IN DE GROENE SPELONKEN VAN DE IJSKAP
LOERT EEN VERSCHRIKKELIJKE DOOD
FiRMAMINT
LAXEERAKKERTJES
nu
Italianen met „Butterfly"
tournee door ons land
DE WONDERE WAERELT
Weaselmet twee leden van Franse expedWe
verdween in een gapende diepte
G
d, r*
NERVA NOVA
z°
F.
Hoedt U 3
Prins Bernhard weer
op Soestdijk
Onder Groenlanders en Eskimo's (38)
Lugubere xylofoonmuziek
in een land waar men
gek kan worden
voor
VERKOUDHEID
HOEST
KEELPIJN
GRIEP
neem tlireet
door
Anth. van Kampen
A'*
jj-t,
4 crjLt U£ Wf.
Weerzien met Leo Piccioli
op
BRENGT UW ZENUWEN TOT RUST
Vanavond première
in Amsterdam
Roermonds caféhouder
neergeschoten
Ook Uw ingewanden
moeten op tijd ^gewassen 'worden.
Neem eens per week één of twee
DONDERDAG 8 OCTOBÈR 1053
•m
STONDEN WIJ daar, de dokter, die radio
man van Jakobshavn, Van der Zee en ik, dood
stil op het broos-aandoende ijs, waarin teer
groene spleten en gaten zaten, terwijl de drie
Franse explorateurs naar ons toekwamen lopen.
En wij hoorden nu duidelijk dat er vlak bij ons
water stroomde. Ver wegDichtbijWc
hadden er geen idee van.
Maar Robert Chauchon had dat wèl. Hij nam
ons mee, vooruitlopend, en toen zagen wij de
IJskap in zijn meest levensgevaarlijke gedaante.
Op nog geen tien meter afstand stroomde een
rivier. Die rivier was onzichtbaar, tot op ander
halve meter. Hij was een meter breed en even
diep. Een zich snel en haast geluidloos voortspoe
dende stroom, in een smalle bedding tussen de
ijsduincn.
We volgden de stroom en dertig meter verder
zagen wij iets, dat ons sprakeloos maakte. De ri
vier verdween in de Ijskap. En waar hij ver
dween, daar was een grot, een spelonk in het ijs.
Aan de oppervlakte schat ik de diameter op een
goede zes meter. Het liep in de vorm van een
kolk toe en in die kolk raasde en kookte het
water van de rivier, dat er in gevangen werd.
Dat water was diep-groen. En dat groene water
in die hei-witte spelonk had iets oneindigs ge
vaarlijks en dreigends.
We wilden dichtbij die groene grot komen,
maar de Fransen hielden ons terug. Ze glimlach
ten en ik weet nu dat ze dit deden uit medelijden.
Uit medelijden voor deze bezoekers, die niet het
flauwste besef hadden van het werkelijk gevaar
dat verscholen ligt onder de IJskap.
De dokter nam een stuk ijs en wierp het naar
beneden. Het ketste twee, driemaal tegen een
wand en viel verder. Verder werd geen geluid
vernomen. Toen gooiden wij brokken ijs in dat
gapend groene hol. Geen geluid kwam terug, nog
niet de flauwste echo, nog niet het allergeringste
geluid. Vragend keken wij de Fransen aan.
Chauchon vertelde het: dit was een der grotten,
waarin het smeltwater werd opgevangen. Er wa
ren vele van die grotten op de IJskap en in de
zomermaanden vormden ze een verschrikkelijk ge
vaar voor hen, die onbekend waren in dit gebied.
Het was in zo'n spelonk, dat niet zo lang geleden
een der weasels terechtkwam. Hij verdween en
in de cabine, die gesloten was vanwege de felle
kou, zaten twee mannen. Het laatste wat van
weasel en die twee mannen werd gezien was dat
plotselinge, razendsnelle verdwijnen in de groene
diepte. Verder niets.
Ik vraag: „zijn er nog pogingen gedaan ze te
redden?"
Chauchon glimlacht een beetje triest. En hij
zegt: „in zo'n geval is er nooit meer iets te red
den. Deze putten in de IJskap zijn oneindig diep.
Soms zestig, soms honderd meter. Soms veel die
per nog. Er is geen macht ter wereld die een
mens in staat stelt er in af te dalen".
„Treedt in zo'n geval de dood spoedig in?"
vraag ik verder.
