Op een kale klip in Straat Davis
Castella-Vaatwas
o-EÖS
Ontsnapte gevangene werd na
intensieve jacht gepakt
Badplaatsen hadden in 1952
internationaal cachet
De man uit Australië
Een gelukkig
laatste huis
drietal in het
in de wereld
blinkender vaat en
zachtere handen!
Tikerak krijgt tros
in de schroef
Radio-telescoop niet
in Dwingeloo
Onder Groenlanders en Eskimo's (18)
Roode Kruis-postzegels
Iedere vijf jaar een
serie met toeslag
Plan tot oprichting van
144 Rampendepots
Nederland biedt hulp aan
Griekenland
r Pim, Pain. Pom en de wonderlamp
Politie anderhalve
dag in touw
Engeland en de VS
weer aan de top
Ons dagelijks feuilleton
Luister eens naar:
Radioprogramma
QE zult nu menen, dat na het eindeloze wachten van de Tikerak, na
het ondergaan van die blizzard, en na de vele en velerlei andere tegen
slagen die wij met dit schip ondervonden hadden, een einde aan onze
rampspoed gekomen was. Ge vergist u. Dat einde was namelijk nog niet
in zicht. Er stond ons nog het een en ander te ivachten. Werkelijk, de
ouverture van deze Groenlandreis gaat niet bepaald over rozen. Want
toen er dan eindelijk weer een redelijk radiografisch contact mogelijk
was, en toen het weer opklaarde, toen bleek dat er zich bij Frederiks-
hab, de eerste haven die wij zouden aandoen, zoveel ijs van het Zuiden
had opgehoopt, dat het volstrekt doelloos was daarheen te varen. Dat
betekende een nieuwe tegenslag, en wederom leerden wij die dag dat
men natuurlijk in en bij Groenland net zoveel plannen kan maken als
men wil, dat men de mooiste tijdschema's kan opstellen, die er denk
baar zijn, dat men kan „timen'' en „plannen", maar dat er hier altijd
nog een paar dingen zijn, die als Grote Onbekenden gelden. Dat zijn
dan: het ijs en het schip. Van hen hangt alles af en van hen is men
hier volledig afhankelijk.
Y7/E waren echter nog te kort in
t" Groenland om ons willoos aan dit
fatalisme over te geven. Wij dachten
de zaken te kunnen dwingen. We dach
ten zelf te kunnen beschikken. Och
arme! Wat waren wij nog naief, wat
wisten wij van Groenland.... Terug
dus, en dat bericht lag ons aanzienlijk
zwaar op de maag, die verzekering kan
ik u geven. Niet Zuidwaarts verder,
maar een stuk terug. Het zelfde stuk,
dat we mijl na mijl waren opgetornd
tegen die blizzard. Terug.... naar Fae-
ringerhavn, een kleine, onbekende out-
post tussen Godthab en Frederiksh&b.
De stemming in ons kwartier was niet
bepaald opgewekt, die morgen. Wel, de
stemming van kapitein Moller ook
niet, naar ik meen.
Faeringerhavn. Stel u voor: een klei
ne baai, gevormd in de granieten kust
van West Groenland. Een natuurlijke
baai, op de klippen waarvan een paar
oliemaatschappijen van wereldnaam
een bunkerstation gevestigd hebben.
Op die rotsen staan enkele hei-blinken
de tanks, gevuld met voedsel voor de
schepen, die dit voedsel nodig hebben.
Faeringerhavn is een vrijhaven, die
praktisch uitsluitend wordt bezocht
door Deense, Noorse en Far'Oer-traw-
lers om olie te laden en zoet water in
te nemen. Er staat een huis, een kan
toor. Dat is de post. IVIen zou zweren,
komend in die baai vanuit zee, dat
dit het laatste huis en het laatste kan
toor in de wereld zijn.
De zee was blauw, met prachtige
witte kuifjes op die blauwe golven.
Hier en daar schoof een ijsberg voor
bij. Ver aan de kim, die als een band
halve stalen cirkel om de oneindigheid
geslagen was, waren nog meer ijsber
gen. Hoor de kijker kon je ze tegen de
kim zien staan: donkere driehoeken,
vreemdsoortige wezens, torens.
