„Oostbatterij" het oudste fort in Helderse vestinggordel De provinciale indeling der IJselmeerpolders Fort Erfprinswordt ten onrechte aan Napoleon toegeschreven Eerste verdedigingsplan reeds in 1781 opgesteld Steekpartij op een Zweeds schip Uit de geschiedenis van Den Helder (20) Project van Blanken na 1830 voltooid Verdedigingswerken Engelse inval Napoleon: voortzetten Koning Willem I Het kaartje Forten afgedaan Beslissing na de kolonisatie Zuiderzeeraad blijkt ,,de les van de Wieringermeer" te hebben verstaan In haven van Zaandam MARKT BARNEVELD BESOMMINGEN IJMUIDEN VRIJDAG 30 OCTORER 1953 flET IS EEN ALGEMEEN VERBREIDE MENING, dat de forten om Den Helder en aan de kust hun ontstaan aan de grote Napoleon danken. Dat is geen toonder, tvant de eerste en enige keer, dat de fortifi caties om Den Helder dienst hoefden te doen, was tijdens het beleg in de jaren 18131814, toen de Nederlandse vice-admiraal in Franse dienst, C. II. Ver Huell, de vesting Den Helder voor de Franse keizer bezet hield, ruim een half jaar nadat overal in Nederland de bevrijding was aangebroken. Het plan van de fortificaties om Den Helder dateert echter reeds uit de tijd van de laatste stadhouder en ten dele uit de jaren van de Bataafse Republiek. Napoleon heeft later van die plannen inzage ge nomen en er ook zijn goedkeuring aan gehecht. JN DE TEGENWOORDIGE TIJD is een fortenreeks, zoals die om onze stad ligt, nauwelijks van enige waarde. De Linie, met de aarden wal die er achter ligt, kan in deze tijd van mechanisatie van de oorlogvoe ring, van straaljagers, atoombommen en andere superwapens, geen enkele doelmatige verdediging bieden. In de tijd, dat het project ge maakt werd, was dat echter wel het geval. Toen konden middels een paar goed bewapende forten en een verdedigingslinie machtige aan vallers op een afstand worden gehouden. De linie en de forten werden trouwens niet geprojecteerd om de stad Den Helder te beschermen, maar werden in een wijde boog om de havenmond en de maritieme installaties aangelegd. yOORDAT er sprake was van een Noordhollands Kanaal en een Noord zeekanaal was de rede van Texel het verzamelpunt van alle schepen van de grote Zuiderzee-koopstcden. Daar ver zamelden zich de schepen uit Amster dam, Hoorn, Medemblik en Enkhui zen voordat zü uitzeilden. Het Mars diep vormde de toegangsweg tot deze steden en het is geen wonder, dat op het eind van de achttiende eeuw stem men opgingen, die pleitten voor een doelmatige verdediging van deze zeer belangrijke toegangsweg, deze sleutel positie in de levensader van de grote Zuiderzeesteden. Het land van Den Helder en Huis duinen was toen niet veel meer dan wat laagland, dat achter de duinenrij lag. Het Koegras was nog niet inge dijkt en op oude kaarten kan men zien, dat zeer grote delen van het land bij hoog water onder water stonden. Zo erg was het, dat, toen met de aanleg van een bescheiden haveninstallatie nabij de tegenwoordige Koopvaarders- schutssluis een aanvang werd gemaakt, er geen huizen voor de werklieden konden worden gebouwd, maar dat deze mensen op oude linieschepen moesten worden gehuisvest, omdat het land er te drassig was. Stadhouder Willem V had steeds het oog op het Nieuwe Diep gehad om daar een goede oorlogshaven te ma ken. Hij had daartoe in 1779 een teke ning van het Nieuwe Diep laten ver vaardigen door B. Douwcns, en met enige hooggepalatste officieren over legd. Onder dezen was de kapitein ter zee. later