Van stoker op locomotieven tot Minister van Arbeid Minder „kraakjes" op vliegdekschepen Finland leeft boven zijn stand Oom Ben Schoeman (48 jaar) jongste bewindsman van Zuid-Afrika Minister-president Kekkonen de onvervangbare zondebok Man van de practijk die gelukkig is in zijn werk Dank zij nieuwe deklandingstechniek Een Engelse uitvinding |NUË Toeristen worden voor de „herstelbetalingen" aangesproken ZATERDAG 1!» SEPTEMBER 1953 (Van onze correspondent in Kaapstad). 7iJN officiële titel is: „ZijnHoogEdele, de Minis- ter van Arbeid, Bosbouw en Openbare Werken", maar voor de overgrote meerderheid van de men sen, met wie hij in aanraking komt, is hij kort weg „Oom Ben". Daarin zit echter niets van een ongezonde familiariteit; veeleer is het de uit drukking 'van een eer, die de Afrikaner alleen geeft aan mensen, die indruk op hem maken door de kracht van hun persoonlijkheid en door hun bijzondere staat van dienst. Barend Johannes Schoeman, de jongste minister in het kabinet- Malan, is een krachtige persoonlijkheid en zijn staat van dienst is even eervol als zijn levensloop merkwaardig was. Hij heeft geen andere school opleiding gehad dan de lagere school en toen hij zestien jaar was, stond hij als stoker op een loco motief. Wat hij bereikte, heeft hij alleen bereikt HIJ werd in 1905 geboren in een arbeidersgezin in de toen als een paddestoel uit de grond schietende goudstad Johannesburg. Er was in het ouderlijk huis geen geld voor studie: nauwelijks had hij de lagere school verlaten, of hij moest reeds geld gaan verdienen. Hij werd stoker bij de spoorwegen. En dat beteken de een dagtaak van 10 of 12 uren, vaak met nachtwerk en Zondags- werk. Maar iedere vrije minuut ge bruikte hij, om zijn kennis te ver meerderen: hij schafte zich van zijn geringe zakgeld boeken aan, hij schreef in op correspondentie-cur sussen, hü las alles wat hij in han den kon krijgen. Zeven jaren lang stookte hij het vuur van ae locomo tieven, maar zeven jaren lang stu deerde hij ook. Hij slaagde voor het machinisten-examen, maar hij deed tegelijk examen voor stationschef. Hij deed vriiwel tezelfdertijd het hoge- re-schoolexamen. Barend Schoeman klom van de locomotief af en deed zijn intrede in de kantoren der spoorwegen. Hij werd bevorderd en hij studeerde verder. De politiek trok hem aan, hij werd een bekend spreker op ver gaderingen .In 1938 kwam hij in het parlement, maar vijf jaren later werd hjj (het was midden-in de door een onbuigzame wil, door grenzenloze leer gierigheid, door zelfstudie bij nacht en bij dag en door een karakter, dat even onkreukbaar als menslievend is. Tijdens het debat over een zijner wetsontwerpen, dat vorige week in de Volksraad aan de orde was, zei een der oudste oppositielie- den, Morris Kentridge: „De huidige minister van arbeid is de beste, die we ooit gehad hebben". Alleen wie weet, hoe scherp de politieke verhou dingen in de Unie zijn, zal een dergelijke uitdruk king op de juiste waarde weten te schatten. Ik zeg niet teveel, als ik vaststel, dat Ben Schoeman zo wel bij de arbeiders als bij de werkgevers van Zuid-Afrika, bij politiek-gelijkgezinden zowel als bij tegenstanders, eer en aanzien en hoogachting geniet. En ik geloof, dat hij dat volkomen ver dient, omdat hij zich metterdaad als ideaal ge steld heeft recht en gerechtigheid te betrachten. gen tussen werkgevers en arbeiders waren afgebroken. De minister, die in Kaapstad was voor de parlements- zitting, belde zelf de mijneigenaren en de vertegenwoordigers der arbei ders op. Hij zei: Er staat een mili tair vliegtuig voor jullie klaar en daar stap je in. Allemaal! Over een uitbreiding van de industrie neemt nog altijd groter omvang aan. Daarom kunnen wij zo goed de geschpolde vaklieden uit Nederland gebruiken en die situatie toont nog geen tekenen van verandering". APNIEUW komt de minister terug