Van stoker op locomotieven
tot Minister van Arbeid
Minder „kraakjes" op
vliegdekschepen
Finland leeft boven zijn stand
Oom Ben Schoeman (48 jaar) jongste
bewindsman van Zuid-Afrika
Minister-president Kekkonen
de onvervangbare zondebok
Man van de practijk
die gelukkig is in
zijn werk
Dank zij nieuwe deklandingstechniek
Een Engelse uitvinding |NUË
Toeristen worden voor de
„herstelbetalingen"
aangesproken
ZATERDAG 1!» SEPTEMBER 1953
(Van onze correspondent in Kaapstad).
7iJN officiële titel is: „ZijnHoogEdele, de Minis-
ter van Arbeid, Bosbouw en Openbare Werken",
maar voor de overgrote meerderheid van de men
sen, met wie hij in aanraking komt, is hij kort
weg „Oom Ben". Daarin zit echter niets van een
ongezonde familiariteit; veeleer is het de uit
drukking 'van een eer, die de Afrikaner alleen
geeft aan mensen, die indruk op hem maken door
de kracht van hun persoonlijkheid en door hun
bijzondere staat van dienst. Barend Johannes
Schoeman, de jongste minister in het kabinet-
Malan, is een krachtige persoonlijkheid en zijn
staat van dienst is even eervol als zijn levensloop
merkwaardig was. Hij heeft geen andere school
opleiding gehad dan de lagere school en toen hij
zestien jaar was, stond hij als stoker op een loco
motief. Wat hij bereikte, heeft hij alleen bereikt
HIJ werd in 1905 geboren in een
arbeidersgezin in de toen als een
paddestoel uit de grond schietende
goudstad Johannesburg. Er was in
het ouderlijk huis geen geld voor
studie: nauwelijks had hij de lagere
school verlaten, of hij moest reeds
geld gaan verdienen. Hij werd stoker
bij de spoorwegen. En dat beteken
de een dagtaak van 10 of 12 uren,
vaak met nachtwerk en Zondags-
werk. Maar iedere vrije minuut ge
bruikte hij, om zijn kennis te ver
meerderen: hij schafte zich van zijn
geringe zakgeld boeken aan, hij
schreef in op correspondentie-cur
sussen, hü las alles wat hij in han
den kon krijgen. Zeven jaren lang
stookte hij het vuur van ae locomo
tieven, maar zeven jaren lang stu
deerde hij ook. Hij slaagde voor het
machinisten-examen, maar hij deed
tegelijk examen voor stationschef. Hij
deed vriiwel tezelfdertijd het hoge-
re-schoolexamen.
Barend Schoeman klom van de
locomotief af en deed zijn intrede
in de kantoren der spoorwegen. Hij
werd bevorderd en hij studeerde
verder. De politiek trok hem aan,
hij werd een bekend spreker op ver
gaderingen .In 1938 kwam hij in het
parlement, maar vijf jaren later
werd hjj (het was midden-in de
door een onbuigzame wil, door grenzenloze leer
gierigheid, door zelfstudie bij nacht en bij dag en
door een karakter, dat even onkreukbaar als
menslievend is. Tijdens het debat over een zijner
wetsontwerpen, dat vorige week in de Volksraad
aan de orde was, zei een der oudste oppositielie-
den, Morris Kentridge: „De huidige minister van
arbeid is de beste, die we ooit gehad hebben".
Alleen wie weet, hoe scherp de politieke verhou
dingen in de Unie zijn, zal een dergelijke uitdruk
king op de juiste waarde weten te schatten. Ik zeg
niet teveel, als ik vaststel, dat Ben Schoeman zo
wel bij de arbeiders als bij de werkgevers van
Zuid-Afrika, bij politiek-gelijkgezinden zowel als
bij tegenstanders, eer en aanzien en hoogachting
geniet. En ik geloof, dat hij dat volkomen ver
dient, omdat hij zich metterdaad als ideaal ge
steld heeft recht en gerechtigheid te betrachten.
gen tussen werkgevers en arbeiders
waren afgebroken. De minister, die
in Kaapstad was voor de parlements-
zitting, belde zelf de mijneigenaren
en de vertegenwoordigers der arbei
ders op. Hij zei: Er staat een mili
tair vliegtuig voor jullie klaar en
daar stap je in. Allemaal! Over een
uitbreiding van de industrie neemt
nog altijd groter omvang aan.
