„Oostbatterij" het oudste fort in
Helderse vestinggordel
De provinciale indeling
der IJselmeerpolders
Fort Erfprinswordt ten onrechte
aan Napoleon toegeschreven
Eerste verdedigingsplan reeds
in 1781 opgesteld
Steekpartij op een
Zweeds schip
Uit de geschiedenis van Den Helder (20)
Project van Blanken
na 1830 voltooid
Verdedigingswerken
Engelse inval
Napoleon: voortzetten
Koning Willem I
Het kaartje
Forten afgedaan
Beslissing na de kolonisatie
Zuiderzeeraad blijkt ,,de les van de
Wieringermeer" te hebben verstaan
In haven van Zaandam
MARKT BARNEVELD
BESOMMINGEN IJMUIDEN
VRIJDAG 30 OCTORER 1953
flET IS EEN ALGEMEEN VERBREIDE MENING,
dat de forten om Den Helder en aan de kust hun
ontstaan aan de grote Napoleon danken. Dat is geen
toonder, tvant de eerste en enige keer, dat de fortifi
caties om Den Helder dienst hoefden te doen, was
tijdens het beleg in de jaren 18131814, toen de
Nederlandse vice-admiraal in Franse dienst, C. II.
Ver Huell, de vesting Den Helder voor de Franse
keizer bezet hield, ruim een half jaar nadat overal in
Nederland de bevrijding was aangebroken.
Het plan van de fortificaties om Den Helder dateert
echter reeds uit de tijd van de laatste stadhouder en
ten dele uit de jaren van de Bataafse Republiek.
Napoleon heeft later van die plannen inzage ge
nomen en er ook zijn goedkeuring aan gehecht.
JN DE TEGENWOORDIGE TIJD is een fortenreeks, zoals die om onze
stad ligt, nauwelijks van enige waarde. De Linie, met de aarden wal
die er achter ligt, kan in deze tijd van mechanisatie van de oorlogvoe
ring, van straaljagers, atoombommen en andere superwapens, geen
enkele doelmatige verdediging bieden. In de tijd, dat het project ge
maakt werd, was dat echter wel het geval. Toen konden middels een
paar goed bewapende forten en een verdedigingslinie machtige aan
vallers op een afstand worden gehouden. De linie en de forten werden
trouwens niet geprojecteerd om de stad Den Helder te beschermen,
maar werden in een wijde boog om de havenmond en de maritieme
installaties aangelegd.
yOORDAT er sprake was van een
Noordhollands Kanaal en een Noord
zeekanaal was de rede van Texel het
verzamelpunt van alle schepen van de
grote Zuiderzee-koopstcden. Daar ver
zamelden zich de schepen uit Amster
dam, Hoorn, Medemblik en Enkhui
zen voordat zü uitzeilden. Het Mars
diep vormde de toegangsweg tot deze
steden en het is geen wonder, dat op
het eind van de achttiende eeuw stem
men opgingen, die pleitten voor een
doelmatige verdediging van deze zeer
belangrijke toegangsweg, deze sleutel
positie in de levensader van de grote
Zuiderzeesteden.
Het land van Den Helder en Huis
duinen was toen niet veel meer dan
wat laagland, dat achter de duinenrij
lag. Het Koegras was nog niet inge
dijkt en op oude kaarten kan men zien,
dat zeer grote delen van het land bij
hoog water onder water stonden. Zo
erg was het, dat, toen met de aanleg
van een bescheiden haveninstallatie
nabij de tegenwoordige Koopvaarders-
schutssluis een aanvang werd gemaakt,
er geen huizen voor de werklieden
konden worden gebouwd, maar dat
deze mensen op oude linieschepen
moesten worden gehuisvest, omdat het
land er te drassig was.
