Scheepvaartlijn van Nederland naar Indië had Den Helder als bakermat Het eerste schip van de vertrok op 18 Mei 1871 Grote Portretten-Prijsvraag Uitreis s.s. „Willem III" had noodlottig verloop Uit de geschiedenis van Den Helder (18) Vlaggeschip „Oranje" Op weg naar huis 99 yOORDAT ER SPRAKE WAS van een geregelde stoonivaartverbinding via het Suezkanaal, waren er natuurlijk wel andere scheepvaartver bindingen met Indië. De Nederlandse Handel-Maatschappij bevrachtte tal van schepen voor het grootste gedeelte zeilschepen die de tocht via de aloude zeeweg rond de Kaap de Goede Hoop volbrachten. Er was wel een stoomboot-maatschappij, waarvan de schepen geregeld in de Nieuwedieper haven binnenkwamen: de K.N.S.M., maar toch be hoeft het geen betoog, dat de opening van een zo veelbelovende scheep vaartlijn als die van de „Nederland", die Den Helder als begin- en eind punt zou hebben, door iedere rechtgeaarde Jutter als een stap tot nog groter bloei van deze stad werd gezien. Brandend wrak bij het eiland Wight IN DIT NUMMER VOOR DE LEZERS VAN DE HELDERSE COURANT HOOFDPRIJS F 100.- 2 Prijzen van F 25.- 10 Prijzen van F 10.- Totaal f 250.- aan prijzen De uitslag wordt bekend gemaakt in ons blad van Zaterdag 31 Oct. a.s. BADPAVILJOEN Het gebeurde in Nieuwediep Reservering bouwterrein op nieuwe leest Filmavond te Huisduinen TUSSEN HAAKS EN KUIT JE VRIJDAG 16 OCTOBER 1953 TOEN bekend werd dat het eerste schip van de „Nederland", de „Wil lem III", in de haven van Nieuwediep zou aankomen om zo spoedig mogelijk de reis naar de Oost te aanvaarden, werd uit de burgerij spontaan een com missie gevormd, die zich ten doel stel de dit vertrek met de nodige feestelijk heden gepaard te doen gaan. Voorzit ter van deze commissie was mr Ch. Bosch Reitz, die later directeur zou worden van Me concurrerende stoom bootonderneming „Java". In een be kendmaking zegt deze commissie, dat „bij gunstige medewerking van de zijde der ingezetenen, zij het voornemen heeft om daags voor het vertrek van de boot een schitterend vuurwerk af te steken, opgeluisterd door muzijk, en het feest in Tivoli te vervolgen". QP Dinsdagmorgen 9 Mei 1871 kwam de „Willem III" in de Nieuwedieper haven binnen, komende van Glasgow onder commando van kapitein Oort. Het is de eerste van de vier schepen, die door de „Nederland" in Engeland wa ren besteld: de eerste twee scnepen: de „Willem III" en de „Prins van Oranje", zouden geheel dezelfde afmetingen heb ben, terwijl de volgende schepen, de „Prins Hendrik" en de „Conrad", iets groter zouden worden. Juist de Donder dag ervoor was het tweede schip te Glasgow te water gelaten. Het haven terrein in Den Helder, waar de aanne mers nog druk bezig waren met het oprichten van ijzeren loodsen, was uit bundig versierd met nationale en oranje vlaggen. De historieschrijver uit die dagen put zich uit in het beschrijven van de prima hoedanigheden van deze eerste mail boot naar Indië. Hij roept over de prachtige accommodatie, waar voor de dames een damessalon en voor de heren een aparte rooksalon is; hij wordt vrij wel lyrisch als hij het grote vermogen van de compound-machines beschrijft, die zeker in enige jaren tijds de gehele scheepvaartwereld zullen hebben ver overd. Toch zouden niet veel mensen uit de tegenwoordige tijd zich laten verleiden tot het ondernemen van een reis naar Indië met dit schip: De passagiersver- blijven waren alle achteruit, waar de beweging en dus de kans op zee ziekte het grootst was. Bovendien kwamen alle hutten op de grote ge meenschappelijke salon uit, zodat de zeezieke passagiers althans van de geur der daar genuttigde spijzen konden