Hollandse ontwerpen staken ditmaal
ongunstig af bij Franse
De mysterieuze verschijning in de
St. Etienne-du-Mont te Parijs
Mlle Carven:
Metz en Co.:
Overdaad en een zeer
slechte afwerking
Rokjes kunnen we niet missen
Een kapstertje nam
adel, geestelijkheid
en de politie bij
de neus
Eenvoud en prachtige
vloeiende lijnen
Vergelijking tussen twee shows in Amsterdam
Zeer belangrijk
deel van onze
garderobe
Radioprogramma
Luister eens naar:
DINSDAG 22 SEPTEMBER 1953
YJ/IJ ZIJN in de gelegenheid geweest oin de collecties van een Franse
en een Hollandse ontwerpster niet elkaar te vergelijken. In liet Victoria
Ilotcl toonde Mlle Carven haar collectie en enige dagen later deed Metz
cn Co ditzelfde in de zalen van het Carlton. In combinatie niet de
nieuwe modellen van het huis Carven, vormden de bontmantels en
stola's van de heren Van Daal en Meyer een attractief geheel. Deze
heide bontcreateurs zetten hun successen hier en in Parijs onvermin
derd voort. De nieuwe bewerking van hun Blue Back mantels (het be
roemde zeehond), die de natuurlijke tekening niet meer volgt, is zeker
minder opvallend dan vroeger. Juist dat minder opvallende zal voor
vele vrouwen een reden zijn om zich zo'n mantel aan te schaffen, daar
dit bont ijzersterk, soepel en heerlijk warm is. Allemaal eigenschappen,
die maken, dat men zo'n kledingstuk, waaraan vaak maandenlang hand
werk is verricht, jarenlang met plezier zal dragen. De grote verscheiden
heid van prachtige mantels in Persianer, Nutria, Bever, Breitschwanz,
JVerz enz., die door de mannequins met onnavolgbare gratie werden ge
dragen, (geen sportieve schoenen bij deze geklede mantels!) deden
menig hart sneller kloppen. Sportieve Blue Back mantels in korte en
lange modellen deze laatsten hadden over de aangesloten taille leren
ceintuurs wisselden elkaar af met elegante wijde mantels; vooral de
lichtbruine naturel persianer-mantel met kraag en manchetten van
Mink, had, evenals de ruime anthracietkleurige Breitschwanz-mantel
met bijpassend hoedje, veel allure.
\/EEL BONT wordt ook door Max Hey-
y mans gebruikt voor zijn kleinc*recht
op het hoofd staande hoedjes, die hier
veel succes hadden. Heymans geeft aan
zijn hoedjes juist dat tikje mondaine
wat deze nodig hebben om iets van de
Parijse sfeer met zich mede te dragen.
Mlle Carven lanceerde haar herfstcoi-
lectie onder het teken Naja, de slang
uit het aardse Paradijs, symbool dus
van de verleiding! Prachtige stoffen in
wondermooie tinten en schakeringen
stonden haar ten dienste. De stoffen-
fabrikanten worden steeds vindingrij
ker; zij brengen deze herfst: grof gewe
ven tweeds, die er uitzien als een boom
bast in een nevelige herfstochtend en
vederlicht zijn op de hand; deze con
curreren met mossige mantelstoffen,
met satijn en fluweel dat bedrukt is als
marmer of vlammend grenenhout. Car
ven weet een uitstekend gebruik van
deze stoffen te maken; ze lijken zo een
voudig, haar ontwerpen als men ze
voorbij ziet glijden. Maar juist die een
voud is het kenmerk van het ware!
De lijfjes, glad tot even onder de
taille, de rok vaak op heuphoogte aan
gezet. de ruimte van de rok wordt ver
kregen door ingenieus ingezette klok-
plooien. Over een strakke wollen jurk
een losse overrok, die op deze manier
de vloeiende lijn geeft, kenmerkend
voor deze collectie, De garnering be
staat uit fijne stiksels, een enkele dra
perie, en voor de cocktail, en avond
japonnen, de rijke borduursels van kra
len en gitten, waar de Franse midinette
zo sterk in is.