Stadhouder Willem V had steeds het
oog op het Nieuwe Diep gehad om
daar een goede oorlogshaven te ma
ken. Hij had daartoe in 1779 een teke
ning van het Nieuwe Diep laten ver
vaardigen door B. Douwcns, en met
enige hooggepalatste officieren over
legd. Onder dezen was de kapitein ter
zee. later vice-admiraal Van Kinsber-
gen. De stadhouder wist echter ook,
dat de Staten van Holland niet gauw
toestemming zouden willen verlenen
om aan het Nieuwe Diep een oorlogs
haven te bouwen, omdat daarmee de
belangen van Hoorn, Enkhuizen en
Medemblik waar de havens aan het
verzanden waren zouden worden
geschaad. Langs een diplomatieke om
weg verstonden toen enige voorstan
ders in de Staten van Holland zich
met de Amsterdamse Admiraliteit, met
als gevolg, dat de Stadhouder in April
1781 gemachtigd werd om in overleg
met de gecommitteerde raden van Am
sterdam en van het Noorderkwartier,
het Nieuwediep tot een veilige lig
plaats van 's lands schepen van oorlog
te maken.
£R WERD NIET getalmd met het
aanbesteden van de havenwerken,
die vooralsnog zouden bestaan uit het
maken van een leidam en een vang-
dam. dus de toestand zoals wfj die
kennen van vóór de aanvang van de
tegenwoordige havenwerken. De 5e
September 1781 vond de aanbesteding
Plaats, waarbjj werd bepaald, dat de
oplevering op 1 Augustus 1782 moest
geschieden. Door oponthoud hij de aan
voer van stenen kwamen de dammen
een paar maanden later gereed en wel
'n October 1782. De ebstroom begon dl-
rect zijn uitschurend werk, met als ge-
Volg, dat in de winter van 1782-'83
reeds uitgeruste en gewapende ooriogs-
schrpen de haven konden binnenzeilen
tn overwinteren.
Nu de vloot een ligplaats in Den Hel
der kon hebben, moesten ook de eer
ste kustverdedigingswerken worden
uitgevoerd. Voorlopig werd volstaan
met het maken van een tweetal batte
rijen, welke stonden op de plaats van
het huidige fort Kijkduin en de latere
Oostbatterij.
Nadat in 1785 de havenwerken vol
gens plan voor een bedrag van zes a
zevenhonderdduizend gulden gereed
jveren gekomen, oordeelde een door de
Staten-Generaal in 1787 benoemde
commissie, dat het van zeer grote
Waarde zou zijn, als er bij de haven
ven dok en werkplaatsen zouden ver-
Vijzen. Dit ook in verband met de
sleutelpositie, die de haven aan het
Nieuwediep in de verdediging van de
Zeven Provinciën innam. In 1789 be
sloten de Staten van Holland tot het
aanleggen van een kielplaats, die door
verdedigingswerken zou worden om
geven. Om niet de tegenwerking van
Amsterdam op te wekken werd toen
tevens vastgesteld, dat er geen lands-
of particuliere werven, fabrieken of
woonhuizen in de nabijheid mochten
worden gebouwd.
De Controleur-Generaal der Hol-
landsche Fortificatiën deed ook een
duit in het zakje, roemde de beide
(open) batterijen, maar stelde nog een
post voor: een goed bewapend fort op
de Sluisjesdijk, het fort Oostbatterij.
fOEN DE Engelsen in 1799 hun in
val deden, landden zij een deel van
hun troepen bezuiden de batterij bij
Kijkduin en slaagden er in zonder veel
moeite de stelling te overmeesteren.
Na de verdrijving van de invaller
werd uit geldgebrek niet direct begon
nen met het versterken van de stel
ling. Dat zou tot 1807 duren, toen de
commandant van de Zeemacht ter re
de van Texel op de zwakke staat van
verdediging van Den Helder wees. De
Agent van Marine vond daarin aanlei
ding de Directeur der Maritieme Wer
ken, J. Blanken Jansz., opdracht te ge
ven om betere middelen ter bevesti
ging van de Texelse Rede, meer be
paald van het Nieuwediep, te ontwer
pen.
Deze Blanken is de man, die de plan
nen voor de verdediging van Den Hel
der ontwierp. In zijn plannen van 1803
dus ten tijde van de Bataafse Repu
bliek stelde hü een omwalling van
Den Helder voor, met aan de land- en
zeezijde een reeks van forten en batte
rijen. In de eerste plaats ontwierp hij
een waterfort op het einde van de
sluitdam, dus waar jaren later het fort
Harssens is gebouwd. Ten tweede te
kende hij een fort nabij Kaap Hoofd:
Fort Erfprins. Een derde fort moest
zijn plaats vinden tussen Huisduinen
en het Nieuwe Werk, op de rand van
het moerassige gebied: Fort Dirks Ad
miraal. De forten zouden onderling
worden verbonden door een gemeen
schapslinie.