meegenieten. En dan zou het nog tot 1889 duren voordat electrische verlich ting aan boord van de schepen werd geïnstalleerd: tot zolang moest de pas sagier zich in zijn hut behelpen met een kaars, die achter een glazen plaat in de wand, was gezet, en die dan nog maar tot half elf mocht branden. MET ZIJN TONNAGE van 3.000 ton was de „Willem III" verreweg het grootste schip, dat ooit de Helderse ha ven was binnengelopen en dat alleen al was voldoende om een overgrote be langstelling te trekken. De directie van de „Nederland" begreep zeer wel, dat de sympathie van het publiek een be langrijke zaak is en stelde het schip open ter bezichtiging door een ieder, die de moeite maar wilde nemen, een toegangsbewijs aan te vragen. Honder den jutters maakten van deze unieke gelegenheid gebruik en per trein en boot kwamen er nog eens vele honder den uit Amsterdam, om het fraaie schin te zien. Op de Zondag voor het vertrek was de belangstelling z° groot, dat de spoorwegen een extra trein moesten in leggen en de firma Zurmühlen een extra boot liet varen om alle nieuwsgierigen te vervoeren. Intussen zat de feestcommissie onder het voortvarende presidentschap van de heer Bosch Reitz niet stil. Het had een uitgebreid programma van feestelijk heden opgesteld voor Zondag 14 Mei 1871. De Helderse ingezetenen hadden met gulle hand gegeven op de lijst, die in de gemeente circuleerde en een gran dioos vuurwerk zou worden afgestoken. De burgemeester, mr Stakman Bosse, riep alle burgers op om die Zondag de vlag uit te steken en dit alles, tezamen met de vele honderden vreemdelingen die de stad binnenstroomden, zorgde voor een uitzonderlijk feestelijke sfeer. Nadat de gelegenheid tot bezichtiging van de „Willem III" was gesloten, vond er van vijf tot zeven uur een concert Op het Molenplein plaats, gegeven door het muziekcorps „Concordia" onder lei ding van de heer H. A. Egbers. Tot het duister worden verzamelden de feest gangers zich in lokaal Tivoli, waar de muziek werd verzorgd door het staf muziekcorps van de Koninklijke Marine onder leiding van kapelmeester Weck- esser. Daarna volgde het vuurwerk op het havenhoofd. Ieder, die voor een be paald minimumbedrag op de lijsten der commissie had ingetekend, kreeg toe gang tot een speciaal gereserveerd ge deelte. De verschillende stukken vuur werk voldeden alle zeer goed. maar het hoogtepunt was toch wel het slot- tableau, vervaardigd door de heer Van den Brugh uit Amsterdam, dat de „Wil lem III" voorstelde, onder volle stoom en met de vaderlandse diekleur aan de IN MEI 1870 werd in Amsterdam de Stoomvaart Maatschappij Nederlandopgericht, waarvan het doel Was een geregelde scheepvaartverbinding tussen Ne derland en het toenmalige Neder- lands-Indië te onderhouden, met stoomschepen die de route door het Suezkanaal zouden volgen. Een jaar na de oprichting ver trok het eerste schip van deze maatschappen, de „Willem III", uit Nieuwediep, doch de reis vond een rampspoedig einde. Ter hoogte van het eiland Wight, op de uitreis, raakte het schip in brand en was reddeloos verloren. Ondanks deze tegenslag is de jon ge maatschappij niet bij de pak ken gaan neerzitten. Mede door de morele en financiële steun van haar president, Z.K.H. Prins Hen drik der Nederlanden, is de Ne derlanduitgegroeid tot een maatschappij van wereldformaat, wier schepen alle zeeën der we reld bevaren. Den Helder vanwaar zestien leden van de bemanning afkomstig waren was de verslagenheid groot. AI spoedig kwamen evenwel berichten binnen dat alle opvarenden bemanning en pas sagiers waren gered, zonder dat zü echter hun persoonlijke bezittingen hadden kunnen