De avondjurken hebben een grondige
verandering ondergaan: Weg is de
strapless avondjurk en daarmee ook de
bolero, want bij de laag uitgesneden
halzen werd geen bedekking gedragen.
Een enkele maal bij een ietwat te ro
yaal uitgesneden décolleté droeg de
mannequin een stola van bont of stof.
Deze stola blijft altijd een flatteus kle-
dingattribuut. Simpel en mooi waren de
avondjurken van zijden yersey in lila,
goudkleur of hardgroen. De lijfjes van
deze robes bestonden uit honderden fijne
plooitjes; op heuphoogte waren ruim
vloeiend de wijde rokken aangezet. Het
is heerlijk zo'n mooie goed verantwoor
de collectie te zien en hierdoor nog
maals tot de overtuiging te komen, dat
juist deze simpele eenvoud de hoogste
eisen aan de couturière stelt.
Eén pan de mantels van Metz en Co.
MIET HETZELFDE kan men zeggen van
de collectie van Metz en Co. Hier
was alles overdaad en hoezeer we ande
re jaren de ontwerpen van deze shows
gewaardeerd hebben en een oprecht
bewonderaarster zijn geweest van hun
collecties, ditmaal heeft de ontwerpster
er wel heel vaak naast gegrepen. Er
waren enkele gunstige' uitzonderingen,
die aantoonden dat het wél mogelijk is
zijn eigen stijl te handhaven ook zon
der potsierlijk te zijn. We denken hier
bij aan het mantelpak van bobbelig
tweed in een warme sandelhout tint,
aan een simpel zwart jurkje van grove
tricot met pailletten-garnering en een
tabakskleurig zijden gevalletje met aar
dige ronde plisséekraag. Hiervan kon
den we ook zeggen, dat de coupe goed
was, want wat te denken van ongelijk
hangende mantelzomen, krinkelende
coupe-naden, ruggen die plooien verto
nen waar het niet moet, enz. Het droe
vige is, dat vele vrouwen afgaande op
de roem die deze zaak heeft zich daar
een kledingstuk aanschaffen dat naar
verhouding veel te duur wordt be
taald. Zij moeten immers wanneer zij
hier een nieuw stuk aan haar gardero
be toevoegen er zeker van kunnen zijn
dat coupe en afwerking feilloos zijn.
ROKJES kunnen we in
41 onze garderobe niet
{nissen. Ze vormen een
belangrijk onderdeel
van allerlei gezellige
combinaties.
Hier ziet u een vlot
en correct modelletje,
oat zowel met een spor-
truitje als met een
geklede blouse te dra-
Ren is al naar gelang
ue stof die u ervoor ge
bruikt. Het heeft links
een diepe plooi, die met
knopen sluit, en
rechts een flinke zak.
Hi.i een ruitje of streep
je is het wel leuk voor
ne zak de stof in een
andere richting te laten
lopen. Heeft u even
tueel van de blouse, die
u er bu wilt dragen,
nog een lapje over, dan
kunt u daarvan een be-
legje voor de klep ma
ken. Dat staat heel
aardig. Alleen moet u
er dan geen doekje in
dragen, want dat zou
teveel van het goede
zijn.
Het patroon van de
voorbaan knipt u langs
de ingetekende lijn
voor de naad door. U
stikt eerst de figuur
naadjes (1% cm. stof-
verbruik). In de rech-
tervoorbaan paspoileert
u de knoopsgaten. De
zak, waarvan de aange
knipte klep naar buiten
gevouwen is, wordt op
gestikt. Rechter- en lin-
kervoorbaan verbindt u
met elkaar, waarna u
x op o vallend de plooi
inlegt. Zijnaden sluiten
en dc bovenrand op een
tailleband zetten. Des
gewenst kunt u dit mo
del ook met een door
lopende knoopsluiting
maken.