Na de storm van de vorige dag, was
deze zee wonderlijk schoon en alleen
de klippen en rotsen van de kust ver
somberden het beeld. De zee sloeg er
spattend tegen uit, en boven de sker-
ries, heel of half door de zee bedolven
eilandjes, schuimde het als de hel.
We voeren de baai in, om te wachten
op het bericht dat het ijs de toegang
tot het Zuiden niet meer zou beletten.
Dat kon lang duren en het kon kort
duren. Wind en stroom zouden het
bepalen.
We legden langs de kleine steiger
aan. Verderop lagen een paar Noorse
en Far 'Oer-trawlers. Oude, opgevaren,
schepen. Met al het zout van Straat
Davis aan hun flanken en rond de
pijp. De zwoegers, de zwalkers, de dag
loners der zee. We vingen een glimp
van het volk op, dat langs de reiing
hing om de Tikerak op te nemen.
Grauwe overalls, grauwe gezichten,
grauwe schepen. Ik zei u dat er een
huis op die rotsen stond. Van der Zee
en ïlc zijn van de Tikerak gestapt en
naar dat huis gegaan. Het was het huis
van de beheerder van dat olie-station.
Een aardige kerel, deze Deen. En een
aardige vrouw. Ze kwam ons, tegelijk
met haar man, tegemoet lopen. Het
was alsof de wind, die hard over de
rotsen veegde, ze naar ons toe dreef.
Leuke vrouw.... jong en sportief. Met
een door de wind en de regen en de
sneeuw gehard gezicht. Geen rouge,
geen lipstick, geen kam. Alleen een
chaos blond haar, dat los achter haar
aanzwierde. Ze namen ons mee en we
dronken thee. We spraken met elkaar.
Zij over de watersnood in Holland,
waarvan ze gehoord en gelezen had
den, wij over dit leven op een verloren
stuk van de werld.
Ze lachten en begrepen het niet
goed. Verloren stuk van de wereld....
wel, ze zaten hier „maar" negen maan
den per jaar. Alleen December, Januari
en Februari werd het station gesloten.
Dan viel er niet te varen. Te veel
storm, blizzard en ijs. Voor de rest
hadden ze alles hier. Een radiotoestel,
de trawlers, die kwamen bunkeren,
hun huisje en.... wel.... ze hadden
zelfs een tuin.
We moesten de tuin zien. Hij was
niet groot, slechts een halve meter bij
een kwart meter, zomaar een beetje
gruis met aarde er doorheen, tussen
de klippen. Daar in die aarde was iets
bezig te groeien. Mos. En een enkel
geel bloempje. Verderop waren ze be
zig iets anders te maken. Nog een
tuintje Groter. Maar ik zag alleen
grauwe aarde en grint en zwarte keien.
Er moest radijs in groeien, zeiden ze.
Ik hoop er het beste van, maar nu ijet
Juni is en de temperatuur om het
vriespunt vandaag, moet ik die radijs
eerst nog eens een keer zien.
We liepen terug.. Boven op de klip
stond dat rode houten huis De wind
stormde er over heende harde, schra
le, wilde wind van de Ijskap, die niet
zo ver van nier is. De wind die alles
uitdroogt en kapotslaat. Die de stenen
verweert, de sneeuw voor zich uitdrijft
en de mensen beproeft. De mensen....
die er ni»t ziin. Op rW» man en vrouw
na, samen met een paar Denen, die
hen helpen. Daar meende ik de bitter
ste eenzaamheid te ontmoeten. Daar
meende ik iets te vinden dat een schrij
ver, een journalist stof geeft voor een
verhaal, een novelle, een roman. In
ieder geval stof voor een reportage.
Omdat hij nu zijn lezers zal gaan ver
tellen van de allerverschrikkelijkste
eenzaamheid dier verloren enclave in
die stenen wildernis van Groenland's
Westkust. Ik meende dit alles al be
grepen te hebben, maar één ding was
vreemd. Er was iets om die jonge aar
dige blonde vrouw, dat toch niet hele
maal klopte met de dingen die ik daar
meende te moeten zien. Dat was de
moedige manier waarop ze daar rond
ging met de thee. Dat was de kordate
wijze waarop ze ons antwoordde. Dat
was haar persoonlijkheid. Er was iets
om en bij en in deze vrouw, dat niet
paste in dit oord van afgrijselijke een
zaamheid. De eenzaamheid van negen
maanden lang op een stuk graniet, zich
verheffend uit Straat Davis.