redden. Zr Ms stoomschip „De Valk" vertrok nog diezelfde Zaterdagmiddag uit de haven om hulp te verlenen en het ko loniale detachement van 125 man terug te brengen. De „Willem III" was, nog steeds brandende, Zaterdagmiddag naar de haven van Portsmouth gesleept en op de Spithoals omhooggezet, waar het des Zondags nog steeds brandde. De passagiers waren allen zonder uitzondering ten zeerste te spreken over het beleid van kapitein Oort van de „Willem III", die alles wat in zijn vermogen 1 g had gedaan om de passa giers in veiligheid te brengen en met goede zeemanschap nog gepoogd had Het terrein voor de Koopvaardersschutsluis was het „Suezveld", waar de schepen van de Jtederland(Suezboten) laadden en losten. Men ziet de „Prins van Oranje'', een zusterschip van de „Willem III", voor de wal liggen na een volbrachte reis naar de Oost. De etablissementen zijn hier niet lang gevestigd geweest. De opening van het Noordzeekanaal luidde het verval van Den Helder als koopvaardijhaven in en in 1879 werden de etablissementen naar Amsterdam verplaatst. van zijn schip en lading te redden wat er nog te redden was. QP 30 MEI vond in lokaal „De Eens gezindheid" te Amsterdam onder voorzitterschap van Prins Hendrik een vergadering van aandeelhouders plaats, waar directeur Boissevain verslag deed over de ramp, die de jonge maatschap pij had getroffen. Weliswaar dekte de verzekering de schade, maar niettemin was het een geweldige strop, en van de voorgenomen zesweekse dienst zou voor lopig niet veel terecht kunnen komen. Het schip was verzekerd voor f 800.000 en de lading voor f 1.400.000. Bovendien bevond zich nog een belangrijke onver zekerde regeringslading aan boord, te weten f 200.000 aan specie en voor een zelfde bedrag aan opium, om nog maar niet te spreken van de verloren gegane brievenpost. Desondanks betuigden de aandeel houders hun vertrouwen in de onder neming en besloten werd, om de be manning van de „Willem III" voor het overgrote deel reeds weer aan te mon steren voor het volgende schip, de „Prins van Oranje", en om hun tot de dag van uitvaren een overbrugging te geven. De passagiers zouden al naar hun verlangen de reis met net volgen de schip kunnen maken of de helft van de passageprijs terugbetaald krijgen. Dat tweede schip kwam op 11 Juli 1871 de haven van Den Helder binnen lopen, na de reis van 800 mijl van Greenock naar Nieuwediep in de tijd van 74 uur te hebben afgelegd. Het trok tijdens zijn verblijf in Den Helder weer grote belangstelling van Jutter en vreemdeling. Bij het vertrek van dit schip waren er in het geheel geen fees telijkheden, alhoewel dit toch werke lijk de eerste reis van de „Nederland" zou worden, die tot een goed einde werd gebracht. Wel was er ook ditmaal weer belang stelling van de Koninklijke familie. Daags voor het vertrek kwam Z.K.H. Prins Hendrik weer in Den Helder aan, een trein later gevolgd door de Prins van Oranje, die het schip dat zijn naam droeg, gaarne voor het vertrek op de lange reis wilde aanschouwen. Om vier uur des Zaterdagmiddags vertrok het schip naar de rede, vanwaar het op Zondagmorgen 30 Juli te vier uur ver trok, uitgeleide gedaan tot de uiterton door Prins Hendrik, die vandaar met een motorbarkas overstapte" op Zr Ms Ramtorenschip „Schorpioen" (het te genwoordige Marva-schip) IN HET Utrechts Nieuwsblad waar schijnlijk het nummer van 30 Augus tus 1871 werd een deel van een ent housiaste brief afgedrukt, die een pas sagier aan de redactie had gezonden. Daaruit bleek, dat de passagiers het best naar hun zin hadden: „De geest onder de passagiers is zeer opgewekt en des middags de salon binnentredende zou