Scheepvaartlijn van Nederland naar Indië
had Den Helder als bakermat
Het
eerste schip van de
vertrok op 18 Mei 1871
Grote Portretten-Prijsvraag
Uitreis s.s. „Willem III"
had
noodlottig verloop
Uit de geschiedenis van Den Helder (18)
Vlaggeschip
„Oranje"
Op weg naar huis
99
yOORDAT ER SPRAKE WAS van een geregelde stoonivaartverbinding
via het Suezkanaal, waren er natuurlijk wel andere scheepvaartver
bindingen met Indië. De Nederlandse Handel-Maatschappij bevrachtte
tal van schepen voor het grootste gedeelte zeilschepen die de
tocht via de aloude zeeweg rond de Kaap de Goede Hoop volbrachten.
Er was wel een stoomboot-maatschappij, waarvan de schepen geregeld
in de Nieuwedieper haven binnenkwamen: de K.N.S.M., maar toch be
hoeft het geen betoog, dat de opening van een zo veelbelovende scheep
vaartlijn als die van de „Nederland", die Den Helder als begin- en eind
punt zou hebben, door iedere rechtgeaarde Jutter als een stap tot nog
groter bloei van deze stad werd gezien.
Brandend wrak bij
het eiland Wight
IN DIT NUMMER
VOOR DE LEZERS VAN DE HELDERSE COURANT
HOOFDPRIJS F 100.-
2 Prijzen van F 25.-
10 Prijzen van F 10.-
Totaal f 250.- aan prijzen
De uitslag wordt bekend gemaakt in ons blad van Zaterdag 31 Oct. a.s.
BADPAVILJOEN
Het gebeurde in
Nieuwediep
Reservering bouwterrein
op nieuwe leest
Filmavond te Huisduinen
TUSSEN HAAKS EN KUIT JE
VRIJDAG 16 OCTOBER 1953
TOEN bekend werd dat het eerste
schip van de „Nederland", de „Wil
lem III", in de haven van Nieuwediep
zou aankomen om zo spoedig mogelijk
de reis naar de Oost te aanvaarden,
werd uit de burgerij spontaan een com
missie gevormd, die zich ten doel stel
de dit vertrek met de nodige feestelijk
heden gepaard te doen gaan. Voorzit
ter van deze commissie was mr Ch.
Bosch Reitz, die later directeur zou
worden van Me concurrerende stoom
bootonderneming „Java". In een be
kendmaking zegt deze commissie, dat
„bij gunstige medewerking van de zijde
der ingezetenen, zij het voornemen
heeft om daags voor het vertrek van
de boot een schitterend vuurwerk af te
steken, opgeluisterd door muzijk, en
het feest in Tivoli te vervolgen".
QP Dinsdagmorgen 9 Mei 1871 kwam
de „Willem III" in de Nieuwedieper
haven binnen, komende van Glasgow
onder commando van kapitein Oort. Het
is de eerste van de vier schepen, die
door de „Nederland" in Engeland wa
ren besteld: de eerste twee scnepen: de
„Willem III" en de „Prins van Oranje",
zouden geheel dezelfde afmetingen heb
ben, terwijl de volgende schepen, de
„Prins Hendrik" en de „Conrad", iets
groter zouden worden. Juist de Donder
dag ervoor was het tweede schip te
Glasgow te water gelaten. Het haven
terrein in Den Helder, waar de aanne
mers nog druk bezig waren met het
oprichten van ijzeren loodsen, was uit
bundig versierd met nationale en oranje
vlaggen.
De historieschrijver uit die dagen put
zich uit in het beschrijven van de prima
hoedanigheden van deze eerste mail
boot naar Indië. Hij roept over de
prachtige accommodatie, waar voor de
dames een damessalon en voor de heren
een aparte rooksalon is; hij wordt vrij
wel lyrisch als hij het grote vermogen
van de compound-machines beschrijft,
die zeker in enige jaren tijds de gehele
scheepvaartwereld zullen hebben ver
overd.