E. is toen meteen een aanvang ge
maakt met de bouw van deze forten
en met het graven van de linie, zodat
in datzelfde jaar de haven en de ma
ritieme werken door een voorlopige
verdediging waren omgeven.
Intussen waren de dagen van de Ba
taafse Republiek geteld en was in 1806
Lodewijk Napoleon tot Koning van
Holland uitgeroepen. Koning Lodewijk
bezocht in 1807 Den Helder en was zo
verrukt over de ligging daarvan, dat
hij aan de ministers van Oorlog en
van Marine opdroeg, een plan samen
te stellen, dat van Den Helder het
grootste arsenaal, de grootste werf en
de beste oorlogshavcn van het Ko
ninkrijk zou maken. Maar het bleef bij
plannen, want Napoleon lijfde in 1809
Nederland bij Frankrijk in.
MAPOLEON vond Den Helder wel zo
belangrijk, dat hij er zelf een be
zoek bracht en aan de reeds eerder
genoemde Blanken opdroeg, een ver
der plan voor de bevestiging van Den
Helder te ontwerpen. In het Rijksar
chief is een kaart aanwezig genum
merd 3408, waarop de fortenreeks staat
aangegeven. Het zijn: (zie ook ons
kaartje) Risban (Fort Harssens), La
salle (Erfprins) nabij Kaap Hoofd,
Morland (Kijkduin)Du Falga ten zui
den van Kijkduin, 1'Ecluse (Dirks Ad
miraal) en Du Gommier ,Oost- en
Westoever).
Met vooruitziende blik projecteerde
Blanken reeds een kanaal naar Am
sterdam, dat hij in een der grachten
van Du Gommier liet beginnen. Dit
plan werd in 1813 goedgekeurd, maar
reeds eerder is met de uitvoering er
van, op mondeling bevel van Keizer
Napoleon, een begin gemaakt. Toen
Verhuell in de jaren 1812 tot 1814 de
stelling commandeerde, bestonden de
forten Erfprins en Dirks Admiraal
reeds, terwijl het fort Kijkduin nog
niet gereed was en het fort aan het
Nieuwe Werk tijdelijk verlaten werd.
Verhuell concentreerde al zijn aan
dacht op de forten Kijkduin en Erf.
prins om althans de stelling aan de
zeezijde zoveel mogelijk te verdedigen.
Er waren toen op Erfprins nog geen
permanente gebouwen: er stond een
aantal houten barakken, die zo goed
en zo kwaad als het ging bewoonbaar
waren gemaakt. Bovendien stonden de
forten Du Gommier en 1'Ecluse in het
moerassige, onbedijkte Koegras, van
waar zeker geen aanval te duchten
was. Om van Erfprins uit de hele stel
ling te kunnen bestrijken, liet Ver
huell de zware 29 cm mortieren van
Kijkduin naar Erfprins overbrengen,
waarmee hij tot over de haven heen
kon vuren. Het fort Dirks Admiraal
(1'Ecluse) liet hij als van geen waarde
in de lucht vliegen.
^A DE capitulatie van de Stelling Den
Helder in 1814 heeft de regering van
Koning Willem I de bestaande ves
tingplannen overgenomen. Sta ons toe
dat wij, aan de hand van het kaartje,
een opsomming geven.
Het Pantserfort op de sluitdam, dat
wij als „Harssens" kennen, werd door
Blanken in 1803 en in 1813 voorgesteld,
het werd echter veel later (omstreeks
1870) gebouwd. Het daarnaast door een
cirkeltje aangegeven fort Wierhoofd
werd als fort voorgesteld in 1803,
doch het werd onder Koning Willem I
eerst na 1830 gebouwd, evenals de bat
terij Louise. Oostbatterjj is het fort
aan de Sluisjesdijk, dat reeds in 1781
in de plannen was opgenomen en toen
als open batterij werd gebouwd. Hoe
wel het later niet meer in de plannen
voorkomt is het behouden gebleven en
sterk uitgebouwd. Op de plaats van
het tegenwoordige fort Vismarkt stond
een fort, dat achtereenvolgens de na
men heeft gedragen van Hersteller,
Constitutie, Batterij tegen de Laan,
Roi de Rome. Deze batterij komt in
geen enkel plan voor, maar bestond
toen Admiraal Verhuell aan Den Hel
der commandeerde. Het is toen door
hem ontwapend en bestond niet meer.