We zwegen. De thee geurde door
het huis. In de baai lag de Tikerak.
Een paar zeevogels zwalkten van klip
tot klip. De wind gierde over dat rode
huisje, armzalig klein in deze mateloze
woestenij.
Op de tafel stonden, in een smal,
kinderlijk vaasje, vier, vijf bloempjes,
armelijke, steriele dingen, half verdord
en verdroogd.
Dit was eenzaamheid, zei ik tot me
zelf. Negen maanden lang hier te zijn,
ieder jaar opnieuw. Negen maanden,
een man en een vrouw, alleen met de
rotsen, de wind en de zee. En af en
toe een grauwe Far 'Oer-trawler, die
olie en water komt bunkeren. Een man
en een vrouw.... iedere dag, iedere
minuut, iedere seconde samen. In dit
oord, hopeloos ver van de wereld,
verbannen op een duivelseiland van
louter onvruchtbaarheid en verlaten
heid.
TOEN hoorde ik, voor het eerst, dat
geluid. Van verre klinkt het, be
deesd boven de harde, donkere gelui
den, die buiten waren. Een zwak, teer,
nauwelijks waarneembaar gerucht.
De ogen van de moeder werden nog
lichter en ze stond op. Ze ging weg
en kwam terug. Op haar arm droeg
ze, trots en stralend, het kind.
Een lief kindje, van negen maanden.
Heel erg wit, onnatuurlijk wit, was
deze jonge Skandinaviër. Met spierwit
haar. En in al dat wit twee hei-blauwe
oogjes, die de twee mannen in de ka
mer vragend aanzagen.
Ilc zag hoe die moeder met dat kind
ging zitten en hoe de vader er naar
keek. Het werd in een box gezet en
het speelde met een bal. We keken er
met ons vieren naar en lieten de wind
buiten over de klippen daveren. We
vergaten de Tikerak en Straat Davis,
het ijs en de verloren dag.
Het kind was bij ons. Het kind van
twee gelukkige mensen, die niet een
zaam waren, omdat ze alleen maar
met z'n drieën gelukkig waren. Wij
spraken niet meer over trawlers, over
olie, over water, over de blizzard,
over de trek van de kabeljauw. We
spraken over andere en misschien be
tere dingen: over onze kinderen. Van
der Zee sprak over z ij n dochtertje,
ik over het mijne. Maar zij, die twee
mensen in dat laatste huis van de
wereld waren het gelukkigst. Want zij
hadden hun kind op dat ogenblik bij
zich.
Er was daar, geen moment, een scha
duw van tragiek in die eenzaamheid.
Er was een vader, er was een moeder,
ex was een''lief kind. Zou er dan
tóch op deze vreemde wereld niets
beters zijn dan dat?
In deze stemming van tevredenheid
en geluk verkeerden wij, toen wij nog
gelukkiger werden: we werden opge
haald, omdat er direct vertrokken
werd. Het ijs bij Frederikshftb was
op drift en er bleek een kans binnen
te komen.
Een kwartier later ging de Tikerak
ankerop. Op de klip zwaaiden de man
en de vrouw ons vaarwel. We hebben
•teruggeschreeuwdtot ziens! Dat was
dwaas, omdat ze dat in de eerste
plaats niet konden verstaan, en omdat
we deze mensen natuurlijk nooit meer
terugzien. Maar we riepen het nu
eenmaal en of ze het gehoord hebben
of niet, het was in ieder geval goed
bedoeld.
We zwaaiden voorbij een gore, mis
handelde, afgejakkerde Noorse trawler
en wilden zo de baai uitstomen. Ja
zeker.... dat wilden we.
Maar herinner u de oude Groenlan-
der, die ons, op de Tikerak wijzend in
Godthèb, zei: „No good....!"
Hij was een profeet. Want in het
voorbijgaan pikte de Tikerak een sta
len tros van die Noor mee en die tro3
kwam volgens alle regelen der kunst
in de schroef van ons schip terecht.