vice-admiraal Van Kinsber- gen. De stadhouder wist echter ook, dat de Staten van Holland niet gauw toestemming zouden willen verlenen om aan het Nieuwe Diep een oorlogs haven te bouwen, omdat daarmee de belangen van Hoorn, Enkhuizen en Medemblik waar de havens aan het verzanden waren zouden worden geschaad. Langs een diplomatieke om weg verstonden toen enige voorstan ders in de Staten van Holland zich met de Amsterdamse Admiraliteit, met als gevolg, dat de Stadhouder in April 1781 gemachtigd werd om in overleg met de gecommitteerde raden van Am sterdam en van het Noorderkwartier, het Nieuwediep tot een veilige lig plaats van 's lands schepen van oorlog te maken. £R WERD NIET getalmd met het aanbesteden van de havenwerken, die vooralsnog zouden bestaan uit het maken van een leidam en een vang- dam. dus de toestand zoals wfj die kennen van vóór de aanvang van de tegenwoordige havenwerken. De 5e September 1781 vond de aanbesteding Plaats, waarbjj werd bepaald, dat de oplevering op 1 Augustus 1782 moest geschieden. Door oponthoud hij de aan voer van stenen kwamen de dammen een paar maanden later gereed en wel 'n October 1782. De ebstroom begon dl- rect zijn uitschurend werk, met als ge- Volg, dat in de winter van 1782-'83 reeds uitgeruste en gewapende ooriogs- schrpen de haven konden binnenzeilen tn overwinteren. Nu de vloot een ligplaats in Den Hel der kon hebben, moesten ook de eer ste kustverdedigingswerken worden uitgevoerd. Voorlopig werd volstaan met het maken van een tweetal batte rijen, welke stonden op de plaats van het huidige fort Kijkduin en de latere Oostbatterij. Nadat in 1785 de havenwerken vol gens plan voor een bedrag van zes a zevenhonderdduizend gulden gereed jveren gekomen, oordeelde een door de Staten-Generaal in 1787 benoemde commissie, dat het van zeer grote Waarde zou zijn, als er bij de haven ven dok en werkplaatsen zouden ver- Vijzen. Dit ook in verband met de sleutelpositie, die de haven aan het Nieuwediep in de verdediging van de Zeven Provinciën innam. In 1789 be sloten de Staten van Holland tot het aanleggen van een kielplaats, die door verdedigingswerken zou worden om geven. Om niet de tegenwerking van Amsterdam op te wekken werd toen tevens vastgesteld, dat er geen lands- of particuliere werven, fabrieken of woonhuizen in de nabijheid mochten worden gebouwd. De Controleur-Generaal der Hol- landsche Fortificatiën deed ook een duit in het zakje, roemde de beide (open) batterijen, maar stelde nog een post voor: een goed bewapend fort op de Sluisjesdijk, het fort Oostbatterij. fOEN DE Engelsen in 1799 hun in val deden, landden zij een deel van hun troepen bezuiden de batterij bij Kijkduin en slaagden er in zonder veel moeite de stelling te overmeesteren. Na de verdrijving van de invaller werd uit geldgebrek niet direct begon nen met het versterken van de stel ling. Dat zou tot 1807 duren, toen de commandant van de Zeemacht ter re de van Texel op de zwakke staat van verdediging van Den Helder wees. De Agent van Marine vond daarin aanlei ding de Directeur der Maritieme Wer ken, J. Blanken Jansz., opdracht te ge ven om betere middelen ter bevesti ging van de Texelse Rede, meer be paald van het Nieuwediep, te ontwer pen. Deze Blanken is de man, die de plan nen voor de verdediging van Den Hel der ontwierp. In zijn plannen van 1803 dus ten tijde van de Bataafse Repu bliek stelde hü een omwalling van Den Helder voor, met aan de land- en zeezijde een