men niet wanen aan boord van een schip te zijn. De tocht, als hij zo blijft voortgaan, kan niet missen de beste indruk op de passagiers te maken. Het kan niet ontkend worden dat alles ge schiedt wat maar mogelijk is om de stoombootlijn van de „Nederland" aan alle billijke vorderingen te doen beant woorden". Op 30 December, nog juist voor het einde van het jaar 1871. keerde de „Prins van Oranje" in de haven Het Nieuwe Diep tent?. Een dag daarvoor Dit is het ss „Willem III", het eerste schip van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" dat door brand ten onder ging. Het schip was 100 meter lang en mat 3.000 ton, verreweg het grootste schip dat, toen de Nieuwedieper 1,1, haven binnenliep. De passageprijs bedroeg voor de eerste klasse f 1.000 of f 700 (al naar de hutten) en f 350 in de tweede klasse. De reia moest con tractueel binnen 50 dagen worden volbracht. was juist het derde schip, de „Prins Hendrik", in Batavia aangekomen, i.i e was dus gelukt. De dienst naar Indië was tot stand gekomen en behoudens wat kleine averijen vooral aan de schroeven had men onderweg niet over tegenslagen te klagen. De lossing op het „Suezveld", zoals de kadegele genheid van de „Nederland" werd ge noemd, nam direct een aanvang en op 13 Januari was men zover dat de „Prins van Oranje" kon worden gedokt. Dat had eerst nog wat moeilijkheden opgeleverd, want er was 'n Den Helder geen enkele particuliere dokgelegen heid, die in staat was om een schip van 3.000 ton te dokken. Hier bracht echter de minister van Marine uitkomst door toe te staan, dat dit en de volgende schepen van de „Nederland" gebruik mochten maken van het Gouverne mentsdroogdok, het tegenwoordige klei ne droge dok. Hier werd het schip van zijn aangroeisels ontdaan, geschilderd er. waar ncdig verder gekalefaat, zodat het op 20 Januari 1872 weer „tot laden gereed" in de haven lag, om op 3 Fe bruari een nieuwe reis naar Indië aan te vangen. INTUSSEN had de ramp nog tal van moeilijkheden opgeleverd. De uit het wrak van de „Willem III" geloste specie was in bewaring genomen door de Bank of England, die voor de bewaring ervan een vrij hoog percentage bedong. Een 'e r.rn e koor,man klaagde de maat schappij aan en stelde haar verantwoor delijk voor het uitbreken van de brand, werd eerst in het gelijk gesteld maar verloor in hoger beroep; terwijl de verkoping van de uit het wrak gebor gen koopmansgoederen in totaal f 60.000 opbracht, wat voor de assuradeuren dus maar een druppel op een gloeiende plaat was. Sindsdien nebben de schepen van de „Nederland" regelmatig hun reizen naar en van Indië gemaakt. De driedui zend ton metende, honderd meter lange schepen van toen zijn r®eds lang ver vangen d»or veel moderner materiaal. Het vlaggeSchip van thans, de „Oranje" meet ruim 20.000 ton en ook de vracht schepen hebben een tonnenmaat die ver boven de toenmalige grootte uitging. Siechtu acht' jaren lang vertrokken de schepen uit Het Nieuwediep. De toast, destijds door directeur Boelen gedaan op de bloei van Den Helder en zijn haven, is niet in vervulling gegaan. In 1879 verplaatste de maatschappij haar etablissementen naar Amsterdam, enke le jaren na het gereedkomen van het Noordzeekanaal. Voor Den Helder bleef gaffel, dat eindigde met een krachtige kanor,nade. Na het einde van het vuurwerk trok ken de mensen uit de „gereserveerde afdeling" naar Tivoli, waar de directie Van de Maatschappij Nederland werd ontvangen. Behalve door de voorzitter van het feestcomité werd gesproken door de burgemeester van Den Helder, mr K. J. C. Stakman Bosse, die hulde bracht aan de directie van de „Neder land", voor de betoonde