Drie uur lang hebben acht man ge
probeerd de trots uit de schroef te
krijgen. Daarna werd de marconist op
gedragen Godthab op te roepen, om met
spoed een duiker te zenden.
Ik heb zojuist aan de kapitein ge
vraagd hoe lang het zal duren. Hij
heeft me aangekeken met zijn vermoei
de ogen, op een nogal melancholieke,
moedeloze manier.
En hij antwoordde: een dag of
een week....
Geloof mij, dat we ons in deze baai
op dit ogenblik knap eenzaam voelen.
Heel wat eenzamer dan die man, die
vrouw en dat kind, daar boven op die
godverlaten klip in Straat Davis.
Per pak 25 cent Dubbel pak 45 cent
(Advertentie Ing. Med.)
De raad van de gemeente Dwinge
loo heeft zich met grote meerderheid
uitgesproken tegen plannen die han
gende zouden zijn om in het gebied
van deze gemeente een zogenaamde
rado-spiegcl te plaatsen, voor het
registreren van de radiostraling, die
door hemellichamen wordt uitgezon
den.
De gevoeligheid van dit apparaat is
zo groot, dat tot in grote omtrek mo
toren (ook van bromfietsen) geweerd
zullen moeten worden. Motoren van
landbouwtrekkers, die ip dat gebied
worden gebruikt, zullen moeten wor
den afgeschermd. Ook electrische
weide-afrasteringen (schrikdraad) wor-
den geweerd. Dwingeloo heeft de
stemming gekregen van landbouw- en
recreatiegebied en de plaatsing van de
radio-telescoop zou de gemeente dus
ernstig schaden, hetgeen in een motie
is overgelegd.
Gistermiddag heeft de directeur-
generaal der PTT in het Neder
landse postmuseum te Den Haag
de postzegeltentoonstelling ge
opend, welke daar gehouden wordt
ter gelegenheid van de uitgifte der
Roode Kruis-postzegels 1953. Voor
taan zal iedere vijf jaar een serie
Roode Kruis-postzegels met toe
slag worden uitgegeven.
De thans gereed gekomen serie,
waarvan de opbrengst ten goede komt
aan het Roode Kruis, werd door de
directeur-generaal zeer geslaagd ge
noemd. Het is een serie beeltenissen
geworden, welke een algemene indruk
geeft van het Roode Kruis-werk. Die
per ingaande op het Roode Kruis-werk,
deelde de directeur-generaal mede, dat
het plan bestaat om 144 rampendepots
op te richten, waarmee een bedrag van
f 145.000.— per post gemoeid zal zijn.
De tentoonstelling in het postmuseum
bevat de collectie van mevrouw M. J.
baronesse van Heerdt-Kolff. Deze phi-
lateliste vertelde, dat in 1897 de eerste
weldadigheidszegels doar de poste
rijen werden uitgegeven. De eerste Ne
derlandse weldadigheidszegel dateert
van 1906. De expositie in het post
museum geeft de geschiedenis der wel
dadigheidszegels voortreffelijk weer.
KLM-vliegtuigen hebben Donderdag,
Vrijdag en Zaterdag enkele honderden
kilogrammen kinine en zeep, die door
Nederland ter beschikking van de slacht
offers der Griekse aardbevingsram'p' wa
ren gesteld, naar de plaats van bestem
ming vervoerd. Deze week zullen nog
twee ton koffie en 650 kg zeep naar
Griekenland gaan.
102. Moeder Woeffie had kortaf ge
weigerd om met haar mislukte taart
naar de tentoonstelling te gaan. „Heus,
ik vind het niet zo erg", zei ze dapper.
„Tenslotte wil een ander ook wel eens
graag de eerste prijs winnen. Alleen
vind ik het erg als ik aan mevrouw
Babbelgraag denk. Wat zal ze lachen,
a's ze hoort, dat mijn taart mislukt is".
Moeder schudde bedroefd het hoofd.
„Kom we praten er niet meer over.