Daarom kunnen wij zo goed de
geschpolde vaklieden uit Nederland
gebruiken en die situatie toont
nog geen tekenen van verandering".
APNIEUW komt de minister terug
Y op zijn wetgeving voor de zwar
te arbeiders. Linkse kringen in het
buitenland hebben hem daarover ge-
cntiseerd, „maar ze weten niet, wat
ze zeggen". Hij zet mij uiteen, dat
de overgrote meerderheid van het
millioen zwarte arbeiders volkomen
ongeletterd is en nog bijna niets be-
"i'itpt van de Westerse beschaving.
Moet men deze massa ten prooi laten
aan agitators? Men moet haar be
schermen, zoals een voogd een kind
beschermt, dat hem is toevertrouwd.
„Als een werkgever aan een zwar
te arbeider minder betaalt, dan de
wet voorschrijft, dan wordt hij door
de rechter gestraft, want ik eis
gerechtigheid" zegt de minister. „En
daarom heb ik nu ook een wet inge
diend, om klachten en grieven van
de zwarte werkers door geordende
kanalen te bevoegder plaatse te krij
gen. Ik tast de weinige bestaande
vakbonden der zwarten niet aan,
maar ik geef hun iets beters, iets
dat effectief kan werken in de toe-
politiek,
toen in 1948 de Nationalisten hun
grote overwinning behaalden, wees
dr. Malan hem de portefeuilles van
arbeid, bosbouw en openbare wer
ken toe. Hij was toen 43 jaar.
„Waarom kreeg u ineens drie
departementen te beheren", vroeg
ik hem vandaag, toen hij mij in
het regeringsgebouw een onderhoud
toestond.
,,Dr. Malan zal gedacht hebben:
hij is de jongste, hij moet maar het
hardste aanpakken. Trouwens: het
zou nog een beetje erger worden.
Toen ik zes maanden minister was.
beheerde ik, tijdens de afwezigheid
van een paar collega's, de departe
menten van arbeid, bosbouw, open
bare werken, binnenlandse zaken,
gezondheid, volkswelzijn en trans
port".
En daar zit men dan toch even
van te kijken: een man van de la
gere school, nauwelijks twintig jaar
tevoren nog stoker, beheert zeven
departementen en voelt er zich
gelukkig by!
WANT dat minister Schoeman ge-
lukkig is in zijn werk, staat als
een paal boven water. Ik vroeg het
hem ronduit: „Hoe voelt u zien nu,
temidden van al de problemen en
belast met zoveel verantwoordelijk
heid?"
„Gelukkig. Ziet u, ik heb te maken
met mensen, met hun welzijn, met
hun dagelijks bestaan. Ik streef er
haar, recht en gerechtigheid te be
trachten, de arbeidsvrede te bewa
ren en ieder het zijne te geven. Dat
maakt een mens gelukkig. En hard
werken? Dat heb ik mijn gehele le
ven gedaan; daar blijft een mens ge
zond van".
Hij zegt dat allemaal volkomen
eenvoudig en zonder ook maar de
minste pathos. Hij steekt langzaam
en met aandacht zijn pijp op en
ineens valt het my op, hoezeer deze
man een Nederlander is gebleven
hoezeer hij nog de onvervalste trek
ken heeft van zjjn voorgeslacht,
waarop hij trots is. Zijn vrouw was
een juffrouw van Roofjen („ook een
®chte Nederlandse naam", zegt hij
erloops). Zijn broer, die zich door
zelfstudie (het zit in de familie!) de
Positie van uniaal secretaris van de
Apostolische Geloofsgemeenschap
verwierf, heeft trouwens die band
met het oude moederland nog weer
extra verstevigd, toen hij gedurende
jaar 1937 voorganger was van
e Apostolische Gemeente in Rot
terdam.
