Hollandse ontwerpen staken ditmaal ongunstig af bij Franse De mysterieuze verschijning in de St. Etienne-du-Mont te Parijs Mlle Carven: Metz en Co.: Overdaad en een zeer slechte afwerking Rokjes kunnen we niet missen Een kapstertje nam adel, geestelijkheid en de politie bij de neus Eenvoud en prachtige vloeiende lijnen Vergelijking tussen twee shows in Amsterdam Zeer belangrijk deel van onze garderobe Radioprogramma Luister eens naar: DINSDAG 22 SEPTEMBER 1953 YJ/IJ ZIJN in de gelegenheid geweest oin de collecties van een Franse en een Hollandse ontwerpster niet elkaar te vergelijken. In liet Victoria Ilotcl toonde Mlle Carven haar collectie en enige dagen later deed Metz cn Co ditzelfde in de zalen van het Carlton. In combinatie niet de nieuwe modellen van het huis Carven, vormden de bontmantels en stola's van de heren Van Daal en Meyer een attractief geheel. Deze heide bontcreateurs zetten hun successen hier en in Parijs onvermin derd voort. De nieuwe bewerking van hun Blue Back mantels (het be roemde zeehond), die de natuurlijke tekening niet meer volgt, is zeker minder opvallend dan vroeger. Juist dat minder opvallende zal voor vele vrouwen een reden zijn om zich zo'n mantel aan te schaffen, daar dit bont ijzersterk, soepel en heerlijk warm is. Allemaal eigenschappen, die maken, dat men zo'n kledingstuk, waaraan vaak maandenlang hand werk is verricht, jarenlang met plezier zal dragen. De grote verscheiden heid van prachtige mantels in Persianer, Nutria, Bever, Breitschwanz, JVerz enz., die door de mannequins met onnavolgbare gratie werden ge dragen, (geen sportieve schoenen bij deze geklede mantels!) deden menig hart sneller kloppen. Sportieve Blue Back mantels in korte en lange modellen deze laatsten hadden over de aangesloten taille leren ceintuurs wisselden elkaar af met elegante wijde mantels; vooral de lichtbruine naturel persianer-mantel met kraag en manchetten van Mink, had, evenals de ruime anthracietkleurige Breitschwanz-mantel met bijpassend hoedje, veel allure. \/EEL BONT wordt ook door Max Hey- y mans gebruikt voor zijn kleinc*recht op het hoofd staande hoedjes, die hier veel succes hadden. Heymans geeft aan zijn hoedjes juist dat tikje mondaine wat deze nodig hebben om iets van de Parijse sfeer met zich mede te dragen. Mlle Carven lanceerde haar herfstcoi- lectie onder het teken Naja, de slang uit het aardse Paradijs, symbool dus van de verleiding! Prachtige stoffen in wondermooie tinten en schakeringen stonden haar ten dienste. De stoffen- fabrikanten worden steeds vindingrij ker; zij brengen deze herfst: grof gewe ven tweeds, die er uitzien als een boom bast in een nevelige herfstochtend en vederlicht zijn op de hand; deze con curreren met mossige mantelstoffen, met satijn en fluweel dat bedrukt is als marmer of vlammend grenenhout. Car ven weet een uitstekend gebruik van deze stoffen te maken; ze lijken zo een voudig, haar ontwerpen als men ze voorbij ziet glijden. Maar juist die een voud is het kenmerk van het ware! De lijfjes, glad tot even onder de taille, de rok vaak op heuphoogte aan gezet. de ruimte van de rok wordt ver kregen door ingenieus ingezette klok- plooien. Over een strakke wollen jurk een losse overrok, die op deze manier de vloeiende lijn geeft, kenmerkend voor deze collectie, De garnering be staat uit fijne stiksels, een enkele dra perie, en voor de cocktail, en avond japonnen, de rijke borduursels van kra len en gitten, waar de Franse midinette zo sterk in is. De avondjurken hebben een grondige verandering ondergaan: Weg is de strapless avondjurk en daarmee ook de bolero, want bij de laag uitgesneden halzen werd geen bedekking gedragen. Een enkele maal bij een ietwat te ro yaal uitgesneden décolleté droeg de mannequin een stola van bont of stof. Deze stola blijft altijd een flatteus kle- dingattribuut. Simpel en mooi waren de avondjurken van zijden yersey in lila, goudkleur of hardgroen. De lijfjes van deze