En het antwoord is: „o jana drie of vier
minuten is het gebeurd. Ze zaten allebei, van
wege de hitte in de cabine, in hun khaki over
hemd. Ze moeten direct bevroren zijn. De tempe
raturen daar beneden zijn zeer laag. Gelukkig
maar
volgende. Dagen, weken, maanden zou
het duren. Leven op een vlakte, die
volstrekt zonder enig leven is. Met
een heel enkele nunatak ver weg. En
met altijd de Poolwind of de suizende
stilte rondom je.
DENK dat dit een land is om
WE VERTOEVEN vrij lang bij dit
sinistêre spelonk. En ons wordt
gewezen hoe broos het ijs in de
directe omgeving ervan is. Dan pas
ga ik me goed realiseren hoe dwaas,
hoe kinderlijk ons aanvankelijke
plan was om alleen, zonder gidsen,
deze IJskap op te gaan. Werkelijk,
de voorzienigheid heeft ons behoed
voor een zo dwaas en onverant
woord voornemen.
Dan gaan we verder en kort daar-
ecu uer ïisauinen leis iiuucu
en loopt uit het spoor van de Fran
sen. Een paar seconden later zie
ik hem voor een groot deel verdwij-
rwwiy>'-i
m-
mm
'te keelimhmettende tabletten
(Advertentie, Ing. Med..
nen. Tot aan z'n borst zit hij in de
zachte sneeuw, met de camera hoog
boven z'n hoofd geheven. Het zijn
de Fransen, die hem eruit sjorren.
Daarna ziin wij trouw in het spoor
gebleven, dat Chauchon en z'n vrien
den voor ons baanden. We hadden
UCll VUl'l VUO
nu genoeg gezien en we wisten van
de gevaren dezer ijs-Sahara.
Er veranderde niets. IJsduinen,
opgewaaide sneeuwhopen, kleine
smalle, snel, gehaast wegschietende
beken en stromen. Ravijnen, wonder
lijk blauw en gröen gekleurd door
de inval van de zon.
Grisoni kende een aardig spel. In
sommige ravijnen wierp hij een
handvol droge ijssplinters. Een aller
wonderlijkste muziek werd dan hoor
baar. zachte, tinkelende, vibrerende
IIMWMIII
klanken. „Onze xylophoon" zei Gri
soni „de muziek van de IJskap".
Maar iets in deze muziek was altijd
luguber: je kon haar te lang horen.....
er kwam geen einde aan. Want al
deze ijs-canyons waren schijnbaar
bodemloos.
Hun diepte bleef ons onbekend.
Later hoorden we dat zich in de zo
mer onder de ijskap enorme meren
en poelen vormen, die het smeltwa
ter van de oppervlakte verzamelen.
Zij vormen het grootste gevaar voor
reizigers in die maanden. Omdat het
ijs erboven zacht en poreus is-. Zp
vormen de vallen voor hen, die zon
der ervaring dit land, dit ijsconti-
nent. wagen te betreden.
UllEN GINGEN voorbij. Van der
Zee filmde en fotografeerde, maar
ik denk dat hij de werkelijke IJs
kap wel nooit gefilmd of gefotogra
feerd zal hebben. Omdat er geen
enkel voorwerp was, waarop zich
enige afstand,enige dimensie kon
af tékenen. En ikdie alles op-
De expeditie: Fransen, de Deense
dokter, de radio-telegrafist, en
Van der Zee en Van Kampen.
nam en het poogde te onthouden om
het me later, als ik dit beschrijven
zou, te herinneren, ik wist toen al
dat ik nooit de woorden, nooit de
beelden zou kunnen vinden om pok
maar een vage indruk van de ruim
te, de wijdheid, de onmetelijkheid
van deze IJskap weer te geven. Om
dat ze met niets anders in de wereld
te vergelijken is. Omdat ze enig is
in deze wereld en volmaakt onver
gelijkbaar met welk ander ding ter
aarae.
Eenmaal struikelde ik. Ik gleed
weg en mijn voet deed pijn. De an
deren hieven wachten, verderop. Nie
mand had haast. Tussen mij en de
anderen was een afstand van mis
schien honderd meter. En ik weet
nog precies dat ik die afstand groot
vond. Onplezierig groot.
