De huisvrouw in de VS
moet hard werken
Knoopsters op de tapijtfabriek
weten waar ze voor werken
SASKIA
Op uw slofjes
Liefst zonder
weegschaal
UNIEK BEDRIJF IN BEVERWIJK
Omdat de Amerikaan niet van bediendenwerk houdt
moet hij als echtgenoot boodschappen doen
Negerin-werkster komt
in eigen auto
Producten van Kinheimzijn gewild over gehele wereld
en schenken vervaardigsters veel voldoening
Het „ambacht" in zijn
schoonste vorm
tanden Wit >adem Fris
DOOR
ZATERDAG 14 NOVEMBER 1958
OMDAT IK in Amerika, waar ik nu alweer bijna zeven jaar woon,
nimmer meer dan éénmaal per veertien dagen de hulp van een
negerin-werkster heb, is mijn leven aan de overkant heel wat drukker
don destijds in Holland. Dit vertelde me de vrouw van een Ameri
kaanse arts, die voor enkele weken haar oude vaderland kwam op
zoeken. Het genot van het gezellige ochtend kopje koffie, vervolgde
ze, is bij ons volkomen onbekend. Wel hebben we het verschrikkelijk
druk met onze clubs, waar bijna iedere Amerikaanse lid van is. Vóór
je het weet moet je een lezing houden of voor de radio en televisie
optreden. Wat dat betreft zijn ze in Amerika veel itiinder critisch dan
bij ons. Het gevolg daarvan is, dat je erg op je tellen moet passen, wil
je ook nog een beetje vrije tijd voor jezelf en je gezin overhouden.
QOORDAT WE niet de gezelligheid
van de koffie- en theebezoekjes ken
nen, houden we wel meer tijd over om
onze huishouding te doen. Want al
hebben we nu nog zoveel huishoude
lijke apparaten en technische hulpmid
delen, er blijven voor de hulsvrouw
altijd nog genoeg karweitjes over. En
ik kan V zeggen, dat de Amerikaanse
huisvrouw over het algemeen héél hard
werkt. Alleen al het feit, dat 55% van
deze gehuwde vrouwen een baan heb
ben wijst op een grote dosis energie.
Ikzelf heb het druk met mijn huis en
praktijk, daar mijn negerin, die deftig
met haar auto komt voorrijden, alleen
het allerzwaarste werk verricht. Bij
ipij bestaat dat bijvoorbeeld uit het in
wrijven van de parketvloeren en het
schoonmaken van de dokterskamer.
Na ontvangst van haar dure uurloon
start mijn negerin haar wagen en rijdt
naar haar volgende werkgeefster.
U begrijpt, dat er op deze manier nog
heel wat werk voor me overblijft. De
bedden worden nog niet automatisch op
gemaakt, de afwasmachine spaart wel
tijd, maar ook hier moeten de kopjes
en glazen zorgvuldig worden ingezet,,
de pannen moet je zelf schuren!
Al deze dingen werken er toe mede,
dat de Amerikaanse een grote steun
heeft aan de echtgenoot. Immers hij
doet na kantoortijd de boodschappen en
gevolg hiervan Is dat de winkels reke
ning houden met hun sluitingsuren ten
behoeve van de werkende vrouw of
baar echtgenoot.
JV\bJN AMERIKAANSE vriendinnen
vinden dat wij onze mannen schro
melijk verwennen. Ikzelf heb daar ook
tijd voor en zin in, daar ik aan het
Amerikaanse clubleven minder behoef
te heb dan aan de huiselijke gezellig
heid.
Er zijn natuurlijk nog veel goed ge
situeerde families, die zich de weelde
Van een interne hulp kunnen veroor
loven. Het feit dat de vraag hiernaar
n°£ steeds groter is dan het aanbod
wüst al in die richting. Er is n.1. bij
ons heel weinig goed geschoold huis
houdelijk personeel.
AFGEPASTE GLASGORDIJNEN
(Advertentie Ing. Med.)
Het is geen uitzondering, dat ontwik
kelde réfugee's en vrouwen van Euro
peanen, wier mannen tijdelijk voor
studiedoeleinden in Amerika zijn een
baan als huishoudelijk personeel aan
nemen. Het wordt goed betaald. Een
geschoolde kracht verdient tweehon
derd dollar per maand plus vrij kost
en inwoning, uniform en onderhoud
van kleding, zoals chemisch reinigen
enz.