Ik zal de was uit het sop halen. Dat
moet ook gebeuren". Maar Pim, Pam
en Pom waren niet van plan het er
bij te laten. Terwijl Moeder in de
tuin bezig was, sleepten ze de vorm
loze krentenbol uit de keuken. „We
nemen deze taart mee naar het bos
riep Pim, die gauw de wonderlamp
gegrepen had. „En dan laten we Ali
er een nieuwe taart voor in de plaats
toveren. En dat moet de mooiste taart
worden, die er ooit in Dierendorp
gebakken is. De drie broertjes hadden
de krentenbol tot buiten het tuinhek
gesleept, maar begrepen al gauw, dat
ze met dat logge gevaarte niet ver
zouden komen. Maar Ali, die weer uit
de lamp te voorschijn getoverd was,
wist goede raad. „Ik tover deze taart
weg en dan toveren we straks een
nieu .ve. In het bos waar niemand het
zien kan". Dat vonden Pim, Pam en
Pom een prachtig idee en zo snel
hun benen hen konden dragen, renden
ze naar het geheime plekje in het bos.
Na een Intensieve jacht van ander
halve dag op de Vrijdag jl. uit de
Rijkswerkinrichting te Norg ontsnapte
35-jarige recidivist Simoii Baggerman,
hebben inspecteur J. Schipper en bri
gadier Jac. de Boer van de hoofdstede
lijke recherche gistermiddag de vluch
teling in de binnenstad van Amster
dam op straat weten aan te houden.
De man had Zaterdagmorgen een wa
terglas aan scherven geslagen op het
hoofd van zijn 22-jarige vrouw, met
wie hij de nacht in een klein hotel
had doorgebracht. Het tweetal had
over een financiële aangelegenheid on
enigheid gekregen.
Nadat hij zijn woede had gekoeld,
bracht Baggerman zijn echtgenote per
taxi naar het Binnengasthuis, waar zij
werd behandeld. Intussen verdween
de man spoorloos. De vrouw wendde
zich diezelfde middag tot de recherche
om bescherming te zoeken.
Op dat moment begon de jacht op
de vluchteling. Een opsporingsbericht
werd door de radio omgeroepen en op
diverse adressen werd een inval ge
daan. Zondagmorgen ratelde op het
bureau Warmoesstraat de telefoon en
'iemand, die anoniem wenste te blijven,
gaf een adres op, waar Baggerman
aanwezig zou zijn.
Het adres was de recherche wel
bekend. Voor alle zekerheid rukten
In het jaar 1952 hebben in totaal 1,6
miilioen buitenlanders in Nederlandse
hotels gelogeerd. Splitst men dit aan
tal naar het land van herkomst der
gasten, dan blijkt dat zowel Engela.id
en Schotland als de Ver. Staten, vijf
tien procent van het totaal leverden.
Hierna volgden België en Luxemburg
samen met 13 Duitsland met 11
en Frankrijk met 8 Ruim 1.1 mii
lioen overnachtingen werden in de
vier grote steden geteld.
Het aantal aangekomen buitenlandse
gasten en het aantal overnachtingen in
hotels in de periode JuniSeptember
1952 vertonen, vergeleken met de cij
fers van het zomerseizoen 1951, een
aanzienlijke toeneming en wel met
resp. 34 en 27,5 In het bijzonder
namen de aantallen gasten uit Duits
land en uit de Ver. Staten toe. In de
badplaatsen langs de Noordzeekust
steeg het aantr.l overnachtingen van
gasten uit beide genoemde landen
respectievelijk van 10.700 tot 28.700 en
van 10.600 tot 15.400! Bijna 39 van
de 436.000 overnachtingen in hotels in
de Noordzeebadplaatsen kwam voor
rekening van buitenlanders.
De cijfers van Zuid-Limburg en de
Veluwe vertonen een geheel ander
beeld. Van de 624.000 overnachtingen
in hotels waren er in het zomersei
zoen nog geen 8 van buitenlanders.
In de jeugdherbergen overnachtten
van April tot September 360.000 jonge
mensen. Bijna 80.000 hiervan waren
buitenlanders.
14.
Alle leden van de personeelsvereni
ging trokken op hun beurt aan het touw
Ze zwoegden en zweetten. Helaas zol
der succes. Er kwamen meer fotogra
fen. Niet alleen uit Pottsville, maar van
ver daarbuiten. De plaatselijke politie
werd opgecommandeerd om de orde te
handhaven en in de fabriek voerden
militaire autoriteiten besprekingen over
de te volgen reddingsmethode.