Ik zat daar en het was stil. Niemand
van de anderen hoorde ik. Ze zaten
bij elkaar en rookten. En toen onder
ging ik in die paar minuten, Sermer-
suaq, de grote Gletscher. Ineens zeg
ik, in mijn verbeelding, de weinige
mannen voorbijgaan, die het waagden
de IJskap te bereizen. Hoe eenzaam
moeten zij zijn geweest. Hoe verloren
moeten zij zich hebben gevoeld. Hoe
radeloos alleen. Ik neem aan dat dit
mannen waren van groot formaat en
ruig kaliber, maar het bleven mensen.
En hier waren zij, en over die kim
daar en verder nogverder dan de
verste kim op de Ijskap. Alleen met
hun honden, de wind en deze ijsduï-
nen. Volstrekt alleen.
Ik hoorde ook de winden toen,
die wind over het ijs en de sneeuw
rondom mij streek, toen hóórde ik dot
ijs en die sneeuw. Ze knetterden heel
zacht en in dat, knetteren zat een heil
loze, onbeschrijflijke dreiging. Ik leg
de m'n handen op het ijs. Het was
hard als metaal en het ijs kleefde vast
aan mijn handen. Ik stak mijn berg
stok in de sneeuw, in die fel-glinste-
rende kristallen, en trok me er oon
op. Én ik stelde me voor dat moment
dat ik hier alleen was, en alleen naar
die kim zou moeten lopen. En van die
kim naar de volgende. En de daarop-
gek te worden. Om plotseling be
zeten te worden van angst. Om te
rug te gaan, naar het werkelijke
land. Naar de dieren, naar de klip-
Sen, naar de mensen. Janaar
e mensen. Omdat wij niet buiten die
mensen kunnen, ook al denken wij
dat. Ook al verlangen wij vaak, diep
in ons hart, naar een eenzame
plaats, waar we alleen mogen leven
en alleen mogen sterven. Ik geloof
daar niet meer aan. Hoe na, hoe
dierbaar waren mij Chauchon, Gri
soni, Gaiilard, op dat moment. Hoe
dankbaar was ik voor de nabijheid
van die jonge arts, die radioman, en
van mijn vriend Van der Zee. Ge
zult zeggen: dit is sentimentaliteit.
Accoord. Maar ik zei u eerlijk m'n
gevoelens op de IJskap te zullen be
schrijven. Enwei, laat het sen
timenteel zijn! Het kan mij werke
lijk op dit moment niet schelen, hoe
men dat gevoel wenst te noemen.
Eenmaal gingen wij terug, in het
oude spoor. Er werd niet gesproken.
De lucht was te ijl, te dun, en je had
je adem hard nodig. Met de kim ach
ter ons gingen wij terug naar het
gebied waar zich de moraine grijs
zwart uitstrekte, zo ver je kon zien.
Nog eenmaal passeerden we het
groene spelonk, dit hol vol dof ge
druis van neerstortend en kolkend
water. Ik had spijt dat zo weinigen
getuige konden zijn van dit beeld,
dat onvergetelijk en waarlijk groots
was. Ik zou het ze alleen maar kun
nen vertellen, later. En over een
paar dagen zou ik het moeten neer
schrijven.
Wéllezers, hier is dat ver
slag. Als ik de zinnen teruglees voel
ik het grenzenloze onvermogen de
werkelijkheid van Sermersuaq weer
te geven. Geloof mij, ik deed een
moeizame en heel eerlijke poging.
En misschien dat ge er iéts van hebt
kunnen mee-beleven. Ik hoop het.
Maar ik twijfel.
IXrtDITIONS POIA1HI» MAMCAim
Mmiom Foel-tail* VICTOR
11. Avanu* lo Cra>Mto-Afn*«
t«l ITO», «i
12
-et
/-V
y Ct,1
(/ftU
7 A,
/hri &t' -c*
TIJDENS zijn aanwezigheid bij de Franse Pool-expeditie van Paul-Emile
Victor, bleken de vier leden van de groep, waarmee onze medewerker,
Anthony van Kampen en Siebe van der Zee hun Ijskap-avontuur beleefden,
bereid een speciale groet af te geven voor de lezers van ons blad. Wij
drukken de groet hierbij in de originele vorm af, terwijl hieronder de ver
taling in het Nederlands volgt:
PORT VICTOR, 12 Juli 1953.