Toch zouden niet veel mensen uit de
tegenwoordige tijd zich laten verleiden
tot het ondernemen van een reis naar
Indië met dit schip: De passagiersver-
blijven waren alle achteruit, waar de
beweging en dus de kans op zee
ziekte het grootst was. Bovendien
kwamen alle hutten op de grote ge
meenschappelijke salon uit, zodat de
zeezieke passagiers althans van de geur
der daar genuttigde spijzen konden
meegenieten. En dan zou het nog tot
1889 duren voordat electrische verlich
ting aan boord van de schepen werd
geïnstalleerd: tot zolang moest de pas
sagier zich in zijn hut behelpen met
een kaars, die achter een glazen plaat
in de wand, was gezet, en die dan nog
maar tot half elf mocht branden.
MET ZIJN TONNAGE van 3.000 ton
was de „Willem III" verreweg het
grootste schip, dat ooit de Helderse ha
ven was binnengelopen en dat alleen
al was voldoende om een overgrote be
langstelling te trekken. De directie van
de „Nederland" begreep zeer wel, dat
de sympathie van het publiek een be
langrijke zaak is en stelde het schip
open ter bezichtiging door een ieder,
die de moeite maar wilde nemen, een
toegangsbewijs aan te vragen. Honder
den jutters maakten van deze unieke
gelegenheid gebruik en per trein en
boot kwamen er nog eens vele honder
den uit Amsterdam, om het fraaie schin
te zien. Op de Zondag voor het vertrek
was de belangstelling z° groot, dat de
spoorwegen een extra trein moesten in
leggen en de firma Zurmühlen een extra
boot liet varen om alle nieuwsgierigen
te vervoeren.
Intussen zat de feestcommissie onder
het voortvarende presidentschap van de
heer Bosch Reitz niet stil. Het had een
uitgebreid programma van feestelijk
heden opgesteld voor Zondag 14 Mei
1871. De Helderse ingezetenen hadden
met gulle hand gegeven op de lijst, die
in de gemeente circuleerde en een gran
dioos vuurwerk zou worden afgestoken.
De burgemeester, mr Stakman Bosse,
riep alle burgers op om die Zondag de
vlag uit te steken en dit alles, tezamen
met de vele honderden vreemdelingen
die de stad binnenstroomden, zorgde
voor een uitzonderlijk feestelijke sfeer.
Nadat de gelegenheid tot bezichtiging
van de „Willem III" was gesloten, vond
er van vijf tot zeven uur een concert
Op het Molenplein plaats, gegeven door
het muziekcorps „Concordia" onder lei
ding van de heer H. A. Egbers. Tot het
duister worden verzamelden de feest
gangers zich in lokaal Tivoli, waar de
muziek werd verzorgd door het staf
muziekcorps van de Koninklijke Marine
onder leiding van kapelmeester Weck-
esser. Daarna volgde het vuurwerk op
het havenhoofd. Ieder, die voor een be
paald minimumbedrag op de lijsten der
commissie had ingetekend, kreeg toe
gang tot een speciaal gereserveerd ge
deelte. De verschillende stukken vuur
werk voldeden alle zeer goed. maar het
hoogtepunt was toch wel het slot-
tableau, vervaardigd door de heer Van
den Brugh uit Amsterdam, dat de „Wil
lem III" voorstelde, onder volle stoom
en met de vaderlandse diekleur aan de
IN MEI 1870 werd in Amsterdam
de Stoomvaart Maatschappij
Nederlandopgericht, waarvan
het doel Was een geregelde
scheepvaartverbinding tussen Ne
derland en het toenmalige Neder-
lands-Indië te onderhouden, met
stoomschepen die de route door
het Suezkanaal zouden volgen.
Een jaar na de oprichting ver
trok het eerste schip van deze
maatschappen, de „Willem III",
uit Nieuwediep, doch de reis
vond een rampspoedig einde. Ter
hoogte van het eiland Wight, op
de uitreis, raakte het schip in
brand en was reddeloos verloren.
Ondanks deze tegenslag is de jon
ge maatschappij niet bij de pak
ken gaan neerzitten. Mede door
de morele en financiële steun van
haar president, Z.K.H. Prins Hen
drik der Nederlanden, is de Ne
derlanduitgegroeid tot een
maatschappij van wereldformaat,
wier schepen alle zeeën der we
reld bevaren.
Den Helder vanwaar zestien leden
van de bemanning afkomstig waren
was de verslagenheid groot. AI spoedig
kwamen evenwel berichten binnen dat
alle opvarenden bemanning en pas
sagiers waren gered, zonder dat zü
echter hun persoonlijke bezittingen
hadden kunnen redden.