robes bestonden uit honderden fijne plooitjes; op heuphoogte waren ruim vloeiend de wijde rokken aangezet. Het is heerlijk zo'n mooie goed verantwoor de collectie te zien en hierdoor nog maals tot de overtuiging te komen, dat juist deze simpele eenvoud de hoogste eisen aan de couturière stelt. Eén pan de mantels van Metz en Co. MIET HETZELFDE kan men zeggen van de collectie van Metz en Co. Hier was alles overdaad en hoezeer we ande re jaren de ontwerpen van deze shows gewaardeerd hebben en een oprecht bewonderaarster zijn geweest van hun collecties, ditmaal heeft de ontwerpster er wel heel vaak naast gegrepen. Er waren enkele gunstige' uitzonderingen, die aantoonden dat het wél mogelijk is zijn eigen stijl te handhaven ook zon der potsierlijk te zijn. We denken hier bij aan het mantelpak van bobbelig tweed in een warme sandelhout tint, aan een simpel zwart jurkje van grove tricot met pailletten-garnering en een tabakskleurig zijden gevalletje met aar dige ronde plisséekraag. Hiervan kon den we ook zeggen, dat de coupe goed was, want wat te denken van ongelijk hangende mantelzomen, krinkelende coupe-naden, ruggen die plooien verto nen waar het niet moet, enz. Het droe vige is, dat vele vrouwen afgaande op de roem die deze zaak heeft zich daar een kledingstuk aanschaffen dat naar verhouding veel te duur wordt be taald. Zij moeten immers wanneer zij hier een nieuw stuk aan haar gardero be toevoegen er zeker van kunnen zijn dat coupe en afwerking feilloos zijn. ROKJES kunnen we in 41 onze garderobe niet {nissen. Ze vormen een belangrijk onderdeel van allerlei gezellige combinaties. Hier ziet u een vlot en correct modelletje, oat zowel met een spor- truitje als met een geklede blouse te dra- Ren is al naar gelang ue stof die u ervoor ge bruikt. Het heeft links een diepe plooi, die met knopen sluit, en rechts een flinke zak. Hi.i een ruitje of streep je is het wel leuk voor ne zak de stof in een andere richting te laten lopen. Heeft u even tueel van de blouse, die u er bu wilt dragen, nog een lapje over, dan kunt u daarvan een be- legje voor de klep ma ken. Dat staat heel aardig. Alleen moet u er dan geen doekje in dragen, want dat zou teveel van het goede zijn. Het patroon van de voorbaan knipt u langs de ingetekende lijn voor de naad door. U stikt eerst de figuur naadjes (1% cm. stof- verbruik). In de rech- tervoorbaan paspoileert u de knoopsgaten. De zak, waarvan de aange knipte klep naar buiten gevouwen is, wordt op gestikt. Rechter- en lin- kervoorbaan verbindt u met elkaar, waarna u x op o vallend de plooi inlegt. Zijnaden sluiten en dc bovenrand op een tailleband zetten. Des gewenst kunt u dit mo del ook met een door lopende knoopsluiting maken. Het succes van de confectie in het be tere genre, waar deze zaak dan toch tegen concurreren moet, ligt juist daar in dat de fabrikanten hun modellen hebben ontdaan van overtollige garne ringen en draperiën. Alle aandacht wordt besteed aan snit en stof. Men heeft bereikt, dat op deze manier ook de vrouw, die zich vroeger bij de Haute Couture liet kleden, zich nu met een gerust hart aan de confectie durft toe te vertrouwen. Een reden te meer voor zaken als Metz en Co, om hun ontwerp ster op het hart te drukken wél een eigen stijl te handhaven, maar aan de ze stijl de hoogste eisen te stellen. Wanneer deze ontwerpen goed draag baar zijn en vooral ook perfect zitten, hebben zij het voordeel niet aan een bepaalde modegril onderhevig te zi.in en zij zijn de hoge prijs dan dubbel cn dwars waard! HENDRINE. „Blue-back"mantel in een modern redingote-model. Voor het boven gedeelte van de mantel zijn de zeehondenvellen zo verwerkt dat een egaal staal-grijze kleur ver kregen is. WOENSDAG 23 SËPTEMBElt HILVERSUM X, 402 m.: 7.00—2400 NCRV. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram, 7-45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 Gewijde muziek. 8.45 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.05 Zeewier", hoorspel. 