Men kan een vlak land bewonen en tegelijk toch houden van iets. dat meer
verheven is, benevens het avontuur beminnen. Dit bewezen ons vandaag
twee Nederlanders. Dank zü hun komst is het mogelijk enkele woorden in
uw krant te zeggen: ook wij zijn zeer verheugd de wilde en avontuurlijke kust
van Groenland te hebben leren kennen. Een kust, vaak zelfs onbekend voor
hen, die in Groenlandse nederzettingen leven,
getekend:
RO'BERT CHAUCHON, leider der expeditie.
BERNARD GAILLARD (meteoroloog).
PAUL RATEAU (Radio-telegr.)
MAURICE GRISONI (carthograaf)
(Advertentie Ing. Med.)
J^iefhebbers van de Italiaanse opera
zullen met vreugde vernemen, dat de
grote bariton Leo Piccioli uit Milaan,
die vóór de oorlog in ons land grote
successen oogstte (in 1935 vierde bij
zijn tienjarig optreden in Nederland
met een grote soiree in het Amsterdam
se Carré) voor het eerst na de bevrij
ding weer in een opera, Puccini's But
terfly, een tournee door ons land gaat
maken.
Wij ontmoetten hem dezer dagen in
een Amsterdams hotel. Vitaal, inne.
mend en verheugd weer in Holland te
mogen zingen. Uw land is eigenlijk
mijn. tweede vaderland, zei Piccioli, die
zijn operarollen zong in het Scala te
Milaan, in Rome, in New York en Pa
rijs, die na zijn tournee door ons land
doorreist naar Casablanca, waar, zo zei
hij, je de ene avond zingt voor een zaal
met zwaar gesluierde Mohammedaanse
vrouwen en dan de andere avond voor
hun wederhelften. Moslim-man en
vrouw gaan nu eenmaal niet samen
uit.We spraken ook met Magda
Picearolo, die de titelrol zal zingen en
eveneens reeds enige keren, voor het
eerst in 1948, in ons land optrad. Zij,
die straks haar zwarte kleding en het
grappige, groene mutsje zal verwisse
len met het bonte Japanse gewaad,
toont zich ook blij haar kennismaking
met het Nederlandse publiek te kun
nen voortzetten. „Ik ga me hier al echt
thuis voelen. Je maakt hier vrienden
en je raakt vertrouwd met de theaters,
hetgeen het werk vergemakkelijkt".
Magda Picearolo zong ook in New York
en in Venezuela. Na ons land volgen
voor haar tournee's door Duitsland en
Zwitserland.
Een voor ons land geheel nieuw ge
zicht in dit Italiaanse gezelschap is de
tenor Ruggero Schileo, die de Pinker-
rol zal vervullen. Hij is dertig jaar en
droeg bij onze ontmoeting een costuum
van een bijzonder grijs snit. Dat hij in
dit opera-milieu is terecht gekomen,
dankt hij eigenlijk aan een toevallig
heid. Ruggero zong wel eens volkslied
jes. Twee jaar geleden bracht hij een
serénade aan een meisje enwerd
zo ontdekt door de grote tenor Del Mo
naco. Hij kreeg zijn kans als invaller
en heeft daarvan ten volle gebruik ge
maakt. Ook alle andere grote rollen in
deze Butterfly, waarvan hedenavond in
Carré te Amsterdam de première gaat,
worden gespeeld en gezongen door Ita
lianen. Koor en orkest zijn gevormd uit
Nederlandse krachten. Het geheel staat
onder leiding van „maestro" Gino Bar
santi, in ons land ook geen onbekende.
De heer Meijer Hamel, bij wie de
(Advertentie Ing. Med.)
MAGDA PICCAROLO
Madame Butterfly
zakelijke leiding van de tournee berust,
wees terecht op de betekenis, die een
dergelijke tournee krijgt, als men be
denkt, dat naast de grote steden ook
de kleinere plaatsen, waar de Neder
landse Opera bv. niet komt, de gelegen
heid krijgen een volledige opera-uit
voering te gaan zien. Nu ook de
Utrechtse Opera is uitgevallen, wordt
door deze tournee wel heel sterk in 'n
behoefte voorzien. Gedurende zes we
ken zullen ongeveer dertig plaatsen in
heel 't land worden bezocht. Het optre
den in Amsterdam heeft plaats op 8, 9,
10, 11 Oct. Op 13 October volgt Haar
lem en dan steden als Leeuwarden, De
venter, Heerlen, Zwolle, Apeldoorn,
Den Bosch, Utrecht, etc.