Y op zijn wetgeving voor de zwar te arbeiders. Linkse kringen in het buitenland hebben hem daarover ge- cntiseerd, „maar ze weten niet, wat ze zeggen". Hij zet mij uiteen, dat de overgrote meerderheid van het millioen zwarte arbeiders volkomen ongeletterd is en nog bijna niets be- "i'itpt van de Westerse beschaving. Moet men deze massa ten prooi laten aan agitators? Men moet haar be schermen, zoals een voogd een kind beschermt, dat hem is toevertrouwd. „Als een werkgever aan een zwar te arbeider minder betaalt, dan de wet voorschrijft, dan wordt hij door de rechter gestraft, want ik eis gerechtigheid" zegt de minister. „En daarom heb ik nu ook een wet inge diend, om klachten en grieven van de zwarte werkers door geordende kanalen te bevoegder plaatse te krij gen. Ik tast de weinige bestaande vakbonden der zwarten niet aan, maar ik geef hun iets beters, iets dat effectief kan werken in de toe- politiek, toen in 1948 de Nationalisten hun grote overwinning behaalden, wees dr. Malan hem de portefeuilles van arbeid, bosbouw en openbare wer ken toe. Hij was toen 43 jaar. „Waarom kreeg u ineens drie departementen te beheren", vroeg ik hem vandaag, toen hij mij in het regeringsgebouw een onderhoud toestond. ,,Dr. Malan zal gedacht hebben: hij is de jongste, hij moet maar het hardste aanpakken. Trouwens: het zou nog een beetje erger worden. Toen ik zes maanden minister was. beheerde ik, tijdens de afwezigheid van een paar collega's, de departe menten van arbeid, bosbouw, open bare werken, binnenlandse zaken, gezondheid, volkswelzijn en trans port". En daar zit men dan toch even van te kijken: een man van de la gere school, nauwelijks twintig jaar tevoren nog stoker, beheert zeven departementen en voelt er zich gelukkig by! WANT dat minister Schoeman ge- lukkig is in zijn werk, staat als een paal boven water. Ik vroeg het hem ronduit: „Hoe voelt u zien nu, temidden van al de problemen en belast met zoveel verantwoordelijk heid?" „Gelukkig. Ziet u, ik heb te maken met mensen, met hun welzijn, met hun dagelijks bestaan. Ik streef er haar, recht en gerechtigheid te be trachten, de arbeidsvrede te bewa ren en ieder het zijne te geven. Dat maakt een mens gelukkig. En hard werken? Dat heb ik mijn gehele le ven gedaan; daar blijft een mens ge zond van". Hij zegt dat allemaal volkomen eenvoudig en zonder ook maar de minste pathos. Hij steekt langzaam en met aandacht zijn pijp op en ineens valt het my op, hoezeer deze man een Nederlander is gebleven hoezeer hij nog de onvervalste trek ken heeft van zjjn voorgeslacht, waarop hij trots is. Zijn vrouw was een juffrouw van Roofjen („ook een ®chte Nederlandse naam", zegt hij erloops). Zijn broer, die zich door zelfstudie (het zit in de familie!) de Positie van uniaal secretaris van de Apostolische Geloofsgemeenschap verwierf, heeft trouwens die band met het oude moederland nog weer extra verstevigd, toen hij gedurende jaar 1937 voorganger was van e Apostolische Gemeente in Rot terdam. Minister B. J. Schoeman. Oom Ben „Een moeder zoekt immers altijd het beste voor haar kind: ik denk, dat iedere moeder wel de hoop koes tert, dat haar kind het ver zal bren gen in de wereld. TOEN minister Schoeman zes maan den zijn hoge ambt bekleedde, kwam hij voor de vuurproef te staan. Er dreigde een algemene sta king in de goudmijnen en dat is in Zuid-Afrika altijd een gevaarlijk ding. Dan komen er, behalve de 20.000 blanke mijnwerkers ook 300.000 naturellen op de straat en wat dat betekent, heeft het jaar 1922 bewezen, toen de regenng- Smuts, teneinde raad, de machine geweren op de massa liet richten en ae staking gedempt werd in bloed. De jonge minister besloot dan ook, dat er geen staking zou komen. Het was Donderdagochtend en Vrij dagsmorgens om zes uur zou de sta king uitbreken; alle onderhandelin- paar uur zijn jullie hier, in Kaap stad, en