Het Fort Erfprins, in de Franse tijd
La Salie geheten, met de batterij Kaap
Hoofd, (Westbatterij, Revolutie, Batte-
rie Imperiale) dateert als plan ook
reeds uit 1781. Het werd niet gebouwd,
maar Blanken stelde het weer voor in
1803 en 1813. Er is toen een begin mee
gemaakt, maar in zijn tegenwoordige
vorm is het pas na 1830 voltooid. Het
fort Kijkduin (Morland) stond in de
plannen van 1813 en is daarvoor en
daarna gebouwd. De batterij teq zui
den ervan, La Falga, is door Verhuell
opgegeven en komt sindsdien niet meer
voor.
Het fort Dirks Admiraal werd als
een klein fort voorgesteld in 1803. Ver
huell kende er geen waarde aan toe
en liet het in de lucht vliegen. Vol
gens Blanken's plannen van 1813 is
het daarna als groter fort herbouwd.
De forten Oost- en Westoever vormden
tezamen één fort Du Gommier, dat
moest dienen ter verdediging van het
Nieuwe Werk. Later is dit fort door
het Noordhollands Kanaal in twee
delen gescheiden. Als plan dateert het
van 1813.
\\UJ vonden het aardig, de positie
van de forten te tekenen op een
landkaart van omstreeks 1845. Het
stadsgedeelte Nieuwediep was toen
nog maar pas in opkomst, de spoorlijn
zou eerst twintig jaar later worden
gelegd en behalve de Oude Helder
stonden er alleen huizen langs de ka
nalen.
Op de. plaats waar nu de watertoren
staat, was een vijsprong van landwe
gen. Indien men zich de tegenwoordige
toestand goed indenkt, blijkt dat de
Spoorstraat al een heel oude straat is;
zij is het verlengde van de Middenweg.
Evenzo liggen een deel van de Paral
lelweg en de Boerhaavestraat in el-
kaars verlengde. In de verbinding tus
sen fort Dirks Admiraal en het Hel
ders Kanaal herkennen we, zij net met
enige moeite, de Brakkeveldweg en de
Sluisdijkstraat. Een typische bijzonder
heid is, dat deze weg een eeuw gele
den „Het Schapendijkje" heette.
In het verloop van de straten is ver
der duidelijk de Polderweg te herken
nen, evenals de Javastraat en de Ti-
morlaan, die voor het graven van de
gemeenschapslinie doorliep cp wat nu
„Alkmaarse weg" heet. De directe weg
tussen Huisduinen en fort Dirks Ad
miraal vinden we terug in de Duinweg
en het wegje, dat achter de velden
van W.G.W. loopt. Wanneer men in
gedachten houdt, dat dit zeer oude
wegen zijn, is de bebouwing in de
ruimten, die door deze oude wegen
worden ingesloten, zeer regelmatig.
Uit deze situatie van rneer dan hon
derd jaar oud is de plattegrond van
het tegenwoordige Den Helder gemak
kelijk terug te vinden.
Zoals we reeds zeiden: het is een
misvatting te menen, dat het forten-
stelsel van deze stad gebouwd werd
om de stad te verdedigen. Er was
geen stad en het was allerminst de
bedoeling van hunne HoogMogenden
uit 1781, dat hier een stad zou ontstaan.
De opzet was enkel en alleen, hier een
veilige ligplaats voor de oorlogssche
pen te maken, met een kielplaats, waar
de schepen „gekield" konden worden,
om ze schoon te maken en/of van een
nieuwe koperen huid te voorzien.
Daarom ook zijn de forten in zo'n wij
de boog om de haven heen gebouwd.