12.00 Amus.muziek. 12.30 Land- en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Amus.muziek. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Prot. Interkerkelijk Thuis front. 13.20 Metropole-Orkest. 14.00 Gram 16.00 Voor de jeugd. 17.20 Orgelspel. 17.50 Militaire reportage. 18.00 Salonorkest. 18 30 Spectrum v. h. Christ. Organisatie- en Ver enigingsleven. 18-45 Gram. 19.00 Nieuws fn weerberichten. 19.10 Boekbespreking. 19.25 Gram. 19.30 Buitenlands overzicht. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Omroep orkest. 21.15 „Om de Christ. school", cau serie. 21.35 Hammondorgel. 21.50 Gram. 22 00 Reportage, 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.-berichten. 23.15— 24.00 Gram.muziek HILVERSUM II, 298 m.: 7 00 VARA. 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 19.30 VPRO. 20.00—24 00 VARA. 7.00 Nieuws. 7-13 Gram. 7.30 Idem. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram, 8.50 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym. voor de huisvrouw. 9.10 Gram. (9.35—9.40 Wa terstanden.) 10.00 Schoolradio. 10.20 Voor de vrouw. 11.00 R VU.: „Dtckens als waar nemer van de mens en zijn gedrag", door Mevr. Dra. M. M. Boldingh: Eerste lezing: „De onzakelijke reiziger". 11.30 Gram. 12.00 Orgel en zang. 12-30 Land- en Tuin bouwmededelingen. 12.33 Voor het platte land. 12.38 Gevar. muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Tentoonstellingsagenda. 13.18 Pro menade-Orkest. 14.00 „De weg omhoog", causerie. 14.15 Gram. 15,00 Voor de kin deren. 16.00 Hoorn en hoge tuba. 16.10 Voor de jeugd. 16.45 Voor de zieken. 17.15 DE RECHTBANK veroordeelde heden een gespeelde reportage over reclassering en celbezoek, die een uitstekende indruk kan geven van hetgeen er op dit gebied te kop is. MIDDAGCONCERT. Het begint met twee gedeelten uit het drie delige ballet Het Zwanenmeer; Tsjaikofsky schreef de muziek, die zeer suggestief is geworden. Daar na volgt een korte opera van Gian Carlo Menotti, de bekende hedendaagse Amerikaans-Italiaan se operacomponist: Ahmal and the Night Visitors, een minder bekend werk dan zijn ook hier te lande nog al eens opgevoerde The Telephone (Woensdag 14.00 ovar Hilversum I, 402 m.) Dansmuziek. 17.50 Regeringsuitzending: Jeugduitzending: „Ontdekkingsreizen in Suriname" door Dr. J. 1. S. Zonneveld. 18.00 Nieuws en commentaar. 18.20 Mil. reportage. 18.30 R.V.U.: „Waarheid cn verdichtsels over de sterren", door Dr. H. Groot. Derde lezing: „Zijn er behalve de aarde nog andere hemellichamen be woond?". 19.00 Gram. 19.15 „Natuurlijk de Partij van de Arbeid", klankbeeld. 19.30 Voor de jeugd. 20.00 Nieuws. 20.05 „De sterken voor de zwakken", causerie. 20.1.5 Accordeonmuziek. 20.50 „De rechtbank veroordeelde heden....", hoorspel. 21.40 „En wat nu?", toespraak. 21.45 Sopraan en piano. 22 05 „De bijen en hun taal", causerie. 22.20 Gevar. muziek. 22.50 Sport. 23.00 Nieuws. 23.15 Socialistisch nieuws In Esperanto. 23 20 Orgelspel. 23.40—24.00 Gram.muziek. GINDS von 1742 vertoefde er in de beroemde abdij van Sainte Geneviève te Parijs, waar Mgr. Bouëttin abt was en waartoe de St. Etienne du Mont behoorde, een illuster personage en wel niemand minder dan de hertog van Orléans, enige zoon van de Regent, die tijdens de min derjarigheid van Lodewijk XV had geregeerd. Deze hertog had zich uit de wereld teruggetrok ken teneinde in de rustige kloostersfeer zich vol ledig aan zijn geliefkoosde studie der natuurlijke historie en die der Oosterse talen te kunnen wij den. Zachtmoedig en menslievend van aard, stond hij bekend als edelmoedig en vrijgevig: vele behoeftigen klopten dan ook niet tevergeefs bij hem aan om hulp. Op Zondag 28 December 1749 hadden vele ge lovigen zich in de kerk Saint Etienne-du-Mont verzameld voor de Mis. Toen de dienst al een poosje op gang was, ging de buitendeur open en trad er een jong meisje binnen, ongeveer 18 jaar oud. niet bijzonder