Het succes van de confectie in het be
tere genre, waar deze zaak dan toch
tegen concurreren moet, ligt juist daar
in dat de fabrikanten hun modellen
hebben ontdaan van overtollige garne
ringen en draperiën. Alle aandacht
wordt besteed aan snit en stof. Men
heeft bereikt, dat op deze manier ook
de vrouw, die zich vroeger bij de Haute
Couture liet kleden, zich nu met een
gerust hart aan de confectie durft toe
te vertrouwen. Een reden te meer voor
zaken als Metz en Co, om hun ontwerp
ster op het hart te drukken wél een
eigen stijl te handhaven, maar aan de
ze stijl de hoogste eisen te stellen.
Wanneer deze ontwerpen goed draag
baar zijn en vooral ook perfect zitten,
hebben zij het voordeel niet aan een
bepaalde modegril onderhevig te zi.in
en zij zijn de hoge prijs dan dubbel cn
dwars waard! HENDRINE.
„Blue-back"mantel in een modern
redingote-model. Voor het boven
gedeelte van de mantel zijn de
zeehondenvellen zo verwerkt dat
een egaal staal-grijze kleur ver
kregen is.
WOENSDAG 23 SËPTEMBElt
HILVERSUM X, 402 m.: 7.00—2400
NCRV. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram, 7-45 Een woord voor de
dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18
Gewijde muziek. 8.45 Gram. 9.00 Voor de
zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gram.
10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.05
Zeewier", hoorspel. 12.00 Amus.muziek.
12.30 Land- en Tuinbouwmededelingen.
12.33 Amus.muziek. 12.59 Klokgelui. 13.00
Nieuws. 13.15 Prot. Interkerkelijk Thuis
front. 13.20 Metropole-Orkest. 14.00 Gram
16.00 Voor de jeugd. 17.20 Orgelspel. 17.50
Militaire reportage. 18.00 Salonorkest. 18 30
Spectrum v. h. Christ. Organisatie- en Ver
enigingsleven. 18-45 Gram. 19.00 Nieuws fn
weerberichten. 19.10 Boekbespreking. 19.25
Gram. 19.30 Buitenlands overzicht. 19.50
Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Omroep
orkest. 21.15 „Om de Christ. school", cau
serie. 21.35 Hammondorgel. 21.50 Gram.
22 00 Reportage, 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nieuws en S.O.S.-berichten. 23.15—
24.00 Gram.muziek
HILVERSUM II, 298 m.: 7 00 VARA.
10.00 VPRO, 10.20 VARA, 19.30 VPRO.
20.00—24 00 VARA. 7.00 Nieuws. 7-13
Gram. 7.30 Idem. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram,
8.50 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym. voor
de huisvrouw. 9.10 Gram. (9.35—9.40 Wa
terstanden.) 10.00 Schoolradio. 10.20 Voor
de vrouw. 11.00 R VU.: „Dtckens als waar
nemer van de mens en zijn gedrag", door
Mevr. Dra. M. M. Boldingh: Eerste lezing:
„De onzakelijke reiziger". 11.30 Gram.
12.00 Orgel en zang. 12-30 Land- en Tuin
bouwmededelingen. 12.33 Voor het platte
land. 12.38 Gevar. muziek. 13.00 Nieuws.
13.15 Tentoonstellingsagenda. 13.18 Pro
menade-Orkest. 14.00 „De weg omhoog",
causerie. 14.15 Gram. 15,00 Voor de kin
deren. 16.00 Hoorn en hoge tuba. 16.10
Voor de jeugd. 16.45 Voor de zieken. 17.15
DE RECHTBANK veroordeelde
heden een gespeelde reportage
over reclassering en celbezoek, die
een uitstekende indruk kan geven
van hetgeen er op dit gebied te
kop is.
MIDDAGCONCERT. Het begint
met twee gedeelten uit het drie
delige ballet Het Zwanenmeer;
Tsjaikofsky schreef de muziek, die
zeer suggestief is geworden. Daar
na volgt een korte opera van
Gian Carlo Menotti, de bekende
hedendaagse Amerikaans-Italiaan
se operacomponist: Ahmal and the
Night Visitors, een minder bekend
werk dan zijn ook hier te lande
nog al eens opgevoerde The
Telephone (Woensdag 14.00 ovar
Hilversum I, 402 m.)