Zr Ms stoomschip „De Valk" vertrok
nog diezelfde Zaterdagmiddag uit de
haven om hulp te verlenen en het ko
loniale detachement van 125 man terug
te brengen. De „Willem III" was, nog
steeds brandende, Zaterdagmiddag naar
de haven van Portsmouth gesleept en
op de Spithoals omhooggezet, waar het
des Zondags nog steeds brandde.
De passagiers waren allen zonder
uitzondering ten zeerste te spreken
over het beleid van kapitein Oort van
de „Willem III", die alles wat in zijn
vermogen 1 g had gedaan om de passa
giers in veiligheid te brengen en met
goede zeemanschap nog gepoogd had
Het terrein voor de Koopvaardersschutsluis was het „Suezveld", waar de
schepen van de Jtederland(Suezboten) laadden en losten. Men ziet de
„Prins van Oranje'', een zusterschip van de „Willem III", voor de wal
liggen na een volbrachte reis naar de Oost. De etablissementen zijn hier
niet lang gevestigd geweest. De opening van het Noordzeekanaal luidde het
verval van Den Helder als koopvaardijhaven in en in 1879 werden de
etablissementen naar Amsterdam verplaatst.
van zijn schip en lading te redden wat
er nog te redden was.
QP 30 MEI vond in lokaal „De Eens
gezindheid" te Amsterdam onder
voorzitterschap van Prins Hendrik een
vergadering van aandeelhouders plaats,
waar directeur Boissevain verslag deed
over de ramp, die de jonge maatschap
pij had getroffen. Weliswaar dekte de
verzekering de schade, maar niettemin
was het een geweldige strop, en van de
voorgenomen zesweekse dienst zou voor
lopig niet veel terecht kunnen komen.
Het schip was verzekerd voor f 800.000
en de lading voor f 1.400.000. Bovendien
bevond zich nog een belangrijke onver
zekerde regeringslading aan boord, te
weten f 200.000 aan specie en voor een
zelfde bedrag aan opium, om nog maar
niet te spreken van de verloren gegane
brievenpost.
Desondanks betuigden de aandeel
houders hun vertrouwen in de onder
neming en besloten werd, om de be
manning van de „Willem III" voor het
overgrote deel reeds weer aan te mon
steren voor het volgende schip, de
„Prins van Oranje", en om hun tot de
dag van uitvaren een overbrugging te
geven. De passagiers zouden al naar
hun verlangen de reis met net volgen
de schip kunnen maken of de helft van
de passageprijs terugbetaald krijgen.
Dat tweede schip kwam op 11 Juli
1871 de haven van Den Helder binnen
lopen, na de reis van 800 mijl van
Greenock naar Nieuwediep in de tijd
van 74 uur te hebben afgelegd. Het trok
tijdens zijn verblijf in Den Helder weer
grote belangstelling van Jutter en
vreemdeling. Bij het vertrek van dit
schip waren er in het geheel geen fees
telijkheden, alhoewel dit toch werke
lijk de eerste reis van de „Nederland"
zou worden, die tot een goed einde
werd gebracht.
Wel was er ook ditmaal weer belang
stelling van de Koninklijke familie.
Daags voor het vertrek kwam Z.K.H.
Prins Hendrik weer in Den Helder aan,
een trein later gevolgd door de Prins
van Oranje, die het schip dat zijn naam
droeg, gaarne voor het vertrek op de
lange reis wilde aanschouwen. Om vier
uur des Zaterdagmiddags vertrok het
schip naar de rede, vanwaar het op
Zondagmorgen 30 Juli te vier uur ver
trok, uitgeleide gedaan tot de uiterton
door Prins Hendrik, die vandaar met
een motorbarkas overstapte" op Zr Ms
Ramtorenschip „Schorpioen" (het te
genwoordige Marva-schip)
IN HET Utrechts Nieuwsblad waar
schijnlijk het nummer van 30 Augus
tus 1871 werd een deel van een ent
housiaste brief afgedrukt, die een pas
sagier aan de redactie had gezonden.
Daaruit bleek, dat de passagiers het best
naar hun zin hadden: „De geest onder
de passagiers is zeer opgewekt en des
middags de salon binnentredende zou
men niet wanen aan boord van een
schip te zijn. De tocht, als hij zo blijft
voortgaan, kan niet missen de beste
indruk op de passagiers te maken. Het
kan niet ontkend worden dat alles ge
schiedt wat maar mogelijk is om de
stoombootlijn van de „Nederland" aan
alle billijke vorderingen te doen beant
woorden".