volharding en energie bij het oprichten van de maat schappij, en tot besluit een toast in stelde op het welslagen van de onder neming. De heer G. J. Boelen, direc teur van de „Nederland", dankte voor de welgemeende woorden en bracht op zijn beurt een toast uit op de welvaart en bloei van de gemeente Den Helder en de haven het Nieuwediep. INTUSSEN kwam diezelfde Zondag avond Prins Hendrik de bescherm heer van de maatschappij, met een extra-trein in Den Helder aan, waar hij verwelkomd werd door de commandant van de Marine, schout bij nacht Van der Meersch, bij wie Z.K.H. zijn intrek nam. Prins Hendrik had van de aan vang af grote belangstelling voor de Maatschappij „Nederland" aan de dag gelegd en presideerde meermalen de directie- en aandeelhoudersvergaderin gen, zodat het geen wonder was, dat hij persoonlijk bij het vertrek van het eerste schin aanwezig wilde zijn. Reeds des Maandags om half tien in de mor gen ging hij aan boord van de „Willem III", waarvan hij zelf marine-officier zijnde de bouw en inrichting ten zeerste be«.'ond""dn - belangstelling, dat hij tot drie uur in de middag aan boord bleef. De ko ninklijke bezoeker vertrok ee^st, toen de „Willem III" in de namiddag van de 18e Mei, uitgeleide gedaan door een grote schare enthousiaste Nieuwedie- pers, zee had gekozen. DEEDS op Zaterdagmorgen 20 Mei kwa men de eerste noodlotstjjdingen bin nen. De trots van de maatschappij Ne derland, de „Willem III", was ter hoog te van Wight door onbekende oorzaak in brand geraakt en moest geheel als verloren worden beschouwd. Allereerst heerste er grote onzekerheid omtrent het lot van de opvarenden en vooral in Het ms „Oranje", het te genwoordige vlaggeschip van de Maatschappij „Ne derland", een drieschroef- motorschip van 20.166 ton met een dienstvaart van 21 mijl per uur, waarbij de oude „Willem UI" ge heel in het niet zinkt. De advertentie-pagina's ver tonen vandaag een heel ander beeld, dan in elk ander num mer van ons blad. Wij brengen nl. een grote advertentie-prijsvraag voor alle lezers van onze courant. De bekende portrettekenaar L. Rotgans uit Rotterdam heeft een groot aantal winkeliers uit Den Helder en omgeving getekend met de bedoeling dat U nu gaat vaststellen wie deze dames en heren zijn- Velen er van kent IJ allicht welanderen weer niet en toch moet U zeggen wie het zijn. Om het U iets gemakkelijker te maken hebben wij de por tretten, welke alle genummerd zijn, voorzien van de eerste en laatste letter van de naam of firmanaam, het adres, en de branche van de firma. Teneinde te voorkomen dat U heen en weer moet bladeren, hebben wij de portretten en de advertenties, welke bij elkaar behoren, op dezelfde pagina geplaatst. Voor enkele zaken zijn meerdere personen afgebeeld. Deze portretten hebben wij een gezamenlijk onderschrift gegeven of een verwijzing naar eikaars nummer. En nu maar aan de slag, want de prijsvraag is, indien U de instructies nauwgezet volgt, in het geheel niet moeilijk. Schrijft U de namen, die U gevonden hebt, op een vel papier en plaatst de namen in volgorde van nummer. Dus bijvoor beeld 1, 2, 3, enz. De nummers 26, 32, 84, 94, 107, 134, 151, 152, 153 en 171 ontbreken. U voorziet deze lijst van Uw naam en adres en zendt die onder bet motto „portrettenprijsvraag" vóór Zaterdag 24 October a.s. aan bet bureau van de Helderse Courant, Koningstraat 6264 Den Helder. Bij meerdere goede oplossingen beslist het lot. niets anders over dan de eer, dat hei, eerste stoomschip van de geregelde lijn dienst op Indië vanuit haar haven was vertrokken. En daar kunnen wij, Jut ters. nog steeds wel een beetje trots op zijn. HUISDUINEN, TEL. 3100 Café-restaurant Dagelijks geopend Unieke gelegenheid voor bruiloften, recepties, soirees, etc. j (Advertentie, Ing. Med Aan boord van Hr Ms „Willem var: der Zaan", die vermoedelijk op Maan dag 26 October uit de Nederlandse?. Antillen in Den Helder terugkeert, be-i vinden zich de volgende stadgenoten: korporaal-machinist J. Winter, Klaail Duitstraat 29; sergeant-machinist F- Boomsma, Binnenhaven 32; schipper J'1 Burgmeijer, Gladiolenstr. 