Minister B. J. Schoeman.
Oom Ben
„Een moeder zoekt immers altijd
het beste voor haar kind: ik denk,
dat iedere moeder wel de hoop koes
tert, dat haar kind het ver zal bren
gen in de wereld.
TOEN minister Schoeman zes maan
den zijn hoge ambt bekleedde,
kwam hij voor de vuurproef te
staan. Er dreigde een algemene sta
king in de goudmijnen en dat is in
Zuid-Afrika altijd een gevaarlijk
ding. Dan komen er, behalve de
20.000 blanke mijnwerkers ook
300.000 naturellen op de straat
en wat dat betekent, heeft het jaar
1922 bewezen, toen de regenng-
Smuts, teneinde raad, de machine
geweren op de massa liet richten en
ae staking gedempt werd in bloed.
De jonge minister besloot dan ook,
dat er geen staking zou komen. Het
was Donderdagochtend en Vrij
dagsmorgens om zes uur zou de sta
king uitbreken; alle onderhandelin-
paar uur zijn jullie hier, in Kaap
stad, en dan gaan we praten. Ik
reken er op, dat je komt!" En ze
kwamen.
„Ik had ze 's middags om drie
uur rondom de tafel en ik zei: ver
tel het mekaar nou maar. Om zeven
uur liet ik wat eten halen, want toen
hadden ze vier uur gepraat, zonder
op te schieten. Om acht uur gingen
we verder. Het werd tien uur. Het
werd twaalf uur. Ik liet ze maar
praten, tot ze aan beide kanten
geen argumenten meer hadden om
uit te wisselen. We hebben toen
een beetje koffie gemaakt alle
ambtenaren had ik naar huis ge
stuurd en na middernacht ben ik
gaan meepraten. Om drie uur in de
nacht hadden we een oplossing be
reikt, die iedereen tevreden stelde.
En we konden, vanuit mijn kamer,
Johannesburg opbellen om te zeg
gen, dat de staking niet doorging.
In al die jaren, die sindsdien ver
lopen zijn, hebben we in Zuid-Afrika
niet één arbeidsconflict van beteke
nis gehad".
En dan somt de minister op, hoe
de Unie van Zuid-Afrika zorgt voor
zijn blanke en zwarte arbeiders, van
welke laatste er reeds een millioen
in de mijnen en de industrie zlin op
genomen. Hij zegt mij met nadruk,
dat er geen discriminerende wetge
ving bestaat tegen de opneming van
de zwarte werkers: het loon wordt
bepaald naar het werk en niet naar
de persoon, die het verricht. Hij
zegt mij, met nauw verholen trots,
dat de lonen hier hoger zijn dan in
Europa en dat ook de levensstand
aard hoger is. In het bouwbedrijf
heeft men nu de 40-urige werkweek,
in de fabrieken is de maximum
komst. Ik bezoek zelf de mijnen, ik
bezoek zelf de fabrieken, ik praat
met de mensen, ik zie wat ze doen,
werkweek 46 uur. Er is vacantie
voor alle werkers, er is financiële
schadeloosstelling voor zieken en in
validen, er bestaat een werkloos
heidsverzekering. Maar er bestaat
geen werkloosheid, want de enorme
ik zie wat ze nodig hebben. De theo
rie is goed, maar theorie alleen is
niet voldoende. De practijk is be
langrijker. En omdat ik een man
van de practijk ben, daarom heb ik
het vertrouwen".