Dansmuziek. 17.50 Regeringsuitzending:
Jeugduitzending: „Ontdekkingsreizen in
Suriname" door Dr. J. 1. S. Zonneveld.
18.00 Nieuws en commentaar. 18.20 Mil.
reportage. 18.30 R.V.U.: „Waarheid cn
verdichtsels over de sterren", door Dr.
H. Groot. Derde lezing: „Zijn er behalve
de aarde nog andere hemellichamen be
woond?". 19.00 Gram. 19.15 „Natuurlijk
de Partij van de Arbeid", klankbeeld. 19.30
Voor de jeugd. 20.00 Nieuws. 20.05 „De
sterken voor de zwakken", causerie. 20.1.5
Accordeonmuziek. 20.50 „De rechtbank
veroordeelde heden....", hoorspel. 21.40
„En wat nu?", toespraak. 21.45 Sopraan
en piano. 22 05 „De bijen en hun taal",
causerie. 22.20 Gevar. muziek. 22.50 Sport.
23.00 Nieuws. 23.15 Socialistisch nieuws
In Esperanto. 23 20 Orgelspel. 23.40—24.00
Gram.muziek.
GINDS
von
1742 vertoefde er in de beroemde abdij
van Sainte Geneviève te Parijs, waar Mgr.
Bouëttin abt was en waartoe de St. Etienne du
Mont behoorde, een illuster personage en wel
niemand minder dan de hertog van Orléans,
enige zoon van de Regent, die tijdens de min
derjarigheid van Lodewijk XV had geregeerd.
Deze hertog had zich uit de wereld teruggetrok
ken teneinde in de rustige kloostersfeer zich vol
ledig aan zijn geliefkoosde studie der natuurlijke
historie en die der Oosterse talen te kunnen wij
den. Zachtmoedig en menslievend van aard,
stond hij bekend als edelmoedig en vrijgevig:
vele behoeftigen klopten dan ook niet tevergeefs
bij hem aan om hulp.
Op Zondag 28 December 1749 hadden vele ge
lovigen zich in de kerk Saint Etienne-du-Mont
verzameld voor de Mis. Toen de dienst al een
poosje op gang was, ging de buitendeur open en
trad er een jong meisje binnen, ongeveer 18 jaar
oud. niet bijzonder mooi. niet bijzonder lelijk,
simpel gekleed in het grijs met witte schoentjes,
waarop, ondanks het mistige en vochtige weer,
geen modderspatje zat. Zij liep door de kerk,
vrijmoedig en verbaasd naar alle kanten kijkend,
alsof zij nog nooit zoiets had gezien, hetgeen
niet naliet de aandacht der gelovigen te trekken.
Haar blik viel op twee vrouwen, die in vrome
aandacht neergeknield lagen. Naast hen plaats
nemend knielde zij niet neer en maakte evenmin
een kruisteken. Zij keek verbaasd rond en vroeg,
juist op het ogenblik der Communie, aan haar
buurtjes op luide toon:
„Wat is dit toch voor een groot huis en wat
doen al die mensen hier en wat doet die rode
man daar?"
Dodelijk ontsteld kijken de twee vrouwen, naai
sters van beroep, eikaar aan. Zij menen met
een heidin te doen te hebben. Haar toefluisteren
de zachter te praten antwoorden zij, dat het huis
een kerk is en de rode man een priester, die de
Mis opdraagt. Maar het meisje is daarmede niet
tevreden gesteld.
„Wat is een kerk en wat is de Mis?", vraagt
zij naïef-verbaasd.
Vol mededogen voor zoveel onkunde en met
de hoop op een mogelijke bekering, antwoorden
de vrouwen, dat de kerk een heilige plaats is,
waar men God aanbidt.
„Wat is dat: God?", vraagt meteen het meisje.