Verder heeft het huishoudelijk per
soneel geen onkosten zoals Verkoop
ster of kantoorpersoneel van bus,
telefoon, verwarming, televisie enz.
En ondanks dit alles houden de Ame
rikanen zélf niet van dergelijke be
roepen. De reden hiervoor is niet zo
moeilijk te vinden, de Amerikaan heeft
bezwaren tegen „bedienden-werk",
daar houdt hij eenvoudig niet van en
dus zal hij liever „taxichauffeur" wor
den dan particulier-chauffeur. Hij zal
u wel in een restaurant willen bedie
nen, maar heeft geen zin om bij U
thuis butler te spelen. Het ene is ser
vice, het andere servility.
HENDRINE
lAAR IN, jaar uit hebben spinsters wol gespon
nen, daarna geverfd en er tapijten met rijke
patronen van geweven.
Bij het lezen van deze regel zullen vele gedach
ten uitgaan naar de Oosterse tapijten, de zgn.
Perzische kleden. In het Oosten heeft een volks
kunst een onnoemelijk aantal „schoonheden"
voortgebracht, een rijke productie weefwerk,
waarvan wij in onze tijd nog volop kunnen ge
nieten. De oude Oosterse techniek kwam via
Griekenland, langs de kust van de Middellandse
Zee naar het Westen van Europa en beleefde in
verschillende landen haar grote bloei in de 16e en
IEDERE VROUW die door eigen
I handwerk met knopen bekend is
weet, óf hierover mee te praten, óf
is nieuwsgierig hoe deze knoop p -e
cies is. Een knoop is zoiets eenvou
digs, maar toch zo ontzettend be
langrijk in een werk dat zoveel
jaren mee moet gaan.
In dit atelier werkt men met een
lange woldraad en legt deze om
twee kettingdraden heen en dan er
tussendoor. De draad wordt dan op
de juiste lengte afgeknipt zodat de
„pool" of „pluis" van het karpet
even hoog is. Dit nauwkeurig af
knippen is een zeer voorname fac
tor, want het voorkomt wolverlies
als straks, nadat de knopen op de
schering ingeklopt zijn, de opper
vlakte gelijk geknipt wordt.
De Kinheim-tapijten zijn zowel in
het binnenland als in de vreemde
bekend geworden. Mevrouw van
Hoogstraten is begonnen een goede
naam te maken en al sinds jaren
vergroot het artistiek en commer
cieel beleid van de tegenwoordige
Directeur, de heer Mastenbroek, de
waardering die de kleden overal
ondervinden.
De tapijten worden gemaakt van
schapenwol, terwijl de schering, dat
is de onderdraad van het kleed, uit
katoen, wol of kameelhaar bestaat.
Dit wanneer het tafelkleden betreft,
terwijl men voor vloerkleden het
sterke vissersgaren gebruikt. U be
grijpt wel dat dit verschillend werk
materiaal samenhangt met de graad
van soepelheid, die men van het
kleed eist. Ook de knoopwol heeft
een eigen samenstelling, wat men
noemt een eigen „blend", en be
staat uit: Australische-, Zuid-Ame
rikaanse-, of Nieuw-Zeelandse wol.
Bij dit samenstellen tracht men alle
goede eigenschappen zoals een hoge
sli.jtageweerstand, een glansrijke
draad enz. enz. te verenigen. Ge
lukkig heeft men tegenwoordig ook
weer het verven in de hand. Vlak
na de oorlog kon men niet dadelijk
weer de goede kleurstoffen krijgen,
maar men kan nu voor de hoogste
graad van kleurechtheid instaan.
HOE MEN een tapijt kan laten uit
voeren, leert men als men langs
de weefgetouwen loopt en ziet hoe
de rappe vingers van vele jonge
vrouwen de prachtige wol door de
kettingdraden trekken. Een wereld
van schone kleuren en rijke patro
nen gaat voor U open. Momenteel
werkt men aan enige effen staal
blauwe tapijten voor een schip van
de Holland-Amerika lijn, dat nog in
aanbouw is. Het zijn moderne, grof
geknoopte kleden en zij vormen een
groot contrast met een kleed dat op
een andere plaats in het atelier op
het getouw staat. Hier ontstaat een
heel fijn, bijna op naaldwerk ge
lijkend tapijt, waarin Oosterse mo
tieven zijn nagewerkt. Dit kleed
heeft per vierkante meter 250.000
knopen.