reeks van forten en batte rijen. In de eerste plaats ontwierp hij een waterfort op het einde van de sluitdam, dus waar jaren later het fort Harssens is gebouwd. Ten tweede te kende hij een fort nabij Kaap Hoofd: Fort Erfprins. Een derde fort moest zijn plaats vinden tussen Huisduinen en het Nieuwe Werk, op de rand van het moerassige gebied: Fort Dirks Ad miraal. De forten zouden onderling worden verbonden door een gemeen schapslinie. E. is toen meteen een aanvang ge maakt met de bouw van deze forten en met het graven van de linie, zodat in datzelfde jaar de haven en de ma ritieme werken door een voorlopige verdediging waren omgeven. Intussen waren de dagen van de Ba taafse Republiek geteld en was in 1806 Lodewijk Napoleon tot Koning van Holland uitgeroepen. Koning Lodewijk bezocht in 1807 Den Helder en was zo verrukt over de ligging daarvan, dat hij aan de ministers van Oorlog en van Marine opdroeg, een plan samen te stellen, dat van Den Helder het grootste arsenaal, de grootste werf en de beste oorlogshavcn van het Ko ninkrijk zou maken. Maar het bleef bij plannen, want Napoleon lijfde in 1809 Nederland bij Frankrijk in. MAPOLEON vond Den Helder wel zo belangrijk, dat hij er zelf een be zoek bracht en aan de reeds eerder genoemde Blanken opdroeg, een ver der plan voor de bevestiging van Den Helder te ontwerpen. In het Rijksar chief is een kaart aanwezig genum merd 3408, waarop de fortenreeks staat aangegeven. Het zijn: (zie ook ons kaartje) Risban (Fort Harssens), La salle (Erfprins) nabij Kaap Hoofd, Morland (Kijkduin)Du Falga ten zui den van Kijkduin, 1'Ecluse (Dirks Ad miraal) en Du Gommier ,Oost- en Westoever). Met vooruitziende blik projecteerde Blanken reeds een kanaal naar Am sterdam, dat hij in een der grachten van Du Gommier liet beginnen. Dit plan werd in 1813 goedgekeurd, maar reeds eerder is met de uitvoering er van, op mondeling bevel van Keizer Napoleon, een begin gemaakt. Toen Verhuell in de jaren 1812 tot 1814 de stelling commandeerde, bestonden de forten Erfprins en Dirks Admiraal reeds, terwijl het fort Kijkduin nog niet gereed was en het fort aan het Nieuwe Werk tijdelijk verlaten werd. Verhuell concentreerde al zijn aan dacht op de forten Kijkduin en Erf. prins om althans de stelling aan de zeezijde zoveel mogelijk te verdedigen. Er waren toen op Erfprins nog geen permanente gebouwen: er stond een aantal houten barakken, die zo goed en zo kwaad als het ging bewoonbaar waren gemaakt. Bovendien stonden de forten Du Gommier en 1'Ecluse in het moerassige, onbedijkte Koegras, van waar zeker geen aanval te duchten was. Om van Erfprins uit de hele stel ling te kunnen bestrijken, liet Ver huell de zware 29 cm mortieren van Kijkduin naar Erfprins overbrengen, waarmee hij tot over de haven heen kon vuren. Het fort Dirks Admiraal (1'Ecluse) liet hij als van geen waarde in de lucht vliegen. ^A DE capitulatie van de Stelling Den Helder in 1814 heeft de regering van Koning Willem I de bestaande ves tingplannen overgenomen. Sta ons toe dat wij, aan de hand van het kaartje, een opsomming geven. Het Pantserfort op de sluitdam, dat wij als „Harssens" kennen, werd door Blanken in 1803 en in 1813 voorgesteld, het werd echter veel later (omstreeks 1870) gebouwd. Het daarnaast door een cirkeltje aangegeven fort Wierhoofd werd als fort voorgesteld in 1803, doch het werd onder Koning Willem I eerst na 1830 gebouwd, evenals de bat terij Louise. Oostbatterjj is het fort