W. K.
Prins Bernhard is gisteravond op
Paleis Soestdijk teruggekeerd. Na een
voorspoedige reis was de Prins een
half uur eerder dan werd verwacht
op het vliegveld Soesterberg geland.
Koningin Juliana was naar het vlieg
veld gekomen om haar echgenoot te
verwelkomen.
Te Roermond is gisteravond een
moordaanslag gepleegd op de eigenaar
van het café „Moderne" aldaar. Het
slacbtoffer verkeert in levensgevaar.
Om kwart voor acht stopte een auio
voor het café. Een jongeman stapte uit,
opende de deur en loste twee schoten
op de achter de toonbank staande ca
féhouder. Het ene schot trof de man
in het hoofd en het andere in het bo
venlichaam. De officier van Justitie en
de burgemeester werden onmiddellijk
gealarmeerd. Het slachtoffer is overge
bracht naar het Laurentius ziekenhuis
te Roermond. Van de dader ontbrecKt
ieder spoor.
(Advertentie Ing. Med.)
TWEE CHIRURGEN van
de medische faculteit
van de universiteit te
Minnesota (USA), Mor-
ley Cohen en Walton Lil-
lehei, hebben de wereld
ervan kond gedaan, dat
zÜ 'n goedkoop kunsthart
hebben uitgevonden, dat
in de plaats van de hui
dige duurdere apparaten
tijdens hartoperaties zon
kunnen worden gebruikt
Op honden is het nieu
we surrogaathart reeds
met succes geprobeerd cn
de uitvinders menen, dat
het ook ter tijdelijke ver
vanging van het mensen
hart zal kunnen dienen.
Het beginsel van de nieu
we vinding is gebaseerd
op de ontdekking, dat
een dlerenlichaam ge
durende zekere tijd in
leven kan blijven bij een
bloedsomloop van een
vijfde van nor
maal. Voor gebróken
harten dus nog steeds
geen oplossing, begrij
pen wij hieruit. Jammer
een plastic hart voor ons
zelf Ujkt ons In deze
wereld juist zo practisch:
keihard, maar toch soe
pel, óh onbreekbaar.
LIET NATIONAAL In-
rl stituut voor Statistie
ken te Parijs (even be
trouwbaar en feilloos als
ons CBS) heeft de Da-
lans van verkeersonge
lukken gepubliceerd,
welke in het jaar 1952
in Frankrijk hebben
plaatsgevonden. Het aan
tal slachtoffers bedroeg
85.696, waarbij 4009 do
den en 23.665 zwaar ge
wonden. De oorzaak van
de ongelukken wordt
door het instituut voor
44,2% geweten aan over
tredingen van de ver
keersregels. Psysieke ge
breken van de chauf
feurs, motorrijders etc.
zijn verantwoordelijk
voor 22,9 procent. Ten
slotte gebeurden de on
gelukken voor 70% op
een droge en voor 20
op een natte rijbaan.
IYE ZONDAG jl. alom
in den lande plech
tig gevierde Dierendai
heeft toch niet nagela
ten zijn verheffende in
vloed te doen gelden. Zo
liep een kantoorbedien
de in Amsterdam enkele
dagen geleden een ex
tra-rondje door de stad
met zijn grote airdale-
terrier, die moest worden
uitgelaten, en hij ont
moette daarbij een echt
paar, dat zijn kleine
Schotse bastaard terrier
aan het luchten was. De
twee honden vlogen el
kaar onmiddellijk naar
de strot en er ontstond
een vrolijke blaf- en
bijtpartij. Toen de klein
ste roemloos dreigde on
der te gaan, poogden de
respectieve eigenaars de
vechtende kluwen uit el
kaar te trekken, raakten
echter zelf in een weinig
nobele woordenwisseling
verstrikt en tenslotte gaf
de manlijke helft van
het echtpaar de kantoor
bediende een rechtse
hoek op de kaak, waar
door diens kunstgebit
brak en ook zijn echte
tanden voor een deel in
stukken over de straat
Mogen. De bokser ver
dween in het toege
stroomde publiek, maar
de verslagene sleepte de
vrouw met enkele ge
tuigen mee naar een
politiebureau. De honden
bleven ongedeerd.