Maar zoals het zo vaak met plannen
gaat: als er aan begonnen wordt is
er nog geen eind in het zicht. Het gra
ven van het Noordhollands kanaal
was een eerste stap tot uitbreiding
van onze stad. En later, toen vrijwel
alle maritieme installaties hier werden
geconcentreerd, er een Rijkswerf werd
gebouwd en de vloot zich uitbreidde,
raakte het woongebied binnen de linie
geheel volgebouwd. Nu, met de uit
voering van de nieuwe havenwerken,
zal er weer een toevloed van bevol
king naar Den Helder komen. Dit heeft
reeds geresulteerd in het maken van
een woonwijk buiten de linie. Zonder
twijfel zullen binnen niet al te lange
tijd huizen verrijzen op het land, dat
een eeuw geleden nog slechts een dras
sig, niet bedijkt moeras was.
yyiJ JUTTERS zijn gaarne trots op
onze forten. Maar zU hebben afge
daan. De enige maal dat zij werkelijk
dienst hebben gedaan, was tijdens het
beleg van 1813/1814, waarop wij bin
nenkort in een afzonderlijk artikel
terugkomen. In Erfprins is nu de Ar-
tillerieschool der Koninklijke Marine
gevestigd, het Y°°rmali8e fort Oost
batterij huisvest de „Navgis" (naviga-
tie-gevechts-informatieschool) en het
fort Dirks Admiraal doet dienst als
oefenbasis voor luchtdoelgeschut. Met
dat doel zijn deze forten nimmer ge
bouwd. Zij werden gebouwd ter ver
dediging van de belangrijke marine
basis Den Helder. Zij hebben mis
schien gelukkig alleen hun dreigen
de vuurmonden naar buiten gestoken.
In deze twintigste eeuw zijn zü alleen
nog maar een herinnering aan de tijd,
dat met een aarden wal, een gracht en
een geringe bezetting een heel leger
en een gehele vloot konden worden
tegengehouden.
(Van onze correspondent te Middenmeer).
„MA RIJPE OVERWEGING spreekt de Raad thans geen enkele voorkeur uit,
hetzij voor indeling van de Noordoostpolder en de Zindelijke P^ers,
inbegrepen de daarin opgenomen eilanden, bij de aangrenzende Provincies,
hetzij voor de vorming van een twaalfde gewest. De Raad kwam ™htcrr eeri-
stemmig tot de conclusie, dat de definitieve beslissing over deze vraag kan en
moet worden aangehouden tot het ti jdstip, waarop^ droogmaking p'< kolonisatie
der polders ver genoeg zijn gevorderd Aldus de aanhef van d
van de Zuiderzeeraad in een advies, neergelegd in een uitvoerig rapport aa
de minister van Verkeer en Waterstaat, dat dezer dagen is verschenen.
I-JET RAPPORT gaat vergezeld van
een nota van de minister van Ver
keer en Waterstaat, waarin de opdracht
van de Zuiderzeeraad is vervat. De
nola begint met een historisch over
zicht van het ontstaan der provinciale
grenzen. Het in Nederland gehuldigde
stelsel van territoriale decentralisatie
brengt met zich, dat het land in pro
vinciën is verdeeld Nieuw gewonnen
land, zoals het gebied van de IJsel
meerpolders, zal daarom provinciaal
ingedeeld moeten worden. Daarbij rij
zen de vragen hoe en wanneer de pro
vinciale indeling van de IJselmeerpol
ders dient te geschieden.
Wij zullen in dit bestek geen pro
of contra laten horen in de kwestie
aansluiting bij aangrenzende provin
cies of een twaalfde provincie. Wat
ons echter bij het doorlezen van het
rapport opviel is, dat de manier
waarop dit rapport tot stand is ge
komen zoveel afwijkt van de wijze
waarmee men deze zaken voorheen
in de Wieringermeer behandelde.
De Zuiderzeeraad heeft o.i. terecht
op het standpunt gestaan, dat oyer zo'n
gewichtige zaak als die van de provin
ciale indeling de bevolking gehoord
diende te worden.
De Zuiderzeeraad heeft voor het uit
brengen van zijn advies aan de minis
ter diverse commissies uit de bevolking
van de Noordoostpolder haar mening
laten zeggen. Alle schakeringen en ge
ledingen kwamen daarbij aan bod. Dit
„peilen van de volksstem" is niet als
een samenvatting in het verslag ver
werkt. Van het gesprokene is een ste
nografisch verslag gemaakt en in zijn
geheel opgenomen.