aan de Sluisjesdijk, dat reeds in 1781 in de plannen was opgenomen en toen als open batterij werd gebouwd. Hoe wel het later niet meer in de plannen voorkomt is het behouden gebleven en sterk uitgebouwd. Op de plaats van het tegenwoordige fort Vismarkt stond een fort, dat achtereenvolgens de na men heeft gedragen van Hersteller, Constitutie, Batterij tegen de Laan, Roi de Rome. Deze batterij komt in geen enkel plan voor, maar bestond toen Admiraal Verhuell aan Den Hel der commandeerde. Het is toen door hem ontwapend en bestond niet meer. Het Fort Erfprins, in de Franse tijd La Salie geheten, met de batterij Kaap Hoofd, (Westbatterij, Revolutie, Batte- rie Imperiale) dateert als plan ook reeds uit 1781. Het werd niet gebouwd, maar Blanken stelde het weer voor in 1803 en 1813. Er is toen een begin mee gemaakt, maar in zijn tegenwoordige vorm is het pas na 1830 voltooid. Het fort Kijkduin (Morland) stond in de plannen van 1813 en is daarvoor en daarna gebouwd. De batterij teq zui den ervan, La Falga, is door Verhuell opgegeven en komt sindsdien niet meer voor. Het fort Dirks Admiraal werd als een klein fort voorgesteld in 1803. Ver huell kende er geen waarde aan toe en liet het in de lucht vliegen. Vol gens Blanken's plannen van 1813 is het daarna als groter fort herbouwd. De forten Oost- en Westoever vormden tezamen één fort Du Gommier, dat moest dienen ter verdediging van het Nieuwe Werk. Later is dit fort door het Noordhollands Kanaal in twee delen gescheiden. Als plan dateert het van 1813. \\UJ vonden het aardig, de positie van de forten te tekenen op een landkaart van omstreeks 1845. Het stadsgedeelte Nieuwediep was toen nog maar pas in opkomst, de spoorlijn zou eerst twintig jaar later worden gelegd en behalve de Oude Helder stonden er alleen huizen langs de ka nalen. Op de. plaats waar nu de watertoren staat, was een vijsprong van landwe gen. Indien men zich de tegenwoordige toestand goed indenkt, blijkt dat de Spoorstraat al een heel oude straat is; zij is het verlengde van de Middenweg. Evenzo liggen een deel van de Paral lelweg en de Boerhaavestraat in el- kaars verlengde. In de verbinding tus sen fort Dirks Admiraal en het Hel ders Kanaal herkennen we, zij net met enige moeite, de Brakkeveldweg en de Sluisdijkstraat. Een typische bijzonder heid is, dat deze weg een eeuw gele den „Het Schapendijkje" heette. In het verloop van de straten is ver der duidelijk de Polderweg te herken nen, evenals de Javastraat en de Ti- morlaan, die voor het graven van de gemeenschapslinie doorliep cp wat nu „Alkmaarse weg" heet. De directe weg tussen Huisduinen en fort Dirks Ad miraal vinden we terug in de Duinweg en het wegje, dat achter de velden van W.G.W. loopt. Wanneer men in gedachten houdt, dat dit zeer oude wegen zijn, is de bebouwing in de ruimten, die door deze oude wegen worden ingesloten, zeer regelmatig. Uit deze situatie van rneer dan hon derd jaar oud is de plattegrond van het tegenwoordige Den Helder gemak kelijk terug te vinden. Zoals we reeds zeiden: het is een misvatting te menen, dat het forten- stelsel van deze stad gebouwd werd om de stad te verdedigen. Er was geen stad en het was allerminst de bedoeling van hunne HoogMogenden uit 1781, dat hier een stad zou ontstaan. De opzet was enkel en alleen, hier een veilige ligplaats voor de oorlogssche pen te maken, met een kielplaats, waar de schepen „gekield" konden worden, om ze schoon te maken en/of van een nieuwe