Het gesprek stoort de dienst. De gelovigen kij
ken geërgerd, maar ook wat nieuwsgierig om
naar de drie pratende vrouwen, de koster komt
al toelopen om er een einde aan te maken. Eerst
fluistert men tegen elkaar, dan wordt het ge
fluister luider, men praat door elkaar en de aan
dacht is volkomen van het altaar afgeleid. De
beide naaistertjes, wier leven zonder veel varia
ties verloopt, zien zich plotseling met een zekere
belangrijkheid omhuld en trillen van opwinding
over dit onverwachte avontuur. Zij slagen erin
de koster te vertellen, wat er aan de hand is.
Teneinde de dienst niet nóg langer op te houden,
voert men het meisje, dat op de voet gevolgd
wordt door de beide naaisters, naar de sacristie
en geeft haar daar een stoel. Om haar heen staan
geestelijken, koorknapen en gelovigen druk te
praten in afwachting van de komst van mgr.
Bouëttin, die het meisje direct zal ondervragen.
Bij zijn binnenkomst wordt hij, tot ontzetting
der aanwezigen, door het vreemde meisje lachend
I begroet met de woorden:
„Neen maar, kijk daar eens. Waarom stopt hij
niet als mijn papa, zijn hemd in zijn broek?"
De reactie op deze onverwachte, oneerbiedige
woorden is verschillend. Verbluft staart de brave
abt het meisje aan, een deel der aanwezigen
wendt ontsteld het hoofd af. anderen schieten in
de lach om het komische der situatie. Dan tracht
de geestelijke zijn prestige te herstellen, door
het meisje te ondervragen. Aangezien haar witte
schoenen zonder één modderspatje zijn moet men
veronderstellen, dat zij in de buurt woont en
weinig heeft gelopen. Het meisje verklaart even
wel de weg naar huis niet te kunnen terugvin
den, noch te weten waar zij woont. Zij weet al
leen, dat het een groot gebouw is met twee cours
en een grote tuin. Zij had het huis echter sinds
haar vierde jaar niet meer verlaten....
„Waarom ben je weggegaan en hoe is je dat
gelukt?", vraagt men haar.
„Omdat ik deftige mooie dames wilde zien.
Toen toevallig gisteravond de deur voor het eerst
open was, ben ik het huis uit gevlucht en alsmaar
rechtuit gelopen. Ik raakte helaas verdwaald. Ik
heb de hele nacht en morgen rondgelopen. Ik
was zo moe.... Toen zag ik hier zoveel mensen
binnengain en hoopte hier redding te vinden".
Niemand vraagt zich af. hoe het komt, dat het
meisje nog zo smetteloze schoentjes heeft na zo'n
lange zwerftocht in de nacht. Men is zo onder de
indruk van het lot van dit naïeve schepseltje, dat
men zielsmedelijden met haar heeft en vol ver
tedering haar verhalen aanhoort.
Het verhaal komt evenwel mgr. Bouëttin wel
zo belangwekkend voor, dat hij meent er de poli
tiecommissaris bij te moeten halen. Onverwijld
verschijnt deze met zijn klerk. Het meisje ver
klaart nu, dat zij in huis was bij een man, die
zij „vader" moest noemen. Bij haar woonden
bovendien haar zuster en een dienstbode. Haar
vader behandelde haar slecht: zij mocht nooit
haar kamer verlaten, van waaruit zij slechts de
toppen der bomen in de tuin kon zien. Zij had
nooit met mensen gesproken. Er was maar één
bed in huis, waar haar vader in sliep met haar
zuster en haar vader had haar beloofd, dat zij
in zijn bed mocht slapen als hij haar zuster ge
dood zou hebben. Verder verklaart zij te kun
nen lezen en schrijven. Zij bracht haar tijd door
met zingen en romans lezen. Ondervraagd over
haar godsdienst antwoordt zij, dat zij de Oos
terse godsdienst der zonaanbidding belijdt. Haar
vader pleegt alle nachten uit te gaan, om pas
's morgens terug te keren, nu eens in het zwart
gekleed met een zwarte pruik op, dan weer in
gekleurde kleren met een blonde pruik.