De zon kleurde de lucht boven Potts
ville al rood, toen Peters voeten einde
lijk uit zijn nog vast verankerde schoe
nen schoten Hij beantwoordde het ge
juich van de menigte redders en toe
schouwers depr in zijn handen te klap
pen en deze daarna boven zijn hoofd
te steken, zodat hij als een triomfe
rende gladiator de oppervlakte bereik
te. Daar werden opnieuw foto's gemaakt
Nu van Peter, samen met Sacheverel
Bautzer, de vice-president van de bank
en met burgemeester Kendrick, die
nooit een gelegenheid voorbij liet gaan
om in het middelpunt van de belang
stelling te staan.
Het waren deze foto's, die tante Ce-
cilia onder de ogen kreeg. Ze had een
paar dagen nodig om de schok te boven
te komen.
Direct na de reddingsactie beschul
digde Claudia Dick er van, Peter in de
kleigroeve te hebben gegooid.
„Integendeel, ik heb nog getracht
hem op te vangen!" schreeuwde Dick
buiten zichzelf van woede. „Alle kin
deren hebben het gezien. Ze zagen dat
ik naar hem greep...."
„En dat je hem achterover duwde.
Dat hebben ze me zelf verteld. Hoe
dacht je, dat ik dat anders wist? Je
bent een jalourse bruut, Dick. En ge
loof me, je slechte humeur zal je nog
eens in grote moeilijkheden brengen.
Arme Peter. Moet je hem zien. Je had
hem wel kunnen vermoorden."
„Dat had ik moeten doen", schreeuw
de Dick uit pure wanhoop de straat op
rennende.
Claudia bazuinde direct rond, dat zij
hem nooit wilde terug zien. Elwood en
Letty hadden medelijden met de jongen
maar zij achtten het onder de gegeven
omstandigheden beter niet tussenbei
de te komen. De hoop, dat deze gang
van zaken in hun harten had gebracht,
wat betreft de verhouding tussen hun
dochter en Peter, konden zij op zijn
best maar heel matig noemen. Dick en
Claudia hadden altijd ruzie met elkaar
gemaakt en ze zouden dat blijven doen
net zoals ze van elkaar zouden blijven
houden tot in de aller-allerverste toe
komst. Elwood en Letty realiseerden
zich dat maar al te goed.
Wat Peter betreft, konden ze veel
moeilijker een voorspelling doen. Zijn
toekomst.... die lag in de handen van
tante Cecilia. En dat maakte de situa
tie niet eenvoudiger.
HOOFDSTUK V.
Er ging een week van koele zwijg
zaamheid voorbij, vooidat de twee ge
liefden zich verwaardigden het simpe
le feit te erkennen, dat zij op dezelf
de planeet rondwandelden en nog wel
binnen de enge grenzen van Pottsville.
Voor Peter viel deze week ook niet
mee. Hij was lichtgeraakt en onder
ging, geplaagd door allerlei heel na
tuurlijke aanvechtingen, het genoegen,
dat Claudia hem vele kleine attenties
bewees. Hij deed zijn uiterste best
onder de druk van zijn twijfelende ge
weten om haar op een armlengte
afstand van zich te houden. Claudia
was erg mooi, fluisterde hij zichzelf in.
Maar ook erg zwak....
Als een man, die zijn eer hoog wil
houden, voelde hij zich verplicht haar
te beschermen tegen haar eigen zwak
heid en dwaasheid. Daarom besteedde
hij zo weinig aandacht aan haar, als
maar enigzins mogelijk was, zonder
onbeleefd te worden. Bij dit nobele
streven werd hij geholpen door de
golf van populariteit die het ongeluk
in de kleihoeve plotseling over hem
had uitgestort. Hij ontmoette alle voor
aanstaande burgers uit de omtrek, on
der wie enkele van de lastigste schuld
eisers van Elwood. Had hij niet om zo
te zeggen de naam Pottsville op de
landkaart gebracht? Had hij het stadje
niet een publiciteit bezorgd, groter dan
het ooit had gehad?