koperen huid te voorzien. Daarom ook zijn de forten in zo'n wij de boog om de haven heen gebouwd. Maar zoals het zo vaak met plannen gaat: als er aan begonnen wordt is er nog geen eind in het zicht. Het gra ven van het Noordhollands kanaal was een eerste stap tot uitbreiding van onze stad. En later, toen vrijwel alle maritieme installaties hier werden geconcentreerd, er een Rijkswerf werd gebouwd en de vloot zich uitbreidde, raakte het woongebied binnen de linie geheel volgebouwd. Nu, met de uit voering van de nieuwe havenwerken, zal er weer een toevloed van bevol king naar Den Helder komen. Dit heeft reeds geresulteerd in het maken van een woonwijk buiten de linie. Zonder twijfel zullen binnen niet al te lange tijd huizen verrijzen op het land, dat een eeuw geleden nog slechts een dras sig, niet bedijkt moeras was. yyiJ JUTTERS zijn gaarne trots op onze forten. Maar zU hebben afge daan. De enige maal dat zij werkelijk dienst hebben gedaan, was tijdens het beleg van 1813/1814, waarop wij bin nenkort in een afzonderlijk artikel terugkomen. In Erfprins is nu de Ar- tillerieschool der Koninklijke Marine gevestigd, het Y°°rmali8e fort Oost batterij huisvest de „Navgis" (naviga- tie-gevechts-informatieschool) en het fort Dirks Admiraal doet dienst als oefenbasis voor luchtdoelgeschut. Met dat doel zijn deze forten nimmer ge bouwd. Zij werden gebouwd ter ver dediging van de belangrijke marine basis Den Helder. Zij hebben mis schien gelukkig alleen hun dreigen de vuurmonden naar buiten gestoken. In deze twintigste eeuw zijn zü alleen nog maar een herinnering aan de tijd, dat met een aarden wal, een gracht en een geringe bezetting een heel leger en een gehele vloot konden worden tegengehouden. (Van onze correspondent te Middenmeer). „MA RIJPE OVERWEGING spreekt de Raad thans geen enkele voorkeur uit, hetzij voor indeling van de Noordoostpolder en de Zindelijke P^ers, inbegrepen de daarin opgenomen eilanden, bij de aangrenzende Provincies, hetzij voor de vorming van een twaalfde gewest. De Raad kwam ™htcrr eeri- stemmig tot de conclusie, dat de definitieve beslissing over deze vraag kan en moet worden aangehouden tot het ti jdstip, waarop^ droogmaking p'< kolonisatie der polders ver genoeg zijn gevorderd Aldus de aanhef van d van de Zuiderzeeraad in een advies, neergelegd in een uitvoerig rapport aa de minister van Verkeer en Waterstaat, dat dezer dagen is verschenen. I-JET RAPPORT gaat vergezeld van een nota van de minister van Ver keer en Waterstaat, waarin de opdracht van de Zuiderzeeraad is vervat. De nola begint met een historisch over zicht van het ontstaan der provinciale grenzen. Het in Nederland gehuldigde stelsel van territoriale decentralisatie brengt met zich, dat het land in pro vinciën is verdeeld Nieuw gewonnen land, zoals het gebied van de IJsel meerpolders, zal daarom provinciaal ingedeeld moeten worden. Daarbij rij zen de vragen hoe en wanneer de pro vinciale indeling van de IJselmeerpol ders dient te geschieden. Wij zullen in dit bestek geen pro of contra laten horen in de kwestie aansluiting bij aangrenzende provin cies of een twaalfde provincie. Wat ons echter bij het doorlezen van het rapport opviel is, dat de manier waarop dit rapport tot stand is ge komen zoveel afwijkt van de wijze waarmee men deze zaken voorheen in de Wieringermeer behandelde. De Zuiderzeeraad heeft o.i. terecht op het standpunt gestaan, dat oyer zo'n gewichtige zaak als die van