mooi. niet bijzonder lelijk, simpel gekleed in het grijs met witte schoentjes, waarop, ondanks het mistige en vochtige weer, geen modderspatje zat. Zij liep door de kerk, vrijmoedig en verbaasd naar alle kanten kijkend, alsof zij nog nooit zoiets had gezien, hetgeen niet naliet de aandacht der gelovigen te trekken. Haar blik viel op twee vrouwen, die in vrome aandacht neergeknield lagen. Naast hen plaats nemend knielde zij niet neer en maakte evenmin een kruisteken. Zij keek verbaasd rond en vroeg, juist op het ogenblik der Communie, aan haar buurtjes op luide toon: „Wat is dit toch voor een groot huis en wat doen al die mensen hier en wat doet die rode man daar?" Dodelijk ontsteld kijken de twee vrouwen, naai sters van beroep, eikaar aan. Zij menen met een heidin te doen te hebben. Haar toefluisteren de zachter te praten antwoorden zij, dat het huis een kerk is en de rode man een priester, die de Mis opdraagt. Maar het meisje is daarmede niet tevreden gesteld. „Wat is een kerk en wat is de Mis?", vraagt zij naïef-verbaasd. Vol mededogen voor zoveel onkunde en met de hoop op een mogelijke bekering, antwoorden de vrouwen, dat de kerk een heilige plaats is, waar men God aanbidt. „Wat is dat: God?", vraagt meteen het meisje. Het gesprek stoort de dienst. De gelovigen kij ken geërgerd, maar ook wat nieuwsgierig om naar de drie pratende vrouwen, de koster komt al toelopen om er een einde aan te maken. Eerst fluistert men tegen elkaar, dan wordt het ge fluister luider, men praat door elkaar en de aan dacht is volkomen van het altaar afgeleid. De beide naaistertjes, wier leven zonder veel varia ties verloopt, zien zich plotseling met een zekere belangrijkheid omhuld en trillen van opwinding over dit onverwachte avontuur. Zij slagen erin de koster te vertellen, wat er aan de hand is. Teneinde de dienst niet nóg langer op te houden, voert men het meisje, dat op de voet gevolgd wordt door de beide naaisters, naar de sacristie en geeft haar daar een stoel. Om haar heen staan geestelijken, koorknapen en gelovigen druk te praten in afwachting van de komst van mgr. Bouëttin, die het meisje direct zal ondervragen. Bij zijn binnenkomst wordt hij, tot ontzetting der aanwezigen, door het vreemde meisje lachend I begroet met de woorden: „Neen maar, kijk daar eens. Waarom stopt hij niet als mijn papa, zijn hemd in zijn broek?" De reactie op deze onverwachte, oneerbiedige woorden is verschillend. Verbluft staart de brave abt het meisje aan, een deel der aanwezigen wendt ontsteld het hoofd af. anderen schieten in de lach om het komische der situatie. Dan tracht de geestelijke zijn prestige te herstellen, door het meisje te ondervragen. Aangezien haar witte schoenen zonder één modderspatje zijn moet men veronderstellen, dat zij in de buurt woont en weinig heeft gelopen. Het meisje verklaart even wel de weg naar huis niet te kunnen terugvin den, noch te weten waar zij woont. Zij weet al leen, dat het een groot gebouw is met twee cours en een grote tuin. Zij had het huis echter sinds haar vierde jaar niet meer verlaten.... „Waarom ben je weggegaan en hoe is je dat gelukt?", vraagt men haar. „Omdat ik deftige mooie dames wilde zien. Toen toevallig gisteravond de deur voor het eerst open was, ben ik het huis uit gevlucht en alsmaar rechtuit gelopen. Ik raakte helaas verdwaald. Ik heb de hele nacht en morgen rondgelopen. Ik was zo moe.... Toen zag ik hier zoveel mensen binnengain en hoopte hier redding te vinden". Niemand vraagt zich af. hoe het komt, dat het meisje nog zo smetteloze schoentjes heeft na zo'n lange zwerftocht in de nacht. Men is zo onder de indruk van het lot van dit naïeve schepseltje, dat men zielsmedelijden met haar heeft en vol ver tedering haar verhalen aanhoort. Het verhaal komt evenwel mgr. Bouëttin wel zo belangwekkend voor, dat hij meent er de poli tiecommissaris bij te moeten halen. Onverwijld verschijnt deze met zijn klerk. Het meisje ver klaart