W7AT nu met dit mysterieuze kind te doen? Men
overlegt en komt tot het besluit haar onder
te brengen bij de nonnen-orde „Dochters der H.
Genoveva". die een school voor meisjes houden.
De geheimzinnige verschijning in de Saint
Etienne-du-Mont is al gauw het onderwerp van
gesprek in Parijs. Men spreekt alleen nog maar
over dit meisje, dat in deze kerk als het ware
uit de lucht is komen vallen. Inmiddels doen de
wildste verhalen de ronde. Het meest is men ge
neigd te geloven, dat de vader van het kind een
dief is, die 's nachts op roof uittrekt. Slechts een
klein gedeelte van het belangstellende publiek
vertrouwt het zaakje niet erg. Zelfs de politie-
BU een bezoek aan Parijs zal de toe
rist zeker niet nalaten eens enkele
kerken binnen te lopen, die door hun
kunstschatten in meerdere of mindere
mate bekendheid hebben gekregen.
Zo vindt men aan de zuidelijke oever
van de Seine, vlak bij het beroemde
Pantheon, de kerk St Etienne-du-
Mont, veel bezocht om haar mooie ga
lerij. Hoe deze kerk in het midden
der 18e eeuw plotseling in het midden
der belangstelling kwam te staan,
vertelt nevenstaand verhaal.
autoriteiten nemen de verklaringen van het meis
je serieus op. Zij stellen zelf voor het meisje in
verschillende wijken van Parijs rond te leiden,
teneinde te zien, of zij ergens haar huis herkent,
waar die dief woont, die zij vader moet noemen.
Inmiddels is het met de rust in het klooster
der dochters der H. Genoveva gedaan. Alle soor
ten lieden komen op bezoek bij het „wonder
baarlijke" meisje: zelfs de hoogste adellijke
dames, zoals de kleindochters van Lodewijk XIV
laten hun koets er heen rijden om haar te zien.
Men ondervraagt haar over de meest eigenaar
dige onderwerpen en de antwoorden, die zij
geeft, vormen een onuitputtelijke bron van con
versatie in de salons. Het valt niet te ontkennen,
dat het meisje een bijna onuitputtelijke fantasie
aan de dag legt, waar niemand iets van schijnt
te merken. Het klinkt ongelooflijk, dat men een
dergelijk aantal onwaarschijnlijkheden en tegen
strijdigheden voor zoete koek opnam. Het kwam
niet bij de mensen op haar te vragen hoe zij,
terwijl zij toch zoveel romans las, niet wist wat
een kerk was. Als zij evenwel op een dag dreigt
vast te lopen, gaat zij haar verhalen een boven
natuurlijk tintje geven, wat in die dagen, waar
in het geloof in bovennatuurlijke verschijnselen
in de mode is, geweldig inslaat. Zij vertelt een
grote witte dame gezien te hebben, die haar had
aangeraden het huis te verlaten. Gelukkig voor
het meisje laten de mensen het niet bij onder
vragen alleen: men laat, na het bezoek, een geld
stuk achter en al deze giften bij elkaar vormen
een aardig bedrag. Als deze vertoning acht dagen
heeft geduurd, verklaart het meisje plotseling te
veel vermoeid te zijn door al dat bezoek. Zij wil
maar liever naar „vader" terug, dan steeds weer
in het klooster aan ondervraging bloot te staan.
Vermoeidheid is echter niet de voornaamste re
den, dat zij zich tijdelijk wil onttrekken aan de
belangstelling, hoe voordelig deze ook voor haar
is. Er is een jonge man bij haar gekomen, die
heeft verklaard, dat zij kapster is in de buurt
van het Palais de Justice.