Een geroutineerde knoopster legt
per dag 7 a 8000 knopen. Een re
kensommetje, waarin we nog wel
een klein foutje mogen maken ook.
17e eeuw. Hier te lande heeft men nooit een
eigen techniek kunnen verwerven, ofschoon hand-
knoopwerk reeds «250 jaar beoefend wordt. Wel
is er in Noord-Holland één bedrijf, die het oude
ambacht volgens Oosterse werkwijze uitvoert. Dit
gebeurt op de Koninklijke Hand-Tapijtknoperij
„Kinheim" te Beverwijk. Dit atelier werd in 1910
opgericht doör Mevrouw van Hoogstraten-Pot
vliet. Voordien ging zij naar Turkye om hét vak
grondig te leren en zo komt het dat men hier
voor Nederland, en waarschijnlijk zelfs voor ge
heel West-Europa, de enige fabriek vindt, die met
de Geordes-knoop haar kleden maakt.
geeft ons toch wel een idéé hoe
waardevol zo'n tapijt is.
Toegegeven: een Kinheim tapijt
is iets kostbaars, maar men bedenke
dan wel dat hier iets ontstaat dat
minstens één mensenleven meegaat.
Neem een tafelkleed waar jaar
en dag opgekeken wordt en dat toch
door de voornaamheid van materiaal
en patroon een lust voor het oog
blijft. Een kleed, dat door een onge
lukje beschadigd, onzichtbaar gere
pareerd kan worden; een kleed, dat
niet verschiet, motecht is en dat
qualitatief hetzelfde blijft.
Het is duidelijk dat het van het
allergrootste belang is dat men bij
een keuze als deze moet kunnen ver
trouwen op een deskundig advies.
Ook al zijn de kopers van Kinheim-
tapijten zeer dikwijls koninklijke
families, directies van scheepvaart
maatschappijen en instellingen, die
opdracht geven om naadloze tapijten
van 240 vierkante meters te maken,
eenzelfde zorg wordt er besteed aan
een kleedje van één vierkante meter,
waarvoor een zuinige huisvrouw het
geld bij elkaar heeft gespaard.
DE HEER MASTENBROEK en zijn
ontwerpers houden van dit oude
ambacht en iedere opdracht, hoe
klein -ook, wordt door hen met en
thousiasme -uitgevoerd. Na een gron
dige bespreking van vorm en kleur
wordt de wol geverfd, het patroon
getekend en de werktekening in de
handen gelegd van haar, die mede
de verantwoording draagt voor de
uitvoering: de voorwerkster.
Ook bij de Oosterse volken was
het hoofdzakelijk de vrouw, die de
tapijten maakte. Bij „Kinheim" zijn
het uitsluitend vrouwen, die de wol
hanteren. Dit handknopen is een
echt vrouwenberoep omdat het ten
nauwste aansluit bij de taak van
de vrouw een gezellig huis in te
richten.
Al heel jong kan men in dit be
roep te werk gesteld worden en
krijgt men plezier in de knoperij
dan komen er na een leertijd van
IV2 jaar al goede resultaten. Het
leggen van de knoop en de vaardig
heid van goed en snel werken heeft
men(dan al onder de knie. Dan gaat
men door om vooral ook „het in
slag maken" en „het patroon-
lezen" goed te leren. Zo'n groepje
meisjes, gezellig werkend aan het
zelfde weefgetouw, vormt een kleine
gemeenschap. Onder het zingen van
een liedje of het luisteren naar een
ernstig of vrolijk radiopraatje,
groeit er onder hun handen een
kostbaar cultuurgoed, een fraai
laagtpolig Chinees tapijt, waarop de
warm getinte bloemen in relief ge
werkt zijn.
Hier leeft het ambacht in haar
schoonste vorm en het moet een ge
not zijn aan zoiets fraais je aan
deel te kunnen leveren. De arbeids
vreugde, die deze handwerksters on
dergaan heeft tevens de aardige kant
dat er slechts in opdracht gewerkt
wordt en men dus weet: „Ons
werk is bestemd voor het Vredes
paleis, voor een Amerikaanse flat
of zoals ook gebeurd is voor de
Sjah van Perzië".
[)E CENTRALE FIGUUR tussen de
knoopsters is de „voorwerkster".