dan gaan we praten. Ik reken er op, dat je komt!" En ze kwamen. „Ik had ze 's middags om drie uur rondom de tafel en ik zei: ver tel het mekaar nou maar. Om zeven uur liet ik wat eten halen, want toen hadden ze vier uur gepraat, zonder op te schieten. Om acht uur gingen we verder. Het werd tien uur. Het werd twaalf uur. Ik liet ze maar praten, tot ze aan beide kanten geen argumenten meer hadden om uit te wisselen. We hebben toen een beetje koffie gemaakt alle ambtenaren had ik naar huis ge stuurd en na middernacht ben ik gaan meepraten. Om drie uur in de nacht hadden we een oplossing be reikt, die iedereen tevreden stelde. En we konden, vanuit mijn kamer, Johannesburg opbellen om te zeg gen, dat de staking niet doorging. In al die jaren, die sindsdien ver lopen zijn, hebben we in Zuid-Afrika niet één arbeidsconflict van beteke nis gehad". En dan somt de minister op, hoe de Unie van Zuid-Afrika zorgt voor zijn blanke en zwarte arbeiders, van welke laatste er reeds een millioen in de mijnen en de industrie zlin op genomen. Hij zegt mij met nadruk, dat er geen discriminerende wetge ving bestaat tegen de opneming van de zwarte werkers: het loon wordt bepaald naar het werk en niet naar de persoon, die het verricht. Hij zegt mij, met nauw verholen trots, dat de lonen hier hoger zijn dan in Europa en dat ook de levensstand aard hoger is. In het bouwbedrijf heeft men nu de 40-urige werkweek, in de fabrieken is de maximum komst. Ik bezoek zelf de mijnen, ik bezoek zelf de fabrieken, ik praat met de mensen, ik zie wat ze doen, werkweek 46 uur. Er is vacantie voor alle werkers, er is financiële schadeloosstelling voor zieken en in validen, er bestaat een werkloos heidsverzekering. Maar er bestaat geen werkloosheid, want de enorme ik zie wat ze nodig hebben. De theo rie is goed, maar theorie alleen is niet voldoende. De practijk is be langrijker. En omdat ik een man van de practijk ben, daarom heb ik het vertrouwen". DAAROM heb ik vertrouwen. Hoe- zeer minister Schoeman het ver trouwen geniet van de werkers van Zuid-Afrika, blijkt wel uit de mach tige greep, die hij op de enorme be volkingsconcentratie van de Wit- watersrand heeft. De Witwatersrand is het plateau, waarop Johannes burg en de vele industrie-steden zijn gebouwd, die het hart van de Unie uitmaken. In dit gebied is hij de leider van de Nationale Partij sinds 1940. In 1943 kreeg zijn partij er bij de verkiezingen één zetel. In 1948 kreeg zij er acht zetels. En bij de verkiezingen in Juni van dit jaar kreeg zij er veertien zetels. De voormalige stoker Barend Jo hannes Schoeman heeft er niet voor niets gewerkt; hij heeft de massa achter zich gekregen. En hij heeft dat niet bereikt door schone belof ten; hij heeft de mensen recht en gerechtigheid gepredikt als zijn enige politieke credo. „TJUAT doet u, als u niet werkt?", vroeg ik hem tenslotte. „Ik lees nog altijd heel veel, zo ongeveer alles wat ik in handen kan krijgen dat de moeite waard is. En verder jaag ik in mijn vacanties op groot wild: olifanten, leeuwen, buf fels. Ik heb al bijna overal in het zuidelijk deel van ons continent ach ter groot wild aangezeten". „Gevaarlijk? „Natuurlijk, maar dat is juist de sport. Wat heeft men er aan om een hert te schieten, dat niets kan doen?" Dat tekent de man Schoeman. Hij heeft het niet gemakkelijk gehad in zijn jeugd. Hij wil het vandaag nóg niet gemakkelijk hebben. Zijn werk week is dubbel zo lang, als die van de arbeiders, wier belangen hij behartigt. Maar hij is er gelukkig in. „Want ik heb niet te maken met abstracties. Ik heb te maken met mensen. En ik ben gelukkig als ik wat bereik". Model van een vliegkampschip, uitgevoerd met een nieuw landingsdek (Van een luchtvaartmedewerkei) yOOR zover bekend werden de eerste deklandingen uitgevoerd in de eerste wereldoorlog, toen de Engelsen met behulp van sleep