DAAROM heb ik vertrouwen. Hoe-
zeer minister Schoeman het ver
trouwen geniet van de werkers van
Zuid-Afrika, blijkt wel uit de mach
tige greep, die hij op de enorme be
volkingsconcentratie van de Wit-
watersrand heeft. De Witwatersrand
is het plateau, waarop Johannes
burg en de vele industrie-steden zijn
gebouwd, die het hart van de Unie
uitmaken. In dit gebied is hij de
leider van de Nationale Partij sinds
1940. In 1943 kreeg zijn partij er bij
de verkiezingen één zetel. In 1948
kreeg zij er acht zetels. En bij de
verkiezingen in Juni van dit jaar
kreeg zij er veertien zetels.
De voormalige stoker Barend Jo
hannes Schoeman heeft er niet voor
niets gewerkt; hij heeft de massa
achter zich gekregen. En hij heeft
dat niet bereikt door schone belof
ten; hij heeft de mensen recht en
gerechtigheid gepredikt als zijn enige
politieke credo.
„TJUAT doet u, als u niet werkt?",
vroeg ik hem tenslotte.
„Ik lees nog altijd heel veel, zo
ongeveer alles wat ik in handen kan
krijgen dat de moeite waard is. En
verder jaag ik in mijn vacanties op
groot wild: olifanten, leeuwen, buf
fels. Ik heb al bijna overal in het
zuidelijk deel van ons continent ach
ter groot wild aangezeten".
„Gevaarlijk?
„Natuurlijk, maar dat is juist de
sport. Wat heeft men er aan om een
hert te schieten, dat niets kan
doen?"
Dat tekent de man Schoeman. Hij
heeft het niet gemakkelijk gehad in
zijn jeugd. Hij wil het vandaag nóg
niet gemakkelijk hebben. Zijn werk
week is dubbel zo lang, als die
van de arbeiders, wier belangen hij
behartigt. Maar hij is er gelukkig in.
„Want ik heb niet te maken met
abstracties. Ik heb te maken met
mensen. En ik ben gelukkig als ik
wat bereik".
Model van een vliegkampschip, uitgevoerd met een nieuw landingsdek
(Van een luchtvaartmedewerkei)
yOOR zover bekend werden de
eerste deklandingen uitgevoerd in
de eerste wereldoorlog, toen de
Engelsen met behulp van sleep
boten een platte schuit in de
Noordzee sleepten tot op een plaats
ten Noorden van de Friese wad
deneilanden. Deze platte schuit
was het eerste vliegkampschip in
de geschiedenis. Op het dek stond
een viertal vliegtuigen, dat na een
korte aanloop over de vlakke ijze
ren platen de lucht in ging.
De bedoeling van deze actie was
Helgoland te bestoken, wat gemakke
lijker ging dan men geneigd is te den
ken, omdat het luchtafweergeschut nog
niet was uitgevonden en de Duitsers
een aanval uit de lucht uit deze rich
ting in het geheel niet verwachten.
De vliegtuigen waren toen nog klein
en de snelheid was zo gering, dat dit
drijvende vliegveld groot genoeg was
om als uitgangspunt te dienen. Aan
de andere kant was de nuttige lading
van deze vliegtuigen zo klein, dat ze
niet veel konden uitrichten.
Het denkbeeld echter om een schip
als een vliegveld in zee te gebruiken
was op zich zelf juist en het duurde
dan ook niet lang, of de werkelijke
vliegkampschepen deden hun intrede.
In de tweede wereldoorlog hadden zo
wel de Engelsen als de Amerikanen
vele van deze schepen in gebruik en
hoewel ze vrij kwetsbaar waren, bleek
het nut, ervan maar al te duidelijk.
Naarmate de vliegtuigen groter, snel
ler en zwaarder werden, ontwikkelde
zich een speciale deklandingstechniek.
Vangkabels dwars over het dek ge
spannen, waarin een haak aan de
staart van de dekvliegtuigen kan vast
haken, breken thans de snelheid van
de neerkomende vliegtuigen om te
verhinderen, dat deze op de gepar
keerd staande vliegtuigen losstormen
en vernield worden.