Zii is de geroutineerde kracht die
het garen op de haspels windt en
tevens, figuurlijk
de haspel past
gen: het oog op
scheert het kleed, werkt het pa
troon na. ziet toe dat nergens een
fout gemaakt wordt en controleert
geregeld de maat van het kleed. Als
jong meisje begonnen, zal in haar,
nu z;j volwassen is geworden en het
werk beheerst, een vonk van schep
pend vermogen overgesprongen zijn.
Zij heeft immers al die jaren de
mogelijkheden van het materiaal
leren kennen en voelt onbewust de
harmonie aan tussen kleur en des
sin. Haar voorbeeld bij het werk is
van grote waarde voor de jongere
knoopsters.
Gerechtvaardigd is het trotse ge
voel van: „Dit heeft onze groep
gemaakt" dat allen zal beheersen,
wanneer de laatste knoop van een
mooi werkstuk is gelegd.
Het handwerk van Beverwijkse
meisjes gaat de wereld in en in
Montevideo, in Egypte of op Paleis
Soestdjjk wordt het beoordeeld. En
zo te zien kan het de toets van een
scherpe critiek doorstaan.
N. d. B.
(Advertentie Ing. Med.)
BRRRR, \vat een ijzig gevoel
aan je voeten, als je 's nachts
of 's morgens vroeg net warme
bed moet verlaten! Je bent wel
in eens wakker, maar plezierig
is het niet. Een goede raad:
maak eens zo'n paar heerlijk
warme slippers. Ook gemakke
lijk mee te nemen, als u op
reis gaat!
Een lapje vilt of andere stof,
een stukje bont, schapevacht
of teddybeer, dat zijn de voor
naamste bestanddelen. U knipt
Onder rappe handen groeit een waardevol cultuurgoed
van vilt een paar zooltjes vol
gens de maat van uw voet met
rondom een naad van 3/4 cm.,
een bovenstukje en twee zij
kantjes volgens het patroon,
waarbij de naden al inbegre
pen zijn. U belegt het boven
stukje en de zool met bont, en
laat de naden vrij. De zijstuk-
jes verbindt u door het mid-
denvoornaadje (bij het kruisje).
Daarna zet u de delen aan el
kaar door de naden aan de bui
tenkant met een festonsteek om
te werken. Desgewenst kunt u
er nog een extra zooltje onder
lijmen.
Gebruikt u andere stof, dan
omboordt u de naden met
schuine repen stof of boord-
band. Heeft u geen restje bont
of iets dergelijks liggen, dan
koopt u bij de schoenmaker
een paar bontzoolt.jes en voor
ziet bovenstukje en zijkanten
van een flanellen voering.
Op het bovenstukje brengt u
een aardige garnering aan en
klaar bent u! Misschien heeft
u ze zelf niet nodig, maar
dan vormen ze allicht een wel
kom en niet zo kostbaar Sin
terklaas-cadeautje!
ALS ER één plezierige eigenschap
is, die het lezen van vrouwen-
brieven tot een hartversterkende be
zigheid maakt, dan is het wel dat
vaak hartstochtelijk gevoel voor
rechtvaardigheid. Het knettert soms
de enveloppen uit, en mag het dan
wat al te haastig zijn in het trek
ken van conclusies het gooit vaak
opwindende voetzoekers in zeer be
daarde kippenhokken.
Een man laat zich tot zoiets niet
•gauw verleiden. Dat zal nog niet zo
zeer een kwestie van aanleg zijn als
wel van ervaring. Mannen boksen
en ploeteren al zolang in het „feind-
liche Leben" rond, een paar slor
dige eeuwen meer dan wij, en zij
weten zoetjes aan wel dat de waar
heid daar meestal géén herberg kan
vinden en het recht maar al te vaak
struikelt op de straten.
Maar kom een vrouw daar niet
mee aan boord. Nooit heb ik dat zo
mooi ervaren als in een urenlang
debat met een zeer godsdienstig za
kenman over een geval van concur-
rentie-moord, door een groot bedrijf
gepleegd op een amechtig kleintje.
Het werd, ten overstaan van zijn
gade, die zwijgend voortbreide, een
alleszins interessante en zeei^ aca
demische discussie over Darwin s be
roemde natuurwet van: het overleven
van de sterkste.
Echter kronkelde mijn opponent
zich, tot mijn uitbundig plezier,
langzaam aan hopeloos in de knoop
bii de pogingen, zijn Zondagse over
tuiging te laten kloppen met zijn
doordeweekse practijk.