Het meisje is intussen zo de lieveling der zus
ters geworden, dat zij overal mag rondlopen en
met iedereen praten. Zo sluit zij op zekere dag
vriendschap met een waterdrager. Maar dan be
gaat zij een onvoorzichtigheid. Zij vraagt de jon
gen voor haar een brief weg te brengen naar
een arme goudsmid, Le Mire genaamd, die in de
buurt van het Palais de Justice woont. De water
drager vertrouwt de zaak niet en brengt de brief
naar de zusters. Uit de inhoud ervan blijkt, dat
deze Le Mire de vader van het meisje is. Zij ver
telt hem de hele gang van zaken, verzekert hem,
dat de zaken fantastisch goed gaan, noemt hem
de bedragen aan geld, die zij al binnen heeft en
belooft tenslotte spoedig naar huis te zullen
terugkeren met al haar verworven rijkdom.
Men kan zich indenken, dat de zusters nu alles
behalve vertederd zijn over het gedrag van hun
pleegkind. Men haast zich de politie te waar
schuwen en voorzorgen te nemen, dat zij niet
kan ontsnappen. Streng ondervraagt de politie
het meisje, dat, nu zij inziet door de mand ge
vallen te zijn, een volledige bekentenis aflegt.
Wel vindt men het voor het meisje pleiten, dat
zij haar ouders in haar rijkdom wil laten mee
delen. Deze blijken in zeer behoeftige omstan
digheden te leven: de meeste tijd is er de hond
in de pot, terwijl er nauwelijks geld is voor de
huur. Toen haar bekend was geworden, dat de
hertog van Orléans, iij dit klooster vertoevend,
een grote weldadigheid uitoefende, had zij juist
de Saint Etienne-du-Mont uitgekozen voor haar
plan, hopende zo de aandacht van de hertog op
zich te vestigen.
Men vraagt zich af, hoe dit kind hiertoe was
gekomen en wat haar karakter was. Zeker bezat
zij grote liefde voor haar ouders, een flinke dosis
humor en lust om met de medemens te spotten.
Zou men tegenwoordig de beeldromans en de
film de schuld geven van haar fantasierijk plan
m die dagen was het misschien de literatuur, die
de geest der mensen dusdanig beïnvloedde, dat
zij geneigd waren tot sentimentaliteit.
JN de dagen van Lodewijk XV nam de overheid
een dergelijk geval allesbehalve als komisch
op. Vader en moeder Le Mire werden beschul
digd van medeplichtigheid, achter slot en gren
del gezet Zij werden echter al na enkele dagen
in vrijheid gesteld, aangezien men de indruk
kreeg, dat zij. alle dreigementen der overheid
ten spijt, mets van de capriolen van hun dochter
wisten. Het lot van het meisje. Marie-Anne ge
naamd, was minder benijdenswaardig Zij werd
gebracht naar de gevangenis van Saint Martin
waar meisjes belandden, wier zedelijk gedrag
moest worden verbeterd. De oolitie-autorïteiten
voelden zich met erg behagelijk zich zo voor de
bben lalen houden door een kind van
jaar. Zij hadden zich in hun eigen ogen on
sterfelijk belachelijk gemaakt: per slot van reke
ning was het hun vak om door bedriegerij heen
te zien. Men besloot het meisje geducht te straf
fen door haar met een gloeiend ijzer op de schou
der te brandmerken en dan op te sluiten in het
krankzinnigengesticht van de Salpetrière
Gelukkig werd Mademoiselle Le Mire niet ver
geten door de adellijke dames en heren, die haar
vaak in het klooster bezocht hadden. Deze waren
zo verstandig te lachen over hun nederlaag en
Mademoiselle Le Mire te vergeven. Zij onderna
men stappen bij de overheid, die tengevolge had
den, dat de zondares naar het klooster der Filles
doen d Angers werd Rezonden om boete te
En het kan haast wei niet anders, óf de edel-
ertog van Orléans op wiens goede hart
Mademoiselle Le Mire had gespeculeerd, moet
dfr, a ®eval llebbon fiehoord en ervoor hebben
gezorgd, dat haar straf werd verlicht. En ver
moedelijk zal het kleine kapstertje met de grote
fantasie zelf wel gemaakt hebben, dat haar vroe
gere weldoensters haar, na haar in *vrijheidstel
ling, niet vergaten. J lelusteJ-
FIORANCA