6; bootsman J. G. de Zwarte, Stakman Bossestraatl 32; kwartiermeester W. C. Schouten: Wingerdstraat 53; korporaal-seiner JJ A. Berkeljon. Hortensiastraat 56; ma joor-machinist E. de Graauw, Binnen-i haven 45; sergeant-machinist P. J' Aartsen, Anemonenstraat 39; korpo-' raal-machinist C. Beekma, Landbouw- straat 22, Julianadorp, stoker-olieman' eerste klasse J. Gout,Violenstraat 89;'' stoker-olieman eerste klasse G. H.' Oudshoorn, Coenraad Botstraat 1; sto ker-olieman eerste klasse P. W. J. van!- der Star; Klaas Duitstraat 47; stoker' eerste klasse A. L. van Harmeien, Kru-': gerstraat 59; stoker derde klasse Aj van Urk, Zuidstraat 2: stoker tweedej' klasse H. Zijlstra. Cronjèstraat 13; kor poraal-geschutmaker J. A. FrielingJ Wagenstraat 31; sergeant-electromon-, teur G. Versluijs, Badhuisstraat 32;' korporaal-vuurleidingmonteur N. Ter-; louw, Kemphaanstraat 24; korporaal kok M. C. Talsma. Kemphaanstraat 10.1 Uit een sloot langs een weiland aan de Abel Tasmanstraat werden twee; schapen gehaald, die daarin, bevreesd voor een hond, waren gevlucht. Een inwoonster van Den Helder! werd op heterdaad betrapt, terwijl zij bloemen stal. Via het stationsemplace- ment had zij zich toegang verstrekt tot de tuinen aan de Polderweg. Zij beken de, al tweemaal eerder snijbloemen te hebben ontvreemd. Van Zondag af stond aan de West- ;j gracht een auto geparkeerd. Daar het 1 voertuig geen eigenaar scheen te heb- 'i ben, stelde de politie een onderzoek in. i Toen bleek, dat een matroos de wagen j van zijn schoonmoeder te Rozenbrug had geleend, maar nog niet de tijd had gevonden hem terug te brengen. In de Stakman Bossestraat werd dezer dagen een bewusteloze man aan- getrofen, een sergeant van de Marine. Hij werd naar de Ziekenboeg overge bracht. Het is in de afgelopen jaren herhaal- delijk voorgekomen, dat het gemeente bestuur door derden werd verzocht, be paalde bouwterreinen te reserveren, zonder dat die terreinen binnen redelij ke tijd werden bebouwd. In enkele van die gevallen heeft de gemeente de re- I servering ongedaan gemaakt, in andere t is de bouw met veel vertraging tot stand gekomen. Niet alleen is het bij j deze gang van zaken mogelijk, dat ernstige gegadigden moeten wachten, doch ook worden op deze wijze door de gemeente niet onaanzienlijke rente- verliezen geleden. B. en W. zijn van oordeel, dat aan deze ongewenste toestand een einde i moet worden gemaakt, waartoe zij een aantal richtlijnen hebben opgesteld, welke ter goedkeuring aan de raad f| worden voorgelegd. |i In de Nederlands-Hervormde kerk f te Huisduinen wordt op Vrijdag 23 October een filmavond gehouden, uit gaande van „De macht van het kleine", f de vereniging voor lijders aan vallende i ziekte. Op het programma staat o.m. de i vertoning van de kleurenfilm over epilepsie. ,.Een leven staat op het spel". Hr. Ms. „Jan van Brakel" en Hr. Ms. „Soemba" hebben Nieuwediep gisteren verlaten. Onze haven werd aangedaan door de „Anthony van Leeuwenhoek" van de visserij-inspectie, de kustvaarder „Brandaris" en de palingkotter „Ma- thiase". Gisteravond keerde Hr. Ms. „Zeefakkel" in Den Helder terug.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 3