boten een platte schuit in de Noordzee sleepten tot op een plaats ten Noorden van de Friese wad deneilanden. Deze platte schuit was het eerste vliegkampschip in de geschiedenis. Op het dek stond een viertal vliegtuigen, dat na een korte aanloop over de vlakke ijze ren platen de lucht in ging. De bedoeling van deze actie was Helgoland te bestoken, wat gemakke lijker ging dan men geneigd is te den ken, omdat het luchtafweergeschut nog niet was uitgevonden en de Duitsers een aanval uit de lucht uit deze rich ting in het geheel niet verwachten. De vliegtuigen waren toen nog klein en de snelheid was zo gering, dat dit drijvende vliegveld groot genoeg was om als uitgangspunt te dienen. Aan de andere kant was de nuttige lading van deze vliegtuigen zo klein, dat ze niet veel konden uitrichten. Het denkbeeld echter om een schip als een vliegveld in zee te gebruiken was op zich zelf juist en het duurde dan ook niet lang, of de werkelijke vliegkampschepen deden hun intrede. In de tweede wereldoorlog hadden zo wel de Engelsen als de Amerikanen vele van deze schepen in gebruik en hoewel ze vrij kwetsbaar waren, bleek het nut, ervan maar al te duidelijk. Naarmate de vliegtuigen groter, snel ler en zwaarder werden, ontwikkelde zich een speciale deklandingstechniek. Vangkabels dwars over het dek ge spannen, waarin een haak aan de staart van de dekvliegtuigen kan vast haken, breken thans de snelheid van de neerkomende vliegtuigen om te verhinderen, dat deze op de gepar keerd staande vliegtuigen losstormen en vernield worden. Aan het einde van het landingsdek, waar dus de parkeerplaats begint, staat gewoonlijk een elastisch „tennisnet", dat de doorlopende vliegtuigen op- v ngt, als deze door een onhandige manoeuvre de vangkabels missen. Met dit al is er veel vaardigheid voor nodig om de tegenwoordige snelle vliegtui gen veilig op het schip te brengen, te meer daar de schepen bij ruwe zee allerminst stil liggen, waardoor de landingstechniek nog extra moeilijk wordt. de laatste jaren de straalvliegtui gen ook als deklandingsvliegtuigen hun intrede deden, leverde het lan den op het schip het starten loopt wel los zoveel bezwaren op, dat naar een nieuwe methode werd ge zocht. Zij werd ook gevonden en be staat hierin, dat de neerkomende vliegtuigen nu in een schuine rich ting op het dek landen, dus onder een hoek met de midscheepse aslijn. Mis lukt de landing, dan kan de vlieger door vol gas te geven doorstarten en aan de zijkant van het schip het dek weer verlaten, zonder dat hierbij ge parkeerde vliegtuigen in de weg staan. De vliegtuigen komen nu met „meer vermogen op de motor" binnen en uiteraard ook met een grotere snel heid. Eerst als een van de vangkabels wordt aangehaakt en de vlieger dus zeker weet, dat hij tijdig tot stilstand komt, sluit hij zijn gas af om de lan ding te beëindigen. Gaat het vliegtuig over de kabels heen, dan laat hij de motoren direct weer met vol-vermo- gen werken. De snelheid van het vliegtuig wordt dan groot genoeg om veilig door te starten. Het tennisnet voor het opvangen van vliegtuigen is dus niet meer nodig. Het is er wel, maar het wordt in normale doen niet gebruikt. Deze hoeklandingstechniek is een Engelse uitvinding. De Amerikanen, die in deze zaken innig met de Engel sen samenwerken, waren de eersten, die tot de verbouwing van een van hun vliegkampschepen over gingen. De verbouwing tot „hoeklandingsdek- schip" van dit bestaande Amerikaanse vliegkampschip, de Antietam, werd een vrij kostbare geschiedenis. Proefnemin gen met landingen op dit verbouwde dek toonden echter aan, dat het aan tal ongelukken en „kraakjes" dermate verminderde zelfs onervaren vlie gers, die tevoren nooit een landing op een schipdek hadden uitgevoerd brach ten het er goed af dat de verbou- wingskosten er ruimschoots weer uit komen. Van de 5000 landingen, die nadien