nu, dat zij in huis was bij een man, die zij „vader" moest noemen. Bij haar woonden bovendien haar zuster en een dienstbode. Haar vader behandelde haar slecht: zij mocht nooit haar kamer verlaten, van waaruit zij slechts de toppen der bomen in de tuin kon zien. Zij had nooit met mensen gesproken. Er was maar één bed in huis, waar haar vader in sliep met haar zuster en haar vader had haar beloofd, dat zij in zijn bed mocht slapen als hij haar zuster ge dood zou hebben. Verder verklaart zij te kun nen lezen en schrijven. Zij bracht haar tijd door met zingen en romans lezen. Ondervraagd over haar godsdienst antwoordt zij, dat zij de Oos terse godsdienst der zonaanbidding belijdt. Haar vader pleegt alle nachten uit te gaan, om pas 's morgens terug te keren, nu eens in het zwart gekleed met een zwarte pruik op, dan weer in gekleurde kleren met een blonde pruik. W7AT nu met dit mysterieuze kind te doen? Men overlegt en komt tot het besluit haar onder te brengen bij de nonnen-orde „Dochters der H. Genoveva". die een school voor meisjes houden. De geheimzinnige verschijning in de Saint Etienne-du-Mont is al gauw het onderwerp van gesprek in Parijs. Men spreekt alleen nog maar over dit meisje, dat in deze kerk als het ware uit de lucht is komen vallen. Inmiddels doen de wildste verhalen de ronde. Het meest is men ge neigd te geloven, dat de vader van het kind een dief is, die 's nachts op roof uittrekt. Slechts een klein gedeelte van het belangstellende publiek vertrouwt het zaakje niet erg. Zelfs de politie- BU een bezoek aan Parijs zal de toe rist zeker niet nalaten eens enkele kerken binnen te lopen, die door hun kunstschatten in meerdere of mindere mate bekendheid hebben gekregen. Zo vindt men aan de zuidelijke oever van de Seine, vlak bij het beroemde Pantheon, de kerk St Etienne-du- Mont, veel bezocht om haar mooie ga lerij. Hoe deze kerk in het midden der 18e eeuw plotseling in het midden der belangstelling kwam te staan, vertelt nevenstaand verhaal. autoriteiten nemen de verklaringen van het meis je serieus op. Zij stellen zelf voor het meisje in verschillende wijken van Parijs rond te leiden, teneinde te zien, of zij ergens haar huis herkent, waar die dief woont, die zij vader moet noemen. Inmiddels is het met de rust in het klooster der dochters der H. Genoveva gedaan. Alle soor ten lieden komen op bezoek bij het „wonder baarlijke" meisje: zelfs de hoogste adellijke dames, zoals de kleindochters van Lodewijk XIV laten hun koets er heen rijden om haar te zien. Men ondervraagt haar over de meest eigenaar dige onderwerpen en de antwoorden, die zij geeft, vormen een onuitputtelijke bron van con versatie in de salons. Het valt niet te ontkennen, dat het meisje een bijna onuitputtelijke fantasie aan de dag legt, waar niemand iets van schijnt te merken. Het klinkt ongelooflijk, dat men een dergelijk aantal onwaarschijnlijkheden en tegen strijdigheden voor zoete koek opnam. Het kwam niet bij de mensen op haar te vragen hoe zij, terwijl zij toch zoveel romans las, niet wist wat een kerk was. Als zij evenwel op een dag dreigt vast te lopen, gaat zij haar verhalen een boven natuurlijk tintje geven, wat in die dagen, waar in het geloof in bovennatuurlijke verschijnselen in de mode is, geweldig inslaat. Zij vertelt een grote witte dame gezien te hebben, die haar had aangeraden het huis te verlaten. Gelukkig voor het meisje laten de mensen het niet bij onder vragen alleen: men laat, na het bezoek, een geld stuk achter en al deze giften bij elkaar vormen een aardig bedrag. Als deze vertoning acht dagen heeft geduurd, verklaart het meisje plotseling te veel vermoeid te zijn door al dat bezoek. Zij wil maar liever naar „vader" terug, dan steeds weer in het klooster aan ondervraging bloot te staan. Vermoeidheid is echter niet de voornaamste re den, dat zij zich tijdelijk wil onttrekken aan de belangstelling, hoe voordelig deze ook voor haar is. Er is een jonge man