Aan het einde van het landingsdek,
waar dus de parkeerplaats begint, staat
gewoonlijk een elastisch „tennisnet",
dat de doorlopende vliegtuigen op-
v ngt, als deze door een onhandige
manoeuvre de vangkabels missen. Met
dit al is er veel vaardigheid voor nodig
om de tegenwoordige snelle vliegtui
gen veilig op het schip te brengen, te
meer daar de schepen bij ruwe zee
allerminst stil liggen, waardoor de
landingstechniek nog extra moeilijk
wordt.
de laatste jaren de straalvliegtui
gen ook als deklandingsvliegtuigen
hun intrede deden, leverde het lan
den op het schip het starten loopt
wel los zoveel bezwaren op, dat
naar een nieuwe methode werd ge
zocht. Zij werd ook gevonden en be
staat hierin, dat de neerkomende
vliegtuigen nu in een schuine rich
ting op het dek landen, dus onder een
hoek met de midscheepse aslijn. Mis
lukt de landing, dan kan de vlieger
door vol gas te geven doorstarten en
aan de zijkant van het schip het dek
weer verlaten, zonder dat hierbij ge
parkeerde vliegtuigen in de weg
staan. De vliegtuigen komen nu met
„meer vermogen op de motor" binnen
en uiteraard ook met een grotere snel
heid. Eerst als een van de vangkabels
wordt aangehaakt en de vlieger dus
zeker weet, dat hij tijdig tot stilstand
komt, sluit hij zijn gas af om de lan
ding te beëindigen. Gaat het vliegtuig
over de kabels heen, dan laat hij de
motoren direct weer met vol-vermo-
gen werken. De snelheid van het
vliegtuig wordt dan groot genoeg om
veilig door te starten. Het tennisnet
voor het opvangen van vliegtuigen is
dus niet meer nodig. Het is er wel,
maar het wordt in normale doen niet
gebruikt.
Deze hoeklandingstechniek is een
Engelse uitvinding. De Amerikanen,
die in deze zaken innig met de Engel
sen samenwerken, waren de eersten,
die tot de verbouwing van een van
hun vliegkampschepen over gingen. De
verbouwing tot „hoeklandingsdek-
schip" van dit bestaande Amerikaanse
vliegkampschip, de Antietam, werd een
vrij kostbare geschiedenis. Proefnemin
gen met landingen op dit verbouwde
dek toonden echter aan, dat het aan
tal ongelukken en „kraakjes" dermate
verminderde zelfs onervaren vlie
gers, die tevoren nooit een landing op
een schipdek hadden uitgevoerd brach
ten het er goed af dat de verbou-
wingskosten er ruimschoots weer uit
komen.
Van de 5000 landingen, die nadien
op het verbouwde schip werden ge
maakt, bleken de meeste direct te sla
gen. Honderd en vijftien vliegtuigen
misten tijdens de landing de vang
kabels, als gevolg van een te harde
landing, waardoor het vliegtuig over
de kabels heen sprong. Al deze vlieg
tuigen konden evenwel doorstarten,
zonder dat er een ongeval bij gebeurde.
Bij een gewoon vliegkampschip zou
den deze 115 vliegtuigen in het ten
nisnet terecht zijn gekomen, waar ze
in meer of mindere mate beschadigd
zouden zijn. Het Engels vliegkamp
schip de Hermes wordt nu op de
zelfde wijze verbouwd.
(Van een onzer medewerkers).
piNLAND heeft het zonder buitenlandse hulp of Marshallgelden
moeten stellen. Op eigen kracht heeft het land zich door de tijd
geslagen. De gratis leveranties aan de Sovjet-Unie hebben het
algemene herstelprogram ernstig gehandicapt. Honderdduizenden
burgers uit de afgestane gebieden in Karelie moesten aan woon
ruimte en werk worden geholpen. Ondanks de tegenwerkende
factoren en moeilijkheden zijn gunstige resultaten bereikt. De eer
ste en belangrijkste krachtproef is doorstaan. Na jarenlang spurten,
zonder adempauze, zijn vrij normale verhoudingen teruggekeerd.