de provin ciale indeling de bevolking gehoord diende te worden. De Zuiderzeeraad heeft voor het uit brengen van zijn advies aan de minis ter diverse commissies uit de bevolking van de Noordoostpolder haar mening laten zeggen. Alle schakeringen en ge ledingen kwamen daarbij aan bod. Dit „peilen van de volksstem" is niet als een samenvatting in het verslag ver werkt. Van het gesprokene is een ste nografisch verslag gemaakt en in zijn geheel opgenomen. Blijkbaar hebben de regering en de Zuiderzeeraad lering getrokken uit de ontstemming die indertijd in de Wie ringermeer heerste over de mentaliteit in ambtelijke kringen. Deze wilden immers in de eerste Zuiderzeepolder regeren op de wijze van: „Over U, met U, doch zonder U". Reeds in 1935, toen het ontwerp van wet tot instelling van Openbare Licha men voor drooggelegde en nog droog Vannacht omstreeks een uur heeft aan boord van het Zweedse stoomschip „Signorita" in de haven van Zaandam een steekpartij plaats gehad, waarbij een twintigjarige Deense matroos met een mes ernstig in de buik werd ge wond. Nadat zes matrozen van de houtboot in Zaandam aan het passa gieren waren geweest, begaven zij zich in gezelschap van twee Zaandamse meisjes (ondanks een streng verbod om vrouwen mee aan boord te nemen) weer aan boord van de „Signorita". Hier ontstond plotseling een ruzie, waarbij een achttienjarige Deen zijn twintigjarige landgenoot met een mes in de buik stak. De meisjes wisten on gemerkt van boord te komen, nadat een van hen waarschijnlijk het mes in de haven had geworpen. Het slacht offer werd naar een ziekenhuis over gebracht, waar operatief moest wor den ingegrepen. De kapitein van de „Signorita", die door de Nederlandse wachtman was gealarmeerd, had ge weigerd zich met de affaire te be moeien en was in zijn hut gebleven. te leggen delen van het IJselmeer aan de Staten-Generaal werd aangeboden, heeft de bevolking van Wieringermeer zich tot de Ministerraad gewend met het verzoek om in ieder geval, aan de in te stellen bestuursorganen, waaraan verordende bevoegdheid werd toege kend, een adviescollege uit de ingeze tenen, gekozen op dezelfde wijze als een gemeenteraad, te verbinden. De regering wenste zich echter een voorzichtig financieel beleid te verze keren en daarom benoeming en ont slag van de leden der bestuurscommis sie in eigen hand te houden. Het gevolg was, dat de Wieringer meer per 1 Januari 1938 een bestuurs commissie kreeg. Deze bestond uit vijf ambtenaren (buiten de polder woon achtig), terwijl een viertal ingezetenen aan de commissie werd toegevoegd, echter zonder dat de bevolking ook maar enige invloed had op de benoe ming van deze mensen. Het doet daar om goed, dat het in de Noordoostpol der zo geheel anders gaat. Ook daar heeft men nog de toestand zoals de Wieringermeer vóór 1946. Doch men heeft daar wél een Poldercommissie, gekozen door de bevolking op dezelfde wijze als een gemeenteraad tot stand komt. De dagelijkse bestuurders van deze commissie hebben dezelfde functie als wethouders. Het is een adviescol lege, doch in de practijk is wel geble ken, dat men met de opmerkingen in de vergaderingen van deze Poldercom missie ernstig rekening houdt. Over het rapport inzake de provin ciale indeling der IJselmeerpolders zou den we nog een enkele opmerking wil len maken. Uiteraard komt de Wieringermeer nogal eens in het verslag voor. Zo lezen wij o.a.: „De Wieringermeer is indertijd geruisloos bij Noord-Hol