bij haar gekomen, die heeft verklaard, dat zij kapster is in de buurt van het Palais de Justice. Het meisje is intussen zo de lieveling der zus ters geworden, dat zij overal mag rondlopen en met iedereen praten. Zo sluit zij op zekere dag vriendschap met een waterdrager. Maar dan be gaat zij een onvoorzichtigheid. Zij vraagt de jon gen voor haar een brief weg te brengen naar een arme goudsmid, Le Mire genaamd, die in de buurt van het Palais de Justice woont. De water drager vertrouwt de zaak niet en brengt de brief naar de zusters. Uit de inhoud ervan blijkt, dat deze Le Mire de vader van het meisje is. Zij ver telt hem de hele gang van zaken, verzekert hem, dat de zaken fantastisch goed gaan, noemt hem de bedragen aan geld, die zij al binnen heeft en belooft tenslotte spoedig naar huis te zullen terugkeren met al haar verworven rijkdom. Men kan zich indenken, dat de zusters nu alles behalve vertederd zijn over het gedrag van hun pleegkind. Men haast zich de politie te waar schuwen en voorzorgen te nemen, dat zij niet kan ontsnappen. Streng ondervraagt de politie het meisje, dat, nu zij inziet door de mand ge vallen te zijn, een volledige bekentenis aflegt. Wel vindt men het voor het meisje pleiten, dat zij haar ouders in haar rijkdom wil laten mee delen. Deze blijken in zeer behoeftige omstan digheden te leven: de meeste tijd is er de hond in de pot, terwijl er nauwelijks geld is voor de huur. Toen haar bekend was geworden, dat de hertog van Orléans, iij dit klooster vertoevend, een grote weldadigheid uitoefende, had zij juist de Saint Etienne-du-Mont uitgekozen voor haar plan, hopende zo de aandacht van de hertog op zich te vestigen. Men vraagt zich af, hoe dit kind hiertoe was gekomen en wat haar karakter was. Zeker bezat zij grote liefde voor haar ouders, een flinke dosis humor en lust om met de medemens te spotten. Zou men tegenwoordig de beeldromans en de film de schuld geven van haar fantasierijk plan m die dagen was het misschien de literatuur, die de geest der mensen dusdanig beïnvloedde, dat zij geneigd waren tot sentimentaliteit. JN de dagen van Lodewijk XV nam de overheid een dergelijk geval allesbehalve als komisch op. Vader en moeder Le Mire werden beschul digd van medeplichtigheid, achter slot en gren del gezet Zij werden echter al na enkele dagen in vrijheid gesteld, aangezien men de indruk kreeg, dat zij. alle dreigementen der overheid ten spijt, mets van de capriolen van hun dochter wisten. Het lot van het meisje. Marie-Anne ge naamd, was minder benijdenswaardig Zij werd gebracht naar de gevangenis van Saint Martin waar meisjes belandden, wier zedelijk gedrag moest worden verbeterd. De oolitie-autorïteiten voelden zich met erg behagelijk zich zo voor de bben lalen houden door een kind van jaar. Zij hadden zich in hun eigen ogen on sterfelijk belachelijk gemaakt: per slot van reke ning was het hun vak om door bedriegerij heen te zien. Men besloot het meisje geducht te straf fen door haar met een gloeiend ijzer op de schou der te brandmerken en dan op te sluiten in het krankzinnigengesticht van de Salpetrière Gelukkig werd Mademoiselle Le Mire niet ver geten door de adellijke dames en heren, die haar vaak in het klooster bezocht hadden. Deze waren zo verstandig te lachen over hun nederlaag en Mademoiselle Le Mire te vergeven. Zij onderna men stappen bij de overheid, die tengevolge had den, dat de zondares naar het klooster der Filles doen d Angers werd Rezonden om boete te En het kan haast wei niet anders, óf de edel- ertog van Orléans op wiens goede hart Mademoiselle Le Mire had gespeculeerd, moet dfr, a ®eval llebbon fiehoord en ervoor hebben gezorgd, dat haar straf werd verlicht. En ver moedelijk zal het kleine kapstertje met de grote fantasie zelf wel gemaakt hebben, dat haar vroe gere weldoensters haar, na haar in *vrijheidstel ling, niet vergaten. J lelusteJ- FIORANCA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 5