En juist dacht ik deze knoop red
deloos te zien dichttrekken door
's mans eigen hand, terwijlhij Dar
win en de Bergrede onder éen zake
lijk hoedje probeerde te vangen
toen zijn vrouw met vlammende
ogen opkeek en diezelfde knoop fiks
doorhakte: Zó, en houd er nu möar
mee op, Kees. Het was onrecht, en
daarmee uit.
ZO MOET het ook ongeveer een
briefschrijfster te moede zijn ge
weest, toen zij naar de pen greep
om mij een kersverse ervaring mee
te delen.
Zij had, bij toeval, een aardige
tentoonstelling bezichtigd: sierkale-
bassen, van allerhande gewicht en
fatsoen, door schoolkinderen uit zaad
gekweekt. Een loffelijk idee, en een
stukje practisch aanschouwelijk on
derwijs waarbij men alleen maar
kan applaudisseren.
Maar wat haar minder aanstond
was de ontdekking, dat.van de jeug
dige kwekers het meiske met ae
zwaarste pompoen de eerste prijs
had gekregen. Dat, meende mijn
briefschrijfster, was toch rechtuit on
billijk. „De groei en ontwikkeling
hangen immers heel veel af van: de
grondgesteldheid, de bemesting, de
tijd die men eraan besteedt. Wed
strijden vind ik prachtig als het
gaat om de prestatie van het kind
zélf".
Dat is, op zichzelf bekeken, na
tuurlijk volkomen juist. Als men dan
beslist wedstrijden wil houden en
voor de ontwikkeling van de kin
derlijke weerbaarheid kan dat zijn
groot nut hebben laat men dat
dan doen op een gebied waar het
kind het resultaat zelf in de hand
heeft. Al moet men, na enig naden
ken, alweer toegeven dat dit gebied
kleiner is dan men denkt.
Want de billijkheid schrijft aller
eerst voor dat de candidaten naar
een of andere prijs ongeveer dezelf
de beginkansen krijgen. En hoe ter
wereld zal men dat naar eer en ge
weten taxeren?
EEN zwemwedstrijd tussen een
stuk of tien kleine kampioenen, die
ongeveer even oud, even lang ge
traind, even sterk zijn zoiets
heeft zin en betekenis, ook voor de
verliezers. Hetzelfde geldt van tur
nen, hardlopen, hoog- en versprin
gen, en wat er nog meer op het
gebied van lichamelijke prestaties
kan worden weggegeven.
Het wordt al moeilijker wanneer
er geestelijke inspanning bij te pas
komt. Wedstrijden in het maken van
opstellen of tekeningen, tegenwoor
dig danig in de mode, zelfs als re
clame-stunt, hebben toch in feite dit
tegen, dat heel vaak de mate van
aanleg of talent beslist niet de in
spanning, de zorg of de zorgvuldig
heid die aan opstel of tekening zirn
besteed.
En zijn die laatste soms niet, maat
schappelijk gezien, van veel groter
waarde dan het min of meer aange
waaide talent?
Maar als wij ons daarin gaan ver
diepen, waden wij alras door aller
hande brandnetelvelden vol voetan
gels en klemmen. Want dan komen
wij uiteindelijk bij het delicate on
derwerp „rapportcijfers" terecht,
bron van eindeloze narigheid, ver
bittering en moedeloosheid.
Want wie heeft het hoogste cijfer
verdiend: het vlijtige, karaktervaste
kind met kleine aanleg dat van elk
stuk werk een gewetenskwestie
maakt, zij het vaak met heel mid
delmatig resultaat of de noncha
lante begaafde die er elegant met
de pet naar gooit en dan vaak het
vogeltje van het goede antwoord of
het voldoende proefwerk nog vangt
Wat moet men, als het meest
waardevolle, uiteindelijk belonen- de
inspanning of het resultaat? Als u
het mn vraagt, ben ik overwegend
geneigd tot het eerste, vooral van-
W*vnneH»ltter teleu/gestelde snoet
jes van de zwoegende één-talenters
Maar ik vrees. Jat de practijk van
baat°iSen en daar weinig mee ge-
poed maar laten wü dan in het
óóITeen6, hd?arbuite^ de Ploeteraars
belonen. En daarom alle
de Weegschaal! *6Ven' 2Ön"