingen te zamen mün zelfzuchtigheid
overwonnen, 't Eerste was 't feit dat
Beatrice Penda in haar barbaarsheid,
liever een kind zou hebben laten ver
drinken, dan de ontdekking te riskeren
dat zij kon lopen. Vreemd", zei hij, „dat
zelfs haar naam helemaal bü haar
hoort; Penda is eenmaal een heidense
koning geweest, weet u, en wat is
haar vader een verliederlükte heiden
van nü't Tweede was mijn ontdekking,
vandaag in de Casa, dat er nu een
huwelijk in orde is gemaakt en zo
spoedig mogelijk voltrokken zal wor
den tussen haar en Bryce Garron. 't
Laatste is en nu spreek ik een sy
noniem voor móéd uit uw loyali
teit: u kunt zich niet voorstellen hoe
die een diepe indruk op mü heeft ge
maakt, mij heeft vervolgd en mij on-
vermgdelük heeft veranderd".
ADVERTENTIE
De huisvrouw mag trots zijn op de
complimentjes, die zü voor haar maal
tijd krijgtmaar daarna staat zü toch
maar weer voor de afwas. Dit probleem
hield de Castella-fabrieken bezig en
in haar laboratoria werd het middel
gevonden, dat in onze moderne tijd
thuishoort. Castella Vaatwas: een enkele
eetlepel geeft een overdaad van actief
schuim, dat vet en vuil in zich opneemt,
aanslag doet verdwünen. Het schuim
is blijvend werkzaam: zo groot kan de
stapel borden, vorken en lepels niet
zijn, of ook het laatste bord komt
flonkerend, volkomen gereinigd uit het
parelend Castella-schuim te voorschijn.
Het is werkelijk een wonder om te
zien! En een tweede wonder is Castella's
beschermende werking op de handen.
Fluweelzachte handen, in plaats van
die gevreesde ruwe „afwashanden"!
Een pak Castella, waarmee men een
hele week doet, kost slechts 25 ct. Het
nemen van een proef kan men dan ook
iedere huisvrouw van harte aanraden!
(Advertentie Ing. Med.)
WOENSDAG 29 JULI
HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00
NCRV. 7.00 Nieuws. 7-10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de
dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18
Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de
vrouw. 9.35 Gram. 10.30 Morgendienst.
11.00 Gram. 12.00 Pianorecital. 12.30
Land- en Tuinbouwmededelingen. 1233
Gram. 12.37 Alledagkerkdienst. 12.59
Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Prot. In
terkerkelijk Thuisfront. 13-20 Mandoline-
Orkest. 13.50 Gram. 15.35 Viool en cello.
16.00 Voor de jeugd. 17.20 Orgelconcert.
17.50 Gram. 18.00 Metropole-Orkest. 18.30
Spectrum van het Chr. Organisatie- en
Verenigingsleven". 18.45 Gram. 19.00
Nieuws en weerberichten. 19.10 Boekbe
spreking. 19.25 Gram. 19.30 Buitenlands
overzicht. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant.
20.20 Omroep-Orkest. 20.55 „Uithang
tekens", causerie. 21.10 Walsen. 21.30
Hammondorgelspel. 21.45 Gevar. muziek.
22.00 KI. koor. 22.15 Zang en piano. 22.45
Avondoverdenking. 23 00 Nieuws en SOS-
berichten. 23.15—24.00 Gram.muziek.
HILVERSUM II. 298 m.: 7.00 VARA,
10.00 VPRO, 10.20 VARA. 19-30 VPRO,
20.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.13
Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor
de huisvrouw. 9.00 Gymnastiek voor de
vrouw. 9.10 Gram. 9.35 Waterstanden. 9.38
Gram, 10.00 „Boeken mee op reis en
thuis", causerie. 10.05 Morgenwijding.
10.20 Voor de vrouw. 11.00 Gram. 12.00
Accordeonorkest. 12.30 Land- en Tuin
bouwmededelingen. 12.33 Voor het platte
land. 12.38 Gram. 13.00 Nieuws 13.15
TentoonsteUingsagenda. 13.18 Promenade-
Orkest en sol. 13.45 Gram. 14.00 „De weg
omhoog", causerie. 14.15 Gram. 15.00 Voor
de jeugd. 16.00 Piano quatre mains.
16.10 Voor de jeugd. 16.45 Voor de zie
ken. 17.15 Gram. 17.30 Instrumentaal trio.
17.50 RegeringsuitzendfngJ. b ten
Bxoeke: „Mexico". 18.00 Nieuws en com
mentaar. 18.20 Actualiteiten. 18.30 Gram
19.10 Klankbeeld. 19.30 Voor de jeugd
20.00 Nieuws. 20.05 Parlementair commen
taar. 20.15 Dansmuziek. 20.50 „Onze oude
Dundas", hoorspel. 21.40 Holland Festival
1953: Orkestconcert. 22.25 Lezing. 22 40
Lichte muziek. 23.00 Nieuws. 23 15 So
cialistisch nieuws in Esperanto. 23.20—
24.00 Gram.muziek.
DIE Z AU BERE LOET E, opera van
Mozart. Deze opera schreef Mozart
t» het laatst van zijn leven, toen
de nood zeer hoog gestegen was.
Hij zou zich in wat betere om
standigheden waarschijnlijk nooit
hebben verbonden met de theater-
directeur Schikaneder die hemde
,]ts} lfveJde. Het verhaal is nogal
fantastisch en geheel gericht op
de verbluffende werking van een
wtnebreld toneelmechanisme Het
pleit niettemin voor het genie
van de componist, dat hij door
zi,?n muziek het geheel onsterfe-
min heeft verleend. Dinsdag
20.30 over Hilversum I, 402 m).
Burgers hebben Zondag een aan
val gedaan op het garnizoen van de
Cubaanse stad Santiago de Cuba. In
verband hiermee is de staat van beleg
op het eiland afgekondigd. Deze zal
drie maanden duren.