land ingedeeld en overwegende be zwaren zijn hieruit niet voortgeko men. Een soortgelijke oplossing zou voor de overige polders kunnen wor den gekozen". Het wil ons voorkomen, dat de „ge ruisloze" indeling van Wieringermeer bij Noord-Holland een juiste beslissing is geweest. De Wieringermeer grenst aan soortgelijke polders als Waard en Groet, Wieringerwaard en Anna Pau- lowna. Voor de Noordoostpolder en de overige nog droog te leggen polders ligt dit echter geheel anders. De pro vincies waaraan deze polders zullen grenzen, hebben een geheel andere bo demstructuur. Men denke bijv. maar aan de bedrijven in Overijsel, Gelder land en Utrecht, die van een geheel andere structuur zijn dan de bedrijven in de IJselmeerpolders. Voor de Noord oostpolder is de moeilijkheid, dat hij aan twee provincies grenst: Friesland en Overijsel. De Zuidoostelijke polder zal echter grenzen aan vier provincies: Overijsel, Gelderland, Utrecht en Noord Holland. De Zuidwestelijke polder heeft alleen te maken met Noord-Hol land. Wanneer men de drie grote polders op de kaart bij elkaar ziet liggen, dan lijkt het ons best mogelijk hiervan een provinciale eenheid te vormen, een provincie van dezelfde orde als Zee land en met een vrijwel gelijk zielental. BARNNEVELD, 29/10. Pluimvee- markt: aanvoer ca 37.000 stuks. Handel in slachtkippen vlug, in piepkuikens traag. Prijzen: slachtkippen lichte ras sen f '.85f 1.9:, zware rassen f 1.90 f 2.00, piepkuikens f 2.25—f 2.50, zware kuikens f 2.45—f 2.60, alles per kg. Overige per stuk: oude eenden f 0.80 f 1.80, tamme konijnen f 2.75f 7.50, tamme jonge duiven 0.50—0.60, hazen f 3.50—f 6.25, wilde konijnen f 1.50— f 1.75, fazanten f 3.25—f 4.25, patrijzen f 1—f 2.50. Eiermarkt: aanvoer ca 1.800.000 stuks. Handel vlug. Prijzen: kippeneieren 20.0020.50, algemene prijs 20.30 per 100 stuks, kiloprijs f 2.28, hennen- eieren f 12.50—f 17.00, algemene prijs f 14.30 per 100 stuks, kiloprijs 2 2.75. Veluwse eierveiling „Barneveld-Ede". Aanvoer ca 950.000 stuks. Handel stug. Prijzen: eieren van 48/50 gram f 13.10 f 13.41, eieren van 50/60 gram f 13.92 f 19.00, eieren van 60/65 gram f 19.31 f 20.71. per 100 stuks. Varkensmarkt. Aanvoer ca 190 stuks. Handel traag. Prijzen: biggen f 36.00—f 48.00, drachtige zeugen f 250.00 f 350.00, alles per stuk. De besommingen van gisteren waren: RO 15 „Antje" f 15.210.IJm. 1 „Tzon- ne" f 20.900.—: IJm. 38 „Zeelandia" f 9130.—; 1 trawler met f 23.900.—; IJm. 14 f 10.860.—: IJm. 221 f 9140.—: Kw. 123 f 7560.—; HD 79 f 11.820.—; HD 125 f 3315.De totale aanvoer bedroeg 8320 kisten. Prijzen per 1 kg: heilbot 1.85— 2 40; gr. tong 3.15—2.90, grm. tong 2.37 2-12, kim. tong 2 29—2.08, kl. tong II 1.61—1.45, kl. tong II 1.12—098; tarbot I 2.10—1.80; Per 50 kg: tarbot IV 40.—; tongschar 66—55.50; grm schol 57, kim. schol 49—46, kl. schol. I 42, kl. schol II 42—18, schar 22—12: v. haring 13—10.50; makreel 23—19.50; gr. schelvis 48—43, grm. schelvis 55—42, kim, schelvis 48— 40, kl. schelvis I 45—36, kl schelvis II 30—8; wijting 26—8; gr gul 50, mid. gul 4.3—38, kl. gul 28—21; ham 84—74; poon tjes 18—11: kl. rode poon II 16.50. Per 125 kg: gr. kabeljauw 184—120; gr. kool- vis wit 96—80; gr. leng 84. De Amerikaanse vlieger Everest haalde met een Super Sabre gisteren een nieuw snelheidsrecord door met wind mee 1234 km per uur te vliegen. Met wind tegen bereikte hij 1195 km per uur.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1953 | | pagina 3