op het verbouwde schip werden ge maakt, bleken de meeste direct te sla gen. Honderd en vijftien vliegtuigen misten tijdens de landing de vang kabels, als gevolg van een te harde landing, waardoor het vliegtuig over de kabels heen sprong. Al deze vlieg tuigen konden evenwel doorstarten, zonder dat er een ongeval bij gebeurde. Bij een gewoon vliegkampschip zou den deze 115 vliegtuigen in het ten nisnet terecht zijn gekomen, waar ze in meer of mindere mate beschadigd zouden zijn. Het Engels vliegkamp schip de Hermes wordt nu op de zelfde wijze verbouwd. (Van een onzer medewerkers). piNLAND heeft het zonder buitenlandse hulp of Marshallgelden moeten stellen. Op eigen kracht heeft het land zich door de tijd geslagen. De gratis leveranties aan de Sovjet-Unie hebben het algemene herstelprogram ernstig gehandicapt. Honderdduizenden burgers uit de afgestane gebieden in Karelie moesten aan woon ruimte en werk worden geholpen. Ondanks de tegenwerkende factoren en moeilijkheden zijn gunstige resultaten bereikt. De eer ste en belangrijkste krachtproef is doorstaan. Na jarenlang spurten, zonder adempauze, zijn vrij normale verhoudingen teruggekeerd. Het is nog geen rozengeur en maneschijn, maar dat kan men ook niet verwachten. Als wj.' ov.?r familierelaties pra- 4„ "',i "vei lamiuerei jJmij de liefde, waarmee minister over zlin moeder praat. F INLANDS kans lag na de oorlog in de hoogconjunctuur op de wereldmarkt. Aanvankelijk ging het de goede kant op. De export van hout, papier en cellulose liep snel or en alles leek erop, dat goede jaren in 't verschiet kwamen. De sociaaleconomische politiek van de regering werd op de gunstige aspec ten ingesteld, vooral gedurende het socialistische bewind onder minister ï'agerholm. Feitelijkis de econo mische politiek in Finland een po litiek om de politiek. De latere pre mier, dr Kekkonen, heeft zich aan deze voor een kabinet fatale situatie niet kunnen onttrekken. Hij werd gedwongen om aan de eisen der machtige vakbonden toe te geven, maar niet nadat algemene en wilde stakingen het land millioenen had den gekost. De zogenaamde vakver enigingsdemocratie heeft in geheel Scandinavië sterke grondslagen en de regering, die de politieke machts balans in evenwicht wil houden, moet in grote mate rekening houden met de economische macht van de socialisten. Dit is ook in Finland §ebleken. Dr. Urho Kekkonen, de oerjenleider, die overigens zelf ook niet erg scrupuleus is, heeft het met de sociaaldemocraten op dure ac- coordjes moeten gooien. Van zijn economisch program, dat zich tegen verdere loons- en prijsverhogingen keerde, is weinig terechtgekomen. Het spreekt vanzelf, dat de« gevol gen van de actieve welvaartspoli- tiek, die op grote schaal werd begon nen, op het terrein der onvoorziene omstandigheden kwamen te liggen. Om de burge vrede te bewaren ont stond zo een koehandel tussen so cialisten en agrariërs. De wedloop tussen lonen en prijzen was niet te keren en de stabiliseringsplannen, die Kekkonen door financiële des kundigen liet uitwerken, kwamen in de koelkelder terecht. Finland begon ver boven zijn stand te leven. VROEGER logeerde en reisde men in Finland voor een spotprijsje. Dat is nu anders. De Finnen, die zelf langzamerhand van zwarte op dure prijzen zijn overgeschakeld, zeggen schertsend dat een deel van de herstelbetalingen nu op de toe risten mag worden verhaald. Heel suggestief staat een naakte familie op de grote bankbiljetten afgebeeld. Dat betekent, zeggen ze, dat we ons tot op de huid moesten uitkleden om onder de oorlogsschulden en na righeid uit te komen. Men moet dit niet direct ernstig opvatten. Een avondwandeling door Helsinki is al lesbehalve een tragische tocht langs kommer en verdriet. Het gros van het volk tracteert zich niet onver dienstelijk in de talrijke restaurants, koffiehuisjes en bars. De Finnen zijn