Op 30 December, nog juist voor het
einde van het jaar 1871. keerde de
„Prins van Oranje" in de haven Het
Nieuwe Diep tent?. Een dag daarvoor
Dit is het ss „Willem III", het eerste schip van de Stoomvaart Maatschappij
„Nederland" dat door brand ten onder ging. Het schip was 100 meter lang
en mat 3.000 ton, verreweg het grootste schip dat, toen de Nieuwedieper 1,1,
haven binnenliep. De passageprijs bedroeg voor de eerste klasse f 1.000 of
f 700 (al naar de hutten) en f 350 in de tweede klasse. De reia moest con
tractueel binnen 50 dagen worden volbracht.
was juist het derde schip, de „Prins
Hendrik", in Batavia aangekomen, i.i e
was dus gelukt. De dienst naar Indië
was tot stand gekomen en behoudens
wat kleine averijen vooral aan de
schroeven had men onderweg niet
over tegenslagen te klagen. De lossing
op het „Suezveld", zoals de kadegele
genheid van de „Nederland" werd ge
noemd, nam direct een aanvang en op
13 Januari was men zover dat de „Prins
van Oranje" kon worden gedokt.
Dat had eerst nog wat moeilijkheden
opgeleverd, want er was 'n Den Helder
geen enkele particuliere dokgelegen
heid, die in staat was om een schip van
3.000 ton te dokken. Hier bracht echter
de minister van Marine uitkomst door
toe te staan, dat dit en de volgende
schepen van de „Nederland" gebruik
mochten maken van het Gouverne
mentsdroogdok, het tegenwoordige klei
ne droge dok. Hier werd het schip van
zijn aangroeisels ontdaan, geschilderd
er. waar ncdig verder gekalefaat, zodat
het op 20 Januari 1872 weer „tot laden
gereed" in de haven lag, om op 3 Fe
bruari een nieuwe reis naar Indië aan
te vangen.
INTUSSEN had de ramp nog tal van
moeilijkheden opgeleverd. De uit het
wrak van de „Willem III" geloste specie
was in bewaring genomen door de Bank
of England, die voor de bewaring ervan
een vrij hoog percentage bedong. Een
'e r.rn e koor,man klaagde de maat
schappij aan en stelde haar verantwoor
delijk voor het uitbreken van de brand,
werd eerst in het gelijk gesteld maar
verloor in hoger beroep; terwijl de
verkoping van de uit het wrak gebor
gen koopmansgoederen in totaal f 60.000
opbracht, wat voor de assuradeuren dus
maar een druppel op een gloeiende
plaat was.
Sindsdien nebben de schepen van de
„Nederland" regelmatig hun reizen
naar en van Indië gemaakt. De driedui
zend ton metende, honderd meter lange
schepen van toen zijn r®eds lang ver
vangen d»or veel moderner materiaal.
Het vlaggeSchip van thans, de „Oranje"
meet ruim 20.000 ton en ook de vracht
schepen hebben een tonnenmaat die ver
boven de toenmalige grootte uitging.
Siechtu acht' jaren lang vertrokken de
schepen uit Het Nieuwediep. De toast,
destijds door directeur Boelen gedaan
op de bloei van Den Helder en zijn
haven, is niet in vervulling gegaan. In
1879 verplaatste de maatschappij haar
etablissementen naar Amsterdam, enke
le jaren na het gereedkomen van het
Noordzeekanaal. Voor Den Helder bleef
gaffel, dat eindigde met een krachtige
kanor,nade.
Na het einde van het vuurwerk trok
ken de mensen uit de „gereserveerde
afdeling" naar Tivoli, waar de directie
Van de Maatschappij Nederland werd
ontvangen. Behalve door de voorzitter
van het feestcomité werd gesproken
door de burgemeester van Den Helder,
mr K. J. C. Stakman Bosse, die hulde
bracht aan de directie van de „Neder
land", voor de betoonde volharding en
energie bij het oprichten van de maat
schappij, en tot besluit een toast in
stelde op het welslagen van de onder
neming. De heer G. J. Boelen, direc
teur van de „Nederland", dankte voor
de welgemeende woorden en bracht op
zijn beurt een toast uit op de welvaart
en bloei van de gemeente Den Helder
en de haven het Nieuwediep.