Het is nog geen rozengeur en maneschijn, maar dat kan men ook
niet verwachten.
Als
wj.' ov.?r familierelaties pra-
4„ "',i "vei lamiuerei
jJmij de liefde, waarmee
minister over zlin moeder praat.
F INLANDS kans lag na de oorlog
in de hoogconjunctuur op de
wereldmarkt. Aanvankelijk ging het
de goede kant op. De export van
hout, papier en cellulose liep snel
or en alles leek erop, dat goede
jaren in 't verschiet kwamen. De
sociaaleconomische politiek van de
regering werd op de gunstige aspec
ten ingesteld, vooral gedurende het
socialistische bewind onder minister
ï'agerholm. Feitelijkis de econo
mische politiek in Finland een po
litiek om de politiek. De latere pre
mier, dr Kekkonen, heeft zich aan
deze voor een kabinet fatale situatie
niet kunnen onttrekken. Hij werd
gedwongen om aan de eisen der
machtige vakbonden toe te geven,
maar niet nadat algemene en wilde
stakingen het land millioenen had
den gekost. De zogenaamde vakver
enigingsdemocratie heeft in geheel
Scandinavië sterke grondslagen en
de regering, die de politieke machts
balans in evenwicht wil houden,
moet in grote mate rekening houden
met de economische macht van de
socialisten. Dit is ook in Finland
§ebleken. Dr. Urho Kekkonen, de
oerjenleider, die overigens zelf ook
niet erg scrupuleus is, heeft het met
de sociaaldemocraten op dure ac-
coordjes moeten gooien. Van zijn
economisch program, dat zich tegen
verdere loons- en prijsverhogingen
keerde, is weinig terechtgekomen.
Het spreekt vanzelf, dat de« gevol
gen van de actieve welvaartspoli-
tiek, die op grote schaal werd begon
nen, op het terrein der onvoorziene
omstandigheden kwamen te liggen.
Om de burge vrede te bewaren ont
stond zo een koehandel tussen so
cialisten en agrariërs. De wedloop
tussen lonen en prijzen was niet te
keren en de stabiliseringsplannen,
die Kekkonen door financiële des
kundigen liet uitwerken, kwamen in
de koelkelder terecht. Finland begon
ver boven zijn stand te leven.
VROEGER logeerde en reisde men
in Finland voor een spotprijsje.
Dat is nu anders. De Finnen, die
zelf langzamerhand van zwarte op
dure prijzen zijn overgeschakeld,
zeggen schertsend dat een deel van
de herstelbetalingen nu op de toe
risten mag worden verhaald. Heel
suggestief staat een naakte familie
op de grote bankbiljetten afgebeeld.
Dat betekent, zeggen ze, dat we ons
tot op de huid moesten uitkleden
om onder de oorlogsschulden en na
righeid uit te komen. Men moet
dit niet direct ernstig opvatten. Een
avondwandeling door Helsinki is al
lesbehalve een tragische tocht langs
kommer en verdriet. Het gros van
het volk tracteert zich niet onver
dienstelijk in de talrijke restaurants,
koffiehuisjes en bars. De Finnen zijn
van huis uit uithuislljk en ze ont
moeten elkaar graag in de stad, ook
nu er haast geen betalen meer aan
is. Het volk is meer zorgeloos en
minder berekenend geworden.
HET is Finland dit jaar niet voor
de wind gegaan. De welvaartspo-
litiek, waarop we zinspeelden, heeft
geen werkelijk welstandspeil opge
leverd. Naarmate de conjunctuur
zich wijzigde, kwam Finland in het
nauw te zitten tussen hoge produc
tiekosten en hoge belastingen in.