Blijkbaar hebben de regering en de
Zuiderzeeraad lering getrokken uit de
ontstemming die indertijd in de Wie
ringermeer heerste over de mentaliteit
in ambtelijke kringen. Deze wilden
immers in de eerste Zuiderzeepolder
regeren op de wijze van: „Over U, met
U, doch zonder U".
Reeds in 1935, toen het ontwerp van
wet tot instelling van Openbare Licha
men voor drooggelegde en nog droog
Vannacht omstreeks een uur heeft
aan boord van het Zweedse stoomschip
„Signorita" in de haven van Zaandam
een steekpartij plaats gehad, waarbij
een twintigjarige Deense matroos met
een mes ernstig in de buik werd ge
wond. Nadat zes matrozen van de
houtboot in Zaandam aan het passa
gieren waren geweest, begaven zij zich
in gezelschap van twee Zaandamse
meisjes (ondanks een streng verbod
om vrouwen mee aan boord te nemen)
weer aan boord van de „Signorita".
Hier ontstond plotseling een ruzie,
waarbij een achttienjarige Deen zijn
twintigjarige landgenoot met een mes
in de buik stak. De meisjes wisten on
gemerkt van boord te komen, nadat
een van hen waarschijnlijk het mes in
de haven had geworpen. Het slacht
offer werd naar een ziekenhuis over
gebracht, waar operatief moest wor
den ingegrepen. De kapitein van de
„Signorita", die door de Nederlandse
wachtman was gealarmeerd, had ge
weigerd zich met de affaire te be
moeien en was in zijn hut gebleven.
te leggen delen van het IJselmeer aan
de Staten-Generaal werd aangeboden,
heeft de bevolking van Wieringermeer
zich tot de Ministerraad gewend met
het verzoek om in ieder geval, aan de
in te stellen bestuursorganen, waaraan
verordende bevoegdheid werd toege
kend, een adviescollege uit de ingeze
tenen, gekozen op dezelfde wijze als
een gemeenteraad, te verbinden.
De regering wenste zich echter een
voorzichtig financieel beleid te verze
keren en daarom benoeming en ont
slag van de leden der bestuurscommis
sie in eigen hand te houden.
Het gevolg was, dat de Wieringer
meer per 1 Januari 1938 een bestuurs
commissie kreeg. Deze bestond uit vijf
ambtenaren (buiten de polder woon
achtig), terwijl een viertal ingezetenen
aan de commissie werd toegevoegd,
echter zonder dat de bevolking ook
maar enige invloed had op de benoe
ming van deze mensen. Het doet daar
om goed, dat het in de Noordoostpol
der zo geheel anders gaat. Ook daar
heeft men nog de toestand zoals de
Wieringermeer vóór 1946. Doch men
heeft daar wél een Poldercommissie,
gekozen door de bevolking op dezelfde
wijze als een gemeenteraad tot stand
komt. De dagelijkse bestuurders van
deze commissie hebben dezelfde functie
als wethouders. Het is een adviescol
lege, doch in de practijk is wel geble
ken, dat men met de opmerkingen in
de vergaderingen van deze Poldercom
missie ernstig rekening houdt.
Over het rapport inzake de provin
ciale indeling der IJselmeerpolders zou
den we nog een enkele opmerking wil
len maken.
Uiteraard komt de Wieringermeer
nogal eens in het verslag voor. Zo
lezen wij o.a.: „De Wieringermeer is
indertijd geruisloos bij Noord-Hol
land ingedeeld en overwegende be
zwaren zijn hieruit niet voortgeko
men. Een soortgelijke oplossing zou
voor de overige polders kunnen wor
den gekozen".