van huis uit uithuislljk en ze ont moeten elkaar graag in de stad, ook nu er haast geen betalen meer aan is. Het volk is meer zorgeloos en minder berekenend geworden. HET is Finland dit jaar niet voor de wind gegaan. De welvaartspo- litiek, waarop we zinspeelden, heeft geen werkelijk welstandspeil opge leverd. Naarmate de conjunctuur zich wijzigde, kwam Finland in het nauw te zitten tussen hoge produc tiekosten en hoge belastingen in. Het gevolg is, dat Finland thans moeilijk op de wereld kan concur reren met zijn nationale producten. Verschillende fabrieken werken op halve kracht of hebben de productie geheel moeten stopzetten. De ex- lortindustrieën ondervinden de na- KEKKONEN Onmisbaar delen van de verminderde afzet mogelijkheden. De capaciteit van de cellulose-industrie wordt slechts voor 60 percent benut. De andere in dustrieën staan er niet veel beter voor. Op het ogenblik zijn er onge veer 75.000 werklozen. Geen wonder, dat Finland nu zoekt naar een finan ciële tovenaar, die dwars door par tijbelangen heen het kwaadaardige gevaar van devaluatie en wat daar aan vast zit, kan bezweren. Dat de economische politiek van het kortgeleden afgetreden rood groene kabinet van Kekkonen, is mislukt, heeft een moeilijke poli- tieke-crisis veroorzaakt. De vorige maand hebben de socialisten zich uit de regering teruggetrokken, omdat ze niet accoord wildon gaan met Kekkonen's nieuwe bezuinigingsplan, dat onder andere een algemene lpons- verlaging van 10% inhield. President Paasiviki. die een onbegrensd ver- trouwen in de boerenleider schijnt te hebben, heeft Kekkonen overge haald een nieuw kabinet te vor men. Het is er gekomen, maar het was een tangverlossing. Met zijn boerenpartij en de Zweedse volks partij steunt hij slechts op één-derde deel van de Rijksdag, hetgeen lang niet voldoende is om er een dras tisch bezuinigingsprogram mee door te drukken. Dat Finland echter se rieus aan een sanering van het economische leven moet denken, is een kwestie waarover alle partijen het eens zijn. In de actuele situatie heeft Kekkonen de lange weg ge kozen, dat wil zeggen dat hij via de belastingen en de sociale voor zieningen aan de index van de le vensstandaard wil tornen, en ook aan de lonen dus. De korte weg, die door financiële deskundigen is aan bevolen, liep via een devaluatie, maar van die noodoplossing is Kekkonen een felle tegenstander. IN politieke kringen in Helsinki wordt een nieuwe Rijksdagver kiezing het verstandigst geacht, om dat de harde maatregelen, die de huidige economische depressie vergt, slechts met succes kunnen worden genomen door een regering, die het volle vertrouwen geniet. Na een rustige tijd staat Finland opnieuw voor een moeilijke periode. Het minderheidskabinet van Kekko nen is, naar men verwacht, geen lang leven beschoren. De vraag, wat er voor in de plaats moet komen, houdt de politieke groeperingen thans be zig. Met een beetje goede wil zou Finland gemakkelijk aan een rechtse regering, steunend op een kleine meerderheid in de Rijksdag kunnen worden geholpen, maar iedereen is zich ervan bewust, dat een derge lijke manoeuvre niet gezond zou zijn voor de formeel goede relaties met Moskou. In Moskou wordt de radi cale, elastische „Realpoliticus" Kek konen als een „uiterste tegemoetko ming" jegens het „reactionnaire" Finland beschouwd. Kekkonen heeft zo langzamerhand opgang gemaakt als de onvervangbare zondebok. Zijn grootste tegenstander, de socialis tische leider Fagerholm, heeft eens verklaard, dat hij liever zijn oude hoed opat dan zag, dat het politieke levenslicht van dr. Urho Kekkonen werd uitgeblust. Er gaan reeds ge ruchten, dat Kekkonen de eerste candidaat voor het presidentschap zal worden, als met de grijze Paasi- Kivi de laatste der beroemde presi denten heengegaan zal zijn. H.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 11