Het werd een publiek geheim, dat
Peter de erfgenaam van de Ponsonby-
millioenen was. Alle Pottsvillers gaven
hem onbeperkt crediet, als dank voor
de originele manier, waarop hij hun
knusse gemeenschap zo plotseling in
het hele land bekendheid had verschaft.
Er zijn nu eenmaal vaak de meest ab
normale dingen voor nodig, om de
mensen de meest normale dingen te
laten doen. Plotseling kwamen er tou-
risten naar Pottsville en het postkan
toor had het drukker dan ooit. Uitbun
dig verwelkomde het rustige stadje dit
vleugje welvaart. Het gaf nieuwe hoop
en versterkte het vertrouwen van velen
in de gulheid der Voorzienigheid.
En dat allemaal omdat Peter in de
kleigroeve was gevallen.
„Stel je voor" verkondigde Bautzer,
de bankier. „Omdat meneer Ponsonby
die allang afgedankte kuil wist te ge
bruiken Waarom dacht niemand van
ons daar ooit aan? liet was een geniale
zet van hem
Het is onnodig te zeggen, dat Elwood
de oorzaak van dit alles op gepaste
wijze zijn dankbaarheid betoonde. Hij
maakte er regel van Peter te vergezel
len naar alle privé-bezoek, dinertjes
en recepties.
Claudia echter scheen de gelukkige
ommekeer maar matig te kunnen waar
deren. Maar dat kon men haar eigenlijk
ook niet kwalijk nemen, want Peters on
geluk juist was de aanleiding geweest
tot de ruzie tussen haar en Dick. Ze was
een echte vrouw en ze was onbereken
baar als alle vrouwen. Zodoende kon
ze, ook toen ze hoorde dat een slang de
oorzaak van Peters tuimeling was ge
weest, er niet toe komen haar vriend te
vergeven. Die slang maakte haar nog
bozer.
Ze zouden waarschijnlijk hun weder
zijdse zwijgzaamheid nooit verbroken
hebben, als de versnellingsbak niet weer
kuren was gaan vertonen. Maar dat ge
beurde en zo kreeg Claudia een juweel
van een kans om bij Dick aan te klop
pen en zijn kwaliteiten als monteur aan
een bijzonder critische beschouwing te
onderwerpen. Hij vond haar, terwijl ze
in zijn kleine kantoortje zat te wachten.
Natuurlijk was ze blij hem weer te
zien, maar dat zou ze nooit hebben toe
gegeven.
Dick had nauwelijks een voet over de
drempel gezet, of ze gooide hem voor de
voeten: „Zo, jij noemt je dus een mon
teur. Je moest je schamen, je gezicht
no8,aan mij te durven vertonen".
Dick was met stomheid geslagen,
toen hij deze verre van hartelijke be
groeting hoorde fronste hij zijn wenk
brauwen en zei: „Wat is er. Claudia?
wat heb ik nu weer gedaan?"
diverse rechercheurs uit en werd ge
lijktijdig huiszoeking gedaan, niet al
leen op het opgegeven adres, doch ook
in percelen, die de recherche meestal
in één adem daarmee noemt.
Succes bleef echter uit. Als de
vluchteling al op één der adressen
was geweest, dan was hij tijdig ver
trokken.
De ganse Zondag werd de jacht
voortgezet en wel speciaal in buurten,
die men tot die van de Amsterdamse
onderwereld mag rekenen. Al spoedig
bleek, dat men de man dicht op de
hielen zat, doch even nog geraakte de
politie op een zijspoor. Er leek een
aanwijzing te zijn, dat hij naar
Utrecht was gevlucht. Een onderzoek
op een bepaald adres aldaar leverde
echter niets op. Zelfs verrichtte op
speciaal verzoek de plaatselijke politie
te Groningen een huiszoeking, die
evenmin succes had. En Zondagnacht
was Baggerman nog in vrijheid.
Gisterochtend echter wist de re
cherche het net zo nauw om hem aan
te halen, dat hij zich tenslotte moest
overgeven.
Hij zal thans voor de officier van
Justitie worden geleid in verband met
de mishandeling van zijn vrouw en
zijn ontvluchting uit de Rijkswerk
inrichting.