Het wil ons voorkomen, dat de „ge
ruisloze" indeling van Wieringermeer
bij Noord-Holland een juiste beslissing
is geweest. De Wieringermeer grenst
aan soortgelijke polders als Waard en
Groet, Wieringerwaard en Anna Pau-
lowna. Voor de Noordoostpolder en de
overige nog droog te leggen polders
ligt dit echter geheel anders. De pro
vincies waaraan deze polders zullen
grenzen, hebben een geheel andere bo
demstructuur. Men denke bijv. maar
aan de bedrijven in Overijsel, Gelder
land en Utrecht, die van een geheel
andere structuur zijn dan de bedrijven
in de IJselmeerpolders. Voor de Noord
oostpolder is de moeilijkheid, dat hij
aan twee provincies grenst: Friesland
en Overijsel. De Zuidoostelijke polder
zal echter grenzen aan vier provincies:
Overijsel, Gelderland, Utrecht en Noord
Holland. De Zuidwestelijke polder
heeft alleen te maken met Noord-Hol
land.
Wanneer men de drie grote polders
op de kaart bij elkaar ziet liggen, dan
lijkt het ons best mogelijk hiervan een
provinciale eenheid te vormen, een
provincie van dezelfde orde als Zee
land en met een vrijwel gelijk zielental.
BARNNEVELD, 29/10. Pluimvee-
markt: aanvoer ca 37.000 stuks. Handel
in slachtkippen vlug, in piepkuikens
traag. Prijzen: slachtkippen lichte ras
sen f '.85f 1.9:, zware rassen f 1.90
f 2.00, piepkuikens f 2.25—f 2.50, zware
kuikens f 2.45—f 2.60, alles per kg.
Overige per stuk: oude eenden f 0.80
f 1.80, tamme konijnen f 2.75f 7.50,
tamme jonge duiven 0.50—0.60, hazen
f 3.50—f 6.25, wilde konijnen f 1.50—
f 1.75, fazanten f 3.25—f 4.25, patrijzen
f 1—f 2.50.
Eiermarkt: aanvoer ca 1.800.000 stuks.
Handel vlug. Prijzen: kippeneieren
20.0020.50, algemene prijs 20.30
per 100 stuks, kiloprijs f 2.28, hennen-
eieren f 12.50—f 17.00, algemene prijs
f 14.30 per 100 stuks, kiloprijs 2 2.75.
Veluwse eierveiling „Barneveld-Ede".
Aanvoer ca 950.000 stuks. Handel stug.
Prijzen: eieren van 48/50 gram f 13.10
f 13.41, eieren van 50/60 gram f 13.92
f 19.00, eieren van 60/65 gram f 19.31
f 20.71. per 100 stuks.
Varkensmarkt. Aanvoer ca 190
stuks. Handel traag. Prijzen: biggen
f 36.00—f 48.00, drachtige zeugen f 250.00
f 350.00, alles per stuk.
De besommingen van gisteren waren:
RO 15 „Antje" f 15.210.IJm. 1 „Tzon-
ne" f 20.900.—: IJm. 38 „Zeelandia"
f 9130.—; 1 trawler met f 23.900.—; IJm.
14 f 10.860.—: IJm. 221 f 9140.—: Kw.
123 f 7560.—; HD 79 f 11.820.—; HD 125
f 3315.De totale aanvoer bedroeg 8320
kisten. Prijzen per 1 kg: heilbot 1.85—
2 40; gr. tong 3.15—2.90, grm. tong 2.37
2-12, kim. tong 2 29—2.08, kl. tong II
1.61—1.45, kl. tong II 1.12—098; tarbot
I 2.10—1.80; Per 50 kg: tarbot IV 40.—;
tongschar 66—55.50; grm schol 57, kim.
schol 49—46, kl. schol. I 42, kl. schol II
42—18, schar 22—12: v. haring 13—10.50;
makreel 23—19.50; gr. schelvis 48—43,
grm. schelvis 55—42, kim, schelvis 48—
40, kl. schelvis I 45—36, kl schelvis II
30—8; wijting 26—8; gr gul 50, mid. gul
4.3—38, kl. gul 28—21; ham 84—74; poon
tjes 18—11: kl. rode poon II 16.50. Per
125 kg: gr. kabeljauw 184—120; gr. kool-
vis wit 96—80; gr. leng 84.
De Amerikaanse vlieger Everest haalde
met een Super Sabre gisteren een nieuw
snelheidsrecord door met wind mee 1234
km per uur te vliegen. Met wind tegen
bereikte hij 1195 km per uur.