Het gevolg is, dat Finland thans
moeilijk op de wereld kan concur
reren met zijn nationale producten.
Verschillende fabrieken werken op
halve kracht of hebben de productie
geheel moeten stopzetten. De ex-
lortindustrieën ondervinden de na-
KEKKONEN
Onmisbaar
delen van de verminderde afzet
mogelijkheden. De capaciteit van de
cellulose-industrie wordt slechts voor
60 percent benut. De andere in
dustrieën staan er niet veel beter
voor. Op het ogenblik zijn er onge
veer 75.000 werklozen. Geen wonder,
dat Finland nu zoekt naar een finan
ciële tovenaar, die dwars door par
tijbelangen heen het kwaadaardige
gevaar van devaluatie en wat daar
aan vast zit, kan bezweren.
Dat de economische politiek van
het kortgeleden afgetreden rood
groene kabinet van Kekkonen, is
mislukt, heeft een moeilijke poli-
tieke-crisis veroorzaakt. De vorige
maand hebben de socialisten zich uit
de regering teruggetrokken, omdat
ze niet accoord wildon gaan met
Kekkonen's nieuwe bezuinigingsplan,
dat onder andere een algemene lpons-
verlaging van 10% inhield. President
Paasiviki. die een onbegrensd ver-
trouwen in de boerenleider schijnt
te hebben, heeft Kekkonen overge
haald een nieuw kabinet te vor
men. Het is er gekomen, maar het
was een tangverlossing. Met zijn
boerenpartij en de Zweedse volks
partij steunt hij slechts op één-derde
deel van de Rijksdag, hetgeen lang
niet voldoende is om er een dras
tisch bezuinigingsprogram mee door
te drukken. Dat Finland echter se
rieus aan een sanering van het
economische leven moet denken, is
een kwestie waarover alle partijen
het eens zijn. In de actuele situatie
heeft Kekkonen de lange weg ge
kozen, dat wil zeggen dat hij via
de belastingen en de sociale voor
zieningen aan de index van de le
vensstandaard wil tornen, en ook
aan de lonen dus. De korte weg, die
door financiële deskundigen is aan
bevolen, liep via een devaluatie, maar
van die noodoplossing is Kekkonen
een felle tegenstander.
IN politieke kringen in Helsinki
wordt een nieuwe Rijksdagver
kiezing het verstandigst geacht, om
dat de harde maatregelen, die de
huidige economische depressie vergt,
slechts met succes kunnen worden
genomen door een regering, die het
volle vertrouwen geniet.
Na een rustige tijd staat Finland
opnieuw voor een moeilijke periode.
Het minderheidskabinet van Kekko
nen is, naar men verwacht, geen lang
leven beschoren. De vraag, wat er
voor in de plaats moet komen, houdt
de politieke groeperingen thans be
zig. Met een beetje goede wil zou
Finland gemakkelijk aan een rechtse
regering, steunend op een kleine
meerderheid in de Rijksdag kunnen
worden geholpen, maar iedereen is
zich ervan bewust, dat een derge
lijke manoeuvre niet gezond zou zijn
voor de formeel goede relaties met
Moskou. In Moskou wordt de radi
cale, elastische „Realpoliticus" Kek
konen als een „uiterste tegemoetko
ming" jegens het „reactionnaire"
Finland beschouwd. Kekkonen heeft
zo langzamerhand opgang gemaakt
als de onvervangbare zondebok. Zijn
grootste tegenstander, de socialis
tische leider Fagerholm, heeft eens
verklaard, dat hij liever zijn oude
hoed opat dan zag, dat het politieke
levenslicht van dr. Urho Kekkonen
werd uitgeblust. Er gaan reeds ge
ruchten, dat Kekkonen de eerste
candidaat voor het presidentschap
zal worden, als met de grijze Paasi-
Kivi de laatste der beroemde presi
denten heengegaan zal zijn. H.