(Wordt vervolgd.)
STABAT MATER, van Dworz-
jak. Het Stabat Mater is een
sequenz, een gezang in de r.k.
kerk, dat los van de Mi$ bij voor
komende gelegenheden wordt ge
zongen. De tekst gaat terug op
een zeer oud latijns gedicht,
waarin de smarten van Maria
onder het kruis van Christus
werden vertolkt. Reeds menige
componist heeft zich door deze
tekst taten inspireren tot- een
schcne compositie. Zo ook de
Tsjech Antonin Dworzjak, die er
zijn persoonlijk geloofsbezit in
uitsprak. Men vergete niet:
Dworziak was een romanticus; by
deze kunstenaar? woog het per
soonlijke zeer zwaar. Het is een
fraai werk, dat men in twee ge
deelten zal kunnen beluisteren.
De zin van deze splitsing is niet
auidelijk. (Woensdag 14.15 uur
ovet Hilversum 11, 298 m.)
WOENSDAG 26 AUGUSTUS
HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00
NCRV. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de
dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.15
Gram. 8.18 Gewijde muziek. 8.45 Gram.
9.00 Voor de zieken. 9 30 Voor de vrouw.
9.35 Gram. 10.15 Idem. 10.30 Morgen
dienst. 11.00 Gram. 11.05 „Varkens heb
ben vleugels", hoorspel. 12.00 Alt en
piano. 12.30 Land- en Tuinbouwmedede-
lingen. 12.33 Gram. 12.37 Geref. Kerk
dienst. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws-
13.15 „Met Pit op pad", causerie. 13.20
Gram. 13.35 Idem. 10.00 Voor de jeugd-
17 20 Orgelspel. 17.50 Gram. 18.00 Metro-
pole-Orkest. 18.30 „Spectrum v. h. Chris
telijk Organisatie- en Verenigingsleven",
causerie. 18.45 Pianospel. 19.00 Nieuws en
weerberichten. 19.10 Boekbespreking.
19.25 Gram. 19.30 Buitenlands overzicht.
19.50 Gram. 20.00 Radiokrant 20.20 Ka-
merokest cn solisten. 21.00 „Het ambt in
de wereld", causerie. 21.20 Gram. 21.30
Hamondorgelspel 21.45 Volkszang. 22.20
Lichte muziek. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nieuws. 23-15—24.00 Gram.muzick.
HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 VARA,
10 00 VPRO, 10.20 VARA, 19.30 VPRO.
20.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.1-3
Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor
de huisvrouw. 9 00 Gym. 9.10 Gram. 9.35
Waterstanden. 9 40 Gram. 10.00 „Boeken
mee op reis en thuis", causerie. 10.05 Mor
genwijding. 10.20 Voor de vrouw. 11.00
Gram. 12.00 Lichte muziek. 12.30 Land
en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Voorliet
platteland 12.38 Orgelspel. 13.00 Nieuws.
13 15 Tentoonstellingsagenda. 13.18 Dans
muziek. 13.50 Gram. 14.00 ,,De weg om
hoog", causerie. 14.15 Rotterdams Phil-
harmonisch Orkest, koor en sol. 15 00
Voor de jeugd. 16 00 Vierhandig piano-
spel. 16.10 Voor de Jeugd. 16 40 Voor de
*'e^n- '7.15 Gram. 17.30 Gevar. muziek,
17.50 Regeringsuitzending: Mr H. M. A.
Kamerlingh Onnes: Jeugduitzending- „De
Atlantische samenwerking". 18.20 Actu
aliteiten. 18.30 R.V.U.: j. j. Schilstra:
ïn ™erW'is ln Amr-r!ka". 19.00 Orgelspel.
19.30 Voor de jeugd. 20.00 Nieuws. 20 05
Politiek commentaar 20.15 Promenade-Or
kest en soliste 20.55 „De sterken voor de
zwakken". 21 05 „De Première van Sonny
Boy hoorspel. 22 20 Gevar muziek. 22.45
Wereldkampiocnschaonen wielrennen. 23.00
Nieuws. 23.15 Socialistisch nieuws In Es
peranto. 23.20 Gram. 23-30—24.00 Gram.