INTUSSEN kwam diezelfde Zondag
avond Prins Hendrik de bescherm
heer van de maatschappij, met een
extra-trein in Den Helder aan, waar hij
verwelkomd werd door de commandant
van de Marine, schout bij nacht Van
der Meersch, bij wie Z.K.H. zijn intrek
nam. Prins Hendrik had van de aan
vang af grote belangstelling voor de
Maatschappij „Nederland" aan de dag
gelegd en presideerde meermalen de
directie- en aandeelhoudersvergaderin
gen, zodat het geen wonder was, dat
hij persoonlijk bij het vertrek van het
eerste schin aanwezig wilde zijn. Reeds
des Maandags om half tien in de mor
gen ging hij aan boord van de „Willem
III", waarvan hij zelf marine-officier
zijnde de bouw en inrichting ten
zeerste be«.'ond""dn -
belangstelling, dat hij tot drie uur in
de middag aan boord bleef. De ko
ninklijke bezoeker vertrok ee^st, toen
de „Willem III" in de namiddag van
de 18e Mei, uitgeleide gedaan door een
grote schare enthousiaste Nieuwedie-
pers, zee had gekozen.
DEEDS op Zaterdagmorgen 20 Mei kwa
men de eerste noodlotstjjdingen bin
nen. De trots van de maatschappij Ne
derland, de „Willem III", was ter hoog
te van Wight door onbekende oorzaak
in brand geraakt en moest geheel als
verloren worden beschouwd. Allereerst
heerste er grote onzekerheid omtrent het
lot van de opvarenden en vooral in
Het ms „Oranje", het te
genwoordige vlaggeschip
van de Maatschappij „Ne
derland", een drieschroef-
motorschip van 20.166 ton
met een dienstvaart van
21 mijl per uur, waarbij
de oude „Willem UI" ge
heel in het niet zinkt.
De advertentie-pagina's ver
tonen vandaag een heel ander
beeld, dan in elk ander num
mer van ons blad.
Wij brengen nl. een grote
advertentie-prijsvraag voor alle
lezers van onze courant.
De bekende portrettekenaar
L. Rotgans uit Rotterdam heeft
een groot aantal winkeliers
uit Den Helder en omgeving
getekend met de bedoeling dat
U nu gaat vaststellen wie deze
dames en heren zijn-
Velen er van kent IJ allicht
welanderen weer niet en toch
moet U zeggen wie het zijn.
Om het U iets gemakkelijker te maken hebben wij de por
tretten, welke alle genummerd zijn, voorzien van de eerste en
laatste letter van de naam of firmanaam, het adres, en de
branche van de firma.
Teneinde te voorkomen dat U heen en weer moet bladeren,
hebben wij de portretten en de advertenties, welke bij elkaar
behoren, op dezelfde pagina geplaatst.
Voor enkele zaken zijn meerdere personen afgebeeld. Deze
portretten hebben wij een gezamenlijk onderschrift gegeven
of een verwijzing naar eikaars nummer.
En nu maar aan de slag, want de prijsvraag is, indien U de
instructies nauwgezet volgt, in het geheel niet moeilijk.
Schrijft U de namen, die U gevonden hebt, op een vel papier
en plaatst de namen in volgorde van nummer. Dus bijvoor
beeld 1, 2, 3, enz. De nummers 26, 32, 84, 94, 107, 134, 151,
152, 153 en 171 ontbreken.
U voorziet deze lijst van Uw naam en adres en zendt die onder
bet motto „portrettenprijsvraag" vóór Zaterdag 24 October
a.s. aan bet bureau van de Helderse Courant, Koningstraat
6264 Den Helder.
Bij meerdere goede oplossingen beslist het lot.
niets anders over dan de eer, dat hei,
eerste stoomschip van de geregelde lijn
dienst op Indië vanuit haar haven was
vertrokken. En daar kunnen wij, Jut
ters. nog steeds wel een beetje trots
op zijn.
HUISDUINEN, TEL. 3100
Café-restaurant Dagelijks geopend
Unieke gelegenheid voor
bruiloften, recepties, soirees, etc. j
(Advertentie, Ing. Med
Aan boord van Hr Ms „Willem var:
der Zaan", die vermoedelijk op Maan
dag 26 October uit de Nederlandse?.
Antillen in Den Helder terugkeert, be-i
vinden zich de volgende stadgenoten:
korporaal-machinist J. Winter, Klaail
Duitstraat 29; sergeant-machinist F-
Boomsma, Binnenhaven 32; schipper J'1
Burgmeijer, Gladiolenstr. 6; bootsman
J. G. de Zwarte, Stakman Bossestraatl
32; kwartiermeester W. C. Schouten:
Wingerdstraat 53; korporaal-seiner JJ
A. Berkeljon. Hortensiastraat 56; ma
joor-machinist E. de Graauw, Binnen-i
haven 45; sergeant-machinist P. J'
Aartsen, Anemonenstraat 39; korpo-'
raal-machinist C. Beekma, Landbouw-
straat 22, Julianadorp, stoker-olieman'
eerste klasse J. Gout,Violenstraat 89;''
stoker-olieman eerste klasse G. H.'
Oudshoorn, Coenraad Botstraat 1; sto
ker-olieman eerste klasse P. W. J. van!-
der Star; Klaas Duitstraat 47; stoker'
eerste klasse A. L. van Harmeien, Kru-':
gerstraat 59; stoker derde klasse Aj
van Urk, Zuidstraat 2: stoker tweedej'
klasse H. Zijlstra. Cronjèstraat 13; kor
poraal-geschutmaker J. A. FrielingJ
Wagenstraat 31; sergeant-electromon-,
teur G. Versluijs, Badhuisstraat 32;'
korporaal-vuurleidingmonteur N. Ter-;
louw, Kemphaanstraat 24; korporaal
kok M. C. Talsma. Kemphaanstraat 10.1
Uit een sloot langs een weiland aan
de Abel Tasmanstraat werden twee;
schapen gehaald, die daarin, bevreesd
voor een hond, waren gevlucht.
Een inwoonster van Den Helder!
werd op heterdaad betrapt, terwijl zij
bloemen stal. Via het stationsemplace-
ment had zij zich toegang verstrekt tot
de tuinen aan de Polderweg. Zij beken
de, al tweemaal eerder snijbloemen te
hebben ontvreemd.
Van Zondag af stond aan de West- ;j
gracht een auto geparkeerd. Daar het 1
voertuig geen eigenaar scheen te heb- 'i
ben, stelde de politie een onderzoek in. i
Toen bleek, dat een matroos de wagen j
van zijn schoonmoeder te Rozenbrug
had geleend, maar nog niet de tijd had
gevonden hem terug te brengen.
In de Stakman Bossestraat werd
dezer dagen een bewusteloze man aan-
getrofen, een sergeant van de Marine.
Hij werd naar de Ziekenboeg overge
bracht.
Het is in de afgelopen jaren herhaal-
delijk voorgekomen, dat het gemeente
bestuur door derden werd verzocht, be
paalde bouwterreinen te reserveren,
zonder dat die terreinen binnen redelij
ke tijd werden bebouwd. In enkele van
die gevallen heeft de gemeente de re- I
servering ongedaan gemaakt, in andere t
is de bouw met veel vertraging tot
stand gekomen. Niet alleen is het bij j
deze gang van zaken mogelijk, dat
ernstige gegadigden moeten wachten,
doch ook worden op deze wijze door
de gemeente niet onaanzienlijke rente-
verliezen geleden.
B. en W. zijn van oordeel, dat aan
deze ongewenste toestand een einde i
moet worden gemaakt, waartoe zij een
aantal richtlijnen hebben opgesteld,
welke ter goedkeuring aan de raad f|
worden voorgelegd. |i
In de Nederlands-Hervormde kerk f
te Huisduinen wordt op Vrijdag 23
October een filmavond gehouden, uit
gaande van „De macht van het kleine", f
de vereniging voor lijders aan vallende i
ziekte. Op het programma staat o.m. de i
vertoning van de kleurenfilm over
epilepsie. ,.Een leven staat op het
spel".
Hr. Ms. „Jan van Brakel" en Hr.
Ms. „Soemba" hebben Nieuwediep
gisteren verlaten.
Onze haven werd aangedaan door
de „Anthony van Leeuwenhoek" van
de visserij-inspectie, de kustvaarder
„Brandaris" en de palingkotter „Ma-
thiase".
Gisteravond keerde Hr. Ms.
„Zeefakkel" in Den Helder terug.